Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke...

137
Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren? Het gebruik van aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Transcript of Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke...

Page 1: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren?

Het gebruik van aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Judith de MunckAugustus, 2009

Page 2: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren?

Het gebruik van aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Master Media en Journalistiek

Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen

Erasmus Universiteit Rotterdam

Master thesis

14 augustus 2009

Naam: Judith de Munck

Studentnummer: 181904

E-mail: [email protected]

Begeleider: Drs. A.L. Peeters

Tweede lezer: Dr. J.M. Engelbert

Page 3: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

Samenvatting

Aanspreekvormen worden gebruikt om iemand aan te spreken met de persoonsvorm van de

tweede persoon. De Nederlandse taal kent twee aanspreekvormen, namelijk een formele

aanspreekvorm en een informele aanspreekvorm. Onder de informele aanspreekvorm

verstaan we het zeggen van je en jij en de formele aanspreekvorm wordt gebruikt wanneer

er u wordt gezegd. Met name in de twintigste eeuw maken de Nederlandse

aanspreekvormen een aantal ontwikkelingen door. Mede door de toenemende

informalisering wordt er vaker jij en je gezegd. Het zeggen van jij en je heet ook wel

tutoyeren. Het gebruik van een formele aanspreekvorm zoals u heet vousvoyeren. Ook

verandert de betekenis van de aanspreekvormen. Voorheen gaf de aanspreekvorm u

beleefdheid aan. Tegenwoordig druk je door te vousvoyeren vooral uit dat er een zekere

afstand bestaat tussen de gesprekspartners. De ontwikkelingen in het gebruik van

aanspreekvormen brengt ook wel eens onzekerheid met zich mee en soms is niet duidelijk

tegen wie u en tegen wie jij gezegd moet worden. Deze onzekerheid zien we regelmatig

terug in gesprekken die op televisie uitgezonden worden. Over aanspreekvormen op

televisie is nog bijna niets bekend. Dit is opvallend omdat het gebruik van aanspreekvormen

erg actueel is in het huidige politieke debat over normen en waarden. Deze thesis gaat in op

de aanspreekvormen die in Nederlandse televisieprogramma gebruikt worden. Om een

algemeen beeld te krijgen van de aanspreekvormen die in televisieprogramma’s worden

gebruikt, is in deze thesis een explorerend vooronderzoek gedaan. In dit onderzoek zijn

dertig verschillende programma’s onderzocht op het gebruik van aanspreekvormen. Naar

aanleiding van het vooronderzoek is een hoofdonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek gaat

dieper in op het gebruik van aanspreekvormen en richt zich enkel op praatprogramma’s.

Tenslotte zijn er twee interviews gehouden met televisiepresentatoren om het gebruik van

aanspreekvormen nader te bekijken. Uit deze interviews blijkt dat het aanspreken van

personen in televisie-uitzendingen en het aanspreken van deze personen achter de

schermen vaak verschilt. Indien het om een formeel gesprek gaat worden er tijdens de

uitzending formele aanspreekvormen gebruikt, terwijl achter de schermen de presentatoren

en de gasten elkaar tutoyeren. Het u of jij zeggen blijkt een ingewikkelde aangelegenheid en

het gebruik van aanspreekvormen is van meerdere factoren afhankelijk. De vier factoren die

terugkomen in zowel de kwantitatieve als kwalitatieve analyse zijn: leeftijd, relatie,

maatschappelijke functie en aard van de dialoog. Deze factoren spelen een grote rol in de

keuze voor een aanspreekvorm.

Kernwoorden: aanspreekvormen, tutoyeren, vousvoyeren, televisie, praatprogramma,

kwantitatief onderzoek

Page 4: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

4Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Voorwoord

Voor u (of je) ligt mijn afgeronde masterthesis over aanspreekvormen in Nederlandse

televisieprogramma’s. Toen ik iets las over aanspreekvormen in een reader van de

universiteit, was mijn interesse meteen gewekt. Want wanneer zeg je nou u en wanneer je?

In onze taal bestaan er geen sluitende regels voor het gebruik van aanspreekvormen.

Hierdoor twijfelt iedereen wel eens over het gebruik van u en jij en soms kan dit

ongemakkelijke situaties opleveren. Deze ongemakkelijke situaties zien we ook wel eens

terug in gesprekken op televisie. Daarom leek het mij interessant om te onderzoeken hoe

aanspreekvormen in televisieprogramma’s tot stand komen.

Uiteindelijk heeft het afronden van de master Media en Journalistiek langer geduurd

dan ik van te voren had gedacht. Toch heb ik deze scriptie in een relatief korte periode

kunnen schrijven. Toen ik eenmaal de smaak te pakken had en me meer in het onderwerp

verdiepte, werd het eigenlijk steeds interessanter. Vaak was ik mijn scriptie zat, maar het

onderwerp bleef leuk. Voor het kwantitatieve deel van dit onderzoek was het gebruik van

SPSS noodzakelijk. Helaas zie ik SPSS nog steeds eerder als een noodzakelijk kwaad in

plaats van een leerzame ervaring door de wereld van statistiek. Daarom was het kwalitatieve

deel van deze thesis ook een welkome aanvulling. Om het gebruik van aanspreekvormen op

televisie te onderzoeken, heb ik twee interviews gehouden met presentatoren van

praatprogramma’s. Mijn dank gaat dan ook uit naar Matthijs van Nieuwkerk, Tijs van den

Brink (ik mag Matthijs en Tijs zeggen) en de heer Knevel voor de tijd die zij hebben

vrijgemaakt voor de interviews. Mede door hun enthousiasme, ervaringen en anekdotes, is

deze scriptie geworden zoals die nu is.

Ik wil graag mijn ouders bedanken voor de support en financiële steun tijdens mijn

studententijd. Het heeft even geduurd, maar nu ben ik dan toch echt klaar met mijn studie.

Ook gaat mijn dank uit naar Paulien voor al het nakijkwerk en de opbeurende woorden als ik

het even zat was.

Tenslotte hoop ik dat de lezers van deze scriptie net zoveel plezier zullen beleven bij

het lezen van deze scriptie als dat ik (meestal) had bij het schrijven ervan.

Page 5: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

5Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Inhoud

Samenvatting............................................................................................................................3

Voorwoord .............................................................................................................................3

1 Inleiding

1.1 Inleiding................................................................................................................81.2 Onderzoeksgebied...............................................................................................3

2 Aanspreekvormen

2.1 Aanspreekvormen in Nederland..........................................................................3

2.2 Aanspreekvormen tot 1900..................................................................................32.3 Aanspreekvormen in de 20e eeuw.......................................................................3

2.4 Verschuiving in aanspreekvormen.......................................................................32.5 Het gebruik van aanspreekvormen bij algemeen relationele factoren.................3

2.5.1 U-gebruik bij het aanspreken van ouderen...................................................32.5.2 U-gebruik bij het aanspreken van man/vrouw...............................................3

2.5.3 U-gebruik bij het aanspreken naar maatschappelijke positie........................32.5.4 U-gebruik naar het uitdrukken van respect voor aangesprokene.................3

2.5.5 U-gebruik bij het aanspreken van onbekende personen............................182.5.6 U-gebuik naar de zakelijkheid van een gesprek...........................................3

3 Aanspreekvormen op televisie

3.1 Inleiding................................................................................................................3

3.2 Televisie en genre................................................................................................33.3 Aanspreekvormen in de media............................................................................3

3.4 Onderzoeksmethode............................................................................................33.5 Analyse vooronderzoek.......................................................................................3

3.6 Resultaten analyse vooronderzoek......................................................................33.6.1 Inleiding.........................................................................................................3

3.6.2 Aanspreekvorm richting de kijkers thuis.......................................................33.6.3 Aanspreekvorm richting mannen en vrouwen...............................................3

3.6.4 Aanspreekvorm naar leeftijd van de aangesproken persoon........................33.6.5 Aanspreekvorm naar setting van het gesprek..............................................3

3.6.6 Aanspreekvorm naar functie gesprekspartner..............................................3

Page 6: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

6Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

3.6.7 Aanspreekvorm naar programma-indeling....................................................33.7 Conclusie vooronderzoek....................................................................................3

3.7.1 Inleiding.........................................................................................................33.7.2 Beantwoording deelvragen...........................................................................3

3.7.3 Beantwoording hoofdvraag...........................................................................33.7.4 Reflectie........................................................................................................3

4 Aanspreekvormen in praatprogramma’s

4.1 Inleiding................................................................................................................3

4.2 Televisie en praatprogramma’s............................................................................34.3 Presentator in praatprogramma’s........................................................................3

4.4 De verhouding tussen presentator en gast..........................................................34.5 Functie van het publiek........................................................................................3

4.6 Hoofdonderzoek praatprogramma’s....................................................................34.7 Onderzoeksmethode en verantwoording.............................................................3

4.7.1 Materiaal en procedure...............................................................................384.6.2 Het codeboek..............................................................................................39

4.8 Resultatenanalyse...............................................................................................34.8.1 Inleiding.......................................................................................................41

4.8.2 Aanspreekvormen naar programma...........................................................414.8.3 Setting van het gesprek..............................................................................42

4.8.4 Leeftijd.........................................................................................................434.8.5 Aanspreekvormen naar mannen en vrouwen.............................................45

4.8.6 Aanspreekvormen naar basisoptreden.......................................................454.8.7 Aard en lengte van de dialoog....................................................................46

4.8.8 Intercodeursbetrouwbaarheid.....................................................................464.9 Conclusie...........................................................................................................47

4.9.1 Inleiding.......................................................................................................474.9.2 Beantwoording deelvragen.........................................................................47

4.9.3 Beantwoording hoofdvraag.........................................................................494.9.4 Reflectie......................................................................................................49

Page 7: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

7Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

5 Presentatoren aan het woord

5.1 Inleiding..............................................................................................................51

5.2 Methodologie.....................................................................................................515.3 Presentatoren....................................................................................................52

5.4 Resultaten..........................................................................................................535.4.1 Aanspreekvormen in televisieprogramma’s................................................53

5.4.2 Factoren die een rol spelen in het gebruik van aanspreekvormen.............545.4.3 Afspraken over aanspreekvormen..............................................................57

5.4.4 Voor en achter de schermen.......................................................................585.5 Conclusie...........................................................................................................60

5.5.1 Beantwoording deelvragen.........................................................................605.5.2 Beantwoording hoofdvraag.........................................................................61

5.5.3 Reflectie......................................................................................................62

6. Conclusie

6.1 Inleiding..............................................................................................................636.2 Onderzoek.........................................................................................................63

6.3 Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s..................................646.4 Reflectie.............................................................................................................65

6.5 Aanbevelingen...................................................................................................66

Literatuur ...........................................................................................................................67

Bijlage 1 Programmalijst vooronderzoek............................................................................3Bijlage 2 Codeboek vooronderzoek....................................................................................3

Bijlage 3 Handleiding codeboek voor het explorerend vooronderzoek............................73Bijlage 4 Codeerblad vooronderzoek................................................................................75

Bijlage 5 Programmalijst hoofdonderzoek........................................................................76Bijlage 6 Codeboek hoofdonderzoek................................................................................77

Bijlage 7 Handboek codeboek hoofdonderzoek...............................................................82Bijlage 8 Codeerbladen hoofdonderzoek..........................................................................86

Bijlage 9 Topiclijst interviews............................................................................................89

Page 8: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

8Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Inleiding

1.1. Inleiding

Ruim twee jaar geleden was in het Nederlandse praatprogramma Pauw en Witteman (18

oktober 2006) rapper Ali B. te gast. Premier Balkenende zat ook aan tafel en werd door Ali B.

aanhoudend met je en jou aangesproken. Na deze uitzending ontstond er veel ophef over de

manier waarop de rapper de premier benaderde. In het gastenboek op de website van Ali B.

stroomden de reacties binnen:

(bron:www.alib.nl)

Niet iedereen vond het onbeschoft dat Ali B. de premier met je en jou aansprak. Er waren

ook mensen die het juist leuk vonden van Ali B. dat hij de premier tutoyeerde en Paul

Witteman schreef naar aanleiding van de ophef een reactie in een column in het Vara TV

magazine.

“Vrijwel alle boze reacties gingen over Ali B. , die de premier met ‘je’ en ‘jou’

aansprak. Daaraan had Balkenende zich nu weer niet gestoord. Waarschijnlijk vond

hij het, net als wij, vrijmoedig en ook wel grappig dat de rapper zo weinig afstand

hield tot de belangrijkste man van het land”.

(Witteman, 2006)

Hieruit blijkt dat de meningen verdeeld zijn en dat niet iedereen vindt dat de premier

automatisch een u is. Ondanks de reactie van Paul Witteman (die overigens de premier zelf

wel met u aansprak) en meerdere positieve reacties op het getutoyeer van Ali B. bood deze

uiteindelijk via zijn weblog zijn excuses aan en schreef dat als hij het terug kon draaien, hij

het niet op die manier had gedaan:

Ineke 55 jaar – 19 oktober 2006 10:22Hallo Ali. (…) Ik vind het prima hoe jij in discussies gaat. Maar bij Pauw en Witteman ging je TE ver. Respect bekent ook dat je de Premier met U zou kunnen aanspreken

Lars – 19 oktober 2006 19:26Anders zeg je even U tegen de minister-president, flapdrol!

Page 9: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

9Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

“Ik vond het toen een erg gezellig gesprek, zelfs zo gezellig dat ik de heer

Balkenende tutoyeerde.(…) als ik het terug kon draaien, had ik het niet op die

manier gedaan. Dan had ik hem niet getutoyeerd. Ik deed het niet expres om hem

te beledigen. Ik doe gewoon wat goed voelt.”

(Ali B., 2006)

Over aanspreekvormen bestaan in onze taal geen vaste regels. Hoewel het zeggen van u of

jij vaak automatisch gaat, bevinden de meeste mensen zich wel eens in een situatie waarbij

je je afvraagt of er u of jij gezegd moet worden. Grezel (2002) geeft aan dat u en jij niet

alleen wordt bepaald door leeftijd, status en maatschappelijke positie, maar dat er ook

bepalende factoren meespelen die moeilijk te definiëren zijn zoals de verhouding tussen

mensen en de sfeer van het moment. Voor Ali B. gaf tijdens de uitzending waarschijnlijk de

sfeer van het moment, ‘een erg gezellig gesprek’, de doorslag. Voor de meeste kijkers thuis

zal de maatschappelijke positie van de premier een belangrijke reden zijn om niet te

tutoyeren. Want hoewel sommige mensen vinden dat met het tutoyeren van de premier niets

mis is, blijkt uit de kleine rel die ontstond rond deze uitzending dat de aanspreekvorm jegens

Balkenende voor de meeste mensen helder is, namelijk u.

In veel situaties is de aanspreekvorm duidelijk maar soms bestaat er dus ook wel

eens onzekerheid over het gebruik van u en jij. Uit onderzoek (Vermaas, 2002) blijkt dat er

regelmatig onduidelijkheid bestaat over het gebruik van aanspreekvormen. Deze

onduidelijkheid ervaart iedereen wel eens bij persoonlijke ontmoetingen en zien we ook

regelmatig terug in gesprekken op televisie. Over het gebruik van aanspreekvormen op

televisie is nog maar weinig bekend. In bijna alle televisieprogramma’s worden wel

gesprekken gevoerd. Er zijn natuurlijk veel programma’s waarbij alle dialogen vooraf al vast

liggen. Hierbij kun je denken aan alle scripts die geschreven worden voor bijvoorbeeld soaps

en series. Er zijn echter ook genoeg programma’s waarin gesprekken plaatsvinden die niet

vooraf uitgewerkt worden, onder andere de conversaties tussen presentatoren en gasten in

praatprogramma’s en spelprogramma’s. Sommige presentatoren zijn erg consequent in het

gebruik van u en jij tegen hun gasten. Zo zegt Joost Prinsen in het spelprogramma ‘Met het

mes op tafel’ uitsluitend u tegen zijn gasten. Hij maakt geen onderscheid tussen kandidaten

van verschillende leeftijden en met verschillende functies, iedereen wordt met u

aangesproken. In het programma ‘Lingo’ is het juist andersom, iedereen wordt getutoyeerd

en dus met jij aangesproken. In deze programma’s lijkt de aanspreekvorm een conventie te

zijn. Andere presentatoren wisselen van aanspreekvorm en gebruiken zowel u als jij als zij

gasten aanspreken. Het komt regelmatig voor dat zij ook twijfelen over hoe zij een gast

moeten aanspreken. Zo wisselen presentatoren soms wel eens in een gesprek van

aanspreekvorm. In het programma Zomergasten sprak Adriaan van Dis in 2002 met

Page 10: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

10Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

historicus en jurist Cees Fasseur. Adriaan van Dis sprak Cees Fasseur aan met u. Naarmate

het gesprek vorderde kostte het hem steeds meer moeite om u te blijven zeggen. Toen Cees

Fasseur ging ‘Adrianen’ gaf Adriaan van Dis zich half gewonnen. De rest van het programma

zwalkte hij tussen u en jij (Grezel, 2002). Het gebeurt ook dat in eerdere gesprekken iemand

nog met je werd aangesproken en in een volgende uitzending is dezelfde persoon ineens

een echte u. Een voorbeeld hiervan is André Rouvoet die een aantal keer te gast was bij het

programma De wereld draait door. Matthijs van Nieuwkerk en André Rouvoet spraken elkaar

altijd aan met je. Op het moment dat André Rouvoet minister en vice-premier is geworden,

spreken zij aan het begin van de uitzending op 28 februari 2007 af dat Matthijs van

Nieuwkerk voortaan geen André en jij meer zal zeggen, maar een formele aanspreekvorm

zal gebruiken, namelijk u. Bij deze nieuwe, en hogere, functie vindt André Rouvoet een

formele aanspreekvorm gepaster. Een paar maanden later is André Rouvoet op televisie als

hij meedoet aan de nieuwste rage van 2007 onder jongeren: jumpen. Alexander (2007)

schrijft op een weblog dat hij het gevousvoyeer in De wereld draait door hierdoor niet serieus

meer kan nemen. Voor hem is het duidelijk: ‘een meneer’ jumpt niet!

1.2 Onderzoeksgebied

In Nederland is het meest uitgebreide onderzoek naar aanspreekvormen gedaan door

Vermaas (2002). Zij heeft in dit onderzoek het gebruik van Nederlandse aanspreekvormen

van de dertiende tot en met de twintigste eeuw in kaart gebracht. Uit dit onderzoek blijkt dat

het gebruik van jij als aanspreekvorm de laatste decennia is toegenomen ten koste van het

gebruik van u. Ondanks dat mensen dus vaker jij tegen elkaar zeggen, was het tutoyeren

van premier Balkenende voor velen een stap te ver.

Volgens Vermaas (2002:59) is er algemene verschuiving zichtbaar van het gebruik

van u naar jij. Vooral jongeren zeggen makkelijker dan voorheen jij en je tegen bijvoorbeeld

gezagsdragers. Jongeren lijken minder gevoelig voor status en wie de aangesproken

persoon is en de functie van de aangesproken persoon, bepaalt niet langer welke

aanspreekvorm er wordt gebruikt. Hoe de persoon is lijkt bepalend te zijn geworden voor het

gebruik van u of jij. Ali B. vond de premier ‘een relaxte gozer’ en gebruikte dus jij. Dit had

volgens hem dan ook niet te maken met een gebrek aan respect voor premier Balkenende.

Het gebruik van aanspreekvormen en hoe deze precies toegepast moeten worden is zeer

actueel in het huidige debat over normen en waarden. Dit bleek onder andere door alle ophef

omtrent de uitzending van Pauw en Witteman. De slogan in het normen-en-waarden-debat

van premier Balkenende luidt: ‘Fatsoen moet je doen’ en niet ‘Fatsoen moet u doen’.

Desondanks ging Ali B. deze keer te ver, vond men. Een paar jaar eerder werd de premier

voor het programma ‘Lijst 0’ van BNN door de presentatrices Katja Schuurman en Bridget

Page 11: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

11Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Maasland geïnterviewd waarbij zij ook de premier tutoyeerden. Ik kan me niet herinneren dat

er toen ook zo’n ophef was over het gebruik van het woordje jij. Hieruit blijkt dat elke situatie

anders is en dat het ook een kwestie is waarin het gebruik van u en jij/je verschillend

geïnterpreteerd kan worden.

In onze taal bestaan geen specifieke regels over hoe aanspreekvormen gebruikt zouden

moeten worden. Door de verschuiving van u naar jij is het alleen nog maar moeilijker

geworden. Vermaas (2002:63) geeft aan dat schrijvers het waarschijnlijk zo’n ingewikkelde

kwestie vinden dat ze zich niet wagen aan dit onderwerp. Er worden alleen wat algemene

aanwijzingen gevonden, zoals dat het gebruik van u of jij afhangt van de verhouding die

bestaat tussen twee mensen en dat door vele nuances elke situatie anders is. De

radiomaker Wim T. Schippers besloot de onzekerheid bij het gebruik van aanspreekvormen

in zijn programma Ronflonflon bij Jack Plafond (1984-1991) maar helemaal te vermijden. Hij

sprak zijn gasten consequent aan met ‘joe’ om maar niet voor u of jij te hoeven kiezen. Deze

oplossing om aanspreekvormen te vermijden heeft zich niet doorgezet bij een breed publiek.

In dialogen op zowel radio, televisie als in gedrukte media wordt nog altijd een onderscheid

gemaakt in aanspreekvormen. Een taal waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen

formele en informele aanspreekvormen is het Zweeds. Volgens Zijlmans (2003) is de

algemene aanspreekvorm in Zweden informeel. Iedereen wordt aangesproken met je

behalve de leden van het koninklijk huis, zij worden wel met een titel aangesproken. Toch

voelen veel Zweden zich ongemakkelijk bij de informele vorm van aanspreken. Er bestaat

dus geen formele aanspreekvorm zoals bij ons. Om dit te compenseren kent de Zweedse

taal een enorme variatie aan omslachtige formuleringen om beleefdheid uit te drukken en de

informele aanspreekvorm te ontwijken.

Vermaas (2002:70) registreerde tegen wie in de media van het laatste decennium van de

twintigste eeuw u en jij werd gezegd. Zij analyseerde voor dit onderzoek onder andere

formele interviews in landelijke dag- en weekbladen. Uit de vergelijkingen van de interviews

bleek dat de aanspreekvorm afhankelijk is van de interviewer en de geïnterviewde. In een

formele situatie werd er meestal u gebruikt en bij informele momenten werd jij gezegd. Zij gaf

aan dat beiden waarschijnlijk aanvoelen welke vorm gebruikt moet worden maar dat er soms

afspraken werden gemaakt over de aanspreekvorm. Vermaas (2002) constateerde dat in

radio-uitzendingen bij de publieke omroepen voornamelijk u wordt gezegd en bij de

commerciële omroepen bijna iedereen met je wordt aangesproken. Aan de hand van deze

bevindingen is besloten om onderzoek te doen naar de aanspreekvormen in

televisieprogramma’s. Er zijn namelijk nog geen gegevens over het gebruik van u en jij in

gesprekken op televisie. Om inzicht te krijgen in de aanspreekvormen die in Nederlandse

Page 12: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

12Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

televisieprogramma’s worden gebruikt, zal in deze thesis zowel kwantitatief onderzoek als

kwalitatief onderzoek gedaan worden. De hoofdvraag van deze thesis is:

Welke aanspreekvormen worden gebruikt in Nederlandse televisieprogramma’s en hoe

komen deze aanspreekvormen tot stand?

In het eerste explorerende vooronderzoek wordt onderzoek gedaan naar het gebruik van u

en jij in dertig televisieprogramma’s. Naar aanleiding van dit vooronderzoek, dat in hoofdstuk

2 wordt behandeld, worden de onderzoeksvragen van het hoofdonderzoek van deze thesis

nader geformuleerd. In het hoofdonderzoek in hoofdstuk 4 zal dieper ingegaan worden op

het gebruik van aanspreekvormen in Nederlandse praatprogramma’s. Tenslotte wordt in

hoofdstuk 5 een kwalitatief onderzoek uitgevoerd. In dit kwalitatieve onderzoek zijn diverse

televisiepresentatoren geïnterviewd om meer inzicht te krijgen in het proces van aanspreken

in praatprogramma’s.

Page 13: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

13Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

2 Aanspreekvormen

2.1 Aanspreekvormen in Nederland

Aanspreekvormen hebben in de Nederlandse taal een aantal ontwikkelingen doorgemaakt.

Voordat verder op deze ontwikkeling wordt ingegaan, is het van belang het begrip

aanspreekvorm nader te beschrijven. Met een aanspreekvorm wordt in deze thesis de

persoonsvorm van de tweede persoon bedoeld. De tweede persoon is hierbij de persoon

tegen wie gesproken wordt of waar een gesprek mee wordt gevoerd. De vormen die gebruikt

worden voor de twee persoon enkelvoud zijn: u, jij, je, jou, gij en ge. In het meervoud zijn de

vormen u, jullie, gij en ge. De aanspreekvormen gij en ge worden bijna niet meer gebruikt in

onze spreektaal, soms nog in het zuiden van het land en in Vlaanderen. In Vlaanderen is de

aanspreekvorm gij niet automatisch een synoniem van u. He wordt ook gebruikt als informele

aanspreekvorm die vergelijkbaar is met het zeggen van jij. Voor het onderzoek in deze thesis

worden de Nederlandse aanspreekvormen in twee groepen verdeeld, namelijk de formele

aanspreekvorm en de informele aanspreekvorm. Onder de formele aanspreekvorm

(vousvoyeren) vallen de vormen u, gij en ge. De informele aanspreekvorm (tutoyeren) wordt

gekenmerkt door het zeggen van jij, je, jou en jullie.

De aanspreekvormen zoals wij die nu in onze taal gebruiken, zijn voortgekomen uit een

langdurige ontwikkeling. Omdat in deze thesis alleen wordt gekeken naar de

aanspreekvormen zoals wij die nu kennen, maar enige geschiedenis nodig is om te begrijpen

waarom we nu juist deze aanspreekvormen gebruiken, zal in de volgende hoofdstukken de

ontwikkeling van aanspreekvormen aan bod komen. In hoofdstuk 2.2 zal de geschiedenis

van de aanspreekvormen tot 1900 worden besproken. Daarna zal dieper worden ingegaan

op de veranderingen die hebben plaatsgevonden in de 20e eeuw.

2.2 Aanspreekvormen tot 1900

Onze taal kent nu twee aanspreekvormen, namelijk formeel en informeel. Dat dit niet altijd zo

is geweest, blijkt uit onderzoek van Vermaas (2002). De Nederlandse taal heeft langdurig

maar één aanspreekvorm gekend. In de dertiende eeuw werd in Middelnederlandse teksten

als aanspreekvorm in het enkelvoud du geschreven en in het meervoud ghi/gi. Later werd de

vorm ghi/gi ook in het enkelvoud gebruikt waarbij het als beleefdheidsvorm werd gebruikt. In

geschreven teksten veranderde de g-vorm ghi/gi langzaam in ghy/gy waarbij deze vorm in

allerlei situaties vaker werd gebruikt dan de d-vorm (Vermaas, 2002:39). In de literatuur tot

de zestiende eeuw neemt het gebruik van du af en uiteindelijk verdwijnt deze vorm zodat

Page 14: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

14Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

alleen g-vormen nog als aanspreekvorm in het enkelvoud en meervoud wordt gebruikt.

Ghy/gy wordt vanaf het eind van de zestiende eeuw de enige aanspreekvorm, ongeacht de

persoon tegen wie gesproken wordt. Het gebruik van du beschouwt men als ouderwets en

ghy wordt de enige vorm voor situaties van zowel beleefdheid en distantie als

vertrouwelijkheid en intimiteit (Vermaas, 2002:40).

De huidige j-vormen (jij, je, jou, jullie) zijn afgeleiden van de g-vormen (ghi,gi, ghy,

gy). Het is onduidelijk hoe deze vormen precies zijn ontstaan, maar volgens Vermaas

(2002:46) zouden de j-vormen zijn ontstaan in bepaalde regio’s van Nederland waar een

dialect werd gesproken en uiteindelijk tot de standaardtaal zijn gaan behoren. De j-vorm

komt al rond de zeventiende eeuw voor in bepaalde regio’s, maar is als algemene

aanspreekvorm pas aan het eind van de negentiende eeuw in heel Nederland

doorgedrongen.

Hoewel u in de zeventiende eeuw af en toe in geschriften werd gebruikt, krijgt het pas

later de functie van beleefdheidsvorm. In de achttiende eeuw krijgt men de behoefte om een

verschil in aanspreekvormen te gebruiken en wordt in hogere kringen de u-vorm gebruikt om

beleefdheid aan te geven. De u-vorm wordt gebruikt als beleefdheidsvorm en jij/je heeft de

vorm van vertrouwelijkheid. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat tot de twintigste eeuw

voornamelijk nog de g-vorm nog werd gebruikt om beleefdheid te tonen. Pas in de loop van

de twintigste eeuw wordt er overwegend u gebruikt in plaats van gij/ge.

2.3 Aanspreekvormen in de 20e eeuw

Aan het begin van de twintigste eeuw is het gebruik van aanspreekvormen voornamelijk

afhankelijk van de status van de diegene die wordt toegesproken (Van Zalk & Jansen,

2004:266). Voor mensen met een hogere status dan de spreker werd als aanspreekvorm u

gebruikt en voor gelijken en mensen met een lagere status jij. Doordat iedereen een

aanspreekvorm moest kiezen werden de standverschillen extra benadrukt. Van Zalk en

Jansen (2004:266) illustreren deze ontwikkeling met een aardig voorbeeld. “De dokter zei jij

tegen de bakker, en de bakker zei u terug. Pijnlijk werd het pas toen het zoontje van de

dokter met u werd aangesproken, maar op zijn beurt jij tegen de bakker zei.” Uit dit

voorbeeld blijkt hoezeer standen de gekozen aanspreekvorm bepaalden. Later in de

twintigste eeuw zien we dat uit onvrede over dit systeem de statusinterpretatie steeds minder

belangrijk wordt bij het kiezen van een aanspreekvorm. Nederland wordt minder een

standenmaatschappij en de vanzelfsprekendheid waarmee bepaalde standen worden

aangesproken wordt ook minder (Van Zalk en Jansen, 2004:266). Vanaf dat moment lijkt de

keuze voor een aanspreekvorm samen te hangen met solidariteit. Van Zalk en Janssen

(2004:267) maken dit duidelijk door onderscheid te maken tussen een ‘binnengroep’ en een

Page 15: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

15Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

‘buitengroep’. De binnengroep bestaat uit mensen die tot de groep van de spreker behoren

en hier wordt jij/je tegen gesprekspartners gebruikt. In deze groep vallen generatiegenoten

en familie, maar ook vrienden en collega’s. De buitengroep bestaat uit mensen die buiten

deze binnengroep vallen en zij worden aangesproken met u.

2.4 Verschuiving in aanspreekvormen

In de loop van de twintigste eeuw ontstaan de aanspreekvormen zoals wij die nu ook

gebruiken. Een gesprekspartner wordt met u of jij/je aangesproken. De j-vorm is een teken

van vertrouwelijkheid en u zeggen staat symbool voor afstand, respect, zakelijkheid en

status, maar ook voor beleefdheid (Grezel, 2002:265). Aan het begin van de twintigste eeuw

wordt u nog vaak gebruikt binnen families. Zo blijkt uit onderzoek van Vermaas (2002:56) dat

kinderen die omstreeks 1940 zijn geboren, hun ouders nog bijna allemaal met u aanspreken.

Dit heeft te maken met een vorm van beleefdheid, waarvoor oudere generaties nog gevoelig

zijn. In de jaren zestig zorgen maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het doorbreken van

tradities, informalisering en emancipatie, voor een afnemend gebruik van u ten gunste van jij

en je. In de jaren tachtig spraken de meeste jongeren hun ouders aan met jij terwijl hun

ouders de grootouders nog met u aanspraken (Vermaas, 2002). Burger en De Jong (1998)

geven aan dat het gebruik van formele aanspreekvormen door kinderen tegen hun ouders in

minder dan een eeuw grotendeels is verdwenen.

Niet alleen binnen de familie wordt er meer getutoyeerd dan vroeger, ook in relaties

tussen leeftijdsgenoten en gelijkgezinden wordt er vaker jij en je gebruikt. Vermaas (2002)

denkt dat dit komt doordat er nu meer waarde wordt gehecht aan solidariteit en jongeren

minder waarde hechten aan status. Grezel (2002) geeft aan dat de gevoelswaarde van u is

veranderd. Voorheen gaf de aanspreekvorm u beleefdheid aan. Tegenwoordig druk je ermee

uit dat er een zekere afstand bestaat tussen de gesprekspartners. Ook Vermaas (2005)

erkent dat de context van u is veranderd. Het gebruik van de aanspreekvorm u heeft in

mindere mate te maken met het uitdrukken van respect. Dit verklaart waarom veel ouderen

zich storen aan de jeugd die veel vaker jij en je gebruikt. De oudere generatie heeft de

beleefdheidvorm aangeleerd en ziet niet in dat de jij-zeggers niets onbeleefds bedoelen.

Volgens Vermaas (2002) zijn de nieuwe ongeschreven regels dan ook nog niet tot iedereen

doorgedrongen. De ontwikkelingen in het gebruik van aanspreekvormen brengt ook

onzekerheid met zich mee. Veel mensen bevinden zich wel eens in een situatie waarbij men

twijfelt over de te gebruiken aanspreekvorm. Deze onzekerheid zien we terug bij radio- en

televisieprogramma’s waarbij men bijvoorbeeld afspreekt om te tutoyeren of waar een

interviewer wisselt met de aanspreekvorm in een gesprek met één persoon.

Page 16: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

16Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Zo geeft Tineke Huizinga in het programma De wereld draait door aan dat Matthijs van

Nieuwkerk wel Tineke mag zeggen. Zij geeft dus aan dat zij het niet erg vindt om

getutoyeerd te worden. Toch houdt hij vast aan het zeggen van u. Tijs van den Brink heeft in

het programma Knevel en Van den Brink (24 juni 2009) problemen met het aanspreken van

de vrouw van Freek de Jonge. Hij begint met het zeggen van u, zegt later in de uitzending

een paar keer je en jij en gaat vervolgens weer verder met u.

2.5 Het gebruik van aanspreekvormen bij algemeen relationele factoren

In de vorige paragrafen is duidelijk geworden dat aanspreken geen eenvoudige

aangelegenheid is. Het gebruik van aanspreekvormen is in de twintigste eeuw sterk

veranderd maar nog niet duidelijk is wanneer en tegen wie u en jij/je wordt gezegd. Vermaas

(2002:177) heeft de veranderingen in het gebruik van aanspreekvormen bij algemeen

relationele factoren in kaart gebracht. De ondervraagde personen zijn teruggebracht tot drie

generaties waarbij één generatie een periode van ongeveer 25 tot 35 jaar beslaat. De jonge

generatie is tussen de vijftien en achttien jaar, de ouders van deze jonge generatie is de

middengeneratie en onder de oude generatie vallen de grootouders van de jonge generatie.

De factoren die hieronder besproken worden zijn: de ander is ouder, de ander is van

hetzelfde of andere geslacht, de maatschappelijke positie van de aangesprokene, respect

voor hem of haar, onbekendheid en zakelijkheid van de relatie.

2.5.1 U-gebruik bij het aanspreken van ouderen

Het gebruik van de aanspreekvorm u tegen een ouder persoon is volgens het onderzoek van

Vermaas (2002) erg afhankelijk van de generatie. Slechts 16,5% van de jonge generatie zegt

altijd u tegen een oudere, terwijl in de oude generatie 65,7% altijd u zegt. Verwacht kon

worden dat de jonge generatie wellicht vaker altijd u zegt gezien het leeftijdsverschil en de

afstandelijkheid naar ouderen in het algemeen. Uit het onderzoek blijkt dat van de jonge

generatie 77,1% soms u zegt tegen een oudere. Eerder zagen we al dat de gevoelswaarde

van u veranderd is en dit zou kunnen verklaren waarom bij de jonge generatie de factor

leeftijd niet automatisch bepalend is om iemand met u aan te spreken. De jonge generatie

beoordeelt per persoon óf leeftijd óf de situatie de doorslag geeft om u te zeggen.

Page 17: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

17Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

2.5.2 U-gebruik bij het aanspreken van man/vrouw

In het onderzoek van Vermaas (2002) heeft zij gekeken of er een verschil is in het gebruik

van aanspreekvormen naar geslacht. Uit het onderzoek blijkt vooral dat de oude generatie

mannen onderscheid maakt in de aanspreking van een man of vrouw, terwijl de oude

generatie vrouwen dat onderscheid veel minder maakt. Van de oude generatie mannen

spreekt namelijk 43,7% een vrouw aan met altijd u terwijl van deze generatie 29,5% een man

met altijd u aanspreekt. De jonge en middengeneratie maken maar weinig onderscheid

tussen het aanspreken van mannen en vrouwen.

2.5.3 U-gebruik bij het aanspreken naar maatschappelijke positie

Zoals blijkt uit het onderzoek van Vermaas (2002) is status voor de jonge generatie een

minder belangrijke factor geworden om u te zeggen. In het onderzoek dat zij deed naar het

u-gebruik naar de maatschappelijke positie van de aangesproken persoon blijkt dat de jonge

generatie (maar ook de middengeneratie) minder gevoelig is voor de maatschappelijke

positie van de aangesprokene. Van de jonge generatie geeft 60,8% aan soms u te zeggen.

Er heerst dus onzekerheid over het gebruik van u en je wat volgens Vermaas (2002:188)

verklaard kan worden door de vage normen en waarden die over het gebruik van

aanspreekvormen zijn ontstaan.

2.5.4 U-gebruik naar het uitdrukken van respect voor aangesprokene

Het u-gebruik bij de factor respect ligt bij alle generaties hoger dan het u-gebruik bij de

maatschappelijke positie van de aangesprokene. Waarschijnlijk komt dit doordat men door

het u-gebruik een waardering wil laten blijken en vindt men deze factor belangrijker dan de

maatschappelijke positie die de aangesproken persoon heeft (Vermaas, 2002:194). Toch wil

niet zeggen dat een groot gevoel van waardering of respect niet samen kan gaan met jij of je

zeggen. Denk maar aan de ontwikkeling dat kinderen hun ouders bijna niet meer met u

aanspreken. Dit betekent niet dat al deze jongeren geen respect voor hun ouders zouden

hebben. Waarschijnlijk overheerst in die situaties het solidariteitsgevoel. De ouders zitten in

de eerder besproken ‘binnengroep’ en dus kan waardering en respect samengaan met het

zeggen van je en jij.

Page 18: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

18Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

2.5.5 U-gebruik bij het aanspreken van onbekende personen

Vermaas (2002:200) onderzocht ook in hoeverre de factor onbekendheid meespeelt bij de

mate van het zeggen van u of jij/je. In vergelijking met de andere factoren zeggen alle

generaties vaker altijd u bij de onbekendheid van de aangesproken persoon. Het verschil

tussen de oude generatie en de middengeneratie is kleiner dan bij de andere factoren en van

de jonge generatie zegt een ruime meerderheid, namelijk 63,5% altijd u. Dit kan verklaard

worden door de afstand die mensen voelen ten opzichte van een onbekende. Tegen een

onbekende waarvan ook de maatschappelijke functie niet helder is, zeggen mensen liever u.

2.5.6 U-gebuik naar de zakelijkheid van een gesprek

De mate van het u-gebruik kan afhangen van de zakelijkheid van een relatie. Bij informele

situaties op het werk lijken vrouwen vaker het initiatief te nemen om te tutoyeren (Vermaas,

2005). Dit komt waarschijnlijk doordat vrouwen eerder de nadruk leggen op solidariteit, terwijl

mannen meer waarde hechten aan status. Maar wanneer mensen een gesprek hebben met

de directie van een bedrijf, zal men eerder geneigd zijn u te zeggen dan wanneer je een

gesprek hebt over privézaken met collega’s. Uit de resultaten van het onderzoek van

Vermaas (2002:206) blijkt inderdaad dat zakelijkheid een grote rol speelt. Van alle generaties

zegt de meerderheid altijd u bij een gesprek met een zakelijk karakter. De verschillen in het

u-gebruik tussen deze generaties is erg klein. Waarschijnlijk voelen de meeste mensen aan

dat de aanspreekvorm u bij zakelijkheid het meest op prijs wordt gesteld (Vermaas,

2002:207).

Page 19: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

19Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

3 Aanspreekvormen op televisie

3.1 Inleiding

In hoofdstuk 2 is de geschiedenis en het gebruik van aanspreekvormen behandeld. Door het

onderzoek van Vermaas (2002) hebben we enig inzicht gekregen in hoe aanspreekvormen

tot stand komen. Over aanspreekvormen in televisieprogramma’s is nog bijna niets bekend.

Dit is opvallend omdat het gebruik van aanspreekvormen zeer actueel is in het huidige

politieke debat over normen en waarden. Om een algemeen beeld te krijgen van de

aanspreekvormen die op televisie worden gebruikt, wordt in dit hoofdstuk een explorerend

vooronderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van het vooronderzoek wordt bekeken welke

onderdelen meer onderzoek behoeven zodat de vragen voor het hoofdonderzoek

geformuleerd kunnen worden. Om een zo breed mogelijk beeld te krijgen van

aanspreekvormen in televisieprogramma’s is in dit onderzoek gekozen om allerlei soorten

programma’s te analyseren. De hoofdvraag van dit vooronderzoek is:

Welke aanspreekvormen worden gebruikt in dialogen in Nederlandse

televisieprogramma’s?

Deze hoofdvraag bestaat uit een zestal deelvragen. De deelvragen van dit vooronderzoek

zijn:

1. Welke aanspreekvorm wordt gebruikt om de kijker aan te spreken?

2. Is er verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar

sekse van de aangesproken personen?

3. Is er verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar

leeftijd van de aangesproken personen?

4. Is er verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar de

setting van een gesprek?

5. Is er verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar

functie van de aangesproken persoon?

6. Is er verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar

programmagenre?

Om de aanspreekvormen in televisieprogramma’s te kunnen onderzoeken zijn de digitale

online-archieven gebruikt van diverse Nederlandse omroepen. Bijna alle omroepen hebben

een online-archief waarin alle uitgezonden programma’s terug te kijken zijn. In het

Page 20: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

20Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

vooronderzoek wordt steekproefsgewijs een selectie gemaakt van alle programma’s die

uitgezonden worden op de Nederlandse televisie. In dit hoofdstuk zal er eerst nader worden

ingegaan op de betekenis van genres op televisie. Daarna zal het vooronderzoek en de

resultaten daarvan aan bod komen.

3.2 Televisie en genre

Op de Nederlandse televisie worden veel verschillende soorten programma’s uitgezonden.

Deze programma’s worden ingedeeld naar een specifiek genre. Soms is het heel duidelijk tot

welk genre een programma behoort. Een programma als het journaal wordt bijvoorbeeld

ingedeeld in het genre informatie/educatie. De laatste jaren zijn er echter steeds meer

programma’s bijgekomen die niet eenvoudig ingedeeld kunnen worden en er is in

toenemende mate sprake van een vermenging van genres (Leurdijk, 1999:30). Door de

vervagende grenzen tussen genres is het bijna onmogelijk om specifieke genres te

definiëren en af te bakenen (Leurdijk, 1999:30). Dit is de reden dat er een wijdverbreid

discours gaande is over wat genre is en hoe dit gedefinieerd zou moeten worden.

Leurdijk (1999:29) geeft aan dat genres bepaalde typen programma’s zijn die volgens

min of meer dezelfde regels en conventies worden geproduceerd. Hoewel de meningen over

hoe genres geïnterpreteerd zouden moeten worden uiteen lopen, staat meestal de vorm,

inhoud en betekenis van een programma centraal. Volgens Lacey (2000:133) moet, om te

bepalen tot welk genre een programma behoort, gekeken worden naar karaktertypen, de

setting, iconografie, narratief en stijl van een programma. Hier wordt alleen gekeken naar de

afbakening die producenten aanbrengen. Van Selm & Peeters (2007) menen dat genre een

beslissende factor voor producenten is voor wat betreft de programmering, productie en

overbrenging van televisie. De afbakening die de programmamakers aanbrengen is in grote

mate van invloed op hoe een programma eruit gaat zien.

Volgens Neale (2000) zijn ook de classificaties van inhoud door het publiek belangrijk om

genres te definiëren. Het publiek heeft namelijk bepaalde verwachtingen bij specifieke

genres waardoor zij bijdragen aan het labelen van genres. Ook Van Zoonen (2002:42) erkent

dat een zekere standaardisatie van genres het productieproces voor de programmamakers

vergemakkelijken. Binnen deze standaardisatie is er wel een oneindige variatie mogelijk.

Daarnaast erkent zij ook het belang van genres voor de consument. Van Zoonen (2002)

geeft aan dat het genre fungeert als een gids in de keuze voor programma’s. Vaststaande

genres zijn namelijk herkenbaar bij het publiek. De herkenning van genreregels zorgt er bij

de kijkers voor dat zij een programma leuker vinden en beter begrijpen. Daarnaast geeft

Leurdijk (1999) aan dat door de herkenbaarheid van genreregels identificeerbare groepen

van liefhebbers ontstaan. Deze herkenbare groepen zijn belangrijk voor producenten

Page 21: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

21Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

wanneer zij nieuwe programma’s ontwikkelen. Turner (2004) geeft ook aan dat het gebruik

van genres nuttig kan zijn om te bepalen welk programma op welk tijdstip wordt uitgezonden.

Zo worden programma’s van hetzelfde genre soms na elkaar geprogrammeerd om de kijkers

aan zich te binden. Een voorbeeld hiervan is de Net 5 dinsdagavond programmering. Deze

avond stond bekend als een vrouwenavond omdat er series werden uitgezonden die als

voornaamste doelgroep vrouwen had.

Er lijkt eigenlijk geen algemene definitie van genres te zijn en Leurdijk (1999) meent

dan ook dat de afbakening en definitie van genres dynamische processen zijn waarbij

verschillende partijen een rol spelen. Een actueel onderwerp van debat is de toenemende

vermenging van informatieve programma’s en amusementsprogramma’s. De WRR (2005)

vindt dat deze vermenging niet altijd zichtbaar is voor de gebruiker en dat juist bij

bijvoorbeeld nieuwsvoorziening de zuiverheid van de functie voorop moet staan. De

vermenging van genres wordt ook wel hybridisering genoemd. Dit betekent dat er binnen één

programma meerdere genres elkaar overlappen (Van Bauwel, 2004). De hybridisering van

informatieve en amuserende genres is inherent aan een veranderend medialandschap.

Televisie is naast een bron van informatie, ook een belangrijke vorm van vrijetijdsbesteding

waarbij ontspanning belangrijk is. Producenten maken daardoor programma’s waarin

zwaardere kost wordt gecombineerd met een luchtige, amuserende inhoud.

Brants, Cabri & Neyens (2000) zien in toenemende mate een scala van genres

ontstaan waarin informatie, sensatie, drama en entertainment worden vermengd. Volgens

Munson (1993:7) zijn praatprogramma’s een bij uitstek hybride genre waarin zowel het

informatieve als amuserende element samenkomen. Munson (1993:7) vraagt zich af of hét

genre praatprogramma dan ook wel bestaat. Er zijn zoveel verschillende soorten

praatprogramma’s waardoor het genre wellicht te breed is om een indeling te maken. Hierbij

kan gedacht worden aan programma’s zoals Mooi! Weer de Leeuw en Pauw en Witteman.

Beide zouden gedefinieerd kunnen worden als praatprogramma’s terwijl de programma’s erg

verschillen van vorm en inhoud.

3.3 Aanspreekvormen in de media

Vermaas (2002) heeft eerder onderzoek gedaan naar aanspreekvormen in de media, maar

dit onderzoek was vooral gericht op gedrukte media. Zij onderzocht vele interviews, debatten

en advertenties om te kijken wanneer welke aanspreekvormen gebruikt worden. Daarnaast

gebruikte zij haar eigen observaties, die zij in haar onderzoek aanduidt als ‘omgangstaal’. In

het onderzoek werd duidelijk dat in interviews met hooggeplaatste personen vaak u werd

gezegd. Het ging hier bijvoorbeeld om gesprekken met ministers, directeuren en medisch

specialisten. De verklaring die Vermaas (2004:48) hiervoor geeft is dat deze gesprekken een

Page 22: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

22Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

formeel karakter hebben en dat hoge (maatschappelijke) status van de aangesproken

personen zorgt voor weinig solidariteitsgevoel. Wanneer er geen of minder sprake is van een

verschil in status tussen de interviewer en de gesprekspartner zien we het gebruik van jij en

je toenemen. In interviews wordt de j-vorm vooral gebruikt in gesprekken met acteurs,

zangers, kunstenaars en presentatoren bij wie men blijkbaar minder afstand voelt dan bij

hooggeplaatste personen (Vermaas 2004:50). Informalisering heeft een belangrijke rol

gespeeld bij de verandering van taalgebruik en daarmee de toename van het gebruik van jij

en je. Soms wordt bij het aanspreken van bepaalde personen jij of je gezegd waar we dat

normaal niet zouden verwachten. In het onderzoek van Vermaas (2002) worden daarvan

twee toepasselijke voorbeelden gegeven. In interviews in Vrij Nederland (28 oktober 1995)

en De Gelderlander (14 maart 1998) met prinses Irene en kroonprins Willem-Alexander

werden zij beide met een j-vorm aangesproken. Dit kan volgens Vermaas (2004:50)

verklaard worden doordat interviewers een informeel karakter aan het interview willen geven.

Soms kan het gebruik van u juist de gewenste afstand en formaliteit aangeven. In een

gesprek tussen Paul Witteman, Jeroen Pauw en Arie Boomsma in het programma Pauw en

Witteman spreken zij elkaar aan met jij en je. Het gesprek heeft een informeel karakter maar

Arie Boomsma spreekt Paul Witteman bij het beantwoorden van een bepaalde vraag aan

met ‘meneer’:

Jeroen Pauw: “Met het eeuwig leven ben jij niet bezig?”

Arie Boomsma: “Nee, kom nou.”

Paul Witteman: “Het is knap warm in de hel hoor”.

Arie Boomsma: “Maar de vraag is meneer Witteman, hoe weet u dit?”

Paul Witteman: “Dat heb ik vroeger in boekjes gelezen meneer Boomsma.”

(Pauw en Witteman, 11 mei 2009)

Het gesprek gaat hierna weer over andere zaken en de interviewers en Arie Boomsma

spreken elkaar weer aan het jij en je. De formele aanspreekvorm ‘meneer’ heeft hier niet zo

zeer te maken met formaliteit of afstand maar lijkt eerder een vorm van ironie te zijn. Het

komt in gesprekken ook soms voor dat mensen wisselen in het gebruik van u en jij en dus

niet consequent zijn in het aanspreken van hun gesprekspartner (Vermaas, 2002:71). Een

interview begint dan bijvoorbeeld met u en later wordt overgestapt op je. Dit kan verklaard

worden doordat tijdens het gesprek de informaliteit toeneemt, waardoor het makkelijker is om

je te zeggen.

Page 23: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

23Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

3.4 Onderzoeksmethode

Bij de totstandkoming van het vooronderzoek, heeft het onderzoek dat Vermaas (2002) heeft

gedaan naar aanspreekvormen als basis gediend. In dit vooronderzoek wordt gekeken naar

de factoren die meespelen in het gebruik van aanspreekvormen. Een aantal van deze

factoren zien we ook terug in het onderzoek van Vermaas (2002) zoals in hoofdstuk twee is

besproken. Om een algemeen beeld te krijgen van het u en jij/je gebruik op televisie is er

een enkelvoudige aselecte steekproef genomen onder alle Nederlandse

televisieprogramma’s die minimaal vier weken bij Nederlandse publieke en commerciële

omroepen op de televisie zijn uitgezonden in de periode mei en juni van 2009. Dat de

steekproef enkelvoudig aselect is betekent dat ieder element een gelijke kans heeft om in de

steekproef te vallen (Swanborn, 2002:147). Herhalingen van programma’s waarvan de

oorspronkelijke uitzenddatum niet valt binnen deze periode zijn niet meegenomen in dit

onderzoek. Om zoveel mogelijk verschillende programma’s te onderzoeken zijn slechts

enkele programma’s uitgesloten van onderzoek.

Eerder zagen we al dat programma’s moeilijk in te delen zijn naar genre. Voor het

onderzoek is als leidraad de hoofdindeling televisie van Stichting KijkOnderzoek zoals

beschreven in de Monitor Diversiteit 2005 (Koeman, Peeters & d'Haenens, 2007) gebruikt.

SKO onderscheidt acht hoofdcategorieën, te weten informatie/educatie, fictie, amusement,

sport, muziek, kinderen, reclame en overig/onbekend. Voor dit vooronderzoek zijn de

categorieën fictie (bijvoorbeeld drama- en soapseries) en reclame buiten beschouwing

gelaten. Dit omdat dit onderzoek zich niet richt op de aanspreekvormen die vooraf in scripts

vastliggen. Dit zou wel een interessant onderwerp kunnen zijn voor verder onderzoek.

De dertig programma’s die uiteindelijk zijn onderzocht staan in bijlage 1. Eerst moet

worden vastgesteld wat de analyse-eenheid precies is. In dit onderzoek wordt een

steekproefsgewijs geselecteerd programma uitgesplitst in meerdere eenheden. Het is

namelijk van belang welke aanspreekvorm gesprekspartners gebruiken en in één

programma kunnen natuurlijk meerdere gesprekken tussen verschillende mensen

plaatsvinden. De analyse-eenheid is in dit onderzoek een dialoog tussen twee personen,

namelijk de interviewer/presentator en de geïnterviewde/gast. Het kan voorkomen dat

iemand alleen wordt toegesproken en dat er geen antwoord gegeven wordt. Dit wordt in dit

onderzoek toch beschouwd als gesprek, al is het dan eenzijdig. Ook kan voorkomen dat er

wel een dialoog is, maar dat er geen aanspreekvormen worden gebruikt. Een voorbeeld

hiervan is:

Vraag: “Ik heb gelezen dat er minder u gezegd wordt in gesprekken?”

Page 24: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

24Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Antwoord: “Ja, dat klopt.”

Indien van één of beide personen die spreken of worden aangesproken de aanspreekvorm

niet duidelijk is (er wordt geen aanspreekvorm gebruikt of slechts één persoon is aan het

woord) wordt dit in de analyse aangegeven als ‘aanspreekvorm onbekend’. Naast de

aanspreekvormen die gesprekspartners gebruiken wordt er een aantal kenmerken van de

gesprekspartners en de situatie gecodeerd. Van de personen die spreken is het geslacht van

belang evenals de leeftijd. In het onderzoek van Vermaas (2002) hebben we gezien dat de

aanspreekvorm van deze factoren afhankelijk kan zijn. Daarnaast wordt gekeken welk

beroep de sprekende personen hebben en de setting waarin de dialoog plaatsvindt.

Presentatoren richten zich ook wel eens tot de kijkers van een programma. In dit

vooronderzoek wordt tenslotte de aanspreekvorm richting de kijkers thuis gecodeerd. Het

codeboek alsmede de handleiding staat in bijlage 2 en 3.

3.5 Analyse vooronderzoek

Bij het analyseren van de programma’s die in bijlage 1 zijn genoemd, worden diverse

kenmerken onderzocht. Deze kenmerken vallen uiteen in drie analyses. Allereerst zijn de

kenmerken van de geselecteerde programma’s van belang. Dit omdat deelvraag 1 over het

gebruik van aanspreekvormen bij programmaspecifieke kenmerken gaat. Van een

programma wordt de hoofdindeling genoteerd zoals door SKO in de Monitor Diversiteit 2005

(Koeman, Peeters & d'Haenens, 2007) is bepaald, alsmede de omroep waarbij het

programma wordt uitgezonden.

Ten tweede zijn de personen die spreken van belang. Deel twee van de analyse gaat

in op de kenmerken van de personen die een gesprek voeren. Bij de analyse van de

gesprekspartners wordt de naam en leeftijd genoteerd. De exacte leeftijd van de personen

wordt indien bekend (de leeftijd wordt genoemd in het programma of is na te zoeken)

genoteerd en als deze niet bekend is wordt de leeftijd geschat in een categorie. Uiteindelijk

worden alle leeftijden, bekend en geschat, ingedeeld in één van de vijf categorieën. De

indeling van leeftijdscategorieën is gebaseerd op de indeling die gehanteerd wordt in het

onderzoek Monitor Diversiteit 2005 (Koeman, Peeters & d'Haenens, 2007). Daarnaast wordt

van de gesprekspartners het geslacht genoteerd en indien bekend de functie (beroep) van

de gesprekspartners.

Het derde deel van de analyse richt zich op de aanspreekvormen die gebruikt

worden. Omdat aanspreekvormen breed gebruikt worden heb ik deze teruggebracht tot vier

categorieën. Indien de aanspreekvorm niet duidelijk is valt deze onder de categorie 0

‘onbekend’. Onder categorie 1 valt het gebruik van formele aanspreekvormen. Hieronder

Page 25: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

25Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

verstaan we het zeggen van u en uw maar er zijn ook aanspreekvormen denkbaar die

formeel zijn zonder dat er een u-vorm wordt gebruikt. Een voorbeeld hiervan is het gebruik

van meneer/mevrouw of het gebruik van een titel zoals professor of dokter. Het noemen van

de voornaam is informeel en valt dus net als het zeggen van jij/je/jou/jouw onder categorie

twee. Als laatste wordt in categorie 3 de wisseling in gesprekvormen genoteerd. Een

wisseling van aanspreekvormen ontstaat indien de aanspreekvorm binnen een dialoog

verandert van u naar jij of andersom. Indien de kijker thuis wordt aangesproken, wordt dit

ook genoteerd. Als laatste wordt de setting waarin een gesprek plaatsvindt beschreven. De

indeling van de setting van een gesprek valt uiteen in twee mogelijkheden, namelijk een

gesprek in de studio of op locatie. De codering van de eenheden wordt bijgehouden in een

codeerdocument in Excel. Dit codeerblad is toegevoegd als bijlage 4.

3.6 Resultaten analyse vooronderzoek

3.6.1 Inleiding

In dit deel van de thesis worden de resultaten besproken die zijn voortgekomen uit het

explorerende onderzoek naar het gebruik van aanspreekvormen. Deze resultaten zullen per

thema behandeld worden. Deze thema’s vallen samen met de deelvragen die bij dit

onderzoek horen. De resultaten zijn uiteengezet in tabellen. De aantallen in deze tabellen

worden uitgedrukt in percentages.

3.6.2 Aanspreekvorm richting de kijkers thuis

Allereerst is gekeken welke aanspreekvorm richting de kijker gebruikt wordt. In 16 van de 30

onderzochte programma’s wordt de kijker aangesproken door een presentator. In sommige

gevallen werd door middel van een voice-over het woord gericht tegen de kijker. In 56,2%

van de programma’s wordt de kijker aangesproken met een u-vorm. In 5 programma’s wordt

de kijker aangesproken met jij/je (31,25%) en in 2 uitzendingen wordt de kijker zowel met u

als met je aangesproken (12,5%).

Tabel 3.1 Aanspreekvorm richting de kijkers in procenten

Aanspreekvorm

u/uw 56,25

jij/je 31,25

Page 26: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

26Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

zowel u als jij 12,5

Het was opvallend dat in de programma’s waarin de kijker met zowel u als jij werd

aangesproken er één presentator aanwezig was. Deze presentator wisselde bij het

aanspreken van de kijker dus tussen een u- en een j-vorm.

3.6.3 Aanspreekvorm richting mannen en vrouwen

Om te onderzoeken of er verschil is in de aanspreekvorm die jegens mannen en vrouwen

wordt gebruikt, is van alle aangesproken gasten en geïnterviewden het geslacht genoteerd.

In de programma’s werden in totaal 148 mensen met u of jij aangesproken. Van deze 148

personen betrof het 87 keer een man en 61 keer een vrouw. Uit het onderzoek blijkt dat jij/je

de meest gebruikte aanspreekvorm is. Van alle personen werd 68,2% aangesproken met jij.

De aanspreekvorm u werd bij 31,8% van de personen gebruikt.

Tabel 3.2 Aanspreekvorm naar geslacht van de geïnterviewde/gast in procenten

Aanspreekvormman vrouw

u/uw 41,4 18,0

jij/je 58,6 82,0

Uit het onderzoek blijkt dat er een verband (df = 2, p = 0,003) bestaat tussen de

aanspreekvorm richting mannen en vrouwen. Dit verschil staat beschreven in tabel 2. Het

blijkt dat mannen vaker met u aangesproken worden dan vrouwen. Van de mannen werd

41,4% aangesproken met u en vrouwen werden slechts in 18% van de gesprekken

aangesproken met u.

3.6.4 Aanspreekvorm naar leeftijd van de aangesproken persoon

Omdat is gebleken dat de leeftijd van een persoon van invloed kan zijn op de keuze van de

aanspreekvorm is in het onderzoek de leeftijd van de aangesproken personen gecodeerd.

Onderstaande tabel 3 geeft de aanspreekvorm naar leeftijd aan.

Tabel 3.3 Aanspreekvorm naar leeftijd in %

0-18 19-29 30-49 50-64 65+Aanspreekvorm

Page 27: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

27Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

u/uw - 6,2 30,6 54,8 90,0

jij/je 100 93,8 69,4 45,2 10,0

Uit het onderzoek blijkt dat er een sterke samenhang is tussen de leeftijd van de

aangesproken persoon en de aanspreekvorm die gebruikt wordt (df = 4, p = 0,000). In de

categorie 0-18 en 19-29 wordt bijna iedereen met jij aangesproken. In de categorie 30-49

wordt er vaker je dan u gezegd, maar het percentage dat met u wordt aangesproken is al

aanmerkelijk groter dan in de eerste twee categorieën, namelijk 30,6%. De aanspreekvorm u

wordt het meest gebruikt tegen mensen in de laatste twee leeftijdscategorieën. Tegen

personen die tussen de 50 en 64 jaar zijn, wordt er in 54,8% van de gesprekken u gezegd.

Van de personen die in de hoogste leeftijdscategorie vallen, namelijk 65+, wordt 90%

aangesproken met u.

3.6.5 Aanspreekvorm naar setting van het gesprek

In het onderzoek is de setting waarin het gesprek plaatsvond onderzocht. Het gesprek kon in

de studio dan wel op locatie plaatsvinden. In deze tabel is opgenomen hoe vaak een gesprek

in de studio of op locatie plaatsvond en welke aanspreekvormen daarmee gepaard gingen.

Van de 148 dialogen vonden er 42 in de studio plaats en 106 op locatie. Uit het onderzoek

blijkt er een verband bestaat tussen de aanspreekvorm en de setting van een gesprek (df =

1, p = 0,037). Hoewel er zowel op locatie als in de studio vaker jij dan u werd gezegd, is er

een duidelijk verschil in het u-zeggen naar setting zichtbaar. In gesprekken die in de studio

plaatsvonden werd er in 19% van de gevallen iemand aangesproken met u. Wanneer het

gesprek plaatsvond op locatie werd tegen 36,8% van de aangesproken personen u gezegd.

Tabel 3.4 Aanspreekvorm en setting van het gesprek

Studio LocatieAanspreekvorm

u/uw 19,0 36,8

jij/je 81,0 63,2

3.6.6 Aanspreekvorm naar functie gesprekspartner

Van alle gesprekspartners is tijdens dit vooronderzoek genoteerd welke functie zij hadden,

mits dit duidelijk werd tijdens de uitzending. Van bekende personen die in de programma’s

Page 28: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

28Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

voorkwamen kon de functie opgezocht worden. Tijdens het onderzoek bleek dat van slechts

een aantal personen de functie bekend was of achterhaald kon worden. Hierdoor kunnen er

geen uitspraken worden gedaan over de aanspreekvorm naar functie van de aangesproken

persoon. Het is wel opvallend dat het lijkt of tegen personen waarvan de naam en functie

onbekend is (bijvoorbeeld mensen die op straat worden aangesproken) vaker u wordt

gezegd dan tegen andere personen. Dit is slechts een observatie en het verband blijkt niet

uit dit onderzoek, dit komt doordat het vooronderzoek eigenlijk te weinig gegevens opleverde

om hier harde uitspraken over te doen.

3.6.7 Aanspreekvorm bij programma-indeling

Alle bekeken programma’s zijn ingedeeld naar de hoofdcategorieën van Stichting

KijkOnderzoek. Op basis daarvan kan gekeken worden of het gebruik aanspreekvormen

samenhang vertoont met de hoofdindeling waarin een programma is ingedeeld. Zowel de

aanspreekvorm naar de kijker toe als de aanspreekvorm tussen gast en presentator blijkt

geen samenhang te vertonen met het genre van het programma. In alle gevallen bleek dat

het percentage cellen, waarin het verwachte aantal kleiner is dan 5, meer dan 20% was.

Hieruit blijkt dat chi-kwadraat niet betrouwbaar is en er geen verband aangetoond kan

worden tussen deze variabelen.

3.7 Conclusie vooronderzoek

3.7.1 Inleiding

In de vorige paragraaf zijn de resultaten besproken van het vooronderzoek. In dit deel wordt

geprobeerd de hoofd- en deelvragen te beantwoorden. Vervolgens wordt het verloop van het

vooronderzoek geanalyseerd en bekeken welke factoren van belang kunnen zijn bij de

analyse van het hoofdonderzoek.

3.7.2 Beantwoording deelvragen

Dit vooronderzoek had ten doel inzicht te verkrijgen over het gebruik van aanspreekvormen

in Nederlandse televisieprogramma’s. Uit de theorie is gebleken dat het zeggen van u of jij/je

een lastige aangelegenheid kan zijn en dat het van meerdere factoren afhankelijk is. Omdat

het onderwerp ‘aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s’ zeer breed is, is dit

vooronderzoek een begin naar een verdieping op dit onderwerp. Door middel van een

kwantitatieve analyse zijn de dialogen in televisieprogramma’s gecodeerd zodat antwoorden

Page 29: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

29Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

op de deelvragen gezocht konden worden. In dit hoofdstuk zal een antwoord geformuleerd

worden op de zes deelvragen van het vooronderzoek.

Page 30: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

30Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Deelvraag1: Welke aanspreekvorm wordt gebruikt om de kijker aan te spreken?

Uit de resultaten blijkt dat de kijkers van een programma zowel met u als met jij worden

aangesproken. De aanspreekvorm u komt wel vaker voor dan de aanspreekvorm jij/je. Een

verklaring hiervoor kan gezocht worden in de onbekendheid van de personen die

aangesproken worden. Uit de theorie blijkt dat mensen eerder geneigd zijn u te zeggen

tegen mensen die zij niet kennen. Aangezien je als presentator een groep onbekenden

aanspreekt (namelijk de mensen thuis) zou dit een reden kunnen zijn om voor u te kiezen.

Deelvraag 2: Is er verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar sekse

van de aangesproken personen?

De tweede deelvraag gaat in op het geslacht van de personen die worden aangesproken. In

paragraaf 3.6.3 zijn de resultaten aan bod gekomen die betrekking hebben op het

aanspreken van een man of een vrouw. Bij het aanspreken van zowel mannen als vrouwen

wordt overwegend een j-vorm gebruikt. Toch bestaat er wel een verschil in het gebruik van u.

Uit het onderzoek blijkt dat er een aannemelijk verband bestaat tussen de sekse en de

gebruikte aanspreekvorm. Tegen mannen wordt vaker de aanspreekvorm u gebruikt dan

tegen vrouwen. Of je een man of vrouw aanspreekt lijkt dus van belang bij het kiezen van de

aanspreekvorm u of jij/je.

Deelvraag 3: Is er verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar leeftijd

van de aangesproken personen?

Uit het onderzoek blijkt dat de leeftijd van de aangesproken personen een belangrijke rol

speelt in de keuze voor een aanspreekvorm. In de vijf leeftijdscategorieën worden namelijk

verschillende aanspreekvormen gebruikt. Uit de resultaten komt voort dat wanneer een

persoon in een jonge leeftijdscategorie (0-18 of 19-29) valt, de kans groter is dat hij/zij met je

zal worden aangesproken. Indien een persoon ouder is dan 50, neemt de kans aanzienlijk

toe dat men met u zal worden aangesproken. In de middelste leeftijdscategorie, 30 t/m 49

jaar wordt er nog vaker jij dan u gezegd, maar het aantal personen dat met u wordt

aangesproken, is al aanmerkelijk groter dan in de twee jongste leeftijdsgroepen.

Page 31: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

31Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Deelvraag 4: Is er verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar de

setting van een gesprek?

Uit de resultaten blijkt dat er een verband bestaat tussen de aanspreekvorm en de setting

van een gesprek. Bij gesprekken die plaatsvonden in de studio werd 19% van de personen

aangesproken met u. Van de personen die een gesprek voerden op locatie werd 36,8%

aangesproken met u. Bij gesprekken op locatie wordt er dus vaker u gezegd dan bij

gesprekken in de studio. Dit zou verklaard kunnen worden door de onbekendheid met de

aangesproken personen. In de theorie zagen we deze factor ook al terugkomen. Indien

mensen een onbekend persoon aanspreken gebruiken zij liever een formele aanspreekvorm.

Aangezien in veel dialogen die plaatsvonden buiten de studio mensen op straat werden

aangesproken, die dus onbekenden zijn voor de presentator, is het zeggen van u gepaster

dan het zeggen van jij.

Deelvraag 5: Is er verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar functie

van de aangesproken persoon?

Omdat van veel personen de functie niet bekend was en het onmogelijk was om dit na te

zoeken (bijvoorbeeld bij mensen die aangesproken worden op straat), was het moeilijk om

hier uitspraken over te doen. Hoewel het onderzoek naar functie dus te weinig gegevens

opleverde om een verband te ontdekken, bleek dat bij mensen van wie het beroep (en vaak

ook de naam) onbekend was er vaker u werd gezegd dan bij bekende mensen. Dit zou

wederom verklaard kunnen worden door de factor onbekendheid.

Deelvraag 6: Is er verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar

programmagenre?

Uit de resultaten bleek dat er geen verschil is in het gebruik van aanspreekvormen naar

programma-indeling. In het onderzoek zijn programma’s geanalyseerd die vielen binnen 4

genres van de SKO Hoofdindeling, namelijk amusement, informatie/educatie, sport en

kinderen (0-12 jaar). Programma’s die in de hoofdcategorieën fictie, reclame, muziek en

overig/onbekend vielen zijn niet onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat aanspreekvormen

niet genre-afhankelijk zijn maar eerder bepaald worden door persoonlijke kenmerken van de

aangesproken personen.

Page 32: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

32Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

3.7.3 Beantwoording hoofdvraag

Nu de zes deelvragen zijn beantwoord is het mogelijk een antwoord te geven op de

hoofdvraag van het vooronderzoek. De hoofdvraag van het vooronderzoek is:

Welke aanspreekvormen worden gebruikt in dialogen in Nederlandse

televisieprogramma’s?

Wat uit de resultaten op de deelvragen naar voren komt is dat de aanspreekvorm jij/je het

meest wordt gebruikt om mensen aan te spreken. Dit bleek ook al uit de literatuur waarin

werd aangegeven dat door de toenemende informalisering in de laatste decennia het gebruik

van jij/je toe is genomen. Uit het onderzoek blijkt dat het geslacht en leeftijd van de

aangesproken personen en de setting van een gesprek een verband vertoont met de keuze

voor een aanspreekvorm. Naarmate iemand in een oudere leeftijdscategorie valt, wordt deze

persoon vaker met u aangesproken. Uit de theorie kwam al naar voren dat leeftijd van grote

invloed is op het zeggen van u of jij/je. Ook blijkt uit het vooronderzoek dat mannen vaker

met u worden aangesproken dan vrouwen. De setting van een gesprek is ook van belang

wanneer men iemand moet aanspreken. Uit de resultaten blijkt dat er tegen personen die op

locatie worden aangesproken, vaker u wordt gezegd dan wanneer gesprekken in de studio

plaatsvinden. Het verband tussen het gebruik van aanspreekvormen en verschillende genres

is niet aangetoond. De variabele ‘functie’ van de aangesproken persoon bleek te weinig

informatie op te leveren om het mee te nemen in het vooronderzoek.

3.7.4 Reflectie

In het vooronderzoek bleek dat een aantal factoren van invloed zijn op het gebruik van

aanspreekvormen. Na het vooronderzoek bestaan er nog wel wat onduidelijkheden over de

uitkomsten. Zo bleken mannen vaker met u te worden aangesproken dan vrouwen. Dit zien

we niet terug in eerdere onderzoeken en de literatuur. Het zou natuurlijk ook kunnen dat

mannen vaker in de hoogste leeftijdscategorie vallen of dat zij vaker voorkomen in

gesprekken op locatie, waar onbekendheid een rol zou kunnen spelen om u te zeggen.

Daarnaast is het leeftijdsverschil niet meegenomen in dit onderzoek. Een groot

leeftijdsverschil zou bijvoorbeeld ook een reden kunnen zijn om iemand met u dan wel met

jij/je aan te spreken. Van de onderzochte programma’s is ook genoteerd tot welk genre zij

behoren en of er een verschil is in de aanspreekvormen die gebruikt worden in die

programma’s. Uit het onderzoek bleek dat er geen verband is. Dit zou kunnen komen

Page 33: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

33Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

doordat de hoofdindeling die gebruikt is erg breed is. De problematiek die bestaat bij het

indelen van programma’s naar genres zien we ook terug in de literatuur. Bij de hoofdindeling

die voor dit onderzoek is gebruikt, zien we dit terug bij het genre ‘informatie/educatie’. Hier

vallen namelijk veel verschillende soorten programma’s onder (bijvoorbeeld zowel Hello

Goodbye als RTL Boulevard).

De onbekendheid die heerste over het gebruik van aanspreekvormen in

televisieprogramma’s was de reden om een vooronderzoek te doen. Nu dit vooronderzoek is

gedaan en de resultaten zijn besproken, kunnen de vragen voor het hoofdonderzoek

geformuleerd worden. Uit de resultaten is gebleken dat een aantal onderzochte variabelen

eigenlijk te weinig informatie gaf en dat het proces van aanspreken een ingewikkelde

aangelegenheid is. Daarom zal er in het hoofdonderzoek dieper ingegaan worden op de

factoren die invloed hebben op het gebruik van aanspreekvormen.

Page 34: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

34Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

4 Aanspreekvormen in praatprogramma’s

4.1 Inleiding

Tijdens het analyseren van programma’s voor het vooronderzoek, bleek dat vooral

praatprogramma’s geschikt zijn om de processen van aanspreekvormen te analyseren. Juist

in praatprogramma’s vindt veel interactie plaats tussen verschillende personen. Door slechts

enkele programma’s te analyseren kan er dieper worden ingegaan op de factoren die invloed

hebben op het proces van aanspreken. Daarom zal het hoofdonderzoek zich richten op vier

praatprogramma’s. Het begrip praatprogramma’s wordt hier opgevat in de breedste zin van

het woord. Het gaat om programma’s waarin de presentatoren gesprekken voeren met zowel

onbekende gasten als bekende gasten. Daarnaast is het van belang dat er ook interactie is

tussen de gasten onderling. Hierdoor kan niet alleen gekeken worden naar de

aanspreekvorm die gebruikt wordt tussen de presentator en de gast, maar ook naar de

aanspreekvormen die gasten onderling gebruiken. De programma’s die voor het

hoofdonderzoek geanalyseerd worden zijn: De wereld draait door, Pauw en Witteman,

Knevel en Van den Brink en Mooi! Weer de Leeuw. Een programma als Mooi! Weer de

Leeuw wordt door de SKO ingedeeld in de categorie ‘amusement’ terwijl de andere drie

programma’s onder de categorie ‘informatie/educatie’ vallen. Dit is interessant omdat het

programma een contrast vormt met de andere programma’s en wellicht dat in Mooi! Weer de

Leeuw anders wordt omgegaan met aanspreekvormen dan in de serieuzere

praatprogramma’s. Er is voor deze vier programma’s gekozen omdat zij veel dialogen tussen

de presentator(en) en gasten bevatten en omdat deze programma’s goed bekeken en

gewaardeerd worden door het kijkerspubliek.

4.2 Televisie en praatprogramma’s

Een groot deel van de vrijetijdsbesteding van mensen gaat op aan het kijken van televisie.

Sinds de introductie van de televisie zijn er veel zenders, omroepen en programma’s

bijgekomen en een aanmerkelijk deel van de huidige zendtijd wordt gevuld met

praatprogramma’s. Er zijn veel verschillende soorten praatprogramma’s, maar toch hebben

al deze programma’s een gemene deler. Volgens Costera Meijer en Van Dijck (2001)

vervullen de praatprogramma’s de functie van het ‘dorpsplein’. Dat is de plaats waar mensen

met diverse achtergronden bij elkaar komen en feiten, meningen, ervaringen en ideeën

uitwisselen. Door met elkaar in gesprek te gaan kunnen we ons een mening vormen en

betekenis geven aan alle informatie die op ons afkomt. Praatprogramma’s functioneren dus

Page 35: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

35Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

enigszins als het dorpsplein en de informatie die wij via de televisie ontvangen gebruiken we

om onze eigen houding te bepalen (Costera Meijer en Van Dijck, 2001:9). In een aantal

praatprogramma’s fungeert de studiotafel als ontmoetingsplek. In bijvoorbeeld Pauw en

Witteman en De wereld draait door zit de presentator aan de studiotafel. De presentator(en)

stelt de vragen en leidt de gesprekken en om hem of haar heen zitten de gasten die over een

bepaald onderwerp komen praten. De gasten komen niet alleen aan het woord bij hun eigen

onderwerp maar worden uitgenodigd om ook te reageren op wat andere gasten zeggen. Een

belangrijk kenmerk van de praatprogramma’s is dat de gasten en hun persoonlijke of

zakelijke verhaal centraal staan. Er zijn praatprogramma’s waarin voornamelijk zakelijke

gesprekken worden gevoerd. Dit zien we bijvoorbeeld tijdens de verkiezingstijd waarin politici

tijdens debatten het gesprek met elkaar aangaan in het programma Buitenhof. Het lijkt er

echter op dat in steeds meer praatprogramma’s de personalisering de politiek verdrijft (Van

Zoonen, 2000:155). Met deze personalisering van de politiek wordt niet alleen bedoeld dat er

meer aandacht is voor persoonlijke kenmerken en kwaliteiten van politiek leiders in plaats

van politieke standpunten, maar ook dat er meer nadruk ligt op het privéleven van politici.

Volgens Van Zoonen (2000:156) gaan deze verschillende rollen, de rol van privépersoon en

die van politicus, gepaard met verschillende vormen van taalgebruik. Deze gedachte lijkt ook

relevant voor andere gasten dan politici. Een directeur die over zijn bedrijf komt praten

(zakelijk) zal waarschijnlijk zijn taalgebruik aanpassen indien hij komt praten over zijn

kinderen (privé).

4.3 Presentator in praatprogramma’s

De presentator vervult een belangrijke rol in praatprogramma’s. Hij of zij draagt als het ware

het programma. Eerst zal ik dieper op de term presentator ingaan. Costera en Van Dijck

(2001:63) geven aan dat er soms onduidelijkheid bestaat over de term ‘presentator’. De

presentator is niet alleen diegene die het programma presenteert, maar hij vervult ook de rol

van gespreksleider tijdens het interview en tijdens de discussies. Hij of zij bepaalt hiermee

voor een groot deel de toon en inhoud van het programma (Costera Meijer en Van Dijck,

2001:63). Dit is de reden waarom veel praatprogramma’s de naam van de presentatoren

dragen. Denk maar aan de programma’s Pauw en Witteman, Mooi! Weer de Leeuw en

vroeger Catherine en Barend & Van Dorp. Een goede illustratie van het belang van een

goede presentator vormt de vergelijking van de programma’s De wereld draait door en De

zomer draait door. Beide programma’s hadden exact dezelfde opzet: dezelfde items,

dezelfde setting. Alleen werd de presentatie bij De Zomer draait door niet door Matthijs van

Nieuwkerk verzorgd maar door minder ervaren presentatoren. De onervaren presentatoren

Page 36: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

36Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

kregen veel kritiek te verduren. In een recensie van televisierecensent Hans Beerekamp

(2009) in het NRC Handelsblad stond het volgende:

“Het verschil met Van Nieuwkerk is opvallend groot. Weg zijn de scherpe

improvisaties, de razendsnelle invallen en de eigenzinnigheid. Het tempo is veel

lager, om niet te zeggen langdradig. De gesprekjes maken vaak een plichtmatige

indruk, de vragen lijken lang tevoren ingestudeerd.”

Niet alleen kwam er een storm van kritiek, ook de het verschil in kijkcijfers is zeer groot

(figuur 1). Dit toont aan dat een goede presentator van belang is om een succesvol

programma te maken.

Figuur 1 - De laatste week DWDD vergeleken met de eerste week DZDD (kijkcijfers x1000)

Presentatoren worden voor een groot deel afgerekend op hun professionele vaardigheden

als interviewer en gespreksleider. Toch blijken ook persoonlijkheidsfactoren van wezenlijk

belang bij het publiek (Costera Meijer en Van Dijck, 2001:64). Het lijkt een kwestie van

smaak in hoeverre de kijker zich aangesproken voelt. Sommige kijkers houden van de

provocerende aanpak van Paul de Leeuw en andere kijkers voelen zich meer aangesproken

door Andries Knevel.

4.4 De verhouding tussen presentator en gast

In praatprogramma’s komen veel verschillende gasten aan bod. De gasten zijn al dan niet

bekende Nederlanders en zijn er om iets persoonlijks te vertellen of willen praten over een

zakelijk onderwerp. De diversiteit is enorm en als presentator moet je al deze mensen goed

benaderen om een prettig en bevredigend gesprek te kunnen voeren. Adams & Hicks

(2001:101) geven aan dat politici soms hardere interviewtechnieken nodig hebben om een

antwoord te verkrijgen, maar dat politici dit ook verwachten wanneer zij een gesprek ingaan.

Door de vele debatten die politici voeren zijn zij goed getraind om lastige vragen te

ontwijken. Zoals al eerder werd genoemd, geeft Van Zoonen (2000:156) aan dat taalgebruik

(Bron: Boeschoten,2009)

Page 37: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

37Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

wordt aangepast aan de verschillende gesprekssituaties. Toch zegt taalgebruik niet altijd

alles. Presentator Paul de Leeuw staat bekend om zijn stijl van interviewen. Gasten krijgen

vaak niet de gelegenheid om uit te praten, hij neemt geen blad voor de mond en als het

gesprek hem verveelt zal hij dit ook openlijk zeggen. Costera Meijer en Van Dijck (2001:67)

geven aan dat gasten dit ook verwachten en ondanks dat de opmerkingen soms beledigend

kunnen worden opgevat, Paul de Leeuw maar zelden respectloos overkomt.

4.5 Functie van het publiek

In de meeste praatprogramma’s zit de presentator met een wisselend aantal gasten aan een

tafel. Vaak staan er drankjes op tafel en om de gasten heen zit publiek. De uitstraling die van

zo’n setting uitgaat is toegankelijk en laagdrempelig (Costera Meijer en Van Dijck, 2001:86).

Hiermee bedoelen zij dat het lijkt alsof het gesprek iedereen aangaat en dat iedereen mee

kan doen aan het gesprek. Het oogt alsof er in een café een informeel gesprek gaande is en

het publiek (thuis en in de studio) kan meeluisteren. Het lijkt heel natuurlijk en toch is de

verdeling nauwkeurig geregisseerd. De gasten aan tafel gaan met elkaar het gesprek aan,

terwijl het meestal niet de bedoeling is dat het publiek deelneemt aan het gesprek. Costera

Meijer en Van Dijck (2001:87) noemen dit proces het creëren van ‘burgers en buitenlui’. Een

redactie bepaalt namelijk welke personen actief in een gesprek worden betrokken en wie er

passief mag toekijken. Er wordt door de redactie een belangrijke selectie gemaakt aan de

hand van het gespreksthema. Gasten worden uitgenodigd om over een bepaald thema mee

te praten en te discussiëren. In een programma zoals Mooi! Weer de Leeuw lijkt het alsof het

publiek een actieve rol speelt in het programma. Toch worden ook hier van te voren gasten

(uit het publiek) geselecteerd die participeren in het programma. Er is hier wel meer ruimte

voor spontane reacties uit het publiek, maar het programma draait voornamelijk om mensen

die vooraf door de redactie zijn uitgekozen om een actieve rol te vervullen.

4.6 Hoofdonderzoek praatprogramma’s

Om tot het hoofdonderzoek van deze thesis te komen, is eerst een vooronderzoek

uitgevoerd. Uit dit vooronderzoek bleek dat u of jij/je zeggen een ingewikkelde

aangelegenheid is en dat het gebruiken van aanspreekvormen van veel factoren afhankelijk

is. In het hoofdonderzoek wordt nader onderzoek gedaan naar hoe het gebruik van

aanspreekvormen tot stand komt. Om zoveel mogelijk informatie te krijgen over het gebruik

van aanspreekvormen lag de keuze voor het onderzoeken van praatprogramma’s voor de

hand. Dit omdat in praatprogramma’s veel gesprekken plaatsvinden en omdat er

verschillende mensen aan het woord komen. Hierdoor ontstaan er veel gesprekscombinaties

Page 38: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

38Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

en kan er wellicht meer inzicht worden verkregen in het gebruik van u en jij/je. Waar in het

vooronderzoek nog naar algemene kenmerken werd gekeken die we ook terugzagen in het

onderzoek van Vermaas (geslacht, leeftijd, functie) wordt nu dieper ingegaan op de aard van

het gesprek en op de rol van de gesprekspartners binnen een dialoog. De hoofdvraag van dit

onderzoek is voortgekomen uit het vooronderzoek, waarin bleek dat de persoonsafhankelijke

kenmerken leeftijd en geslacht het gebruik van aanspreekvormen niet afdoende konden

verklaren. De centrale vraag voor dit onderzoek is:

Wat zijn de belangrijkste variabelen in het gebruik van de aanspreekvormen u en jij/je

in Nederlandse praatprogramma’s?

Deze hoofdvraag bestaat uit een zestal deelvragen:

1. Is er een verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar

programma?

2. Is er een verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar setting van

een gesprek?

3. In hoeverre wordt het gebruik van aanspreekvormen bepaald door de leeftijd van de

aangesproken persoon?

4. In hoeverre wordt het gebruik van aanspreekvormen bepaald door het geslacht?

5. In hoeverre wordt het gebruik van aanspreekvormen bepaald door het basisoptreden

van personen in een praatprogramma?

6. Is er een verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar de aard en

lengte van de dialoog?

4.7 Onderzoeksmethode en verantwoording

Bij de opzet van het vooronderzoek bleek al dat er nog maar weinig tot niets bekend is over

het gebruik van aanspreekvormen op televisie. Vermaas (2002) deed al wel onderzoek naar

aanspreekvormen in de media, maar dit betrof voornamelijk gedrukte media en eigen

observaties. Over aanspreekvormen in praatprogramma’s is nog bijna niets bekend. Er zijn

wel wat algemene uitspraken gedaan over taalgebruik in praatprogramma’s maar dit zegt

nog vrij weinig over het gebruik van u of jij/je. Opvallend is dat er genoeg wordt geschreven

over het gebruik van aanspreekvormen in het algemeen. In de krant en op het internet zijn er

veel mensen die iets te zeggen hebben over dit actuele onderwerp. Ook is er wel een aantal

artikelen geschreven maar echt diepgaand onderzoek naar aanspreekvormen is zeldzaam.

Daarnaast bestaat er volgens Vos (2004:11) geen universele methode om televisiemateriaal

Page 39: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

39Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

te analyseren. Daarom is de analysemethode voor een televisieprogramma afhankelijk van

de vraagstelling van de onderzoeker, zo stelt Vos (2004:11). Om tot een bruikbare methode

te komen om de praatprogramma’s te analyseren was het gebruik van een goed codeboek

van groot belang.

4.7.1 Materiaal en procedure

Voor het hoofdonderzoek worden vier verschillende praatprogramma’s geanalyseerd. De

programma’s zijn Pauw en Witteman, De wereld draait door, Knevel en Van den Brink en

Mooi! Weer de Leeuw. Van elk van deze programma’s zijn vier afleveringen uit 2009

geselecteerd. Uiteindelijk worden er dus zestien uitzendingen geanalyseerd. In bijlage 5

staan deze uitzendingen met uitzenddata vermeld. Al deze uitzendingen zijn te bekijken via

de digitale archieven van de website van de programma’s. Zodoende hoefde de afleveringen

niet opgenomen te worden want alle uitzendingen zijn op een willekeurig moment terug te

kijken. De uitzendingen werden via de computer met internetverbinding gekeken.

Een deel van de uitzendingen is door een tweede codeur gecodeerd. Neuendorf

(2002:141) geeft aan dat de ‘intercoder reliability’ van groot belang is en dat een valide

onderzoek een acceptabel niveau van de onderlinge betrouwbaarheid moet hebben. Bij

inhoudsanalyses dienen er minstens twee codeurs te zijn zodat de mate van overeenkomst

kan worden berekend. Neuendorf (2002) stelt dat als richtlijn rond de 10% tot 20% van het

totale materiaal dubbel gecodeerd dient te worden. Van de 16 geanalyseerde programma’s

zijn er vier door een tweede codeur gecodeerd. Aan de normering die geldt voor het dubbel

coderen in wetenschappelijk onderzoek is dus ruimschoots voldaan (25%). De codeurs

hadden de beschikking over een handboek en de codebladen tijdens het coderen. Omdat

sommige vragen en termen op het eerste gezicht misschien niet helemaal duidelijk zijn, is er

een handboek ontwikkeld . Dit handboek geeft inzicht in bepaalde termen en geeft informatie

over hoe de programma’s gecodeerd dienen te worden. Het handboek alsmede de

codebladen staan in bijlage 7 en 8. Aan de hand van de vragen in het codeboek (bijlage 6)

zijn de codebladen ingevuld. De vragen in het codeboek hebben betrekking op het

programma op uitzendingniveau, itemniveau, persoonsniveau en dialoogniveau. In de

volgende paragraaf wordt deze indeling nader toegelicht.

Page 40: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

40Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

4.7.2 Het codeboek

Het codeboek dat ontwikkeld is voor de analyse van het hoofdonderzoek is gebaseerd op het

codeboek zoals gebruikt is voor het onderzoek van de Monitor Diversiteit 2005 (Koeman,

Peeters & d'Haenens, 2007). Uit dit onderzoek zijn sommige elementen overgenomen en

aangepast zodat het bruikbaar werd voor deze analyse. Het codeboek voor het

hoofdonderzoek is verdeeld in vier delen namelijk deel A, B, C en D. In deze paragraaf

worden de vier delen besproken. Per deel zal ik de hoofdpunten bespreken en daar waar

onduidelijkheden kunnen ontstaan, een toelichting geven.

Deel A

Deel A bestaat uit vragen over de gehele uitzending. Hier worden de algemene kenmerken

van het te bekijken programma ingevoerd. Deze vragen gaan onder andere in op de naam

van programma, de datum van uitzending, de lengte (duur) van het programma en de

codeerdatum.

Deel B

Het itemniveau komt in dit deel aan bod. In een uitzending komen meerdere items voor.

Onder een item verstaan we een gesprek over een bepaald onderwerp. Indien er een

politicus aan tafel zit om over de economische crisis te praten, is de economische crisis het

item. Binnen dit item kunnen weer verschillende dialogen bestaan tussen meerdere

personen. Naast een beschrijving van het item wordt gecodeerd waar het gesprek

plaatsvindt. Een item kan in de studio of/en op locatie plaatsvinden. Een item kan ook

betrekking hebben op fragmenten van andere programma’s of bestaan uit animatiebeelden.

Deel C

In een praatprogramma komen meerdere mensen aan het woord. In dit deel worden de

kenmerken van de personen die spreken gecodeerd. Allereerst krijgen de personen een

code toegekend. Deze code geeft aan welke functie een persoon in een programma heeft.

De vaste medewerkers van programma’s zijn voorgecodeerd. Dit is gedaan omdat de rol van

vaste medewerkers bij elke uitzending van het desbetreffende programma hetzelfde is. In het

onderzoek wordt een belangrijk onderscheid gemaakt tussen verschillende medewerkers. De

hoofdpresentatoren worden voorgecodeerd en behouden in alle uitzendingen hetzelfde

codenummer. Een extra hoofdpresentator is iemand die de hele uitzending aanwezig is,

vragen stelt en opmerkingen maakt, maar niet de leiding heeft over het programma (zoals

bijvoorbeeld de sidekick in ‘De wereld draait door’). Onder een bijpresentator wordt verstaan

Page 41: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

41Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

iemand die niet het gehele programma aanwezig is en in slechts één item voorkomt (zoals

bijvoorbeeld in het onderdeel ‘De Jakhalzen’ in De wereld draait door). Voor de overige

specifieke codes verwijs ik naar de handleiding van de codeboek. De leeftijd en het geslacht

van de programmamedewerkers wordt ook slechts één maal gecodeerd. De leeftijd van de

overige personen wordt geschat en indien mogelijk nagezocht. Dit wordt gedaan om te kijken

of de leeftijden die niet nagezocht kunnen worden, betrouwbaar geschat zijn. In dit deel

wordt tevens het basisoptreden van een persoon genoteerd. Er wordt onderscheid gemaakt

tussen een programmamedewerker en een prominente gast of geïnterviewde en tussen een

‘geselecteerde gewone Nederlander’ en een ‘toevallig geselecteerde Nederlander’. In een

programma als Mooi! Weer de Leeuw schrijven mensen brieven op basis waarvan de

redactie een selectie maakt van de mensen die in het programma komen. Daarnaast zit er

ook publiek in de zaal waarvan mensen toevallig aan het woord komen.

De mensen die in een uitzending aan het woord zijn, worden soms aangekondigd

door een programmamedewerker. Deze aankondiging komt ook in deel C aan bod. Allereerst

wordt de aankondiging van de naam gecodeerd. Een gast kan met zijn voor- en/of

achternaam aangekondigd worden. Daarnaast is de aanspreektitel van belang. Onder

aanspreektitel wordt verstaan het gebruik van meneer/mevrouw en de benoeming van de

functie, bijvoorbeeld minister, professor, muzikant etc.

Deel D

Het laatste deel heeft betrekking op de dialogen in een programma. Een dialoog omvat alles

wat twee personen (niet beide programmamedewerkers) tegen elkaar zeggen binnen één

item van één uitzending. Indien meerdere personen met elkaar spreken, wordt dit ontleed in

meerdere tweegesprekken. De lengte van een dialoog kan bestaan uit 1) één maal (dit houdt

in dat beide personen één maal aan het woord zijn); 2) anderhalf keer tot drie keer (beide

personen spreken maximaal 3 keer; of 3) meer dan drie keer (personen spreken minimaal

drie keer). Daarnaast is de aard van de dialoog van belang. Een dialoog is in te delen in 5

mogelijkheden, variërend van uitsluitend zakelijk tot uitsluitend persoonlijk. Dit wordt bepaald

aan de hand van de mate waarin men aan het woord is. Indien de persoon twee maal aan

het woord komt waarvan hij/zij één maal persoonlijke uitspraken doet, is de conversatie

ongeveer evenveel persoonlijk als zakelijk. Indien hij/zij enkel zakelijke dingen bespreekt, is

de conversatie uitsluitend zakelijk.

Daarnaast wordt gekeken welke aanspreekvorm gebruikt wordt. Hiermee wordt

bedoeld of de personen elkaar met u of je, of allebei, aanspreken. Evenals in het

vooronderzoek wordt er een onderscheid gemaakt in formele en informele

aanspreekvormen. Onder formeel aanspreken valt dus niet alleen het zeggen van u, maar

ook uw en het zeggen van meneer/professor. Onder de informele j-vorm valt naast het

Page 42: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

42Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

zeggen van jij/je/jou/jouw ook het gebruik van de voornaam. Tenslotte wordt genoteerd of er

informatie over het privéleven van de personen binnen een dialoog wordt verkregen.

Bij alle onderdelen van het codeboek is een open vraag opgenomen waarbij de codeur

opmerkingen kan noteren. Indien er in een uitzending iets gebeurt wat opvallend of bijzonder

is, wordt dit genoteerd zodat het meegenomen kan worden in het onderzoek. Ook is er hier

de mogelijkheid om problemen met het coderen (of onzekerheden) te vermelden.

4.8 Resultatenanalyse

4.8.1 Inleiding

Eerder kwamen de resultaten van het vooronderzoek aan bod. Dit hoofdstuk bevat de

belangrijkste resultaten van het hoofdonderzoek. De bespreking van de

onderzoeksresultaten is ingedeeld naar verschillende thema’s. De resultaten worden

afgebeeld in tabellen. Net zoals in het vooronderzoek worden de aantallen uitgedrukt in

percentages. De percentages zijn opgeteld vaak geen 100%. Dit komt doordat de uitkomsten

’onbekend’ en ‘geen van beide’ niet zijn afgebeeld in de tabellen.

4.8.2 Aanspreekvormen naar programma

In alle programma’s wordt er overwegend een informele aanspreekvorm gebruikt. Wel is er

een verband tussen het gebruik van u en jij/je naar programma te zien (df=3, p=0,000). In

tabel 4.1 is te zien dat in Pauw en Witteman (54,5%) en Knevel en van de Brink (48,8%) het

vaakst een formele aanspreekvorm wordt gebruikt. In Mooi! Weer de Leeuw wordt het minst

u gezegd (17,6%).

Tabel 4.1 Aanspreekvorm naar programma

DWDD P&W KvdB Mooi! Weer de LeeuwAanspreekvorm

u/uw 43,8 54,5 48,8 17,6

jij/je 56,2 45,5 51,2 82,4

Page 43: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

43Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

4.8.3 Setting van een gesprek

Binnen de 16 geanalyseerde programma’s vonden er in totaal 95 items plaats waarvan 4

items (4,2%) op locatie werden gehouden. De gesprekken op locatie kwamen allen voor in

het item De Jakhalzen van het programma De wereld draait door. Eén gesprek bestond uit

een fragment van een andere televisieprogramma. Ook dit gesprek vond plaats in De wereld

draait door. Alle overige gesprekken werden gevoerd in de studio.

Binnen de items op locatie en in de studio zijn er 180 dialogen gevoerd waarbij de personen

elkaar met u of met jij aanspreken. Het merendeel (93%) van deze dialogen vond plaats in

de studio. Over het algemeen wordt er vaker jij en je tegen elkaar gezegd dan u. Er wordt

namelijk in bijna 67 % van de gesprekken een informele aanspreekvorm gebruikt. Er is wel

een verschil zichtbaar in de aanspreekvorm naar de setting van een gesprek. Uit het

onderzoek blijkt dat indien het gesprek plaatsvindt op locatie, mensen elkaar vaker met u

aanspreken dan wanneer een gesprek op locatie is opgenomen. Dit verband (p<0,002, df=1)

tussen aanspreekvorm en setting van een gesprek wordt in tabel 4.2 weergegeven.

Tabel 4.2 Aanspreekvorm en setting van het gesprek

Studio LocatieAanspreekvorm

u/uw 30,4 75,0

jij/je 69,9 25,0

Op locatie wordt er binnen 75% van de dialogen u gezegd en in 25% van de gevallen

gebruikt met een informele aanspreekvorm. In gesprekken in de studio zeggen de

presentatoren en gasten vaker jij en je tegen elkaar (69,9%). Dit zou kunnen komen doordat

veel gesprekken buiten studio met politici werden gevoerd. Door hun maatschappelijke

functie zou de presentator eerder kunnen kiezen voor het gebruik van een formele

aanspreekvorm.

Page 44: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

44Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

4.8.4 Leeftijd

In deze paragraaf wordt gekeken in hoeverre leeftijd een rol spelt bij de keuze voor een

aanspreekvorm. Allereerst is gekeken in hoeverre de leeftijden betrouwbaar zijn gecodeerd.

In het onderzoek zijn de leeftijden van de personen geschat en indien mogelijk nagezocht.

Op basis daarvan kan gekeken worden in hoeverre de geschatte leeftijd, van personen

waarvan de leeftijd niet achterhaald kon worden, betrouwbaar is. Dit is gedaan door middel

van een t-toets. Des te hoger de waarde van de correlatiecoëfficiënt (r) is, des te sterker het

verband tussen twee variabelen is. Als r gelijk aan 1 is bestaat er een perfect positief

verband (De Vocht, 2001:193). Bij de vergelijking van de geschatte en de onderzochte

leeftijd blijkt dat er een sterk verband is (r = 0,98). Daarom kunnen we ervan uitgaan dat de

leeftijd van personen waarvan geen onderzochte leeftijd bekend is, betrouwbaar is geschat

In het vooronderzoek zagen we al dat leeftijd een grote rol speelt in de keuze voor een

aanspreekvorm. De geschatte en onderzochte leeftijden zijn voor dit onderzoek

teruggebracht tot drie leeftijdscategorieën. Namelijk van 0-30, 31-50 en 51-99. Uit het

hoofdonderzoek blijkt dat ook hier een verband is tussen de leeftijdscategorie van een

persoon en de manier waarop diegene wordt aangesproken (p =0,004, df=4). Naarmate een

persoon ouder is, wordt hij of zij vaker met u aangesproken.

Tabel 4.3 Aanspreekvorm en leeftijd

0-30 30-51 51-99Aanspreekvorm

u/uw 5,6 23,8 62,8

jij/je 94,4 72,6 35,9

Onbekend - 3,6 1,3

Het gebruik van aanspreekvormen uit zich ook in het zeggen van bijvoorbeeld

meneer/mevrouw en in het gebruik van aanspreektitels. Deze aankondigingen worden vaak

gebruikt wanneer een gast wordt geïntroduceerd. Uit het onderzoek blijkt dat bij het

aankondigen van de naam van de gast door de programmamakers meestal de voor- en

achternaam wordt gebruikt (72,9%). Tabel 4.3 laat zien dat wanneer de presentator een

voornaam gebruikt om iemand aan te kondigen, dit in 52,6% van de gevallen iemand is uit

Page 45: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

45Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

de jongste leeftijdscategorie. Daarentegen wordt het gebruik van een achternaam vooral

gericht tegen mensen uit de leeftijdscategorie 51-99. (p=0,000, df=6)

Tabel 4.4 Aankondiging naam en leeftijd van de gasten

0-30 30-51 51-99Aankondiging

voornaam 52,6 31,6 15,8

achternaam 0,0 12,5 87,5

voor- en achternaam 17,1 41,4 41,4

Naast het gebruik van de voor en achternaam om iemand aan te kondigen, wordt er ook wel

eens een aanspreektitel gebruikt. Hiermee bedoelen we het zeggen van meneer en

mevrouw, maar ook professor, minister etc. Uit het onderzoek blijkt er tegen mensen uit de

leeftijdscategorie 31-50 en 51-99 vaker een aanspreektitel te worden gebruikt dan bij

mensen uit de categorie 0 tot 30 jaar. Dit verband (p = 0,007, df =6) lijkt logisch als je

bedenkt dat mensen in de jongste leeftijdscategorie minder vaak een aanspreektitel als

minister of professor zullen hebben. Door hun leeftijd zullen zij ook minder vaak met meneer

of mevrouw worden aangesproken.

Tabel 4.5 Aankondiging aanspreektitel naar leeftijd van de gasten

0-30 30-51 51-99Aankondiging

Meneer/mevrouw 0,0 12,5 87,5

Functie (minister etc) 8,2 38,8 51,3

Page 46: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

46Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

4.8.5 Aanspreekvormen naar mannen en vrouwen

In het onderzoek is het geslacht genoteerd van de personen binnen een dialoog. Er blijkt

geen verband te zijn tussen de aanspreekvorm richting mannen en vrouwen (p=0,128 df=2).

In tabel 4.5 is weergegeven dat er iets vaker u wordt gezegd tegen mannen maar dat er

verband is tussen de aanspreekvorm en het geslacht is niet aantoonbaar.

Tabel 4.6 Aanspreekvorm naar geslacht

Man VrouwAanspreekvorm

u/uw 41,3 29,2

jij/je 56,0 69,7

4.8.6 Aanspreekvormen naar basisoptreden

Van de personen die voorkwamen in de dialogen is het basisoptreden genoteerd. Uit de

gegevens blijkt dat er geen verband is tussen de aanspreekvorm richting de gast en het

basisoptreden (p=0,62) df =3). Wel blijkt dat de aanspreekvorm jij in 63,4% van de gevallen

wordt gebruikt. Ook blijkt dat medewerkers van een programma uitsluitend met jij worden

aangesproken. Dit kan verklaard worden door dat hier alleen is gekeken naar de

aanspreekvorm die televisiepresentatoren richting andere personen gebruiken. Medewerkers

van een programma zullen elkaar tutoyeren omdat zij collega’s zijn.

Tabel 4.7 Aanspreekvorm naar basisoptreden

medewerker prominente geselect. gewone toevallig geselect.gast Nederlander Nederlander

Aanspreekvorm

u/uw 0,0 41,9 31,6 66,7

jij/je 100,0 58,1 68,4 33,3

Page 47: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

47Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

4.8.7 Aard en lengte van de dialoog

In het onderzoek is ook de lengte en de aard van de dialogen onderzocht. Uit de gegevens

blijkt dat de aard van een dialoog en de aanspreekvorm geen verband vertonen (df = 2,

p=0,790) Wel blijkt dat er een relatie bestaat tussen de aanspreekvorm en de lengte van een

gesprek (df = 2, p=0,006). Uit tabel 4.6 valt af te lezen dat in korte gesprekken er vaker de

aanspreekvorm u wordt gebruikt. Indien lengte van een gesprek langer dan anderhalf keer

beslaat, neemt het gebruik van jij en je toe.

Tabel 4.8 Aanspreekvorm en lengte van een gesprek

één keer anderhalf keer meer dan drie keerAanspreekvorm

u/uw 57,7 17,6 37,5

jij/je 4,3 82,4 62,5

4.8.8 Intercodeursbetrouwbaarheid

Zoals al eerder ter sprake kwam, is een deel van het geanalyseerde materiaal dubbel

gecodeerd. Alleen de codes die verschillen zal ik hier bespreken. De codes die niet worden

besproken vertonen dus een overeenkomst van 100%. De verschillen zal ik op item-,

persoons- en dialoogniveau bespreken.

Deel A, het programmaniveau, kwam geheel overeen aangezien het hier algemene

kenmerken van de uitzending betreft die voor een groot deel al voorgecodeerd waren.

Op itemniveau kwam 94,2% van de gecodeerde items overeen. Deze verschillen

zaten allemaal in de codering van de identificatiecode van het item (B01). Daardoor was

soms ook de beschrijving van het item en de eerste 5 woorden van het item verschillend.

Aangezien deze codes niet gebruikt zijn voor het hoofdonderzoek en slechts fungeerden als

een geheugensteun, levert dit geen probleem op voor de betrouwbaarheid. De plaats van het

gesprek (code B04) kwam wel geheel overeen.

Deel C gaf problemen bij het toewijzen van de identificatiecodes (C01) aan de

personen. Hoewel de programmamedewerkers voorgecodeerd waren en de tweede codeur

ook de beschikking had tot deze lijst, zijn de overige personen in de programma’s door de

tweede codeur in een andere volgorde gecodeerd. Het aantal personen dat uiteindelijk

gecodeerd is, kwam wel overeen met de eerste codering. Ook kwam de schatting van de

Page 48: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

48Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

leeftijd (C05) door beide codeurs niet overeen. Door middel van een t-toets in SPSS

(vergelijken van nagezochte leeftijd en geschatte leeftijd) bleek de schatting van de leeftijd

door de tweede codeur (r = 0,96) ook vrij nauwkeurig te zijn. Daardoor levert deze

verschillende codering van de geschatte leeftijd geen probleem op voor de betrouwbaarheid

van het onderzoek. De leeftijden die nagezocht konden worden komen wel overeen met de

codering van de eerste codeur.

De meeste verschillen zijn ontstaan bij het coderen van deel D. Hier is vooral veel

verschil te zien in de indeling en nummering van de dialogen. Daarnaast is er verschil te zien

in de omschrijving van de aard van de dialoog.

4.9 Conclusie

4.9.1 Inleiding

In de vorige paragraaf zijn de resultaten van het hoofdonderzoek besproken. In dit deel van

de thesis zullen eerst de deelvragen aan bod komen. Daarna wordt er een antwoord

gegeven op de hoofdvraag van het onderzoek naar aanspreekvormen in Nederlandse

praatprogramma’s.

4.9.2 Beantwoording deelvragen

In de inleiding kwamen de deelvragen van dit onderzoek al aan bod. Alvorens een antwoord

te geven op de hoofdvraag zullen de zes deelvragen beantwoord worden naar aanleiding

van de onderzoeksresultaten.

Deelvraag 1: Is er een verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar

programma?

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er inderdaad een verschil is in het gebruik van

aanspreekvormen in de vier onderzochte programma’s. In de uitzendingen van Pauw en

Witteman en Knevel en Van den Brink werd vaker een formele aanspreekvorm gebruikt dan

in de programma’s De wereld draait door en Mooi! Weer de Leeuw. Dit kan verklaard worden

doordat Pauw en Witteman en Knevel en Van den Brink serieuzere gesprekken hebben en

de setting minder informeel is dan bij het programma De wereld draait door, waar de

onderwerpen vaak op een luchtige manier gepresenteerd worden. In het programma Mooi!

Weer de Leeuw wordt het minst vaak u gezegd. Dit komt doordat in Mooi! Weer de Leeuw

bijna nooit formele gesprekken worden gevoerd.

Page 49: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

49Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Deelvraag 2: Is er een verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar

setting van een gesprek?

De setting van een gesprek is van belang bij de keuze voor een aanspreekvorm. Uit de

resultaten blijkt dat er op locatie vaker u wordt gezegd dan in de studio. Waarschijnlijk komt

dit doordat de sfeer in de studio infomeler is dan op locatie. Uit de literatuur bleek al dat er in

de studio vaak een intieme sfeer wordt gecreëerd. Mensen zitten aan tafel met een drankje

en gaan met elkaar in discussie terwijl het creëren van een intieme sfeer op locatie vaak erg

moeilijk is.

Deelvraag 3: In hoeverre wordt het gebruik van aanspreekvormen bepaald door de leeftijd

van de aangesproken persoon?

Uit het onderzoek blijkt dat de leeftijd een belangrijke rol speelt in de keuze voor een

aanspreekvorm. Naarmate iemand ouder is, zal hij of zij eerder met een formele

aanspreekvorm worden aangesproken. Niet alleen het gebruik van u of jij/je maar ook het

gebruik van aanspreektitels en voor- en achternaam is leeftijdsafhankelijk. Tegen oudere

mensen wordt vaker een aanspreektitel gebruikt. Dit wordt verklaard door het feit dan jonge

mensen (0 tot 30 jaar) vaak nog geen beroep uitoefenen waarbij een titel gepaard gaat. Het

gebruik van de voor- en/of achternaam om iemand aan te spreken is ook afhankelijk van de

leeftijd. Tegen jonge mensen wordt de voornaam gezegd en mensen uit de leeftijdscategorie

51-99 jaar worden vaker met de achternaam (in combinatie met meneer/mevrouw)

aangesproken.

Deelvraag 4: In hoeverre wordt het gebruik van aanspreekvormen bepaald door het

geslacht?

Er lijkt geen verband te zijn tussen het zeggen van u of jij/je en het geslacht van een

persoon. Met andere woorden: er kan niet geconcludeerd worden dat het geslacht van de

aangesproken persoon invloed heeft op de aanspreekvorm die gebruikt wordt.

Deelvraag 5: In hoeverre wordt het gebruik van aanspreekvormen bepaald door het

basisoptreden van personen in een praatprogramma?

Wat uit de cijfers van dit onderzoek naar voren komt, is dat het basisoptreden niet van

invloed lijkit te zijn op het gebruik van een formele of informele aanspreekvorm. Het enige

wat duidelijk werd is dat programmamedewerkers elkaar altijd met je aanspreken.

Page 50: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

50Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Deelvraag 6: Is er een verschil te constateren in het gebruik van aanspreekvormen naar de

aard en lengte van de dialoog?

De aard van de dialoog blijkt geen factor van betekenis te spelen in het proces van

aanspreken. Daarentegen laat het onderzoek wel zien dat er een verband is tussen de

aanspreekvorm en de lengte van een dialoog. Naarmate een gesprek langer duurt, neemt

het gebruik van jij en je toe.

4.9.3 Beantwoording hoofdvraag

Na beantwoording van de deelvragen kan nu een antwoord gegeven worden op de centrale

vraag van het hoofdonderzoek. De centrale vraag is:

Wat zijn de belangrijkste variabelen in het gebruik van de aanspreekvormen u en jij/je

in Nederlandse praatprogramma’s?

Uit het onderzoek blijkt dat er verschillen bestaan in het gebruik van aanspreekvormen

tussen de onderzochte programma’s. In de serieuze praatprogramma’s Knevel en Van den

Brink en Pauw en Witteman wordt er vaker u gezegd dan in de andere onderzochte

praatprogramma’s. Een belangrijke factor die meespeelt in de keuze voor een formele of

informele aanspreekvorm is leeftijd. Daarnaast speelt de leeftijd ook mee bij de aankondiging

van de voor- en/of achternaam en de titel van een persoon. Tevens bleek uit het onderzoek

dat de setting van belang is. Indien een gesprek op locatie plaatsvindt wordt er vaker u

gezegd. Uit de cijfers van het onderzoek blijkt dat het geslacht geen verband vertoont met de

aanspreekvorm. Ook het basisoptreden van een persoon speelt geen rol. Tenslotte speelt de

lengte van een dialoog wel een rol in het proces van aanspreken. Naarmate een gesprek

langer duurt, wordt er vaker een informele aanspreekvorm gebruikt.

4.9.4 Reflectie

Wanneer wordt gekeken naar de factoren die meespelen in de totstandkoming van

aanspreekvormen in het hoofdonderzoek, is het duidelijk dat wederom leeftijd een

belangrijke rol speelt. Dat leeftijd een rol speelt in de keuze voor een aanspreekvorm, zagen

we ook in het onderzoek van Vermaas (2002) en in het vooronderzoek. Toch kan door

middel van een kwantitatieve analyse van televisie-uitzendingen niet alle informatie

verkregen worden. Zo blijkt er uit dit onderzoek een verband te zijn tussen de setting van een

gesprek en de aanspreekvorm. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat dit wellicht te kort

Page 51: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

51Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

door de bocht is. De gesprekken op locatie vonden meestal plaats met politici waarbij de

maatschappelijke functie en status van politici wellicht meespeelt in de keuze voor een

formele aanspreekvorm. Omdat het indelen van functies problemen opleverde (mede

doordat van veel personen de functie niet duidelijk was) kon niet beoordeeld worden of dit

een rol speelt in het gebruik van aanspreekvormen. Na het doen van een vooronderzoek en

een hoofdonderzoek is het ook niet duidelijk of er voor en achter de schermen regels zijn

over het gebruik van u en jij/je. Daarom wordt in het volgende hoofdstuk een kwalitatief

onderzoek uitgevoerd. Door middel van interviews met presentatoren worden vragen die niet

door middel van kwantitatieve analyses beantwoord konden worden, nader onderzocht.

Page 52: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

52Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

5 Presentatoren aan het woord

5.1 InleidingIn het vooronderzoek en het hoofdonderzoek is het gebruik van aanspreekvormen in

televisieprogramma’s onderzocht. Hoewel we door deze onderzoeken meer inzicht hebben

gekregen in het gebruik van u en jij, zijn er ook nog vragen onbeantwoord gebleven. Deze

vragen konden ook niet door middel van de kwantitatieve onderzoeken beantwoord worden.

Eerder zagen we bijvoorbeeld al dat er tijdens televisie-uitzendingen soms afspraken worden

gemaakt over het formeel of informeel aanspreken tussen presentatoren en gasten. Dit doet

vermoeden dat dit wellicht ook gebeurt ‘achter de schermen’. Om meer inzicht te krijgen hoe

aanspreekvormen tussen presentatoren en hun gasten tot stand komen, zijn er twee

interviews gehouden met presentatoren van Nederlandse praatprogramma’s. De

presentatoren die meegewerkt hebben aan de interviews zijn Andries Knevel en Tijs van den

Brink van het programma Knevel en Van den Brink en Matthijs van Nieuwkerk van het

programma De wereld draait door. De hoofdvraag van dit onderzoek is:

Hoe komen aanspreekvormen tussen televisiepresentatoren en gasten tot stand?

Deze hoofdvraag bestaat uit vier deelvragen:

1. Is het gebruik van aanspreekvormen op televisie veranderd?

2. Welke factoren spelen een rol bij het gebruik van u of jij?

3. Worden er afspraken gemaakt over het gebruik van aanspreekvormen?

4. Is er verschil in het aanspreken van gasten voor en achter de schermen?

5.2 Methodologie

In dit deel van de thesis is gekozen voor een kwalitatieve manier van onderzoek. Door

middel van het houden van interviews werden de motieven van het gebruik van

aanspreekvormen achterhaald bij presentatoren. De subjecten van het onderzoek zijn de

presentatoren van de twee televisieprogramma’s uit het hoofdonderzoek. Eigenlijk was het

de bedoeling alle presentatoren, waarvan de programma’s centraal staan in het

hoofdonderzoek, te interviewen. Dit is helaas niet gelukt. Allereerst heb ik de omroepen een

mail gestuurd met mijn verzoek. Baarda, De Goede en Van der Meer-Middelburg (1996)

geven aan dat het sturen van een brief (in dit onderzoek is een e-mail gezonden) een goede

Page 53: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

53Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

manier is om in contact te komen met de respondenten. In deze e-mail stond een korte

introductie op het onderwerp en het verzoek om een interview. Aangezien ik geen reactie

kreeg op de e-mails leek het mij beter om de presentatoren persoonlijk te benaderen na

afloop van de uitzendingen van hun programma’s. Dit bleek een succesvolle methode. Vijf

presentatoren gaven aan mee te willen werken aan mijn onderzoek door middel van het

geven van interviews. Paul de Leeuw heb ik niet persoonlijk kunnen benaderen met het

verzoek om mee te werken aan een interview. De heren Jeroen Pauw en Paul Witteman

gaven aan ook mee te willen werken. Helaas is het door de zomerstop van hun programma

en de tijdsdruk van de scriptiedeadline mijnerzijds niet meer gelukt een afspraak te maken.

De methode die is gebruikt voor het houden van de interviews is het zogenaamde ‘open

interview’. Dit is een verzamelnaam voor alle interviews die niet volledig gestructureerd zijn

(Baarda, De Goede & Kalmijn, 2000). In deze interviews liggen de vragen en antwoorden

niet van tevoren vast. Om de interviews goed te laten verlopen is er wel een topiclijst

opgesteld. Deze topiclijst geeft houvast tijdens het interview en zorgt dat er toch enige

structuur wordt aangebracht tijdens het gesprek. Na een introductie op het onderwerp van

mijn thesis kwamen de vastgestelde onderwerpen aan bod door middel van open vragen.

Binnen het interview bestond er ruimte voor bijzonderheden en anekdotes. De topiclijst stond

dan ook niet volledig vast en de onderwerpen zijn in verschillende volgorde aan bod

gekomen. De topiclijst fungeerde dus eerder als leidraad voor het gesprek. Dit omdat niet elk

gesprek hetzelfde verloopt. Alle gesprekken zijn opgenomen door middel van een recorder.

Door de gesprekken op te nemen was het makkelijk om later alles terug te luisteren en de

uitspraken aan een bepaald topic te verbinden. Na een korte introductie van de

presentatoren worden de resultaten van het interview besproken.

5.3 Presentatoren

Matthijs van Nieuwkerk

De presentator van het dagelijkse programma De wereld

draait door is Matthijs van Nieuwkerk. Sinds 2005

presenteert hij het succesvolle programma dat een

mengeling is van nieuws, informatie en amusement. Het

programma trok afgelopen seizoen gemiddeld 965.000

kijkers. Daarmee is De wereld draait door na Pauw en

Witteman het best bekeken praatprogramma van het

afgelopen televisieseizoen.

Page 54: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

54Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Andries Knevel & Tijs van den Brink

Andries Knevel en Tijs van den Brink presenteren

sinds 2007 het praatprogramma Knevel en Van den

Brink. Afgelopen seizoen werd het programma tijdens

de zomerstop van Pauw en Witteman dagelijks op

hetzelfde tijdstip uitgezonden. In het programma wordt

er met diverse gasten gediscussieerd over actuele

onderwerpen. De uitzendingen zijn dit seizoen

verbeeld over twee blokken. De eerste zes weken zijn

uitgezonden in mei en juni 2009. Het programma had

in deze periode hoge kijkcijfers. Het tweede blok gaat

eind augustus van start.

5.4 Resultaten

5.4.1 Aanspreekvormen in televisieprogramma’s

Uit de literatuur blijkt dat het tutoyeren ten opzichte van het vousvouyeren terrein heeft

gewonnen. In een eeuw tijd is het gebruik van je en jij sterk toegenomen. Ook de

presentatoren zien het veelvuldige gebruik van jij en je terug in het dagelijks leven en op

televisie. Matthijs van Nieuwkerk geeft aan dat dit inherent is aan de amicale sfeer zoals we

die in ons land hebben:

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Er is natuurlijk een cultuur in Hilversum en in Nederland van het hele

amicale, niet al te duur doen. Ik geloof niet dat er een renaissance is van

het vousvoyeren (…).’

Ook Andries Knevel ziet een verandering in het gebruik van aanspreekvormen:

Andries Knevel: ‘In mijn tijd had ik nog collega’s die excellentie zeiden tegen ministers.’

Andries Knevel: ‘Vroeger sprak ik mijn ouders aan met u (…) mijn kleinkinderen zeggen je

tegen mij.’

Page 55: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

55Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Tijs van den Brink geeft aan dat het wellicht ook aan het programmagenre ligt en dat de

sfeer in praatprogramma’s zoals Knevel en Van den Brink informeler is dan bij andere

informatieve programma’s:

Tijs van den Brink: ‘Ik heb wel het idee dat het veranderd is, misschien ook wel door ons

genre programma’s. In netwerk zou ik nooit tutoyeren maar in KvdB is het

wel makkelijker (..) het is minder formeel.’

5.4.2 Factoren die een rol spelen in het gebruik van aanspreekvormen

Leeftijd

Bij het voor- en hoofdonderzoek hebben we al gezien dat verschillende factoren meespelen

in het kiezen van een aanspreekvorm. Alle presentatoren geven aan dat de leeftijd van een

persoon een belangrijke rol speelt:

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Als ik iemand echt niet ken dan ligt het aan de leeftijd, is hij ouder dan is

het sowieso u. Als iemand grijze haren heeft zeg ik u, bij wijze van

spreken en als het een jong persoon is zeg ik jij en je. Tegen Harry (van

Bommel) zei ik je en tegen meneer Teeven zei ik u. Ja hij bleek net zo

oud te zijn als ik maar ik had hem een stuk ouder ingeschat. Ja dat was

voor mij best een beetje pijnlijk. Ja, dat was een moment van

verlegenheid voor mij. Ik dacht dat is een jonge man en dat is een oude

man, maar ze zijn gewoon even oud. (…) Ja toen ging ik over op u, dan

kies je voor veiligheid.’

Tijs van den Brink: ‘Bij gasten laten we het afhangen van de situatie, als iemand heel veel

jonger is dan zeg je niet zo snel u.’

Andries Knevel: ‘Er zit ook nog een leeftijdsverschil tussen mij en Tijs dus hij heeft eerder

de neiging om u te zeggen dan dat ik dat heb omdat ik, ja het is jammer,

maar meestal ouder ben dan de meeste gasten heb je al snel de neiging

om je te zeggen.’

Functie

Zowel in de literatuur als in de vorige onderzoeken zagen we dat de functie van een persoon

ook meespeelt in de keuze voor u en jij. Vermaas (2002) concludeerde al dat tegen

hooggeplaatste personen vaker u wordt gezegd dan tegen mensen met een minder

belangrijke maatschappelijke positie. De geïnterviewde presentatoren vonden allen dat

mensen met een bepaalde functie en status, waaronder politici, met u horen te worden

aangesproken:

Page 56: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

56Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Bij politici is het altijd u, zelfs bij Jan Marijnissen. Dat is een geklofte

jongen, die heel erg uitnodigt om jij te zeggen (…) maar dat zal ik in de

uitzending nooit doen.’

Tijs van den Brink: ‘Balkenende (..) hij vertegenwoordigt een functie waar je respect voor

moet hebben.’

Andries Knevel: ‘Een soort eerbied voor het ambt.’

Andries Knevel: ‘Bij deskundigen is het u, die moet je een beetje status geven. Dat is dan

functioneel.’

Soms is de factor functie belangrijker dan leeftijd of relatie (bekendheid):

Andries Knevel: ‘Kijk Camiel Urlings ken ik erg goed en daar heb ik nog mee geknikkerd

bij wijze van spreken maar in het programma is het gewoon u. Maar je

loopt natuurlijk het risico na acht minuten er een keer je doorheen te

gooien.’

Tijs van den Brink: ‘Bij netwerk zeg ik altijd u. Dat is natuurlijk veel formeler allemaal. Maar

sowieso vind ik, deskundigen of politici en dan is het u. Maar bij politici

die jonger zijn dan ik, ja dan is het soms lastig om u te blijven zeggen.’

Vermaas (2002) merkte in haar onderzoek op dat de jongere generatie minder gevoelig is

voor maatschappelijke status en vaker jij en je zegt. Dit zou kunnen verklaren waarom Ali B.

de premier aansprak met jij en je. Hoewel Paul Witteman aangaf dit niet als een probleem te

zien, blijken de presentatoren die zijn geïnterviewd een andere mening te zijn toegedaan:

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Ik vind, de minister president noem je geen je. Misschien is het een soort

jeugdige overmoed of enthousiasme (…) Ik zou dat nooit doen (…) Het

gaat natuurlijk ook om de manier waarop je iets vraagt, het was allemaal

nogal agressief en provocerend. Ik begrijp Ali B. wel, het is geen kwaaie

jongen, maar het paste niet. Voor BNN vindt Balkenende het niet erg om

even je en jij genoemd te worden door twee mooie meiden maar het is

toch eigenlijk, ja ik hou wel van de afstand die er moet zijn tussen het

gezag en mijzelf.’

Tijs van den Brink: ‘De minister president hoor je gewoon met u aan te spreken. Kijk Bridget

en Katja waren ook bewonderend naar Balkenende toe. Bij Ali B., die

Page 57: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

57Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

was verder ook niet heel complimenteus in zijn richting, dat combineert

dan met de manier waarop hij hem aanspreekt.’

Andries Knevel: ‘Heb ik je gezegd tegen Balkenende? Joh ik schrik daarvan. Kijk je trekt

natuurlijk twee dagen met zo iemand op en ik ken hem goed maar ik zou

als het rode lampje brandt u gaan zeggen, het is de premier. Bij Mark

Rutte wordt dat al moeilijker, want daar ga je mee knikkeren, qua

uitstraling.’

Relatie

Ook is de relatie tussen de presentator en de gast van belang. Eerder zagen we al dat

onbekendheid een reden kan zijn om voor een formele aanspreekvorm te kiezen. Dit blijkt

ook uit de interviews. Als de presentator en gast elkaar beter kennen kan dit meespelen in

de keuze voor je.

Tijs van den Brink: ‘Bij collega’s is de regel je, zoals bij Mart Smeets. Bij mensen die ik niet

ken is het u (…) Dat is een beetje mijn hoofdregel en er zijn allerlei

redenen om daarvan af te wijken.’

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Mart Smeets is een stuk ouder dan ik en daar heb ik veel ontzag voor en

toch is het je en jij. (…) Ik zeg tegen Andre van Duin ook je en jij. Maar

tegen Joop van den Ende zeg ik u, daar zal ik nooit je en jij tegen

zeggen. Dat heeft te maken met hoe goed ken je elkaar.(…) Als je

iemand heel goed kent is het je en dan krijg je u ook bijna niet uit je

mond. We zeggen het er dan ook wel bij zo van ‘we kennen elkaar goed’

of ‘we kennen elkaar al wat langer.’

Aard van het gesprek

In de interviews werd duidelijk dat bij het aanspreken van personen meer komt kijken dan

alleen leeftijd en de maatschappelijke functie van een persoon. Ook de aard van het gesprek

speelt een grote rol in de keuze voor een aanspreekvorm bij de presentatoren. Bij politici

wordt er bijna altijd gevousvoyeerd, omdat het vaak om een formeel en kritisch gesprek gaat.

Tijs van den Brink: ‘Ik denk als je echt een persoonlijk gesprek wil voeren met een politicus,

bijvoorbeeld in zo’n portret, dan kan ik me voorstellen dat je voor je kiest,

omdat je dan meer bereikt ook uiteindelijk. Als je daar formeel blijft heb je

de kans dat een gast zich ook formeel op blijft stellen terwijl je in zo’n

setting juist dichterbij wilt komen. In een kritisch gesprek vind ik dat je

gewoon u hoort te zeggen. En bij politici is dat zeker de regel. Ook om de

kijker niet het gevoel te geven van wij kennen elkaar en jij thuis hoort er

Page 58: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

58Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

eigenlijk niet bij. Het probleem met politici zelf is natuurlijk ook dat die

willen dat je je zegt. Die lui willen dat gewoon omdat ze dan denken dat

ze een betere relatie met je kunnen ontwikkelen. Terwijl ik bij politici altijd

de neiging heb om een beetje afstand te houden.’

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Ja, zij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima.

Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’ en daar ga ik dan niet in mee. (…) Het is

dan een uitnodiging om je en jij te zeggen. Je kan het ook als tactiek

gebruiken en daar ga ik dan niet in mee, dat wordt me te amicaal. Dan

laat je ook zien, ik hou de afstand, we gaan vragen stellen en we gaan

hier niet samen een dansje doen maar een interview (…) Het geeft iets

meer reserve en soms heb je zin in iets meer reserve in plaats van het

amicale, wat soms ook goed werkt in andere gesprekken.’

5.4.3 Afspraken over aanspreekvormen

Hoewel soms het tutoyeren en vousvoyeren tijdens de uitzending benoemd wordt, lijkt het

gebruiken van aanspreekvormen meestal een natuurlijk proces. Ik vroeg me af of er van te

voren afspraken worden gemaakt over hoe men elkaar gaat aanspreken tijdens de

uitzending.

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Eén keer is me gesommeerd om u te zeggen, dat was toen Andre

Rouvoet te gast was, die is jonger dan ikzelf en daar heb ik altijd met je

en jij in verkeerd. Om een gegeven moment was hij vicepremier en

minister en toen vond hij het beter voor de afstand. Daar was ik het

overigens wel mee eens, maar hij was de enige die er echt om vroeg en

zei dat wil ik niet meer hebben.’

Tijs van den Brink: ‘Er zijn natuurlijk mensen die zeggen ‘ik vind het vervelend om met u te

worden aangesproken want dan voel ik me zo oud’. Het hangt een beetje

van het gesprek af maar meestal probeer je daar wel in tegemoet te

komen.’

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Soms weet ik het ook niet precies, dan vraag ik het even van te voren.

Het gebeurt wel eens dan zeg ik u en de tafelheer zegt je, want die kent

iemand dan beter of die zegt überhaupt geen u, ook wel eens raar vind

ik. Maar ja dat stemmen we ook niet echt af en dat merken we pas als we

bezig zijn. Dan is het eigenlijk al te laat.’

Page 59: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

59Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Af en toe worden er dus afspraken gemaakt over hoe men elkaar aanspreekt. Bij het

aanspreken van politici en mensen met een belangrijke maatschappelijke functie wordt er

een formele aanspreekvorm gebruikt. In andere gevallen blijkt de presentator de gast aan te

spreken op een manier die zij ook in het dagelijks leven gebruiken:

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Ik denk er van te voren over na maar soms gaat het ook vanzelf. Dan is

dat iets wat een tweede natuur is geworden. (..) Zoals in het dagelijks

leven. Het zijn dan eigenlijk de fatsoensnormen die je eigenlijk in acht

neemt.’

5.4.4 Voor en achter de schermen

Omdat een gesprek gezellig en amicaal kan overkomen op televisie, maar presentatoren

toch vast blijven houden aan het zeggen van u (maar vaak wel diegene bij de voornaam

noemen zoals bijvoorbeeld ‘Wouter Bos, welkom’) vroeg ik me af of de aanspreekvormen die

tijdens de uitzendingen worden gebruikt, verschillen met de aanspreekvormen achter de

schermen. Uit de antwoorden van de presentatoren blijkt dat er inderdaad vaak tijdens de

uitzending een formele aanspreekvorm wordt gebruikt, terwijl achter de schermen

presentator en gast elkaar tutoyeren.

Andries Knevel: ‘Er is geen politicus waar ik buiten het programma nog u tegen zeg. Toen

ik begon keek je torenhoog tegen politici op (…) Ze waren ook allemaal

ouder. In zo’n dertig jaar kantelt het beeld. Er zijn maar een paar

ministers die ouder zijn en je kent ze goed. Het torenhoge ontzag is weg,

maar ook door de leeftijd.’

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Buiten de uitzending zeg ik tegen Andre Rouvoet gewoon je en jij.

Wouter Bos bijvoorbeeld ken ik ook al wat langer, is ook jonger dan ik, ik

zeg in de uitzending dan u en hij zegt ook u terug, op een gegeven

moment zei hij wel jij tegen mij, maar na afloop is het natuurlijk weer

gewoon je en jij.’

Andries Knevel: ‘Ik ken Andre Rouvoet erg goed maar principieel is het in de uitzending u.

Dan glij ik misschien een keer uit.’

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Jan Marijnissen (…) die heel erg uitnodigt om jij te zeggen, en dat doen

we buiten de uitzending dan ook zeker (…).’,

Page 60: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

60Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Wisseling van aanspreekvormen

In zowel het programma Knevel en Van den Brink als in De wereld draait door wordt er

tijdens een gesprek wel eens gewisseld van aanspreekvorm. Uit de interviews blijkt dat dit

vaak komt doordat de aanspreekvorm in de uitzending en daarbuiten niet hetzelfde is.

Matthijs van Nieuwkerk: ‘Het is toch een ingewikkelde afweging. Het gebeurt wel eens dat je

wisselt in een gesprek en dat is natuurlijk slecht. (…) Dat is natuurlijk het

slechtste, dat je tijdens het gesprek vergeet dat je met u begonnen was

maar ja dat gebeurt ook wel eens, zeker als je daarbuiten wel gewoon je

zegt.’

Andries Knevel: ‘Ja bij Liesbeth List, toen ze op schoot had gezeten ging ik over op je.

Nou hier heb je de complexiteit van het probleem. En waarom ik daarvoor

u zei...’

Tijs van den Brink: ‘Van je vrouw moest je respect hebben voor mevrouw List.’

Knevel: ‘Dat zal misschien een rol gespeeld hebben. Mijn vrouw zei ‘je moet met

haar wel heel serieus een gesprek voeren (…), misschien dat dat mij ook

heeft beïnvloed.’

Andries Knevel: ‘Bij politici is het eigenlijk altijd u, standaard. Maar hoe ouder ik word en

hoe jonger zij worden en hoe meer je ze ook kent, komt je per ongeluk er

tussen door.’

Tijs van den Brink: ‘Je probeert u te zeggen en soms lukt dat en soms probeer je u te

zeggen en lukt dat weer niet. We hebben het er regelmatig over maar het

lukt eigenlijk nooit, ook in vorige programma niet, om daar consequent in

te zijn.’

Page 61: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

61Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

5.5 Conclusie

5.5.1 Beantwoording deelvragen

Om een antwoord te krijgen op de hoofdvraag zoals in de inleiding staat geformuleerd zijn

een tweetal interviews afgenomen. In dit hoofdstuk worden de resultaten van het kwalitatieve

onderzoek aan de hand van de vier deelvragen besproken.

Deelvraag 1: Is het gebruik van aanspreekvormen op televisie veranderd?

Uit paragraaf 5.4.1 blijkt dat de presentatoren het toenemende gebruik van informele

aanspreekvormen terug zien in televisie-uitzendingen. Dit zou komen door de amicale sfeer

die er hangt in Hilversum en in Nederland in het algemeen. Ook zou het zou kunnen komen

door de minder formele sfeer in sommige praatprogramma’s in tegenstelling tot zwaardere

informatieve programma’s zoals Netwerk. Door een minder formele sfeer zouden

presentatoren eerder geneigd zijn je te zeggen.

Deelvraag 2: Welke factoren spelen een rol bij het gebruik van u of jij?

De presentatoren geven vier factoren aan die van belang zijn bij het gebruik van een formele

dan wel informele aanspreekvorm. De eerste factor is leeftijd. Hieruit blijkt dat indien iemand

ouder is er eerder u gezegd wordt dan dat er een gesprek plaatsvindt met een jonger

persoon.

Een tweede factor die belangrijk is om te bepalen of er u of jij wordt gezegd is de

functie van een persoon. Indien de persoon een hoge maatschappelijke functie heeft, zoals

bijvoorbeeld politici, wordt er een formele aanspreekvorm gebruikt. Ook bij het interviewen

van deskundigen wordt er u gezegd.

De relatie die de presentator heeft tot de gast is ook van belang. Hiermee wordt

bedoeld of de presentator en de gast elkaar kennen of niet. Er wordt aangegeven dat binnen

de televisiewereld collega’s altijd met je worden aangesproken. Ook als zij een gast goed

kennen kan dat een reden zijn om te tutoyeren. De onbekendheid van een persoon blijkt

inderdaad een reden te zijn om een formele aanspreekvorm te gebruiken.

De laatste factor die een rol speelt in het gebruik van aanspreekvormen is de aard

van een gesprek. Bij een persoonlijk gesprek is het soms beter om te tutoyeren. Indien men

een formele aanspreekvorm gebruikt kan het zijn dat de gast zich ook formeel op blijft stellen

terwijl je bij een persoonlijk gesprek juist meer diepgang wil bereiken. In kritische gesprekken

Page 62: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

62Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

is juist wat meer afstand gewenst. Deze afstand kan worden verkregen door het zeggen van

u tegen de gast.

Deelvraag 3: Worden er afspraken gemaakt over het gebruik van aanspreekvormen?

Er worden af en toe afspraken gemaakt met gasten over het gebruik van u en jij/je. Het

initiatief voor deze afspraken komt soms vanuit de gast (zoals bij André Rouvoet in De

wereld draait door) en soms wordt er met de gast overlegd indien er onzekerheid bestaat

over het gebruik van u en jij/je.

Deelvraag 4: Is er verschil in het aanspreken van gasten voor en achter de schermen?

De aanspreekvorm die gebruikt wordt om gasten aan te spreken tijdens en buiten de

uitzendingen kan inderdaad wel eens verschillen. Dit blijkt vooral het geval te zijn indien

politici te gast zijn in de uitzending. De aanspreekvorm tijdens de uitzending is dan formeel.

Dit komt doordat de functie van politici en de aard van het gesprek vraagt om een formele

aanspreekvorm. Vaak kennen de politici en de presentatoren elkaar goed en wordt er buiten

de uitzending getutoyeerd. Soms is het daardoor lastig om consequent te vousvoyeren

binnen de uitzending. Dit is ook de reden waarom wel eens binnen een gesprek u én jij wordt

gezegd.

5.5.2 Beantwoording hoofdvraag

Aan de hand van de vier deelvragen wordt in deze paragraaf antwoord gegeven op de

hoofdvraag:

Hoe komen aanspreekvormen tussen televisiepresentatoren en gasten tot stand?

Uit de interviews blijkt dat de keuze voor u of jij/je afhangt van een aantal factoren. De

belangrijkste factoren zijn leeftijd, functie, relatie en aard van het gesprek. Deze factoren zijn

allen belangrijk en per situatie moet worden bekeken welke factor doorslaggevend is. Zo kan

bij een onbekend persoon de leeftijd het belangrijkste gegeven zijn om te kiezen voor u of

jij/je. Collega’s uit de televisiewereld worden daarentegen bijna altijd met je aangesproken.

Dit komt doordat zij elkaar vaak goed kennen en er een informele, amicale sfeer bestaat in

Hilversum. Bij gesprekken met politici wordt er wellicht buiten de uitzending getutoyeerd,

maar tijdens de uitzending heeft een politicus een bepaalde maatschappelijke positie waarbij

een formele aanspreekvorm het meest gepast is. Daarnaast speelt de aard van het gesprek

Page 63: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

63Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

een belangrijke rol. Bij persoonlijke/luchtige gesprekken wordt een informele aanspreekvorm

gebruikt en bij zakelijke/kritische gesprekken zegt men liever u om afstand te bewaren. Uit

het onderzoek van Vermaas (2002) bleek ook dat leeftijd, functie, relatie

(onbekendheid/bekendheid) en de aard van het gesprek van belang zijn bij de keuze voor

een aanspreekvorm. Deze factoren zijn dus ook van toepassing op het proces van

aanspreken tussen presentatoren en de gasten. Het lijkt derhalve of het gebruik van

aanspreekvormen op televisie gebaseerd is op hoe we dat in het dagelijks leven doen.

Hoewel de factoren leeftijd, functie, relatie en aard van het gesprek meestal een rol spelen in

de keuze voor een aanspreekvorm, worden er ook wel eens vóór de uitzending afspraken

gemaakt over het aanspreken met u of jij/je. Hierdoor lijkt er op televisie geen misverstand te

bestaan over hoe men elkaar aanspreekt, echter dit is van te voren in overleg tot stand

gekomen. Ook kunnen de aanspreekvormen binnen en buiten de uitzending verschillen. Een

gevolg hiervan is dat er binnen een gesprek wel eens van aanspreekvorm wordt gewisseld.

5.5.3 Reflectie

In dit onderzoek stonden de ervaringen van presentatoren met het gebruik van

aanspreekvormen centraal. De interviews zijn een goede aanvulling gebleken op het eerder

uitgevoerde kwantitatieve onderzoek. Door in gesprek te gaan met presentatoren kwam naar

voren dat de totstandkoming van aanspreekvormen in televisieprogramma’s erg complex is.

De factoren leeftijd,functie, relatie en aard van het gesprek zijn van invloed zijn op de keuze

van een aanspreekvorm. Deze factoren werden ook benoemd in het onderzoek van

Vermaas (2002). Uit de interviews blijkt dat er bij het aanspreken van gasten door

televisiepresentatoren meer komt kijken dan alleen deze factoren. Soms worden er van te

voren afspraken worden gemaakt over hoe men elkaar aanspreekt. Ook wisselt het gebruik

van u en jij voor en achter de schermen. Deze gegevens waren in het kwantitatieve

onderzoek niet te onderzoeken. Simpelweg omdat je in de geanalyseerde uitzendingen

alleen ziet wat er gebeurt voor de schermen. Deze interviews hebben dus meer inzicht

gegeven in hoe aanspreekvormen tussen presentator en gast tot stand komen.

Page 64: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

64Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

6 Conclusie

6.1 Inleiding

Dit laatste hoofdstuk bevat de conclusie van deze thesis. Naar aanleiding van de theorie zijn

er drie onderzoeken uitgevoerd waarvan de resultaten in de voorgaande hoofdstukken zijn

besproken. Allereerst wordt nogmaals kort ingegaan op de drie uitgevoerde onderzoeken en

de theorie. Tenslotte volgt een reflectie op het gedane onderzoek en aanbevelingen voor

onderzoek in de toekomst.

6.2 Onderzoek

Om te onderzoeken hoe aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s tot stand

komen, zijn er drie onderzoeken uitgevoerd. Het eerste onderzoek betrof een explorerend

vooronderzoek. Het vooronderzoek bestond uit een kwantitatieve analyse waarbij dertig

verschillende soorten programma’s zijn gecodeerd. Daarin werd gekeken of er verschil

bestaat in het aanspreken naar genres en welke factoren een rol spelen in het gebruik van u

en jij/je. Omdat in het vooronderzoek bleek dat met name in praatprogramma’s veel dialogen

en aanspreekvormen voorkomen, zijn in het tweede onderzoek uitsluitend praatprogramma’s

geanalyseerd.

De kwantitatieve analyse in het vooronderzoek richtte zich op vier praatprogramma’s.

In het hoofdonderzoek werden in totaal zestien uitzendingen geanalyseerd van de

programma’s De wereld draait door, Pauw en Witteman, Knevel en Van den Brink en Mooi!

Weer de Leeuw. Omdat de kwantitatieve analyses geen volledige beeld konden geven van

hoe aanspreekvormen in praatprogramma’s tot stand komen, is er nog een derde onderzoek

uitgevoerd.

Het derde onderzoek is een kwalitatief onderzoek. Er zijn twee interviews afgenomen

met drie presentatoren van de programma’s uit het hoofdonderzoek. De presentatoren die

meegewerkt hebben aan het interview zijn Andries Knevel, Matthijs van Nieuwkerk en Tijs

van den Brink. Zij hebben onder andere vragen beantwoord over de persoonlijke factoren die

meespelen in het gebruik van aanspreekvormen. Daarnaast gaf het interview inzicht in de

totstandkoming van aanspreekvormen vóór en achter de schermen. Hierdoor werd duidelijk

wanneer en waarom er tegen verschillende gasten u en jij/je wordt gezegd.

Page 65: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

65Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

6.3 Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Om de hoofdvraag van deze thesis te kunnen beantwoorden, zijn er drie onderzoeken

uitgevoerd. Naar aanleiding van de resultaten van deze drie onderzoeken wordt in deze

paragraaf een antwoord gezocht op de hoofdvraag van deze thesis:

Welke aanspreekvormen worden gebruikt in Nederlandse televisieprogramma’s en

hoe komen deze aanspreekvormen tot stand?

Uit de onderzoeken blijkt dat een aantal factoren meespelen in het gebruik van

aanspreekvormen. Allereerst zijn persoonlijke kenmerken van belang. Uit zowel het

vooronderzoek als het vooronderzoek blijkt dat leeftijd een grote rol speelt in de keuze voor u

of jij/je. Naarmate iemand ouder is wordt een persoon vaker aangesproken op een formele

manier. Onder een formele manier van aanspreken verstaan we niet alleen het gebruik van u

maar ook het gebruik van een aanspreektitel zoals bijvoorbeeld meneer/mevrouw is formeel.

Een andere manier om je formeel of informeel uit te drukken is het gebruik van de voor- en of

achternaam. Bij jonge personen wordt vaker de voornaam gebruikt dan bij oudere personen,

daar gaat de voorkeur uit naar de achternaam.

Naast leeftijd is de functie van de persoon die wordt aangesproken van belang.

Hoewel deze vermoedens naar aanleiding van het vooronderzoek en hoofdonderzoek wel

bestonden, kon deze vraag niet door middel van de kwantitatieve analyses beantwoord

worden. Ook in de literatuur kwam het belang van de functie bij het gebruik van

aanspreekvormen voor. Uit de interviews blijkt inderdaad dat alle presentatoren de functie

van belang vinden bij de keuze van een aanspreekvorm. Zo blijkt zelfs dat de functie van

bijvoorbeeld deskundigen of politici zwaarder weegt dan de leeftijd van de persoon. Dit komt

doordat zij een bepaalde maatschappelijke functie hebben waarbij een formele

aanspreekvorm gepast is.

Een derde factor is de relatie tussen twee personen. Uit het hoofdonderzoek bleek al

dat programmamedewerkers elkaar uitsluitend met jij en je aanspreken. Dat de relatie

(bekendheid/onbekendheid) belangrijk is komt uit de interviews naar voren. Hoe beter je

iemand kent, hoe eerder er wordt getutoyeerd. Wel blijkt ook hier de functie voorop te staan.

Indien je iemand erg goed kent en elkaar normaal tutoyeert, wordt diegene toch met u

aangesproken indien de functie vraagt om een formele aanspreektoon. Indien je de persoon

niet kent, dan is de leeftijd vaak een reden om wel of niet te tutoyeren.

Dat de aard van de dialoog van belang is komt vooral terug in de interviews met de

televisiepresentatoren. Hieruit blijkt dat de functie van mensen met een hoge

Page 66: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

66Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

maatschappelijke status vaak doorslaggevend is maar indien het gesprek persoonlijk van

aard is, er soms best afgeweken kan worden van een formele aanspreekvorm. Aan de

andere kant wordt soms een uitnodiging tot tutoyeren afgeslagen omdat de presentatoren

een zekere afstand willen bewaren, zeker in een kritisch gesprek.

Presentatoren gebruiken deze vier factoren om de aanspreekvorm richting hun gast

te bepalen. Wat in de analyses niet te zien is, is dat er soms afspraken worden gemaakt over

aanspreekvormen. Ook dan wordt er een afweging gemaakt die gebaseerd is op leeftijd,

functie, relatie en aard. Iemand kan bijvoorbeeld bekendheid bevestigen: ‘Zeg maar jij, wij

kennen elkaar al een tijdje’ of juist de maatschappelijke functie benadrukken zoals bij Andre

Rouvoet: ‘Gezien mijn nieuwe functie, vind ik een formele aanspreekvorm gepaster’.

6.4 Reflectie

Door het bestuderen van de theorie die over aanspreekvormen bestaat, werd duidelijk dat er

geen specifieke regels zijn over het gebruik van u of jij. Ook uit de onderzoeken in deze

thesis blijkt dat er geen eenduidige regels zijn op te stellen over het gebruik van

aanspreekvormen. De theorie die al bestond over aanspreekvormen, en met name het zeer

uitgebreide onderzoek van Vermaas (2002) was zeer toepasbaar op het onderzoek in deze

thesis naar aanspreekvormen op televisie. De factoren leeftijd, functie, relatie en aard van

het gesprek zijn van belang in de keuze voor u of jij/je. Het verschilt per situatie welke factor

beslissend is voor de keuze van een formele of informele aanspreekvorm. Deze vier factoren

kwamen ook al aan de orde in de behandeling van de theorie. Uit eerder onderzoek van

Vermaas (2002) bleek dat leeftijd een belangrijke rol speelt in het proces van aanspreken. Zij

gaf aan dat ouderen niet alleen vaker met u worden aangesproken, zij hebben vaak ook een

andere gevoelswaarde bij het gebruik van u en jij/je. Deze discrepantie tussen jongeren en

ouderen zagen we onder andere terug in de rel rondom het aanspreken van de minister

president.

In het onderzoek zijn ook wat dingen minder goed verlopen. Wat niet zichtbaar was in

het vooronderzoek is of het gebruik van aanspreekvormen verschilt naar de genre van een

televisieprogramma. Waarschijnlijk komt dit omdat de genre-indeling te breed is

geformuleerd. In het hoofdonderzoek waren de invulmogelijkheden van de variabele ‘aard

van de dialoog’ moeilijk af te bakenen. Dit komt doordat wat zakelijk en wat persoonlijk is

subjectief kan worden opgevat.

Page 67: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

67Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

6.5 Aanbevelingen

Naar het gebruik van aanspreekvormen is nog maar weinig onderzoek gedaan. Allereerst

liggen er nog genoeg mogelijkheden voor onderzoek naar aanspreekvormen in het dagelijks

leven. Hoewel Vermaas (2002) in haar onderzoek al in gaat op de veranderende

‘gevoelswaarde’ van u en jij, zou het interessant zijn om dit thema nader te onderzoeken. Uit

de rel die ontstond over het tutoyeren van Balkenende door de rapper Ali B. bleek dat veel

mensen het tutoyeren van de minister president onbeschoft vonden. Toch zei niemand iets

van het tutoyeren van Balkenende door Katja en Bridget in het programma Lijst 0 van BNN.

Eerder zagen we in de literatuur dat ouderen het gejij en jou van de jeugd niet gepast vinden

en dat zij zich ergeren aan het amicale taalgebruik. Zij zien echter niet in dat voor de jeugd

het zeggen van u een andere betekenis heeft gekregen en minder te maken heeft met het

tonen van respect. Hieruit blijkt dat er verschillende fatsoensnormen bestaan over het

gebruik van u en jij/je. Dit zou een onderwerp van vervolgstudie kunnen zijn.

Daarnaast is er nog weinig onderzoek gedaan naar aanspreekvormen in

televisieprogramma’s. Uit het vooronderzoek bleek dat de hoofdindeling van programma’s

die in deze thesis is gebruikt, te breed bleek te zijn om verschillen tussen programma’s bloot

te leggen. Wellicht dat met een andere indeling wel kan worden gekeken of het gebruik van

aanspreekvormen genreafhankelijk is. In het vooronderzoek is alleen gekeken naar

programma’s uit de indeling non-fictie. In het hoofdonderzoek van deze thesis staan

praatprogramma’s centraal, wat ook onder non-fictie ingedeeld kan worden. Het lijkt mij ook

interessant om programma’s uit de categorie fictie te bestuderen. Onderwerp van studie zou

zich dan kunnen richten op de analyse van aanspreekvormen in bijvoorbeeld (soap)series.

Wellicht dat hier weer andere factoren meespelen bij de totstandkoming van

aanspreekvormen.

Page 68: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

68Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Literatuur

Adams, M., Hicks, W. (2001). Interviewing for Journalists. London/New York: Routledge.

Alexander (2007). 29 mei. ‘Jumpen’. Bericht gepost op weblog van E. van de Vendel.

Geraadpleegd op 12 juli 2009 van

http://74.125.77.132/search?

q=cache:IFOZhRchWdEJ:edwardvandevendel.blogspot.com/2007/05/jumpen-door-

alexander.html+een+meneer+jumpt+

niet+andre+rouvoet&cd=1&hl=nl&ct=clnk&gl=nl

Baarda, D., de Goede, M., & Kalmijn, M. (2000). Enqueteren en gestructureerd interviewen.

Praktische handleiding voor het maken van een vragenlijst en het voorbereiden en

afnemen van gestructureerde interviews. Houten: Educatieve Partners Nederland.

Baarda, D., de Goede, M., & Van der Meer-Middelburg, A. (1996). Basisboek Open

Interviewen. Groningen: Stenfert Kroese.

Bauwel van, S. (2004). Articulaties van vrouwengenres. Over de discursieve constructies van

film- en televisiegenres en de trajecten van 'vrouwelijke' genres. In D. Bittereyst, & P.

Meers, Film/TV/Genre, (125-147). Gent: Academia Press.

Beerekamp, H. (2009). In de zomer draait de wereld trager door, NRC Handelsblad. (9 juni

2009). Geraadpleegd op 2 juli 2009:

(http://weblogs3.nrc.nl/media/2009/06/09/in-de-zomer-draait-de-wereld-trager-door/)

Boeschoten, T. (2009). De Wereld Draait Niet Door zonder van Nieuwkerk. Geraadpleegd op

6 augustus 2009:

http://www.pluspost.nl/de-wereld-draait-niet-door-zonder-van-nieuwkerk/10666

Bouali, A. (2006). Gastenboek op de website van Ali B. (16 juni 2006). Geraadpleegd op 15

mei 2009: http://www.alib.nl/

Brants, K., Cabri, E. & Neijens, P. (2000). ‘Hoe informatief en hoe leuk? Infotainment

in de campagne’. In Praag, van Ph.& K. Brants (red.). Tussen beeld en inhoud. Politiek

en media in de verkiezingen van 1998, (134-154). Amsterdam: Het Spinhuis.

Page 69: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

69Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Burger, P., Jong, J. de (1998). ‘Hi, ha, hondenlul! Hoe het Nederlands steeds informeler

werd’. In Jansen, F. & Gijsbers, L. (red.). Kriskras door het Nederlands. (143-157). Den

Haag: SDU Uitgevers.

Costera Meijer, I., Dijk, B. van (2001). Talk/Show. Kwaliteit en Ethiek van praatprogramma’s.

Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij L.J. van Veen.

Grezel, J.E. (2002). U of jij: wat moet je nou? Aanspreekvormen in Nederland en

Vlaanderen. Onze Taal, 2002, 10, 264-267.

Koeman, J., Peeters, A. & d'Haenens, L. (2007). Monitor Diversiteit 2005: Diversiteit als

kwaliteitsaspect van de Nederlandse televisie. Tijdschrift voor

Communicatiewetenschap, 35 (2): 103-122. 

Lacey, N. (2000). Narrative and genre: Key concepts in Media Studies. London: Macmillan.

Leurdijk, A. (1999). Televisiejournalistiek over de multiculturele samenleving. Dissertatie

Universiteit van Amsterdam, Amsterdam: Het Spinhuis.

Munson, W. (1993). All Talk. The Talkshow in Media Culture. Philadelphia: Temple

University Pres.

Neale, S. (2000). Genre and Hollywood. London: Routledge.

Neuendorf, K.A. (2002). The Content Analysis Guidebook. Thousand Oaks, California: Sage

Publications.

Reid, J., Geleijnse, B. & Van Tol, J.M., (2002). Fokke en Sukke maken Adriaan helemaal

gek. Amsterdam: Uitgeverij De Harmonie.

Selm, M. van, Peeters, A.L. (2007). Additional channels in Dutch television genres. New

Media Society 9: 651-669.

Swanborn, P.G. (2002). Basisboek sociaal onderzoek. Amsterdam: Uitgeverij Boom.

Turner, G. (2004). The Uses and Limitations of Genre. In G. Creeber (Ed.), The Television

Genre Book. London: British Film Institute Publishing.

Page 70: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

70Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Vermaas, J.A.M. (2002). Veranderingen in de Nederlandse aanspreekvormen van de

dertiende t/m de twintigste eeuw. Utrecht, LOT.

Vermaas, J.A.M. (2004). Mag ik u tutoyeren? Aanspreekvormen in Nederland.

Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij L.J. Veen/Het taalfonds.

Vermaas, J.A.M. (2005). 10 maart. Wees niet bang dat ‘u’ verdwijnt in Nederlandse taal,

Trouw, p. 9.

Vermaas, J.A.M. (2005). Steeds minder mensen zeggen u. Taalschrift. Tijdschrift over taal

en taalbeleid. Juni/juli 2005. Geraadpleegd op 11 mei 2009:

http://taalschrift.org/reportage/000851.html

Vocht, de A. (2001). Basishandboek SPSS 10 voor Windows. Utrecht: bijleveld Press.

Vos, C. (2004). Bewegend verleden. Inleiding in de analyse van films en

televisieprogramma’s. Amsterdam: Boom.

Witteman, P. (2006). Bij de naam noemen. De adviseurs van Balkenende weten hoe de

jeugd praat en denkt. Vara TV magazine, nr. 46-2006.

WRR (2005). Focus op Functies. Uitdagingen voor een toekomstbestendig mediabeleid.

Amsterdam: Amsterdam University Press.

Zalk, F. van, Jansen, F. (2004). ‘Ze zeggen nog je tegen me. Leeftijdsgebonden voorkeur

voor aanspreekvormen in een persuasieve tekst.’ Tijdschrift voor Taalbeheersing, 26,

4, 265-277.

Zijlmans, M. (2003), 8 maart. Zou u niet eens jij zeggen. De Volkskrant, p.3.

Zoonen, L. van (2000). De talkshow: Personalisering als politieke strategie. In Ph. Van Praag

en K. Brants (red.). Tussen beeld en inhoud: Politiek en media in de verkiezingen van

1998, (154-173). Amsterdam: Het Spinhuis.

Zoonen, L. van (2002). Media, Cultuur en Burgerschap; een inleiding. Amsterdam: Aksant.

Page 71: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

71Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Bronnen televisie uitzendingen

EO (2009). Knevel en Van den Brink. Uitzendingen van 21 mei, 27 mei, 9 juni en 24 juni

2009. Hilversum: EO. Geraadpleegd in juli 2009 van

http://www.eo.nl/programma/knevelenvandenbrink/page/-/archive.esp

VARA (2009). De wereld draait door. Uitzendingen van 20 januari, 18 maart, 27 april en 26

mei 2009. Amsterdam: VARA. Geraadpleegd in juli 2009 van

http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/Video.video.0.html?

&no_cache=1&tx_ttnews[tt_news]=11716&cHash=b1ee62622a

VARA (2009). Mooi! Weer de Leeuw. Uitzendingen van 7 februari, 28 februari, 11 april en 9

mei 2009. Hilversum: VARA. Geraadpleegd in juli 2009 van

http://mooiweerdeleeuw.vara.nl/terugkijken.php

VARA (2009). Pauw en Witteman. Uitzendingen van 23 januari, 13 februari, 20 maart en 13

mei 2009. Amsterdam: VARA. Geraadpleegd in juli 2009 van

http://pauwenwitteman.vara.nl/Archief.111.0.html

Uitzending gemist (2009). Geraadpleegd in mei, juni en juli 2009 van

http://www.uitzendinggemist.nl

Page 72: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

72Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Bijlage 1 Programmalijst vooronderzoek

Programma Omroep SKO indeling Datum1. Over vaders en zonen VPRO Informatie/educatie 23-06-20092. That’s the question EO Amusement 10-06-20093. NOS Journaal NOS Informatie/educatie 06-05-20094. Reporter KRO Informatie/educatie 26-05-20095. Hello Goodbye NCRV Informatie/educatie 03-06-20096. Je zal ’t maar hebben BNN Informatie/educatie 26-05-20097. Dit was ’t nieuws TROS Informatie/educatie 16-05-20098. Llink in natura Llink Informatie/educatie 26-06-20099. Klokhuis NPS Kinderen (0-12 jaar) 30-06-200910. 30 hoog NCRV Informatie/educatie 14-06-200911. Vinger aan de pols NPS Informatie/educatie 02-06-200912. Alles draait om geld VARA Informatie/educatie 20-06-200913. Opsporing verzocht AVRO Informatie/educatie 30-06-200914. Dubbeltje op z’n kant RTL 4 Informatie/educatie 25-06-200915. Willem Wever Flits NCRV Kinderen (0-12 jaar) 07-06-200916. Jeugdjournaal NOS Kinderen (0-12 jaar) 24-06-200917. Lingo TROS Amusement 24-06-200918. 40 dagen zonder sex EO Informatie/educatie 23-06-200919. Man bijt hond NCRV Informatie/educatie 06-05-200920. Laat ze maar lachen RTL 4 Amusement 13-06-200921. TV Makelaar RTL 4 Informatie/educatie 23-06-200922. Hart in Aktie SBS6 Informatie/educatie 17-06-200923. Editie NL RTL4 Informatie/educatie 19-06-200924. Praatjesmakers NCRV Amusement 14-06-200925. VOC BNN Amusement 29-05-200926. Voor elkaar RVU Informatie/educatie 18-05-200927. Holland Sport VPRO Sport 11-05-200928. Per seconde wijzer VARA Amusement 05-06-200929. Zembla VARA/NPS Informatie/educatie 21-06-200930. RTL Boulevard RTL 4 Informatie/educatie 25-06-2009

Page 73: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

73Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Bijlage 2 Codeboek vooronderzoek

DEEL A PROGRAMMAA01. Nummer eenheid (opvolgend) _______________________________

A02. Naam programma _______________________________

A03. Datum uitzending ____/_______/___________________

A04. Codeerdatum _______________________________

A05. Omroep _______________________________

A06. SKO Hoofdindeling _______________________________

DEEL B PRESENTATORB01. Naam presentator _______________________________

B02. Sekse presentator 1. man 2. vrouw

B03. Leeftijd presentator _______________________________

DEEL C GAST/GEINTERVIEWDEC01. Naam gast/geïnterviewde _______________________________

C02. Sekse gast/geïnterviewde 1. man 2. vrouw

C03. Leeftijd gast/geïnterviewde _______________________________

C04. Functie gast/geïnterviewde _______________________________

DEEL D AANSPREEKVORMEND01. Aanspreekvorm richting gast/geïnterviewde

1. u

2. jij

3. beide

9. onbekend

D02. Aanspreekvorm richting presentator

1. u

2. jij

3. beide

9. onbekend

D03. Aanspreekvorm richting kijker

1. u

2. jij

3. beide

9. onbekend

D04. Setting van het gesprek 1. studio 2. locatie

D99. Opmerking/bijzonderheden bij deze eenheid____________________________

Page 74: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

74Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Bijlage 3 Handleiding codeboek voor het explorerend vooronderzoek

Deel A

In deel A worden de algemene kenmerken van de te analyseren programma’s onderzocht.

Onder een eenheid verstaan we een dialoog. Een dialoog omvat alles wat twee persoenen

(niet beide programmamedewerkers) tegen elkaar zeggen binnen een uitzending. Een

gesprek tussen meer dan twee personen wordt ontleed in meerdere twee gesprekken. Elk

gesprek tussen twee personen krijgt een opvolgend nummer. In een programma kunnen

meerdere gesprekken tussen dezelfde personen plaatsvinden. Deze wordt dan slechts één

keer gecodeerd. In deel A wordt ook de naam van het programma, de datum van

uitzending en de codeerdatum genoteerd. Tenslotte wordt de omroep waarbij het

programma wordt uitgezonden opgeschreven alsmede de hoofdindeling die SKO heeft

toegekend aan het programma.

Deel B

In deel B worden de kenmerken van diegene die het programma presenteert of diegene die

de interviewer is bijgehouden. Bij vraag B01 wordt de naam van de presentator/interviewer

genoteerd. Daarnaast wordt het geslacht van de presentator/interviewer alsmede zijn

leeftijd bijgehouden in het codeerblad.

Deel C

Dit deel gaat in op de kenmerken van de gast of geïnterviewde. Ook van deze persoon wordt

de naam, geslacht en leeftijd genoteerd. Daarnaast wordt ook de functie/beroep van deze

persoon opgeschreven indien dit bekend is.

Voor zowel deel B als deel C worden leeftijden genoteerd. Indien bekend (of na te zoeken)

worden de leeftijden exact genoteerd en als dit niet het geval is worden zij geschat in één

van de leeftijdscategorieën. Deze leeftijdscategorieën zijn opgesteld naar de categorieën

zoals worden gehanteerd in het onderzoek Monitor Diversiteit 2005 (Koeman, Peeters &

d'Haenens, 2007). Er zijn voor dit onderzoek twee categorieën samengevoegd, namelijk de

groep 0-12 en 13-18.

Categorie-indeling leeftijd_

Categorie Leeftijd  Omschrijving1 0-18 Kind/tiener2 19-29 jong volwassene3 30-49 volwassene4 50-64 middelbaar5 65+ senior

Page 75: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

75Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Deel D

In het laatste deel van dit vooronderzoek staat de aanspreekvorm centraal. In vraag D01

wordt de aanspreekvorm richting de gast/geïnterviewde genoteerd. In vraag D02 staat de

aanspreekvorm richting de presentator/interviewer en in D03 de aanspreekvorm richting de

kijker. De aanspreekvormen zijn als volgt ingedeeld in categorieën:

1. u,uw (maar ook meneer/mevrouw/achternaam)

2. jij,je,jou,jouw (maar ook gebruik van de voornaam)

3. Indien zowel formeel(1) als informeel (2) aangesproken wordt

9. Indien de aanspreekvorm onbekend is.

Page 76: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

76Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Bijlage 4 Codeerblad vooronderzoek

A01

A02

A03

A04

A05

A06

B01

B02

B03

C01

C02

C03

C04

D01

D02

D03

D04

D99

Eenh

eid

nr.

Prog

ram

ma

Dat

um u

itzen

ding

Cod

eerd

atum

Om

roep

SKO

hoo

fdin

delin

g

Naa

m P

rese

ntat

or/In

terv

iew

er

Ges

lach

t pre

sent

ator

/Inte

rvie

wer

Leef

tijd

Pres

enta

tor/I

nter

view

er

Naa

m g

ast/g

eïnt

ervi

ewde

Ges

lach

t gas

t/geï

nter

view

de

Leef

tijd

gast

/geï

nter

view

de

Func

tie g

ast/g

eïnt

ervi

ewde

u/jij

naa

r gas

t/geï

nter

view

de

u/jij

naa

r pre

sent

ator

/inte

rvie

wer

u/jij

naa

r Kijk

er

Setti

ng

bijz

onde

rhed

en

1                                   2                                   3                                   4                                   5                                   6                                   

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                              

Bovenstaand codeerblad is aangepast aan de ruimte op deze pagina. Het codeerblad is

oorspronkelijk een bestand in excel. Om deze pagina als bijlage aan deze thesis toe te

voegen, is de kolombreedte en rijbreedte aangepast.

Page 77: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

77Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Bijlage 5 Programmalijst hoofdonderzoek

Programma Datum1. De wereld draait door 20-1-2009

2. De wereld draait door 18-3-2009

3. De wereld draait door 27-4-2009

4. De wereld draait door 26-5-2009

5. Pauw en Witteman 23-1-2009

6. Pauw en Witteman 13-2-20097. Pauw en Witteman 20-3-2009

8. Pauw en Witteman 13-5-2009

9. Knevel & Van den Brink 21-5-2009

10. Knevel & Van den Brink 27-5-2009

11. Knevel & Van den Brink 9-6-2009

12. Knevel & Van den Brink 24-6-2009

13. Mooi! Weer de Leeuw 7-2-2009

14. Mooi! Weer de Leeuw 28-2-2009

15. Mooi! Weer de Leeuw 11-4-2009

16. Mooi! Weer de Leeuw 9-5-2009

Page 78: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

78Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Bijlage 6 Codeboek hoofdonderzoek

DEEL A - UITZENDING ALGEMEEN

A01. Naam programma1. De wereld draait door

2. Pauw en Witteman

3. Knevel en Van den Brink

4. Mooi! Weer de Leeuw

A02. Volgnummer uitzending ___A03. Naam programma ____________________________A04 Identificatiecode programma ___A05. Datum uitzending ___/___/_____A06. Aanvangstijd programma _____________A07. Duur van programma in minuten ____________A08. Identificatiecode codeur

1. Judith de Munck2. Anders, nl. _______________

A09. Codeerdatum ____/____/_______

DEEL B - VRAGEN OP ITEMNIVEAU

Vul de gegevens in per item. Een item is een gesprek in een uitzending over één onderwerp.

A01. Naam programma1. De wereld draait door

2. Pauw en Witteman

3. Knevel en Van den Brink

4. Mooi! Weer de Leeuw

A02. Volgnummer uitzending ____ B01. Identificatiecode item ____ (volgnummer)B02. Eerste 5 woorden item

_________________________________________________

Page 79: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

79Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

B03. Beschrijving item (bijv. gesprek met persoon X over haar boek)

________________________________________________________________________________________________________________________________________

B04. De plaats van het gesprek1. studio

2. op locatie

3. beide (item op locatie en gesprek daarover in studio

4. alleen animatie, fragmenten van andere programma’s etc.

B99. Overige opmerkingen bij dit item (interessant fenomeen, codeerprobleem etc)______________________________________________________________________________________________________________________________________

DEEL C - PERSOONSNIVEAU (UITSLUITEND PERSONEN DIE DIALOOG VOEREN)

A01. Naam programma1. De wereld draait door

2. Pauw en Witteman

3. Knevel en Van den Brink

4. Mooi! Weer de Leeuw

A02. Volgnummer uitzending ____ (zie bijlage I)

C01. Identificatiecode persoon ____ De hoofd-, extra-, en bijpresentatoren zijn gecodeerd in bijlage 1. De overige

personen krijgen een (volg)nummer op volgorde van verschijnen en afhankelijk van

de rol in het programma.

1. andere medewerker programma (eerste is 401, dan 402, 403 etc.)

2. studiogast aan tafel of op de vloer’ (eerste is 501, dan 502, 503 etc.)

3. gast uit het publiek (eerste is 601, dan 602, 603 etc.)

4. geïnterviewde/gesprekspartner op locatie(eerste is 701, dan 702, 703 etc.)

5. andere niet-medewerker van het programma die bij een dialoog betrokken is

(eerste is 801, dan 802, 803 etc.)

C02. Naam persoon (of nauwkeurige beschrijving indien naam niet genoemd)

_______________________________

Page 80: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

80Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

C03. Sekse1. Man

2. Vrouw

C04. Leeftijd in uitzending genoemd ____C05. Leeftijd geschat ____C06. Leeftijd op basis van onderzoek / navraag ____

C07. Welke rol speelt de persoon in het programma?

1. hoofdpresentator

2. extra presentator

3. bijpresentator

4. andere medewerker van het programma

5. studiogast aan tafel of ‘op de vloer’

6. gast uit het publiek

7. geïnterviewde/gesprekspartner op locatie

8. andere niet-medewerker van het programma die bij een dialoog betrokken is

C08. Indien de persoon bij vraag C07 in categorie 4 of 8 valt, specificeren wat deze persoon in het programma doet __________________________________

C09. Basisoptreden van persoon in programma1. programmamedewerker

2. prominente gast of geïnterviewde (politicus, professional, celebrity, artiest,

etc.)

3. tevoren selecteerde ‘gewone Nederlander’ (bijvoorbeeld iemand die een brief

heeft geschreven of iets heeft meegemaakt)

4. Toevallig geselecteerde ‘gewone Nederlander’ (willekeurig persoon in publiek,

passant bij straatinterview enz.)

C10. Beroep van persoon ___________________________

C11. Naam gast bij eerste aankondiging door programmamedewerker1. voornaam

2. achternaam

3. beide

4. geen van beide

Page 81: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

81Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

9. geen aankondiging door de

programmamedewerker

Page 82: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s 82

C12. Aanspreektitel bij eerste aankondiging door programmamedewerker1. mijnheer of mevrouw

2. functie (professor, minister, muzikant, etc)

3. beide

4. geen van beide

9. geen aankondiging door de programmamedewerker

C99. Opmerking bij programma medewerker, gast of aankondiging gast (interessant

fenomeen, codeerprobleem etc)

____________________________________________________________________

____________________________________________________________________

____________________________________________________________________

DEEL D - VRAGEN OP DIALOOGNIVEAU

Een dialoog omvat alles wat twee personen (niet beide programmamedewerkers) tegen elkaar zeggen binnen één item van één uitzending. Een gesprek tussen meer dan twee personen wordt ontleed in meerdere tweegesprekken. Het kan voorkomen dat iemand wordt toegesproken en dat de toegesprokene geen antwoord geeft. Ook dit telt dan mee op dialoogniveau.

A01. Naam programma1. De wereld draait door

2. Pauw en Witteman

3. Knevel en Van den Brink

4. Mooi! Weer de Leeuw

A02. Volgnummer uitzending (zie bijlage I) ____ B01. Identificatiecode item (volgnummer) ____ D01. Identificatiecode dialoog (volgnummer) ____

D02. Identificatiecode persoon 1 (zie C01) ____D03. Identificatiecode persoon 2 (C01) ____

D04. Naam/omschrijving persoon 1 (ter controle)

_________________________D05. Naam/omschrijving persoon 2 (ter controle)

_________________________

Page 83: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

83Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

D06. Lengte van de dialoog1. één keer (1>2, 2>1)

2. anderhalf (1>2, 2>1, 1>2) tot drie keer

3. meer dan drie keer

D07. Aanspreekvorm persoon 1 tegen persoon 21. u

2. jij/je

3. eerst u en later ook jij

4. eerst jij en later ook u

5. geen van beide

D08. Aanspreekvorm persoon 2 tegen persoon 11. u

2. jij/je

3. eerst u en later ook jij

4. eerst jij en later ook u

5. geen van beide

D10. Aard van de dialoog1. uitsluitend zakelijk

2. overwegend zakelijk

3. Ongeveer evenveel zakelijk als

persoonlijk

4. overwegend persoonlijk

5. uitsluitend persoonlijk

D09. Wordt er onderhandeld over de aanspraakvorm?1. Ja, namelijk _______________________________________________

2. Nee

D11. Informatie over het privéleven van personen1. persoon 1

2. persoon 2

3. beide

4. geen van beide

D99. Overige opmerkingen bij deze dialoog (interessant fenomeen, codeerprobleem etc)

______________________________________________________________________________________________________________________________________

Page 84: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

84Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Bijlage 7 Handboek codeboek hoofdonderzoek

Het codeboek bestaat uit vier delen namelijk A, B, C en D. In deze handleiding worden de

vragen die nadere uitleg behoeven per niveau toegelicht. Daarnaast worden belangrijke

begrippen gedefinieerd. Allereerst staat hieronder een lijst met voorgecodeerde

programmamedewerkers. Deze lijst heeft betrekking op de vragen zoals vermeld in de

bovenste rij.

Voorgecodeerde programmamedewerkers

A01 C01 C02 C03 C06

Naa

m p

rogr

amm

a

iden

tific

atie

code

per

soon

Naa

m p

erso

on

Seks

e

 Lee

ftijd

op

basi

s va

n on

derz

oek

1 101 Matthijs van Nieuwkerk 1 482 102 Paul Witteman 1 623 103 Andries Knevel 1 574 104 Paul de Leeuw 1 472 105 Jeroen Pauw 1 483 106 Tijs van den Brink 1 381 201 Hugo Borst 1 471 202 Marc Marie Huijbrechts 1 421 203 Jort Kelder 1 444 204 Cor Bakker 1 474 204 Adje 1 301 301 Erik Dijkstra 1 321 302 Frank 1 311 303 Ersin 1 30

Deel A Uitzending algemeen

A02 Volgnummer uitzending

Elk programma heeft een eigen volgnummer. Deze staat in bijlage 8.

A04 Identificatiecode programma

Elk programma heeft een eigen identificatiecode. Deze is te raadplegen in bijlage 8.

Page 85: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

85Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Deel B Vragen op itemniveau

B01 Identificatiecode item

Een item bestaat uit een gesprek over één onderwerp. Aan dit gesprek kunnen meerdere

personen deelnemen. Het eerste item dat binnen een uitzending voorkomt krijgt nummer 1,

de tweede krijgt nummer 2, etc.

B02 Eerste 5 woorden item

De eerste vijf woorden van een item worden genoteerd, zodat later een item terug gezocht

zou kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is:

‘U heeft een boek geschreven..’ of ‘We gaan nu kijken naar’

Deel C Vragen op persoonsniveau

C01 Identificatiecode persoon

De vaste medewerkers van een programma zijn voorgecodeerd. De overige personen

krijgen een (volg)nummer op volgorde van verschijnen en dit nummer is afhankelijk van de

rol van de persoon in het programma. De diverse nummers zijn:

- andere programmamedewerkers dan de voorgecodeerde personen krijgen als

volgnummer 401, 402, etc.;

- een studiogast aan tafel of op de vloer krijgt als volgnummer 501, 502, etc.;

- een gast uit het publiek krijgt het nummer 601, 602, etc toegekend;

- een geïnterviewde of gesprekspartner op locatie is 701, dan 702, etc.;

- een andere niet-medewerker van het programma die bij een dialoog betrokken is

krijgt nummer 801, 802, 803, etc.

C04/C05/C06 Leeftijd van persoon

De leeftijd van de persoon wordt geschat bij vraag C05. Daarna wordt van deze persoon,

indien mogelijk, de leeftijd opgezocht. Indien de leeftijd in de uitzending genoemd, wordt

deze genoteerd. Deze hoeft dan uiteraard niet nader onderzocht te worden. De leeftijden van

de vaste programmamedewerkers zijn voorgecodeerd en hoeven niet geschat te worden.

C07 Rol van persoon in programma

- Hoofdpresentator : Een hoofdpresentator is iemand die de hele uitzending aanwezig

is, vragen stelt en opmerkingen maakt én de leiding heeft over het programma.

Page 86: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

86Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

- Extra hoofdpresentator : Een hoofdpresentator is iemand die de hele uitzending

aanwezig is, vragen stelt en opmerkingen maakt maar niet de leiding heeft over het

programma (bijv. de sidekicks in DWDD)

- Bijpresentator : Een bijpresentator is iemand die niet het gehele programma aanwezig

is en in slechts één item voorkomt (zoals bijvoorbeeld in het onderdeel ‘De Jakhalzen’

in De wereld draait door).

- Overige programmamedewerker : Bijvoorbeeld een camera- of geluidsman.

C09 Basisoptreden van persoon in programma

In vraag C09 wordt onderscheid gemaakt tussen een programmamedewerker en een

prominente gast/geïnterviewde en tussen een ‘geselecteerde gewone Nederlander’ en een

‘toevallig geselecteerde Nederlander’.

Voorbeeld: In een programma als Mooi! Weer de Leeuw schrijven mensen brieven op

basis waarvan de redactie een selectie maakt van de mensen die in het

programma komen. Daarnaast zit er ook publiek in de zaal waarvan mensen

toevallig aan het woord komen.

C11 en C12 Aankondiging door de programmamedewerker

- Aankondiging naam : Een gast kan al dan niet met zijn voor- en/of achternaam

aangekondigd worden.

Voorbeeld: ‘Welkom Wouter Bos’

- Aankondiging aanspreektitel : Onder aanspreektitel verstaan we in dit onderzoek het

gebruik van meneer/mevrouw en de benoeming van de functie (minister, professor,

muzikant etc.)

Voorbeeld: ‘Minister Bos, zou het kunnen dat…’

Deel D Vragen op dialoogniveau

D01 Volgnummer dialoog

Binnen een uitzending ontstaat een veelvoud aan dialogen. Deze dialogen krijgen een

(volg)nummer binnen een uitzending waarbij de eerste dialoog nummer 1 krijgt, de tweede

krijgt nummer 2 etc. Van deze dialogen worden een aantal kenmerken genoteerd. Binnen dit

niveau wordt ook ingegaan op de aanspreekvormen. Allereerst moet bepaald worden wat er

verstaan wordt onder een dialoog.

Page 87: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

87Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Dialoog: omvat alles wat twee personen (niet beide programmamedewerkers) tegen elkaar

zeggen binnen één item van één uitzending. Indien meerdere personen met elkaar spreken,

wordt dit ontleed in meerdere tweegesprekken. Het kan voorkomen dat iemand wordt

aangesproken en de aangesproken persoon geen antwoord geeft of geen aanspreekvorm

gebruikt. Dit geldt wel als een dialoog. Voorbeeld:

Vraag: “Ik heb gelezen dat er minder u gezegd wordt in gesprekken?”

Antwoord: “Ja, dat klopt.”

D06 Lengte van een dialoog

De lengte van een dialoog kan bestaan uit 1) één maal (dit houdt in dat beide personen één

maal aan het woord zijn); 2) anderhalf keer tot drie keer (beide personen spreken maximaal

3 keer; of 3) meer dan drie keer (personen spreken minimaal drie keer).

D07 en D08 Aanspreekvormen

Er wordt een onderscheid gemaakt in formele en informele aanspreekvormen. Onder formeel

aanspreken valt niet alleen het zeggen van u, maar ook uw en het zeggen van

meneer/professor. Onder de informele j-vorm valt naast het zeggen van jij/je/jou/jouw ook het

gebruik van de voornaam. Indien geen aanspreekvorm wordt gebruikt, is categorie 5 van

toepassing.

D10 Aard van de dialoog

Een dialoog is in te delen in diverse mogelijkheden variërend van uitsluitend zakelijk tot

uitsluitend persoonlijk. Dit wordt bepaald aan de hand van de mate waarin men aan het

woord is. Indien de persoon twee maal aan het woord komt waarvan hij/zij één maal

persoonlijke uitspraken doet, is de conversatie ongeveer evenveel persoonlijk als zakelijk.

Indien hij/zij enkel zakelijke dingen bespreekt, is de conversatie uitsluitend zakelijk etc.

D11 Informatie over het privéleven van persoon 1 en/of 2

In vraag D11 wordt ingegaan op de informatie die we binnen een dialoog krijgen over de

privéleven van de personen. Dit kan zowel geen informatie als van één of beide van de

personen zijn.

B99/C99/D99 Opmerkingen

Bij alle onderdelen van het codeboek is een open vraag opgenomen waarbij de codeur

opmerkingen kan noteren. Dit is gedaan indien er iets bijzonders voorkomt, dit meegenomen

kan worden in het onderzoek. Ook is dit de mogelijkheid om problemen met het coderen (of

onzekerheden) te vermelden.

Page 88: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

88Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Bijlage 8 Codeerbladen hoofdonderzoek

Deel A Geanalyseerde uitzendingen op programmaniveau

A01 A02 A03 A04 A05 A06 A07 A08 A091 1 De wereld draait door W01 20-1-2009 19.30 52.21 1 12-7-2009

1 2 De wereld draait door W02 18-3-2009 19.30 49.57 1 17-7-2009

1 3 De wereld draait door W03 27-4-2009 19.30 50.30 1 22-7-2009

1 4 De wereld draait door W04 26-5-2009 19.30 50.42 1 18-7-2009

2 5 Pauw en Witteman P01 23-1-2009 23.00 50.30 1 13-7-2009

2 6 Pauw en Witteman P02 13-2-2009 23.00 51.29 1 24-7-2009

2 7 Pauw en Witteman P03 20-3-2009 23.00 51.40 1 20-7-2009

2 8 Pauw en Witteman P04 13-5-2009 23.00 51.35 1 20-7-2009

3 9 Knevel & Van den Brink K01 21-5-2009 22.55 51.00 1 12-7-2009

3 10 Knevel & Van den Brink K02 27-5-2009 23.03 51.23 1 16-7-2009

3 11 Knevel & Van den Brink K03 9-6-2009 23.09 50.02 1 22-7-2009

3 12 Knevel & Van den Brink K04 24-6-2009 23.05 51.22 1 26-7-2009

4 13 Mooi! Weer de Leeuw M01 7-2-2009 20.25 53.22 1 15-7-2009

4 14 Mooi! Weer de Leeuw M02 28-2-2009 20.25 53.45 1 28-7-2009

4 15 Mooi! Weer de Leeuw M03 11-4-2009 20.25 54.15 1 21-7-2009

4 16 Mooi! Weer de Leeuw M04 9-5-2009 20.25 1.03.55 1 20-7-2009

1 101 De wereld draait door W01 20-1-2009 19.30 52.21 2 29-7-2009

2 106 Pauw en Witteman P02 13-2-2009 23.00 51.29 2 30-7-2009

3 111 Knevel & Van den Brink K03 9-6-2009 23.09 50.02 2 30-7-2009

4 116 Mooi! Weer de Leeuw M04 9-5-2009 20.25 1.03.55 2 28-7-2009

Page 89: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

89Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Deel B Analyse op itemniveau

A01 A02 B01 B02 B03 B04 B99 P

rogr

amm

a

Uitz

endi

ng

Id-c

ode

item

(vol

gnum

mer

)

eers

te 5

woo

rden

item

besc

hrijv

ing

item

plaa

ts g

espr

ek

opm

erki

ng

                                                                                                                                  

Deel C Analyse op persoonsniveau

A01 A02 C01 C02 C03 C04 C05 C06 C07 C08 C09 C10 C11 C12 C99

prog

ram

ma

uitz

endi

ng

id-c

ode

pers

oon

naam

/ om

schr

ijvin

g

seks

e

leef

tijd

geno

emd

leef

tijd

gesc

hat

leef

tijd

onde

rzoc

ht

Rol

in p

rogr

amm

a

spec

ifica

tie 4

00 e

n 80

0

basi

s op

trede

n

bero

ep p

erso

on

aank

ondi

ging

naa

m g

ast

aank

ondi

ging

aan

spre

ektit

el

opm

erki

ng

Page 90: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

90Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Deel D Analyse op dialoogniveau

A01 A02 B01 D01 D02 D03 D04 D05 D06 D07 D08 D09 D10 D11 D99 p

rogr

amm

a

uitz

endi

ng

id-c

ode

item

id-c

ode

dial

oog

(vol

gnum

mer

)

id-c

ode

pers

oon

1

id-c

ode

pers

oon

2

naam

/ om

schr

per

soon

1

naam

/ om

schr

prs

oon

2

leng

te d

ialo

og

aans

pree

kvor

m 1

tege

n 2

aans

pree

kvor

m 2

tege

n 1

onde

rhan

deld

aan

spre

ekvo

rm

aard

dia

loog

info

priv

élev

en

opm

erki

ng

                                                                                                                                                                                                           

Bovenstaande codeerbladen (A,B,C,D) zijn aangepast aan de ruimte op deze pagina’s. De

codeerbladen van het hoofdonderzoek zijn oorspronkelijk een bestand in excel. Om deze

codeerbladen aan deze thesis toe te voegen, is de kolombreedte en rijhoogte aangepast.

Page 91: Wilt u tutoyeren en mag ik vousvoyeren - thesis.eur.nl DEF 17-08...  · Web viewzij (Tineke Huizinga) vroeg of ze me mocht tutoyeren, dat is prima. Maar zij zei ‘zeg maar Tineke’

91Aanspreekvormen in Nederlandse televisieprogramma’s

Bijlage 9 Topiclijst interviews

Introductie

- Introductie van mijzelf

- Introductie op het gebruik van aanspreekvormen

- Korte samenvatting van het onderzoek (relevantie)

Aanspreekvormen in het algemeen

- Aanspreekvormen in het dagelijks leven

- De factoren die meespelen in de keuze voor een aanspreekvorm

- De ontwikkeling van aanspreekvormen

- Persoonlijke ervaringen met aanspreken

Aanspreekvormen in televisieprogramma’s

- Aard van de gesprekken, programmaspecifieke kenmerken

- Verandering in het aanspreken van gasten op televisie

- Afspraken over aanspreekvorm met gasten

- Onzekerheid aanspreekvormen

- Aanspreken naar functie van gasten (kwestie Ali B. in Pauw en Witteman over het

aanspreken van Balkenende en het tutoyeren van Balkenende door BNN

presentatrices )

- Aanspreken voor en achter de schermen

- Opmerkelijkheden bespreken die zijn voorgekomen in de uitzendingen

Afronding

- Vragen/opmerkingen