Wethouders aan het woord resultatennulmeting 0911

28
©KPC Groep september 2011 SB Wethouders aan het woord over kindcentra (conceptrapportage nulmeting: verkorte versie) Suzanne Beek Ineke Sagasser Ingrid Veeke

description

 

Transcript of Wethouders aan het woord resultatennulmeting 0911

Page 1: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

©KPC Groep

september 2011

SB

Wethouders aan het woord over kindcentra (conceptrapportage nulmeting: verkorte versie)

Suzanne Beek Ineke Sagasser Ingrid Veeke

Page 2: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

september 2011

SB

Page 3: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 3/28

september 2011

SB

1 INLEIDING

1.1 Wethouders voor Kindcentra In 2011 is een kopgroep gevormd van wethouders in gemeenten die een voortrekkersrol vervullen ij de ontwikkeling van Kindcentra, voorzieningen waarin onderwijs, opvang en op ontwikkeling gerichte activiteiten geïntegreerd worden aangeboden1. Overkoepelend doel van de Kopgroep is de versterking van de pedagogische infrastructuur, vergroting van de mogelijkheden voor ouders en een inhoudelijke verbeterslag van onderwijs en opvang in de gemeente. De werkwijze is gericht op uitwisseling van kennis over beleid (inhoud en proces), het inspireren en leren van elkaar (en anderen) en het gezamenlijk optrekken en lobbyen. De inhoud van het beleid waarmee de Kopgroep zich bezig wil houden is gebaseerd op de visie: ‘stip op de horizon’. Centraal staat het organiseren rondom het kind en de ouders van opvang en ontwikkeling tot integrale voorzieningen, waarbinnen kinderen meer tijd hebben voor leren en spelen en ouders meer tijd en flexibiliteit hebben (zonder spitsuurstress).

1.2 Nulmeting huidige stand van zaken Binnen de Kopgroep van Wethouders voor Kindcentra zijn de gemeenten op verschillende wijzen betrokken bij de regie en het vormgeven van de kindcentra. Dit is een complex proces waarin vele actoren en factoren een rol spelen. De effecten van onderlinge dynamiek zijn niet altijd voorspelbaar. De uitdaging voor de Kopgroep is grip op deze ontwikkelingen te krijgen, inzicht en kennis over het proces van IKC vorming te vergroten en de interventies die er toe doen scherp te krijgen. KPC Groep heeft het initiatief genomen om een kort ‘stand van zaken’ onderzoek uit te voeren om de huidige situatie bij de betrokken gemeenten systematisch in kaart te brengen en een beeld te krijgen van het vertrekpunt van de Kopgroep. Het onderzoek, de nulmeting is opgezet en uitgewerkt door KPC Groep. Als eerste stap is een beknopte digitale vragenlijst ontworpen om een algemeen beeld te krijgen van de stand van de ontwikkelingen bij de betrokken gemeenten. Dit beeld kan vervolgens worden verdiept door interviews bij gemeenten waarbij ook de rol van betrokken partners en de kindcentra in bedrijf kunnen worden belicht. De uitkomsten van de nulmeting kunnen door de kopgroep worden benut: om ontwikkelingen in perspectief te zetten; om vraagstukken te agenderen in bijeenkomsten van de Kopgroep; om het vervolgproces en de behaalde winst zichtbaar te maken.

1 Zie ook: VNG Magazine nr. 14, 15 juli 2011, pagina 1

Page 4: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 4/28

september 2011

SB

2 ONDERZOEKSAANPAK

2.1 Onderzoeksgroep Aangeschreven zijn 46 wethouders en ambtenaren die verbonden zijn aan de Kopgroep van Wethouders voor Kindcentra.

2.2 Procedure Op 26 augustus ontvingen de betrokken wethouders en ambtenaren een email met daarin een link naar de digitale vragenlijst. Op 9 september werd een herinneringsmail gestuurd met het verzoek de vragenlijst in te vullen voor 15 september. Op basis van de gegevens die op 16 september beschikbaar waren, zijn de resultaten verwerkt. Onderwerpen waar naar gevraagd wordt in de vragenlijst betreffen: algemene gegevens; het IKC beleid van de gemeente; de rol van de wethouder; actuele vraagstukken; te behalen winstpunten (voor kinderen, ouders, instellingen en gemeente); De uitkomsten worden 7 oktober besproken in volgende bijeenkomst van de Kopgroep. Op basis daarvan kunnen aanvullende diepte-interviews met wethouders en ambtenaren op enkele locaties worden gepland.

2.3 Respons Op 16 september 2011 is de vragenlijst ingevuld door 24 (52%) wethouders of ambtenaren. Dit betrof de gemeenten Almere; Delft; Dordrecht; Eindhoven; Enschede; Gaasterlân-Sleat; Gorinchem; Groningen; Harlingen; Hengelo; Lelystad; Maastricht; Middelburg; Nijmegen; Oss; ‘s-Hertogenbosch; Sluis; Utrecht; Zoetermeer2. De vragenlijst is ingevuld door 8 wethouders (33%), 14 beleidsambtenaren (58%) en 2 anderen (8%) (beleidsmedewerker Kindcentra 0-13; projectleider Brede School aanpak en IKC). De zittingsduur van 5 wethouders (62%) is tussen de één en vier jaar en van 3 wethouders (38%) langer dan vier jaar.

2 Van de gemeenten Amsterdam, Assen, Borger-Odoorn, Hof van Twente zijn geen gegevens ontvangen.

De gegevens van de gemeente Zaanstad kwamen na 16 september binnen en zijn nog niet in dit overzicht

verwerkt.

Page 5: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 5/28

september 2011

SB

3 RESULTATEN

3.1 IKC Beleid gemeente Volgens 15 respondenten (62%) is het vormgeven van kindcentra een aandachtspunt in het huidige Collegeprogramma. Als toelichting van het antwoord op deze vraag werd gegeven: O Ja

o Wij willen in Harlingen inzetten op brede scholen die de verbinding legt tussen lesprogramma's, opvang, sport en cultuur.

o De demografische transitie (ontgroening) is een bestuurlijk thema in het Dit onderdeel valt onder het evalueren en doorontwikkelen van de Vensterscholen in Groningen, dat in het collegeprogramma benoemd is.

o Daarbij opgemerkt dat in het college programma wordt gesproken over de harmonisatie van de voorschoolse voorzieningen, en (nog) niet de specifieke term Kindcentrum wordt genoemd.

o Collegeprogramma. De dalende leerlingenaantallen tengevolge van ontgroening maken herziening van de pedagogische infrastructuur en de spreiding van voorzieningen tot aandachtspunt.

o College heeft de ingezette ontwikkelingsrichting gefiatteerd. O Nee

o Kindcentra is nog een stap te ver, wel wordt aangestuurd op de ontwikkeling van Brede Scholen.

o Wel de vormgeving van de brede school als hart van de wijk. o Uitbreiden Brede School is opgenomen in collegeprogramma, niet specifiek kindcentra. o Beleid is o.a. verwoord in het Jeugdprogramma en visie Brede School. o Wel in een conceptnotitie (Kind in de wijk) die nu in de fase van ontwikkeling en

uitwerking met betrokken partijen is. o Daarnaast wordt er gewerkt in 5 pilots inzake Harmonisatie en een project Integraal

Kindcentrum Berflo Es. Iets meer dan de helft van de respondenten (13, 54%) geeft aan dat de gemeente niet een missie, het beeld van de wenselijke situatie of de streefdoelen heeft geformuleerd voor het kindcentrum; iets minder dan de helft van de respondenten (11, 46%) geeft aan dat dit in hun gemeente wel is geformuleerd. De elf respondenten die aangaven dat hun gemeente een missie, beeld van de wenselijke situatie of streefdoelen heeft geformuleerd, kregen vervolgens de vraag voorgelegd: “Welke van de onderstaande elementen zijn in deze missie, het beeld van de wenselijke situatie of de streefdoelen te herkennen (meerdere antwoorden zijn mogelijk)?”. Tabel 1 geeft een overzicht van de antwoorden.

Page 6: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 6/28

september 2011

SB

Tabel 1 Elementen van de missie, beeld van de wenselijke situatie of streefdoelen N % Keuzevrijheid voor ouders 5 45% Bevorderen sociale cohesie in de wijk 3 27% Gezamenlijke visie op opvoeding, onderwijs en zorg 9 82% Fysieke bundeling van voorzieningen 9 82% Eén locatie met één eindverantwoordelijke 6 55% Doorgaande ontwikkeling en leerlijnen 11 100% Dienstverlenend naar ouders 6 55% Integrale aanpak van ontwikkeling van kinderen (bijvoorbeeld wat betreft achterstanden bij taalontwikkeling)

10 91%

Vroegsignalering van zorgproblematiek en steun bij problemen 10 91% Inbedden zorgarrangementen voor zorgkinderen 6 55% Dagarrangementen als dagvullend, maar flexibel programma 7 64% Samenwerken vanuit eigen professionaliteit 6 55% Professionele samenwerking vanuit kerntaken 4 36% Anders 3 27% Alle respondenten die werkzaam zijn in een gemeente waar de missie, beeld van de wenselijke situatie of streefdoelen zijn geformuleerd geven aan dat de doorgaande ontwikkeling en leerlijnen een element is van deze missie, beeld of streefdoelen. Bijna al deze respondenten geven ook aan dat 1ntegrale aanpak van ontwikkeling van kinderen (bijvoorbeeld wat betreft achterstanden bij taalontwikkeling) (10, 91%), vroegsignalering van zorgproblematiek en steun bij problemen (10, 91%), gezamenlijke visie op opvoeding, onderwijs en zorg (9, 82%) en fysieke bundeling van voorzieningen (9, 82%) in de missie, het beeld of de streefdoelen elementen vormen. Als toelichtingen werden bij deze antwoorden gegeven: - Kans voor kinderen zich optimaal te ontwikkelen en kans voor ouders optimaal te

participeren op arbeidsmarkt. - Toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige voorziening voor alle kinderen in de wijk. - Brede Schoolvisie. Volgens zeven (64%) van de elf respondenten zijn de missie, het beeld van de wenselijke situatie of de streefdoelen formeel in een College- of Raadsbesluit vastgelegd. Volgens vier respondenten (36%) is dit niet zo. Documenten waar naar wordt verwezen zijn: - Den Bosch: In 2007 'Beleid voor 0- tot 13-jarigen in ’s-Hertogenbosch 2007-2011.

Onderdeel voorschoolse voorzieningen' (raadsbesluit). In 2010 'Uitvoeringsplan Kindcentra 0-13 (2011-2014)' (collegebesluit).

- Maastricht: Is nog in voorbereiding. - Nijmegen: We zijn op dit moment bezig met het uitwerken van de visie. Die wordt begin

2012 door het college aan de raad voorgelegd voor besluitvorming. - Hengelo: Brede School visie is vastgesteld februari 2010 en het Jeugdprogramma 2011-

2014. Aan alle respondenten is de vraag voorgelegd naar de problemen die de gemeente wil oplossen met het vormgeven van kindcentra (meerdere antwoorden zijn mogelijk). Tabel 2 geeft de antwoorden weer.

Page 7: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 7/28

september 2011

SB

Tabel 2 Problemen die de gemeente wil oplossen met het vormgeven van kindcentra N % Geen duidelijke problemen geïdentificeerd 2 8% Sociale cohesie versterken (segregatie voorkomen) 16 67% Preventie & jeugdzorg 16 67% Gunstig vestigingsklimaat (met name in kleine kernen) 2 8% Aantrekken van jonge gezinnen (ontgroening) 2 8% Binden van personeel in onderwijs en zorg voor kinderen 6 25% Kostenbesparing 5 21% Anders 8 33% Tweederde van de respondenten (16, 67%) geeft aan dat het versterken van de sociale cohesie (en segregatie voorkomen) alsmede preventie en jeugdzorg problemen zijn die de gemeente wil oplossen met het vormgeven van kindcentra. Een kwart van de respondenten geeft aan dat het binden van personeel in onderwijs en zorg voor kinderen (6, 25%) en kostenbesparing (5, 21%) problemen zijn die de gemeente op wil lossen. Twee respondenten geven aan dat niet altijd zijn duidelijke problemen zijn geïdentificeerd. Problemen die verder slechts door twee respondenten werden aangekruist in dit kader zijn: een gunstig vestigingsklimaat en het aantrekken van jonge gezinnen. Bij ‘anders’ worden genoemd:

o voorzieningenniveau dagarrangementen; o meer samenhang in aanbod van opvang en educatie; afstemming van pedagogisch-

didactische visie, soepele overgang/overdracht van 4 jarigen tussen kinderopvang en onderwijs, betere informatieoverdracht/een plan van aanpak voor zorgkinderen;

o op elkaar afgestemd pedagogisch klimaat; o doorgaande ontwikkelingslijnen en samenhang tussen onderwijs, peuterspeelzalen en

kinderopvang realiseren, pedagogische basisvoorziening; o herstellen verstoorde marktwerking en verbeteren opvang mogelijkheden en

doorgaande lijn; o het kind centraal stellen en een zo gunstig mogelijk klimaat ontwikkelen waarin het

kind zich ontwikkelt; o kwaliteit versterken; o versterken van onderwijs en onderwijsklimaat.

Bijna tweederde van de respondenten (14, 61%) geeft aan dat de eigen gemeente geen beleidsanalyse heeft gemaakt met betrekking tot het vormgeven van kindcentra. Negen respondenten (39%) geven aan dat de gemeente wel een beleidsanalyse heeft gemaakt. Zij krijgen de vraag voorgelegd welke van de volgende activiteiten in deze beleidsanalyse zijn opgenomen (meerdere antwoorden zijn mogelijk). Tabel 3 geeft de antwoorden weer.

Page 8: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 8/28

september 2011

SB

Tabel 3 Activiteiten die in de beleidsanalyse zijn opgenomen N % Inventarisatie van kerncijfers 6 67% Inventarisatie van wensen en behoeften van partners in het kindcentrum 7 78% Inventarisatie van wensen en behoeften van ouders (en kinderen) 3 33% Inventarisatie van financiële mogelijkheden 4 44% Analyse van de uitgangspositie 7 78% Vaststellen van de gewenste ‘stip op de horizon’ 9 100% Formuleren van stappen in de uitvoering 7 78% Anders 0 0% Alle negen respondenten, die werkzaam zijn binnen een gemeente die een beleidsanalyse heeft gemaakt met betrekking tot het vormgeven van kindcentra, geven aan dat het vaststellen van de gewenste ‘stip op de horizon’ een activiteit is geweest die in de beleidsanalyse is opgenomen. Driekwart (7, 78%) geeft aan dat ook de inventarisatie van wensen en behoeften van partners in het kindcentrum, de analyse van de uitgangspositie en het formuleren van stappen in de uitvoering activiteiten waren die in de beleidsanalyse zijn opgenomen. Het inventariseren van wensen en behoeften van ouders (en kinderen) is het minst aangekruist (3, 33%). De gemeente kan verschillende middelen inzetten ten behoeve van het vormgeven van kindcentra. Aan alle respondenten is gevraagd deze aan te kruisen (meerdere antwoorden zijn mogelijk). Tabel 4 toont de antwoorden.

Page 9: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 9/28

september 2011

SB

Tabel 4 Middelen ingezet ten behoeve van het vormgeven van knindcentra N % Leggen van een verbinding tussen verschillende lopende initiatieven 15 68% Enthousiaste en structurele inzet van gemeente om samenwerking te bewerkstelligen

17 77%

Betrekken van basisscholen en kinderopvang als gelijkwaardige partners in initiatieven van lokale samenwerking

19 86%

Organiseren van een brainstorm over mogelijkheden met de verschillende partners

8 36%

Beleidsstukken worden rond dit thema opgesteld en vastgesteld 10 45% Verantwoordelijkheden voor huisvesting worden ingezet (wettelijke verantwoordelijkheid huisvesting scholen én invloed via subsidies en ruimtelijke ordening op huisvesting andere voorzieningen)

16 73%

Onderzoek naar en opstellen van een plan voor integrale huisvesting op korte, middellange en lange termijn

6 27%

Vergemakkelijken van regels voor gezamenlijke huisvesting 4 18% Communicatie (inhoudelijke overtuigingskracht) 11 50% Aanstellen van een aanspreekpunt 5 23% Verbindingen maken tussen de verschillende beleidsonderdelen (jeugd-, welzijns-, en accomodatiebeleid) door middel van één samenhangende visie

13 59%

Gemeentelijk sociaal-, economisch- en ruimtelijk beleid samenhangend voor dit doel inzetten

3 14%

Geld wordt beschikbaar gesteld (voldoende budget) 9 41% Regelgevende bevoegdheden en toezicht ten opzichte van besturen van de partners

1 5%

Introductie van effectieve en ingrijpende sancties in het geval bepaalde partners in ernstige mate op bestuurlijk of inhoudelijk vlak tekortschieten

0 0%

Anders 3 14% Middelen die volgens de respondenten het meest worden ingezet zijn het betrekken van basisscholen en kinderopvang als gelijkwaardige partners in initiatieven van lokale samenwerking (19, 86%), een enthousiaste en structurele inzet van gemeente om samenwerking te bewerkstelligen (17, 77%), inzetten van verantwoordelijkheden voor huisvesting (wettelijke verantwoordelijkheid huisvesting scholen én invloed via subsidies en ruimtelijke ordening op huisvesting andere voorzieningen) (16, 73%), leggen van een verbinding tussen verschillende lopende initiatieven (15, 68%) en het maken van verbindingen tussen de verschillende beleidsonderdelen (jeugd-, welzijns-, en accomodatiebeleid) door middel van één samenhangende visie (13, 59%). Middelen die nauwelijks worden ingezet zijn het samenhangend inzetten van het gemeentelijk sociaal-, economisch- en ruimtelijk beleid voor dit doel (3, 14%), regelgevende bevoegdheden en toezicht ten opzichte van besturen van de partners (1, 5%) en de introductie van effectieve en ingrijpende sancties in het geval bepaalde partners in ernstige mate op bestuurlijk of inhoudelijk vlak tekortschieten (0, 0%). Bij ‘anders’ werden genoemd: - niet van toepassing; - randvoorwaarden voor proces; - onderhuishuisvesting wordt als een belangrijk strategische middel gezien. Echter nog

geen besluiten genomen.

Page 10: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 10/28

september 2011

SB

De gemeente kan verschillende stappen hebben genomen ten aanzien van het vormgeven van kindcentra. Aan alle respondenten is gevraagd welke stappen er in hun gemeente zijn gezet (meerdere antwoorden zijn mogelijk). Tabel 5 geeft de antwoorden. Tabel 5 Stappen die de gemeente heeft genomen ten aanzien van het vormgeven van kindcentra N % Verkennen (onderzoeken van behoeften bij ouders en kinderen; marktonderzoek)

6 27%

Steun zoeken (zoeken naar draagvlak binnen de partners) 16 73% Partners vinden (plangroep samenstellen met bijvoorbeeld scholen, kinderopvang, gemeente, woningbouwvereniging)

10 45%

Externe projectleider benoemen (die boven de partijen staat) 6 27% Samenwerkingscontract sluiten (met concrete afspraken over doel van samenwerking, termijn, budget, wie betaalt)

7 32%

Implementatieplan maken (hoe ziet het kindcentrum er uit wat betreft huisvesting, ict, arbeidsvoorwaarden, geld en juridische vormgeving)

6 27%

Implementatieplan uitvoeren (taken en verantwoordelijkheden zijn belegd en kinderen gaan naar kindcentra)

4 18%

Monitoren van de implementatie (loopt het kindcentrum zoals beoogd en wat dient bijgesteld of geborgd te worden)

3 14%

Onderzoek naar effecten van kindcentra (worden de doelen van kinderen, ouders, instellingen en gemeente door het kindcentra bereikt)

2 9%

Het proces gaande houden door opnieuw te verkennen, steun te zoeken etcetera (cyclisch werken)

8 36%

Anders 4 18% Bijna driekwart van de respondenten (16, 73%) geeft aan dat de gemeente steun heeft gezocht (zoeken naar draagvlak binnen de partners). Bijna de helft van de respondenten (10, 45%) geeft aan dat partners zijn gevonden ((plangroep samenstellen met bijvoorbeeld scholen, kinderopvang, gemeente, woningbouwvereniging). Volgens een derde van de respondenten wordt het proces gaande gehouden door opnieuw te verkennen, steun te zoeken etcetera (cyclisch werken) (8, 36%) en is een samenwerkingscontract gesloten (met concrete afspraken over doel van samenwerking, termijn, budget, wie betaalt (7, 32%). De andere stappen die zijn genoemd zijn door een kwart of minder van de respondenten aangekruist. Bij ‘anders’ is genoemd:

o niet van toepassing; o nog geen initiatieven genomen; o financiën; o intentieverklaring laten tekenen tussen partners uit onderwijs en kinderopvang bij start

projectgroep kindcentra 0-13 met doelen, termijnen.

3.2 Rol wethouder Zeven van de acht wethouders hebben de vragen beantwoord over de rol van de wethouder. Zij zien voor zichzelf als rol voor het vormen van kindcentra:

o initiërend, troubleshooter, lange termijn waarborgend, faciliterend (deskundigheidsbevordering, processturing en bewaking, draagvlak, goede moment vierend);

o visie ontwikkelen en vasthouden, partijen bij elkaar brengen en houden; o visie, stimuleren van de ontwikkeling van kindercentra, proces van lange adem, het

consistent zijn en doorzetten;

Page 11: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 11/28

september 2011

SB

o de rol van aanjager om partijen enthousiast te maken en te houden, samen te werken aan gezamenlijke initiatieven van brede scholen tot kindcentra;

o stimulerend en motiverend al dan niet met gebruik van extra middelen; o verbindende rol. Kracht moet vanuit de partners komen; o aanjager.

Wanneer een ambtenaar de vragenlijst invulde, kreeg deze de vraag voorgelegd: “Welke rol ziet u voor de wethouder weggelegd bij het vormen van kindcentra?”. Twaalf van de veertien ambtenaren beantwoordden deze vraag met de volgende antwoorden:

o initiatiefnemer; o een initiërende en stimulerende rol, partijen bij elkaar brengen en draagvlak creëren; o aanjager; o staan voor de visie; o formuleren van stip op de horizon; stimuleren visievorming; aanjagen en faciliteren van

proces; commitment creëren bij collega-wethouders zorg, ruimtelijke ordening; o inspiratiebron, motivatie leveren, partijen bijeen brengen, verbinden, regisseur van

proces; o faciliterend, initiërend, enthousiastmerend; o bestuurlijk trekker; o voorzitter stuurgroep; o regisseur; o zorgen voor politiek draagvlak.

Formeel hebben de wethouders volgens henzelf de volgende rol binnen hun gemeente bij het vormen van kindcentra:

o verantwoordelijk portefeuillehouder jeugd; o verantwoordelijk voor jeugdbeleid en integrale kindcentra Formele en financiële; o huisvesting en financiële middelen; o voorzitter Stedelijk Overleg kindcentra, voorzitter Stuurgroep preventie jeugdbeleid; o is onderdeel van portefeuille jeugd en onderwijs; o faciliteren.

De ambtenaren geven aan dat formeel de wethouders in hun gemeente de volgende formele rol hebben bij het vormen van kindcentra:

o verantwoordelijk voor onderwijsbeleid, vve, peuterspeelzaalwerk, onderwijshuisvesting; o portefeuillehouder: onderwijs(huisvesting); welzijn

(peuterspeelzaalwerk/kinderopvang); accommodatiebeleid; zorg(voorzieningen). wethouder demografische transitie.

o portefeuillehouder onderwijs; o regisseur; o een initiërende en stimulerende rol, partijen bij elkaar brengen en draagvlak creëren; o portefeuillehouder: stimuleren, initiëren en soms sanctioneren; o faciliterend, ondersteunend. verantwoordelijkheid ligt grotendeels bij

partners/onderwijsbesturen; o zorgen voor politiek draagvlak.

Twee ambtenaren geven aan dat er (nog) geen formele rol is geformuleerd. Een derde geeft aan dat formeel de wethouder geen rol heeft (geen portefeuillehouder. Gemeenteraad is kaderstellend, college van B&W is verantwoordelijk voor het realiseren van beleidsdoelen. Aan de wethouders en ambtenaren zijn (vijfpunts)schalen voorgelegd, waarop de respondenten konden aangeven welke werkwijze het meest bij de wethouder past bij het vormen van de kindcentra:

Page 12: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 12/28

september 2011

SB

- ligt de regie meer bij de wethouder of bij de actoren in het veld; - is er sprake van een meer stapsgewijze verandering of een radicale verandering; - worden er ad hoc besluiten genomen of is er meer sprake van continuïteit in de

besluitvorming; - wordt er gestuurd op eigen ervaringen of wordt gebruik gemaakt van kennis en

kennisinstituten; - is er een gerichtheid op alleen de opvang of op integrale beleidsvorming (onderwijs,

welzijn en jeugdzorg? Het volgende beeld ontstaat met de antwoorden van zes wethouders en twaalf ambtenaren (tabel 6). Tabel 6 Werkwijze die past bij de wethouder bij het vormen van kindcentra

Wethouders Ambtenaren Gem. Stdv. Gem. Stdv. Regie bij de wethouder Regie bij actoren in het veld 2,0 1,1 2,0 1,0 Stapsgewijze verandering Radicale verandering 2,5 1,0 - - Ad hoc besluiten nemen Continuïteit in besluitvorming 4,2 1,0 3,7 ,5 Eigen ervaringen sturen Gebruik van kennis en kennisinstituten 3,7 1,0 3,2 ,7 Alleen gericht op opvang Gericht op integrale beleidsvorming

(onderwijs, welzijn en jeugdzorg) 4,3 ,8 4,4 ,9

Gem. = gemiddelde

Stdv. = standaarddeviatie

Zowel wethouders als ambtenaren geven met het gemiddelde van 2,0 (op de schaal van 0 tot en met 5) aan dat de regie meer bij de wethouders ligt dan bij de actoren in het veld (de standaarddeviatie van 1 geeft aan dat de meningen nogal uiteenlopen). Wethouders geven gemiddeld een 2,5 als het gaat om stapsgewijze of radicale veranderingen: ze zitten hier tussenin, maar ook hier lopen de meningen uiteen. Als het gaat om ad hoc besluiten of continuïteit in besluitvorming, liggen de gemiddelden van de wethouders (4,2) en ambtenaren (3,7) meer aan de kant van de continuïteit in de besluitvorming. Ambtenaren zijn het wat dit punt betreft meer met elkaar eens dan de wethouders. Er wordt meer gebruik gemaakt van kennis en kennisinstituten dan van eigen ervaring door wethouders dan door ambtenaren, hoewel beide groepen meer in die eerste richting tenderen. Zowel wethouders als ambtenaren geven aan dat bij het vormen van kindcentra er een grotere gerichtheid is op integrale beleidsvorming (onderwijs, welzijn en jeugdzorg) dan op alleen de opvang. De onderlinge verdeeldheid is hier bij wethouders relatief klein. Op de vraag of de respondenten draagvlak ervaren van de burgers bij het vormen van kindcentra, antwoordt meer dan de helft van de respondenten (11, 55%) enigszins en ongeveer een kwart nauwelijks (4, 20%) of veel (5, 25%). In de toelichtingen worden de volgende uitspraken gedaan: O Nauwelijks

o nog niet van toepassing; o zIjn nog niet actief betrokken.

O Enigszins o we zijn dit nog aan het onderzoeken, inventariseren; o er is nog geen draagvlakonderzoek geweest;

Page 13: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 13/28

september 2011

SB

o burgers in het algemeen zijn hier niet over bevraagd. Ouders zijn vaak tevreden over bundeling en samenwerking van dagopvang, peuterarrangementen, voorschoolse educatie en onderwijs;

o bij sommige clusters van basisscholen en kinderopvangorganisaties; o veel burgers denken nog vanuit de periode dat ze zelf op de basisschool zaten.

O Veel o dat is niet door ons bevraagd, maar wel bekend is dat ouders de breuken tussen

instellingen als hinderlijk ervaren. Verder spreekt de markt. Gevraagd naar de ervaring van het draagvlak van de lokale partners bij het vormen van kindcentra, zijn de respondenten positiever: ruim de helft (12, 63%) geeft aan dat er veel draagvlak is, een derde (7, 35%) enigszins en één respondent (5%)nauwelijks. In de toelichtingen worden de volgende uitspraken gedaan: O Enigszins

o in het verleden zijn in Harlingen initiatieven afgeremd, nu is er een ombuigingsoperatie nodig om onderwijs, kinderopvang, sport, cultuur en zorg samen te brengen. Burgers zijn in deze processen niet meegenomen. Ook voor stakeholders is het nieuw beleid.

O Veel o de twee grootste schoolbesturen zijn op eigen initiatief gestart met vorming kindcentra

(Sterrenscholen); o in het proces wel aantal momenten van grote weerstand, die hebben we bewust benut

omdat het ook betrokkenheid toont, vieren (met een inhoudelijke component) werkt draagvlakvergrotend;

o bovenschoolse directeuren (die alle 49 scholen in de gemeente vertegenwoordigen) en 9 houders van kinderopvang (die het merendeel van de kinderopvang in de gemeente vertegenwoordigen) zijn vertegenwoordigd in de Projectgroep Kindcentra 0-13;

o met name schoolleiders zien er veel mogelijkheden in. Binnen de gemeente kunnen wethouders op verschillende manieren omgaan met de partners die betrokken zijn bij het vormgeven van de kindcentra. Een aantal stellingen is voorgelegd met het verzoek aan te vinken welk van de antwoordmogelijkheden (helemaal niet, nauwelijks, enigszins en sterk) voor de werkwijze van wethouders het best passend is. Tabel 7a geeft de antwoorden van de wethouders weer; tabel 7b de antwoorden van de ambtenaren.

Page 14: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 14/28

september 2011

SB

Tabel 7a Wethouders over manieren van omgaan met partners die betrokken zijn bij vormgeving van

kindcentra Helemaal

niet Nauwelijks Enigszins Sterk

N % N % N % N % Als wethouder neem ik het initiatief door te organiseren dat bestuurders hun verantwoordelijkheden nemen

0 0% 0 0% 3 50% 3 50%

Als wethouder speel ik een verbindende rol naar commerciële en niet commerciële partners

0 0% 1 17% 2 33% 3 50%

Als wethouder neem ik besluiten op onderdelen (bijvoorbeeld over ruimte of locatiemanagers)

3 50% 2 33% 1 17% 0 0%

Als wethouder verbind ik verschillende beleidsterreinen aan elkaar om het beleid voor kindcentra duurzaam te maken

1 17% 0 0% 2 33% 3 50%

Ik stel financiële ondersteuning in het vooruitzicht wanneer de verschillende partners gaan samenwerken

1 17% 2 33% 2 33% 1 17%

Anders 0 0% 0 0% 0 0% 1 100% Tabel 7b Ambtenaren over manieren van omgaan door de wethouder met partners die betrokken zijn bij vormgeving van kindcentra

Helemaal niet

Nauwelijks Enigszins Sterk

N % N % N % N % De wethouder neemt het initiatief door te organiseren dat bestuurders hun verantwoordelijkheden nemen

0 0% 1 8% 6 50% 5 42%

De wethouder speelt een verbindende rol naar commerciële en niet commerciële partners

0 0% 3 25% 2 17% 7 58%

De wethouder neemt besluiten op onderdelen (bijvoorbeeld over ruimte of locatiemanagers)

7 58% 2 17% 2 17% 1 8%

De wethouder verbindt verschillende beleidsterreinen aan elkaar om het beleid voor kindcentra duurzaam te maken

1 8% 1 8% 1 8% 9 75%

De wethouder stelt financiële ondersteuning in het vooruitzicht wanneer de verschillende partners gaan samenwerken

1 8% 4 33% 5 42% 2 17%

Anders 1 100% 0 0% 0 0% 0 0% Zowel wethouders als ambtenaren zien de wethouder vooral als initiatiefnemer door te organiseren dat bestuurders hun verantwoordelijkheden nemen, als verbinder naar commerciële en niet commerciële partners en als verbinder tussen verschillende beleidsterreinen om het beleid voor kindcentra duurzaam te maken. Met de stelling dat de wethouder besluiten neemt op onderdelen (bijvoorbeeld over ruimte of locatiemanagers) zijn wethouders en ambtenaren het het minst eens. Over de stelling dat de wethouder financiële ondersteuning in het vooruitzicht stelt wanneer de verschillende partners gaan samenwerken, zijn de meningen verdeeld. Bij ‘anders’ werd door een wethouder aangegeven dat binnen heldere kaders zoveel mogelijk ruimte wordt gegeven aan partners mee te ontwikkelen (projectgroep met inbreng van onafhankelijk externe) en door een andere wethouder dat deze als wethouder probeert de publieke opinie zodanig te beïnvloeden dat de discussie gaat over de kwaliteit van onderwijs.

Page 15: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 15/28

september 2011

SB

3.3 Handelingsruimte Aan wethouders en ambtenaren is gevraagd in welke mate het beleid dat is gericht op het Integraal Kind Centrum is ingebed in het lokale beleid. Verzocht werd aan te kruisen welk antwoord voor hen het meest van toepassing is (tabel 8). Tabel 8 Beleid gericht op IKC ingebed in lokaal beleid

Helemaal niet

Nauwelijks Enigszins Sterk

N % N % N % N % De ambitie en visie zijn in het meerjarenplan geformuleerd 3 16% 2 11% 7 37% 7 37% Het thema staat op de Lokale Educatieve Agenda 2 10% 3 15% 7 35% 8 40% Het IKC is onderwerp in het lokale debat 3 15% 2 10% 10 50% 5 25% Het thema wordt gekoppeld aan beleid op het vlak van (kantelen van) welzijn en eigen kracht

4 20% 4 20% 8 40% 4 20%

Er wordt regie gevoerd op samenwerkingsprocessen met lokale partners (op inhoud en verantwoordelijkheden)

1 5% 3 15% 5 25% 11 55%

Het gemeentelijk sociaal- economisch- en ruimtelijk beleid wordt samenhangend voor dit doel inzetten

3 15% 7 35% 9 45% 1 5%

Beleidstrajecten worden in dit perspectief geplaatst (zoals OKE, brede school, welzijn, sport, muziek, accommodaties, diversiteit, jeugdzorg)

0 0% 2 10% 5 25% 13 65%

De (lokale) overheid bemoeit zich niet met de ontwikkeling van kindcentra

11 55% 3 15% 5 25% 1 5%

Anders 0 0% 0 0% 0 0% 0 0% Tweederde van de respondenten (13, 65%) ziet sterk dat beleidstrajecten in het perspectief van IKC worden geplaatst (zoals OKE, brede school, welzijn, sport, muziek, accommodaties, diversiteit, jeugdzorg). Meer dan de helft (11, 55%) is van mening dat er regie wordt gevoerd op samenwerkingsprocessen met lokale partners (op inhoud en verantwoordelijkheden). De respondenten zijn het het minst eens met de stelling dat de (lokale) overheid zich niet bemoeit met de ontwikkeling van kindcentra (11, 55% is het hier helemaal niet mee eens).

3.4 Te behalen winstpunten Aan de respondenten is gevraagd wat ze zien als de drie belangrijkste winstpunten voor de kinderen. Figuur 1 brengt het belang dat respondenten hechten aan deze winstpunten in beeld. Als toelichting werd door een respondent gegeven: gezamenlijk zorgplan. Een ander gaf aan: “Met deze winstpunten plaats je het kind echt centraal.”

Page 16: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 16/28

september 2011

SB

Figuur 1: Winstpunten voor kinderen Dezelfde vraag is gesteld naar de drie belangrijkste winstpunten voor de ouders (Figuur 2). Een respondent vulde aan: kwaliteitsverbetering van het aanbod.

Figuur 2: Winstpunten voor ouders De drie belangrijkste winstpunten voor de instellingen worden in figuur 3 in beeld gebracht. Eén respondent vulde aan met ‘specialisatie’ en een andere met de opmerking ‘meer begrip en inzicht in processen voor kinderen’.

Figuur 3: Winstpunten voor instellingen Tot slot is gevraagd naar de drie belangrijkste winstpunten voor gemeenten (figuur 4). Eén respondent vulde aan met ‘versterking kwaliteit’.

0102030405060708090

100

Doorgaande lijnin ontw ikkeling

Rijkeleeromgeving

Ruimte voorontw ikkeling

van alle talent

Leuke,veelzijdige

dagbestedingmet leren, spel,

sport encultuur

Aanbod volgtkind in plaatsvan het kind

dat het aanbodvolgt

Extra leertijdw aar nodig

Minderverplaatsingen

op een dag

Meer diversiteitin speel- enleergroepen

Anders

020406080

100120

Dagarrangementen(andere tijden, meer

overzicht, minderstress rond brengen en

halen)

Pedagogischpartnerschap ouders,begeleiders opvang en

school

Ingebouw de advies- enzorgfunctie

Ongebroken w erkdagen loopbaan

Anders Desgew enstoudercursussen in de

w ijk

0102030405060708090

100

Kw aliteitsw instdoor één visie,doorlopende

leerlijnen en soepeledoorstroming

Koppelingen vaninstellingen

(gezondheidszorg,w elzijn, VVE,

school)

Eff iciency doorcombinatie

voorzieningen

Groteretevredenheidpersoneel en

klanten

Haalbare combinatiekerntaken ennevendoelen

Efficiency doorcombifuncties

Anders

Page 17: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 17/28

september 2011

SB

Figuur 4: Winstpunten voor gemeenten

3.5 Mogelijke knelpunten Om in beeld te krijgen wat de mogelijke knelpunten zijn die wethouders en ambtenaren ervaren, is een aantal situaties voorgelegd die in de eigen gemeente kunnen voorkomen met de organisaties (scholen en kinderopvang ) die deelnemen aan het gesprek over samenwerking rond IKC. Aan de respondenten is gevraagd aan te kruisen welke situatie(s) voor hun actueel zijn binnen de gemeente. Wanneer een respondent een situatie heeft aangekruist, werd gevraagd ook aan te geven in welke mate de respondent deze situatie als knelpunt ervaart (tabel 9).

020406080

100

Vers

terk

ing

syne

rgie

tuss

enon

derw

ijs- e

nje

ugdb

elei

d

Effic

iënt

ere

inze

t wel

zijn

s-,

spor

t- en

cultu

urvo

orzi

enin

gen

door

sam

enha

ng

Aant

rekk

elijk

woo

nklim

aat:

com

bina

tiew

erk

en z

org

van

oude

rs

Effic

iënt

erge

brui

k va

nge

bouw

en

Beho

udvo

orzi

enin

gen

in k

rimpr

egio

’sen

kle

ine

kern

en

Ande

rs

Aant

rekk

elijk

vest

igin

gskl

ima

at b

edrij

ven

Page 18: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 18/28

september 2011

SB

Tabel 9 Mogelijke knelpunten

De situatie is actueel

Deze situatie ervaar ik als knelpunt Helemaal

niet Nauwelijks Enigszins Sterk

N % N % N % N % N % Verschil in visie van deelnemende organisaties (met name scholen, peuterspeelzalen en kinderopvang )

13 72% 1 5% 4 21% 5 26% 7 37%

Verschil in cultuur van deelnemende organisaties

9 50% 1 5% 3 16% 11 58% 2 11%

Onbereidwilligheid samen te werken met ander(soortige) organisaties

3 17% 3 16% 10 53% 4 21% 0 0%

Organisaties hebben verschillende CAO’s 10 56% 1 5% 4 21% 5 26% 5 26% Organisaties hebben verschillende financieringsstromen

14 78% 0 0% 2 11% 10 53% 4 21%

Onvoldoende focus voor samenwerking 7 39% 3 16% 7 37% 3 16% 4 21% Niet kunnen komen tot formele besluiten 9 50% 2 11% 5 26% 9 47% 2 11% Sturende rol van gemeente wordt door besturen van kinderopvang en/of scholen niet geaccepteerd

4 22% 5 26% 6 32% 3 16% 2 11%

Traagheid van proces om samen te gaan werken

11 61% 2 11% 5 26% 7 37% 4 21%

Veelheid aan verschijningsvormen en samenwerkingsverbanden

8 44% 0 0% 6 32% 7 37% 2 11%

Huisvestingsproblematiek 8 44% 0 0% 5 26% 7 37% 4 21% Geen werkelijke samenwerking (‘bedrijfsverzamelgebouw’)

7 39% 3 16% 7 37% 5 26% 2 11%

Projectmanagement door gemeente is voor verbetering vatbaar

4 22% 3 16% 8 42% 5 26% 0 0%

Projectmanagement bij partners is voor verbetering vatbaar

4 22% 4 21% 8 42% 4 21% 0 0%

De beleidsanalyse die moet leiden tot samenwerking is zwak

3 17% 4 21% 6 32% 3 16% 2 11%

Ambities van deelnemers zijn vaag geformuleerd

3 18% 5 26% 4 21% 4 21% 1 5%

Wegvloeien deskundigheden en specialistische aanpak van peuterspeelzalen

4 22% 4 21% 7 37% 3 16% 1 5%

Meningsverschillen over Verdelen van de verantwoordelijkheden in de uitvoering

4 22% 2 11% 8 42% 4 21% 1 5%

Geen bereidheid tot financiële openheid bij betrokkenen

3 17% 0 0% 11 58% 4 21% 0 0%

Anders. 1 33% 0 0% 0 0% 0 0% 1 5% Knelpunten die volgens de respondenten actueel zijn, zijn verschillende financieringsstromen van organisaties (14, 78%), verschil in visie van deelnemende organisaties (met name scholen, peuterspeelzalen en kinderopvang) (13, 72%), traagheid van proces om samen te gaan werken (11, 61%), verschillen in cao’s (10, 56%), verschillen in cultuur van organisaties (9, 50%) en niet kunnen komen tot formele besluiten (9, 50%). Deze actuele knelpunten worden door de respondenten enigszins of sterk als knelpunt ervaren.

Page 19: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 19/28

september 2011

SB

In figuur 5 wordt het percentage respondenten dat aangeeft dat een mogelijk knelpunt actueel is gezet naast het percentage respondenten dat aangeeft dat dit knelpunt enigszins of sterk speelt in de eigen gemeente.

Figuur 5: Knelpunt dat actueel is en speelt binnen de gemeente In de figuur is zichtbaar dat soms een knelpunt actueel is maar niet zo sterk speelt binnen de gemeente waarbinnen de respondent werkzaam is (bijvoorbeeld: de verschillen in financieringsstromen, visie en cao’s en de traagheid van het proces om samen te gaan werken). Soms ook is het knelpunt niet zo actueel maar speelt het sterk binnen de gemeente (bijvoorbeeld: verschil in cultuur, niet kunnen komen tot formele besluiten en de huisvestingsproblematiek). Bij ‘anders’ werd door één respondent aangegeven dat dit bij hen ons nog nauwelijks speelt. Een respondent uit de gemeente Eindhoven gaf aan dat de gemeente al 10 jaar met succes bezig is om van alle scholen brede scholen (SPIL-centra) te maken. Actueel probleem is daar de toekomstige positie van het peuterwerk en daarmee samenhangend de VVE.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

Versch

il visie

deeln

emen

de or

ganis

aties

Versch

il cult

uur d

eelnem

ende

orga

nisati

es

Onbere

idwillig

heid

samen

te w

erken

met

ander(

soort

ige) o

rganis

aties

Organis

aties

hebb

en vers

chille

nde C

AO’s

Organis

aties

hebb

en vers

chille

nde f

inanc

iering

sstro

men

Onvold

oend

e focu

s voor

samen

werking

Niet kun

nen ko

men to

t form

ele be

sluite

n

Sturende r

ol van

gemee

nte ni

et ge

acce

pteerd

Traaghe

id pro

ces o

m samen

te ga

an w

erken

Veelhe

id aa

n vers

chijn

ingsv

ormen e

n sam

enwerk

ingsv

erban

den

Huisve

sting

sprob

lemati

ek

Geen w

erkeli

jke sa

menwerki

ng

Projec

tmana

gemen

t doo

r gem

eente

voor v

erbete

ring v

atbaa

r

Projec

tmana

gemen

bij p

artne

rs vo

or ve

rbeter

ing va

tbaar

De bele

idsana

lyse d

ie moe

t leide

n tot

samen

werking

is zw

ak

Ambities

deeln

emers

vaag

gefor

muleerd

Wegvloe

ien de

skun

dighe

den e

n spe

cialist

ische a

anpa

k van p

euter

spee

lzalen

Mening

svers

chille

n ove

r verd

elen v

erantw

oorde

lijkhe

den i

n uitv

oerin

g

Geen b

ereidh

eid to

t fina

nciël

e ope

nheid

bij b

etrok

kene

n

Anders

.

actueel knelpunt

enigszins of sterk

Page 20: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 20/28

september 2011

SB

3.6 Tot slot De respondenten noemen als op dit moment het meest actuele vraagstuk binnen de eigen gemeente in het licht van het vormgeven van het IKC:

o Het plaatsen van het vraagstuk op de agenda. o De visie vertalen naar concrete (werkbare) stappen, en daarmee ook draagvlak

creëren in het veld. o Eén van de vraagstukken is het combineren van beleidsontwikkelingen waar de

gemeente regie op heeft met de ontwikkeling van IKC's (harmonisering, onderwijsachterstandenbeleid, CJG, Jeugdzorg).

o Samenwerking tussen scholen en opvang realiseren en besluiten over de regiefunctie. o Komen tot samenwerkingsscholen van verschillende denominaties. o Hoe krijg je de scholen van verschillende denominatie op een lijn? Er is als we niet

sterk de regie voeren een schoolstrijd op handen. o Nog groter bereik onder `moeilijke' doelgroepen en zwalkende rijksbeleid. o Voordat er sprake kan zijn van de vorming van een IKC moet er gesproken worden

over de situatie van kleine scholen en de reorganisatie waar dat mee gepaard zal gaan.

o Voor kinderopvang: rendabel exploiteren van (gesubsidieerde) peuterarrangementen, mede in het licht van de vrees voor terugloop van klanten (beëindiging van contracten) vanwege door Rijk aangekondigde afname van toeslag kinderopvang.

o Het ontbreken van kennis bij de partners over de mogelijkheden van het IKC. o Huisvesting Brede School. o Hoe houd je de financiële risico's voor de organisaties en dus de gemeente

overzienbaar. o Hoe regel je de continuïteit en stabiliteit voor kinderen, ouders en in het verlengde

daarvan het personeel. De respondenten pakken op korte termijn in het licht van het vormgeven van het IKC de volgende punten aan:

o Op gang brengen van bewustwordingsproces bij gemeentebestuur en samenwerkingspartners.

o We zijn bezig met een onderwijsvisie daarin gaat de problematiek in meegenomen worden.

o De visie vertalen naar concrete (werkbare) stappen, en daarmee ook draagvlak creëren in het veld.

o Stimuleren en informeren. o Stimuleren dat school/ kindcentrum meer als hart van de wijk gaat functioneren.

Verbreden ambitie door sterkere link naar zorg. o Verkenningstrajecten. o We zijn nu brede scholen aan het doorontwikkelen en mogelijk bekijken of en welke

doorontwikkeld kunnen worden tot een IKC. o Anticiperen op en faciliteren van ontwikkelingen in de stad via gericht beleid op

onderwijshuisvesting en inzet van middelen t.b.v. inhoudelijke ontwikkelingen, samenwerking in de doorgaande lijn, ouderbetrokkenheid.

o Betrekken raad bij ontwikkelingen (discussie eind september); draagvlak creëren bij de uitvoerende professionals (symposium begin november).

o In september gezamenlijke kick-off Projectmatig werken met alle partners. o We maken een voorbeeld school, voor de rest van de gemeente. o Pilot starten. o Kwaliteitsverbetering (mbv. nulmeting ITJ). o Discussie over hoe de beste kwaliteit van onderwijs gegarandeerd kan worden en

welke omgeving daarvoor nodig is.

Page 21: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 21/28

september 2011

SB

o Subsidieregeling peuterarrangementen vaststellen voor kinderopvang; in beeld krijgen stand van zaken alle kindcentra in de gemeente ('foto' van iedere locatie) om vast te kunnen stellen wat nodig is voor voortgang.

o VVE is voor ons het meest actueel. o De verordening wordt gewijzigd. o Het proces voor partnerkeuze wordt vestgesteld o Het ontwikkelen van kindcentra worden geprioriteerd en van een tijdspad voorzien. o Het IKC bespreken op het LEA-overleg.

Page 22: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 22/28

september 2011

SB

4 BIJLAGE: VRAGENLIJST

Algemene gegevens Naam gemeente De vragenlijst wordt ingevuld door O de wethouder Doorvragen

Zittingsduur wethouder O minder dan één jaar O tussen de één en vier jaar O langer dan vier jaar

O de (beleids)adviseur O anders, namelijk …………. IKC Beleid gemeente Is het vormgeven van kindcentra een aandachtspunt in het huidige Collegeprogramma? O ja O nee Wanneer u wilt, kunt u hier uw antwoord toelichten. ……………………………………………………………………………………………………… Heeft de gemeente een missie, het beeld van de wenselijke situatie of de streefdoelen geformuleerd voor het kindcentrum? O nee O ja Doorvragen: Welke van de onderstaande elementen zijn in deze missie, het beeld van de wenselijke situatie of de streefdoelen te herkennen (meerdere antwoorden zijn mogelijk)?

o Keuzevrijheid voor ouders o Bevorderen sociale cohesie in de wijk o Gezamenlijke visie op opvoeding, onderwijs en zorg o Fysieke bundeling van voorzieningen o Eén locatie met één eindverantwoordelijke o Doorgaande ontwikkeling en leerlijnen o Dienstverlenend naar ouders o Integrale aanpak van ontwikkeling van kinderen (bijvoorbeeld wat betreft

achterstanden bij taalontwikkeling) o Vroegsignalering van zorgproblematiek en steun bij problemen o Inbedden zorgarrangementen voor zorgkinderen o Dagarrangementen als dagvullend, maar flexibel programma o Samenwerken vanuit eigen professionaliteit o Professionele samenwerking vanuit kerntaken o Anders, namelijk ……………………………………………………

Zijn de missie, het beeld van de wenselijke situatie of de streefdoelen formeel in een College- of Raadsbesluit vastgelegd? O ja O nee Wilt u uw antwoord toelichten (met een verwijzing naar de documenten)? ………………………………………………………………………………………………………

Page 23: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 23/28

september 2011

SB

Welke problemen wilt u oplossen met het vormgeven van kindcentra (meerdere antwoorden zijn mogelijk)?

o Geen duidelijke problemen geïdentificeerd o Sociale cohesie versterken (segregatie voorkomen) o Preventie & jeugdzorg o Gunstig vestigingsklimaat (met name in kleine kernen) o Aantrekken van jonge gezinnen (ontgroening) o Binden van personeel in onderwijs en zorg voor kinderen o Kostenbesparing o Anders, namelijk ……………………………………………………….

Heeft u (uw gemeente) een beleidsanalyse gemaakt met betrekking tot het vormgeven van kindcentra? O nee O ja Doorvragen: Welke van de volgende activiteiten zijn in deze beleidsanalyse opgenomen (meerdere antwoorden zijn mogelijk)?

o Inventarisatie van kerncijfers o Inventarisatie van wensen en behoeften van partners in het kindcentrum o Inventarisatie van wensen en behoeften van ouders (en kinderen) o Inventarisatie van financiële mogelijkheden o Analyse van de uitgangspositie o Vaststellen van de gewenste ‘stip op de horizon’ o Formuleren van stappen in de uitvoering o Anders, namelijk …………………………………………………………………….

Welke van de onderstaande middelen zet de gemeente in ten behoeve van het vormgeven van kindcentra (meerdere antwoorden zijn mogelijk)?

o Leggen van een verbinding tussen verschillende lopende initiatieven o Enthousiaste en structurele inzet van gemeente om samenwerking te bewerkstelligen o Betrekken van basisscholen en kinderopvang als gelijkwaardige partners in initiatieven

van lokale samenwerking o Organiseren van een brainstorm over mogelijkheden met de verschillende partners o Beleidsstukken worden rond dit thema opgesteld en vastgesteld o Verantwoordelijkheden voor huisvesting worden ingezet (wettelijke

verantwoordelijkheid huisvesting scholen én invloed via subsidies en ruimtelijke ordening op huisvesting andere voorzieningen)

o Onderzoek naar en opstellen van een plan voor integrale huisvesting op korte, middellange en lange termijn

o Vergemakkelijken van regels voor gezamenlijke huisvesting o Communicatie (inhoudelijke overtuigingskracht) o Aanstellen van een aanspreekpunt o Verbindingen maken tussen de verschillende beleidsonderdelen (jeugd-, welzijns-, en

accomodatiebeleid) door middel van één samenhangende visie o Gemeentelijk sociaal-, economisch- en ruimtelijk beleid samenhangend voor dit doel

inzetten o Geld wordt beschikbaar gesteld (voldoende budget) o Regelgevende bevoegdheden en toezicht ten opzichte van besturen van de partners o ntroductie van effectieve en ingrijpende sancties in het geval bepaalde partners in

ernstige mate op bestuurlijk of inhoudelijk vlak tekortschieten o Anders, namelijk ……………………………………………………………….

Page 24: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 24/28

september 2011

SB

Welke van de volgende stappen zijn er in uw gemeente genomen ten aanzien van het vormgeven van kindcentra (meerdere antwoorden zijn mogelijk)?

o Verkennen (onderzoeken van behoeften bij ouders en kinderen; marktonderzoek) o Steun zoeken (zoeken naar draagvlak binnen de partners) o Partners vinden (plangroep samenstellen met bijvoorbeeld scholen, kinderopvang,

gemeente, woningbouwvereniging) o Externe projectleiderbenoemen (die boven de partijen staat) o Samenwerkingscontract sluiten (met concrete afspraken over doel van samenwerking,

termijn, budget, wie betaalt) o Implementatieplan maken (hoe ziet het kindcentrum er uit wat betreft huisvesting, ict,

arbeidsvoorwaarden, geld en juridische vormgeving) o Implementatieplan uitvoeren (taken en verantwoordelijkheden zijn belegd en kinderen

gaan naar kindcentra) o Monitoren van de implementatie (loopt het kindcentrum zoals beoogd en wat dient

bijgesteld of geborgd te worden) o Onderzoek naar effecten van kindcentra (worden de doelen van kinderen, ouders,

instellingen en gemeente door het kindcentra bereikt) o Het proces gaande houden door opnieuw te verkennen, steun te zoeken etcetera

(cyclisch werken) o Anders, namelijk …………………………………………………………….

Rol wethouder Welke rol ziet u voor uzelf voor het vormen van kindcentra? …………………………………………………………………………………………………… Welke rol heeft u formeel binnen uw gemeente bij het vormen van kindcentra? …………………………………………………………………………………………………… Wilt u op de schalen aangeven welke werkwijze het meest bij u past bij het vormen van de kindcentra?

Regie bij de wethouder 0 1 2 3 4 5 Regie bij actoren in het veld Stapsgewijze verandering 0 1 2 3 4 5 Radicale verandering Ad hoc besluiten nemen 0 1 2 3 4 5 Continuïteit in besluitvorming Eigen ervaringen sturen 0 1 2 3 4 5 Gebruik van kennis en kennisinstituten Alleen gericht op opvang 0 1 2 3 4 5 Gericht op integrale beleidsvorming (onderwijs, welzijn en jeugdzorg)

Ervaart u draagvlak van de burgers bij het vormen van kindcentra? O helemaal niet O nauwelijks O enigszins O veel Wanneer u wilt, kunt u hier uw antwoord toelichten. …………………………………………………………………………. Ervaart u draagvlak van de lokale partners bij het vormen van kindcentra? O helemaal niet O nauwelijks O enigszins O veel Wanneer u wilt, kunt u hier uw antwoord toelichten.

Page 25: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 25/28

september 2011

SB

…………………………………………………………………………. Op welke manier gaat u binnen de gemeente om met de partners die betrokken zijn bij het vormgeven van de kindcentra? Graag aanvinken welk van de antwoordmogelijkheden (helemaal niet, nauwelijks, enigszins en sterk) er bij uw werkwijze het best passend is. Helemaal

niet Nauwelijks Enigszins Sterk

Als wethouder neem ik het initiatief door te organiseren dat bestuurders hun verantwoordelijkheden nemen

Als wethouder speel ik een verbindende rol naar commerciële en niet commerciële partners

Als wethouder neem ik besluiten op onderdelen (bijvoorbeeld over ruimte of locatiemanagers)

Als wethouder verbindt ik verschillende beleidsterreinen aan elkaar om het beleid voor kindcentra duurzaam te maken

Ik stel financiële ondersteuning in het vooruitzicht wanneer de verschillende partners gaan samenwerken

Anders, namelijk ………………………..

Page 26: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 26/28

september 2011

SB

Handelingsruimte In welke mate is het beleid gericht op het Integraal Kind Centrum ingebed in het lokale beleid? Graag aankruisen welk antwoord voor u het meest van toepassing is. Helemaal

niet Nauwelijks Enigszins Sterk

De ambitie en visie zijn in het meerjarenplan geformuleerd

Het thema staat op de Lokale Educatieve Agenda

Het IKC is onderwerp in het lokale debat Het thema wordt gekoppeld aan beleid op het vlak van (kantelen van) welzijn en eigen kracht

Er wordt regie gevoerd op samenwerkings-processen met lokale partners (op inhoud en verantwoordelijkheden)

Het gemeentelijk sociaal- economisch- en ruimtelijk beleid wordt samenhangend voor dit doel inzetten

Beleidstrajecten worden in dit perspectief geplaatst (zoals OKE, brede school, welzijn, sport, muziek, accommodaties, diversiteit, jeugdzorg)

De (lokale) overheid bemoeit zich niet met de ontwikkeling van kindcentra

Anders, namelijk ………………………..

Te behalen winstpunten Wat ziet u als de drie belangrijkste winstpunten voor de kinderen?

o Rijke leeromgeving o Doorgaande lijn in ontwikkeling o Ruimte voor ontwikkeling van alle talent o Aanbod volgt kind in plaats van het kind dat het aanbod volgt o Extra leertijd waar nodig o Meer diversiteit in speel- en leergroepen o Leuke, veelzijdige dagbesteding met leren, spel, sport en cultuur o Minder verplaatsingen op een dag o Anders, namelijk ………………………..

Wanneer u wilt, kunt u hier uw antwoord toelichten. …………………………………………………………………………. Wat ziet u als de drie belangrijkste winstpunten voor de ouders?

o Dagarrangementen (andere tijden, meer overzicht, minder stress rond brengen en halen)

o Ongebroken werkdag en loopbaan o Pedagogisch partnerschap ouders, begeleiders opvang en school o Ingebouwde advies- en zorgfunctie o Desgewenst oudercursussen in de wijk

Page 27: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 27/28

september 2011

SB

o Anders, namelijk ……………………….. Wanneer u wilt, kunt u hier uw antwoord toelichten. …………………………………………………………………………. Wat ziet u als de drie belangrijkste winstpunten voor de instellingen?

o Koppelingen van instellingen (gezondheidszorg, welzijn, VVE, school) o Haalbare combinatie kerntaken en nevendoelen o Kwaliteitswinst door één visie, doorlopende leerlijnen en soepele doorstroming o Efficiency door combifuncties o Efficiency door combinatie voorzieningen o Grotere tevredenheid personeel en klanten o Anders, namelijk ………………………..

Wanneer u wilt, kunt u hier uw antwoord toelichten. …………………………………………………………………………. Wat ziet u als de drie belangrijkste winstpunten voor gemeenten?

o Versterking synergie tussen onderwijs- en jeugdbeleid o Aantrekkelijk woonklimaat: combinatie werk en zorg van ouders o Aantrekkelijk vestigingsklimaat bedrijven o Efficiëntere inzet welzijns-, sport- en cultuurvoorzieningen door samenhang o Efficiënter gebruik van gebouwen o Behoud voorzieningen in krimpregio’s en kleine kernen o Anders, namelijk ………………………..

Wanneer u wilt, kunt u hier uw antwoord toelichten. …………………………………………………………………………. Mogelijke knelpunten Bij deze vraag wordt u een aantal situaties voorgelegd die in uw gemeente kunnen voorkomen met de organisaties (scholen en kinderopvang ) die deelnemen aan het gesprek over samenwerking rond IKC. Wilt u aankruisen welke situatie(s) voor u actueel zijn binnen de gemeente? Waneer u een situatie hebt aangekruist, vragen we u ook aan te geven in welke mate u deze situatie als knelpunt ervaart.

De situatie is actueel

Deze situatie ervaar ik als knelpunt

Ja Helemaal niet

Nauwelijks Enigszins Sterk

Verschil in visie van deelnemende organisaties (met name scholen, peuterspeelzalen en kinderopvang )

Verschil in cultuur van deelnemende organisaties

Onbereidwilligheid samen te werken met ander(soortige) organisaties

Organisaties hebben verschillende CAO’s Organisaties hebben verschillende financieringsstromen

Onvoldoende focus voor samenwerking Niet kunnen komen tot formele besluiten Sturende rol van gemeente wordt door besturen van kinderopvang en/of scholen niet

Page 28: Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911

Pagina 28/28

september 2011

SB

geaccepteerd Traagheid van proces om samen te gaan werken

Veelheid aan verschijningsvormen en samenwerkingsverbanden

Huisvestingsproblematiek Geen werkelijke samenwerking (‘bedrijfsverzamelgebouw’)

Projectmanagement door gemeente is voor verbetering vatbaar

Projectmanagemen bij partners is voor verbetering vatbaar

De beleidsanalyse die moet leiden tot samenwerking is zwak

Ambities van deelnemers zijn vaag geformuleerd

Wegvloeien deskundigheden en specialistische aanpak van peuterspeelzalen

Meningsverschillen over Verdelen van de verantwoordelijkheden in de uitvoering

Geen bereidheid tot financiële openheid bij betrokkenen

Anders, namelijk ……………………….. Tot slot Wat is op dit moment het meest actuele vraagstuk binnen uw gemeente in het licht van het vormgeven van het IKC? …………………………………………………. Wat pakt u op korte termijn aan in het licht van het vormgeven van het IKC? ………………………………………….