wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewTot slot toont de lkr. kort een...

25
KAREL DE GROTE HOGESCHOOL Professionele bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Onderwijsgroep Welzijn, Onderwijs en gezondheid Campus Zuid, Brusselstraat 45 - 2018 Antwerpen T: 03/613.14.66 M: [email protected] W:http://praktijkweb.kdg.be LESVOORBEREIDING nr: Naam: Nathalie Sel Stage: FLE X Klasgro ep: - School: Sint-Jozef Borsbeek De Robiannostraat 11 2150 Borsbeek Leerjaar : 5 Aantal lln.: 20 Datum: donderdag 1 september 2016 Mentor: Meester Steven Uur: van 14.15u tot 15.15u Leergebi ed/ ontwikke lveld Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld./ Ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid Leerdome in/ ontw.the ma: Oriëntatie op techniek/ Onderzoekcompetent ie Lesonder werp: Techniek theater: Katrollen Bedenkingen door de mentor (Mentor: enkel de conclusie v/d feedback noteren, de concrete feedback wordt vermeld in de lesvoorbereiding zelf.) Beginsituatie (leerlingspecifieke gegevens - voorkennis van de klasgroep - organisatie) Deze les situeert zich binnen het thema ‘theater van WO’. De term ‘trekken’ is al kort aangehaald in de vorige les. De lln. hebben nog niet eerder gewerkt rond katrollen. De lln. hebben wel al eerder opzoek werk verricht op de computer. Situering in het leerplan en de leergebiedoverschrijdende eindtermen (Geef de juiste leerplandoelen weer. Per dag situeer je minstens 1 les in de leergebiedoverschrijdende eindtermen.) 1

Transcript of wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewTot slot toont de lkr. kort een...

KAREL DE GROTE HOGESCHOOLProfessionele bachelor in het onderwijs: lager onderwijsOnderwijsgroep Welzijn, Onderwijs en gezondheidCampus Zuid, Brusselstraat 45 - 2018 AntwerpenT: 03/613.14.66 M: [email protected] W:http://praktijkweb.kdg.be

LESVOORBEREIDING nr:

Naam: Nathalie Sel Stage: FLEX Klasgroep: -

School: Sint-Jozef Borsbeek De Robiannostraat 112150 Borsbeek

Leerjaar: 5 Aantal lln.:

20

Datum: donderdag 1 september 2016

Mentor: Meester Steven Uur: van 14.15u tot 15.15u

Leergebied/ ontwikkelveld

Ontwikkeling van oriëntatie op dewereld./ Ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid

Leerdomein/ ontw.thema:

Oriëntatie op techniek/Onderzoekcompetentie

Lesonderwerp:

Techniek theater: Katrollen

Bedenkingen door de mentor (Mentor: enkel de conclusie v/d feedback noteren, de concrete feedback wordt vermeld in de lesvoorbereiding zelf.)

Beginsituatie (leerlingspecifieke gegevens - voorkennis van de klasgroep - organisatie)

Deze les situeert zich binnen het thema ‘theater van WO’. De term ‘trekken’ is al kort aangehaald in de vorige les. De lln. hebben nog niet eerder gewerkt rond katrollen. De lln. hebben wel al eerder opzoek werk verricht op de computer.

Situering in het leerplan en de leergebiedoverschrijdende eindtermen (Geef de juiste leerplandoelen weer. Per dag situeer je minstens 1 les in de leergebiedoverschrijdende eindtermen.)

Ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid OnderzoekscompetentieIVoc2 Exploreren en experimenteren in de wereld rondom zichIVoc3 Onderzoeksvragen formuleren, naar een antwoord zoeken en bevindingen formuleren

Ontwikkeling van oriëntatie op de wereldOriëntatie op techniek OWte2 Onderzoeken en illustreren volgens welke technische principes en natuurlijke verschijnselen eenvoudige technische systemen gemaakt zijn.

1

OWte4 Vanuit een behoefte een technische oplossing bedenken voor een probleem, daarbij de verschillende stappen van het technisch proces doorlopen.

Kerndoel (Streef naar maximum 4 kerndoelen die je op het einde van de les wil bereiken. Nummer de kerndoelen.) (Evalueer na de les of de leerlingen de kerndoelen al dan niet bereikt hebben door de kerndoelen te markeren.)

De lln. durven zelf initiatief te nemen bij het onderzoek naar katrollen en proberen ideeën uit. De lln. gaan samen in overleg over hun ideeën en de al verwezenlijkte creaties: Ze reflecteren en overleggen

samen. De lln. komen het technisch systeem achter de katrol te weten en ontdekken hoe een katrol werkt. De lln. kunnen zelf een onderzoeksvraag opstellen die ze vervolgens gaan proberen te beantwoorden.

Pijlers van de krachtige leeromgeving (Kruis aan welke pijlers van de krachtige leeromgeving expliciet verwerkt zitten in je les. Integreer minimum 3 zinvolle pijlers.)

V PIJLERS V/D KRACHTIGE LEEROMGEVING N☒ Positief en motiverend klasklimaat: de leerlingen worden voldoende gemotiveerd bij de start en tijdens de les. ☐☒ Werkelijkheidsnabij en wereld geörienteerd: de inhoud wordt gekaderd binnen of gelinkt aan herkenbare situaties en/of

ervaringen.

☒ Leerlingenactiviteit: de leerlingen worden actief bij de les betrokken. ☐☒ Leerlingeninitiatief: er is ruimte voor inbreng van de leerlingen. ☐☐ Herhaling en geleidelijkheid: er wordt aangesloten bij de voorkennis v/d leerlingen + de leerinhoud wordt inzichtelijk

en geleidelijk aangebracht.☐

☐ Differentiatie en individualisering: de leerlingen worden op hun eigen niveau uitgedaagd en/of begeleid. ☐☐ Waarden-vol en betekenisvol vanuit het lesonderwerp of opbouw van de les, is er aandacht voor waarden en normen. ☐x SAMEN LEREN

EXPRESSIE

INTEGRATIE.

Bronnen (Notering volgens de APA-normen: handboeken, naslagwerken, www, documentatie v/d stageschool of hogeschool, …)

Katholiek Onderwijs Vlaanderen. (z.j.). Zill Katholiek Onderwijs Vlaanderen: Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld. Opgeroepen op 24 November 2017, https://zill.katholiekonderwijs.vlaanderen/#!/leerinhoud/OW.

Katholiek Onderwijs Vlaanderen. (z.j.). Zill Katholiek Onderwijs Vlaanderen: Initiatief en verantwoordelijkheid . Opgeroepen op 5 December 2017, https://zill.katholiekonderwijs.vlaanderen/#!/leerinhoud/IV.

Bijlagen (Geef kort aan welke bijlagen bij deze lesvoorbereiding horen.)

1. Opdrachten fiches + benodigdheden per fiche

2

3

Bordschema (Zo ziet je bordplan eruit op het einde van de les. Bij gebruik van het digibord: voeg alle ‘slides’ toe, dus niet enkel het bordboek.)

- Filmpje katrollen:https://www.youtube.com/watch?v=9T7tGosXM580:10 – 3:20

- Filmpje katrollen in het theater:https://www.youtube.com/watch?v=p4DeZir8Pdc0:10 – 1-:27

4

FASE 1: Instap katrollen ontdekken Concrete lesdoelen:

De lln. zien voor zich verschillende zaken op en neer gaan in het filmpje en het minitheater via katrollen. (Kennismaking)

De lln kunnen verwoorden waarvoor katrollen en trekken worden gebruikt in het theater.

Materiaal:

Filmpje katrollen in theater Katrollen bevestigd op tafeltje -> Minitheater

- Trekken aan katrollen-> lange buis boven ‘podium’- Mannetje aan katrol -> één enkele katrol en haakje

- Afbeelding decor om aan trekken te hangen- Mannetje om te laten ‘vliegen Theaterdoek met katrollen

Werkvorm(en):

Kijken naar filmpje en demonstratie

Groeperingsvorm(en):

Klassikaal

Leerinhoud(Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.)

Beelden filmpje katrollen en trekken binnen theater: Voorbeeld demonstratie minitheater:

De lkr. laat het decor zakken via een buis (=de trekken van het theater) bevestigd aan drie katrollen. Vervolgens laat de leerkracht een mannetje opkomen via een katrol.

Informatiefilmpje:o Katrol = Pulley in het engelso Een katrol kan ook gebruikt worden bij een waterput.o Een katrol bestaat uit een draaiend onderdeel waarover het touw wordt gehesen. o Vaste katrol[bewerken]

De vaste katrol is bevestigd aan een vast punt; bijvoorbeeld de top van een hijskraan.o Losse katrol[bewerken]

De losse katrol wordt bevestigd aan de last, die verplaatst moet worden. Deze zal dus meebewegen met de last.

Principes binnen filmpje:o Bij een vaste katrol blijft het gewicht hetzelfde maar veranderd de trekrichting. o Bij een losse katrol wordt het licht verdeeld en dusdanig gedragen door twee trekpunten: Ieder draagt de

helft (aanknooppunt en persoon die trekt).o Hoe meer katrollen je inschakelt hoe meer het gewicht wordt verdeeld en hoe kleiner de trekkracht.

Timing Onderwijsleeractiviteiten(Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen, vragen, (voor)doen,…, alsook alles wat de leerlingen zullen doen, antwoorden,

… .)

7’

Lkr. stelt katrollen (oppervlakkig) voor in drie stappen:

1. Vanuit het theater wordt er eerst een filmpje getoond waarin de trekken en decorstukken op en neer gaan via katrollen. (Link met de werkelijkheid binnen het theater).

5

2. De lkr. gaat na het filmpje meteen over tot een korte ‘show’ binnen het zelfgemaakte minitheater waaraan echte katrollen zijn bevestigd. De katrollen zijn zoals in het echte theater afgeschermd zodat het publiek deze niet kunnen zien. De lkr. laat het decor zakken via een buis (=de trekken van het theater) bevestigd aan drie katrollen. Vervolgens laat de leerkracht een mannetjes opkomen via een katrol.

3. Tot slot toont de lkr. kort een cartoonfilmpje dat 3 principes van katrollen toont: hoe het gewicht wisselt van kant bij een vaste katrol maar wel hetzelfde blijft, hoe het gewicht verdeeld wordt bij een losse katrol en tot slot hoe meer katrollen je bevestigd hoe kleiner het trekgewicht wordt.

Praktisch: Engelstalig dus het geluid wordt afgezet en de lkr. vertelt de tekst in het Nederlands tijdens dat het filmpje zich afspeelt.

Dit wordt nog niet besproken. Het is een eerste kennismaking. Verder gaan de lln. zelf aan de slag en op onderzoek uit met deze informatie binnen de hoeken.

6

FASE 2: Zelf op onderzoek uitgaan Concrete lesdoelen:

De lln. durven zelf initiatief te nemen bij het onderzoek naar katrollen en proberen zelf zaken uit.

De leerlingen gaan samen in overleg over hun ideeën en de al verwezenlijkte creaties: Ze reflecteren en overleggen samen.

De lln. kunnen het technisch systeem achter de katrollen verwoorden en vertellen zo hoe een katrol werkt.

Materiaal:

Fiches hoeken Nummeringsbladeren hoeken + aanduiding

aantal groepjes Materialen in hoeken (Zie opdracht fiches ‘Wat

heb je nodig’.)

Werkvorm(en):

Hoekenwerk

Groeperingsvorm(en):

In groep (duo’s)

Leerinhoud(Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.)

Inhoud opdrachten: Zie opdrachtfiches bijlage 1 Kerncomponenten en informatie van een katrol bijlage 2 Alle hoeken: Ondervindingen bij proefjes en opzoekwerk. Hoek 4: Eén hoek heeft een vaste oplossing: Oplossing hoek 4:

Hoek 2: Een onderzoeksvraag:- Eerst gaan we vrij uitproberen en de mogelijkheden verkennen- We gaan een onderzoeksvraag opstellen en proberen een antwoord te zoeken.* Een waarbij je een onderzoek moet voeren om het antwoord te weten te komen.* Een goede onderzoeksvraag:

deze hoek wordt goed begeleid door de leerkracht (Om leerlingen te stimuleren om een vraag op te stellen na het exploreren.)

Hoek 1: Waar komen katrollen allemaal voor? Enkele mogelijke antwoorden:

7

Lift, Hijskraan, kabelbaan, roltrap, rollercoaster, waterput, ladderlift,…

Timing Onderwijsleeractiviteiten(Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen, vragen, (voor)doen,…, alsook alles wat de leerlingen zullen doen, antwoorden,

… .)

40’

Voorstellen:

De lkr.: Er zijn vier hoeken in de klas waar je opdrachten mag gaan uitvoeren rond katrollen. De lkr. duidt vier hoeken aan. De lkr: Bij elke hoek ligt een opdrachtenblad met uitleg wat je in die hoek mag doen. De lkr toont een opdrachtenblad.

De lkr. ligt hoek 2 toe waarbij de leerlingen een onderzoeksvraag moeten formuleren:- legt uit dat ze zoals op het blad staat eerst vrij mogen uitproberen en daarna een onderzoeksvraag kunnen opstellen. - De leerkracht ligt toe wat dit is en wat de criteria hiervoor kunnen zijn.- Ze vormen samen een voorbeeld met een voorwerp uit de klas.

deze hoek wordt goed begeleid door de leerkracht (Om leerlingen te stimuleren om een vraag op

te stellen na het exploreren.)

De lkr duidt hoeken twee en drie aan met de hoofdopdracht. (Deze moeten ze zeker gedaan hebben).

De lkr: Dit is een hoofdopdracht: Hier gaan de meeste groepjes aan de slag gaan. In de andere hoeken mogen er telkens maar 2 groepjes.

Aan de slag:

- De lkr. gaat rond bij de verschillende hoeken en helpt waar nodig. - De lkr. kijkt toe op de goede werking van zaken: werkt iedereen rustig, zijn de groepjes goed

verdeeld, neemt iedereen deel,…?

Impulsen:- Wat heb je al gemaakt?- Werkt het? Waarom wel? Waarom niet?- Wat heb je al ontdekt?- Wat ga je uitproberen?- Kan je dit misschien ook gebruiken? Terwijl de lkr. iets aangeeft.- Katrol betekent ‘pulley’ in het engels.(Voor bij zoekopdracht op de computer.)

Impulsen bij onderzoeksvraag:- Wat weet je al en wat nog niet?- Wat wil je nog te weten komen?- Wat kan je nog uitproberen waarvan je niet weet wat er zal gebeuren?- Bekijk de katrollen: Weet je wat deze allemaal kunnen? - Kan je hiervoor ook iets opzoeken op de computer? - Zorgt jouw vraag ervoor dat ik dingen moet uitproberen en onderzoeken en niet alleen iets moet

opzoeken in boeken of op de computer?- Is jouw vraag duidelijk? (Bijvoorbeeld: een voorwerp is niet duidelijk: Zeg ook welk voorwerp.)- Wat heb je nodig om dit te onderzoeken? (materiaal uit de klas, materiaal uit hoek, een computer,

…)

Opruimen:- Instructies:

8

o Hoek 4: Maak een stapel van de papieren bij hoek 4.o Hoek 2: Leg al de katrollen opnieuw in het juiste bakje en de draden terug in de emmer. Je

maakt alles opnieuw los.o Hoek 3: Alle materialen steek je terug in de bak. De materialen die we niet meer kunnen

gebruiken gooi je in de vuilbak. Je breekt je werk nog niet af maar zit dit op de aangeduide tafel.

o Hoek 1: Sluit alle computers buiten één. De lkr. wijst deze aan.o Ga zitten wanneer je klaar bent.

- Lkr. volgt op dat iedereen helpt.

We overlopen alle proefjes 1 voor 1 en bekijken resultaten: Bij hoek 3 lichten de lln hun creatie toe. Bij hoek 2 mogen de lln. hun ondervinden geven.

De lkr. legt nog enkele principes extra uit: Hoe werkt het nu net? (Zie bijlage 2)Dit doet ze aan de hand van de informatie van de verschillende kerncomponenten.

Bij hoek 4 laat lkr. een lln het juiste antwoord tonen. De lkr. toont aan dat bij een gekruiste binding de touwen uit elkaar bewegen en naar elkaar toe afhankelijk aan welke kant je trekt.

Bij hoek 1 zie slotfase

9

10

FASE 3: Katrollen in het dagelijkse levenConcrete lesdoelen:

De lln. kunnen vertellen waar je katrollen allemaal kan tegenkomen in het dagelijks leven.

Materiaal:

Invulblad Computers

Werkvorm(en):

Gesprek

Groeperingsvorm(en):

Klassikaal

Leerinhoud(Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.)

Resultaten opzoekwerk van het invulblad Waar kom je katrokken allemaal tegen in het dagelijks leven. Bv. roltrap, hijskraan, lift, kabbelbaan, waterput, rollercoaster,…

Timing Onderwijsleeractiviteiten(Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen, vragen, (voor)doen,…, alsook alles wat de leerlingen zullen

doen, antwoorden, … .)

3’ We overlopen de resultaten van de opdracht uit hoek 1. De lkr.: Waar kom je verder nog katrollen tegen buiten het theater? De lln. geven hun antwoord. Het wordt vervolgens opgezocht op de computer en getoond aan de klas. Er wordt kort toegelicht hoe zit in zijn werk gaat. De lkr. vult eventueel zelf enkele ideeën aan wanneer er niet veel is gevonden: de roltrap, de

hijskraan, de rollercoaster, de lift,…

Conclusie: meer katrollen dan je denkt!LESASLUITER ? DOELEN BEREIKT? INHOUDEN VASTGEZET? EVALUATIE?

11

12

1. Hoekfiches + benodigdheden

HOEK 1: “Waar komen katrollen nog voor in het dagelijkse leven?”

Je hebt niet enkel katrollen in het theater! Wat heb je nodig?

- Een computer - Invulblad ‘Waar komen katrollen nog voor in onze wereld?’ (voor de hele

klas)

Wat moet je doen? - Zoek op de computer op waar katrollen nog voorkomen in ons leven.- Noteer je antwoorden op het invulblad.

Tip:

Katrol in het Engels is ‘Pulley’: Dit woord kan je gebruiken bij het opzoeken.

Een voorbeeld:

Bij een evacuatie gebruikt men een soort katrol om een gewonde uit een hoog gebouw te verplaatsen.

13

INVULBLAD: Waar komen katrollen nog voor in het dagelijkse leven?

NAAM WAAR WORDEN KATROLLEN NOG GEBRUIKT?

EXTRA UITLEG

Juf Nathalie Bij een evacuatie van een gewonde Via een touw en een katrol kan het gewicht van de gewonde naar beneden dalen.

14

15

Hoek 2: katrollen uittesten in het minitheater

Wat heb je nodig?- Het minitheater met verschillende katrollen- Verschillende soorten touwen (in blauwe emmertjes) - Verschillende voorwerpen (in paars emmertje) - Proevenblad - Computer

Wat kan je doen? 1. Test de verschillende katrollen uit. Je kan de verschillende touwen

uitproberen.

Bespreek met je partner! Mogelijke vragen:* Wat merk je?* Hoe werkt een katrol? * Bij welke touwen werkt het goed? Hoe zou dit komen?* Bij welke touwen werkt het minder of helemaal niet? Hoe zou dit komen?* Kan het touw je gekozen voorwerp dragen?

2. Stel een onderzoeksvraag op: Stel een vraag op waarbij je het antwoord door dingen te onderzoeken en uit te testen te weten kan komen.

Denk bij je vraag na over:- Wat weet ik al en wat nog niet?- Wat wil ik nog te weten komen?- Wat kan ik nog uitproberen waarvan ik niet weet wat er zal gebeuren?- Bekijk de katrollen: Weet ik wat deze allemaal kunnen? - Kan ik hiervoor ook iets opzoeken op de computer? - Zorgt mijn vraag ervoor dat ik dingen moet uitproberen en onderzoeken en niet alleen iets moet opzoeken in boeken of op de computer?- Is mijn vraag duidelijk? (Bijvoorbeeld: een voorwerp is niet duidelijk: Zeg ook welk voorwerp.)- Wat heb ik nodig om dit te onderzoeken? (materiaal uit de klas, materiaal uit hoek, een computer,…)

16

! HOOFDOPDACHT !!

Hoek 3: Laat de acteur vliegen boven de huizen

Wat heb je nodig?3. Het decor van een huizenrij4. Een acteur (mannetje in vogelkostuum op een gewichtje gekleefd) 5. Bouw- en werkmateriaal: Al het materiaal in de groene bak.6. Papier en potlood voor een plan uit te tekenen.

Wat moet je doen? 7. Bouw een constructie met een katrol aan zodat je de acteur (verkleed als

vogel) kan laten vliegen voor het decor. Zo zie je de vogel boven de huizen vliegen.

OPGELET: - Je mag de katrol zelf niet zien voor het decor. Je mag enkel het touw zien. - Er zijn zware en lichte acteurs. Zie dat je constructie de acteur kan dragen.

TIP: - Teken een plan uit!

17

Hoek 4: Hoe werken de gordijnen van het theater?

Hoe openen en sluiten de gordijnen van het theater?

Wat heb je nodig?8. Het minitheater: de gordijnen9. Ideeënblad gordijnen 10. Papier om plan te tekenen: Plan tekenen.

Wat moet je doen? 11. De touwen moeten op een bepaalde manier rond de katrollen worden

vastgemaakt om de gordijnen te openen en te sluiten. Zoek uit hoe je de touwen moet hangen rond de wielen.

TIP: - Weet je niet op welke manieren je het touw allemaal kan vastmaken? Vul ideeën blad in!

- Bevestig de hoeken van de gordijnen aan het touw zodat ze meebewegen.

18

Ideeënblad: gordijnen =

Je kan een touw op twee manieren rond deze twee katrollen tekenen.

Opgelet: Het touw is een gesloten kring: Je touw moet eindigen bij het begin van het touw. (Denk bijvoorbeeld aan een fietsketting! Dit is ook een gesloten kring.) Probeer het uit met touw op het echte theater!

Optie 1:

Probeer dit uit op de katrollen van het theater. Welke richting draait het touw? Teken pijlen.

Optie 2:

Probeer dit uit op de katrollen van het theater. Welke richting draait het touw? Teken pijlen.

Gebruik bovenstaande manieren om uit te zoeken hoe je het doek kan openen en sluiten.

19

= katrol

Plan tekenen

Teken met potlood hoe je de touwen kan binden rond de katrollen. Let op! Het gaat over gesloten kringen. (denk bijvoorbeeld aan een fietsketting)

20

= katrol

2. Informatie katrollen besproken en gedemonstreerd aan de hand van echt materiaal uit hoek 2!

Opbouw en doel van een katrol: lkr. bekijkt dit samen met lln. a.d.h.v. echte katrollen.Katrol als technisch systeem:

Een katrol bestaat uit een schijf, met een groef op de omtrek, waar het touw in kan liggen. De schijf zit los van de houder. In een katrol kunnen meerdere schijven zijn verwerkt: samen op één as, of verdeeld over meerdere

assen. (Lkr. toont bv. dubbele katrol) Een haak of een schroef om de katrol te bevestigen. De schroef kan ergens in vastgezet worden terwijl

de haak ervoor zorgt dat je het nog ergens kan hangen naar voorkeur.

Katrol als technisch proces: Behoefte om voorwerpen efficiënter/gemakkelijker te tillen of te laten bewegen. Het verdeeld de

kracht die moet gezet worden. De verschillende onderdelen die samen worden getest en op elkaar worden afgesteld.

Katrol als verzameling van hulpmiddelen: In beweging brengen van het touw en het voorwerp hieraan: kracht van een mens (of machine) Steunpunt waar de kracht aan ‘trekt’: een muur, houtblok, … waaraan de schroef is bevestig of een

haak waaraan de katrol hangt (die op zijn beurt weer is bevestigd in een muur, houtblok,…). Een bevestigingspunt om het touw vast te grijpen: haken in de muur (of een machine)

Katrol en keuzes: IJzeren haak of schroef om het steunpunt stevig genoeg te maken. De katrol mag hier niet losbreken. Spierkracht kan ervoor zorgen dat je zelf bepaald in hoeverre het voorwerp zal bewegen of getild

worden. De schijf draait om een as om touw gemakkelijk te laten meerollen.

- lkr. zoals ik eerder vertelde bij de techniekers wordt dit nu met machines gedaan. Door hun kracht worden de touwen vastgehouden op een bepaald punt.

Soorten katrollen: lkr. toont afbeeldingen niet maar maakt dit/ laat dit namaken met de echte katrollen aan het minitheaterBinnen een takel kunnen twee typen katrol voorkomen:

vaste katrol of losse katrol

Een vaste katrol. Ook wel "enkele jol".

Een losse katrol. Ook wel "klaploper".

21

Eén losse en één vaste katrol. Ook wel "dubbele jol".

Uitleg bij dubbele katrol (Lkr. wijst dit aan.):De kracht is dus twee keer zo klein, maar ik verplaats ook twee keer zoveel touw. Hoe meer katrollen je gebruikt, hoe minder spierkracht er nodig is om een gewicht op te tillen, maar je bent wel veel langer bezig, want je moet veel meer touw binnenhalen. Wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand.

22