WKO installaties bij woningbouwprojecten
-
Upload
marc-koenders -
Category
Documents
-
view
214 -
download
3
description
Transcript of WKO installaties bij woningbouwprojecten
638
‘De terugverdientijd was vroeger meer dan tien jaar, maar
ligt nu tussen de drie en tien jaar’, verklaart Marc Koenders,
adviseur bij IF Technology, de toegenomen populariteit van
warmte- en koudeopslag (WKO) in de bodem. ‘De techniek
is robuuster, volwassener en ook goedkoper geworden En
WKO is een kosteneffectieve manier om woningen aan de
EPC-eis te laten voldoen.’
‘De laatste jaren is het een hype geworden’, bevestigt Paul
Vink, algemeen directeur van Viac installatie adviseurs. ‘Ne-
gen jaar geleden begon ik aan het project Mariastichting in
Haarlem en stelde ik WKO voor. Daar werd toen gek tegen-
aan gekeken. Maar nu is het project in aanbouw en is ieder-
een er juist trots op.’ Hij meent dat bodemopslag de ontwik-
kelaars helpt de risico’s te beperken. ‘De techniek geeft
zoveel marge dat je er gemakkelijk een eventuele EPC-verla-
ging mee kunt overbruggen. De ontwikkelaar heeft dan in
elk geval geen perikelen meer bij de bouwaanvraag. Het
tech nische risico en de bijbehorende kosten komen bij de
co-maker te liggen, die engineert en uitontwikkelt.’
DRIEPIJPSSYSTEEM
‘Het gaat hen niet primair om het energiesysteem en ook
niet om profitinvesteringen. Ze willen grip krijgen op de bij-
komende kosten voor de bewoners’, vertelt Vink over de
achtergrond van een WKO-project voor woningcorporatie
Staedion in Den Haag, dat nu op de tekentafel ligt. Viac
coördineert voor Staedion het energiebouwteam, waarin
ook Dura Vermeer Asset Management participeert.
Fase 2 van het project, met in totaal 500 woningen in de
wijk Transvaal, omvat ruim 200 woningen en het voorlopige
energieconcept gaat uit van een WKO, twee warmtepom-
pen van 375 kWth voor de basislast en twee gasketels van
895 kWth voor de pieklast en het naverwarmen van warm-
tapwater (afbeelding 2). Om de bron te regenereren wordt
gedacht aan een energiedak, eigenlijk een vereenvoudigde
versie van een zonnecollector, of drycoolers (afbeelding 2).
‘Voor de distributie gaan we een driepijpssysteem gebrui-
ken. Eén buis levert water met een aanvoertemperatuur
van 70 °C, voor warmtapwater. De tweede buis voert in de
winter water aan van 50 °C, voor ruimteverwarming. Die-
zelfde buis levert in de zomer koel water, van bijvoorbeeld
18 °C, om te koelen. De derde en laatste buis is de geza-
menlijke retourbuis’, legt Peter van den Bosch, secretaris van
het energiebouwteam, uit. Voor het tussenseizoen, wanneer
sommige woningen een koelbehoefte hebben en andere
woningen een warmtebehoefte, is ook een oplossing be-
dacht. ‘Wanneer koud water wordt geleverd, kan er toch
worden verwarmd: met het warmtapwatercircuit. De afle-
verset schakelt automatisch om en gebruikt het water van
70 °C, via een warmtewisselaar, om de woningen die dat
nodig hebben te verwarmen.’
oktober2007 vv+
Rik Vollebregt
bodemopslag Koudelevering gunstig voor warmtebalans en exploitatie
WKO-installaties bijwoningbouwprojecten
Woningbouwprojecten worden steeds vaker aangesloten op warmte-en koudeopslagsystemen. De techniek is robuuster en goedkoper geworden en biedt een oplossing om aan de aangescherpte EPC te voldoen. Het leveren van koude is gunstig voor de energiebalans vande bodem én heeft een positieve invloed op de exploitatie.
1. Warmte- en koudeopslag is een kosteneffectieve manier om aan de EPC te voldoen.
(foto
: Her
bert
Wig
germ
an)
VV10 638-641 19-10-2007 13:17 Pagina 638
639
Van den Bosch vertelt over de efficiëntie van het distributie-
systeem. ‘In de winter stroomt het retourwater naar het
buffervat. In de zomer is dit minder energie-efficiënt, omdat
koelwater in de retour wordt bijgemengd. Desondanks is
het driepijpssysteem energiezuiniger dan het vierpijpssys-
teem met een extra retourleiding, zo is berekend.’
AFLEVERSET
Wanneer het systeem ‘omgaat’ van warmtelevering naar
koudelevering, zal een sensor met regeling dit detecteren en
de afleverset automatisch omschakelen. De fabrikanten zijn
nu bezig de geschikte afleversets te ontwikkelen en te tes-
ten. ‘De basis is dat we het systeem alleen omzetten bij de
seizoenswisseling, en niet vaker,’ vertelt Van den Bosch. ‘Maar
dit is een keuze van de exploitant. Om zo energiezuinig mo-
gelijk te werken, willen we de flow over de afleverset mini-
maliseren. De bewoner wil echter snel warm water hebben
en daarvoor is continu flow nodig. Is de bewoner op vakan-
tie is, dan hoeft dat natuurlijk niet. Een aandachtspunt voor
ons is wanneer we het gaan uitzetten. Na twee dagen, na
één dag, of elke nacht?’
Voor WKO-systemen moet een vergunning worden afgege-
ven. Een van de eisen is dat afgifte en opname van warmte
in de bodem met elkaar in balans zijn. IF Technology schat in
dat bij woningbouwprojecten de benutting van koude rond
de 20 à 30 procent ligt. ‘Alle warmte die aan de bodem
wordt onttrokken, wordt ook daadwerkelijk benut. Maar de
koude kan niet allemaal worden benut, zo groot is de
koude vraag van de woningen niet’, zegt Koenders. Om de
warmtebalans van de bodemopslag te behouden, moet de
bron worden geregenereerd: in de zomer moet er extra
warmte in worden opgeslagen. ‘Wanneer er bijvoorbeeld
utiliteit in de buurt is, is het aantrekkelijk om daar koude aan
te leveren.’
Vink vertelt dat ze voor de WKO van de Vestedatoren in
Eindhoven (afbeelding 3) geen vergunning kregen. In de buurt
was al een bron geslagen. Gelukkig bleek daar een overcapa-
citeit te zijn. De warmtepompinstallatie van de Vestedatoren
in nu aangesloten op de bron van de buren. ‘Maar vraag me
niet wat een gedoe het is geweest.’
EXPLOITATIE
‘Voor het project in Transvaal gaan we bij aanliggende partij-
en na of daar een koudevraag is, dan kunnen wij die mis-
schien invullen. Misschien dat de koude gratis wordt wegge-
geven’, vertelt Van den Bosch. ‘Het kan ook zijn dat er een
vast bedrag of een tarief per GJ voor wordt gevraagd.’ Aan
woningen is niet heel veel koude te leveren volgens hem.
‘Wij rekenen met 15 W/m2, want 30 is niet reëel; niet elke
vierkante meter kan effectief worden gebruikt voor koude-
afgifte. Er kunnen meubels op staan.’
Met een grote warmtebuffer kan ’s nachts tegen een laag
elektriciteitstarief veel warmte worden geproduceerd en
opgeslagen. ‘Een buffer van 3 m3 bij de warmtepompen is in
eerste instantie bedoeld om het aantal aan-uitschakelingen
te beperken. Het is wel de bedoeling nachtstroom te ge-
bruiken, dat wordt ook wel vaker gedaan, maar dan moet
de buffer groter worden’, zegt Van den Bosch.
De financiële exploitatie van een WKO-systeem met naver-
warmers en een distributienet voor de levering van warmte
en koude, is sterk afhankelijk van de tarieven. Maar ook de
investerings- en onderhoudskosten, de inkomsten voor vast-
recht en aansluitbijdrage en eventuele subsidies, maken een
algemene uitspraak lastig. Wel tekent zich duidelijk af dat het
oktober2007 vv+
2. Met een energiedak, zoals hier bij het project Zoetermeer-Oosterheem van Vestia, kan
de bron worden geregeneerd.
VV10 638-641 19-10-2007 13:17 Pagina 639
oktober2007 vv+ 641
gunstig voor de exploitatie is om veel koude te leveren.
Omdat de bron moet worden geregenereerd en omdat de
koude bijna niets kost, in zowel energetisch als economisch
opzicht. De COP voor koudelevering, de verhouding tussen
de geleverde koude en de gebruikte energie voor bron- en
distributiepompen, ligt ergens tussen de 20 en 40. Hoe
meer koude er wordt geleverd, hoe gunstiger dat is voor de
exploitatie. Vanuit de afnemer geredeneerd, is de koude wat
waard, omdat hiermee in de zomer het comfort is te verbe-
teren.
‘De exploitant kan twee dingen doen. Hij kan proberen
overtollige koude te verkopen, of hij kan het gratis wegge-
ven om de energiebalans van de bodem te stimuleren. In
een aantal gevallen brengen energiebedrijven de koude in
rekening met een vastrecht per jaar’, stelt Koenders. Verder
tekent zich af dat de exploitatie is te verbeteren door ge-
bruik te maken van lage elektratarieven, bijvoorbeeld in de
nacht. Daar staat dan wel een extra investering voor een
grote warmtebuffer tegenover, om ’s nachts goedkoop
warmte te produceren en op te slaan.
LEERPUNTEN
IF Technology heeft voor SenterNovem een praktijkonder-
zoek uitgevoerd aan 67 WKO-projecten [1]. Dit zijn WKO-sys-
temen met een open bron, waarbij grondwater wordt opge-
pompt. Projecten met een gesloten bodemcollector zijn niet
onderzocht. ‘Bij kleine projecten wordt meestal gewerkt met
gesloten bodemcollectoren, bij grote met open bronsyste-
men. Het omslagpunt ligt ongeveer bij 50 woningen. Daar-
boven wordt het financieel aantrekkelijk om een open sys-
teem toe te passen’, legt Koenders uit. In de studie signa -
leert IF Technology dat veel nieuwe WKO-projecten worden
gerealiseerd in combinatie met warmtepompen. Bij de 5 on-
derzochte woningbouwprojecten met WKO is 5090 MWh
warmte en 2510 MWh koude geleverd. De energiebalans,
en dan vooral het koudeoverschot, blijft dus een aandachts-
punt. Hoewel de bespaarde energie in verhouding tot het
elektriciteitsgebruik voor de bronpompen prima in orde is, le-
vert de studie nog wel een aantal optimalisatieaanbevelingen.
1. Regenereer de bodem tijdig door warmte op te slaan, bij-
voorbeeld door koude te leveren aan een afnemer die de
koude nuttig kan gebruiken. Of door warmte te laden
met asfaltcollectoren, oppervlaktewater of een energie-
dak. Regenereren gebeurt vaak onvoldoende omdat de
beheerder het ziet als energieverspilling of omdat de re-
generatie-installatie ondermaats presteert.
2. Laat de WKO voldoende energie leveren. Vaak worden
WKO en warmtepompen gecombineerd met gasketels. De
duurzame installaties horen de meeste warmte te leve-
ren, maar de niet-duurzame toestellen komen vaak te
snel in bedrijf. Een warmtepomp kan bijvoorbeeld ‘buiten
spel’ komen te staan als de retourtemperatuur te hoog is.
3. Realiseer een zo groot mogelijk temperatuurverschil
tussen de koude en de warme bron. De temperaturen
waarbij warmte en koude in de bodem worden opgesla-
gen, moeten zodanig zijn dat ze bruikbaar zijn om in het
daaropvolgende seizoen het gewenste klimaat te creëren.
Maar koudebronnen worden nog vaak geladen met een
te hoge temperatuur door kortsluitingen in aanvoer- en
retourleidingen. Ook door ongewenste setpointinstellin-
gen wordt niet alle energie uit de bron benut.
4. Anticipeer op een veranderend energiegebruik en wisse-
lend klimaat.
Auteur
Rik Vollebregt
[1] Koude/warmteopslag in de praktijk; M.J.B. Koenders en B. de Zwart;
mei 2007; IF Technology, Arnhem.
3. De Vesteda-toren waar warmte- en koudeopslag wordt gebruikt van een bestaande bron.
VV10 638-641 19-10-2007 13:17 Pagina 641