Wetenschappelijk debat noodzakelijk

1
40 TANDARTSPRAKTIJK | SEPTEMBER 2010 REACTIES VAN LEZERS Wetenschappelijk debat noodzakelijk (TP augustus 2013, pag. 12-13) Collega Gruythuysen beschouwt in zijn reactie 'Wetenschap- pelijk debat noodzakelijk' een aantal zaken en plaatst deze in een breder perspectief. Het is goed om behandelbeslissingen die genomen zijn, nader evidence based te evalueren. Dit evalueren was echter in het geval van mijn artikel ‘Cemmy’ (TP juni 2013, pag. 4-7) niet eenvoudig aangezien niet alle wenselijke gegevens voor de evaluatie voorhanden waren: er waren geen lichtfoto’s van de beginsituatie. Deze worden niet standaard gemaakt. De indicatiestelling tot behandeling onder narcose dient uiteraard altijd goed en zorgvuldig te gebeuren, met andere woorden: er dient een rechtvaardiging te zijn om op deze ingrijpende wijze te gaan behandelen. Vaak zal dit een combi- natie zijn van jonge leeftijd, extreme angst en uitgebreide cariësproblematiek, zoals ook bij Cemmy het geval was. De procedure die hiervoor gehanteerd wordt, is dat ouders geïnformeerd worden over en instemmen met de narcose en de daarin voorgestelde behandeling (vandaar het informed consent). Inbedding in een professioneel preventief begeleid voor- en na-traject is echter een absolute voorwaarde. Dit staat goed omschreven in de Richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen. Deze is (ook voor niet-leden) gratis te downloaden op zowel de NMT- als de NVvK-website. Bij Cemmy is er niet gekozen om de laesies in de 4’en vrij te leggen, Duraphat te appliceren en ouders te instrueren thuis tandpasta aan te brengen. Bij (vele) andere patiënten is er wel gekozen voor een non-restauratieve benadering en deze is in veel gevallen succesvol geweest. Wat betreft het gebruik van computergestuurde intraligamen- taire anesthesie sluit ik mij uit eigen ervaring aan wat hierover in de Richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen staat: ‘uit onderzoek van Versloot (2005) bleek bij kinderen met een hoog angstni- veau geen verschil in ervaren van pijn en ongemak tussen een anesthesie met de Wand en traditionele injecties’. Collega Gruythuysen noemt in zijn commentaar een aantal alternatieve behandelmethoden die waarschijnlijk ook had- den kunnen worden toegepast, waarvoor mijn dank. Het delen van meer ervaringen en behandelresultaten vanuit de kinder- tandheelkunde zal zeker bijdragen aan het door hem genoem- de debat. Frederik Parrée Repliek: Met waardering en begrip heb ik kennis genomen van het commentaar van collega Parrée op mijn reactie betreffende de door hem gepresenteerde casus, waarvoor dank. Ik ben het volledig eens met hem wat het gebruik van computerge- stuurde lokale anesthesie betreft. Reden waarom ik deze methode in mijn reactie tussen haakjes had geplaatst. Sommi- ge behandelaars vinden het desondanks prettig deze mogelijk- heid te benutten en daar zal niemand wat op tegen hebben. Verschillende metalen in de mond (TP augustus 2013, pag. 14-18 en pag. 24-26) In het augustusnummer van TP staan twee artikelen over suprastructuren op implantaten, van de hand van respectie- velijk Wim Slot en van Fred Ribôt. In beide artikelen wordt gebruik gemaakt van een combinatie van metalen; in het eerste geval zelfs vele soorten metaal, van zeer edel tot zeer onedel: titanium implantaten en steggen, chroom-kobalt verstevigingsframe, gouden retentieclips. Geeft dit niet een risico op galvanische problemen, bijvoor- beeld extreme corrosie of een metaalsmaak? Volgens mij adviseert de afdeling Materiaalkunde van de ACTA al jaren om zoveel mogelijk maar één soort metaallege- ring in de mond toe te passen. Kees Jaap Hoevers Commentaar: U heeft natuurlijk gelijk dat het niet aan te bevelen is in de mond veel verschillende soorten metalen toe te passen. We hebben ons dan ook beperkt tot materialen in de tandheel- kunde die in combinatie al veel gebruikt worden. In mijn onderzoek hebben we geen slechte ervaringen met deze combinaties gehad. Als echter de hoeveelheid verschillende metalen teruggebracht kan worden is dit wel aan te bevelen. Een klacht als gevolg van de aanwezigheid van de metalen is namelijk niet uit te sluiten. Derhalve gaan we nu ook, zoals in het artikel aangegeven, de kobalt-chroom verstevigingstruc- tuur met de 3D-printtechniek uit titanium vervaardigen. Wim Slot Uiteraard ben ik het met u eens dat de hoeveelheid verschil- lende legeringen in de mond zo min mogelijk zou moeten zijn. Vandaar ook dat mijn voorkeur uitgaat naar het gebruik van titanium vervaardigde (Atlantis) abutments, waarop e.max ZirPresskronen kunnen worden gecementeerd of verschroefd. Omdat abutment en implantaat beide van hetzelfde materiaal zijn, is de kans op galvanische problemen niet waarschijnlijk. In mijn artikel ‘De verschroefde porselein-metaalkroon komt los’ heb ik willen aangeven waar het gevaar bij het gebruik van aangietbare (zgn. cast to) abutments schuilgaat op basis van de mechanische eigenschappen van twee legeringen na het gietproces. De eventuele elektrolytische werking nog buiten beschouwing gelaten. Fred Ribôt De bedoeling van het debat is niet gelijk te krijgen of elkaar vliegen af te vangen, maar om na te gaan hoe we de zorg kunnen verbeteren. Hopelijk delen meer collega’s deze impli- ciete opvatting van Parrée en mij. Nog mooier is het als zij hun ervaringen via casuïstiek willen delen met de lezers van TP. René Gruythuysen

Transcript of Wetenschappelijk debat noodzakelijk

Page 1: Wetenschappelijk debat noodzakelijk

40 TANDARTSPRAKTIJK | SEPTEMBER 2010

REACTIESVAN LEZERS

Wetenschappelijk debat noodzakelijk(TP augustus 2013, pag. 12-13)

Collega Gruythuysen beschouwt in zijn reactie 'Wetenschap-pelijk debat noodzakelijk' een aantal zaken en plaatst deze ineen breder perspectief. Het is goed om behandelbeslissingendie genomen zijn, nader evidence based te evalueren. Ditevalueren was echter in het geval van mijn artikel ‘Cemmy’(TP juni 2013, pag. 4-7) niet eenvoudig aangezien niet allewenselijke gegevens voor de evaluatie voorhanden waren: erwaren geen lichtfoto’s van de beginsituatie. Deze worden nietstandaard gemaakt.

De indicatiestelling tot behandeling onder narcose dientuiteraard altijd goed en zorgvuldig te gebeuren, met anderewoorden: er dient een rechtvaardiging te zijn om op dezeingrijpende wijze te gaan behandelen. Vaak zal dit een combi-natie zijn van jonge leeftijd, extreme angst en uitgebreidecariësproblematiek, zoals ook bij Cemmy het geval was.De procedure die hiervoor gehanteerd wordt, is dat ouders

geïnformeerd worden over en instemmen met de narcose ende daarin voorgestelde behandeling (vandaar het informedconsent). Inbedding in een professioneel preventief begeleid voor- en

na-traject is echter een absolute voorwaarde. Dit staat goedomschreven in de Richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen. Deze is(ook voor niet-leden) gratis te downloaden op zowel de NMT-als de NVvK-website.

Bij Cemmy is er niet gekozen om de laesies in de 4’en vrij teleggen, Duraphat te appliceren en ouders te instrueren thuistandpasta aan te brengen. Bij (vele) andere patiënten is er welgekozen voor een non-restauratieve benadering en deze is inveel gevallen succesvol geweest.

Wat betreft het gebruik van computergestuurde intraligamen-taire anesthesie sluit ik mij uit eigen ervaring aan wat hieroverin de Richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen staat: ‘uit onderzoekvan Versloot (2005) bleek bij kinderen met een hoog angstni-veau geen verschil in ervaren van pijn en ongemak tussen eenanesthesie met de Wand en traditionele injecties’.

Collega Gruythuysen noemt in zijn commentaar een aantalalternatieve behandelmethoden die waarschijnlijk ook had-den kunnen worden toegepast, waarvoor mijn dank. Het delenvan meer ervaringen en behandelresultaten vanuit de kinder-tandheelkunde zal zeker bijdragen aan het door hem genoem-de debat.

Frederik Parrée

Repliek:Met waardering en begrip heb ik kennis genomen van hetcommentaar van collega Parrée op mijn reactie betreffende de door hem gepresenteerde casus, waarvoor dank. Ik benhet volledig eens met hem wat het gebruik van computerge-stuurde lokale anesthesie betreft. Reden waarom ik dezemethode in mijn reactie tussen haakjes had geplaatst. Sommi-ge behandelaars vinden het desondanks prettig deze mogelijk-heid te benutten en daar zal niemand wat op tegen hebben.

Verschillende metalen in de mond(TP augustus 2013, pag. 14-18 en pag. 24-26)

In het augustusnummer van TP staan twee artikelen oversuprastructuren op implantaten, van de hand van respectie-velijk Wim Slot en van Fred Ribôt.In beide artikelen wordt gebruik gemaakt van een combinatievan metalen; in het eerste geval zelfs vele soorten metaal, vanzeer edel tot zeer onedel: titanium implantaten en steggen,chroom-kobalt verstevigingsframe, gouden retentieclips.Geeft dit niet een risico op galvanische problemen, bijvoor-beeld extreme corrosie of een metaalsmaak?Volgens mij adviseert de afdeling Materiaalkunde van deACTA al jaren om zoveel mogelijk maar één soort metaallege-ring in de mond toe te passen.

Kees Jaap Hoevers

Commentaar:U heeft natuurlijk gelijk dat het niet aan te bevelen is in demond veel verschillende soorten metalen toe te passen. Wehebben ons dan ook beperkt tot materialen in de tandheel-kunde die in combinatie al veel gebruikt worden. In mijnonderzoek hebben we geen slechte ervaringen met dezecombinaties gehad. Als echter de hoeveelheid verschillendemetalen teruggebracht kan worden is dit wel aan te bevelen.Een klacht als gevolg van de aanwezigheid van de metalen isnamelijk niet uit te sluiten. Derhalve gaan we nu ook, zoals inhet artikel aangegeven, de kobalt-chroom verstevigingstruc-tuur met de 3D-printtechniek uit titanium vervaardigen.

Wim Slot

Uiteraard ben ik het met u eens dat de hoeveelheid verschil-lende legeringen in de mond zo min mogelijk zou moeten zijn.Vandaar ook dat mijn voorkeur uitgaat naar het gebruik vantitanium vervaardigde (Atlantis) abutments, waarop e.maxZirPresskronen kunnen worden gecementeerd of verschroefd.Omdat abutment en implantaat beide van hetzelfde materiaalzijn, is de kans op galvanische problemen niet waarschijnlijk. In mijn artikel ‘De verschroefde porselein-metaalkroon komtlos’ heb ik willen aangeven waar het gevaar bij het gebruikvan aangietbare (zgn. cast to) abutments schuilgaat op basisvan de mechanische eigenschappen van twee legeringen nahet gietproces. De eventuele elektrolytische werking nogbuiten beschouwing gelaten.

Fred Ribôt

De bedoeling van het debat is niet gelijk te krijgen of elkaarvliegen af te vangen, maar om na te gaan hoe we de zorgkunnen verbeteren. Hopelijk delen meer collega’s deze impli-ciete opvatting van Parrée en mij. Nog mooier is het als zijhun ervaringen via casuïstiek willen delen met de lezers vanTP.

René Gruythuysen