Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

13
Werken met logistiek Deel 1 van 3 : Hoofdstuk 1 t/m 3 Ook verkrijgbaar : Deel 2 : Hoofdstuk 4 tot en met 7 Ook verkrijgbaar : Deel 3 : Hoofdstuk 8 tot en met 12 Bronvermelding : Titel: Werken met logistiek Vijfde druk Auteur: H.M. Visser & A.R. van Goor Uitgever: Wolters-Noordhoff ISBN: 9789001706821 Aantal pagina’s boek: 504 Aantal hoofdstukken boek: 12 De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft. Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek . Wij raden altijd aan het bijbehorende studieboek erbij te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel worden diverse verwijzingen gemaakt naar het studieboek op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt. Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2008 Students Only B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen kan je je wenden per email aan [email protected].

Transcript of Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

Page 1: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

Werken met logistiek

Deel 1 van 3 : Hoofdstuk 1 t/m 3Ook verkrijgbaar : Deel 2 : Hoofdstuk 4 tot en met 7Ook verkrijgbaar : Deel 3 : Hoofdstuk 8 tot en met 12

Bronvermelding:

Titel: Werken met logistiekVijfde drukAuteur: H.M. Visser & A.R. van GoorUitgever: Wolters-NoordhoffISBN: 9789001706821

Aantal pagina’s boek: 504Aantal hoofdstukken boek: 12

De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft. Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden altijd aan het bijbehorende studieboek erbij te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel worden diverse verwijzingen gemaakt naar het studieboek op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.

Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2008 Students Only B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen kan je je wenden per email aan [email protected].

Page 2: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

2

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Logistiek in vogelvlucht pag. 3

Hoofdstuk 2 Demand management pag. 6

Hoofdstuk 3 Logistiek raamwerk pag. 10

Page 3: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

3

Hoofdstuk 1 Logistiek in vogelvlucht

1.1Als het om logistieke trends gaat, zijn er vier uitdagingen: customer-service-explosie(toegevoegde waarde door customer service in de concurrentiestrijd), tijdreductie (o.a. door just-in-timeleveringen), globalisatie (global logistics) en organisatorische integratie. Om te zorgen dat goederen en diensten op het juiste moment en op de juiste locatie beschikbaar zijn, is een uitgekiend lead time management nodig.

1.2De Vereniging Logistiek Management definieert logistiek als het geheel van de organisatie, de planning, de besturing en de uitvoering van de goederenstroom (en de retourstromen) vanaf de ontwikkeling en inkoop, via de productie en distributie naar de eindafnemer. Het doel hiervan is om aan de behoeften van de markt te voldoen en een langdurige relatie met de klant op te bouwen tegen lage kosten en kapitaalgebruik.Vroeger draaide logistiek om effectiviteit en efficiency, maar tegenwoordig is er een verbreding van de logistieke functie. De grenzen tussen de functionele gebieden in een organisatie zijn aan het vervagen, waardoor ook non-profitorganisaties logistieke methoden gebruiken. Ook de bouwsector ziet het nut in van logistiek.In de logistiek wordt uitgegaan van het primaire proces, namelijk de goederenstroom. Hieraan zit direct de gegevensstroom gekoppeld, die weer te herleiden zijn tot de geldstroom.

1.3Organisaties worden vaak als black box gezien. Deze kan worden weergegeven als fysieke stroom, bv. concrete artikelen. Vervolgens kan een organisatie worden ontleed in subsystemen (eenheden die op zichzelf kunnen worden beschouwd zonder dat het leidt tot het verlies van het overzicht op het totaal).

Eerst was het gebruikelijk om de totale goederenstroom tussen oerproducenten en consumenten onder te verdelen in het traject material management en het traject physical distribution management. Bij material management gaat het om het zo efficiënt mogelijk doorvoeren van de grondstoffen- en halffabrikatenstromen en de bijbehorende gegevensstromen in het productieproces. De logistieke kosten worden normaliter uitgedrukt als percentage van de productiewaarde (waarde van het ingekochte materiaal plus de toegevoegde waarde door het bedrijf) of verkoopwaarde (productiewaarde plus de toegevoegde waarde door de marktsector en de winstmarge). De kostenopbouw bestaat o.a. uit de materials handling(opslag en intern transport van grond- en hulpstoffen, halffabrikaten en onderhanden werk) en de productieplanning en –besturing (activiteiten ter beheersing van de productie). Bij physical distribution management gaat het om goederenstromen en de bijbehorende gegevensstromen aan het eind van het productieproces en beginnend bij de consument. De kosten worden meestal uitgedrukt als aandeel van de fysieke-distributiekosten in de verkoopprijs. De kostenopbouw bestaat o.a. uit de rentekosten en de transportkosten.Business logistics wordt ook wel logistiek management genoemd en draait om alle activiteiten voor de beheersing van de ingaande en uitgaande goederenstromen.Producenten onderscheiden material management meestal in inkooplogistiek/aanvoerlogistiek (het beheersen van de goederenstroom en de bijbehorende gegevensstromen) en productielogistiek.

Page 4: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

4

Tegenwoordig is ‘van zand tot klant’ niet meer voldoende vanwege de milieuaspecten. Er wordt dan ook steeds vaker reverse logistics (retourstromen binnen een kringloop) toegepast.Het material management houdt op bij de levering van het gerede product, van waaruit de distributielogistiek verder gaat.

1.4De orderlooptijd in een productiebedrijf hangt o.a. af van het aantal specifieke aanpassingen van een product. Bij handelsondernemingen vinden er geen aanpassingen plaats aan de form, fit en function.Wanneer verschillende onderdelen worden samengevoegd tot een eindproduct, dan wordt er gesproken van een convergente goederenstroom. Bij divergente productie worden specifieke producten gemaakt uit één grondstof (zoals melk). Aan de grondstoffen wordt steeds toegevoegde waarde toegevoegd.Om de beheersing van de productie te versimpelen, kan het aantal leveranciers worden teruggebracht. Zo hebben inkopers veel meer contact met hun leveranciers en kunnen just-in-timeleveringen krijgen.Vroeger was de productie kapitaalintensief, omdat het de productiekosten omlaag bracht. Er kwamen echter hoge kosten bij door het ontstaan van grote tussenvoorraden (rente, ruimte en risico).

Page 5: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

5

1.5Door het clusteren van artikelen op basis van bepaalde gemeenschappelijke kenmerkenkunnen de beste distributiekanalen worden bepaald. Er kan worden gekozen voor landelijke of regionale bevoorradingspunten. In de logistiek speelt de schapindeling in een winkel ook een rol bij het behalen van een zo groot mogelijke winst. Dit speelt o.a. een rol in de levensmiddelendetailhandel. De logistieke structuur in deze branche zijn de minimalisering van filiaalvoorraden en het bestaan van distributiecentra. De beleveringsfrequentie van een supermarkt kan zes maal per week zijn.In de farmaceutische handel zijn er veel meer artikelnummers en wordt er een grotere brutomarge aangehouden.

Page 6: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

6

Hoofdstuk 2 Demand management

2.1Klanten hebben steeds meer wensen en willen steeds vaker en sneller kiezen uit een uitgebreid assortiment. Hierdoor zijn individuele ondernemingen genoodzaakt om samen te werken. Dit kan in de vorm van supply chain management. Hierdoor is het ook nodig om onderscheid te maken tussen een organisatiestrategie en een supply-chainstrategie. De eerste vorm geeft aan wat het doel van een onderneming is, terwijl de laatste aangeeft welk doel de samenwerkende ondernemingen nastreven. De traditionele keten in supply chain management is aanbodgestuurd. Door het belang van de consumentenwensen is een vraaggestuurde keten wenselijker.Supply chain management bestaat uit activiteiten die als doel hebben om alle deelnemers in de keten samen te laten werken om de consument optimaal te bedienen en de gezamenlijke kosten zo laag mogelijk te houden. Supply chain staat voor de keten waardoor materialen en informatie stromen.

Demand chain management heeft te maken met het beheersen van de logistieke keten om de doelstellingen en wensen van consumenten te vertalen in informatie waarop de toeleveranciers in de keten effectief en efficiënt kunnen reageren. Door ketenomkering kan er een demand chain worden gemaakt van de supply chain. De demand chain vertaal de doelstellingen en wensen van de klant in informatie waarop de toeleverancier kan reageren.Dit concept sluit goed aan op de mass-customization (massa-individualisering).Demand en supply chain management kunnen worden samengevoegd als verbinding van onafhankelijke klanten en leveranciers om waarde te creëren en verspilling te reduceren door het vrijwillig coördineren van de doelen en activiteiten van de organisaties in de keten. Zo kan waarde worden gecreëerd voor de consument (customer value). Een belangrijke functie van demand management is de vraagvoorspelling. Met software en historische data kan de toekomstige vraag worden berekend. Als er veel verschillende producten worden gemaakt of verkocht, dan is een geautomatiseerd vraagvoorspellingssysteem zinvol. Valkuilen van vraagvoorspellingssystemen zijn o.a. het laten meewegen van te veel details en marketing-production allignment (afstemmen van de marketingstrategie en de productieplanning). Het beste kan one number planning worden toegepast. Hierin worden de productieplanning, het voorraadbeheer en de marketing gesynchroniseerd aangepakt.

2.2Door de massa-individualisering is er een customer-firstfilosofie ontstaan. Dit staat ook bekend als efficient consumer response (ECR). Bij massa-individualisering wordt er maatwerk geleverd voor de prijs van confectie. Het voldoen aan de wensen en specificaties van klanten wordt customizing genoemd en het standaard product commodity.Er zijn twee trends die de massa-individualisering verklaren: de individualisering (een steeds heterogenere vraag) en de onvoorspelbaarheid (steeds minder gebondenheid aan specifieke producten).ECR bestaat uit de rubrieken demand, supply en ondersteunende technieken. Aan de vraagzijde gaat het vooral om het verbeteren van de commerciële processen tussen handelspartners in de keten. Aan de aanbodzijde gaat het om het verbeteren van de logistieke en productieprocessen in de keten. De ondersteunende technieken zijn gericht op het hanteren van een basistaal en een infrastructuur voor het coderen van de berichten, het elektronisch uitwisselen van berichten en het elektronisch bankieren.

Page 7: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

7

Aan de vraagzijde zijn er vier verbeterconcepten, namelijk de optimalisatie van het assortiment, de verbetering van promotionele acties, de optimalisatie van productintroducties en de verbetering van de demand management capabilities.

2.3In het productiebeleid vinden productbeslissingen plaats die te maken hebben met de productlevenscyclus (PLC). De levensduur van elk product bestaat uit vijf fasen, namelijk de introductie of push-fase (weinig bekendheid), de groei of pull-fase (begint bekendheid te krijgen), de rijping of cost-fase (zo goedkoop mogelijk werken door concurrentie), de verzadiging of extra’s-fase (nauwelijks toename van afzet door felle concurrentie) en tenslotte het verval of de cashfase (afname verkoop).De logistiek voor de productlevenscyclus richt zich op software voor het product life-cycle management (PLM). De PLM kan worden gezien als een groot informatiesysteem. Hierin wordt geprobeerd om het product data management (PDM) naadloos te koppelen aan de enterprise resources planning. Deze koppeling voorkomt veel misverstanden en fouten in de productie en het inkooptraject.De afdeling engineering is vaak slecht gekoppeld aan de rest van de organisatie, al zijn er wel CAD/CAM-koppelingen. Dit houdt in dat geautomatiseerde productiesystemen rechtstreeks worden aangestuurd door data uit de PDM die aan de grondslag van de ontwerppakketten ligt.

Productontwikkeling is een vorm van technologische innovatie. Er wordt dan succesvol een nieuw product geïntroduceerd op de markt of er wordt een nieuw productieproces economisch doeltreffend aangewend in een bepaald productiesysteem. Innovatie wordt dus onderverdeeld in productinnovatie en procesinnovatie. Tijdens het innovatieproces wordt er logistiekvriendelijk ontworpen om de logistieke kosten laag te houden.

Producten zijn artikelen in het productieprogramma van de fabrikant of het handelsprogramma van een handelsbedrijf die als zelfstandige eenheid wordt gezien. Een verzameling producten met een nauwe samenhang op grond van productie- en/of afzetcriteria wordt productgroep genoemd. Een verzameling productgroepen wordt assortimentgenoemd.Productgroepen hebben een breedte en een diepte. De breedte omvat het aantal verschillende artikelen, terwijl de diepte betrekking heeft op het gemiddelde aantal varianten van een artikel in een productgroep.Wanneer het kwaliteit- en prijsniveau van bestaande producten wordt verhoogd, is er sprake van grading-up. Bij een uitbreiding en/of aanpassing van het huidige assortiment met producten die een lager kwaliteit- en prijsniveau hebben, is er sprake van grading-down.Hoe de producten in een totaalassortiment worden gepositioneerd, wordt bepaald in de portfoliobenadering. De Boston Consultancy Group (BCG) deelt het assortiment in op basis van de omzetgroei van de totale markt en het relatieve marktaandeel van het eigen product.Met deze twee criteria kan een BCG-matrix worden samengesteld. In deze matrix komen de ster (hoog marktaandeel in een markt met een hoge groei), de melkkoe (hoog marktaandeelin een verzadigende markt), het vraagteken (laag marktaandeel in een snelgroeiende markt) en de winkeldochter (zwakke marktpositie en weinig groeipotentie) voor.Producten en markten kunnen worden gecombineerd. Dit wordt product-marktcombinatie (pmc) genoemd. Een begrip dat hierin wordt gebruikt is marktpenetratie: het dieper doordringen in een bestaande markt van bestaande producten door meer af te zetten. Een tweede begrip is marktontwikkeling: het ontwikkelen of aanboren van nieuwe markten voor bestaande producten.

Page 8: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

8

Bij productontwikkeling worden nieuwe producten gelanceerd op bestaande markten.Diversificatie houdt in dat nieuwe producten worden geïntroduceerd op nieuwe markten.

2.4In een branche zijn er meerdere distributiekanalen, die een distributiestructuur vormen. De weg die een product aflegt van producent naar consument wordt distributiekanaalgenoemd. Deze weg kan direct zijn (postorderverkoop) of indirect via detaillisten (verkoop aan gezinshuishoudingen), grossiers (wederverkoop aan bedrijfshuishoudingen) en importeurs (groothandel). Wanneer grossiers de taak van detaillisten binnen een distributiekanaal overnemen of die van de producent, dan wordt respectievelijk van voorwaartse en achterwaartse integratie gesproken. Het tegenovergestelde van integratie is differentiatie. Daarnaast kunnen grossiers in verschillende distributiekanalen samenwerken. Dit wordt parallellisatie of horizontale integratie genoemd. Het tegenovergestelde hiervan is specialisatie.Met het distributiegetal (een kengetal) wordt aangegeven hoeveel wederverkopers/handelaren een product van een leverancier in het assortiment heeft.

2.5De customer service omvat alle factoren die het proces van het beschikbaar en geschikt maken van een product voor een klant beïnvloeden. Het is een klantgerichte ondernemingsfilosofie die de elementen van het raakvlak van de klanten integreert en beheerst, terwijl binnen een vooraf vastgesteld optimum van kosten en service wordt gebleven. De elementen van customer service zijn de pretransactie-elementen, de transactie-elementen en de posttransactie-elementen. De maatstaf voor de uitvoering van klantenorders volgens de algemeen aanvaarde leveringsvoorwaarden wordt servicegraad genoemd.

2.6Het elektronisch uitvoeren van transacties via de moderne informatietechnologie wordt E-business genoemd. De toepassing van marketing en verkoop wordt aangeduid met E-commerce. De logistieke aspecten hiervan omvatten o.a. de elektronische presentatie van goederen en diensten en de onlinebetalingen en transactieafhandelingen. De marketingmix van e-commerce bestaat uit plaats, product, prijs en promotie en verliezen niet hun waarde als traditionele marktinstrumenten.Logistiek in de e-commerce wordt ook wel e-logistics of e-fullfillment genoemd en is facilitair.De e-business heeft ervoor gezorgd dat de logistiek is veranderd. E-tailers hebben steeds meer pakjes af te leveren, omdat de levertijd kort en flexibel is (door het internet).E-logistics bestaan uit drie deelsystemen, namelijk voorraden (voorraadbeheer), warehousing (e-warehousing of virtual warehousing) en transport. Drie factoren die de e-logistics beïnvloeden, zijn: de richting van de ketenintegratie (voorwaarts of achterwaarts), de veranderingen voor de schakels in de keten en de diversiteit in het productaanbod.

Page 9: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

9

2.7Vraagvoorspellingen worden nauwkeuriger als ze geaggregeerd zijn. Er wordt dan gelaagdheid aangebracht of samengevoegd. Ook een kortere voorspelhorizon zal de vraagvoorspellingen nauwkeuriger maken.De vier voorspelmethoden die kunnen worden gebruikt zijn: intuïtie (meest gebruikt), kwalitatieve modellen, causale modellen en tijdreeksmodellen. Tijdreeksmodellen kunnen het voortschrijdend gemiddelde (gemiddelde van recente waarnemingen), het gewogen voortschrijdend gemiddelde (de laatste waarnemingen krijgen een hoger belang) of exponentiële vereffening (afnemend verschil tussen de laatst voorspelde waarde en de laatst gemeten waarde) zijn. De voorspelafwijking geeft aan wat de kwaliteit van de voorspellingen zijn. De gemiddelde voorspelafwijking wordt ook wel mean absolute deviation (MAD)genoemd. Daarnaast kan de kwadratische voorspelafwijking worden bepaald. Dit wordt ook wel mean square error (MSE) genoemd.

Page 10: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

10

Hoofdstuk 3 Logistiek raamwerk

3.1Wanneer er ontevredenheid is over de huidige logistieke prestaties, dan kan een logistiek concept worden ontwikkeld. Er worden externe en interne doestellingen vastgesteld. De interne doestelling kan bv. zijn: het behalen van de externe doelstellingen tegen zo laag mogelijk kosten. Het vinden van het evenwicht in het realiseren van zowel de interne als de externe doelstellingen wordt in het logistiek management uitgevoerd. Hierin bevinden zich vier aandachtsgebieden, namelijk de fysieke inrichting of grondvorm (de fysieke kenmerken van relevante faciliteiten), de beheersing (aansturing en bewaking van primaire processen), de informatievoorziening en de personele organisatie (coördinatie tussen de logistiek en andere functies in een organisatie). De invulling van deze aandachtsgebieden is bepalend voor de logistieke performance (het behalen van de logistieke doelstellingen). De prestatie wordt gemeten aan de hand van logistieke prestatie-indicatoren. Als er op een samenhangende manier beslissingen worden genomen hierover, dan is er sprake van een logistiek concept. Om tot een integraal logistiek concept te komen, moet de onderneming een concurrentiestrategie hebben en de bijbehorende logistieke doelstellingen bepalen.

Logistieke doelstellingen kunnen als hoofddoelstelling worden geformuleerd. Deze kan in meerdere doelstellingen van de logistiek worden onderverdeeld.De tevredenheid van een klant wordt sterk beïnvloed door de leveringsbetrouwbaarheid. De looptijd en de flexibiliteit zijn echter ook van invloed.

3.2De logistieke grondvorm bezit o.a. de elementen: primaire processen van inkoop tot en met nazorg, de locatie van de voorraadpunten en de goederenbewegingen tussen processen en voorraadpunten. De soorten grondvormen die kunnen worden onderscheiden, zijn: de pijplijn (één ononderbroken proces), de keten (breuklijnen in de goederenstroom), shared resource(gemeenschappelijke capaciteitsbron in keten van twee verschillende product-marktcombinaties), convergentie (assemblageproces met input vanuit verschillende toeleveringsprocessen), divergentie (één proces is toeleverancier voor verschillende andere processen) en netwerk (zowel divergentie als convergentie).Bij de vereenvoudiging van de grondvorm speelt de klantenorderontkoppelpunt (KOOP)een rol. Dit punt geeft aan hoever een klantenorder doordringt in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product/dienst. Mogelijke vormen zijnstroomafwaarts (voorraad wordt dicht bij de klant gehouden) of stroomopwaarts (voorraad dicht bij de leverancier). Standaardisatie (zoveel mogelijk standaardproducten op dezelfde manier produceren) maakt voorspellen makkelijker. Na de KOOP moet zo snel mogelijk worden geproduceerd, waardoor flexibiliteit nodig is.Daarnaast is er een levertijdrisico.

De fysieke goederenstroom moet door een pijpleidingensysteem worden verplaatst, voordat het bij de afnemers terecht kan komen. Hierbij speelt de keuze voor een distributienetwerk of –kanaal ook een rol. Het aantal schakels hierin verschilt en kan een commerciële grondvorm vormen.

Page 11: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

11

3.3In de logistieke besturing kan worden gepeild wat klanten willen gaan gebruiken (voorwaartse koppeling). Er wordt gemeten hoeveel voorraad nog in de pijplijn zit om te bepalen wat de komende tijd nodig is. Dit wordt de pushmethode genoemd en staat ook wel bekend als material requirements planning (MRP-I). Bij de pullmethode of terugkoppeling komt de bevoorrading pas op gang als de klant een product afneemt.

Voorraadpunten kunnen worden aangestuurd vanuit de klassieke benadering. Elk voorraadpunt wordt dan apart aangestuurd in combinatie met het productieproces dat erbij hoort. Daar tegenover staat de integrale benadering, waarbij alle voorraadpunten centraal worden aangestuurd.

3.4In de logistiek kunnen planningssystemen worden toegepast om het aantal overbodige activiteiten te verminderen. Bij de economic order quantity (EOQ) wordt er uitgegaan van de voorspelde vraag. Het tweede systeem, material requirements planning (MRP-I), berekent de afhankelijke vraag m.b.v. de vraag naar een product met een onafhankelijke voorspelbare vraag en tijd. Daarnaast bestaat de manufacturing resources planning (MRP-II) die is uitgebreid met een benodigde capaciteit. Het vierde planningssysteem is distribution resources planning (DRP) en ondersteunt de coördinatie met het distributienetwerk. Bij enterprise resources planning (ERP) wordt een informatiestroom bewerkstelligd tussen alle functies binnen een bedrijf. Tenslotte bestaan er informatiesystemen die na ERP komen. Dit kunnen advanced planning and scheduling (APS) -een intelligent softwarenpakket- en service oriented architecture (SOA) –meestal een webservice- zijn.

3.5Als het material management ondergeschikt is aan de productie, dan is er sprake van decentralisatie van de logistieke functie. Hier kleven echter bezwaren aan, waardoor centralisatie handiger is. Er wordt dan een logistieke manager met meerdere bevoegdheden aangesteld. Marketing bestaat o.a. uit fysieke distributie.

3.6In de functionele organisatie hadden de afdelingen ieder hun eigen taak in de productiebewerking. Hierdoor was er weinig afstemming. Een verkorting van de doorlooptijd was echter nodig om de concurrentiepositie scherp te houden. De goederen en diensten moesten zoveel mogelijk blijven stromen door de keten. APS is een geschikte methode om dit te bewerkstelligen.

3.7De winstgevendheid van een onderneming wordt vaak uitgedrukt als de return on investment (ROI). De invloed die de logistiek hierop heeft, kan worden bepaald met een DuPont-analyse. Hierin wordt de winst als de resultante van het verschil tussen de omzet en de kosten berekend. Het vermogen wordt onderverdeeld in vlottende activa (bv. voorraden) en vaste activa (bv. gebouwen).Er zijn vier logistieke invloeden op het ondernemingsresultaat, namelijk marktverbreding, kostenverlaging, omloopsnelheidverhoging en uitbesteding van bepaalde activiteiten.

Page 12: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

12

In de DuPont-analyse wordt de ROI berekend als resultante van de brutowinstmarge maal de omloopsnelheid van het vermogen. Zie: hfst. 3; blz. 135; Werken met logistiek; Visser & Van Goor voor een DuPont-schema van een machinefabriek. Met dit schema kan worden gekeken wat de oorzaken zijn van de ROI-prestatie.Het is gebleken dat besparingen in de logistiek het eindresultaat van een onderneming enorm kunnen beïnvloeden. Dit wordt ook wel het hefboomeffect genoemd.

3.8In een Pareto-analyse worden de kosten nauwkeurig toegewezen om te kijken of de omzet en de winst dezelfde kant op wijzen. De vraag- en omzetsnelheid kan per product veel verschillen. Hierbij geldt de 80/20-regel (20% van de producten levert 80% van de omzet).Deze regel kan worden uitgewerkt in een ABC-analyse, waarbij producten worden onderverdeeld in veel, middelmatig en weinig gevraagde producten.

De bijdrage die een product aan de dekkingsbijdrage van het totale assortiment levert, bepaalt meestal de winstgevendheid. Dit is vrij moeilijk, omdat producten onderling van elkaar kunnen afhangen. Voordat er een definitieve eliminatiebeslissing kan worden genomen, moet dus worden gekeken naar de invloed van een product op de hele organisatie en die op de andere producten in het assortiment.De ABC-analyse kan ook worden toegepast voor de bestelpolitiek, de magazijnindeling en de opslagpolitiek.

Page 13: Werkenmetlogistiek Visser 1 63841

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !Bron: Werken met logistiek – H.M. Visser & A.R. van Goor

13

3.9Het supply chain operations reference (SCOR) heft als doel logistieke en supply-chainprocessen op te zetten, te beheersen en te verbeteren. Met benchmarking kunnen de prestaties van de ondernemingen met elkaar worden vergeleken.De SCOR bestaat uit drie niveau’s, namelijk het proces, de procescategorie en het proceselement. Het eerste strategische niveau bestaat uit de vier hoofdprocessen: plan, source, make en deliver.