Wim Zonjee - Inzicht

38
.'·. Vingers wijzend naar de n1aan

Transcript of Wim Zonjee - Inzicht

.+-'·.

Vingers wijzend naar de n1aan

Inzicht

Inzicht Vingers wijzend naar de maan

samsara

© Samsara Uitgeverij bv 2005 Samenstelling: Wim Zonjee Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met het tijdschrift InZicht naar aanleiding van hun eerste lustrum. Omslagontwerp: InZicht Lay-out: Studio 28, Hillegom ISBN: 90-77228-21-7 I NUR 728

Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder schrifte­lijke toestemming van: Samsara Uitgeverij bv, Herengracht 341, 1016 AZ Amsterdam

Inhoud

Voorwoord Ramesh S. Balsekar Alexander Smit & Wolter A. Keers Catherine Ingram Shri Nisargadatta Maharaj RoyWhenary Steven Harrison Douwe Tiemersma Wolter A. Keers Anthony de Mello Jan van Delden Joan Tollifson Tony Parsons Leo Hartong Ram Tzu Alexander Smit Chuck Hillig Francis Lucille Philip Renard Ramesh S. Balsekar Wie, wat en waar

7

10

12

15

18

22

25

27

29

34

37

40

43

46

50

53

56

59

62

65

68

ltóorwoord

"\VJoorden als 'spiritualiteit' en 'mystiek' hebben nog­W al wat betekenissen. Onlangs werd in een popu­

laire tv-reeks de belangstelling voor spiritualiteit gemeten aan het geloof in waarzeggers, kaartleggers, handlezers en dergelijke. Het woord 'mystiek' is zo mogelijk nog ver­warrender. Als je in een boekwinkel gaat zoeken op de plank van 'mystiek', kun je er naast een boek over pende­len ook een werk aantreffen over de preken van Meester Eckhart.

Douglas Harding, die aan de oorsprong van het tijd­schrift 'Zien' en daardoor ook een beetje van zijn op­volger 'InZicht' lag, wees al op deze verwarring. Hij onderscheidde drie totaal verschillende betekenissen van het woord 'mystiek'. Betekenissen die vaak door elkaar worden gebruikt.

Er is de categorie 'populaire mystiek', of'spiritualiteit', die staat voor alles wat mysterieus, wonderbaarlijk en on­verklaarbaar is, met name paranormale verschijnselen en allerlei occulte praktijken horen hier thuis. Dan is er de mystiek als ervaring van een bepaalde toestand of kwa­liteit. De mysticus voelt een verbondenheid met God of

7

met het Al, of hij ervaart een diep gevoel van liefde of geluk. Voor deze mystieke ervaring heeft de ene mens blijkbaar meer begaafdheid dan de andere. Bovendien is de ervaring, hoe waardevol ze ook is, meestal kortston­dig en moeilijk te continueren. Deze ervaring varieert in intensiteit van moment tot moment, en van mysticus tot mysticus.

Dan is er nog een derde betekenis die Harding 'bevrij­dende mystiek' noemt en waar de schrijvers uit dit boek over spreken. Ze hebben het niet over 'wonderbaarlijke gebeurtenissen' of 'diepe gevoelens van verbondenheid.' "Waarheid kan nooit binnen een vorm gevonden worden" zegt Wolter Keers. Niet in het diepste gevoel, noch in de scherpste gedachte. Hier keert de pijl van aandacht zich om en ziet wie, of wat, het ik écht is. Hier ligt de aandacht niet langer op dingen die gebeuren. Niet op 'goede' dingen, zoals verbondenheid en liefde, en niet op 'slechte' dingen, zoals oorlog en haat. De aandacht wordt gericht op de Leegte, de Ruimte waarin deze dingen ko­men en gaan. Dit is het 'tijdloze Zien.' Het is niet wat mij in een bijzonder moment overkomt, maar het is 'dat wat er altijd is.' Het onderscheidt mij niet van andere mensen, maar toont de gemeenschappelijke Bron die ik, paradoxaal genoeg, óók ben.

Het zal de auteurs uit dit boekje wellicht een zorg zijn of hun werk 'mystiek' of 'spiritueel' genoemd wordt. Mis­schien noemen ze het wel 'a-spiritueel' of zelfs 'anti-mys­tiek' (want niet 'verborgen'). Alleen: het feit dat niet al­leen op de boekenplank, maar ook in allerlei publicaties deze totaal verschillende betekenissen - die op zich elk hun waarde kunnen hebben - zo door elkaar gebruike worden, laat vermoeden dat het ene niet zonder het an­dere kan. Alsof je eerst in astrologie of reïncarnatie moet

geloven om te zien 'wie je echt bent!' Of dat je moet blij­ven wachten op en streven naar die 'ultieme mystieke er­varing!'

Hiermee is dan ook aangegeven wat de zin kan zijn van een tijdschrift als 'InZicht', dat zich voornamelijk bezig houdt met de derde visie op het begrip 'mystiek', n.l. de 'bevrijdende mystiek' en dat met dit boekje zijn eerste lustrum viert, en ook van een uitgeverij als Samsara, die de teksten bijeenbracht.

RafPype Hoofdredacteur van het tijdschrift InZicht

9

Ramesh S. Balsekar

Concepten

A Ues is een concept. Dat mag je nooit vergeten. Alles .1"\.is een concept, dus wees niet bang om concepten te gebruiken. Concepten zijn nodig. Ramana Maharshi heeft dat schitterend verwoord. Hij zei: 'Een concept ge­bruik je als een doorn om een andere doorn, die in je voet zit, te verwijderen. Als dat gebeurd is, gooi je beide doornen weg.' Dan ben je vrij van concepten. Maar als je één concept meedraagt, heb je er een heleboel die de waarheid aan het oog onttrekken. Dus voel je vrij om je van concepten te bedienen. Maar als je ze eenmaal hebt gebruikt, gooi je ze weer weg.

Het proces van het denken oorneemt je het zicht op onderling afhankelijke tegendelen. Het denken neigt meestal naar het één of het ander. Vandaar dat de com­plementaire aard van de meeste dingen niet wordt gezien. Een concept kan op twee manieren worden geïnterpre­teerd.

Twee novicen waren hartstochtelijke rokers en ze von­den in meditatie zitten erg moeilijk. Toen ze het er met

10

elkaar over hadden en geen oplossing vonden, besloten tt raad te vragen aan hun respectieve meerderen. De vol­gende dag kwamen ze weer bij elkaar om de uitkomst te horen. Nummer een zei: 'Nou, ik heb het mijn meer­dere gevraagd en hij was erg boos dat ik die vraag zelfs maar durfde te srdlen.' Monnik nummer twee zei: 'Daar kijk ik van op. Ik heb mijn meerdere gevraagd of ik kon bidden tijdens het roken en hij zei: 'Zeker, mijn zoon.'

Vervolgens vroeg hij aan nummer een: 'War heb jij dan gevraagd?' En hij antwoordde: 'Ik heb gevraagd of ik mocht roken tijdens het bidden.'

11

Alexander Smit

& Wolter A. Keers

Hoofd noch hart kan begrijpen wat we wezenlijk zijn. Waarheid kan nooit binnen een vorm gevonden

worden, of het nu een fysieke, intellectuele of emotionele vorm betreft.

Noch kan waarheid gevonden worden in ideeën van vormloosheid, omdat die ideeën niets anders zijn dan subtielere vormen.

Het lichaam, dat eigenlijk een waarneming is, is zonder twijfel een voorbijgaand verschijnsel. Wanneer wij ons lichaam beschouwen of ervaren, bezien we eigenlijk het denkbeeld dat we van ons lichaam hebben. Dat denk­beeld probeert: ons te verhalen dat we vijfentwintig, vijftig of vijfenzeventig jaar oud zijn. Het lichaam is echter geen denkbeeld in die zin. Het is een momentopname van een waarnemingsfr agment dat wij, via de kunstgreep van het geheugen, op een tevoren aangebracht beeld plakken.

Over het algemeen heeft onze ervaring betrekking op een klein deel van het lichaam: de voeten op de grond of jeuk op het hoofd. Of wanneer we ziek zijn, dwingt de aandacht ons naar de waargenomen onaangenaamhe­den en Diin. Ook al noemen wij die dingen 'ik' en 'mijn'

12

lichaam, het zijn in feite pijlsnelle waarnemingen van lichte of zwaardere gewaarwordingen.

Met andere woorden, her zijn gewaarwordingen van iets wat verschijnt in het gewaarzijn. Iets wat verschijnt in het gewaarzijn is een object of een denkbeeld. Het li­

chaam wordt waargenomen als een iets, herzij een gevoel, hetzij een beeld of een gedachte. Dit alles wordt geprodu­ceerd door het geheugen.

Hetzelfde kan gezegd worden over alle andere zintuig­lijke waarnemingen; ook zij zijn een vorm van gedachten en het verhaal dat we voortbrengen als gevolg van die waarnemingen- wederom via het geheugen- noemen we 'de wereld'.

Elke gedachte, met inbegrip van de waarnemingsfrag­menten die we aan elkaar projecteren en dan 'de wereld' noemen- mij(n), een persoon, jij, een boom, of wat dan ook - is beperkt. Hoe nauwgezetter je kijkt, hoe meer beperkingen je zult ontdekken. Een enkele waarneming duurt misschien uiteindelijk een duizendste seconde.

We nemen denkbeelden waar, nooit een wereld. Voordat een ervaring, die het resultaat is van denk­

beelden, kan verschijnen, ben jij er als bewuste aanwezig­heid voor de gedachte, tijdens en na de gedachte. Of we nu een gedachte zien als beperkt door tijd of beperkt door tijd en ruimte, in beide gevallen is ze beperkt en kan ze niet het onbeperkte ervaren.

Aan de andere kant kan het onbeperkte zichzelf niet be­perken; het kan niet afdalen naar het niveau van een ding om het te leren kennen. Voor oneindige ruimte bestaan er geen eindige objecten. Vanuit het gezichtspunt van het onbeperkte (als je dat al een gezichtspunt kunt noemen) bestaan er geen gedachten, bestaat er geen denker, geen wakende toestand en geen droomtoestand.

13

]ij, als onbeperkt gewaarzijn, die er bent voor, tijdens en na een gedachte of waarneming en die daarom zonder enige beperking is, kan nooit, door welke schepping dan ook gebonden zijn, net zomin als ruimte ooit gebonden kan worden door de wind.

Een gedachte of denkbeeld, welke misschien een halve seconde duurt, kan nooit her onbeperkte waarnemen.

We zijn de onbeperkte tegenwoordigheid en ongeacht hoeveel fragmenten er ook mogen verschijnen en verdwij­nen, er is niets, maar dan ook niets dar ook maar een spoor kan naJaren op dat war we zijn.

Wat onmiddellijk 'gedaan' kan worden, is ons bewust worden of gewaar zijn van de gewoonte om ikken in alle richtingen rond re strooien. Bij die bewustwording ont­staat her gloren van subjectief gewaarzijn.

Dan hebben we her nier meer over mijn vrijheid, mijn liefde, mijn verlichting, mijn inzicht, mijn methode; dan integreren we alle scheppingen, omdat gezien wordt dar die scheppingen uitdrukkingen zijn van onbeperkt ge­waarzîjn waaruit de diepe ontspanning en vreugde van zijn voortvloeit.

Bevrijding of verlichting is de torale onvoorwaarde­lijke niet-roeeigening van wat dan ook.

14

Catherine lngram

A ls we 's morgens onze ogen open doen, zijn we ons ..L\er eerst simpelweg van bewust dar we zien en voelen. Er is geen gedachte aan, of verwijzing naar, een entiteit die een ervaring heeft. Er is alleen maar puur gewaarzijn, gewoon zijn. Dan beginnen de gedachten rond te dwar­relen en zich te concentreren rond een oud, afgezaagd onderwerp; het verhaal over 'Ik'. Dat verhaal duikt op in evenzovele gedaanren als er mensen zijn om her te ver­tellen. En hoe meer dat het bewustzijn overheerst, hoe dwingender het eist om verteld te worden.

We kennen de ervaring allemaal. Op een gezellig avondje zijn we in een hoek gedreven door iemand die enthousiast is begonnen aan een uitvoerige opsomming van zijn pres­taties, zijn kinderen en hun prestaties, zijn bezittingen, zijn opvattingen, zijn reizen, waar hij van houdt, waar hij niet van houdt, en wat hij van plan is in de toekomst aan te schaffen.

Misschien voelen we dat de man zich nauwelijks be­wust is van ons bestaan, behalve als warmbloedig dier met het vermogen om te horen. En in feite zijn we ons misschien al net zomin van hem bewust.

15

Onze aandacht zou beperkt kunnen worden doordat net zo'n soort monoloog ons eigen bewustzijn in beslag neemt, ook al kunnen wij ons nog inhouden om die uit te spreken.

Dit wordt 'het verhaal' genoemd, en het is een manier om over onszelf re denken als een personage dat zijn in­herente waarde baseert op het verkrijgen van dingen of ervaringen die dar personage interessanter, succesvoller, machtiger of sexy-er maken. Her verhaal kan ook geba­seerd zijn op een personage dar zichzelf als slachtoffer ziet en gebeurtenissen in de wereld zo uitlegt dat zijn verhaal over zijn moeilijke leven erdoor bevestigd wordt. Zijn verhaal heeft misschien meer te maken met alles wat hij te verduren heeft gehad en waarvoor hij nu bang is.

In beide gevallen, in het zelf-opkloppende en het zelf­afbrekende, is het 'Ik'-personage altijd de ster van het drama. We hebben diens tekst en scènes vele duizenden malen gerepeteerd, en hard op onze rollen geoefend. We hebben ons deze entiteit zo lang en zo levendig voorge­steld dat de illusie een eigen leven lijkt te leiden, zoals elke ingebeelde vriend.

Zijn avonturen spelen zich meesral af tegen een of twee achtergronden in de tijd; het verleden en de toekomst. En uiteraard zijn de meeste van zijn toekomstbeelden geba­seerd op beelden uit zijn verleden. Deze verhalen kunnen ons een leven lang bang, somber of vrolijk maken. Ontel­bare beelden van mij - in het verleden, in de toekomst, in het verleden, in de toekomst.

In ontwaakt bewustzijn vormt het verhaal op zich geen probleem. Het wordt gezien als een gewoonte die zijn plaats en functie heeft, maar beheerst het bewustzijn niet meer. Ontwaakt bewustzijn weet welke aspecten van het 'Ik'-verhaal aandacht moeten hebben, maar trekt zich er

16

verder weinig van aan. Het is vooral geïnteresseerd in het

heden, terwijl het verhaal meestal gaat over het verleden

of de toekomst. Het verhaal wordt dan ook losgelaten

wanneer het opkomt, omdat ontwaakt bewustzijn ziet

hoe weinig relevants erin zit. De gedachten over de figuur

die 'Ik' heet, komen en gaan, als zeepbellen in de zon,

gewoon door gebrek aan interesse.

17

Shri Nisargadatta Maharaj

Bezoeker: Zonder Gods macht is er niets mogelijk. Zonder hem zou u hier niet zitten en met ons praten.

Maharaj: Alles wat er gebeurt, is zonder twijfel zijn acti­vitet. Maar wat is het belang voor mij, die helemaal niets wil? Wat kan God me geven of afnemen? Wat van mij is, is van mij en het was al van mij nog voordat God er was. Naruurlijk is het maar iets heel kleins, een stofje, het gevoel 'ik ben', het feit van het bestaan. Dit is mijn eigen plek, niemand heeft mij die gegeven. De wereld is van mij; wat erop groeit, is van God.

Bezoeker: Bestaat er buiten uzelf geen God?

Maharaj: Hoe zou dat kunnen? 'Ik ben' is de wortel, God is de boom. Wie moet ik aanbidden en waarom?

Bezoeker: Bent u degene die aanbidt of degene die aanbe­den wordt?

Maharaj: Geen van beiden, ik ben het aanbidden zelf.

18

Bezoeker: Er is niet genoeg aanbidding, niet genoeg over­gave in de wereld.

Maharaj: Jij bent er altijd op uit de wereld te verbeteren. Denk je echt dat de wereld op jou zit te wachten om ge­red te worden?

Bezoeker: Ik heb geen idee wat ik kan doen. Het enige wat ik kan doen, is proberen. Raadt u me nog iets anders aan om te doen?

Maharaj: Is er een wereld als jij er niet bent? Jij weet al­les van de wereld en niets van jezelf. Jij bent zelf het ge­reedschap voor je werk. Ander gereedschap heb je niet. Waarom zorg je niet eerst voor je gereedschap voordat je aan het werk denkt?

Bezoeker: Ik kan wachten, maar de wereld niet.

Maharaj: Door niet te onderzoeken wat je bent, dwing je de wereld om te wachten.

Bezoeker: Wachten waarop?

Maharaj: Op iemand die haar kan redden.

Bezoeker: God heeft de verantwoordelijkheid voor de we­reld en hij zal haar redden.

Maharaj: Dat beweer jij! Is God bij jou thuis geweest om je te vertellen dat de wereld zijn schepping is en zijn ver­antwoordelijkheid en niet de jouwe?

Bezoeker: Waarom zou ik de verantwoordelijke zijn?

19

Maharaj: Denk eens na. Is er behalve jou nog iemand die de wereld kent waarin jij leeft?

Bezoeker: U kent die. ledereen kent die.

Maharaj: Is er ooit iemand van buiten jouw wereld geko­men om je dat te vertellen? Ikzelf en iedereen verschijnen en verdwijnen in jouw wereld. Wij zijn allemaal aan jou overgeleverd.

Bezoeker: Zo erg kan het nu ook weer niet zijn. Ik besta net zo goed in uw wereld als u in de mijne.

Maharaj: Jij hebt geen enkele aanwijzing over mijn we­reld. Je zit helemaal ingepakt in de wereld die je zelf pro­jecteert.

Bezoeker: Dat kan ik niet ontkennen. Maar is er een uit­weg?

Maharaj: Binnen de gevangenis die je eigen wereld is, verschijnt er een man die je probeert duidelijk te maken dat de wereld van pijnlijke tegenstellingen die je gefabri­ceerd hebt, noch ononderbroken is noch eeuwig, maar dat die berust op een misverstand. Hij probeert je te ver­leiden om die wereld langs dezelfde weg te verlaten als die waarover je naar binnen bent gegaan. Je bent in die wereld geraakt door uit het oog te verliezen wat je bent, en je komt er weer uit door te weten wat je bent.

Bezoeker: Wat voor invloed heeft dat op de wereld?

Maharaj: Als je niet meer door de wereld gebonden en beperkt wordt, kun je iets voor haar doen. Maar zolang je

20

er de gevangene van bent, heb je niet de macht om haar

te veranderen. Integendeel, wat je ook doet, zal de situatie

alleen maar erger maken.

Bezoeker: Een oprechte manier van leven zal me vrij ma­ken.

Maharaj: Oprechtheid en rechtvaardigheid zullen jou en

je wereld zonder twijfel tot een prettige en zelfs gelukkige

plek maken. Maar wat schiet je daar mee op? Het blijft

een droom die niet kan duren.

Bezoeker: God zal helpen.

Maharaj: Om je te helpen, moet God eerst van je bestaan

weten. Maar jij en je wereld zijn droomtoestanden. In de

droom kun je pijn lijden. Niemand weet daar iets van,

niemand kan je daar helpen.

Bezoeker: Is al mijn gevraag en gezoek en al mijn studeren waardeloos?

Maharaj: Het zijn de eerste levenstekens van iemand die

er genoeg van heeft om nog langer te slapen. Ze zijn niet

de oorzaak van het ontwaken, maar de eerste sympto­

men. Maar je moet geen holle vragen stellen waarvan je

de antwoorden al weet.

Bezoeker: Hoe kan ik dan een écht antwoord krijgen?

Maharaj: Door een echte vraag te stellen, niet in woorden maar met de moed om naar je inzicht te leven. Iemand die bereid is zijn leven voor de waarheid te geven, die zal haar vinden.

21

Roy Whenary

In vrede leven

Om vrede in je leven te krijgen, moet je eerst de kunst van aanvaarding leren en jezelf over­geven aan wat zich op enig moment voordoet. Dat is wat we met 'geen weerstand' bedoelen.

Weinigen onder ons schijnen een gevoel van innerlij­ke vrede bij zich te dragen. Als we naar de gezich­

ten kijken van mensen in de straten van steden en dor­pen, zien we vrijwel overal in de wereld pijn, conflicten, ontevredenheid, eenzaamheid, hardheid en slechts zelden innerlijke vrede. Hoe komt het toch dat mensen zestig, zeventig, tachtig of meer jaren leven en nog altijd geen vrede in zichzelf vinden? Waarom geven we dat geen pri­oriteit in ons leven?

0

Zolang we aan het zoeken zijn, of dat nu naar rijkdom, roem, macht, liefde, ervaringen of verlichting is, kan er

22

geen vrede van binnen zijn. Zoeken en doelen bereiken betekent dat ik dit ben, maar dat wil zijn. Bij die benade­ring van het leven is er al direct sprake van een conflict. Ik probeer iets anders te zijn dan wat ik ben. Of ik pro­beer ergens anders re zijn dan waar ik me bevind.

Dat betekent dar ik niet met mijn aandacht ben bij wat zich feitelijk op dit moment afspeelt. Op het mo­ment dat we ons psychisch proberen te onttrekken aan de werkelijkheid van het leven verstoren we de vrede. In het algemeen wordt de vrede verstoord door de gewoonten van de geest. Stilte is een bedreiging voor het ego. Als we hoe langer hoe meer gewend raken aan de stilte is er voor het ego niets waar het zich aan kan vastklampen. Het ego veroorzaakt pijn en conflict omdat het altijd iets anders najaagt. Het doet nooit een stapje naar achteren om daarmee in verwondering naar het huidige moment, het 'nu', te kijken.

Het is interessant om te zien hoe de geest werkt en om vast te stellen dat bij misschien wel de meesten van ons die zucht naar iets anders vrijwel voortdurend aanwezig is. Dat gaat zelfs op als we het domein van de zogenaam­de spiritualiteit betreden. Als er sprake is van een doel, een oogmerk of een ambitie, is er een conflict russen wat­is en wat-zou-kunnen of wat-zou-moeten-zijn.

0

Om vrede in je leven te brengen, moet je eerst de kunst verstaan van aanvaarding en overgave aan alles wat zich op enig moment voordoet. Dat is wat 'geen weerstand' betekent. Dat houdt dan ook in dat lichaam en geest flexibel moeten zijn. Maar hoe bewerkstellig je dat? Van­zelfsprekend is het antwoord daarop dat we dat niet kun-

23

nen 'doen'. We kunnen alleen maar blijven kijken naar wat-is en dat is natuurlijk voortdurend aan verandering onderhevig. Dat betekent dat we moeten leren met de stroom van het leven mee te gaan zonder vast te zitten of gehecht te zijn aan een reeds vooraf bepaald resultaat. Dat is makkelijk gezegd, maar het ego denkt er anders over. Het zit gevangen in zijn gewoonten en manieren van dingen doen en het streeft altijd resultaten na. Het is altijd bezig iets te verkrijgen of iets te bereiken. Maar dat kan het nooit bereiken of te pakken krijgen, in nog geen miljoen jaar. Dus bestaat de oplossing eenvoudig uit het loslaten van elke verwachting.

24

Steven Harrison

Het geloof ontstegen

Ieder van ons zal een ontdekking in zijn leven moeten doen als we de totaliteit van ons menselijk potentieel

willen leven. Die ontdekking is heel eenvoudig en altijd voor ieder van ons beschikbaar. Dat besef is dat we in een wereld leven die bestaat uit onze concepten, gedachten en conditionering.

Anders niet. Het is een simpel besef. Het is een diepzinnig besef. Onze wereld is een wereld van het denken dat per

definitie wat heel is, in tweeën verdeelt. ledere gedachte bevat een subject en een object omdat het een denker en een gedachte bevat.

Het denken, tot uitdrukking gebracht in taal, is de basis van onze individuele identiteit en onze maatschap­pelijke realiteit. Dat diep genestelde schisma weerspiegelt zichzelf in elk woord en symbool dat we gebruiken, met het gevolg dat we ons in ons leven constant door een reeks keuzen bewegen: juist door de structuur van ons gedachteproces wordt het of/of-paradigma geschapen, vereeuwigd, en versterkt.

25

Dat verdeelde perspectief vernietigt ons. Het verdelen, rangschikken en voorspellen van de wereld via het denken, is zonder meer effectief. Zo worden bruggen gebouwd, ziekten overwonnen en oorlogen beslist. Het is een do­minante kracht. Maar dat is predes de reden waarom het niet werkt. Dominantie is blind. Onder de bruggen die door het denken worden gebouwd, slapen mensen. Nieu­we ziekten vervangen degene die door het denken worden genezen. En het winnen van een oorlog berekent in de eerste plaats dat hij begonnen moet worden.

Het verdeelde standpunt vernietigt de wereld waarin we wonen omdat het niet in staat is het geheel te zien. Het geheel bevindt zich niet in het denken, niet in taal en het huist in geen enkel standpunt, geloofssysteem of in welke filosofie dan ook.

Tenslotte is het geheel al die elementen en de rest. Het geheel is wat wij zijn. We denken alleen maar van niet.

Bij de verkenning van die merkwaardige paradox van het denkwezen, stuiten we op iets grappigs. Het onder­zoek van die conceptuele wereld van verdeeldheid brengt ons geen antwoorden. Conclusies zijn niet te vinden. Nieuwe gedachtestructuren kunnen we niet bouwen. We zien de verdeling van het denken en de illusie van de te­gendelen en op dat moment zakt de wereld ineen in een tijdloos geheel. Wij zakken ineen in het tijdloze geheel.

Wat brengt zichzelf vanuit dat geheel tot uitdruk­king? Hoe gaan we leven en relateren? Kan de totaliteit van het leven, de ongeïndividualiseerde energie van het bewustzijn, alles wat we zijn doordrenken? Kan de we­reld die door het denken is opgebouwd met zijn geweld, verwoesting en chaos - de wereld van ons eigen denken - opeens vrij worden van zijn verdeeldheid?

Laten we dat in ons leven ontdekken. Laat het leven ons ontdekken.

26

Douwe Tiemersma

In onze gesprekken gingen we soms uit van de beper­kingen die je ervaart en van het idee dat er een eind

kan komen aan die beperkingen, en dat er een absolute vrijheid kan ontstaan. Nu is het tijd dat we het omdraaien en uitgaan van het feit dat je al vrij bent. Jij bent vrij, jij bent vrij en jij bent vrij; iedereen is vrij! Iedereen heeft in zichzelf het besef van een onbeperkt Zelf-zijn. Daar kun je direct naar terugkeren en zo dat volledig vrije Zelf-zijn realiseren. Je kunt je direct bewust worden van wat je, hier en nu, werkelijk bent. Dat is een totaal open zijn, een niet beperkt-zijn door vormen en omstandigheden.

Alle andere zaken zijn uitvluchten, omwegen of com­pensaties. Terugkijkend zie je dat heel duidelijk: wanneer je dît belangrijk vindt en dát belangrijk vindt, wanneer je een beroep doet op omstandigheden om niet volledig bij jezelf te blijven: 'Het wordt mij erg moeilijk of onmoge­lijk gemaakt'. Het zijn gedachteconstructies waarachter je je verschuilt. Vaak zijn dit de omstandigheden. Maar dar is niet eerlijk, want het zijn de omstandigheden die jij als hinderpalen construeert. Zo schep je ook spirituele ide­alen. Je kunt vele jaren of levens besteden aan de poging om via allerlei wegen bij de vrijheid te komen. Als je niet

27

oppast, loop je in het rond. In het gunstigste geval ervaar je af en toe iets van vrijheid.

Wanneer je terugkeert naar je Zelf, zie je direct wat het belangrijkste is.

Vanuit het gevoel van Zelf-zijn, ontplooit het Zelf-zijn zich vanzelf wanneer je je maar meer naar de kern van je Zelf-zijn laat glijden. Eerst is het nog gebonden aan een lichamelijk gevoel. Je kunt dat zijnsgevoel gemakkelijk in je lichaam vaststellen. Ook mentaal is er het gevoel van Zelf-zijn. Je zegt: 'Ik denk, ik herinner me, ik ben me be­wust van dit en van dat'. Steeds gebruik je het woordje 'ik' en het woordje 'zelf ' vanuit een gevoelsmatig Zelf-zijn. In de ontplooiing van het concrete zelfgevoel gaat het Zelf­zijn zich steeds meer verruimen. Daarbij krijgt het steeds minder vorm. Wanneer je verder gaat naar de kern van Zelf-zijn, blijken alle vormen en grenzen langzamerhand te verdwijnen. Wanneer je teruggaat naar je Zelf, ervaar je een situatie waarin totaal geen vormen meer aanwezig zijn. Dat kun je direct zelf vaststellen. Probeer dat maar eens heel concreet te doen. Begin maar met je lichame­lijke vormen, de indrukken, de reacties, de beperkingen, de ruimte en de tijd. Ga dan deze beperkte lichamelijke sfeer onderzoeken. Vind je dan grenzen? Als je werkelijk zelf gaat kijken, ervaar je intern dat je zo ruim bent als de hele wereld. Ervaar heel concreet de horizon. Ervaar dat je gevoelssfeer niet beperkt is tot je huid, maar dat het zich heel makkelijk uitbreidt tot en met die horizon, naar voren toe, naar links en naar rechts, naar achteren, naar boven en naar beneden. Als je een eigen onderzoek instelt, stel je meteen vast: Ik heb geen grenzen, ik ben vrij van grenzen.

28

Wolter A. Keers

De Ashtavakra Samhita is een van de drie pilaren waarop de vedantische hindoetraditie berust. De

andere twee zijn: de Veda's plus de Oepanishads en de Bhagavad Gita.

Lenerlijk betekent Ashtavakra: 'de man met de acht hoe­ken'. De legende zegt dat, voordat Ashtavakra geboren was, zijn vader reeds de Veda's reciteerde en dat de nog ongeboren baby uit de buik van zijn moeder riep: 'Man, dat doe je helemaal fout!'. De vader vond dat zo'n bele­diging dat hij uitriep: 'Voor deze brutaliteit zul je geheel mismaakt ter wereld komen!'. En dat gebeurde ook. Het kind was zo verwrongen, dat hij 'met de acht hoeken' genoemd werd.

Later, toen pa wat meer appreciatie voor zijn zoon begon te krijgen omdat het inderdaad een heel bijzonder kereltje was, heeft hij hem tenslotte vergeven. Toen zij op een gegeven dag bij een van die vele heilige rivieren in India aankwamen, zei de vader: 'Ga jij daar eens in zwemmen, jongen.' Dat deed hij en toen hij weer uit de rivier te voorschijn kwam, was het een wonderschone jonge man

29

geworden, rechtschapen van lijf en leden. Maar de naam 'Ashtavakra' heeft hij gehouden en zo is hij de geschiede­nis van de oude traditie van India ingegaan.

Zodra je het boek inkijkt, weet je vanaf de eerste regels dat het hier om een grootse, een belangrijke tekst gaat.

Omdat onze zintuigen naar buiten, en ook nog voorna­melijk naar voren gericht zijn, en omdat we geleerd heb­ben dat de dingen die in het veld van de zintuigen ver­schijnen belangrijk zijn, zijn wij ons gaan aanzien voor een deel van die wereld. Ook hebben wij geleerd dat wij leven in een wereld en dat die wereld een van ons afhan­kelijk bestaan heeft.

Daardoor bevinden we ons doorlopend in een soort cri­sissituatie en kunnen we er niet onderuit steeds weer compensatie voor die crisis te zoeken. Voor dat onbe­hagen dat de psychologen van de laatste decennia onze 'onlustgevoelens' noemen. En omdat wij menen dat het de wereld is, dat het 'de dingen' zijn die de oorzaak van deze onlustgevoelens vormen, beginnen we ook daar te zoeken. We zoeken naar veiligheid, naar bescherming, naar eer, macht, bezit, aanvaarding en bewondering. En telkens weer merken we dat die dingen ons wel een uur­tje plezier verschaffen en ons wel een ogenblik gelukkig kunnen maken, maar nooit blijvend.

Want ergens in ons zit het verlangen naar blijvend geluk, blijvende vrijheid, blijvende liefde. Ik denk dat we uitein­delijk zullen ontdekken dat die woorden één en het zelfde aanduiden.

Dan ontstaat er een periode waarin voor velen van ons de crisis zich gaat toespitsen. Mensen om ons heen

30

zeggen dan: 'Doe niet zo gek, op deze wereld is blijvend geluk, blijvende liefde niet te vinden! Na de dood, dat is wat anders; als je braaf bent, komt na de dood het blij­vende geluk.'

Van dat blijvende geluk kunnen we ons geen enkele voor­stelling maken. Als je de traditionele beschrijvingen van de hemel hoort, dan is dat een plek waar je, als je even nadenkt, voor geen goud zou willen zitten. Het is er ge­weldig saai, er gebeurt niets. Je kunt beter bridgen in de hel, dan harp spelen in de hemel.

Maar geleidelijk aan ontstaat er een rijpingsproces. Ook al omdat we de zogenaamde 'autoriteiten' om ons heen gaan ondervragen. Ouders, dominees, pastoors, rabbi's, theologen, sociologen en psychologen. Al die mensen, die het zo vreselijk goed weten en waar we zo hoog tegen op hebben gezien, gaan we enkele eenvoudige vragen stel­len die ons bezig houden. En vaak blijkt dan dat al deze experts niet weten waar ze het zelf over hebben en geen antwoord kunnen geven op de meest elementaire vragen van het leven. Vragen zoals: 'Wat is een mens nu eigen­lijk?'. En 'een mens', is dan nog een secundaire vraag. De primaire vraag is: 'Wat ben ik zelf eigenlijk?'

Geen van deze experts blijkt het antwoord op die vraag te weten. Men heeft geweldige, intelligente bouwwerken opgetrokken op basis van een aantal begrippen, maar als we aan de basis gaan kijken dan zien we dat niemand weet wat hij eigenlijk beweert. We hebben maar een aan­tal woorden en begrippen van onze ouders overgenomen en die hebben dat weer van hun ouders, enzovoort.

Zo zoeken we door, dan kan het op een gegeven mo­ment niet anders of we komen tot de ontdekking dat wat

31

we zoeken, ergens in onszelf te vinden moet zijn. Dan ontdekken we dat we alleen naar dár kunnen verlangen, war we op de een of andere wazige manier, ongrijpbaar, toch op de een of andere wijze al kennen. Dat er ergens in ons een onmetelijkheid ligt van vrijheid, van licht, van evenwicht, van stilte, van liefde. Alleen is her ons totaal niet duidelijk hoe we daarbij kunnen komen; hoe we die bron kunnen aanboren.

Als we zo ver zijn, zijn er al een heleboel zoeken geëli­mineerd. Dan gaan we bijvoorbeeld niet meer proberen her te ontdekken in zaken als de poliriek en misschien ook al niet meer in allerlei kerken of in allerlei tradities die zich beroepen op bepaalde profeten. Wij gaan dan op zoek naar iemand die zegt de bron zelf te hebben gevonden. Dat hoeft niet altijd een hindoe te zijn. Er zijn mensen uit andere tradities die de bron ook hebben gevonden.

In ons geval hebben we een van die mogelijkheden, een van die toegangen gevonden via de richtingaanwijzers die door de traditie van het hindoeïsme geplaatst zijn.

Wat we uiteindelijk willen weten, is hoe we die bron kun­nen aanboren. En eigenlijk is er maar één vraag overge­bleven. Na honderden vragen te hebben geëlimineerd, na honderden ancwoorden te hebben gewogen en weer te hebben laten vallen, blijft er ten slotte één vraag over en die vraag, die op allerlei manieren gesteld kan worden, is: 'Wat ben ik?'

Als het waar is dat er in mij een bron is, een peilloze, onuitputtelijke bron van dat licht, die liefde, die vrijheid die ik zoek, wat ben ik dan eigenlijk? Hoe komt het dat

32

ik die bron niet vind? Of hem maar een heel enkele keer

een ogenblik lang schijn te zien?

Je zou dus kunnen zeggen, dat je pas toe bent aan dat wat van wezenlijke waarde is, als je begint de juiste vragen re

stellen. En de Ashtavakra Samhita, (Samhita betekent ei­genlijk: samen-zijn-met, dus het gesprek met Ashtavakra) begint met de juiste vraag. Daarin vraagt koning Janaka: 'Kunt u mij uitleggen, meester Ashtavakra, goeroe Ash­tavakra, hoe je vrijheid vindt? Hoe je zelf-realisatie vindt

en hoe het mogelijk wordt om ascese te beoefenen?'

33

Anthony de Mello

Over ontwaken

Spiritualiteit betekent wakker worden. De meeste mensen slapen, al zijn ze zich daar niet van bewust.

Ze worden slapend geboren, brengen hun leven slapend door, trouwen in hun slaap, verwekken kinderen in hun slaap en sterven in hun slaap zonder ooit wakker te wor­den. Nooit begrijpen ze de enorme schoonheid van wat we het menselijke bestaan noemen. Weet u, alle mystici - katholieke, christelijke, niet-christelijke, ongeacht hun theologie - zijn het over één ding eens: dat alles goed is; alles is goed. Hoewel het een zootje is, is alles toch goed. Vreemde paradox, dat zeker. Maar het tragische is dat de meeste mensen nooit inzien dat alles goed is, omdat ze slapen. Ze hebben een nachtmerrie.

Vorig jaar hoorde ik een verhaal op de Spaanse tv over een man die op de deur van zijn zoon klopt. 'Jaime,' zegt hij: 'Wakker worden!' Jaime antwoord: 'Ik wil niet opstaan, papa.' De vader roept: 'Opstaan, je moet naar school!' Jaime zegt: 'Ik wil niet naar school.' Vraagt de vader: 'Waarom niet?' Zegt Jaime: 'Drie redenen. In de eerste plaats omdat het zo saai is; in de tweede plaats

34

omdat de kinderen me pesten en ten derde heb ik een hekel aan school.' En zijn vader zegt: 'Nou, ik geef je drie redenen waarom je wél naar school moet. In de eerste plaats omdat het je plicht is, in de tweede plaats omdat je vijfenveertig bent en ten derde omdat je de hoofdon­derwijzer bent'. Wakker worden, wakker worden! Je bent volwassen. Je bent te groot om nog te slapen. Wakker worden! Hou op met spelen met je speelgoed.'

De meeste mensen zeggen wel dat ze de kleuterschool willen verlaten, maar laat je niets wijsmaken. Geloof hen niet! Ze willen alleen maar dat je hun kapotte speelgoed repareert. 'Geef me mijn vrouw terug. Geef me mijn baan terug. Geef me mijn geld terug. Geef me mijn repu­tatie en mijn succes terug.' Dat willen ze; ze willen ander speelgoed. Meer niet. Zelfs de beste psycholoog kan je vertellen dat mensen niet echt genezen willen worden. Ze willen een pil tegen de pijn. Genezing doet te veel zeer.

Wakker worden is onaangenaam, weet je. Het is zo lekker comfortabel in bed. Het is irritant om gewekt te worden. Daarom zal een verstandige goeroe geen poging doen om mensen wakker te maken. Hopelijk zal ik wijs genoeg zijn om geen enkele poging te ondernemen om je wakker te schudden als je slaapt. Daar heb ik in feite niets mee te maken, ook al zeg ik van tijd tot tijd 'Wak­ker worden!' tegen je. Ik moet me met mijn eigen zaken bemoeien, mijn eigen dansje dansen. Heb je er iets aan, mooi. Zo niet, pech gehad! Zoals de Arabieren zeggen: 'De regen blijft hetzelfde, maar hij laat doornstruiken groeien in het moeras en bloemen in de tuin.'

Nog meer woorden

Mark T wain heeft het heel mooi geformuleerd toen hij zei: 'Het was zo koud dat we doodgevroren zouden zijn

35

als de thermometer een paar centimeter langer was ge­weest.' We vriezen inderdaad dood door woorden. De kou buiten doet er nier toe, maar de thermometer wel. Het is niet de realiteit die telt, maar wat je erover tegen jezelf zegt. Ik hoorde een prachtig verhaal over een Finse boer. Toen ze de Russisch-Finse grens vastlegden, moest de boer besluiten of hij in Rusland of Finland wilde wo­nen. Na een hele poos zei hij dat hij in Finland wilde wonen, maar hij wilde de Russische beambten niet voor het hoofd stoten. Die brachten hem een bezoek om te informeren waarom hij in Finland wilde wonen. De boer antwoordde: 'Ik heb altijd in moedertje Rusland willen wonen, maar op mijn leeftijd zou ik niet nog een Rus­sische winter aankunnen.'

Rusland en Finland zijn maar woorden, concepten, maar niet voor mensen, niet voor gestoorde mensen. We zoeken bijna nooit naar de werkelijkheid. Een goeroe probeerde ooit een menigte uit te leggen hoe mensen op woorden reageren, zich voeden met woorden en op woorden leven, in plaats van op de werkelijkheid. Een van de toehoor­ders stond op om te protesteren en zei: 'Ik ben het er niet mee eens dat woorden zo'n effect op ons hebben.' De goeroe zei: 'Ga zitten, klootzak.' De man werd laaiend en zei: 'U noemt zichzelf verlicht, een goeroe, een meester, maar u moest zich schamen.' De goeroe zei vervolgens: 'Neem me niet kwalijk, ik liet me meeslepen, mijn excu­ses, dat was fout; het spijt me.' Tenslotte kalmeerde de man. Daarop zei de goeroe: 'Het kostte maar een paar woorden om een hele storm in u te ontketenen; en het kostte maar een paar woorden om die weer tot bedaren te brengen, nietwaar?' Woorden, woorden, woorden, wat kunnen ze ons gevangenzetten als ze niet goed worden gebruikt.

36

Jan van Delden

De weg uit de dualiteit is voor de meesten van ons zo abstract dat we liever niet willen horen dat je er

bij thuiskomst nog niet bent. Toen ik mijn mentor vroeg waarom hij mij wel en een ander niet waarschuwde voor wat er allemaal nog gedaan en gelaten moet worden na thuiskomst, antwoordde hij simpel: 'Dan beginnen ze er helemaal niet meer aan!' Ik heb me toen voorgenomen dat anders te doen, waarmee ik mijn onverteerde wetend­heid over het niet-bestaan van het doenerschap nog liet blijken. Maar toen ook het laatste spoortje doenerschap mocht oplossen, kreeg ik ongevraagd de code voor het begrijpen van de Odyssee op een presenteerblaadje.

Het unieke van de Odyssee is dat het dat proces van een leven in eenheid naar dualiteit en weer terug naar die eenheid in zijn geheel verbeeldt. Bovendien is het in al die eeuwen onveranderd bewaard gebleven, zonder dat 'vrijerssystemen' eraan hebben gesleuteld om het aan te passen aan de heersende moraal. Het laat ook zien dat de oude Grieken zeer tolerant en hoogbeschaafd waren door de manier waarop ze verheven zaken relativeren en met humor blootleggen. Geen andere mij bekende cultuur geeft voor de uitleg van het belangrijke inzicht - water

37

speelt met water - een beeld van hun hoogste god die als een overspelige dwaas zijn vrouw zo vaak bedriegt.

De dankbaarheid van het zien dat er niets te bereiken valt, dat alles wat er lijkt te worden bereikt ons toevalt en dat we nooit iets doen noch gedaan hebben, maakt dat we er constant bewust van zijn dat we alles krijgen. Dat is een groot verschil met vroeger, toen Jantje nog kankerde op alles en vooral op anderen. Het is dankbaarheid naar alles en iedereen, inclusief de vrijers die mij hielpen dui­delijk te krijgen hoe de vork in de steel steekt.

Hoewel ik nu zie dat mijn mentor nooit Wolter is ge­weest, omdat er niets anders is, was en zal zijn dan her kennen, Zeus zelf dus, blijf ik roch gewoon Wolter zien als mijn grote hulp in de nooit bestaande gekende kant van de drempel. Laat die schijnbare tweeheid met zijn schimmenspel maar gewoon bestaan. Heb dat ene lief en doe wat er gebeurt. Wat maakt het uit als je zeker weet dat het golvenspel nier uit golven maar uit water bestaat? Dan kun je nog steeds rustig de golf Wolter op een voetstukje zetten met aan zijn voeten een erende Jan­neman-golf. En dat doet geen ikje trouwens, maar zie je vanzelf gebeuren!

Dat alles zien gebeuren is de oceaan van vrede die nergens heen hoeft en alles als zichzelf proeft zonder verzadigd te raken, noch te veranderen. Vanuit die plek beschouwd zijn dood en geboorte niet meer dan verhalen. Het is de vijgenboompositie die je niet meer kunt verlaren om in een van de verhalen te verdwijnen. Dan valt ook al je interesse weg in antwoorden op nieuwsgierige vragen van hoe het nu toch allemaal zit. Al die dingen zijn eigenlijk

38

onzin want je ziet vanzelf dat er maar één waarheid is, want alles is Zeus zelf. Je houdt dan vanzelf op om nog in war voor verhaal dan ook te geloven en dan wordt het leven vanzelf een spel.

Zo komt de onveranderlijke vrede, die altijd al de van­zelfsprekende ingrond van ons bestaan was, bovendrijven om met zijn zoete zijnsmacht alles aan te steken en tot

stilte en helderheid te transformeren. Net zo lang tot de scheppende en de vernietigende krachten én de heldere aandacht één worden met de allesomvattende, ongede­finieerde er-zijnruimte om dan als één ervaring te zijn; het nu.

Laat de Odyssee een hulp zijn om in jouw tempo gaar­jes te prikken in de illusies van je golf-zijn, waardoor je vanzelf steeds meer van het geheel gaat zien - net zo lang totdat het beeld van Zeus, de ene draad, het water weer helemaal rond is en Athene in haar spel jouw hoofdrol speelt. Dan komt pas de schoonheid van Zeus naar bo­ven en transformeert het hele proces zich rot 'de lol van Zeus'.

39

]oan Tollifion

Jij bent dit moment

w:e zijn ons slechts van een miniem deel van de in­formatie die elk moment onze zintuigen binnen­

stroomt bewust. Bovendien is er een tijdsverschil van een halve seconde bij de doorgave, zodat alle waarneming ei­genlijk die van het verleden is. Wij zijn dit moment, maar we kunnen het nooit waarnemen. We kunnen het alleen maar zijn. Dit moment is aanwezigheid zelf. Het is niet te bevatten.

Dit is niet maar zo'n intellectuele wetenswaardigheid die je in je opslaat. Hier staat je verstand bij stil, hier houdt de wereld op te bestaan: alles, zonder uitzonde­ring, wat je waarneemt, denkt en ervaart, is het verleden. Her heeft geen werkelijkheid. Denk daar eens diep over na. Laat het binnenkomen. Het verwoest alles. Er blijft niets over. Dit is ontstellend nieuws als je je verbeeldt dat 'jij' je 'in' de verschijningsvorm bevindt, en kijkt naar een onafhankelijke 'echte wereld' buiten je. Als je je plotse­ling realiseert dat alles wat je ziet en denkt niets dan een onbetrouwbare en gedeeltelijke uitdraai van het verleden is, is er geen uitweg meer voor je.

40

Je hele leven draaide om het vinden van een uitweg. Je hebt psychotherapie, gesprekstherapie, meditatie, li­chaamswerk, creatieve visualisatie, positief denken, net­werkmarketing, blauwgroene algen, alles geprobeerd wat je maar kon om jezelf te redden. En plotseling besef je dat er geen uitweg is.

Alles houdt halt. Je bent er gewoon. Er is geen ontko­men aan. Hier vlak voor je staat de mogelijkheid om te ontdekken dar je helemaal niet opgesloten zit in de ver­schijningsvorm. Jij bent een droom. De lichaamgeest is een droom. De wereld is een droom. Spiritualiteit is een droom. Alles is een droom. Slechts dit is echt.

War is dit? Woorden kunnen het niet beschrijven. Louter aanwe­

zigheid is ongelooflijk springlevend. Het is pure energie. Val erin, en je valt in niets. Niets is niet te bevatten. Het verstand vindt dit griezelig. Het verstand voelt zich niet op zijn gemak bij iets dat onvoorspelbaar, niet re ken­nen en niet te beheersen is. Er is geen 'ik' in louter ge­waarzijn, geen verhaal, geen drama, geen toekomst, geen hoop, geen betekenis, geen doel, geen lichaam. Voor her verstand is 'niets' een angstaanjagend idee: een onvrucht­baar, desolaat vacuüm, een nihilistische leegte. Het klinkt vreselijk, als dood, als levend begraven worden. Wat is erger?

En dus deinzen we terug voor louter aanwezigheid. We blijven druk bezig. We vermijden dit angstaanjagen­de niets, dat net onder de oppervlakte van alles loert. We vermijden stilte. We vermijden hiaten in de conversatie. We doen de radio of tv aan. We lezen boeken. We heb­ben 'zinvolle' carrières. We stichten een gezin. We gaan op vakantie. We lopen goeroes na. We drinken. We ro­ken. We consumeren. We praten. Alles om dit akelige niets te vermijden.

41

Maar als je jezelf toestaat niet meer weg te rennen, en je laat je vallen in het niets en niets zijn, wat vind je dan eigenlijk? Is 't het desolate vacuüm wat je je voorstelde en waar je van wegliep? Je zult nog verbaasd staan!

De enige manier om erachter te komen is het experi­ment te doen. Niemand anders' resultaten betekenen iets voor jou. Jij moet zelf de sprong wagen. En de paradox is dat er geen 'jij' is om dat te doen, en geen 'afstand' om te overbruggen. De 'sprong' is de oplossing van dat hele droombeeld.

42

Tony Parsons

Amsterdam, september 2002

In Mexico wordt heel wat gesmokkeld. Op een dag rijdt een Mexicaan op de fiets richting grens met een baal

zand op zijn rug. De douanier sommeert hem te stop­pen: 'Stop! Ik wil zien wat er in die zak zit.' De man zegt dat er zand in zit. De douanier vraagt hem om de zak te legen en ja hoor, er zit alleen maar zand in, dus laat hij hem gaan. Dit gebeurt elke keer weer, wel twee of drie keer per week en de douanier vermoedt dat er iets niet pluis is.

Op een dag is hij aan de andere kant van de grens. Hij zit in het café wat te drinken en ziet die man binnenko­men. Hij loopt naar de Mexicaan toe en zegt: Ik heb je bij de grens gezien, maar nu ben ik niet in functie - ik haal een drankje voor je.' Ze drinken wat en hij zegt tegen de man: 'Luister, even over wat er bij de grens gebeurt. Jij zit op de fiets met je zandzak en als ik erin kijk zit er altijd zand in. Ik heb sterk het vermoeden dat je iets smokkelt. Vooruit, we zijn nu vrienden, ik zal je niet aangeven, maar zeg me wat je smokkelt.'

En de Mexicaan antwoordt: 'Fietsen.'

43

Wat ik het leuke vind van dit verhaal, is dat het zo lijkt op waar wij het over hebben. Aan de ene kant is het ge­heim verborgen, en aan de andere kant is het volstrekt duidelijk.

Want op dit moment is het alles wat er is. Nu, hier, is wat er gebeurt. In deze verschijningsvormen voltrekt zich het heldere zien; er fs alleen maar zien. Maar het denken heeft het idee - en dat is het hele spel- dat er hier iemand zit die ziet. Dat is subtiel én duidelijk.

Als er sprake is van 'ontwaken', en dat gebeurt nogal eens dezer dagen, wordt er altijd gezegd dat wat er nu gezien wordt totaal duidelijk is. Het is zó duidelijk. Het is pal naast wat jij denkt dat zich op dit moment afspeelt. Je denkt dat je mij ziet. In werkelijkheid is het enige dat echt gebeurt het zien van mij, of wat er ook maar gaande is. Het verschil tussen ontwaken en niet ontwaken, tus­sen zien en niet zien, is zien dat er niemand is. Er bestaat geen 'ik'.

Doe je ogen maar eens dicht en probeer een ik te vin­den. In het gewaarzijn komen gewaarwordingen op, fy­sieke dingen of gedachten ... Het doet er niet toe wat er opkomt, er is nergens een ik te vinden. Zoek die ik maar, er is met geen mogelijkheid een plek, een vaste locatie te vinden die je 'ik' zou kunnen noemen. Waar is die ik van jou? Zoek die ik. Wat je vindt zijn slechts fysieke gewaar­wordingen. Je wordt je bewust van je lichaam, of van de gedachte: ik kan mezelf niet vinden ...

Het wonderlijke is dat wat jij bent nu juist precies dat­gene is wat op zoek is naar een ik. Jij bent de ene die op zoek is. Je bent eenheid. Eenheid is het ene dat ziet. De ziener van alles. Eenheid is alles en ziet alles als zichzelf. Het enige dat er gebeurde, is dat wij op de een of andere manier naar iets anders zochten, iets wat verlichting of tegenwoordigheid genoemd wordt; iets ergens dáár, iets

44

wat uit de hemel komt vallen om ons nieuwe energie te geven - iets wat komt en ons completer maakt.

Waar we eigenlijk naar zoeken is het verloren idee van een ik. Het gaat hier om het verlies van een persoonlijke identiteit die niet eens echt heeft bestaan. We zoeken dus naar een verloren onwerkelijkheid!

45

LeoHartong

Wie is de toeschouwer?

A Is een docent het woord 'ik' op het schoolbord schrijft I\.en aan de leerlingen vraagt wat ze zien, antwoorden de meesten dat ze het woord 'ik' zien staan. Het komt zelden voor dat iemand zegt: 'Ik zie het schoolbord met het woord "ik" erop geschreven'. Zoals het relatief grote schoolbord genegeerd wordt ten gunste van twee letters, negeren we het bewustzijn dar de permanente achter­grond vormt van alle verschijnselen. We negeren het net zoals we het scherm vergeten waarop een film wordt ge­projecteerd. Het filmdoek is het onveranderlijke kenmerk in alle films die we zien, maar het raakt nooit betrokken bij de inhoud van de film. De film vertoont misschien een oceaan, een lange kronkelige weg, een moord, of een bosbrand, maar het scherm wordt niet nat, het beweegt zich niet van hier naar daar, het bloedt niet en her staar ook niet in brand. Op dezelfde wijze blijft bewustzijn puur en onaangeroerd door zijn inhoud.

Bewustzijn is de constante in en achter iedere ervaring en tegelijkerrijd is het ook datgene wat het gemakkelijkst aan onze aandacht ontsnapt. Aandacht is niet hetzelfde

46

als bewustzijn. Onze hersenen zijn zodanig gevormd dat ze, als ze zich op iets concentreren, automatisch iets an­ders negeren. We zien de sterren en negeren de ruimte; we lezen deze tekst en veronachtzamen de pagina; we zien de film en vergeten het scherm. Toch is het duidelijk dat de genegeerde ruimte, de pagina en het scherm net zo cruciaal zijn voor onze waarnemingen als de sterren,

de tekst en de film die onze aandacht in beslag nemen. Dit is een belangrijk punt, omdat de werking van onze aandacht vaak wordt verward met bewustzijn. Aandacht functioneert door contrast; iets wordt waargenomen door iets anders te negeren. Bewustzijn daarentegen is non­dualistisch en omvat zowel wat wordt opgemerkt als wat niet wordt gezien. Aandacht vergt inspanning, terwijl be­wustzijn gewoon is. Dit bewustzijn bevat en accepteert alles wat opkomt, inclusief objecten die als 'daarbuiten' worden gezien - rotsen, auto's, levende wezens - en ob­jecten 'vanbinnen', zoals emoties, gedachten en ervarin­gen. Vanuit dit standpunt is bewustzijn net zo aanwe­zig in de verschijningsvorm als de verschijningsvorm in bewustzijn. Vergelijk het met een vaas die ruimte bevat en tegelijkertijd door ruimte omgeven is. Als je de vaas breekt, heeft dat geen enkele invloed op de ruimte zelf.

Op dezelfde manier gebeurt er ook niets met bewust­zijn als het lichaam sterft. Als je inziet dat jij dit bewust­zijn bent, weet je dat je nooit bent geboren, nooit geleefd hebt en nooit zult sterven. Je bent het levend Bewustzijn zelf; de lucide openheid waarin en waaruit alles ontstaat, inclusief je verschijningsvorm en je gevoel van individu­aliteit. Waar jij je aandacht ook op richt, daar is het. Het is zich bewust van alles: van je in- en uitademen, van het plotselinge geluid, het licht en van een mus die aan de andere kant van de aardbol uit de lucht valt. Bewustzijn is puur en heeft geen vorm; het is aanwezigheid, zonder

47

begin of einde en het vraagt geen enkele inspanning van je. Als je moeite doet, is bewustzijn zich daar zonder in­spanning van bewust. Datgene wat opkomt is de inhoud ervan en heeft net zomin effect op bewustzijn als een spiegelbeeld op de spiegel. Evenals de spiegel doet be­wustzijn geen enkele moeite om iets te accepteren of af te wijzen. Het oordeelt niet noch neemt het een standpunt in, omdat het alle mogelijke visies omvat. Het volgende gedicht dat wordt toegeschreven aan de taoïstische filo­soof Chuang Tse verwoordt dit zo:

De wilde ganzen hebben niet de bedoeling zich te spiegelen; Het water heeft niet de bedoeling hun beeltenis te reflecteren.*

Door de dualistische en lineaire aard van taal lijkt deze tekst dat wat in essentie één is, op te splitsen in Puur Bewustzijn en de inhoud ervan. In werkelijkheid bestaat deze dualiteit niet.

In deze dualistische benadering staat bewustzijn voor het permanente en de manifestaties in bewustzijn voor het niet-permanente. Maar in werkelijkheid vormen zij de twee kanten van eenzelfde munt. Zelfs dit is niet cor­rect, want als je het over twee kanten hebt, gebruik je nog steeds twee labels voor één en hetzelfde ding. Met woor­den: de hoogte van de berg is de diepte van de vallei.

Puur Bewustzijn heeft alleen zichzelf nodig om te zijn wat het is. In tegenstelling tot wat de logica voorschrijft, heeft bewustzijn niets buiten zichzelf nodig om zich be­wust van te zijn. Een andere manier om dit te zeggen is dat bewustzijn zowel het subject als het object is. Bewust­zijn is een Zelflichtende en zich Zelf in stand houdende *1Jl(:"Jhe Way Of Zen door Alan Watts. Vintage ISBN 0-375-70510-4

48

eenheid, maar lijkt door de taal gesplitst te worden in bewustzijn en zijn inhoud. In de Bhagavad-Gita wordt een prachtig voorbeeld van deze twee-eenheid gegeven door het te vergelijken met een spin die vanuit zijn eigen lichaam een web spint, dan in deze creatie leeft en het vervolgens weer in zichzelf terugtrekt.

Het Zelf is producent, toeschouwer en acteur in de grote voorstelling van het zich ontvouwende kosmische drama, net zoals een dromer tegelijkertijd de droom pro­duceert, ernaar kijkt en erin verschijnt. Jij, ik, het boek, de stoel en de terroristen op het nieuws zijn allemaal va­riaties op de manier waarop bewustzijn aan zichzelf ver­schijnt, net zoals de mensen, het huis, de zonsopgang en de monsters in een droom allemaal van dezelfde droom­materie zijn gemaakt.

Zelfschouwend bewustzijn wordt vaak beschreven als 'de getuige ofwel de toeschouwer van de grote theater­voorstelling'.

49

Ram Tzu

Velen van jullie Zoeken en studeren al heel lang.

Jullie zijn goed thuis In Oosterse Mystieke Rotzooi.

Uit de veda's en de soetra's Heb je geleerd Dat het leven een illusie is En dat je droomt eerwijl je wakker bent.

Ram Tzu vraagt je ...

Hoe weet je Dat jij degene bent die droomt En niet de droom zelf?

0

50

Je zoekt naar aanwijzingen Naar een sleutel Waarmee je het mysterie kunt oplossen.

Je bestudeert de bewegingen van de sterren Je telt je ademhaling Je reciteert je koosnaam voor God Je raadpleegt tarotkaarten Je goochelt met getallen Je bedrijft eindeloos de liefde Je vast Je gebruikt drugs Je bestudeert heilige geschriften Je leest theebladeren Je spreekt met geesten Je wringt je lichaam in allerlei bochten Je trekt van goeroe naar goeroe Je neemt deel aan trainingen en retraites Je oefent je wezenloos Je koopt het ene boek na het andere Je luistert naar cassettebandjes Je bidt dat de stukken er van af vliegen

Ram Tzu verzekert je ...

Je bent pas waar je wezen moer Als je van dit alles genoeg hebt.

0

51

Ram Tzu zal op allerlei niveaus Verkeerd worden begrepen ...

De slimmeriken onder jullie Zullen zijn woorden direct begrijpen.

De dwazen Zullen ze als flauwekul afdoen.

De geleerden Zullen verbanden zien.

De priesters Zullen er een dogma van maken.

De vromen Zullen geshockeerd zijn.

De zondaren Zullen het te druk hebben Om zich er zorgen over te maken.

Slechts enkelen van jullie Zullen er geen gedachte aan verspillen.

Maar diep van binnen Zijn jullie er allemaal blij om Dat iemand jullie Een heel klein beetje aandacht schenkt.

52

Alexander Smit

Bezoeker: Als ik probeer de tegenwoordigheid te ervaren, dan vliegt mijn geest atle kanten uit.

Alexander: Als je kiespijn hebt, ervaar je dan tegenwoor­digheid?

Bezoeker: Zeker.

Alexander: Luister, of je kiespijn hebt, aan het bevallen bent, doodgaat of in coma ligt, de tegenwoordigheid is er. Met of zonder jou.

Bezoeker: Of ik die ervaar, is wat anders.

Alexander: Hier zijn we bezig die te ervaren. Dat is min of meer ons doel van deze week, als er tenminste niet al te veel weerstand is. We zijn hier om allerlei ideeën, die eventueel beperkend kunnen zijn, op te helderen. Dat is her doel van dit soort gesprekken en van alles wat we hier doen.

Bezoeker: Toch komt het bij mij over dat een zekere rust ...

53

Alexander: Daarbij gepast is? Dus jij denkt dat je op een kerkhof beter tot verlichting komt? Daar heb je pas rust!

Bezoeker: Wat ik eigenlijk probeer te zeggen is, om het es­sentiële te kunnen ervaren ...

Alexander: De essemie is overal! Alles komt voort uit dat essentiële. Alles îs dat essentiële. Voor het bewustzijn is er niets te verbergen. Alles is een manifestatie daarvan. Waar je ook kijkt: bewustzijn. Niets uitgesloten. De kunst van het waarnemen is dat je alles leert zien. Bewustzijn sluit niets uit. Jij sluit uit. Bewustzijn is wat jij bent. Dat weet je donders goed.

Bezoeker: Die rustige geest is in zekere zin ook een uitvloei­sel van een leven waarin eigenlijk alle conflicten zijn opge­lost.

Alexander: Nee, meneer. Die rustige geest kán een uit­komst zijn van zelfrealisatie, maar niet per definitie. Die kan een uitkomst zijn, maar dat wil niet zeggen dat elke rustige geest een zelfgerealiseerde geest is.

Bezoeker: Een leven vol onderdrukte conflicten ...

Alexander: Het enige dat iemand die onderdrukte con­flicten heeft niet ziet, is dat hij zich met dingen kan identificeren of niet. Een leven dat blauw staat van de conflicten kan in tien minuten groen staan. Identificatie of niet. Dát is het enige verschil. De rest is bedacht. Als jij zwaar gedeprimeerd bent, zie je de hele wereld als een rocwereld. Dan word je verliefd, en de hele wereld ziet er totaal anders uit. Is die wereld veranderd? Nee, jij bent veranderd. Je standpunt is veranderd. Op het moment

54

dat je je standpunt verandert, verandert alles. Nu gaan we nog een stap verder. Als je morgen hoort dat je tien miljoen gulden gewonnen hebt in de loterij ziet de wereld er volmaakt anders uit. Je standpunt is veranderd. Als de belasting aan de deur komt en zegt: 'We krijgen nog dertigduizend gulden van u,' dan ziet die wereld er ook totaal anders uit. Het standpunt dat je inneemt, precies zo ziet de wereld eruit.

55

Chuck Billig

De grote paradox is dat er niets is dat jij bent, en dat er tegelijkertijd niets is dat jij niet bent.

Dit is het toppunt van spirituele ironie: de leraar wijst rechtstreeks naar de waarheid, maar vervolgens gaat de leerling de léraar aanbidden.

Of nog erger: de leerling aanbidt de aanwijsstok die de leraar heeft gebruikt!

Maar als bewustzijn zelf ben jij in wezen de bron van alle grote leraren.

Jij bent echt de ultieme bron van al hun spirituele onder­richt.

Je hebt hen alleen maar geschapen in je persoonlijke drama, om je telkens weer te herinneren aan wat je voor­wendt vergeten te zijn.

Zowel de leraren als hun onderricht verschijnen ... en ver­dwijnen in het hart van wie jij bent.

56

Een algemene vergissing is de waan dat jfj de oorspronke­lijke zanger van jouw levenslied bent.

Ook al playback je de woorden slechts, je probeert nog steeds de eer op te strijken - of de schuld op je te nemen - van het lied dat ten gehore wordt gebracht.

En je blijft ironisch genoeg verantwoordelijk voor al je keuzen ... terwijl je er niets over te zeggen lijkt te hebben.

Verantwoordelijkheid, jawel, maar geen schuld.

Maar er blijven consequenties.

Je geeft de toekomst niet de schuld van je heden; waarom ben je er dan zo snel bij om het verleden de schuld te geven?

Het verleden kan je alleen maar over het verleden ver­tellen.

Het verleden kan je niets over het nu vertellen.

Maar als je paradoxaal genoeg niet actief deelneemt aan het volle eerbetoon aan het hier-en-nu, zou je zogenaam­de toekomst weleens verdacht veel op je zogenaamde ver­leden kunnen lijken.

Maar dit is een belangrijk onderdeel: het feit dat het ver­leden onwerkelijk is, wil nog niet zeggen dat het nooit is gebeurd.

57

Maar echt of niet, het verleden kun je niet veranderen. Je kunt alleen je ervaring van het verleden veranderen.

Maar die verandering kan natuurlijk nooit in het verle­den plaatsvinden.

Die verandering kan zich alleen in het nu voltrekken.

Alles over Niets

Niets is erg belangrijk. In feite doet niets er werkelijk toe, eenvoudig omdat er niets aan de hand is. Er is

niets om bang voor te zijn en er is niets om je zorgen over te maken.

Er is niets te leren, niets te onthouden, niets op te bou­wen, niets te bewaren, niets om je aan vast te klampen en niets om los te laten.

Hoewel niets in staat zal zijn je van je plaats te krijgen, zal niets je uiteindelijk bevredigen. Niets zal werken en er is werkelijk niets om op vooruit te kijken.

Niets zal je boos maken en niets kan je kwetsen. Niets zal maken dat je slaagt en niets zal maken dat je faalt.

Op dit moment gebeurt er niets en toch zal niets in laat­ste instantie ooit veranderen.

Verbazingwekkend genoeg heeft niets een naam gekregen.

Ironisch genoeg heeft 'het' alle namen.

58

Francis Lucille

Stel uzelf de vraag wie er gehypnotiseerd is. Onderzoek dat tot in de diepte. Wie is het? Waar is het? U zult

ontdekken dat het niet lukt om zo'n wezen te vinden. Wanneer u uw geest en lichaam doorzoekt, zult u een paar begrippen aantreffen waarmee u zich vereenzelvigt, zoals: 'ik ben een vrouw, ik ben een menselijk wezen, ik ben een jurist' enzovoorts. U kunt in uw lichaam ook bepaalde gewaarwordingen aantreffen, bepaalde regio­nen die ondoorzichtiger en solider zijn, waarmee u zich eveneens vereenzelvigt. Maar als u preciezer toeziet, wordt duidelijk dat u niet dat gevoel in uw borstkas bent, niet dit gevoel van een vrouw te zijn, want gevoelens komen en gaan en wat u werkelijk bent is blijvend. Juist op dat mo­ment houdt de hypnose op. Dat die gedachten en gevoe­lens zich voordoen, is minder problematisch dan uw ver­eenzelviging ermee. Zodra u zich daarvan bewust wordt, neemt u er afstand van. U bent vrij. In deze vrijheid geeft u zich nergens een omschreven plaats. Het is van belang om op deze onbepaalde plek te blijven en niet toe te geven aan de normale neiging om meteen een nieuwe identiteit aan te nemen zodra u de oude loslaat; zoals een aap die een tak niet loslaat eer hij aan de volgende hangt.

59

U zult ontdekken hoe heerlijk het is op deze manier in de lucht te leven zonder ergens aan te hangen, onthecht. In het begin lijkt het wat vreemd, al hindert uw nieuwe houding u nergens in. U kunt gewoon uw functie van moeder of jurist blijven vervullen, uw lichaam voelen enzovoorts. Eigenlijk is niets zijn, in de lucht, nergens, erg praktisch. Het maakt het leven een stuk eenvoudiger. Neem geen genoegen met alléén maar begrijpen. Pas uw inzicht toe in de praktijk. Probeer niemand te zijn. Laat de takken los.

Is het niet moeilijk om daarna in je lichaam terug te keren en het alledaagse leven te leiden?

U bent nooit in uw lichaam geweest, dus is de vraag om erin terug re keren niet aan de orde. Uw lichaam bevindt zich in u. U bent niet in het lichaam. Uw lichaam doet zich aan u voor als een reeks zintuiglijke gewaarwordin­gen en begrippen. U weet dat u een lichaam hebt wanneer u het voelt of wanneer u eraan denkt. Deze gewaarwor­dingen en gevoelens verschijnen binnen u, pure bewuste aandacht. U verschijnt niet in hen, in tegenstelling tot wat uw ouders, uw leraren en bijna de hele gemeenschap waarin u leeft u hebben geleerd. In tegenspraak met uw eigen ervaring hebben ze u geleerd dat u, als bewustzijn in uw lichaam bent, dat bewustzijn een functie is die ont­springt aan de hersenen, een orgaan van uw lichaam. Ik stel voor dat u deze overtuigingen in twijfel trekt en de ruwe gegevens van uw eigen ervaring aan een onderzoek onderwerpt. Denk terug aan de recepten voor geluk die u als kind van diezelfde mensen kreeg: studeer hard, neem een goede baan, trouw met de juiste man, enzovoorts. Als die recepten gewerkt hadden zat u hier niet met al deze vragen. Ze werken niet, omdat ze gebaseerd zijn op

60

een verkeerde kijk op de werkelijkheid, een gezichtshoek waarvan ik u aanraad hem te betwijfelen.

Ga dus voor uzelf na of u verschijnt in uw lichaam of uw geest of dat die, daarmee in tegenstelling, in u ver­schijnen. Dat is een omkering van perspectief vergelijk­baar met de ontdekking van de engel in de boom. Al lijkt deze verandering aanvankelijk klein, toch is het een revolutie met onvoorstelbare en oneindige gevolgen. Als u de mogelijkheid dat de boom ook een engel zou kun­nen zijn, echt kunt aanvaarden, dan zal die engel zich aan u tonen en verandert uw leven in betovering.

61

Philip Renard

Ik heb gezien dat het bij inzicht in de meeste gevallen niet zo is dat iemand helemaal in vrede is gevallen. Dat

er nog steeds een noodzaak is om allerlei situaties, met name die tussen mensen, keer op keer te bezien. Omdat op de plek waar inzicht totaal lijkt het idee erin kan slui­pen dat je geen fouten meer maakt, of dat jouw fouten er niet meer toe doen.

En dat kan wel eens een vergissing zijn. Want jij hebt jouw visie, maar de persoon naast jou, of de persoon met wie je leeft, die heeft er ook een en die maakt de wrijving mee, en die is het niet altijd eens met hoe jij de zaak be­kijkt. Dus op dat wrijvingspunt kan dan, omdat jij een bepaald inzicht hebt, een arrogantie intreden, een weg­wimpelen van de zogenaamd kleinigheden. 'Ach, oordeel jij nog vanuit dat kleine ego!' Een wonderlijk bolwerk waarin je twee niveau's door elkaar heen haalt. En dit komt helaas heel veel voor. Vandaar dat als jij zegt: 'That's it', alsof alles hiermee volbracht is, dan zeg ik: 'Ja, that's ie', maar voor mij is dat het begin. Voor mij is de realisatie meer een begin dan een eindpunt. Dan pas ga je kijken wat de dingen zijn die er tussen ons spelen.

62

Bezoeker: Dan speelt afwijzing, arrogantie, trots. Tegelij­kertijd speelt dat hele egobolwerk op.

Philip: Ja, dus dat moet je gaan bekijken vanuit die ruim­te. Ik noem dat: 'het tweede niveau'. 'Eerste niveau' is alleen maar zien wie je bent, net zolang rot je daarin een stabilisatie hebt en van daaruit, vanuit die ruimte van dat eerste niveau, kun je dan in vrede die persoon gaan bekijken, het 'egobolwerk' zoals jij dat noemt.

Dan kun je echt in liefde daarmee omgaan. In plaats van dat je met een nieuwe haatformule probeert het zo­genaamde 'ego' te bestrijden.

Zo'n poging is gewoon weer onderdeel van het ego. Het gaat er dus om iets te ontmoeten in jezelf dat niet vastzit in die oude formule van zelfhaat. Dat is eigenlijk alles.

Bezoeker: Het is inderdaad zeljhaat, dat zie ik ook. Dus de pijn die daaruit ontstaat, is continue de afwijzing van jezelf Dat heeft een gigantische hoeveelheid pijn en ellende veroorzaakt en juist in de intimiteit, waarin je eigenlijk ver­langt naar 'Dat: Liefde, of hoe je het ook benoemen wilt, steekt dat geweldig de kop op.

Philip: Ja, daar speelt het zich af. Precies in die intimiteit. Daarmee omgaan, vanuit de stilte, dat is eigenlijk het on­derwerp. Zie, vanuit de stilte, wat de oude pijn is, zodat die kan smelten. Zodat het niet langer 'twee' is: 'Hier ben ik in stilte, maar gisteren had ik pijn, of straks ga ik weer pijn ontlopen'. Nee, laat het maar gebeuren en maak er contact mee.

Bezoeker: ja, ik zie dat dat schreeuwt om aandacht.

63

Philip: Als je dat kunt verdragen dat schreeuwen, als je daarmee in vrede bent, ook al is het daar geen vrede, ook al krijst het, wees daar in vrede mee. Vanuit die stilte kan dat. Daar vanuit hoeft het niet anders, hoeft het niet gecorrigeerd, hoeft er geen antwoord op, maar wel ermee omgaan.

Bezoeker: ja, ik zie dat dat de grootste pijn is. En dat op deze plek tegelijkertijd ook de mildheid zit.

Philip: Ja, daar komt het op neer. Zo kan dat samen­vloeien. Kun je dat voelen, dat dat kan samenvloeien? Vertoef daar maar. Als je daar vertoeft en het durft om steeds maar weer opnieuw te voelen, dan kun je eraan gaan wennen dat die twee samen gaan vallen. Dat die pijn mag gaan oplossen, smelten.

Zo speelt het zich af

64

Ramesh S. Balsekar

Een van de grootste mysteries in de natuur en mis­schien de basis van het ongelukkig zijn van de mens­

heid, is het bestaan van tegengestelde polen. Niet de onherroepelijke, onverenigbare tegenstellin­

gen, maar de onderling verbonden polaire tegengestel­den. Het soort waarbij de een niet zonder de ander kan, waarbij in feite de een het bestaansrecht is van de ander.

Polariteit is beduidend meer dan enkel tegengesteld­heid of dualiteit. Het betekent dat de tegengestelden on­scheidbaar met elkaar verbonden zijn,

Zoals de twee uiteinden van een stok, de twee zijden van een munt of de twee polen van een magneet. Wat we een magneet noemen en wat de eigenschappen van een magneet heeft, is enkel en alleen een magneet vanwege de twee tegengestelde polen.

De tegenpolen worden de basis van het ongelukkig zijn van de mens, omdat wanneer de mens nadenkt over de tegenstellingen in het leven, hij vergeet dat de polen zelf niets meer zijn dan louter abstracte 'termen' of 'sym­bolen'. Wat vergeten wordt, is dat wat er echt roe doet en belangrijk is, niet de termen of symbolen zijn, maar dát, wat de polen verbindt. Dit is het probleem van het onge-

65

lukkig zijn van het individu, omdat het denken in sym­bolen gelijk staat met het classificeren en in verschillende vakjes plaatsen van ervaringen. Met andere woorden, de individuele mens denkt in termen van individualiteiten slaagt er aldus in de werkelijk ondeelbare natuur in con­cepten op te splitsen. Is het verbazingwekkend dat deze onnatuurlijke splitsing de mens scheidt van zijn natuur­lijke achtergrond en hem in een mentale staat brengt die hij omschrijft als ellendig, ongelukkig of gebonden? En is het verbazingwekkend dat, als hij zich in die staat be­vindt, hij voor altijd bevrijding zoekt?

De natuur zelf schijnt het niet te weten of het iets te kunnen schelen dat er door de mens gemaakte tegenstel­lingen zijn of een wereld van tegengestelden. De natuur lijkt volmaakt tevreden te zijn dat ze een wereld schept van oneindige, extatische verscheidenheid die onwetend is van leuke of lelijke, ethische of onethische dingen. Zo­als Thoreau het ooit zei, de natuur verontschuldigt zich nimmer en ziet daar ook geen reden toe. Klaarblijkelijk omdat de natuur alleen maar verrukkelijke verscheiden­heid ziet en geen 'fouten in tegengestelden'. Het is de moeite waard om op te merken dat het de fundamentele polariteit van de natuur zelf is, waarop de oude Chinese cultuur is gegrondvest.

Die is wat Lao Tzu over deze belangrijke zaak gezegd heeft:

Als iedereen schoonheid als schoonheid herkent, Dan is de lelijkheid al aanwezig; Als iedereen goedheid als goed herken� Dan is het kwaad al aanwezig. Zijn' en 'Niet-Zijn: verschijnen tegelijk samen; Moeilijk en makkelijk, ontstaan samen; Lang en kort, vormen samen een contrast;

66

Hoog en laag, kunnen alleen samen hun plaats hebben; Voor en na, vormen alleen samen een volgende.

En Chuang Tzu, Lao Tzu's illustere opvolger, zei:

Dus, diegenen die zeggen dat er goed' bestaat zonder het ermee verbonden kwaad, of een goe­de regering zonder het ermee verbonden wan­bestuur, snappen de belangrijkste principes van het universum niet, noch de aard van de schep­ping. Men zou net zo goed kunnen spr·eken over het bestaan van de Hemel zonder een Aarde, of van het negatieve zonder het positieve, het­geen evident onmogelijk is. Niettemin praten de mensen daar zonder ophouden over; zulke mensen moeten ofwel niet wijs zijn, of ze hou­den de zaak voor de gek.

67

Wie, wat en waar

De teksten uit deze bloemlezing komen uit de vol­gende boeken:

Ramesh S. Balsekar, uit: Er was eens . . . , Samsara 2003

Alexander Srnit en Wolter A. Keers, uit: Kennendheid, Samsara 2003

Catherine Ingram, uit: Hartstochtelijk aanwezig zijn, Altamira-Becht 2003

Shri Nisargadatta Maharaj, uit: Ik Ben, Altarnira-Becht 2000

Roy Whenary, uit: De structuur van Zijn, Samsara 2003

Steven Harrison, uit: Zoek geen antwoord, Samsara 2003

Douwe Tiemersrna, uit: Paul Blok: Welkom in satsang, Altamira-Becht 2002

Wolter A. Keers, uit: Vrij Zijn, Samsara 2004

Anthony de Mello, uit: Bewustzijn, Sarnsara 2004

Jan van Delden, uit: Terug van nooit weggeweest, Samsara 2003

Joan Tollifson, uit: Ontwaken in het alledaagse, Sarnsara 2004

Tony Parsons, uit: ... Niemand daar, Samsara 2004

Leo Harrong, uit: Ontwaken in de droom, Samsara 2002

68

Ram Tzu, uit: Wie zoekt zal niet vinden, Samsara 2003

Alexander Smit, uit: Het directe pad, Altamira-Becht 1997

Chuck Hillig, uit: Parels voor de ziel, Samsara 2004

Francis Lucille, uit: Eeuwigheid Nu!, Samsara 2003

Philip Renard, uit: Paul Blok: Welkom in satsang, Alramira-Becht 2002

Ramesh S. Balsekar, uit: Ultieme waarheid, Altamira-Becht 2003

69

Onze titels, met een tekstfragment, kunt u ook zien op onze website:

www.samsarabooks.com

Daar vindt u informatie over de boeken in voor­bereiding, de agenda met informatie over lezingen

van onze auteurs en kunt u zich opgeven voor onze nieuwsbrief.

Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341

1016 AZ Arnsrerdam Telefoon: 020 - 5550366

Fax: 020 - 5550388

E-mail: [email protected]

InZicht een tijdschrift voor verdieping en in:kht

InZicht is een tijdschrift voor iedereen die geïnteresseerd is in radicaal zelfonderzoek!

I z , •1 ·• �_", •�

�·.::..:�_�.::-:!::.·..:::�-.:: ...

Het blad is niet gebonden aan een bepaalde traditie of stro­ming en geeft aan verschillende zienswijzen de ruimte om de le­zer te prikkelen tot een verdere bewustwording.

InZicht is een kwalitatief blad dat put uit de essentie van o.a. de advaita-traditie, het boed­dhisme, de christelijke mystiek, het soefisme en hindoeïsme.

Voor nieuwe abonnees hebben wij een introductieabonnement van 4 nummers voor € 20,00

met een gratis boekje uit de reeks Tijdloze Klassiekers!

Tel. 0252-522001 • www.inzicht.org