Wikimedia · 2020. 7. 28. · (gedurende mijn verblijf te Scheveningen, ver¬ scheidene malen door...

96
PRACTISCHE BETREFFENDE DE SCHETENING EN BOOS J. G. WAARDENBURG TE IIIDEI ëö/.xb,

Transcript of Wikimedia · 2020. 7. 28. · (gedurende mijn verblijf te Scheveningen, ver¬ scheidene malen door...

  • PRACTISCHE

    BETREFFENDE DE

    SCHETEN ING EN

    BOOS

    J. G. WAARDENBURG

    TE IIIDEI

    ëö/.xb,

  • . ■ • . rtv-W'>■.■■;?■■:■$* ;', , ■ ' . ' ■ : B ' F .-FF.,"' v,-:.;-:;:. ! ,

    Él

    rm < ■ ■

    *«••• 'Rb- •••.;. OT :• #%v, ' B'f SB

    ; • •■ ■ - ■-. . ■ - ■i ■-■;b-.-'- BB , , r.’ ■■•■ .- ;.\ ■ . : .. Jj.. .

    ' FF.-FF $:>■ ( ' ‘ -. '

    ' ■ ..BB-B '

    mi BfBBBFBfBvf ■ «BffBF : ■ ■■■■- , '• :'-;;v-v ■:■: ,-■ fV->.• •• >■■ bb- fBb.bbBBB

    b b :>•

    üilü

    FBBBB-v ‘r ■ ■ Vb ‘ "

    BB B>v ■/v-’%4’ ■•.•'£#• 44'V.>•■ f ’ B

    • 'i® v®/v®®:1 VK-V-V

    0Xi'v

    .

    ■Ïj.F/'t ¥>'*'ïV« A'-'FiïJitóBB BBBVfBB

    • B ' F®;";' 4® V ' .:

    *v

    ■ S&.Ï-.ÖOTK»;.-,: F, F .- ;;V7' ,u!fe

    >44f- fs V' ■ '%Xy: b V VVV;;:%! •v ,A

    ffFffï : v . ■ ■:■ ■: ■ ■ ■

    p§| H

    M!\ty

    GP3

    * >BBBB- B»■B. ,B,■, -::..;B,«bBfBfff.,;. vS,:.

    ~ ■ AF:-'..;:::-, •

    IBB: v;’.: ' x ■•' i::;vV;.rV»:FF: k,v - :1 v(,-vifFi:■?■ -’■ v-F-'F, H■

    - ' -■ ' , r ■ r . . 1 ' MM- 1 " F,.«'/j: .. . - v . ,'■ . ; ï< 'F;Fi ' ■ ■ ’ F. ;, v. - m I ■■ ■.-.. . _

    •. ■-• 1 FF 't F" ■ s.' ■■■ ' "

    T^h--. .•-./I -V,,',, ■S’. . wï4''r®-4C '4v'

    V -4®;®:®:®..F

    "xv- ■ 'v 4 v :& :***'■*

    •i 4;,rC

    v; ; 4 , 41- , . ' Ml

    • ‘ v vFF' F'AAf ,;A:-';,v/F-F ;/F!i:öv'. ;t.:

    j

    M^BWï f , F . . A- .

    :V fH ^;gï ■’; ;i;/ "F^fewv ' :,■4' ■ FF F 1;?.' 5®: F SS '.■FFF;F-f-f

    -

    ■MHIIIKf :v ©Söjft ■. - F • - - ■-'■■■ '

    ■ '■■■■■, m ■' . . ' 'FF. '■ '• ■ F ■■- ■; F XX,hx':/:XM

    vm- B -

    X: v’1 .M

    sÊ^Smm : $Êk

    ■F', F,,;1,;v S.FSS- FF - - F ■ -■ v •: , %'F-B-fff. ,F ..FS'/ F'-S

    éwpwwIÉP

    ’-FF-F,'.;,v..c* ■ ;KVFFFiFS:r'p .”■ F-

    :.ï.•.-/■. S:'"':F::FBB;

    fV:FVF,-'

    iB'.'B:- fv'fB, x r /;.V-;:-v. -•■••.; -ft^ 4 '• • - ' BB.®-.-.-.' ' -'-.b.^

    F ■. . ; F _■• ■ ■.F;;,'F:t:F;FFv.>B:B;v;FF:.;B/svV .-f--?: - .. ■ ... -. - . . . : ';. : «•■ ' - ; • / •,-. ‘ ■: • i . / - , ■ -

    ■4:3 > t l 4,-''

    U?F» ? F,FFiB:.FF‘ A.S ,B::FF..'F®4 'cB'f ' F' ' • '.F i "'BFF’vFF'ff-. ÏF'BB'F-f;;v'f:;.;-.;,F’-

    wis *

    BI

    , 4;., . F®:.F,.®: 1® ■FfV ;

    '. .-,' F,. .. ■ . . ■../,. .... , , , V, 1 1 , , , * F i , , ' iS, -A /B F.-:;,:.'., v;F .; B/fB , ;fV;B^ff • ■'■, .F ■ ,;;*Xr : '•• Bf’.-«Ë/ • .ï' F. B. - :) BBSf-’f' : .• -j '-..F-.- ,' .F-^'i1- -

    : F F . '

    ■- - . / 1 • . ' ■ B ' ■ ' 4 - .

    '

    BV, ■-. ' - . ■ - ' F - .

    , ■■- --F. -■... -&

    mïm,,, mm .;.v‘ ■'■?.■•?>•-ï-.FFBFoB-1:"? F-F'f.'B .^.'B '' '-i2

    '-., ; - V-F- p , -■ ■ ■ -■.'■■-■ - - -■■---■

    :■ - ■ .' . '. . - ■■y ■ ■ F .- .-- V--. .F.,-; -sF;F 'vfB; BfB . -BB-f,:' ‘Bf;:;- .F '• ■- Bv-BB .- ..

    B B - , ‘ ' i’ 1 r . r s1 ’s 1' V Vl’ , w/, y t , - y B 1 ^ ^ \

    lllliil 1 ■ -' F .- f.-. -F. .-; > A. -

    .:.-, F. FF,.,Vv - -F -. ,■ -.." F;-- _vF F;-.*; •:'-?... B ?■ F' .F, F - ffFff-f, F F v-'t- .F F: .•F~ f ,\F F-:: ' -^-..F , . -,,, ■-,,....-F..,--:,,.-..'-.--.v;F

    ■ - F -, ■■ -B B - ' ; *'.'

    ■ ' ■■.'. Xi - ' 'f;'-f's . v"-'-F-- ■;:'B ■ . .-.. 1.. bB . . . , . . .

    ■F FFF' F-F FF. . - . • -. - f® bb®.b4b -A.?ïJh3 ;' iM J&pïM §4 '„ b ;b ' f- •■ ■.’• ;•: ,p \‘- v® ,^4v:;;;f b';:.b4®.-4 b4;-b-:b ;4vB'; “ , F B B44';:-4’BF!®4:®IBFFBF-a4fF';;V':XF'

    ;BfVb.fff '44 f?-;:b 44 Xpf’Xpyp Y'iPfJpX'P

    ■ - ■'-..-' ■ F fB - - .--F "F .. ; - . . ■ -.'-. - . ...

    - ' B, -..' F- ,.;B - F ■ V.-,■■(-•: ' ;.:.B- ■ F'' •',. . •.ƒ; . -V. Bv.f,',-, -. , -v-

    ' ■ -- ’b-f F^-'F>F--.; ji‘-V.;F-4'..A> ■;'•!. F-' F—FA'. F' ‘i Vij ■ - F ■ '...'-.

    < ■ 4 Bi-4®4 f-VffvBBfBss ,b

    .... .-. ;. -■ si : -F 44. 'f.B^fB'

    ! V ■ V; r4

    -B 'f..b , ■ f ’•• VB, -y, > B'B r.4'v 4r r' ■• VB,;,

    Mm mêmmÊirnmmsmmmm ..-..., -- F . 'F,-,..-- F F' .. F ...'..-. F. - - F . F . F F, , '

    'i-.V B , , ■ . • • 1 . •• ./, : F. -IF

    ^.. . _

    : - .-" '■■■'. H ■' 4 ■ .' f- ;.-/. - m

    P ' yju-,1 i-Bi-i’*.- : S i b-> ,c; Bt'B .-, >'• ,*••'.« 'B;..- ••..* ■.& .»'•*/.•'.+ '• «BV v* B.v ' • -l ,v ;' F,;f-F-'.v

    -. ■'.■-■■■ ■■^y"f'-BfBf; a:FF--.V.-}Bv,,.?fBf .'; 'SF- B ■üm ff v--'iF'-.-. --...,ffB, F'f&% o\ -f.- -

    rnêmm ■■siyym

  • \ IrT h- f

    rM

    w

    ii-.-' ‘W.-’.' ’'.‘v

    *■ *b ,: jJ ■ƒ.

    *r V t

    PRAKTISCHE AANTEEKENINGEN

    BETREFFENDE DE

    CHOLERA,

    T E

    S CHEVENINGEJV.

    I

  • Digitized by the Internet Archive in 2018 with funding trom

    Wellcome Library

    1

    •/

    https://archive.org/details/b30386378

  • PRACTISCHE AANTEEKENINGEN

    BETREFFENDE DE

    CHOLERA

    T E

    SCHEVENIN GEN,

    DOOR

    J. G. WAARDENBURG,

    M £ Z>. L o c r„

    TE LEIDEN EïJ

    I

  • ’j •

    ■ -yr ; * \ ’ : ■ ’ ; .

    ■ > ' : f • ~ i

    • ■■■■ ’v: '• ' /- • I ■

    *■~ f t t

    X

    t - ;■] V

    ï-

    r

  • (gedurende mijn verblijf te Scheveningen, ver¬ scheidene malen door mijne geneeskundige vrien-

    den van andere -plaatsen verzocht zijnde, hun

    iets over de behandeling dezer ziekte aldaar

    mede te deelen, was ik tot nog toe in de on¬

    mogelijkheid , hieraan te voldoen; vooreerst, ont¬ brak mij daartoe geheel en al de tijd, daar

    mij de geneeskundige dienst van eene uitgestrekte

    wijk dezer zoo zwaar geteisterde plaats, was opgedragen ; ten tweede waren mijne aanteeke-

    ningen toenmaals nog te gering in getal om

    uit dezelve iets te kunnen opmaken. Nu echter de ziekte aldaar geweken is, en ik huiswaarts gekeerd ben, haast ik mij, aan deze verzoe¬ ken naar mijne zwakke krachten te voldoen,

  • Aan U dus, geachte vrienden! %ijn deze wei¬ nige letteren hoofdzakelijk gerigt.

    Verwacht geene nieutve bespiegelingen over

    den aard der ziekte, geene bijdrage tot, nochte onderzoek over de al of niet besmettelijkheid

    derzelve, waaraan ik mij als jong arts vooral niet zoude wagen; doch alleen van het geen

    hier in deze ziekte gezien en gedaan is , een beknopt verhaal, en wel bepaaldelijk van die zieken, welke in de aan. mij toevertrouwde wijk aan hunne huizen , behandeld zijn: waarin dan ook de reden gelegen zij, waarom hier geene of zeer weinige melding is gemaakt van zoodanige

    middelen, welke in de hutten der inwoners niet aan te wenden zijn.

    Ik heb gemeend het beste op de mij gedane

    vragen te kunnen antwoorden, door de hier waargenomene graden of vormen dezer ziekte

    zoo kort mogelijk te beschrijven, derzelver be¬ handeling op te geven, eenige ziekte geschie¬ denissen er bij te voegen , en hierop eenige meer aigemeene opmerkingen betreffende deze ziekte te

    laten volgen* Het gerucht, hier en daar verspreid, als of

    de inwoners van Schevenïngeo, halsstarrig alle geneeskundige hulp weigerden ? ja zelfs den ge¬ neeskundigen met slagen zouden bedreigd hebben

    enz, , moet ik bij deze gelegenheid, als geheel bezijden de tv aar heid. zijnde, tegenspreken: in- tegendeel viel men ons met allerlei kleine onge¬

    steldheden lastig $ en ieder, die zich maar ee- nigzins onpasselijk gevoelde , liet zijnen genees-

  • heer , als of hij in groot gevaar was , h j zich

    roepen* Soms kwam de arts evenwel ook bij

    Ckotera - Ijdei s , die reeds 3—0 dagen en lan—

    ger aan diarrhoea geleden hadden, zonder daar¬

    voor zijne hulp ingeroepen te hebben; de re-

    den daarvan was , dat deze diarrhoea , gewoon-

    lijk in het geheel niet pijnlijk zijnde , deze

    klasse van menschen ook niet meende ziek te

    zijn : de pijn als een vereischte van ziekte he¬

    se homo ende.

    Door de ijverige zorg van den Heer Burge¬

    meester van ’s Gravenhage , als President ter

    zake der Astatische Cholera aldaar, waren wij

    in staat gesteld, niet alleen de Cholera-zie¬

    ken, maar ook de gezonde, doch behoeftige

    inwoners van al het noodige , als voedsel, dek¬

    sel , kleederen enz. ruimschoots te voorzien ,

    en ofschoon naar de omstandigheden, van de

    zieken alhier nog vele zijn hersteld, zoo kan men

    echter stellig rekenen , dat even zoo vele door

    deze diaetetische behandeling voor de ziekte zijn

    bewaard gebleven.

    Mijnen opregten dank betuig ik bij dezen,

    aan den zeer kundigen geneesheer der zeebad-

    inrigting den keer d’aumeïue , tv elke met zulk

    eenen onvermoeiden ijver nacht en dag , gedu¬

    rende het heerschen der ziekte aldaar is werk*

    zaam geweest, voor zijnen wetenschappelijken

    en vriendschappelijken omgang, welke mijn ver-

    blijf te Scheveningen te midden, van zoo veel

    ellende, nog veraangenaamd, of ten minste zoo

    veel van het onaangename benomen heeft: zoo

  • ook aan den heer bausch , heelmeester aldaar,

    wien ik voor de mij allerwegen betoonde hulp

    en teregtwijzing veel verpligt ben.

    Ten slotte, moet ik hier nog bijvoegen, dat

    om het groot aantal zieken, en ter bespoediging

    verscheidene afkooksels en aftreksels van ge¬

    neesmiddelen vooruit in groote hoeveelheid wer¬

    den gereed gemaakt; van hier dat vele voor¬

    schriften eenigzins van den geivonen regel af¬

    wijken; als Infus. Arnic,, Valerian. enz•

    En dit is hetgeen ik aan deze aanteekenin-

    gen meende te moeten doen voorafgaan•

    Voor de onnaauwkeurigheden van taal vraag

    ik verschooning ; en dat deze waarnemingen nog

    eenig nut mogen stichten, is mijne hoop•

    Leiden October

    1832.

    J, G» W.

  • 13e Cholera Asialica vertoonde zich in Sehe- veningenhet eerst op den25sten Junijl.1 ; deze ver¬

    schrikkelijke ziekte vond in dit dorp eene maar al

    te vruchtbare plek, want zoo er eene plaats is,

    geschikt ter verspreiding eener heerschende ziek¬

    te, is het dit dorp, en ook in vroegere heer¬

    schende ziekten, als de roode loop, onderging het¬

    zelve een buitengewoon verlies aan overledenen.

    Tot het verspreiden derzelve bragten de kleine

    huizen en het groot getal in dezelve wonende men»

    schen zeer veel toe, want in één klein huisje wo¬

    nen soms twaalf menschen , zoodat wanneer allen

    te huis en er geene leden van het huisgezin op zee

    waren , er ook geene ruimte genoeg was ; de zinde¬

    lijkheid was in de hutten over het algemeen vrij

    wel, dezelve waren echter gewoonlijk met netten

    en door zeewater doortrokken touwen of gedroog¬

    de visschen behangen , doch buiten en rondom de

    huizen was de onzindelijkheid soms verregaande.

    Het getal zwangere en zogende vrouwen , als ook

    zeer oude menschen , was bij het ontslaan der ziekte

    op dit dorp zeer groot, en vermeerderde het ge-

    1

  • 4

    Be ziekle tastte de kinderen in den beginne

    slechts zeer ligt aan , en dezelve herstelden spoe¬

    dig, slechts onder eene diaphoretisckebehandeling;

    in het midden en op het laatst der Epidemie wer¬

    den dezelve echter hevig aangetast, of door Cho-

    leraparalytica of door eenen opvolgenden, dikwijls

    doodelijken typhus, en was de sterfte onder de

    kinderen niet gering,

    Eene vrouw nog na den 26sten Augustus aan¬

    getast , overleed, en sedert dien tijd is geen Cho¬

    lera meer op Scheveningen waargenomen, na ge¬

    durende twee maanden aldaar gewoed te hebben.

    Baar de verschillende vormen of wijzigingen der

    Cholera , mij graden van dezelfde ziekte schenen

    te zijn, welke door intensiteit verschilden en naar

    mate van deze een verschillend verloop en ver¬

    schillende kenleekenen hadden , zoo maakte ik

    voor mij zelve in mijne aanteekeningen eene ver-

    deeling in graden, zoo als ik die bij mijne zieken

    waarnam , welke, ofschoon minder voldoende, ik

    ook nu behouden heb, dewijl ik vertrouw dat de

    naam aan de zaak niets afdoet , wanneer van ie-

    deren graad slechts de kenleekenen naauwkeurig

    worden opgegeven.

    Be ligtste graad was diarrhoea eholerica benigna

    (in Frankrijk de zoogenaamde Cholerine) eene

    diarrhaea namelijk van waterachtige vlokkige stof,

    zonder eenige pijn in den buik, met aan de cho¬

    lera eigenaardigen gelaatstrek, warme tong, war¬

    me huid en weinig gezonken pols: dezen graad zou

    men kunnen aannemen als eerste stadium van alle

    cholera - aanvallen , daar deze altijd gedurende kor-

  • ö

    teren of Iangeren tijd voorafgaat, en zoo dezelve

    eerst te gelijk met een heviger aanval bemerkt

    wordt, ligt dit in de hevigheid derzelve, waardoor

    dit tijdperk zoo verkort wordt, dat het niet waar

    te nemen is

    Hierop volgt de Cholera mitior of benigna: de

    verschijnselen waren hier iets heviger, en vooral

    van de vorige onderscheiden door de hier plaats

    hebbende braking van cholerische stof, de oogen

    waren ingezonken , de tong bleef echter warm ,

    de pols was niet veel gezonken , doch krampen in

    de ledematen , en gedurige braking en ontlasting

    van waterachtige stof: door deze werden voorna¬

    melijk jonge menschen aangetast.

    Veel heviger was de cholera maligna (er ethica,

    orgastica, propria) hier was de pols naauwelijks

    voelbaar of geheel weg, de huid koud en verlamd,

    de tong koud, doch er was gedurige braking en

    diari'hoea , dus nog werking van het darmkanaal,

    er was pijn in de hartkuil bij ligte drukking , ge¬

    voel van zwakheid, duizeligheid en dus nog tee-’

    kenen van niet geheel en al gezonkene en ver¬

    lamde levenswerkzaamheid. De krampen der le¬

    dematen zijn hevig en de kleur des gelaats en

    der handen is loodkleurig. Uit deze ontstond

    voornamelijk de typhus cholericus, als derde sta¬

    dium.

    Van deze verschilde door het ontbreken der bra-

    ki ng en vooral door het schielijk verloop, de diar-

    rhoea cholerica maligna. Na overvloedige, soms

    ook slechts weinige ontlasting, ging de pols da¬

    delijk weg, de huid werd in eens koud en ver^

  • 6

    Iamd ", bet gelaat was in den hoogsten graad cho¬

    lerisch, de tong koud ; er was dan geene braking

    aanwezig, en zeer gemakkelijk ging deze in de

    volgende > cholera paralytica over.

    In den hoogsten graad cholerapessima (paralyti¬

    ca y asphyctica) lagen de lijders met sterk blaauw

    gelaat en blaauwe handen, koude verlamde huid ,

    koude tong, en zonder pols: de braking hield

    weldra op en daarna de ontlasting zonder eenige

    teekenen van reactie, zoodat er volkomene verlam¬

    ming van het darmkanaal plaats bad.

    Cholera sicca is bier niet waargenomen, alsook

    geen vrmitus Cholericus; in twee gevallen bij

    kinderen zag ik den aanval met braking en alle

    verschijnselen der Cholera beginnen, zonder eeni¬

    ge voorafgegane of bijkomende diarrhoea, na een

    etmaal kwam echter ook diarrhoea 1 zoodat dit

    tot Licht enstddts vomilus (Cholericus niet kan

    gebragt worden. Van deze graden kwamen de

    diarrhoea Cholerica, en Cholera maligna bet mees¬

    te voor.

    De diarrhoea Cholerica henigna de Jigste graad

    van Cholera, werd nog al veel waargenomen,

    doch moet wel onderscheiden worden van de

    bilieuse diarrboeën , die gedurende het heerschen

    der ziekte alhier insgelijks veelvuldig waren.

    Erkenning.

    Dezelve kenschetste zich, door eene overvloe¬

    dige ontlasting, van eerst gele, daarna waterach¬

    tige vlokkige stof, het gelaat verbleekte, en kreeg

  • 7

    in eenen geringen graad de trekken van een fa*

    cies Cholerica, de bogen zonken een weinig in ,

    de tong was meestal blaauw- wit beslagen, de

    dorst hevig, een drukkend gevoel in de hart¬

    kuil , rommelingen in den buik, geene of weinige

    krampen in de ledematen, doch loomheid der

    beenen, de urienloozing was schaars, of reeds

    opgehouden, de pols altijd goed voelbaar, de

    huid bleef warm, kreeg ten minsten die koude

    niet, doch bij oude aan dezen graad lijdenden

    werd eene huidplooi waargenomen.

    Voorzegging.

    Deze was over het algemeen gunstig, en hing

    voornamelijk af, van de tijdig en doelmatig aan-

    gebragte hulp, dewijl door deze alleen, de over-

    gang in eenen anderen Cholera - graad kon voor¬

    gekomen worden. Als goede teeltenen waren aan

    te merken , een warm zweet, verminderende ont¬

    lasting bij warmer wordende huid, en zich ont¬

    wikkelenden pols, voornamelijk echter het ver¬

    schijnen van gekleurde stoelgangen. Kwade tee^

    kenen waren : koud zweet, zeer drooge huid bij

    naauwkeurige diaphoretische behandeling, gedu¬

    rige ontlasting van Cholerische stof met minder

    wordenden pols, vooral sterk geeuwen, gevoel

    van vermoeijenis, tegelijk met slapeloosheid, en

    zwakker wordende stem , welke den overgang in

    heviger graad aankondigen.

  • 8

    Y EKLOO P,

    Het verloop van deze was kort, dezelve ging

    weldra in herstelling of in eenen anderen Cho~

    lera - graad over: na 24 uur had men gewoonlijk,

    nadat het gelukt was een warm zweet voor den

    dag te brengen, den overgang in herstelling; de ont¬

    lasting werd dan minder, de pols klom, de oogen

    stonden helderder, de ontlasting werd gekleurd,

    hierna volgde of een status gastricus, bij kinde¬

    ren wel eens typhus, of de gekleurde dunne ont¬

    lastingen hadden nog eenige dagen plaats, en de

    lijder herstelde in drie tot zes dagen. Gelukte het

    echter niet deze wending te bewerken, dan ging

    dezelve in eenen anderen graad, meest Cholera

    maligna over.

    Behandeling.

    Aan de aanwijzing om de, welligt ten gevol¬

    ge van eene aandoening van de zenuwen des on-

    derbuiks, verhoogde werkzaamheid der ingewan¬

    den te matigen, en deze ziekteaandoening af te

    leiden werd voldaan , voornamelijk door de huid

    uitwaseming als functio vicaria te bevorde¬

    ren , en den motus antiperistalticus, te bewer-

    ken.

    Ik vond de lijders gewoonlijk nog op de been,

    en ofschoon dezelve dikwijls met moeite eenige

    schreden konden gaan , waanden zij zich niet ziek

    genoeg om naar bed te gaan, en nooit wilde

    va n lijder zich in dezen slaat naar het hospitaal

  • 9

    *

    begeven ; dit is de rede, waarom men daar zeer

    zelden eenen patiënt door dezen liglen graad aan¬

    getast, zal aantreffen. Ik liet den lijder nu naar

    bed gaan, zoo de huid droog was, of cenigzins

    koud, werden er heete kruiken naast het lichaam

    gelegd: zoo er eene fout in de dieet voorafgegaan,

    of eene biltere smaak in de mond was, of ook

    bij sterke neiging tot braken werd een braakmid¬

    del voorgeschreven , bestaande in een scrupel of

    half drachma tpecacuanha. Hierna werd eerst eene

    groote hoeveelheid waterachtige stof, dan genoten’

    drank, naderhand mee gal gemengd uitgebraakt:

    gedurende de braking werd de pols klein, doch

    nadat die opgehouden had, ontwikkelde de pols

    zich: den lijder werd nu om het half uur een

    kopje aromatische thee, zijnde een aftreksel van

    jlores chamom. en herbet menth. crisp. met een lepel

    spiritus Mindereri toegereikt, I)e huid werd dan

    klam, en weldra volgde een rijkelijk warm zweet,

    de ontlasting verminderde en werd gekleurd ; zoo de¬

    ze ontlasting wat bovenmatig bleef, werd den lij*

    der eene solutio saleb voorgeschreven met ipecacu-

    anha en tinct. opii, naar omstandigheden met vi-

    7ium antimon» extract. columbo, tinct. cinnam.

    spir. sal ammon. anis. enz. waarna dan ook deze

    gewoonlijk ophield en de lijder herstelde. Zoo er

    na het braakmiddel hyperemesis volgde, werden

    bruisch - poeders tot het stillen derzelve aangewend.

    Was er echter geene aanwijzing tot een braakmid¬

    del, dan werden dadelijk in eene infusio chamom.

    decoct. alth. of solutio saleb. tpecacuanha 3—8gr.

    en tinct. opii xv—xxv druppels voorgeschreven ,

  • 10

    om sterk op de huid te werken : hierna volg !e

    dan ook gewoonlijk een sterk zweet , de tong

    werd zuiver, rood, en daarna geel beslagen, de

    ontlastingen werden gekleurd, doch bleven dik¬

    wijls nog zeer overvloedig; somtijds was nu eerst

    een braakmiddel aangewezen, wanneer namelijk

    de tong bruin of zelfs groen werd, er mislijkheid

    volgde , en de ontlasting ophield : door een braak¬

    middel in dit geval uit ipecaouanlia en tartarus

    emet,, werd eene groote hoeveelheid gal uitge¬

    braakt , de ontlasting hield dan gewoonhjk op en

    moest nu verder door eccoprotica acida bevorderd

    worden, dezelve werd dan zwart en stinkend ,

    groen en eindelijk normaal, of zoo ze na het

    braakmiddel nog zeer dun bleef, werd eene satu-

    ralie van sal tart. en succ. citri in eene infusio

    chamomillae voorgeschreven , onder welk gebruik

    de lijder herstelde.

    Het spreekt evenwel van zelve dat de behande¬

    ling naar verschillende omstandigheden , ook ver¬

    schilde: het is van veel belang te rekenen, dat

    men in dezen staat der ziekte geroepen wordt, daar

    het gemakkelijker is een’ heviger graad voor te ko¬

    men, dan te herstellen, en deze diarrhoea Chole-

    rica , hoe weinig gevaarlijke verschijnselen dezelve

    ook schijne te hebben, zonder geneeskundige be¬

    handeling stellig in eenen hevigen graad overgaat.

    Den 24sten Julij, des namiddags, werd ik

    bij zekere vrouw van der Toorn, ongeveer

    52 jaren oud, geroepen; zij had reeds vier da¬

    gen aan eene gewone diarrhoea geleden.

    De ontlasting die tot dezen ochtend gekleurd

    V

  • 11

    was geweest, was rm volgens de beschrijving der

    omstanders als rijstwater, en de vrouw was daarop

    dadelijk zoo zwak geworden, dat zij op hare bee-

    nen niet meer konde staan. Een pot met water¬

    achtige vlokkige ontlasting, toonde mij ook reeds,

    wat hier gaande was.

    De patiënte was te bed , had nog gedurig derge¬

    lijke ontlasting, het gelaat was bleek ingevallen,

    de oogen een weinig ingezonken ,' de tong blaauw-

    wit beslagen , sterke dorst, de smaak was goed ,

    de huid koud, en eene gemaakte huidplooi bleef

    vrij lang staan, de pols klein en zwak, de urien-

    loozing had dien dag nog geen plaats gehad; er

    was geene fout in de dieet begaan , noch eenige an¬

    dere gelegenheidsoorzaak te vinden. Ik liet war¬

    me kruiken naast het ligchaam en sterke mostaard-

    pappen aan de kuiten leggen en schreef eene so-

    lutio saleb voor met spir. Min cl., tinct. opii, en

    ipecacuanha. Als drank werd Chamom. thee of

    rijstwater toegediend.

    ’s Avonds ten 9 uur. De patiënte is reeds veel

    beter, de huid is overal warm, een warm zweet

    over het geheele ligchaam , het gelaat verliest

    reeds den zoo eigenaardigen Cholerischen trek,

    de diarrhoea is minder, er is een weinig heldere

    urine geloosd. Ik liet met hetzelfde middel voorl-

    gaan.

    Den 25sten des ochtends om 6 uur was de diar¬

    rhoea overvloediger doch gekleurd , het gelaat ech¬

    ter meer verbleekt, de tong zuiver maar koud,

    de pols veel minder als den vorigen avond. Ik

    schreef hetzelfde met iets meerder prikkel voor,

  • 12

    namelijk eene infasio flor, arnicac in plaats van

    eene solutio saleb,

    Des middags om twee uur, vond ik de patiënte

    wederom in een warm zweet, het gelaat beter,

    de oogen vooruitgekomen , de pols sterker, de di-

    arrkoea die ten laatste groen was geworden, had

    opgehouden, de tong begon beslagen te worden.

    Hetzelfde medicament.

    Hen 26slen Julij, bevond de patiënte zich veel

    beter, de pols was nu gelijkmatig, doch nog

    zwak, de tong was geel beslagen, de dorst sterk,

    de ontlasting weder overvloedig ; hetzelfde mid¬

    del werd gebruikt.

    Hen 27sten. He lijderes is genoegzaam hersteld,

    de ontlastingen zijn minder en reeds meer ge¬

    bonden , de eetlust is teruggekeerd , de dorst

    minder, de tong echter geelachtig beslagen. Als

    voedsel werd gekookte karnemelk toegestaan,

    en twee dagen daarna werd de patiënte als her¬

    steld opgegeven.

    L. Kuiper , eene hoog zwangere vrouw van

    26 jaren, werd in den avond van den 17den

    Augustus door diarrhoea aangetast, de ontlasting

    was gekleurd, de tong wit beslagen, de urien-

    loozing had plaats, de pols was niet zwak, het ge¬

    laat niet Cholerisch, en de patiënte had zich dien

    dag verkoeld.

    Eene solutio saleb met spir Mind, tinei, o pit,

    en ipecac. werd voorgeschreven.

    Hen 18den Aug. des morgens. He patiënte be¬

    vindt zich erger, het gelaat is een weinig inge¬

    vallen, de huid is droog, de tong vochtig en

  • 13

    koel» de stem zwakker, de ontlasting die gis¬

    teren alles behalve Cholerisch was, is nu water

    met een bezinksel van vlokjes, de pols is zeer

    zwak. Er worden warme kruiken langs het lig-

    chaam en mostaardpappen aan de kuiten ge*

    ? aan de hevige dorst wordt met rijstwater

    of Chamomillen -thee voldaan. Hetzelfde middel wordt toegediend.

    Des avonds. De huid is warm, de pols klimt,

    de tong wordt droog en warm. Hetzelfde middel.

    Den 19 August. De lijderes gevoelt zich iets

    beter, de huid is overal warm, en uitwasemen¬

    de, de pols veelvuldig en koortsachtig, het ge¬

    laat gekleurd, de tong droog en gee beslagen,

    de smaak bitter, mislijkheid, pijn in de hart¬

    kuil, gedurige ontlasting van groene dunne stof;

    de urienloozing heeft weder plaats.

    R. pulv. rad. ipecac. dr. (3

    Sacch. alb. scr. j.

    m. f. pulv. N°. 3.

    S. Alle \ uur een poeder.

    Des avonds. Na het braakmiddel is geel groene

    galachtige stof uitgebraakt, de tong is zuiverder,

    de smaak in den mond nog bitter, de eetlust komt

    terug, de ontlasting is sedert het braken opge¬

    houden, de pols nog koorstachtig, de huid warm.

    R. sal. tartar. dr. i (3 acet. vini q. s. ad perfect, sat.

    Infus. Chamom. unc vj.

    Syr, alth. unc j.

    D, S. Alle uur een lepel.

  • 14

    I)cn 20sten. De lijderes is genoegzaam her¬

    steld, de oogen staan reeds helder, het gelaat

    is gekleurd, de pols nog zwak, de ontlasting

    heeft eenmaal plaats gehad, en was gebonden,

    met het laatste middel voortgaande, herstelde de

    patiënte kort daarna.

    De Cholera benigna, na diarrhoca Choler. benig-

    na , den ligtsten graad, had voornamelijk plaats bij

    jonge menschen, en in het afnemen der epidemie.

    Erkenning.

    Men merkt in dezelve op: sterke braking en

    ontlasting van vlokkige waterachtige stof, kram¬

    pen in de kuiten , soms pijn in de lendenen, de huid

    blijft warm, of is slechts voor eenen korten tijd

    koud, de pols is gezonken en onderdrukt , doch

    altijd goed voelbaar, het gelaat is ingevallen , doch

    niet loodkleurig, geen koude neus, de tong is

    zuiver of beslagen maar altijd warm, de stem is

    slechts weinig verzwakt en dadelijk bij den aan¬

    val is min of meer slaapzucht aanwezig, de urien-

    loozing heeft geen plaats.

    Voorzegging

    De voorzegging is vrij gunstig en de meeslen wor¬

    den hersteld, vooral om dat men gewoonlijk met

    jonge menschen te doen heeft. Als goede teeke-

    nen zijn te beschouwen: een warm zweet, ruimer

    wordenden pols, geel beslagene tong, groene bra-

    kingen; als kwade, koud wordende tong, vermin•

    derenden pols, onrust, blaauwe kleur, kortom

  • 15

    de verschijnselen die den overgang in Cholera tnaltg-

    na aanduiden.

    Verloop.

    Men Icon in dezen graad drie tijdperken waarne»

    men. Het eerste tijdperk was de aanval zelve, het

    tweede de reactie, in het derde hadden de plaat¬

    selijke bloedophoopingen plaats.

    In het eerste tijdperk nam men dewoornoemde

    verschijnselen waar, welke na eemgen tijd ge¬

    duurd te hebben of in eenen anderen graad of in

    het tweede tijdperk overgingen; dit kon gerekend

    worden aanwezig te zijn, wanneer de pols klom,

    veelvuldig en snel werd, een zweet uitbrak, de

    huid warm werd, de braking ophield, en de tong

    rood en droog was. Het derde tijdperk, het sta¬

    dium congestionum , is die staat waar, na de reac»

    tie de bloedmassa ongelijk verdeeld wordt; naarmate

    nu bloedophooping naar het hoofd, de longen,

    de lever, of de ingewanden plaats heeft, ver¬

    schillen de verschijnselen en is er of typhus, of

    een status bilioso - ga^stricus , of apoplexia pul-

    monum% of ontsteking der ingewanden aanwezig.

    Het meeste heeft de bloedophooping naar het

    hoofd of de lever plaats

    Somtijds was er in het derde tijdperk geene ster-

    ke congestie, hield de ontlasting op en werd

    gebonden , en herstelde de lijder weldra.

    Behandeling.

    De behandeling in het eerste tijdperk, waarin

  • men den lijder gewoonlijk vond, bestond in het

    toedienen van eene infusio diaphoretica van flor.

    chamom. en herb. menth. crisp. met spiritus Mind.

    of liquor corn, c, succ. en tegelijk indien de kram¬

    pen hevig waren het volgende,

    R. flor. zinc. gr. viij — xvj

    opii crud. gr. ij

    sacch. alb. dr. j (3

    mf. pulv. aeq. N°. 8.

    S. Alle uur een poeder.

    Na het gebruik van de flores zinci bedaarden

    de krampen, en deze hoewel symptomatische aan¬

    wending werd hier van het grootste nut bevonden,

    daar het de lijders van eene onaangename gewaar¬

    wording, die zij door ellendig kermen te kennen

    geven, bevrijdde en in geen geval bijna dit mid¬

    del zijn doel miste. Niet altijd werd hetzelve in

    vereeniging met opium gegeven , vooral niet in vol¬

    bloedige gestellen, daar men ook na dezen vorm,

    typhus te vreezen heeft. Als drank werd rijst

    water, of thee in ruime mate toegestaan, hetwelk

    meestal werd uitgebraakt.

    Na 12—24 uur volgde de reactie, de lijder

    werd zeer warm, de pols verhief zich, een warm

    zweet bedekte het ligchaam en het tweede tijdperk

    was daar. Ingevalle nu de reactie niet volgde,

    de pols minder werd, en de braking voortduur¬

    de , werd het subnitras bismutkt gegeven, ge-

    woonlijk in deze gift.

  • 17

    R. Magister. Bismuthi gr. xfj Extr. Hyosc. gr. viij Eiaeosacch. raenlh. pip. dr. j ro. f. pulv. N°. 6.

    S, Alle uur een poeder.

    Er scheen in dit geval veel op aan te komen, op wat tijdstip men dit middel aanwendde, te vroeg of te laat gegeven had het geene goede uitwer¬ king. Dit tijdstip kon gerekend worden daar te zijn:

    wanneer de aanval ten minsten zes uren ge¬ duurd had en er reeds veel uitgebraakt was,

    want ofschoon men deze brakingen moeijelijk mo- hmina naturac kan noemen, zoo is toch dit waar, dat men de natuur in dezen eerst zijnen loop moet laten en dat na te vroeg gestilde braking de ziek¬ te zelden eene goede wending neemt, iets hetgeen ik tot mijn eigen nadeel in sommige lijders heb ondervonden ; het was daarom, dat drank wel¬ ke die ook was, vóór dit tijdstip in ruime ma¬

    te werd toegestaan, om deze brakingen zelfs nog te bevorderen.

    2®. Vóór dat de braking van zelfs ophoudt, want, wanneer dit plaats vindt, heeft men beginnen¬ de verlamming van de maag , en werkt het middel niets meer uit: of zoo tegelijk de pols begint te klimmen, en dus tegelijk met de reactie de braking ophoudt , dan komt hetzelve niet meer te pas.

    iV. Wanneer na 6—12—24 uren , naar mate van den toestand des lijders geene reactie plaats had,

    de verschijnselen van slechter aard werden , de pols

    2

  • 18

    namelijk zeer verminderde, de huid koud werd

    enz. terwijl de braking voortduurde.

    4°. Wanneer na reeds hegonnene reactie de

    braking voortduurde en den lijder uitputte , en

    de pols weder begon te zinken. Be braking bier

    bedoeld is die van waterachtige (Cholerische)

    stof; groene galachtige brakingen, die in helder¬

    de tijdperk voorkwamen, werden niet tegenge¬

    gaan , en zoo dit al noodig was, dan nog door

    eene polio Riverii.

    Na het gebruik van het magisterium bismui/ii,

    werd het drinken slechts bij een lepel te gelijk

    toegediend, omdat hetzelve anders niet kon wer¬

    ken en de braking na eene te groote hoeveelheid

    drank evenwel volgde. Na de tweede gift hield

    de braking gewoonlijk reeds op , en daarna volgde

    dan weldra reactie, de huid werd warm, de lijder

    begon te zweten , de pols klom , en de ontlastingen

    hielden op ; dil voorschrift nu werd na eenen hal ven

    dag herhaald.

    Het zij nu deze reactie voortgebragt worde, door

    het stillen der braking op het juiste tijdstip, het¬

    zij door eene eigenaardige werking van liet ma-

    (jistenum bisfimthi op de zenuwen der maag en

    ingewanden, steeds zagen wij na dit middel

    ter regter tijd gegeven, reactie volgen.

    Het tweede tijdperk. Be reactie was nu daar, «

  • 19

    soms benaauwd, en klaagde over pijn in de hart¬

    kuil. In dezen staat moest naauwkeurig acht ge¬

    geven worden op den pols en de beginnende tee-

    kenen van congestien; zoo er slaapzucht met ont-

    wikkelden pols werd waargenomen , werd dadelijk

    eene aderlating gedaan ,en koude fomentatien op het

    hoofd gelegd , dewijl men dan typhus , vooral bij

    kinderen te vrezen had. Be warme kruiken werden

    onderiusschen weggenomen, en nieuwe sterkemos-

    taardpappen, of spaanschevliegpleisters aan de

    kuiten gelegd. Als inweadig middel werd eene

    infusio chamom, of decoctum alth., met snit'. Mind of %. roi. ,aJuci >oo“;;

    schreven , en somtijds werd om de galafscheiding

    te bevorderen , unguentum Neapolit. in de lever” streek ingewreven.

    De lijder kwam nu in hel derde tijdperk: de

    tong werd geel, bruin , of soms groen beslagen

    de smaak werd bitter onaangenaam , er was mis’

    ijkhem, pijn in de leverstreek , geene ontlasting

    doch meestal urien -loozing , de pols koortsachtig,

    de huid zeer warm en droog, somtijds hoog rood

    en brandend, het begin eens uitslags dat dikwijls

    met tot ontschubbing kwam, en in bloei staande veel van gewone urticaria had.

    Somtijds sterke drukkende pijn in de hartkuil,

    die door uitwendige drukking, als ook door de

    inademing vermeerderd werd , congestie naar de longen , het hoofd of den buik.

    In dit tijdperk verschilde de behandeling naar

    mate dc congestien naar deze of gene deelen plaats

    hadden: was de tong dik en groen beslagen met

  • bitteren smaak, en koortsachtige pols, dan had

    de congestie naar de lever plaats, en er vertoonde

    zich een status hilioso - gasiricus, welke het meeste

    na dezen graad, doch in meerdere of mindere

    mate na allen voorkwam. De rede hiervan is wel-

    ligt de volgende. De galsecretie gaat gedurende

    de aanval van Cholera voort, de excretie is echter

    belet , bewijzen hiervan zijn de steeds sterk ge¬

    vulde galblaas bij lijken van in den aanval zelve

    gestorvenen, en de kleurloosheid der ontlastingen.

    Na de reactie worden de galbuizen ontsloten , de

    gal in menigte in den twaalfvingerigen darm en

    maag uitgestort, en de galafscheiding door con¬

    gestie naar de lever nog vermeerderd; de inge¬

    wanden nu in eenen min of meer torpiden staat

    zijnde , wordt de gal niet weg gevoerd, doch blijft

    hangen, gedeeltelijk schijnt dezelve in de bloed¬

    massa te worden opgenomen , waardoor een

    koortsachtige toestand en een uitslag bewerkt

    wordt, hetwelk soms verheven is, soms echter

    roode niet verhevene vlammen op de huid vormt,

    veel naar een zomeruitsïag gelijkt, zelden tot ont-

    schubbing komt en ailengskens verdwijnt.

    In dezen staat zoude een braakmiddel , om deze

    overvloedige gal uit te werpen , vooral aangewe¬

    zen zijn, zoo men daar door niet waagde, dat

    gcene te verhezen , wat men nu reeds gewonnen

    heeft. Ik ondervond tamelijk dat de lijders door

    deze geweldige schudding, ten minsten oogen-

    schijolijk weder op den rand des grafs gebragt

    werden, daar, na het braakmiddel wel vele groe¬

    ne brakingen volgden , maar de toestand der lij-

  • 21

    ders zoo verminderde en de pols zoo klein werd ,

    dat ik voor het behoud der patiënten vreesde,

    In vier dergelijke gevallen gaf ik een braakmid¬

    del , waarbij ik voornoemden teruggang in den toe¬

    stand der lijders waarnam, en met weini0* ver- i o

    legen geraakte, doch nadat eene menigte groene

    gal was uitgebraakt, werd eene polio Riverii voor¬

    geschreven , hield de braking op en herstelden de

    lijders spoedig, In alle andere gevallen durfde ik

    niet weder tot een braakmiddel overgaan, wan¬

    neer de pols niet zeer geklommen was, en zocht

    ik oeze slolien langs eenen anderen weg onscha¬

    delijk te maken en uit te drijven: hiertoe werd

    gewoonlijk eerst Mercurius Baleis en Rheum ,

    daarna eccoprotiea aeicla en tempevantia gegeven,

    als pulp, eassiae , extv gram., Rheum , Magne¬

    sia ^ cremor, iavt, , pulv» tervestr. enz, , waarna

    dan zwarte stinkende en naderhand groene ont¬

    lastingen volgden, de tong langzamerhand zuiver¬

    der werd , de eetlust terug kwam en de lijder

    herstelde» De herstelling volgde veel langzamer

    na deze behandeling, als na een braakmiddel.

    Deze bilieus - gastrische toestand ten gevolge van

    congestie naarde lever, had meestal na dezen graad

    der ziekte plaats, en ofschoon ook wel eens con-

    gestien naar andere deelen als de longen , het

    hoofd , of de huik plaats hadden , zoo volgden

    deze toch heviger na de Cholera maligna, of

    ei elhiea, waarom over deze, hij de behandeling

    van dien graad , de rede zal zijn. Tot opheldering

    voeg ik hier een paar ziektegeschiedenissen hij.

  • 22

    Schevemngen»

    Ckoléra benigna. x i

    De dochter van Cornelis van der Toorn , 23 jaar

    oud, werd den 2den Augustus door de Cholera

    aangetast; om tien uur des ochtends daar geroe¬

    pen zijnde, vond ik de patiënt met de volgende

    verschijnselen. Gedurig braken en ontlasten van

    de eigenaardige vlokkige stof, ingevallen gelaat,

    ingezonken oogen , de tong zuiver en warm, als

    ook de huid, behalve de voeten, volgens verhaal

    der omstanders was de lijderes koud geweest; de

    pols was klein, doch voelbaar, geene urien-

    loozing, weinig krampen, Be patiënt werd warm

    gedekt , er werden mostaardpappen aan de kuiten

    gelegd, veel drinken meest koud water, toege¬

    diend en eene infusio ckamomiilae met spira

    Minder. en pulv. Boveri voorgeschreven.

    Des avonds vond ik de patiënt ongeveer in den-

    zelfden staat, de braking duurde voort, de ont¬

    lasting was wat minder. Dezelfde behandeling.

    Den 3den Augustus des ochtends was de lijde¬

    res veel minder , het gelaat meer ingevallen , de

    pols zeer klein , de huid min of meer koud, de

    tong was echter nog warm , de braking voortdu¬

    rende. Er werd voorgeschreven :

    R. Ma gist Bismuth. gr. xij.

    Extr. Hyosc. gr. viij.

    Elaeos. menth. pip. dr. j.

    m. f. pulv N°. 6.

    S. Alle uur een poeder.

  • Des avonds. De braking beeft na bet gebruik

    van het Magisterium Bismuthi opgehouden, doch

    is nu teruggekomen na dat het middel opgebruikt

    was, de pols is aanmerkelijk gerezen, de geheele

    huid is warm, de tong is rood en warm , de dorst

    sterk, pijn in de hartkuil, doch de braking weder

    gedurig. Een spaanschevliegpleister werd op de

    hartkuil gelegd, en de poeders van Magister.

    Bismuthi werden herhaald.

    Den 4den Augustus des morgens. De patiënt is

    veel beter , de pols gelijkmatig en sterker, de huid

    warm en uitwasemende, de tong droog en geel

    beslagen , de dorst sterk, er is eenmaal urine ge¬

    loosd , en cene gekleurde zeer dunne stoelgang ge¬

    weest.

    R. Solut. saleb. unc. vj,

    Spir. Mind. unc. ij.

    Syr. pap. rbaead. unc. 6.

    m. d. s. Alle uur een lepel.

    Des avonds. De lijderes is zeer warm , en on¬

    rustig ; de pols koortsachtig, de tong warm , droog

    en bruin beslagen , eris gekleurde dunne ontlasting

    geweest*

    Den 5den Augustus. De patiënt heeft cene zeer

    onrustige nacht doorgebragt., is nu echter beter;

    de pols is regelmatig, de tong bruin beslagen,

    een onaangename smaak in de mond , sedert

    gisteren is er geene ontlasting geweest. Haar wordt

    een eccoproticum voorgeschreven uit exlr, gram,

    cremor, tart. rheum , cn oxymel simpt, bestaan¬

    de , waarna vele zwarte en groene ontlastingen

  • 24

    volgden en de lijderes herstelde weinige dagen

    daarna. Schevemngen,

    Cholera bemgna.

    Sijntje van der Tooien, jongedochter"van 19 ja- ren, werd in den avond van den BOsten Julij door de Cholera aangetast. Ik vond dezelve met sterke braking en afgang van de eigenaardige Cholerische stof, ingevallen gelaat, diep ingezon¬ ken oogen, verminderde warmte der huid, zeer kleine pols. de tong nog warm, pijn in den buik, kramp in de kuiten, geene urienloozing.

    Sterke mostaardpappen werden aan de kuiten en warme kruiken naast het ligchaam gelegd en eene Infusio chamomil. met Spirit. Minder, en Ipecac. en poeders van Flores Zinci 2 gr. pro dosi elk uur voorgeschreven.

    Den Bisten Julij des morgens. De warmte der huid keert terug, de pols klimt, de braking heeft opgehouden, de tong is warm en rood, de ont¬ lasting is gering, doch kleurloos; de kramp in de kuiten heeft opgehouden , doch de lijderes klaagt over pijn in de buik.

    Een mostaardpap wordt op den buik gelegd.

    R. Decoct. alth. unc. viij. Spir. Mind. u j. Nitrat. potass. dr. j. Syr. alth. unc. j. '

    M, D. S. Alle uur een lepel.

  • 25

    Des avonds. De huid is overal zeer warm en

    droog, de pols is zeer gerezen, het hoofd is

    warm, de tong geel beslagen, en droog, de dorst

    sterk , de lijderes is slaapzuchtig, de carotides

    kloppen sterk, het gelaat is gekleurd, en de

    oogen zijn wieder vooruit gekomen. Ik deed eene

    aderlating van acht oneen; het bloed was nog

    violetkleurig.

    R. Mercur. dulc. gr. xij.

    pulv. rad. rhei gr. xv.

    Elaeos. menth. pip. dr. j.

    m. f. pulv. N°. 6.

    S. Alle uur een poeder.

    Den Isten Augustus des morgens. Het gelaten

    bloed toonde geene ontstekingskorst: er is nog

    geene ontlasting geweest; het hoofd is nog warm,

    er is nog slaapzucht aanwezig, de lijderes is on¬

    rustig, er is eenmaal urine geloosd.

    Des avonds. De lijderes is minder soporeus,

    doch heeft sterke pijnen in den buik, de geheele

    huid is warm, de pols veelvuldig en ontwikkeld,

    het gelaat gekleurd , er is eenmaal gekleurde dun¬

    ne ontlasting geweest. Ik deed eene aderlating

    van 8 oneen en schreef voor i

    R, Decoct. alth. unc. xij.

    Oxymell. simpl. u j. j

    Spir. Mind. unc. ij.

    M. D. S. Alle uur ccn kopje.

  • 26

    Den 2den Augustus. Na de aderlating heeft de

    pijn in den buik opgehouden, liet bloed vertoon¬

    de eene crusta injlammatoria: de lijderes bevindt

    zich beter, klaagt nu alleen over slapheid; de

    pols is gelijkmatig , er is een saburrale stoelgang

    geweest. Dezelfde middelen worden herhaald.

    Den 3den Augustus. De tong is geel en dik

    beslagen, de smaak bitter, de ontlasting heeft

    sedert gisteren geene plaats gehad, er is echter

    veel urine geloosd, de pols is weder koortsachtig.

    Een clysma emolliens wordt geappliceerd en voor¬

    geschreven:

    R. Decoct. alth. unc. vj.

    Spir. Mind. u. j.

    Syr. pap. rhaead. u. (3,

    M. D. S. Alle uur een lepel.

    Na het clysma volgden zwarte stinkende ont¬

    lastingen , welke in de volgende dagen door ec-

    coprotica bevorderd werden, waarna de lijderes

    weldra herstelde.

    De Cholera maligna een veel heviger graad

    der ziekte komt zeer veel voor , en gaat gemak¬

    kelijk in Cholera paralylica over, waar name¬

    lijk de maag en het darmkanaal verlamd zijn.

    \

    Erkenning.

    Hevig braken en sterke ontlastingen van Cho¬

    lerische stof, koude verlamde huid, meestal met

  • koud kleverig zweet bedekt, sterke nablijvende huidplooi, gerimpelde handpalmen, loodkleurig bleek ingevallen gelaat, koude neus, biaauwe lip¬ pen , somtijds ópgetrokken bovenlip , biaauwe

    kringen om de diep ingezonlcene , naar boven ge* rigte , en half ontslotene oogen, koude wit be¬ slagen tong, koude adem, schorre zwakke stem, en zoo de lijders wegens krampen schreeuwen , heeft deze stem een eigenaardig geluid , hevige krampen in de ledematen, pijn in de hartkuil;

    geene urienloozing, geen of naauwelijks voelba¬

    re pols.

    Voorzegging.

    Deze is dikwijls ongunstig ; wanneer het twee¬ de tijdperk, de reactie, bereikt wordt , dan is er groote kans op herstel, ofschoon ook na deze nog dikwijls de dood volgde, door eenen op¬ volgenden ziektetoestand als typhus Cholericus, of ook wei na de reactie de pols weder verdween en de gevreesde overgang in verlamming van het darmkanaal plaats had. Goede teekenen waren

    derhalve die, welke aanduidden dat maag en darmkanaal nog in werking waren, als braking met inspanning en ontlasting, loozen van win¬

    den , groene brakingen, warm wordende tong, urienloozing en andere teekenen van reactie. Slechte teekenen waren het ophouden der ontlas¬

    ting en braking zonder andere goede verschijn¬ selen, het liggen op kniëen en ellebogen , bloe¬

    dige ontlastingen, als ook een bovenmatig sterk zweet, en sterke pijn in de lendenen.

  • I

    28

    Verloop.

    Ook hier kon men drie tijdperken aan ne¬

    men. Het eerste de aanval zelf, waar de voor¬

    noemde verschijnselen werden waargenomen was

    van verschillenden duur, soms volgde in weinige

    uren reeds de verlamming van het darmkanaal

    en ging dezelve dus over in Cholera parcdytica;

    nam dezelve echter deze slechte wending niet,

    dan kwam het tweede tijdperk , de reactie, de

    krampen verminderden en hielden op, de tong

    werd zuiverder en warm , de pols werd voelbaar

    enz. Na korten tijd kwam nur het de»de tijdperk

    (stadium congestionum) de tong werd geel, bruin,

    soms groen, dikwijls groene brakingen, de ont¬

    lasting was gekleurd of opgehouden, de urine

    werd geloosd, soms was er koortsachtige pols en

    congestie naar het hoofd, de longen, lever of den

    buik. Het schijnt dat hoe meer in den aanval

    de bloedsomloop onderdrukt en belemmerd is ge¬

    weest, met hoe meer storm en ongeregeldheid

    dezelve zich hersteld. In de Cholera benigna,

    waar de bloedsomloop niet geheel belemmerd is

    geweest, en de pols altijd voelbaar blijft, her¬

    stelt de bloedsomloop zich met weinig onstuimig¬

    heid, en gewoonlijk alleen met ligte congestie

    naar de lever of het hoofd. In de Cholera ma-

    ligna echter, wraar de bloedsomloop geheel onder¬

    drukt wordt, en gedurende eenen langen tijd de

    pols niet te bemerken is, herstelt de circulatie

    zich zeer ongeregeld en onstuimig, en na deze

    volgt meestal typhus, of ontsteking der ingewan*»

    den, of congestiën naar de jongen.

  • 29

    Behandeling.

    Bij de voornoemde verschijnselen in het eerste

    tijdperk wordt de lijder dadelijk in een verwarmd

    bed gelegd , met warme kruiken naast het lig-

    chaam en mostaardpappen aan de kuiten en op

    den buik, en gewreven met blaartrekkende was-

    schingen, als aq. sinapeos, of het middel van Ri-

    ver of een mengsel van gelijke deelen tinei, can-

    tharid., ammon, liquid,, en spirit, matrie, of

    met verwarmde flanellen lappen en een liniment

    bestaande uit linim. volat., camp/ier en land,

    liq, Syd.: warm of koud water werd in groote

    mate toegediend. (In het hospitaal werd de lijder

    in dit geval soms met goed gevolg in een warm

    bad gezet met acid, muriat, of nitricum of ook

    wel met potasch, te gelijk met koude overgie-

    tingen, waarna dikwijls de huid rood en gevoe¬

    lig werd, en er spoedig reactie volgde (in de vis-

    schers hutten was daar echter niet aan te den¬

    ken.) Wanneer nu de krampen, zoo als gewoon¬

    lijk , zeer hevig waren werden de ftores zinci

    voorgeschreven, in de volgende gift gewoonlijk:

    R, Flor. zinc. gr, xvj—xxiv.

    Opii puri gr. ij.

    of

    Extr. hyosc. gr, viij.

    Elaeosacch. ment. p. dr. j.

    m. f. pulv. N°. 6.

    S. Alle uur een poeder.

  • 30

    Te gelijk worden nu prikkelende middelen ge¬

    geven, als eene infasio van arnica, serpenta¬

    ria % valeriaan, angelica, dïosma erena la, met

    campher van 6 grein tot een scrupel en meer,

    spir. vini camp hor. alle half uur tot 20 drop¬

    pels, tinei. Gas tor ei, tinei. valerian., spir.eorn.

    e., sa/, conz. een;. volat., oleuni eajeput., soms

    ook eene oplossing van nitras sodae twee drach¬

    men tot eene halve once, op zes oneen coïa-

    tuur, in vereeniging met ruime giften campher.

    Nadat deze verschijnselen in het eerste tijdperk

    eenige uren geduurd hadden en prikkelende mid¬

    delen waren aangewend ging de ziekte over:

    1°. Of in verlamming van de maag en het darm¬

    kanaal, Cholera.paralytica; de braking hield op,

    als ook meestal de ontlasting zonder teekenen van

    reactie, de stem ging gansch en al weg, de

    lijder wierp zich heen en weder, de ademhaling

    werd zeer snel en moeijelijk , in welk geval een

    sterk braakmiddel werd gegeven, en clysmata sii-

    niulantia werden geappliceerd, om zoo mogelijk

    nog reactie te bewerken.

    2°. Of er volgden bloederige, soms chocolaad-

    kleurige ontlastingen, in welk geval deze bijna

    altijd weldra gestuit werden door mucüaginosa

    met acida mineralia , de braking had dan geene

    plaats; de dood volgde hier evenwel meestal kor¬

    ter of langer na; mij is echter een geval bij ze¬

    kere Weetije Ros eene vrouw van 50 jaren be¬

    kend , waar na deze bloederige ontlastingen nog-

    tans de herstelling plaats vond.

    3°. Of de ziekte bleef op dezelfde hoogte, de

  • o a Oi

    braking en ontlasting duurden voort, de dorst

    was zeer sterk, en bet verlangen alleen naar

    koud water, hetwelk weder uitgebraakt werd.

    In dit geval werd het subnitras bismuthi met

    goed gevolg gegeven in het volgende voorschrift:

    R. Magister Bismuth. gr. xij— xvj.

    Extr. hyosc. gr. viij—xij.

    Pulv. nuc. moschat.

    Elaeos. menth. pip. ffa dr. j.

    M. F. pulv, No, 12.

    S, Alle | uur een poeder.

    Hierna hield gewoonlijk de braking op, de tong

    werd warm, de pols werd voelbaar, en de ziek¬

    te bereikte het tweede tijdperk.

    4°. Of er kwam reactie, en de ziekte ging

    nu over in het tweede tijdperk.

    De reactie of het tweede tijdperk plaats heb¬

    bende, werd de tong warm en droog, de pols

    hoe langer hoe meer voelbaar, de warmte der

    liuidkwam een weinig terug, bij jonge menschen ver¬

    dween de huidplooi weldra. Wanneer deze ver¬

    schijnselen van reactie toenamen, dan werden

    alle prikkelende middelen ter zijde gesteld en

    slechts eene infusio chamom. met spiritus Min¬

    der. toegediend ; verminderden echter deze leeke-

    nen , werd de tong weder koud, dan moest we¬

    der tot prikkelende middelen de toevlugt genomen

    worden, waarna men dan gewoonlijk spoedig

    weder verbetering kreeg. In dit tijdperk gevoelen

    de lijders zich zeer zwak, en dit is dan bijna

  • 32

    het eenigste waarover geklaagd wordt, zij verlan¬

    gen naar wijn, of brandewijn of iets dergelijks,

    in het begin werd aan dit verlangen voldaan , en

    werden hun eenige lepels rooden wijn toegediend,

    doch met blijkbaar slecht gevolg, aangezien bij

    velen een sterke typhus Cholericus volgde, waar¬

    om wij hier van terugkwamen en in dit tijdperk

    alle prikkels vermeden. Het unguentum Neapo-

    litanum werd nu dikwijls met goed * evolg in

    de leverstreek ingewreven, hierdoor werd de gal

    afscheiding bevorderd, de dikwijls nog aanwe¬

    zige kramp der galbuizen opgeheven, de gal uit¬

    gestort en de overgang in het derde tijdperk

    bevorderd.

    De ziekte ging nu in het derde tijdperk over,

    in hetwelk algemeene verschijnselen waren , war¬

    me geel beslagene tong, ontwikkelde soms koorts¬

    achtige pols, en urienloozing; de overige echter

    verschilden naar gelang van de congestie naar

    verschillende deelen , deze had plaats:

    1°. Naar de lever. De tong was warm, droog

    bruin en soms groen beslagen, bittere smaak ,

    pijn in de leverstreek, gewoonlijk geene stoel-

    ontlasting, ontwikkelde koortsachtige pols, de

    huid zeer warm en soms hoog rood en brandend

    heet, het begin van een rood vlammig uitslag

    vooral op de handen, armen, de borst, de hals

    en het gelaat.

    In dit geval werd of een braakmiddel gegeven,

    en de ontlasting door clysmata bevorderd, of

    verkoelende ontlasting bevorderende en inwikke¬

    lende middelen als pulp, cassiae , tamarïnd,, extr;

  • 33

    gram. i cremor. tor/. , carbon, magnes , kleine

    gillen rheurn en Mercur. clulc. gegeven, waarna

    vele saburrale ontlastingen volgden en de lijder

    allengskens herstelde. Ka een braakmiddel werd

    veel groene en soms zwarte gal uitgebraakt, en

    daarna volgden pekachtige zwarte en groene ont¬

    lastingen ; de bruin beslagen tong kreeg eenen

    rooden vochtjgen rand, de ontlastingen werden

    nog bevorderd, de tong werd eindelijk zuiver

    en de lijder herstelde. Opmerkelijk is het, dat

    na zulke hevige Cholerische ontlastingen, de ei¬

    genlijke drekstoffen in het darmkanaal meestal

    terugblijven, en er naderhand zoo vele sabur¬

    rale stoffen te , voorschijn komen.

    Somtijds volgden kort na de reactie, groene

    galachtige brakingen, die twee tot drie dagen

    duurden, gedurende welken lijd de lijder dikwijls

    nog in eenen twijfelachtigen toestand lag, de oo-

    gen half ontbloten en naar boven gerigt - waren ,

    en de lijder zelf zeer onverschillig was, dikwijls

    steende en echter over geene pijn klaagde. In

    dezen toestand werd gewoonlijk eene saturatie

    van Carbon, potassae en succus citri, in eene

    infusio chamom,, of zoo de pols sterk gezonken

    was, in eene infusio arnicae gegeven, en werd

    de kuur met amara en stomackica geëindigd.

    2°. Kaar de longen. De huid is overal warm,

    het gelaat rood, de oogen zijn min of meer opge-

    loopen, de pols onderdrukt, soms ook vrij vol,

    benaauwde versnelde ademhaling; de inademing

    is met ruim en veroorzaakt pijn, te gelijk pijn

    m den hartkuil, die dikwijls door drukking ver-

    3

  • 34

    meerdere! wordt. Met goed gevolg werden hier

    plaatselijke bloedontlastingen gemaakt, bloedige

    koppen of bloedzuigers op den hartkuil of de borst

    gezet, of eene aderlating gedaan, en inwendig

    Mercur. dulc. en diluenlia of verkoelende mid¬

    delen toegediend: een decoct. alth, met nitras

    potass. enz.; het bloed vertoonde hier gewoon¬

    lijk geene of zeer ligte crusta inflammatoria ,

    en was meestal nog violetkleurig.

    3°. Naar den buik. De pulsatie* abdominalis

    is zeer sterk, de buik echter niet tympanitisch

    uitgezet; eene matige uitwendige drukking ver¬

    oorzaakt geen pijn; de lijders schreeuwen hevig,

    en kermen als of er peritonitis aanwezig ware;

    de pijn is voornamelijk in den onderbuik; de pols

    is koortsachtig, meestal klein, en ten laatste niet

    meer voelbaar; de huid is gewoonlijk droog en

    warm, het gelaat rood, doóh diep ingezonken

    en de oogen met blaauwe kringen omgeven: niet

    zelden volgde hier de dood op. Ook hier moest

    eene aderlating gedaan , en verder antiphlogistisch

    gehandeld worden; inwendig werd mercur. dulc.

    met diejit, purp., demulcentia enz. gegeven. Het

    bloed was gewoonlijk met eene crusta injlam-

    tnatoria bedekt.

    4°. Naar het hoofd. Deze heeft het menigvul-

    digst plaats, en is oorzaak van den sterken so-

    por of typhus Cholericus, waarin men nog mo*

    nigen lijder verliest»

  • £5

    Sc heven in gen.

    Cholera maligna.

    6*. Doorn, jongedocliler, 22 jaren oud,

    werd op den 28sten Julij eensklaps ziek, kreeg

    sterke waterachtige ontlasting en naderhand bra¬

    king: ik vond de patiënt des middags ten twaalf

    ure, onder hevig braken en ontlasten van de

    eigenaardige waterachtige stof; de oogen waren

    diep ingezonken, naar boven gerigt, half ont¬

    sloten , en met blaauwe kringen omgeven; het

    gelaat was ingevallen en met een koud zweet

    bedekt, de bovenlip opgetrokken , en de tong

    wit beslagen, dik en koud; de adem koud, de

    stem schor en zwak; de geheele huid was koud

    en kleverig, de huidplooi sterk aanwezig; de

    handpalmen waren gerimpeld, even als of dezel¬

    ve lang in warm water waren geweest; geene

    iirinelozing, hevige angst, sterke krampen in de

    ledematen, vooral in de kuiten.

    Sterke mostaardpappen worden aan de kuilen

    en over den gebeden buik , warme kruiken be¬

    zijden het ligchaam gelegd, inwrijvingen gedaan

    met het middel van River, en voorgeschreven:

    R. Flor. zinc. gr. xvj.

    Extr. Hyosc. gr. viij.

    Elaeos. inentli. pip. dr. ja

    m. f. pulv. N°. 0,

    S« Aile uur een’ poeder.

  • 36

    R. Infus. Diosm. eren. u. vj.

    Tinct. Valer.

    •— »

  • lasting, doch een weinig urine geloosd; de pols

    is goed voelbaar, doch zwak, De prikkelende

    middelen worden achterwege gelaten, ecne infu-

    sio c/iamom. toegediend, en een clysma emolli- ons gezet,

    Des avonds. De Jijderes bevindt zich slimmer,

    en braakt weder gedurig ; de huid is weder koud,

    de pols veel minder dan dezen ochtend en zeer

    klein en snel ; de onrust is weder groot ; zij

    werpt zich heen en weder of ligt op den ru^

    met opgetrokken beenen. Na het clysma is een

    weinig gekleurde ontlasting gevolgd. Een decoc-

    ium althm met tinct. castor. en spir. corn. c.

    sacc. als ook het Magisterium hismuthi wordt

    voorgeschreven,

    Den Sisten Julij des morgens, bevond ik de

    patiënt iets beter; de huid was overal warm en

    met een warm zweet bedekt; de oogbollen wa¬

    ren meer vooruit gekomen ; de tong was warm

    en geel beslagen, geene braking meer, geen

    stoelgang, de pols ontwikkeld en koortsachtiV o

    Ki Merc* duïc. gr. xij.

    Pulv. rad. rhei scr. j.

    Elaeos, menth. pip. dr. j. m. f. pulv. N°. 6.

    S. Alle uur een’ poeder.

    Des avonds. De pols is koortsachtig, de huid

    warm en droog, de tong bruin en groen be¬

    slagen ; nu en dan is er braking van groene gal ;

    er is eens gekleurde stoelontlasting geweest, en

  • 38

    de uricnlozing beeft plaats. Repel, pulveres*

    Den Isten Augustus des morgens. De lijdcres

    bevindt zich iets beter; dc stem is sterker, de

    huid uitwasemende en warm , de pols gelijk¬

    matig , de tong dik en groen beslagen , de smaak

    bitter, nu en dan braking van groene gal, gee-

    ne stoelontlasling; de maandelijksche reiniging

    heeft plaats. Een clysma emolliens wordt ge-

    appliceerd.

    Des avonds» Er is min of meer sopor / de

    pols is veelvuldig en snel ; er is na het clysma

    geene ontlasting gevolgd. Sterke mostaardpappen

    worden aan de kuiten en koude omslagen op

    het hoofd gelegd. lier. clysma, tier, pulveres.

    Den 2den Augustus des morgens. Het gelaat

    is gekleurd, de oogen staan helder, kalme ge¬

    lijkmatige pols; de bruin en groen beslagen tong

    is met eenen helderen rooden vochtigen rand om¬

    geven; de braking heeft opgehouden, en er zijn

    driemaal stinkende zwarte stoffen ontlast.

    R. Cremor. Tart.

    Pulv. rad. rhei.

    Elaeos. ment. pip. aa dr. j.

    m. f. pulv. N°, 12.

    S. Alle uur een’ poeder.

    Des avonds volgden nog verscheidene saburra-

    ie stoelgangen»

    Den 3den Augustus. De tong is zuiverder, de

    eetlust komt terug, de ontlasting is minder, doch

    altijd zwart; de lijdcres klaagt alleen over

  • slapheid : nadat met eccoprolica en confortantia

    een paar dagen was voortgegaan , werd de lij-

    deres den Oden Augustus als hersteld opgegeven.

    \ ' 1 " 1 * •v

    Schev cningen,

    Cholera maligna,

    Corsjê Overduin , eene vrouw van eenen ster¬

    ken ligchaamsbouw, 40 jaren oud, werd, na ge¬

    durende éénen dag aan diarrhoea geleden te

    hebben, door de Cholera aangetast. Des morgens

    ten negen ure bij dezelve geroepen zijnde , vond

    ik haar met sterke brakingen en ontlastingen van

    Cholerische slof, met hevige krampen der lede¬

    maten , koude huid, koud ingevallen gelaat >

    blaauwe kringen om de diep ingezonkene oogen ,

    opgetrokken bovenlip ; geen pols, geene urien*

    lozing; benaauwdheid en zwakke schorre stem;

    sterke sinapismi werden aan de kuilen gelegd,

    het h^chaam met warme kruiken verwarmd, en

    met flanellen lappen gewreven, eene infusio

    flor. arme. en poeders van jlores zinci voorge¬

    schreven.

    Des middags. De braking is iets minder, an¬

    ders geene verandering.

    Des avonds. De lijderes is zeer benaauwd ; de

    stem genoegzaam weg; de krampen hebben op¬

    gehouden , als ook de braking ; de huid is koud

    en met kleverig zweet bedekt ; eene sterke

    huidplooi, de pols niet voelbaar, ruime bloe¬

    derige chocolaadkleurige ontlastingen. Eene so-

  • 40

    lutio saleb met spir. vitrioli , en poeders uit

    Sal. co7'n. c. sicc. en elaeos. menth. pip, wor¬

    den voorgeschreven,

    Oen 25sten Julij, 6 ure *s morgens. De warmte

    der huid komt terug; de pols is goed voelbaar,

    doch klein, de tong warm ; de bloedige ont¬

    lasting heeft opgehouden; de lijderes klaagt over

    sterke persingen tot afgang.

    R. Mercur. dulc. gr. xij*

    Extr. hyosc. gr. viij.

    Sacch. alb. dr. j.

    m. f. pulv. Pï°.'6

    S* Alle uur een* poeder,

    R. Decoct. alth. unc. vj.

    Spir. Mind. unc. j. Syr. pap. rhaead. u. (3.

    M. D.

    S. Alle uur een’ lepel.

    De lijderes niet langer in huis kunnende ver¬

    pleegd worden, wordt naar het hospitaal over»

    gebragt.

    Des middags. Er is nog geene ontlasting ge¬

    volgd , en pijn in den buik aanwezig : een clys*

    ma emolliens wordt geappliceerd.

    Des avonds. De pols is kleiner, de pijn in

    den buik voortdurende, het gelaat meer gekleurd ,

    de huid warm, de tong warm en geel besla¬

    gen , de dorst sterk; na het clysma is slechts

  • 411

    een weinig gekleurde ontlasting gevolgd. Dezelf¬

    de middelen.

    Den 26sten Julij des ochtends. De pols is veel¬

    vuldig en snel, de pijn in den buik sterk; de

    lijderes schreeuwt hevig van pijn ; er is geene

    ontlasting geweest. Een cataplasma van herh.

    üicutaey hyoscyami, en farina lint wordt op

    den buik gelegd, een clysma emaillens geappli-

    ceerd en een decoclum Alth. voorgeschreven.

    Des avonds. De pijn is minder, de pols zeer

    klein, de lijderes benaauwd en slapeloos, met

    koud zweet op liet gelaat: zij stierf des nachts.

    De lijkopening werd den volgenden dag ge¬

    daan : de buik was tympanitisch opgezet, de

    buitenste rok der dunne darmen sterk opgespo¬

    ten ; de maag bevatte eene zwarte stof; de ?nu-

    cosa der maag was een weinig rood, het onderste

    gedeelte der dunne darmen echter was ontstoken ;

    de buitenste rok had zwarte plekken, en was

    geheel chocolaadkleurig : het bloed was nog min

    of meer violetkleurig, de blaas ledig en klein,

    doch niet in eenen knobbel te zaam getrokken,

    zoo als bij lijken, die in een vroeger tijdperk

    gestorven zijn: voor het overige was alles nor- *

    maal. Dit geval bewees ons, dat men in het

    stadium congestionum soms waarlijk met ontste¬

    king te doen heeft.

    Sc heveningefi.

    Cholera mahgna»

    Den 25slen Julij des avonds, werd ik geroe»

  • 42

    \

    pen bij de dochter van Piet Groen, een ten¬

    ger meisje van 15 jaren; zij had eenige malen

    waterachtige ontlastingen gehad, en was toen

    plotseling nedergevallen. Zij lag nu te bed; het

    gelaat was koud; de oogen waren diep ingezonken

    en naar boven gerigt, blaauwe kringen om dezel¬

    ve , blaauwe lippen, koude wit beslagene tong,

    sterke dorst, gedurig braken en ontlasten van

    waterachtige stof; de geheele huid was koud,

    de handen en nagels waren blaauw, geen pols,

    geene urienlozing. Mostaardpappen werden aan

    de voeten gelegd; de lijderes werd zoo veel mo¬

    gelijk door heete kruiken verwarmd; als drank

    werd koud water gegeven.

    a .

    R. Infus. arnic. unc. V. Spir. Mind. unc. ij.

    * Camphor. gr. Y.

    Spir. corn. c, succ. dr. j.

    Syr. pap. alb. unc. |3.

    M. D. ' S. Alle ! uur een’ lepel.

    Den 26sten Julij des morgens. De patiënte is

    zeer onrustig en benaauwd, het gelaat nog meer

    ingevallen, de tong warmer, de braking gedu¬

    rig , en pijn in den hartkuil, de ontlasting wat

    minder; er is geen > pols te voelen.

  • R. Magister, bismuth. gr. x.

    Extr. hyosc. gr. viij.

    Sacch. alb. dr. j.

    in. f. pulv. N®. 6.

    S. Alle uur een’ poeder.

    ’sAvonds. De huid wordt warm, de pols voel¬

    baar , de tong zuiver, droog en warm ; de bra¬

    king heeft opgehouden , en er is slechts tweemaal

    waterachtige ontlasting geweest: de urinelozing

    heeft plaats. Iter. pulveres»

    Een 27sten Julij ’s morgens. De huid is warm

    en uitwasemende , de huidplooi verdwenen, de

    pols ontwikkeld; de oogbollen komen weder naar

    voren, het gelaat wordt gekleurd y de tong is

    geel beslagen, de dorst minder, er zijn twee

    gele stoelontlastingen geweest, en er wordt veel

    urien geloosd.

    R. Decoct. alth. unc, vj.

    Acet. ammon. liq. unc. ij.

    Syr. pap. rhaead. unc. j.

    ffi. D.

    S, Alle uur een’ poeder.

    ’sxAvonds. De lijderes bevindt zich veel beter;

    de pols is gelijkmatig, de tong geel beslagen,

    de huid in een warm zweet, de urienlozing heeft

    veelvuldig plaats, en er zijn twee dunne gekleur¬

    de ontlastingen geweest.

    Den 28sten Julij. De eetlust is terug gekeerd;

    de pols is gelijkmatig doch zwak; de ontlasting

  • 44

    Wordt meer gebonden. Iter. decoct. alth. Wei¬

    nige dagen daarna herstelde de paliente volkomen, onder het gebruik van rooden wijn en nutri- ent ia•

    Scheveningen,

    i * ' ** i ;'• *

    Cholera maligna.

    Cornelis den Bulk , een stuurman, 28jaar oud *

    kwam in den avond van den 17den Augustus,

    ziek uit zijne schuit: hij was door hevige

    arrhoea aangetast, waarbij naderhand braking

    kwam; zijn gelaat was ingevallen, bleek; de oo-

    gen waren diep in de oogholten teruggetrokken;

    blaauwe lippen, een sterk koud zweet op de ver¬

    lamde huid, de tong wit beslagen en koud, he¬

    vige krampen in de ledematen, de pols naau-

    welijks voelbaar, en geene urinelozing.

    R. Flor. zinc. gr. xxiv. Extr. hyosc. gr. xv.

    Sacch. alb. dr. j.

    M. f. pulv. N°. 6.

    S. Alle uur een’ poeder.

    R. Nitrat. sodae. dr. iij,

    ïnfus, chamom. unc. vj.

    Camphorae gr. xij.

    Tinct. opii gutt. xxxv.

    M. D.

    S. Alle uur een’ lepel.

    /

  • 45

    Des nachts, twee ure. De lijder is zeer be-

    naauwd, braakt gedurig; de oogen zijn naar bo¬

    ven gerigt en half ontsloten; de huid is nat en

    ijskoud; er is eene sterke huidplooi aanwezig;

    de handen zijn blaauw; er is geen pols te bel

    merken; het hart kan men ter naauwernood voelen

    kloppen; de ontlasting is iets minder.

    R. Magister, bismuth. gr. xij.

    Hxtr. hyosc. gr. viij.

    Elaeos. menth. pip. dr. j.

    M. f. pulv. No. 6.

    S. Alle uur een’ poeder.

    Den 18den Augustus, 8 ure des morgens. De

    iiuid is warmer , doch nog met een kleverig

    zweet bedekt; de oogen zijn nog diep in de

    oogholten teruggetrokken ; de tong is wit besla¬

    gen en koud; hevige benaauwdheid in den hart¬

    kuil, waardoor de ademhaling moeijelijk wordt;

    de pols is goed voelbaar en veelvuldig; de bra¬

    king is opgehouden, de dorst * nog sterk; er

    is dezen nacht slechts eene ontlasting van water¬

    achtige stof geweest, en nu en dan zijn er nog

    krampen in de ledematen. Het gebruik der Flo-

    res Zinci wordt weder voortgezet, en bloedige

    koppen op den hartkuil geplaatst.

    Des middags 1 uur. De lijder klaagt over be-

    naauwende pijn op de borst; de ademhaling is

    belemmerd, de tong warm en geel beslagen, de

    huid warm en met een warm zweet bedekt;

    braking heeft nu en dan weder plaat*; er is sol

  • 46

    dert dezen nacht geene ontlasting geweest; de pols

    is veelvuldig en onderdrukt. Het gelaat, ofschoon

    ingevallen, is nu gekleurd; de lijder is meerma¬

    len te voren met aandoeningen der longen behebt

    geweest,1?en hoest nu en dan.

    Eene spaanschevliegpleister wordt op de borst

    gelegd, eene aderlating van 6 oneen gedaan, en

    voorgeschreven; - s

    R. Mercur. dulc. gr. xij.

    Extr. hyosc. gr. viij.

    Pulv. gummos dr. j.

    M. f. pulv. N°. 6.

    S. Alle uur een’ poeder.

    R. Rad. alth. unc. j.

    Semin. phellandr. aq. dr. vj.

    coq. et inf. 1. a. col. unc. viij*

    Nitrat. sodae. dr. j (3.

    Syra alth. unc. j.

    M. D.

    S. alle uur een kopje.

    Hes avonds ten 6 ure. Na de aderlating is de

    pijn veel verminderd, en bevindt zich de lijder

    wat beter; de pols is ruimer; er is nog geene

    ontlasting geweest: een clysma emolh'ens wordt

    voorgeschreven en geappliceerd.

    Hes avonds ten 10 ure. Na het clysma is geene

    ontlasting gevolgd; de benaauwdheid is iets min¬

    der , doch er is weder braking; de tong is warm

    en geel beslagen; sterke pijn in de keel; de pols

  • 47

    is menigvuldig, de huid zeer warm; een linctus

    emolliens wordt voorgeschreven en de volgende poeders:

    R. Mercur. dulc. gr. xij.

    Pulv. rad. rhei gr. xxv.

    Sacch. alb. dr. j.

    M. f. pulv. N°. 6.

    S. Alle twee uur een’ poeder.

    Den 19den Augustus des morgens. De benaauwd-

    heid is veel verminderd, de ademhaling vrij, de

    pols gelijkmatig, het gelaat gekleurd; de oo-

    gen blijven echter nog ingezonken; de tong is

    geelbruin beslagen; nu en dan wordt het ge-

    notene weder uitgebraakt; er is nog geene ont¬ lasting gevolgd.

    Het vorige decoctum alth. wordt herhaald, en

    een clysma, uit eene infusio chamom., ol. Rïcü

    niy Mei. comm., en Murias sodae bestaande,

    voorgeschreven.

    Des avonds ten 8 ure. Na het chjsma is gee¬

    ne ontlasting gevolgd; de huid is warm en droog,

    de pols koortsachtig, de tong bruin en zwart

    beslagen, de smaak bitter; sterke dorst, nu en

    dan groene brakingen.

    R. Folior. senn. u. £>.

    Inf. 1. a. a. col, unc. vj.

    Mell. comm,

    Olei Ricin, aa unc. j.

    Muriat. sod, unc. (3.

    m. f. Clysma. Applic.

    »

  • 48

    R. Mercur. dülc. gr. xij.

    .. Pulv. rad. rhei scr. j.

    Sacch. alb. dr. j. (3.

    M. f. pulv. N°. 12.

    S, Alle uur een’ poeder. , r .

    Ren 20sten Augustus, ’s morgens. Na het clys-

    ma is eene zwarte ontlasting gevolgd; gedurende den

    geheelen nacht is de genoten drank uitgebraakt;

    de braking is echter nu bedaard, de dorst

    sterk, de stem beter, de tong nog dik en groen

    beslagen, en veel urien ontlast; de pols is ster¬

    ker: het geneesmiddel is wegens de braking niet

    ingenomen, waarom dit aïsnu gebruikt wordt.

    Des avonds. De pols is gelijkmatig, de huid

    in eene zachte uitwaseming, de groen beslagen

    tong met eenen helder rooden vochtigen rand

    omgeven; er zijn drie zwarte stinkende stoelgan¬

    gen geweest, en veel urien ontlast. Een etec-

    tuarium wordt voorgeschreveo, bestaande uit

    Ext?'. gram., oxijmel. simpt., en cremor tart.

    Den Sisten Augustus. Het gelaat heeft zijne

    vorige kleur terug; de oogen staan helder; de

    tong wordt zuiver; de eetlust keert terug; er zijn

    twee stinkende, meer gebondene ontlastingen ge¬

    volgd; de pols is zeer kalm.

    In de volgende dagen werden, onder het ge¬

    bruik van verkoelende en ontlasting bevorderende

    middelen, vele saburrale stoffen ontlast, en her¬

    stelde de lijder weldra.

    Yan dezen laatsten graad verschilt door derzelver

    schielijker verloop , en het ontbreken der brakingen,

  • 49

    de diarrhoea Cholerica matig na, die in hevig¬

    heid de Cholera, maligna overtreft, en zeer ligt in

    Cholera parahjtica overgaat. Door deze we°rden

    voornamelijk oude menschen aangetast.

    Erkenning.

    Dezelve wordt erkend door de volgende ver.

    sclnjnselen. Na ontlasting van vele, ook dikwijls

    zeer weinige Cholerische stof, volgt dadelijk eene

    plotselinge wegzinking der krachten ; dezelve komt

    eensklaps zonder voorboden; het gelaat is kort na

    de eerste ontlasiingreeds in den hoogslen graad cho¬

    lerisch , de oogen diep in de oogholten terug ge¬

    trokken, blaauwe kringen om de oogen, blaauwe

    hppen , de bovenlip opgetrokken , het gelaat lood¬

    kleurig , de tong dik blaauw - wit beslagen en

    koud ; de adem is koud, de stem zeer zwak,

    en dikwijls is er volmaakte aphonie} de huid is

    ijskoud en met een koud kleverig zweet bedekt,

    de huidplooi is sterk aanwezig, hevige krampen

    in de ledematen, sterke dorst, hevige angst, en

    gevoel van benaauwende drukking in den hartkuil,

    geene urienlozmg, en naauwelijks voelbare pols,

    volstrekt geene braking; doch gedurig cholerische

    sloelontlastingen.

    Voorzegging.

    Dezelve is hoogst ongunstig; de beste teekenen

    waren nog bijkomende braking en dus overnam' /y r r . ° o o

    m C koléra maligna, en verder de in alle

    4 vor

  • 50

    men goede teekenen, als warm wordende tong

    en huid, terugkeerende pols enz.; kwade teeke¬

    nen waren : na slechts weinige ontlasting de voor-

    noernde spoedige inzinking der krachten , bloedige

    ontlastingen , het niet werken van een braakmid¬

    del , waarop stellig weldra de dood volgde.

    Verloop.

    Het verloop was spoedig; de dood volgde soms

    binnen 4 uren , en op zijn langst na twee dagen ,

    tenzij dezelve in eenen anderen vorm was over¬

    gegaan. Nadat genoemde verschijnselen eenigeii

    tijd hadden voortgeduurd, hield 1°. de ontlasting

    geheel en al op , zonder bijkomende teekenen van

    reactie, en ging dezelve dus over in Cholera fa'

    rahjtica, waar, het darmkanaal paralytisch zijn¬

    de, geene ontlasting meer plaats heeft; of 2°. er

    kwamen bloedige of chocolaadkleurige ontlastin¬

    gen , in welk geval de ziekte langduriger was ;

    want na dezelve zag ik verscheidene lijders nog

    twee dagen leven ; de dood volgde hier echter

    evenwel; of 3 ’. zoo er door een braakmiddel of

    andere middelen reactie was bewerkt, ging de¬

    zelve over in Cholera maligna.

    Behandeling.

    Be dringendste aanwijzing was hier, de dreigende

    verlamming van het darmkanaal voor te komen ,

    en in dezen vorm den gunstigsten uitgang, na¬

    melijk in Cholera maligna , te bewerken. Bit nu

    i \

  • 51

    geschiedde het beste door een braakmiddel uit

    ipecacuanha en tart. emet, in vereeniging met prik¬

    kelende middelen , dewijl er anders in de gewoon»

    lijk reeds half paralytische maag, geene reactie te

    wachten is. Hiertoe werden gewoonlijk voorge¬

    schreven , een paar scrupels ipecac., een half scru¬

    pel tartar. emet. ia eene infusio flor, arme., of

    met andere prikkelende middelen.

    Als drank werd koud water, waarnaar het ver¬

    langen zoo groot is , in ruime mate gegeven,

    De lijder wordt ondertusschen zoo warm moge- o

    lijk gehouden , door het aanleggen van heete krui»

    ken ; sterke mostaardpappen worden aan de kui¬

    ten en op den buik gelegd , en in wrijvingen met

    prikkelende wasschingen, als het aqua sinapeos ,

    het middel van River of andere, gedaan. Volgde

    er braking , dan ging dezelve over in Cholera

    maligna en was er nog hoop op herstel, dezelve

    werd dan als zoodanig verder behandeld. Volg¬

    den er echter bloedige chocolaadkleurige ontlas-

    - lingen , dan werden deze het beste bedaard, door

    eene solutio saleb met acidum sulphuricum of

    nitricum , soms in verbinding met eene ruime gift

    laudan. hq. Syd. / op zes oneen solutio saleb

    werd l~ drachma acid. sulpit, of nitricum, gege¬ ven.

    Hierdoor gelukte het meest altijd, den bloedigen

    afgang te doen ophouden ; het leven van den lij¬

    der werd nog een weinig verlengd, doch de dood

    volgde meestal later.

    Volgde er na het herhaald toedienen van braakt

    middelen geene braking, dan was dit een teeken

  • 52

    van verlamming van liet darmkanaal; de ontlasting

    hield dan ook op, en men had dan met eene Cholera

    paralytica (pessima) te doen, en dikwijls zag ik

    lijders in den tijd van 4 uren als het ware wegzin¬

    ken. De meeste hulp was nu dikwijls vruchteloos.

    Zoo wendde ik zonder goed gevolg sterke giften

    van Laudanum liq. Syd. met tartar. emet. aan,

    sterke giften .Laudan, liq. Syd. met aether sulphur.

    en aq. menlh. pip.y sterke prikkelende middelen,

    arnica, camp her, diosma crenala, oleum caja-

    puti, oleum menth. pip., spir. vivt camphor.,

    tinei, casiorei enz. In twee gevallen kreeg ik, na

    het toedienen van prikkelende middelen, reactie;

    de afloop was evenwel slecht: want na dat de

    huid reeds warm , en de pols terug gekeerd was,

    volgden tenesmien bloedige afgang, die den dood

    ten gevolge hadden.

    Het beste was dus nog in dezen graad, om door

    middel van een emeticum den overgang te bewer*

    ken in Cholera maligna. Zoo werd ik den 25sten

    Julij des morgens geroepen bij L. van Beyster-

    velt, eene vrouw van 26 jaar; zij had zeer sterke

    ontlasting van waterachtige vlokkige stof, de huid

    was koud en eene sterke huidplooi aanwezig; de

    pols was naauwelijks voelbaar , het gelaat Cho¬

    lerisch , de tong beslagen en koud , de dorst

    slerli , geene urienlozing. Warme kruiken wer¬

    den bezijden liet ligchaam, sterke mostaardpap-

    pen aan de kuiten gelegd , en een emeticum voor¬

    beschreven. Als drank werd koud water toesre-

    diend. In de onmogelijkheid zijnde , haar nog des

    middags te bezoeken , zag ik de patiënte niet voor

  • 53

    des avonds , en vond dezelve met gedurige bra*

    kingen van Cholerische stof, hevigen dorst, het ge¬

    baat bleek ingevallen , bïaauwe lippen, blaauwe

    kringen om de diep ingezonkene, naar boven ge-

    rigte, en slechts half door de oogleden bedekte

    oogen, koude tong, koude vochtige huid,

  • 54

    dat ik na deze spoedige verandering sterke con-

    jjestien vreesde*

    Den 28sten Julij des morgens bevond zich de pa¬

    tiënte beter, er was slechts een weinig slaapzucht,

    en geen volkomen typhus, welke ik verwacht had;

    de pols was, alhoewel zwak, goed voelbaar en

    gelijkmatig ; de huid was warm en met een warm

    zweet bedekt, de tong geel beslagen en warm,

    de dorst altijd nog sterk ; er was een weinig urien

    geloosd.

    De prikkelende middelen werden ter zijde gesteld

    en eenvoudig eene infusio Qkamom. gegeven.

    Des avonds was de patiënte in denzelfden toestand,

    gevoelde zich zeer slap, en verlangde naar wijn,

    welke niet toegestaan werd; de pols was aanmer¬

    kelijk gerezen , er was eene groene ontlasting en

    eens urienlozing geweest.

    Den 27sten. Het gelaat is zeer verbeterd ; de

    oogen staan meer vooruit; de tong is warm, droog

    en groen beslagen; de smaak is bitter, de pols

    menigvuldig koortsachtig, de huid warm; er is

    geene ontlasting sedert gisteren gevolgd. Poeders

    worden voorgeschreven, bestaande uit Merc. dulc.

    en rheum#

    Des avonds was er nog geene ontlasting gevolgd,

    de pols was koortsachtig, de dorst sterk.

    Den 28sten bevond de lijderes zich veel beter,

    er waren eenige zwarte en groene breiachtige ont¬

    lastingen gevolgd; de beslagen tong is met eenen

    rooden vochtigen rand omgeven, de eetlust keert

    terug, de pols is gelijkmatig ; als voedsel wordt

    gekookte karnemelk aanbevolen.

  • 55

    Den 29 en volgende dagen gebruikte de lijderes

    nog eccoprotica, ter bevordering der altijd nog

    stinkende ontlasting, en werd daarna als hersteld

    °PoeSeven»

    De cholera paralytica was de hevigste graad der

    ziekte, de maag en het darmkanaal waren hier

    geheel en al paralytisch: dezelve was, of het on¬

    gelukkig uiteinde der Cholera maligna, of der

    dien rhaea Chole? tca 'tïiah^Tia, wanneer er name-

    lijk geene reactie kwam en de overgang in dezen

    staat plaats had; of, deze verlamming had reeds

    kort na den aanval plaats, welke gevallen dan ook

    gewoonlijk in 4 10 uur met den dood afliepen,

    ERKENNING.

    Alle verschijnselen van het eerste tijdperk der

    Cholera maligna doch sterker cyanosis; het gelaat

    en de handen zijn meer intensief blaauw ; er is

    naauwelijks hoorbare stem, hevige benaauwdheid ,

    versnelde ademhaling , geen pols ; de lijder werpt zich

    heen en weder, en wil somtijds het bed uitstijgen ; er

    is geene braking, noch ontlasting; de lijder drinkt

    veel, het drinken, in hoe ruime mate ook genomen,

    wordt niet uitgebraakt, maar loopt nu en dan terug,

    en de maag schijnt als een zak door den genoten

    drank te worden uitgebreid, hetgeen den zieken

    verschrikkelijk benaauwd; soms hebben de lijders

    hevige kramppijnen, welke zij te kennen geven

    door eene akelige zwakke stem , of door pijnlijke

    trekken yan het gelaat, zoo de stem reeds geheel weg is.

  • Voorzegging,

    Deze was allerongunstigst, het beste teeken was

    nog terugkomende braking.

    Verloop. ' % ’ ,, r ... , t , , . k . . , x • *

    Dit was altijd kort ; hetzij nu deze verlamming

    van het darmkanaal het uiteinde der Cholera ma!-

    lirj na, ten gevolge van het niet herstellen van den

    bloedsomloop was, of reeds in den beginne van

    den aanval plaats had , wanneer deze staat daar

    was , was het in 2 — 6 uur met den lijder ge¬

    daan. Kwam er echter reactie , hetgeen soms nog

    na bijkomende braking, door braakmiddelen, of

    na het gebruik van incitantia en baden plaats

    had, dan was er hoop op herstel.

    Behandeling.

    Inwendig werden in dezen slaat sterk prikkelen¬

    de middelen gegeven : campher in sterke giften ,

    Arnica enz., sterke emelica , veel koud water,

    sterke clysmata van Arnica, Campher, azijn,

    asa foetid. enz.; uitwendig werden sterke huid¬

    prikkels aangewend, wrijven en borstelen enz.

    alle welke middelen gewoonlijk vruchteloos zijn

    beproefd geworden.

    Vooral in de visschershutten was men van

    krachtdadige middelen ontbloot: geen cauterium

    acluale, geene baden konden hier beproefd wor¬

    den (van zure koude en stortbaden zag men nti

  • 57

    en dan een goed gevolg in het hospitaal).

    Was er na een braakmiddel, braking verwekt,

    hetgeen zelden gebeurde, dan was er kans op her¬

    stel en werd de ziekte als Cholera vialigna behan¬

    deld. Om braking te verwekken , werd wel eens

    eene oplossing van keukenzout in groote giffen toe¬

    gediend, doch ook meestal vruchteloos. Eene ziekte¬

    geschiedenis van eenen lijder in