Wing werkt! 2013/1

11
Jaargang 5 nummer 1 Wing werkt ! Ondernemen met de omgeving Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl Peter Mollema Mainport Rotterdam: groeien in balans met de omgeving Het Landgoedbedrijf Maatschappelijk ondernemen in de praktijk

description

Ondernemen met de omgeving

Transcript of Wing werkt! 2013/1

Page 1: Wing werkt! 2013/1

Jaargang 5 • nummer 1

Win

g w

erkt

!

Ondernemenmet de omgeving Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl

Peter MollemaMainport Rotterdam: groeien in balans met de omgeving

Het Landgoedbedrijf Maatschappelijk ondernemen in de praktijk

Page 2: Wing werkt! 2013/1

Win

g w

erkt

!

Win

g w

erkt

!

Win

g w

erkt

!

Inhoud 3 Projecten Het Landgoedbedrijf

7 Impressies Van processen

8 Thema Ondernemen met de omgeving

12 Impressies Van processen

13 Column Han Swinkels

14 Interview Peter Mollema

16 Impressies Van processen

17 Wing Actueel

Nieuw zakendoenBij veel van de onderwerpen waaraan wij werken waait een frisse wind en is veel in beweging. Veranderingen in organisatie, samenwerking en fi nanciering; het is allemaal nú gaande!

Het doet me denken aan onze verbouwing thuis:de kinderen staan op eigen benen en de kamers krijgen een nieuwe functie. Zo’n moment waarop je keuzes maakt. Je grijpt het aan om het goede te be-waren en van overbodige zaken afscheid te nemen.

Op eenzelfde manier wordt momenteel ook de orga-nisatie van gebiedsprocessen verbouwd. We willen

natuurwaarden, cultuurhistorie en de kwaliteit van onze leefomgeving behouden, maar dan wel met minder regeldruk. We merken dat de overheid meer afstand neemt en dat men ondernemers steeds meer ziet als de nieuwe motor achter gebiedsontwikkeling.

Wij vinden dit spannende uitdagingen die wellicht ook u bezighouden: nieuwe bestemming geven aan het bestaande, processen anders inrichten en op duurzame wijze geld verdienen. Deze Wing werkt! gaat daarover en ondernemen met de omgeving staat daarbij centraal. Het landgoedbedrijf als maat-schappelijke onderneming is hiervan een mooi voorbeeld. Daarnaast vertelt Peter Mollema hoe partijen in de haven van Rotterdam de kwaliteit van de leefomgeving op gebiedsniveau willen borgen en afscheid willen nemen van ellen-lange vergunningstrajecten.

En zoals in de oude economie al bleek: elke euro die we willen uitgeven, moet eerst worden verdiend. Deze realiteit bepaalt steeds meer de ontwikkelingen in gebieden.Wij voelen ons uitgedaagd om samen met u te werken aan nieuwe vormen van gebieds-ontwikkeling. Met ondernemers die de waarde van hun leefomgeving versterken én verzilveren. Dat is het nieuwe zakendoen!

Joost TersteegPartner bij Wing

Voor

woo

rd

2

Win

g w

erkt

!

3

PROJECT

Met het Landgoedbedrijf ontwikkelden vier landgoedeigenaren een concept om landgoederen samenhangend en in relatie met hun omgeving te beheren en ontwikkelen. Over ondernemenmet maatschappelijke waarden als product.

Win

g w

erkt

!

Maatschappelijk ondernemen in de praktijk

Kinderen maken kennis met delandbouw op landgoed Grootstal,Heumen

Page 3: Wing werkt! 2013/1

54

Win

g w

erkt

!

Win

g w

erkt

!

Het LandgoedbedrijfMinisterie van Economische Zaken2010 - 2013Projectsecretariaat, faciliteren landgoedgesprekken, ondersteuning Green Deal, slotconferentie

Project Opdrachtgever

LooptijdWing-aanpak

In 2009 luidden landgoedeigenaren de noodklok bij het toenma-lige ministerie van LNV. Eén van hen was Willem de Beaufort van landgoed Beekzicht, gelegen langs de IJssel in Gelderland. Beekzicht werd bedreigd door een rondweg en een dijkver-legging in het kader van Ruimte voor de Rivier. Plannen van verschillende overheden, sectoraal ingestoken, elk gericht op één doel. De Beaufort vroeg zich af hoe hij bij dit soort ont-wikkelingen het karakter van zijn landgoed nog kon behouden.De problemen rond Beekzichtstaan model voor een bredervraagstuk. Het ministerie vanLNV nodigde de landgoedeige-naren uit te komen met voor-stellen hoe het anders kan.

Integraal beheer onder drukOp landgoederen komen veel verschillende functies samen, zoals cultuurhistorie, bos, landbouw, natuur en recreatie. Functies die geld opbrengen en geld kosten worden in tijd en ruimte optimaal beheerd, resulterend in een samenhangend, kosteneffectief en duurzaam systeem. Volgens de principes van een circulaire economie worden de opbrengsten veelal terug geïnvesteerd in het landgoed. Al eeuwen zorgen land-goedeigenaren daarmee voor een zeer divers en duurzaam landschap dat maatschappelijk veel waardering vindt.

Dat integrale beheer is de afgelopen tien tot vijftien jaar sterk onder druk komen te staan. Niet zelden zijn landgoederen het contact met hun omgeving en met name de overheden kwijt-

geraakt. Plannen worden veelal sectoraal getoetst en kennen zeer lange doorlooptijden. Knellende wet- en regelgeving staat vernieuwing in de weg.

Het LandgoedbedrijfDe landgoedeigenaren Willem de Beaufort, Liesbeth Cremers, Kien van Hövell tot Westerfl ier en Charlotte Rauwenhoff zetten in 2009 de eerste stappen tot het initiatief ‘Het Landgoedbedrijf’.

In het project wilden zij komen tot een toekomstgerichte visie op het beheer en de ontwikklingvan het landgoed. Wing kreeg de opdracht het proces te bege-leiden. Een belangrijk onderdeel waren de ‘landgoedgesprekken’.

Hier vond intensieve uitwisseling plaats van ervaringen en ideeën tussen vertegenwoordigers van zeer uiteenlopende partijen: overheden, bedrijfsleven, maatschappelijke organisa-ties en landgoedeigenaren. In 2012 sloten de initiatiefnemers een Green Deal met het ministerie van Economische Zaken om de visie uit te werken in instrumenten en projecten en het gedachtegoed breder te delen.

Maatschappelijk ondernemerschap‘Maatschappelijk ondernemerschap’ was het centrale thema waarop de vier landgoedeigenaren elkaar vonden. Onder-nemerschap met maatschappelijke waarden als belangrijk product. Net als vroeger gebeurt dit door functies integraal te ontwikkelen (zie interview Liesbeth Cremers). Omgevingsbewust

5

opereren zorgt er daarbij voor dat het bedrijf optimaal in zijn omgeving blijft ingebed en daar kansen uit haalt. Subsidie komt in dit denken pas op de laatste plaats, na het onderne-men en het maken van maatwerkafspraken met overheden.

De initiatiefnemers zoeken naar een klimaat waarin landgoed-eigenaren worden uitgedaagd zich te vernieuwen en actief in te spelen op de behoeften van de samenleving van de 21e eeuw. Ze zien daarbij een grote opdracht voor de landgoedeigenaren zelf om de handschoen op te pakken. Ze doen een appèl op de overheid om het instrumentarium ingrijpend te veranderen. Meer gericht op integraliteit en maatwerk en met ruimte voor experiment.

Zorgcentrum in de EHSHet traject heeft inmiddels aansprekende resultaten opgeleverd. In de gemeente Ommen hebben vijf landgoederen bewerkstel-ligd dat de gemeente voortaan een brede maatschappelijke afweging maakt bij nieuwe initiatieven. Zo kan landgoed De Stekkenkamp nu een zorgcentrum ontwikkelen in de EHS. De maatschappelijk meerwaarde is groot en het natuurbeheer wordt gefi nancierd uit de verdienfunctie. Gestimuleerd door Het Landgoedbedrijf is in de Agenda Landgoederen van provin-cie Overijssel en in het nieuwe landgoederenbeleid van provincie Gelderland ruimte gemaakt voor maatwerk bij de ontwikkeling van verdienende functies om het landgoed als geheel duurzaam in stand te houden. Dat de benadering ook voor andere sectoren relevant is, blijkt uit het betoog van Erik Droogh over omgevings-gericht beheer van recreatieterreinen (zie kader).

Ook op landgoed Beekzicht zijn de problemen tot een oplos-sing gekomen. Gesterkt door een van de landgoedgesprekken bereikte Beekzicht in februari 2013 een akkoord over een maatwerkoplossing met het Waterschap Vallei en Veluwe en het programma Ruimte voor de Rivier. Door gronden te ruilen kan Beekzicht zich door blijven ontwikkelen als aaneenge-sloten landgoed met brede maatschappelijke meerwaarde.

Info: Henk SmitT 0317 – 46 52 04E [email protected]

Voor meer informatie kijk op HetLandgoedbedrijf.nl

<banner>Slotconferentie Green Deal Het LandgoedbedrijfNajaar 2013Informatie volgt op HetLandgoedbedrijf.nl

Najaar 2013Slotconferentie Green Deal Het Landgoedbedrijf

Informatie volgt op HetLandgoedbedrijf.nlLandgoedgesprek op landgoed Grootstal, Heumen

Landgoed Twickel, Delden

Page 4: Wing werkt! 2013/1

Noordzeevisserij in boeiende transitie naar duurzaamheid

“Wij beheren natte recreatieterreinen in Gelderland en Noord-Limburg. Sinds onze verzelfstandiging in 1999 ontvangen we geen subsidie meer. En je weet: schaarste leidt tot innovatie.We hebben een indirect verdienmodel ontwikkeld, waarbij een omgevingsgerichte benadering centraal staat. We ontwikkelen onze terreinen hoogwaardig en voegen tegelijk intensieve recre-atievormen toe. Goede voorbeelden zijn de grote saunacom-plexen bij de Veluwse recreatieplassen Bussloo en Kievitsveld.De wellness-sector vestigt zich graag in een dergelijke omgeving. Het onderhoud van de terreinen bekostigen we in belangrijke mate uit het verpachten van de gronden aan de ondernemers.

Met deze vorm van omgevingsgericht ondernemen creërenwe een hoge maatschappelijke meerwaarde. We versterken de recreatiemogelijkheden, de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving en de natuur. De bedrijvigheid geeft een stevige impuls aan de lokale werkgelegenheid en economie. Het credo is dus niet con-serveren, maar doorontwikkelen. Daarbij zorgen we ervoor dat de schaal van de activiteiten past bij de schaal van het terrein, zodat geen overlast ontstaat. Essentieel is het jaarlijkse gebieds-overleg met de inwoners en bedrijven uit de omgeving en de lokale overheden. Samen kijken we wat we belangrijk vindenen hoe we met elkaar om willen gaan.”

6

Win

g w

erkt

!

Erik DrooghDirecteur RGV

“Maatschappelijk ondernemen betekent voor mij dat ik alle sectoren die op Vilsteren samenkomen in samenhang bezie. Neem de landbouw: als onze boeren zich blijven richten op de wereldmarkt, vallen ze één voor één om, totdat uiteindelijk één groot landbouwbedrijf overblijft. Maar zo’n grootschalig bedrijf past helemaal niet op Vilsteren, waar we zuinig zijn op hetlandschap en ook recreanten ontvangen. Ik wil dat alle boeren een plek houden bij ons. Dat betekent dat het roer om moet!

Samen met de boeren wil ik focussen op een schone, regionale voedselproductie, met aandacht voor landschap, cultuurhistorie en biodiversiteit. De producten wil ik graag op de markt brengen onder het merk Landgoed Vilsteren. Deze vernieuwingen lopen dwars door sectoren en beleidsvelden heen.

Hoe dit precies moet, is een complex vraagstuk waar we inten-sief mee bezig zijn. De wet- en regelgeving stelt ons voor de nodige uitdagingen. Ik zoek bijvoorbeeld naar mogelijkheden om de mest niet te hoeven injecteren, omdat dat slecht is voor het bodemleven. De overheid zou onze transitie enorm kunnen faciliteren door ruimte te geven om met dit soort zaken te expe-rimenteren.”

Liesbeth CremersMede-eigenaar landgoed Vilsteren

Win

g w

erkt

!

IMPRESSIES

7

Vraag van de opdrachtgeverDG Ruimte en Water vroeg Wing om de nieuwe SKIA vorm tegeven. Voorwaarde was een goede balans tussen voortzetten van bestaande onderzoekslijnen en ruimte voor nieuwe inte-grerende thema’s.

Wing-aanpakDe inhoudelijke ingrediënten voor de SKIA verzamelde Wing door een verkenning van beleidsdocumenten, een digitale enquête en zes werkbijeenkomsten. De betrokkenheid was groot: ongeveer 100 mensen reageerden op de enquête en namen actief deel aan de bijeenkomsten. Voor het opstellen van de SKIA was directe input uit de beleidspraktijk gewenst. Wing ontwikkelde de SKIA daarom in een intensief proces van co-productie met de opdracht-gever. Op de kruispunten van ruimtelijke thema’s en maatschap-pelijke vraagstukken benoemden we de kennis- en innovatievragen. Het eindresultaat is vastgelegd in een interactieve pdf.

Een strategische kennis- en innovatieagenda (SKIA) is een krachtig instrument voor beleidsorganisaties om sturing te geven aan onderzoek. DG Ruimte en Water van het ministerievan IenM, ontstaan uit DG Ruimte (VROM) en DG Water (VenW), had behoefte aan een actuele SKIA die water en ruimte verbindt.

Ontwikkeling kennisagendaRuimte en water: de kracht van samenhang 2012 – 2013

instellingen. De conclusie was dat initiatieven die ketenintegratie nastreven en cross-overs bewerkstelligen met andere sectoren het meest kansrijk zijn. Aan de hand van deze gespreksresultaten en de provinciale ambities schreef Wing het voorstel voor het Uitvoeringsprogramma Agro&Food 2013 – 2015.

Meer informatie: tinyurl.com/agro-food

Provincie Overijssel streeft naar een toekomstbestendige agro&food sector die bijdraagt aan de groei van welvaart en welzijn in de provincie. Uitgangspunt is dat de sector duurzaam gebruik maakt van natuurlijke hulpbronnen en bijdraagt aan behoud en versterking van natuur en landschap.

Vraag van de opdrachtgeverDe provincie vroeg Wing om samen met vertegenwoordigersuit de sector te komen tot een voorstel voor een regionaal uitvoeringsprogramma agro&food.

Wing-aanpakSamen met de provincie identifi ceerde Wing enkele kenmerken-de agro&food initiatieven. Zowel regionaal als mondiaal opere-rende bedrijven werden betrokken. In twee verschillende ronde-tafelgesprekken spraken de ondernemers met gedeputeerde Theo Rietkerk en vertegenwoordigers van kennis- en onderwijs-

RondetafelgesprekkenUitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013 – 2015 2012 – 2013

Page 5: Wing werkt! 2013/1

Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl

Ondernemen met de omgeving

Win

g w

erkt

!

8

THEMA

Steeds meer ondernemers kijken voorbij de grenzen van het eigen bedrijf en stellen zich de vraag welke rol zij kunnen spelen in de zorg voor de leefomgeving. Opvallend genoeg ontstaat die vraag vaak als reactie op de toenemende druk door wet- en regelgeving. Zo beïnvloedt Natura 2000 de uitbreidingsmogelijkheden van bedrijven en ondervinden

intensieve veehouders steeds meer verzet van omwonenden die last hebben van stank en de verbreiding van ziektekiemen vrezen. Met argumenten als horizonvervuiling, slagschaduw en geluidsoverlast houden burgers het plaatsen van windmolens tegen. De internationale concurrentiepositie van de Rotterdamse haven kan alleen overeind blijven als de bedrijven ook aandacht

ONDERNEMEN MET DE OMGEVING

Overal in Nederland zien we initiatieven opbloeien die private ambities verbinden met de maatschappelijkeopgaven in een gebied. Bedrijven verwerven zo meer ruimte voor eigen ondernemerschap en burgers krijgen meer zeggenschap over hun leefomgeving. Voor de overheid biedt dit kansen om sneller en beter resultaten te boeken, maar daarvoor zijn wel nieuwe instrumenten nodig en een andere verdeling van rollen en verant-woordelijkheden. W

ing

wer

kt!

besteden aan het verbeteren van de milieukwaliteit (zie interview Mario Bakker).

De stapeling van omgevingseisen betekent voor steeds meer ondernemers dat ‘een beetje maatschappelijk verantwoord ondernemen’ niet langer volstaat. Zij realiseren zich dat zehun ‘licence to operate’ moeten verdienen door op transparante wijze inzicht te geven in de effecten van hun bedrijfsvoeringen de nadelige gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken. Ze zoeken naar nieuwe mogelijkheden om zich te verbinden met hun omgeving en daarmee draagvlak te creëren voor deeigen bedrijfsontwikkeling. Bovendien blijkt de omgeving be-drijven veel verdienkansen te bieden. Denk aan prachtige landschappen die dragers zijn van recreatie, wellness en zorg. Die waarde toevoegen aan de kwaliteit van wonen en werken en die als ‘sterk merk’ streekproducten mogelijk maken.

Buiten gebeurt het al Er zijn veel voorbeelden van kleine en grote bedrijven die vanuit hun ‘Corporate Social Responsibility’ zo’n verbinding met hun omgeving hebben ontwikkeld. Zo vervulde het Philips concern in het Eindhoven van de vorige eeuw een sterk samenbindende rol. Het bedrijf nam verantwoordelijkheid voor tal van maatschappelijke waarden, zoals cultuur, gezondheid en onderwijs. Dit vanuit de gedachte dat wat goed is voor de mensen, goed is voor Philips.

De afgelopen twee decennia droegen veel boerenbedrijven bij aan de biodiversiteit en de beleefbaarheid van het landschap door bijvoorbeeld weidevogelbeheer, natuurlijke oevers en klompenpaden te realiseren. Op de Veluwe en in Noord-Limburg beheert recreatiebedrijf RGV een aantal groene recreatieter-reinen gericht op het optimaal en duurzaam benutten van de verdiencapaciteit van de omgeving. In heel Nederland profi leren landgoedbedrijven zich als maatschappelijke ondernemingen die vanuit de integratie van ruimtelijke en economische functies duurzaam waarde creëren (zie ook pagina 3-6).

Een aantal ondernemers gaat verder en neemt zelf het initiatief om een gebiedsopgave aan te pakken. Een voorbeeld is de gebiedsontwikkeling ‘Waterdunen’ in West-Zeeuws-Vlaanderen. Recreatiebedrijf Molecaten en Het Zeeuwse Landschap

9

versterken hier de recreatieve waarde en economie van het gebied door ook hoogwaardige natuur en versterking van de kuststrook te realiseren.

Een nieuw soort sturingDeze ontwikkelingen vallen samen met een veranderende sturingsfi losofi e bij de overheid. Die komt deels voort uit fi nanciële noodzaak, maar wordt ook ingegeven door een zich sterk ontwikkelend burgerschap. De overheid moet de komende jaren forse stappen terug zetten als het gaat om de fi nanciering van de zorg, het onderwijs, de sociale zekerheid,het cultuurgoed en de fysieke leefomgeving. Zij doet daarom een beroep op de private sector om een deel van die maat-schappelijke verantwoordelijkheid op zich te nemen. Het wis-selgeld is meer ontwikkelruimte voor de bedrijven.

Deze tendens zien we terug in de vernieuwing van het omgevingsrecht. Tot dusver was de wetgeving versnipperd over een groot aantal sectorale onderwerpen zoals natuur, ruimtelijke ordening, water en milieu. Elke activiteit werd afzonderlijk getoetst op het voldoen aan de sectorale normen. Het woud aan wetten en regels maakte het initiëren van integrale ontwikke-lingen tijdrovend en lastig.

De nieuwe Omgevingswet gaat hier verandering in brengen.De wet bundelt een groot aantal bestaande ruimtelijke en milieu-wetten om zo een eenvoudiger en effectiever juridisch kader te creëren. Dit moet de maatschappelijke kosten van projecten drastisch verlagen, de gewenste ontwikkelingen versnellen en de duurzaamheid van de resultaten vergroten. De Crisis- en Herstel-wet en het traject ‘Sneller en Beter’ liepen daar al op vooruit.

Behalve voor bundeling en versimpeling zorgt de nieuwe wet ook voor een meer gebiedsgerichte aanpak. Het accent verschuift naar toetsing van het totaal aan activiteiten binnen een gebied. Er ontstaat een nieuwe vorm van sturing, gericht op gewenste effecten in plaats van ongewenste activiteiten. Daarvoor wordt een beroep gedaan op de gezamenlijke ver-antwoordelijkheid van ondernemers, burgers en overheden. Wie zijn verantwoordelijkheid neemt, zal een behulpzameoverheid aan z’n zijde vinden, maar ook een overheid die er strak op toeziet dat afspraken worden nageleefd.

Wellness resort Thermen Bussloo verzilvert de waarde van de groene omgeving op het Veluwse recreatieterrein Bussloo. Voor het verdienmodel voor dit

terrein zie het interview met Erik Droogh van recreatiebedrijf RGV op pagina 6.

Page 6: Wing werkt! 2013/1

10

Win

g w

erkt

!

Gebiedsontwikkeling nieuwe stijlDe ontwikkelingen rond het omgevingsrecht en een meer om-gevingsbewuste attitude van ondernemers versterken elkaar als het gaat om gebiedsopgaven. Private initiatiefnemerskrijgen meer ruimte, maar ook meer verantwoordelijkheid.Het besef dringt door dat de continuïteit van een bedrijf ge-worteld kan zijn in het helpen in stand houden van de omge-vingskwaliteit. Dus ín het gebied en mét de betrokken gebied-spartners. Gebaseerd op vertrouwen en op het creëren van ‘shared values’.

Wij denken dat dit de gebiedsontwikkeling van de toekomst is. Waar gebiedsprocessen tot dusver vooral geïnitieerd en geregisseerd werden door de overheid, zien wij die overheid nu een stap terug doen en het initiatief aan private partijen in het gebied overlaten. Die hebben daar tenslotte een belang. Natuurlijk stelt de overheid vooraf de kaders vast waarbinnen de gebiedspartners kunnen manoeuvreren. Burgers, bedrijven

en maatschappelijke organisaties sluiten vervolgens een deal over het realiseren van de gebiedsdoelen én over de ontwik-kelruimte die de betrokken ondernemers wordt gegund (zie ook intermezzo ‘Ontwikkelruimte moet je verdienen’). De overheid faciliteert en certifi ceert de deals en ziet toe op naleving ervan.

Rechtvaardigheid op de meentWat nog ingewikkeld is, is de borging van het ‘level playing fi eld’ en het individuele belang. Bijvoorbeeld in het geval van het innovatieve bedrijf dat de afgelopen jaren stevig investeerde in het terugdringen van z’n uitstoot, maar dit effect op gebieds-niveau teniet ziet gedaan door minder welwillende buren.Of de burger die als neveneffect van een Green Deal tussen de naburige luchthaven en milieu- en natuurorganisaties voort-aan ook ’s ochtends vroeg en in het weekend vliegtuigen laag over zich heen krijgt.

Als straks een gebiedsproces integraal op z’n effecten wordt beoordeeld en de overlast of inspanningen van een enkeling niet meer tellen, wie bewaakt dan dat de besluitvorming ook in individuele gevallen eerlijk uitpakt? Weliswaar garandeert de wet- en regelgeving voor iedereen een leefomgevingskwa-liteit die in de basis op orde is, maar bedrijven kunnen daar-bovenop nog weldegelijk overlast veroorzaken. Dit kan voor een enkeling nadelig uitpakken. Aan de overheid de uitdaging om te blijven zorgen dat de diverse belangen rechtvaardig worden afgewogen.

Win

g w

erkt

!

11

Het nieuwe zakendoenGebiedsontwikkeling nieuwe stijl vraagt van ondernemerseen businessmodel dat de kwaliteit van de leefomgeving integraal meeneemt in het primaire productieproces.Het gaat daarbij om zowel het fysieke domein (milieu, natuur, landschap, recreatievoorzieningen etc.) als de sociale om-geving (arbeidsparticipatie, gezondheid, cultuur etc.).Hierbij hoort een nieuwe manier van zakendoen: relaties opbouwen, elkaar wat gunnen en medeverantwoordelijkheid

THEMA ONDERNEMEN MET DE OMGEVING

Ontwikkelruimte moet je verdienen

Provincie Brabant en de organisaties uit de landbouw-, natuur- en milieusector hebben begin 2013 in het Brabant-beraad afspraken gemaakt over de richting van de ontwik-keling van de intensieve veehouderij in de provincie.Centraal in deze afspraken staat het motto ‘ontwikkelruimte moet je verdienen’. Bedrijven kunnen dit doen door extra inspanningen te leveren op het gebied van dierenwelzijn, volksgezondheid en zorg voor de fysieke omgeving. Deze extra inspanningen moeten een bijdrage leverenaan de ambities voor het gebied, vastgelegd in een zoge-noemd ‘gebiedsprofi el’. Dit profi el wordt op gemeentelijk niveau ingevuld en wordt waarschijnlijk onderdeel van het bestemmingsplan buitengebied. Zo zoeken burgers, boeren en overheden naar nieuwe vormen en werkwijzen om bedrijfsontwikkeling en gebiedsontwikkeling metelkaar te verbinden.

Sectorale sturing

Normen per emissie per bedrijf

Gebiedsgerichte sturing

nemen voor elkaars toekomst. Dat klinkt modern, maar past in een lange traditie, zoals bij Philips in Eindhoven en nunog steeds bij het moderne landgoedbedrijf.

Info: Joost TersteegT 0317 – 46 52 06E [email protected]

Mario BakkerDCMR Milieudienst Rijnmond

“Samen met het Havenbedrijf Rotter-dam werkt de DCMR aan de ontwik-keling van een Milieu-informatie Management (MiM) programma voor het Rotterdamse havengebied. Wing ondersteunt ons daarbij. Voor de DCMR, als bewaker van de milieuk-waliteit in het gebied, is het MiM van groot belang om te kunnen sturen op ontwikkelingen. We zitten hier in een complex gebied met stevige ambities. Om deze ambities in ruimtelijk-economische zin te verwezenlijken is ook milieuruimte nodig om te voorkomen dat er haperingen in ontwikkeling van het gebied ontstaan. Momenteel hebben we onvoldoende inzicht in de knoppen waar we aan kunnen draaien. Dan loop je het risico dat het gebied op slot gaat.

De ontwikkeling van MiM is complex, mede doordat het omgevingsrecht nog volop in ontwikkeling is. Je weet nog niet precies waar je op aan moet sluiten. Wat helpt is dat we op landelijk niveau steun vinden om voor dit dynamische gebied vernieuwend instrumentarium te ontwikkelen.Het zou mooi zijn als MiM op termijn ook bruikbaar isvoor andere gebieden.”

Page 7: Wing werkt! 2013/1

Win

g w

erkt

!

12

Win

g w

erkt

!

Waal, Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Den Helder en Roermond verkennen we gebiedsgerichte toepassingen van meerlaagsveiligheid. Dit levert vervolgens ook generieke aan-bevelingen op voor de Deltabeslissingen.

Wing-aanpakMet interactief ontwerpend onderzoek brengen we in de proef-tuinen kennis en ervaring bij elkaar rond water, ruimte en veilig-heid. De kans op een overstroming is klein, de gevolgen van een overstroming zijn heel groot. Nu en in de toekomst hebben we de mogelijkheid om maatregelen te nemen die minder schade en slachtoffers tot gevolg hebben en de wederopbouw na een ramp eenvoudiger maken. Wat zijn verstandige plekken voor een ziekenhuis, voor de elektriciteitscentrale, voor grote woningbouw-locaties? Is de infrastructuur toereikend voor evacuatie, en zijn er hoge plekken voor noodopvang en voorzieningen?

Het concept meerlaagsveiligheid is nog geen gemeengoeden veel kennis moet in en met de praktijk ontwikkeld worden. De resultaten van de proeftuinen zijn van belang bij beleids-vorming voor waterveiligheid, ruimtelijke ontwikkeling en rampen-beheersing. Goede samenwerking tussen partijen uit deze beleidsvelden blijkt veel meerwaarde te hebben. De resultaten van de proeftuinen kunnen ook worden benut als voorbeeld in andere gebieden.

Meer informatie: tinyurl.com/proeftuinen

Het Deltaprogramma werkt aan waterveiligheid en een klimaat-robuuste ruimtelijke ontwikkeling. Het voorkomen van een over-stroming door sterke dijken en duinen staat daarbij voorop. Maar een overstroming is nooit helemaal uit te sluiten.Bij meerlaagsveiligheid krijgt niet alleen preventie van overstro-mingen aandacht (laag 1), maar ook de beperking van mogelijke schade en slachtoffers door een verstandige ruimtelijke inrichting (laag 2) en rampenbeheersing (laag 3).

Vraag van de opdrachtgeverIn opdracht van het Delta-deelprogramma Nieuwbouw enHerstructurering organiseert Wing vijf proeftuinen meerlaags-veiligheid. In Walcheren en Zuid-Beveland, West Maas en

Ontwerpend onderzoekProeftuinen meerlaagsveiligheid water februari – juni 2013

Win

g w

erkt

!W

ing

wer

kt!

Win

g w

erkt

!

Werkend en wonend in het veelbezongen Brabantse land breng ik heel wat tijd door met het thema ‘boeren met de buren’. Deze lekker bekkende kreet betekent zoveel als dat agrarische ondernemers in hun bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling rekening houden met de wensenen behoeften van de omwonenden. Nu ben ik wel geen boer, maar ik doe zelf ook wel eens wat in en rondomhet huis. En dan ontdek je al snel dat het ook bij kleine aanpassingen voor iedereen plezierig is als je eerst met de buren overlegt.

Namens HAS Hogeschool heb ik samen met Wing gewerkt aan het advies ‘Boeren in een schone om-geving’. De provincie Noord-Brabant vroeg ons een

nieuwe procesaanpak te ontwik-kelen voor het verminderen van de uitstoot van geur, fi jnstof, ziektekiemen en ammoniak.De afgelopen decennia is een uitgebreid wettelijk systeem ingevoerd om de uitstoot van in-dividuele bedrijven te reguleren. Maar door opeenstapeling van milieubelasting van meerdere bedrijven in een gebied ontstaan toch nog vaak overlast en zorgen. Hoe zou je dat nu kunnen voor-komen? In onze verkenning merkten we al snel dat klein-schalige groepsgesprekken

met belanghebbenden bijzonder veel interessante brokjes informatie opleveren. Ze kunnen een bijzonder krachtig instrument zijn in het creëren van de noodzakelijke oplossingsruimte.In samenspraak met omwonenden kunnen agrariërs zo tot maatregelen komen die verder gaan dan de verplichte regels van een gemeente of provincie. Deze benadering kan meer opleveren voor het milieu en tegelijk het draag-vlak voor de veehouderij ten goede komen.Centraal in onze voorgestelde procesaanpak staat het gebiedsprofi el, dat onder verantwoordelijkheidvan gemeenten wordt opgesteld door boeren en buren.Zo’n profi el omvat een beschrijving van landschappelijke karakteristieken, kwaliteiten, ontwikkelingen en ambities in het gebied. Bedrijven mogen ontwikkelen op voorwaarde dat zij daarmee een bijdrage leveren aan het versterken van het gebiedsprofi el.

In mijn optiek is de kracht van het werken met een gebiedsprofi el dat álle nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen. Of het nu gaat om bedrijvigheid, woningbouw of recreatie. Ook noodzaakt het werken met een gebieds-profi el de belanghebbenden om vanaf het allereerste begin van de planfase goed samen te werken. Daarmee kun je veel ellende in de uitvoeringsfase voorkomen. Geen twijfel dat het thema ‘boeren met de buren’ volgende week weer ter sprake komt in een gastcollege voor studenten of een inleiding buiten de HAS Hoge-school. Ik heb mezelf al voorgenomen om het woordje ‘tijdig’ een plek te geven.

Boer tijdig met de buren

Col

umn

Han SwinkelsLector duurzame veehouderijketens HAS Hogeschool

Zelfstandig consultant, HS Consultancy

13

IMPRESSIES

Page 8: Wing werkt! 2013/1

Win

g w

erkt

!

Win

g w

erkt

!

1514

De Staat en gemeente Rotterdam zijn de aandeelhouders van Havenbedrijf Rotterdam. Welke opdracht geven zij jullie mee?Als Havenbedrijf beheren en exploiteren wij het haven- en in-dustrieel complex van Rotterdam. Sinds onze verzelfstandiging in 2004 zijn we eigenlijk een publieke onderneming met private mogelijkheden. We hebben de opdracht om de haven optimaal te ontwikkelen, dat wil zeggen met zowel een commercieel be-lang als met zorg voor de omgeving. Het geld verdienen we door havengelden te innen en bedrijven te vestigen. De winst investeren we grotendeels terug in de haven.

Wat is de ambitie van Mainport Rotterdam?In de Havenvisie 2030 hebben we de stip op de horizon gezet.De Rotterdamse haven functioneert als ‘global hub’ en ‘Europe’s industrial cluster’. In die takken van sport willen we groeien en excelleren. Maatschappelijk ondernemen is daarbij een abso-lute voorwaarde om onze license to operate en license to grow te behouden. De haven moet zich ontwikkelen in balans metde leefomgeving. Dan heb je het over onderwerpen als bijvoor-beeld energie en CO2, luchtkwaliteit, geluid en geurhinder.

Hoe krijgt maatschappelijk ondernemen concreet invulling?In de eerste plaats vervullen wij een voorbeeldfunctie door onze eigen bedrijfsvoering continu te verduurzamen. In de tweede plaats gaat het om onze klanten in het haven- en industrieel complex. Bij nieuwe vestigingsaanvragen stellen we steedshogere eisen en selecteren we steeds scherper op duurzaam-heid. Bijvoorbeeld in het geval van een nieuwe olieterminal.We kijken zowel naar de terminal zelf als naar de schependie worden gebruikt. Wat zijn de emissiekarakteristieken?Is er goede dampverwerking? Wordt de stank goed tegenge-gaan? Bij bestaande klanten proberen we haakjes te vinden

om hen tot verduurzaming aan te moedigen. Een voorbeeld is het stoompijpproject in de Botlek waar we samen met de be-drijven voor elkaar hebben gekregen dat overtollige stoom van het ene bedrijf wordt geleverd aan het andere bedrijf. Het derde spoor gaat over de keten van de havengerelateerde processen. Welke verantwoordelijkheid neem je daarin? Bijvoorbeeld in de zeescheepvaart liggen grote kansen voor verduurzaming. Om dat te stimuleren, hebben wij de Environmental Ship Index ontwikkeld. Schepen die goed scoren, belonen we met korting op het havengeld. De ESI wordt nu ook door andere havens gebruikt. Zo zoeken we steeds naar mogelijkheden om onze invloed op verduurzaming van de keten te vergroten.Ondertussen steken we veel energie in de dialoog en samen-werking met de gemeenten die tegen de haven aangeplakt zitten. Vooral op gebied van bereikbaarheid, luchtkwaliteiten hinder door geluid en stank werken we samen aan maat-regelen om de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren.

Wat betekent het streven naar duurzaamheidvoor je concurrentiekracht? Daar zit een fl ink spanningsveld. Het langetermijnverhaal is dat bedrijven nú moeten investeren in energie-effi ciency en schone technologie om ook later nog concurrerend te kunnen zijn.Maar uiteindelijk leven we in het hier en nu en is de business-case voor bovenwettelijke duurzame maatregelen vaak nog negatief. Als wij tegen de klant zeggen dat het schoner moet, dan kijkt die klant of hij in Antwerpen of Houston of Singapore goedkoper terecht kan. Het moet dus wel concurrerend blijven. De vraag is steeds: hoever kun je voor de muziek uitlopen?Op zich levert dat een gezonde discussie. Mijn stellige indruk is wel dat de markt meer wil en kan dan wij zelf soms beseffen. We moeten niet bang zijn om stevige eisen op tafel te leggen. ’t Is al te makkelijk voor bedrijven om te zeggen dat ze aan alle voorwaarden voldoen en dat er niet nog een schepje bovenop kan.

Waar heb je wind mee? Waar zit het tegen?De wereld om ons heen is ongeloofl ijk in beweging. Kijk naar het Rotterdam Climate Initiative waar we met de DCMR,

INTERVIEW

Peter Mollema (1964) studeerde civiele techniek aan de TU Delft. Sinds 1994 is hij werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam, momenteel als directeur Environmental Management.

Wing interviewt Peter Mollema

Mainport Rotterdam: groeien in balans met de omgevinghet bedrijfsleven en de gemeente Rotterdam gezamenlijk een ambitie hebben neergelegd voor een forse CO2-reductie. We hebben mooie plannen gemaakt voor energie-effi ciency, hernieuwbare energie en CO2-opslag. Maar ondertussen is het speelveld enorm veranderd. De CO2-prijs is gekelderd, Brussel weigert om het emissiehandelsysteem weer in de benen te helpen en in de VS is schaliegas in opkomst. Het fossiele tijdperk lijktmet ettelijke decennia te worden verlengd. Dus waar de transitie naar een biobased economy no regret leek omdat de olie op-raakte, resteert voorlopig alleen het milieu-argument. En CO2-opslag dreigt onbetaalbaar te worden. Dat maakt het er voor ons niet makkelijker op. Een hele positieve ontwikkeling is de opkomst van LNG als re-latief schone brandstof voor de binnenvaart en straks ook voor het wegtransport en de zeescheepvaart. Een binnenvaartschip-per kan zijn omschakeling binnen vijf jaar terugverdienen. Met zo’n businesscase zie je dat verduurzaming gaat als een raket. De LNG-terminal in ons havencomplex is dus van groot belang.

Wing ondersteunt het Havenbedrijf en de DCMR met de ont-wikkeling van een Milieu-informatie Managementsysteem. Wat is het belang van MiM voor de toekomst van de haven?Goede milieu-informatie is cruciaal om binnen de milieugrenzen de bedrijvigheid te optimaliseren. Dat gaat over fi jnstof en stikstof, bodem en grondwater, geluid en externe veiligheid.Het MiM zal actuele, kwaliteitsgeborgde data bevatten en tevens modellen die ons in staat stellen om toekomstscenario’s door te rekenen. Met scenario’s breng je op gebiedsniveaude ruimte voor ontwikkeling van bedrijvigheid in kaart. Uitein-delijk streven we er naar om, via de nieuwe Omgevingswet, niet langer bij elke nieuwe klant een MER te hoeven makenen ellenlange nb-wet procedures te volgen, want je hebt de mogelijkheden voor het totale gebied immers al in kaart gebracht en aan de wet getoetst. Deze gebiedsgerichte benadering willen wij daarom laten landen in de Omgevingswet.Op deze manier bereiden we de haven voor op meerderetoekomsten. Alleen zo kun je fl exibel inspelen op de vraagnaar vestigingsruimte en tegelijk de leefomgeving verbeteren.

‘Wij wisten ook niet wat we deden, tot we ontdekten wat we deden,

en het ons beviel’

Page 9: Wing werkt! 2013/1

Win

g w

erkt

!

Win

g w

erkt

!

1716

IMPRESSIES

Wing-aanpakOm inzicht te krijgen in de belangrijkste drijfveren hield Wing eenenquête onder jagers en grondgebruikers. Dit leverde maar liefst500 reacties op. Het onderzoek laat zien dat jagers zeer gemoti-veerd zijn om zich in te zetten voor schadebestrijding. Eén van de belangrijkste drijfveren is de goede relatie met de grondgebruiker die de jagers een sterk verantwoordelijkheidsgevoel geeft voor de schadebestrijding. Zowel de jagers als de grondgebruikers vinden het wenselijk om de schadebestrijding effectiever te orga-niseren door meer planmatig en gecoördineerd te werk te gaan.

Meer informatie: Wing.nl/nieuws

28 case studies die wereldwijd plaatsvinden. Het project wordt gefinancierd door de Europese Commissie.

De rol van Wing in OpenNESS is het geven van strategisch en methodisch advies bij het betrekken van stakeholders en bij het synthetiseren en uitwisselen van de resultaten.Wat betreft het stakeholder management gaat het zowel om de individuele case studies als om de institutionele partijen die straks de aanbevelingen van OpenNESS willen imple-menteren. Onze kennis van omgevingsgericht ondernemen en het faciliteren van processen komt hierbij goed van pas.

Meer informatie: Openness-project.eu

De schade aan landbouwgewassen door beschermde dier-soorten vormt een steeds grotere kostenpost. Jagers helpen de grondgebruikers (voornamelijk agrariërs) om de dieren teverjagen. De toenemende aantallen van schadeveroorzakende soorten, zoals ganzen, vereisen steeds meer inzet van de jager. Dit roept de vraag op of het systeem van vrijwillige schadebestrijding toekomstbestendig is.

Vraag van de opdrachtgeverHet Faunafonds vroeg Wing onderzoek te doen naar dedrijfveren en motivatie van jagers en grondgebruikers inrelatie tot de effectiviteit van beheer en schadebestrijding.

Vanaf begin 2013 neemt Wing deel aan het EU-project OpenNESS, samen met 34 andere Europese onderzoeks-instellingen en bedrijven. In maart was de kick-off in Helsinki. Het project loopt tot begin 2017.

In OpenNESS werken wetenschap en praktijk aan een uitvoeringskader voor ecosysteemdiensten en natuurlijke hulpbronnen. Uit heel Europa zijn onderzoekers betrokkenbij het operationeel maken van wetenschappelijke kennis over ecosysteemdiensten. Praktijkkennis wordt ingebracht vanuit

Onderzoek met enquêteSchadebestrijding door jagers

OpenNESS: Ecosysteemdiensten in EuropaWing verlegt z’n grenzen!

september 2012 – maart 2013

Toen visserij, natuur en overheid in 2011 afsprakenmaakten over visserijmaatregelen in de beschermdegebieden in de Noordzee (VIBEG) bleek voor de Vlaktevan de Raan te weinig kennis beschikbaar om maat-regelen vast te stellen.

Vraag van de opdrachtgeverDe regiegroep VIBEG gaf opdracht kennis te verzamelen over het Natura 2000-gebied en een advies uit te brengen over visserijmaatregelen. Wing adviseerde voor dit doelde methode van Joint Fact Finding. Daar waren eerderin het landelijk gebied goede ervaringen mee opgedaan.

Joint Fact FindingVisserij op de Vlakte van de Raan 2011 – 2013

WING ACTUEEL

Wing-aanpakWing begeleidde de partijen om samen de kennis enervaring over het gebied te bundelen. Uitgangspuntwas gebiedskennis en niet de persoonlijke standpunten.De resultaten vormden de basis voor een gedragen advies met voorstellen voor visserijmaatregelen die de komende twaalf jaar op de Vlakte van de Raan van toepassing zullen zijn. Daarnaast leerden de partijen elkaar beter kennen. De vissers willen de samenwerking in de Joint Fact Finding werkgroep graag voortzetten. Gezien het opgebouwde ver-trouwen ligt het voor de hand dit platform te benutten voor de verdere begeleiding van het maatregelentraject.

Meer informatie: Wing.nl/jointfactfinding

IMPRESSIES

Johan Baaij, visser op de TH-10 ‘Mijn idee is dat we niet verder in de loopgraven

gedoken zijn, maar echt samen op zoek warennaar de best werkbare situatie.’

Peter Heslenfeld (Rijkswaterstaat),projectleider beheerplan Vlakte van de Raan

‘De grootste drempel is in het projectzelf al genomen. Een dergelijk proceszouden we rond meer Natura 2000-

gebieden wel willen zien.’

Noordzeevisserij in boeiende transitie naar duurzaamheid

Page 10: Wing werkt! 2013/1

Win

g w

erkt

!

Win

g w

erkt

!

Wing begeleidt en ontwerpt processen in de groene ruimte. Zij brengt partijen bij elkaar en verbindt de verschillende belangen. Met creativiteit en kennis van zaken werktWing aan een inspirerend resultaat.

De mensen van Wing combineren passie voor processen met veel ervaring op het gebied van de groene ruimte. Zij spreken de taal van praktijk,

beleid, ontwerp en onderzoek. Een aantrekkelijk profiel, zo blijkt, met name bij complexe en strategische vraagstukken waar partijen er zonder onafhankelijke begeleiding niet goed uit komen.

Wing heeft een eigen stijl en expertise. De procesbegeleiders brengen vertrouwen en commitment in processen. Samen met betrok-kenen zoeken zij naar nieuwe manieren om op-gaven aan te pakken en oplossingen te vinden.

18

Wing werkt! is een uitgave van Wing, Wageningen Vijfde jaargang, uitgave 1, juni 2013, ISSN 2214-1154

Hoofdredactie Suzan Klein Gebbink

Concept, eindredactie en vormgeving Communicatiebureau De Heer & Co., in samen-werking met ontwerpbureau De Graaf & Partners

Met tekstbijdragen van Dorien Brunt, Mireille de Heer, Céline Hoon, Suzan Klein Gebbink, Anne Kruft, Harm Luisman, Henk Smit, Wouter Jan Strietman, Han Swinkels, Charlot Teng, Joost Tersteeg

BeeldMargriet Hoffmans/HAS Hogeschool (13), Nederlands Visbureau (16), Sander de Knegt/Schetsontwerp (12), Astrid Kuboshima (3), David Rozing/Hollandse Hoogte (1), Siebe Swart/Hollandse Hoogte (3-6), Barbra Verbij (15), Irene Vijfvinkel (2, 18, 20)

Drukwerk Digigrafi, Veenendaal

Met dank aan Mario Bakker, Liesbeth Cremers, Eric Droogh, Peter Mollema

Oplage1300

Overname artikelen Artikelen mogen alleen worden overgenomen met toestemming van Wing en met bronvermelding

Reacties, abonnementen en adreswijzigingenWingHollandseweg 7E

6706 KN Wageningen 0317 – 46 52 00 [email protected] www.wing.nl

Wing sluit Groengarantie afDit jaar sluiten Wing en biologische melkveehouder Lodewijk Pool uit het Wageningse Binnenveld een van de eerste Groen-garantie contracten af. Pool ontvangt de komende 10 jaar een financiële vergoeding van Wing voor het arbeidsintensieve onderhoud van zijn streekeigen, gepotdekselde stallen. Wing stelt zo een stukje van het authentieke karakter van haar eigen ‘achtertuin’ zeker. Groengarantie kan ook in andere situaties ge-bruikt worden om zakelijke afspraken te maken over de (groene) omgeving. Interesse? Kijk dan op Groengarantie.nl.

Papier vanverantwoorde herkomst

C016391

Wouter Jan StrietmanSinds februari versterkt Wouter Jan Strietman het team van Wing. Na zijn studie economische geografie werkte hij bij het LEI, Stichting De Noordzee en IVN aan beheervraagstukken op zee, duurzame visserij en publieksparticipatie. In zijn vrije tijd combineert hij zijn passie voor de zee en fotografie in onderzoek naar bruinvissen in de Oosterschelde.

Inspringtheater houdt Waddenvissers spiegel voor

WING ACTUEEL

Het Inspringtheater maakte voor Wing het stuk ‘Vissers met Lef’ over het imago van de visserij. Waddenvissers konden inspringen en laten zien hoe zij het anders zouden doen.

Verder dan praten,

het gaat over dóen Prikkelen om te tonenhoe het anders kan

Waddenvissers springen in en gaan op het podium in gesprek met overheid, recreanten en collega vissers

‘Vissers met Lef’ is ontwikkeld door Wing en het Inspringtheater voor het Uitvoeringsprogramma Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee, in samenwerking met Marije Siemensma van Marine Science & Communication.

Page 11: Wing werkt! 2013/1

Win

g w

erkt

!

Wing bij het kunstwerk ‘Beweging in de ruimte’ van Piet Killaars. Het beeld staat bij het Centre for Development Innovation (CDI), voorheen Internationaal Agrarisch Centrum (IAC), in Wageningen.

In ‘Beweging in de ruimte’ werken alle bouwstenen eensgezind mee aan de beweging. Wanordelijk en massief lijken ze elkaar te verdringen, totdat uit de chaos steen na steen de zwaartekracht overwint. Deze energie zien we terug bij ondernemers, overheden en burgers die steeds meer als gelijkwaardige ‘buren’ samenwerken. Steen voor steen versterken zij hun eigen leefomgeving.

Eerste rij v.l.n.r.: Joost Tersteeg, Dorien Brunt, Wouter Jan Strietman, Niels GeelhoedTweede rij v.l.n.r.: Willeke Huijer, Jannemarie de Jonge, Charlot Teng, Mark WilmotDiagonaal: Suzan Klein Gebbink, Ingrid Versteegen, Rianne Knoot, Henk Smit, Anne Kruft, Ronald Lanters, Céline Hoon, Harm Luisman, Ellen Zwartkruis. Niet op de foto: Simone Mink

Beweging in de ruimte