werkblaadje inhoud derde leerjaar

4
Naam: ………………………… Werkblaadje: inhoud: liter en deciliter Afspraken: - Er zijn verschillende taken: De materiaalmeester: gaat om het materiaal, helpt bij het vasthouden van het materiaal, brengt het materiaal terug De schatter: schat als eerste, daarna schatten de anderen De meter: voert de opdracht uit De verslaggever: Noteert zijn schatting en het resultaat van het meten - Na elke opdracht wissel je van taak: De materiaalmeester wordt schatter De schatter wordt de meter De meter wordt de verslaggever De verslaggever wordt materiaalmeester Opdracht 1: Hoeveel deciliter heb je nodig om het likeurglas te vullen tot aan het streepje? Materiaalmeester: - ga om het likeurglas ik schat: Ik heb minder dan / juist / meer dan … deciliter nodig om het likeurglas te vullen. ik meet: Ik heb minder dan / juist / meer dan … deciliter nodig om het likeurglas te vullen. 1

description

Dit is een zelfgemaakt werkblaadje wiskunde metend rekenen voor het derde leerjaar. De inhoudsmaten liter en deciliter worden hier ingeoefend.

Transcript of werkblaadje inhoud derde leerjaar

Page 1: werkblaadje inhoud derde leerjaar

Naam: …………………………

Werkblaadje: inhoud: liter en deciliter

Afspraken:

- Er zijn verschillende taken: De materiaalmeester:

gaat om het materiaal, helpt bij het vasthouden van het materiaal, brengt het materiaal terug

De schatter: schat als eerste, daarna schatten de anderen

De meter: voert de opdracht uit

De verslaggever: Noteert zijn schatting en het resultaat van het meten

- Na elke opdracht wissel je van taak: De materiaalmeester wordt schatter De schatter wordt de meter De meter wordt de verslaggever De verslaggever wordt materiaalmeester

Opdracht 1:

Hoeveel deciliter heb je nodig om het likeurglas te vullen tot aan het streepje?

Materiaalmeester:- ga om het likeurglas

ik schat: Ik heb minder dan / juist / meer dan … deciliter nodig om het likeurglas te vullen.ik meet:Ik heb minder dan / juist / meer dan … deciliter nodig om het likeurglas te vullen.

1

Page 2: werkblaadje inhoud derde leerjaar

Naam: …………………………

Opdracht 2:

Hoeveel deciliter kan er in de wijnfles?

Materiaalmeester:- ga om de wijnfles

Ik schat: Er kan minder dan / juist/ meer dan … deciliter in de wijnfles.ik meet:Er kan minder dan / juist / meer dan … deciliter in de wijnfles.

Opdracht 3:

Hoeveel deciliter heb je nodig om het apothekersflesje te vullen tot aan het streepje?

Materiaalmeester:- ga om het apothekersflesje

ik schat: Ik heb minder dan / juist / meer dan … deciliter nodig om het apothekersflesje te vullen.ik meet:Ik heb minder dan / juist / meer dan … deciliter nodig om het apothekersflesje te vullen.

Opdracht 4:

Hoeveel liter kan er in de grote frisdrankfles?

Materiaalmeester:- ga om grote frisdrankfles

Ik schat: Er kan minder dan / juist/ meer dan … liter in grote frisdrankfles.

ik meet:Er kan minder dan / juist / meer dan … liter in grote frisdrankfles.

Opdracht 5:

Hoeveel deciliter heb je nodig om de pollepel te vullen tot aan het streepje?

2

Page 3: werkblaadje inhoud derde leerjaar

Naam: …………………………

Materiaalmeester:- ga om de pollepel

ik schat: Er kan minder dan / juist / meer dan … deciliter in de pollepel.ik meet: Er kan minder dan / juist / meer dan … deciliter in de pollepel.

Opdracht 6:

Hoeveel liter kan er in de doos?

Materiaalmeester:- ga om het brik melk

Ik schat: Er kan minder dan / juist/ meer dan … liter in de doos.ik meet:Er kan minder dan / juist / meer dan … liter in de doos.

3

Page 4: werkblaadje inhoud derde leerjaar

Naam: …………………………

Noteer in elke kolom een voorwerp waarvan de inhoud is gemeten.

< 1 dl = 1 dl > 1 dl

< 1 l

= 1 l > 1 l

.................

.................

.................

.................

....................

....................

....................

....................

.................

.................

.................

.................

....................

....................

....................

....................

....................

....................

....................

....................

Om te onthouden:

1 l = 10 dl

1 l = .....................................................................................

.....................................................................................

.....................................................................................

1 dl = .....................................................................................

.....................................................................................

.....................................................................................

4