Weller Magazine 37 2015 Nostalgie

32
magazine december 2015

description

 

Transcript of Weller Magazine 37 2015 Nostalgie

Page 1: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

magazine december 2015

Page 2: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Hoofdredactie

Krista Wauben

Redactie

Karin Theunissen, Krista

Wauben, Yvette Verhooren

en Zuiderlicht

Fotografie

Arjen Schmitz en Marcel van

Hoof (pagina 5-7 en 12)

Vormgeving en productie

Zuiderlicht

Drukwerk

Drukkerij Walters

Wellermagazine is een

uit gave van Weller. In een

bio logisch afbreekbare plastic

folie vinden zo’n 10.000

exemplaren hun weg naar

Wellerklanten en -relaties.

Het plastic folie kan uiteraard

in de GFT-bak!

Heeft u tips, opmerkingen,

vragen of leuke berichten

voor dit magazine? Stuur ze

dan naar Wellermagazine,

t.a.v. de redactie, Postbus 2,

6400 AA Heerlen.

En verder:Buddy zoekt maatje / 4 Hoe buddy's hun maatje helpen zijn of haar kracht te hervinden.

Maankwartier werkelijkheid / 8 Harry van Dijck: We krijgen weer iets om trots op te zijn.

De taal van de mam / 15 Moeder en dochter Bruist / 16Een bijzonder verhaal dat al in de oorlog begon.

Hoe is het met... / 18Angelique van Schendel

'Die goeie ouwe tijd...' / 26Roelof Braad over nostalgie

Een koepel voor alle huurders / 30Hoe Weller huurders betrekt bij belangrijke beslissingen.

Weller krijgt een nieuw computer-systeem. Wat zijn de voordelen en wat merkt u ervan.

Zuster Liesbeth Burghout is de laatste zuster die in het Savelberg-klooster woont. Ze heeft een rijk leven.

Het nieuwe wijkpunt Peter Schunck zorgt voor dagelijkse gezellige acti-viteiten voor àlle ouderen in de wijk. De invulling daarvan bepalen ze zelf.

Al 70 jaar woont Bram Kole in de oude Egge. Het plein verlaten is dan ook geen optie. Bram heeft veel herinnerringen aan een mooi leven.

HALLO BITE!~~~~~

6

EEN NIEUWE TIJD VOOR DE TWEE GEZUSTERS

~~~~~10

HEERLERBAAN ZOEKT HET HOGEROP

~~~~~21

VROEGER WAS GELUKHEEL GEWOON

~~~~~23

2

Page 3: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Sprookjes zijn van alle tijden:

ter lering en vermaak. Jaren geleden

brachten we een Wellermagazine uit

met het thema sprookjes. Een van

mijn favorieten. Alhoewel het moeilijk

is om in deze tijd over sprookjes te

spreken. Vluchtelingenproblematiek,

terreurdreiging, …! De aanvallen in

Parijs veroorzaken ontwrichting,

boosheid en verdriet in de hele

wereld. Ook in corporatieland is er

weinig sprookjesachtigs aan. Regel­

geving, het imago van de sector en

de nieuwe woningwet zorgen voor

extra uitdagingen. Maar Weller pakt

het positief op: we gaan efficiënter

werken met als doel om de klant

effectiever te bedienen. Goed, dat

wel. Maar het zijn andere tijden!

Ook Maankwartier wordt wel eens

gekscherend een sprookje genoemd.

Jammer want dit unieke project is niet

alleen een aanwinst voor de stad,

maar ook voor de regio. Kijk op blz. 8

voor een update over Maankwartier.

Echte sprookjes bestaan misschien

niet meer, het is meer het tijdperk

van de Disney Sprookjes. Maar in het

kader van nostalgie wilde ik jullie toch

nog eens meenemen naar jaren

geleden, naar het sprookje dat ik toen

schreef. Al was het alleen maar om de

foto van 10 jaar geleden…. zucht!

Er was eens een bruinharig

meisje met heel veel sproetjes.

Zóveel dat je een dag nodig had om

ze te tellen. Vroeger vond het meisje

de sproetjes niet zo leuk, maar sinds

een aantal jaren werden ze volledig

geaccepteerd. De sproetjes voelden

zich gewaardeerd en elk jaar kwamen

er een paar bij. Tot vandaag. Toen het

meisje die morgen op de weegschaal

ging staan was ze een heleboel

afgevallen. Ze snapte er niets van…

tot ze in de spiegel keek! Verschrikt

zag ze dat al haar sproetjes waren

gestolen. Wie had dat nu gedaan?

Verdrietig zat het meisje op het

bankje bij de Droomvijver. De torens

van Kasteel Hoensbroek weerspiegel­

den fraai in het water en de vijver­

elfen zongen een prachtig lied. Maar

het meisje kon er niet van genieten.

Dikke tranen biggelden over haar

sproetloze wangen.

Opeens sprong er een dikke kikker uit

het rimpelige water. “Niet huilen

meisje,” zei de kikker. “Ik weet waar

we moeten zoeken.” Verbaasd keek

het meisje op. “Jouw sproetjes lagen

vanmorgen op de markt van Vijver­

land, bij het kraampje van de Tanden­

fee.” De kikker trok het meisje mee

de vijver in en samen gingen ze op

zoek. Al snel kwamen ze aan op de

bedrijvige markt. Het meisje keek

haar ogen uit: Assepoester, Sneeuw­

witje en Doornroosje waren samen

aan het winkelen, Roodkapje stond te

praten met de rode schoentjes, ze

zag Goudlokje zonder de drie beren

en een paar shoppende draken die

uitgebreid naar handtasjes zochten.

Uiteindelijk kwamen ze bij het tanden­

kraampje en daar sprak het meisje

haar boosheid uit.

De Tandenfee schaamde zich diep.

Normaal gesproken handelde ze

alleen maar in tanden. Maar sinds de

crisis, had ze te weinig centjes om

alle kinderen een beloning onder het

kussen te leggen. Dat brak haar hart.

Ze besloot eenmalig wat sproetjes te

stelen, met als gevolg dat ze nu ziek

was van schuldgevoel. De kikker die

het emotionele betoog met lede ogen

aanzag, kreeg medelijden en bood de

fee zijn spaarvarken aan. Een hele

speciale spaarpot, die zichzelf steeds

opnieuw kon vullen. De Tandenfee

was uitzinnig van blijdschap. Ze

maakte een vreugdedansje en pakte

de zak met sproetjes om die snel

weer terug te geven. Opgelucht

vlogen de sproetjes op het meisje af,

om zich tevreden te nestelen op hun

vertrouwde plekje.

Samen met de kikker klom het meisje

de vijver uit. Ze was dolblij met de

hulp en vroeg hoe ze hem kon

bedanken. De kikker hoefde zich niet

lang te bedenken. “Lang geleden was

ik een knappe prins, maar door de

betovering van een oude toverkol ben

ik een kikker geworden. Ik zou van jou

graag een dikke pakkerd krijgen,

zodat de betovering verbroken kan

worden.” Verwachtingsvol gaf het

meisje de kikker een kus. Maar er

gebeurde helemaal niets. “Hmmn,

misschien moet je het nog eens

proberen zei de kikker.” Het meisje

strekte haar hals uit, tuitte haar

lippen en gaf de glibberige kikker nog

een kus.”Ha ha, zei de kikker. Dacht je

nou echt dat ik een prins zou worden?

Jij gelooft zeker in sprookjes.” <

KRISTA'S COLUMN

3wellermagazine december 2015

Page 4: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Buddyzorg Limburg greep onze

match met beide handen aan. Zo

kon u enkele buddy’s onlangs tegen­

komen in de ‘shopping centra’ van

Weller in Heerlerheide en Heerler­

baan. Hier deelden zij gezonde

traktaties uit, om mensen te wijzen

op de ondersteuning die zij aanbie­

den voor kinderen en volwassenen

met obesitas. Projectmedewerker

Corine Simons en coördinator Marie­

Op de Maatschappelijke

Beursvloer van 2014 leerden wij

Buddyzorg Limburg kennen. Onder

de indruk van wat buddyzorg voor

zieke volwassenen en kinderen kan

betekenen, sloten wij een ‘match’.

In ruil voor een leuke activiteit van

de buddy’s in onze Wellerij bieden

wij Buddyzorg Limburg de mogelijk­

heid om zich aan u te presenteren.

Een kleine geste met, hopelijk, een

groot resultaat. Want er zijn altijd

méér vrijwilligers nodig die iemand

die ziek is bij kunnen staan met een

lach, wat extra hulp en soms ook

een traan. Iets voor u of voor jou?

CONTACT TUSSEN

MENSEN KAN ZÓ BIJZONDER

EN PUUR ZIJN

Het woord ‘nostalgie’ komt uit het Grieks en is een samenvoeging van ‘nostos’ dat

terugkeer betekent, en ‘algos’ dat droefheid en pijn betekent. We gebruiken het woord voor

een stukje heimwee naar wat ooit was. Buddy’s komen dit gevoel dagelijks tegen in

hun vrijwilligerswerk.

Projectmedewerker Corine Simons (links) en coördinator Marie­Louise Weerts

4

Page 5: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Louise Weerts vertellen vol vuur over

deze nieuwe ‘tak’ van hun werk.

“Overgewicht is een groot probleem

van deze tijd. Maar er is iets aan te

doen. Door je leefstijl te veranderen

kun je weer gezond en fit worden.

Een buddy kan je daarbij steunen,

door oude gewoontes te doorbreken

en te helpen bij het vinden van een

nieuwe leefstijl. Samen sta je sterker

in dit lastige proces.”

BUDDY ZOEKT MAATJE

Volgens ditzelfde principe van

‘samen sta je sterker’ doet Buddy­

zorg Limburg nog veel meer. Corine:

“We zijn in de jaren 90 ontstaan voor

de begeleiding van hiv­ en aids­

patiënten die vanwege hun ziekte

vaak in een isolement terechtkwamen.

De aandacht en steun van een buddy

bleek enorm waardevol. Vandaar dat

wij er, toen hiv een chronische ziekte

werd, voor hebben gekozen om de

buddyzorg ook in te zetten voor

mensen met bijvoorbeeld kanker of

ALS.” Het werk van Buddyzorg is

tweeledig. Marie­Louise: “Wij leiden

vrijwilligers op om mensen die

lichamelijk erg ziek zijn te onder­

steunen. Vervolgens brengen wij

vraag en aanbod, oftewel de buddy

en zijn maatje, bij elkaar. Vaak is deze

match het begin van een vriend­

schap voor het leven. Al hoeft dit

natuurlijk niet. Ons belangrijkste doel

is het voorkomen dat mensen door

hun ziekte alleen komen te staan.”

POSITIEVE ENERGIE

De kracht van buddyzorg is

dat de zieke alles kan delen met zijn

buddy. Je partner, vader of moeder

vertel je vaak niet al je angsten,

maar je buddy is iemand van ‘bui­

tenaf’; daar kun je alles bij kwijt.

Daarbij helpt de buddy bij het leren

omgaan met de ziekte, het opbou­

wen van een sociaal netwerk en bij

dagelijkse activiteiten, zoals een

bezoek aan de arts. Uiteindelijk helpt

de buddy zijn maatje zo zijn of haar

kracht te (her)vinden. Een buddy

geeft dan ook veel. Het is soms best

zwaar vrijwilligerswerk. Maar je krijgt

er nog veel meer voor terug. Als

buddy sta je er ook nooit alleen voor:

alle buddy’s worden geschoold en

begeleid. <

Buddyzorg is gratis!

Meer weten? Kijk op

www.buddyzorglimburg.nl.

Een buddy aan het werkin het winkel­centrum.

Projectmedewerker Corine Simons legt het belang van een buddy uit.

5wellermagazine december 2015

Page 6: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

HALLO BITE!We gaan meer digitaal regelen. Is het tijdperk van de brief op papier en het persoonlijke contact dan definitief voorbij? Nee, natuurlijk niet. Als u dat liever heeft, sturen we alle brieven aan u gewoon per post. En u kunt

ons altijd bellen of bezoeken in de Wellerij. Dat verandert niet.

WAT IS BITE?

BITE is het project waarin we

het nieuwe computersysteem,

Dynamics Empire, gaan invoeren.

Al onze medewerkers gaan hiermee

werken. Het heeft veel voordelen,

want voor het eerst wordt het

mogelijk om alle ‘werkprocessen’ die

bij een woningcorporatie voorkomen,

binnen één systeem te regelen. Van

het ondertekenen van het huurcon­

tract en het melden van een storing

tot het opzeggen van de huur. Dat

werkt efficiënter en sneller, want

zelfs het ondertekenen van een

formulier kan digitaal. Zo levert het

nieuwe systeem ook een kosten­

besparing op.

WAT BETEKENT BITE VOOR U?

U kunt voortaan meer digitaal

regelen bij Weller. Ons digitale

klantportaal (MijnWeller) wordt

hiervoor helemaal opnieuw ingericht.

Elke huurder krijgt een eigen account

dat toegankelijk is via een persoon­

lijke inlogcode en een wachtwoord. In

deze beveiligde internetomgeving

worden al uw documenten en bij­

voorbeeld ook onderhoudsaanvragen

bewaard. Zoals u dat wellicht al kent

van uw energieleverancier. U hebt zo

altijd overzicht van alle afspraken

met Weller.

3 TIPS VOOR VEILIG INTERNET

1. Kies een slim wachtwoord,

liefst een combinatie van

hoofdletters, kleine letters,

cijfers en leestekens.

2. Verander dit wachtwoord

regelmatig en gebruik niet

Het is mogelijk dat u in december en januari iets langer op een

antwoord moet wachten dan u van ons gewend bent.

Weller stapt deze maand over

op een nieuw computersysteem.

Deze overstap is een hele klus, want

álle gegevens van onze huurders,

woningen, winkelpanden en garages

moeten in het nieuwe systeem inge­

voerd worden. Daar hebben we in

december en januari onze handen

vol aan. Hopelijk zonder dat u er iets

van merkt. Maar helemaal geruis­

loos zal de overstap niet gaan,

omdat er ook dingen veranderen.

Zo kunt u vanaf volgend jaar veel

meer digitaal regelen bij Weller.

6

Page 7: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

voor al uw accounts hetzelfde

wachtwoord.

3. Wij sturen u nooit een mail

met een link naar betaalgege­

vens. Mocht u ooit een derge­

lijke ‘nepmail’ of ‘phishingmail’

namens Weller ontvangen,

meld dit dan meteen bij ons.

MAAR IK HEB EN WIL GEEN

INTERNET?

Dat is geen enkel probleem.

U ontvangt uw berichten dan gewoon

per post. Ook de Wellerij blijft ge­

opend. En u kunt ons altijd bellen via

de vertrouwde telefoonnummers.

WAT MERKT U VAN DE OVER­

STAP?

BITE vraagt in december en

januari veel werk van iedereen bij

Weller. Twee weken voordat het

nieuwe computersysteem op 16

december ‘live’ gaat, gaan al onze

computers op zwart en regelen

we álles tijdelijk op papier. Deze

afspraken moeten daarna opnieuw

ingevoerd worden. En dan moeten

we natuurlijk ook nog wennen aan

het nieuwe systeem. Hierdoor is het

mogelijk dat u iets langer op een

antwoord moet wachten dan u van

ons gewend bent. Eind januari is de

overstap klaar. In maart openen we

vervolgens ook ons vernieuwde

klantportaal, dat vanwege BITE vanaf

eind november uit de lucht is. In de

loop van 2016 volgt tenslotte een

‘Weller­APP’ waarmee u ook vanuit

uw smartphone of tablet snel toegang

heeft tot al uw huurgegevens. <

FINBOX STOPT!

Op 1 januari 2016 stoppen de

banken met Finbox. Dan vervalt deze

betaalmogelijkheid dus ook voor

ongeveer 300 huurders die bij Weller

gebruik maken van de ‘digitale

acceptgiro’. U krijgt weer als vanouds

een acceptgiro toegestuurd. U kunt

ook kiezen voor automa tische incasso.

Of u boekt het bedrag van uw huur

zelf over met vermelding van de

betaalgegevens. Deze vindt u duide-

lijk terug op uw maandelijkse nota.

7wellermagazine december 2015

Page 8: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

MAANKWARTIER WORDT

WERKELIJKHEID

‘Het Maankwartier is eerherstel in de vorm van allure en lef.’ Marcia Luyten (de presentatrice van Buitenhof) in haar boek

‘Het Geluk van Limburg’ (oktober 2015).

De status van de bouw bij Maankwartier Noord met prachtige gevel­details van kunstenaar Michel Huisman.

Het duurt nu niet lang meer. Over een paar weken kan ieder-een de sfeer in Maankwartier zien, ervaren en proeven. Aller-eerst in Noord rond het Maan-plein met zijn Heliostaat. Kom kijken en laat u verrassen.

8

Page 9: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

“Over een paar maanden wandelen we écht door

Maankwartier. Dan wordt de visie van Michel Huisman,

de bedenker van Maankwartier, werkelijkheid”, opent

Harry van Dijck ons gesprek. “Wij zijn ervan overtuigd

dat de nieuwe stationsomgeving Heerlen en Parkstad

zal versterken. Vroeger kon je een gebied in ontwikke­

ling brengen met een snelweg. Kijk maar langs de A2.

Daar zie je dat alle steden een graantje meepikken van

de goede verbinding. Tegenwoordig geldt de ontwikke­

ling van een goede stationsomgeving als dé motor voor

stedelijke ontwikkeling. Dat merken wij ook aan de animo

om in Maankwartier te willen wonen en werken. De tien

huurwoningen in Noord zijn allemaal al verhuurd en van

de 30 koopwoningen zijn er 12 verkocht en op nog eens 2

is een optie genomen. De levendigheid die hier ontstaat

zal een positieve impuls zijn voor het hele centrum.”

VIERSTERRENHOTEL

Het laatste goede nieuws voor Maankwartier is

dat in Zuid de ontwikkeling van het Maanhotel met

188 kamers doorgaat. De bouw start in 2016; ernaast

komt een parkeergarage. Harry van Dijck: “Een Duitse

investeerder ziet Maankwartier als dé perfecte locatie

in Parkstad voor een viersterrenhotel met welness, een

restaurant en de modernste vergaderfaciliteiten. Alleen

al vanwege de centrale ligging bij het station in het

centrum van de stad zal dit hotel in trek zijn bij zakelijke

gasten. Maar ook de toeristische bezoeker zal er met

plezier verblijven, met de belangrijkste trekpleisters en

het grote culturele aanbod in Zuid­Limburg binnen hand­

bereik.”

ALLE VERTROUWEN

U hebt de berichten vast gehoord of gelezen in de

media: wij houden van Maankwartier, maar het project

krijgt ook kritiek. Tegenstanders vinden het te groot en

te duur voor Heerlen en zijn bang dat Maankwartier de

leegstand in de binnenstad vergroot. Bestaat dit risico?

“Maankwartier kost geld. Natuurlijk!”, antwoordt Harry

van Dijck. “Maar het merendeel van de investeringen

komt van private en commerciële partijen die in Maan­

kwartier willen investeren. Deze investeerders zien net

zoals wij rendement, meerwaarde! Ook zal de leegstand

niet vergroten: in Maankwartier komen vijftien winkels,

die allemaal ingevuld worden door nieuwe ondernemers

voor de binnenstad. Er zijn dus geen verplaatsingen, al­

leen maar aanvullingen. Door het stationsgebied, dat tot

voor kort nog léég was, op een mooie manier in te vullen

met wonen, werken en verblijfsfuncties, gaat dit deel

van Heerlen pas leven en wordt de stad weer compleet.

Tegelijk krijgen we iets om trots op te zijn, zoals Rotter­

dam trots is op zijn Markthallen en Aken op zijn Dom.

Daar heb ik álle vertrouwen in.” <

Ineens gaat het snel met Maankwartier. Deze

maand worden in Noord de kantoren van het UWV en

de gemeente Heerlen opgeleverd. In maart krijgen de

eerste bewoners de sleutel van hun appartement of

woning. Rond het Maanplein worden de panden gevuld

met gezellige cafés, restaurants en winkels. En onder

het plein openen begin volgend jaar de nieuwe parkeer­

garage en supermarkt Jumbo hun deuren.

Harry van Dijck, manager Weller Vastgoed Ontwikkeling

9wellermagazine december 2015

Page 10: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Links: De prachtige binnentuin van het Savelbergklooster.

Rechts: De minstens zo mooie binnentuin van de Luciushof.

10

Page 11: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

EEN NIEUWE TIJD VOOR DE

TWEE GEZUSTERSIn hartje Heerlen beheert Weller twee historische pareltjes die een zorgzaam verleden met elkaar delen: de Luciushof en het Savelbergklooster. Samen treden de beide kloosters

de toekomst tegemoet als ‘de TWEE gezusters’. Ga gerust kijken en proef de sfeer uit andere tijden…

11wellermagazine december 2015

Page 12: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

KARMELIETESSEN

Het Savelbergklooster en de

Luciushof delen een stukje geschie­

denis aan de rand van de Heerlense

binnenstad. In 1930 namen de Zus­

ters Karmelietessen hun intrek in een

gebouw aan de Gasthuisstraat, waar

toen ook al het Savelbergklooster

lag. Maar door de snelle groei van de

stichting Flos Carmeli waar de Heer­

lense Karmelietessen deel van uit­

maakten, was dit onderkomen gauw

te klein. In 1935 besloten de nonnen

een nieuw klooster te bouwen aan de

Putgraaf. Dit is de huidige Luciushof:

een klooster met een eigen kapel,

een binnentuin en lange klooster­

gangen waarin de Karmelietessen

hun dagelijkse rondgang maakten.

In 1971 verlieten de zusters het

gebouw om meer onder de mensen

te gaan wonen. Sindsdien heeft de

Luciushof een sociaal­maatschappe­

lijke functie.

NIEUWE FUNCTIES

Weller kreeg het voormalige

klooster in 2013 in beheer en besloot

het complex, waar sinds de jaren 70

niets meer aan was verbeterd, gron­

dig te renoveren. Maar met behoud

van de karakteristieke elementen,

zoals de kapel met zijn mooie glas­

in­loodramen en de binnentuin.

Sinds vorig jaar beheren we ook het

Savelbergklooster, dat nu dienst doet

als museum en waar net zoals in de

Luciushof werkplekken zijn ingericht

voor kleine bedrijven die voor een

unieke werkomgeving in de stad

kiezen. In de kloosterkapel worden

evenementen en concerten georga­

niseerd. In dit oude complex, dat De

Kleine Zusters nog niet zo lang gele­

den zelf hebben gerenoveerd, woont

nog één zuster. Haar woning op de

tweede etage is met een glazen loop­

brug met het vroegere huis van Mgr.

Savelberg verbonden. Van hieruit

heeft zuster Liesbeth Burghout een

prachtig uitzicht op zowel het negen­

tiende­eeuwse klooster als de kloos­

tertuin die in 2013 werd voorzien van

een prachtige muurschildering. Een

heel bijzondere plek. >

Op 4 oktober

1867 opende kape­

laan Savelberg aan

de huidige Gasthuis­

straat in Heerlen

een ‘gasthuisje’

voor de verzorging

van verwaarloosde

kinderen en nood­

lijdende bejaarden.

In 1872 stichtte hij

hier samen met zes

zusters de congre­

gatie ‘De Kleine

Zusters van de

Heilige Joseph’.

Zij hielpen waar

niemand anders

hielp. In 1936

bouwde een andere

geloofsgemeen­

schap in Heerlen,

de Zusters Karme­

lietessen, naast het

Savelbergklooster

nog een nieuw

klooster: de Lucius­

hof. Ook deze zus­

ters zagen het als

hun roeping om

voor de hulpbehoe­

vende medemens

te zorgen.

De lange kloostergangen waarin de Karmelietessen hun dagelijkse rondgang maakten.

In gebed bij het maria­beeld in de binnetuin van de Luciushof.

De binnentuin van de Luciushof werd bij aan­genaam weer door de nonnen ook gebruikt om te lezen.

12

Page 13: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

ZUSTER LIESBETH BURGHOUT: DIENSTBAARHEID AAN MENSEN DIE ZORG NODIG HEBBEN, SPRAK MIJ ENORM AAN.

DE GESCHIEDENIS VAN DE KLEINE ZUSTERS VAN

DE HEILIGE JOSEPH>

13wellermagazine december 2015

Page 14: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

ZORGZAAM

Openhartig vertelt zuster Lies­

beth, 74 jaar oud, over haar leven

in het klooster in Heerlen. “Na mijn

intrede en professie heb ik eerst een

aantal jaren in Roermond, Baarn en

Kerkrade gewoond en gewerkt. In

1987 ben ik naar Heerlen verhuisd.

In eerste instantie woonde ik in Huize

de Berg, het klooster aan de rand

van het Aambos. Maar omdat ik hier

een andere functie kreeg, verhuisde

ik in 1992 naar het Savelbergkloos­

ter. Er woonden toen nog 39 zusters,

die zich allemaal in de voetsporen

van Mgr. Savelberg inzetten voor

zieke kinderen en bejaarden. In de

geschriften valt zelfs te lezen dat

er ook wel eens iets extra’s werd

gebracht naar het klooster van de

Karmelietessen in de Luciushof.

Dat werd dan door een klein luikje

overgedragen. Verder bleef de deur

van dat klooster hermetisch geslo­

ten. Onze zorg in het ziekenhuis en

op scholen is intussen overgenomen

door de samenleving. Zelf zorgen wij

nog voor de bejaarde zusters die in

Huize de Berg wonen en verpleegd

worden. Ook zorgen wij voor de zus­

ters van onze congregatie die elders

in het land wonen.”

TOEKOMST

“Vanwege de renovatie moest

ik het Savelsbergklooster in 2008

even verlaten. In maart 2010 ben ik

weer thuisgekomen in het huis van

onze stichter. Hier zorg ik nu voor de

grafkapel, naast het vrijwilligerswerk

dat ik nog doe in Huize de Berg. Ik

woon in rust en stilte maar met de

levendigheid van de stad in de buurt.

Daar kan ik echt van genieten, zeker

als ik gasten krijg. Dan eten we in

een restaurant of we genieten op

een van de terrassen. Ik vind het ook

fijn dat ons klooster weer een werk­

plek is voor mensen in de zorg en dat

er steeds meer activiteiten worden

georganiseerd. Toneel, muziek,

lezingen, recepties, feesten en ook

de muurschildering in onze binnen­

tuin: al die activiteiten trekken weer

publiek over de drempel van ons

klooster. Het verleden is voorbij maar

het spirituele en materiële erfgoed

van deze bijzondere plek blijft zo

bewaard voor de toekomst.” <

Zuster Liesbeth Burghout

werd in 1941 geboren in Hengelo

in een gezin met tien kinderen. Zij

kreeg haar roeping in Bussum waar

zij als jong meisje in de huishouding

werkte bij De Kleine Zusters van de

Heilige Joseph. “Hun dienstbaarheid

aan mensen die zorg nodig hebben,

sprak mij enorm aan. Zo wilde ik ook

leven. Ik ben in 1960 ingetreden in

het klooster en heb daar mijn hele

leven lang géén seconde spijt van

gehad. Ik heb een rijk leven.”

Zuster Liesbeth Burghout woont in rust en stilte maar met de levendigheid van de stad in de buurt.

14

Page 15: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

NOSTALGIE D’r is ee hieël aod dörp dat

neet groeët is, kling dus, ee dörpke

dus. Een dörpke oet de middelieëwe

dat nog ummer wie vreuger is, nieks

an verenderd en geblieëve wie ’t

ummer woar.

Teminste uuterlik, an de boete zie

dus, zint de hoezer genau zoeë wie

ze ummer al woare. Brikke en sjting

in orizjinele sjtoat.

Mieë wie ins gerenoveerd in de loop

der joare, meh zónger óch mar get

te verendere. ’t Nostalgiese druup

d’r vanaaf!

De luuj die zich aafvroage wie dat

zoeë perfek is kinne blieve besjtoa,

wete de gesjiedenis neet en doarum

zal ich dat in ’t kót an ze oetlegke.

In dat dörpke wónde ee jónk meëdje

gans alling in ing van die hoezer en

knap dat ze woar….De ouwesj woare

per óngeluk veróngelukt en doarum

woar ze dus gans alling in dat hoes.

Noe woar d’r kuëning ins óp inne

sjoeëne zónnige daag ’nt peëdrieje

en koam toevallig an dat dörpke

vuurbei en zoog­ weer toevallig­ dat

meëdje in d’r gaat wirke. Toevallig

keek ’t meëdje, Merieke geheesje,

noa de gow zieë en zoog d’r kuëning

óp ’t peëd. Neet alling ’t peëd, meh

vuural d’r kuëning keek indringend

noa ’t meëdje en woar óp sjlaag

verleef tot achter de oere en nog

wier.

Heë hool ’t peëd sjtil, sjtapde aaf,

vroog wie zie heesjde en wie heë

höare naam hoeëd, pakde heë zieng

luit en zóng:

Doe bis zoeë knap Merieke, ich bin boete oam van ’t kieke

’t Merieke woar ’t ungesjte boave

van zoeng serenade en dan óch nog

van d’r kuëning zelf...

D’r kuëning deë gewend woar nurges

gras uëver te loate gruie, (logies,

want heë houw gaar gee gras) lag de

luit an ing zie, leep óp ’t meëdje aaf

mit oetgesjtoake hank en zag:

”Merieke, wils­te mit mich mit goa

noa mie palies, doa zals­te gelukkig

weëde en alles kriege was-te mar

wils, want ich han pieke genog, ging

gölles, meh euro’s”.

”Ja mar kuëning, mie hoes dan? Ich

han dat van mieng ouwesj gekrieëge

en hön mótte beloave dat ich dat

ummer good zow verzörge, dat kan

ich toch neet zoeëmar in d’r sjtieëk

loate”

D’r kuëning sjtaarde vuur zich oet en

dach ins gans deep noa en umdat

heë dat neet gewend woar, doerde

’t nogal get vuurdat heë mit ing

óplossing koam. Meh dat woar

danóch ing verduld gow besjlissing:

Dat ganse nostalgiese dörpke weëd

vanaaf noe ónger monumentezörg

geplaatsjt en die zörge dat alle

hoezer óp sjtaatskas weëde ónger-

haote. En…. d’r maag noeëts mieë

get nuits weëde beigebouwd.

Ja, noe woar ’t Merieke durch alle sjrek

hin en mit blozende wange en get

sjuchter zag ’t: ”Joa geer majesteit”

’t Allingsjtoand meëdje zit óch wal

ins en noe zoot ’t ee twieë drei

boave óp ’t peëd, d’r kuëning óch en

same galloppeerde ze (’t peëd dus)

regelrech noa ’t palies.

Noe d’r wit wie dat klassiek nostal­

giese dörpke gered is vuur projek­

óntwikkeleers, mót d’r toch neet

mene dat doa alles mar aod en

antiek is.

Boete­aanzich van de hoezer joa,

meh va binne zint de mieëste

verbouwd en gemoderniseerd.

Hei geet aod en nui óp ing sjoeën

maneer same. ’t Ouwesjhoes van

’t Merieke is noe ’t VVV­kantoer en

dat is igerich um dich de vingere an

aaf te lekke:

sjtukker aod metselwerk gecombi­

neerd mit modern sierpleister, de

ieëwe-ouw plafonbelk zint professio­

neel behandeld zoeëdat hootworm

en verval ging kans mieë kriege.

Hei zuus­te en preufs­te d’r vakman,

inne binne­hoes­architek hat hei get

gecreëerd doa sjtees-te versjteld

van.

Alles zoeë vanzelfsjpreëkend óp de

juuste plaatsj, asof ’t d’r vuur gemak

woar en ummer doa gesjtange of

gehange hat.

Uëver aod en nui gesjproake: combi­

natie van modern design­meubels

bei die antieke opa/oma­kas, sjitte­

rend!

Groeët contras tusje aod en nui zint

de luuj mit I­phone en tablet in de

historiese sjtröätjes….

En loat noe juus in dat dörpke ee

wónder gebure…

Me dinkt dat is get va vreuger, meh

neë noe in dizze moderne tied is hei

ee wónder gebuëd, ee sjtatisties

wónder!

In ee kling sjtröätje (logies, in ee

kling dörpke) mit mar ee paar hoezer

(logies in ee kling sjtröätje) woeëne

neet inne meh twieë gentleman…

Te herkinne an de coulante, attente

maneer wie ’ne man zieng vrouw

behulpzaam is bei in­en oetsjtappe

van d’r auto… zier attent, kalm en

vuurzichtig. En dan och nog twieë

bei die paar hoezer: D’r inne hat inne

nuie auto en d’r angere ing nui

vrouw.

Ger Prickaerts, Heëlesj

De taal van de mam wordt geschreven in onze moedertaal: het dialect. We spreken van ’taal’ omdat het Limburgs een echte en erkende taal is, die in niets onderdoet voor het Nederlands. Ten opzichte van onze standaardtaal – het Nederlands – is het Limburgs een dialect, zoals het Nederlands een dialect is in relatie tot het handels­ en diplomatiek Engels.

GER PRICKAERTSDE TAAL

VAN DE MAM

15wellermagazine december 2015

Page 16: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Samen ondernamen moeder en dochter een ‘trip down memorylane’. Langs al die ver-trouwde plekken en gezichten uit het verleden.

En toen… verscheen ineens cupido. Hoe verrassend kan het leven zijn.

23 JULI 1986

~ 23 JULI 2015

DE MOEDER VAN DEBBIE, MIA BRUIST

16

Page 17: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Afgelopen

zomer nodigde

Debbie Bruist haar

moeder Mia uit

voor een korte

vakantie. Mia mocht

een bestemming

kiezen en koos voor

vier dagen Fries­

land; de provincie

waar het gezin

Bruist uit Brunssum

een sterke band

mee heeft. Het

werd een vakantie

met een wending

waar iedereen nog

lang van kan (na)

genieten.

Dit bijzondere verhaal begint

in de oorlog. Mia vertelt: “Mijn man

Wieb werkte bij de post en kreeg op

een dag de mededeling dat hij te

werk werd gesteld in Duitsland.

Natuurlijk wilde hij dat niet, maar

thuisblijven was vanaf dat moment

geen optie meer. Dan zou hij opge­

pakt worden. Via zijn zus die toevallig

in Soest in het ziekenhuis terecht­

kwam voor een operatie, kreeg hij

een adres in Friesland. Dus sprong

Wieb op zijn fiets om naar Friesland

te gaan. Slechts enkele kleine stukjes

kon hij met de trein afleggen. Na een

barre tocht mocht hij onderduiken

bij boer en boerin Rinsma in Wijnje­

woude. Dit echtpaar heeft veel

mensen geholpen in de oorlog. Het

waren zulke goede mensen. Wieb is

hen altijd enorm dankbaar gebleven.

Na de oorlog hebben we daarom

altijd contact met elkaar gehouden.

De familie Rinsma is gewoon familie

voor ons.”

VAKANTIELIEFDE

“Regelmatig kwam ‘Friesland’

bij ons op bezoek en zo lang ik het

mij kan herinneren bracht ‘Bruns­

sum’ elke zomer de vakantie door op

de boerderij van Rinsma”, vervolgt

Debbie. “Ik heb daar mooie herinne­

ringen aan. En bij een vakantie hoort

natuurlijk ook een vakantieliefde. Zo

leerde ik op 23 juli 1986 in Appelscha

Peter Kooi kennen. Wij hebben toen

twee jaar verkering gehad, totdat

we ieder onze eigen weg gingen.

Onze ouders hielden echter contact.

Twee jaar geleden kregen Peter en

ik elkaar opnieuw in het vizier via

Face book, maar daar bleef het bij.

Tot we deze zomer op verzoek van

mijn moeder ook even bij de familie

Kooi langsgingen en Peter aan kwam

fietsen. Nota bene op 23 juli sloeg op

de oprit van de familie Kooi de vonk

opnieuw over. Onze ouders zagen

het meteen: hier gebeurt iets! Dit

voelde zó bijzonder.”

THUIS

Het laatste korte bezoek van

Limburg aan Friesland heeft dan ook

grote gevolgen. Binnenkort verhuist

Peter naar Limburg. Voor altijd! “Het

voelt gek genoeg als thuiskomen”,

lacht hij. “Ik ben geboren in Drenthe,

opgegroeid in Friesland en thuis in

Limburg. Doordat ik vroeger vaker

naar Brunssum kwam, ken ik al veel

mensen. Dat scheelt natuurlijk.

Overal word ik even hartelijk ontvan­

gen. Het lijkt alsof alle puzzelstukjes

van onze levens er altijd al lagen

maar nu ineens in elkaar schuiven.”

Mia kan niet anders dan trots toe­

kijken op het verloop van de geschie­

denis. “Wieb is tien jaar geleden

overleden. Als hij dit 63 jaar geleden

had kunnen voorzien, was hij zo

gelukkig geweest. Daar ben ik van

overtuigd. De sterke band met de

familie die hem met gevaar voor

eigen leven geholpen heeft, blijft

zo voor altijd bestaan.” <

Dochter Debbie is tijdens ons gesprek druk in de weer met het haar van moeder Mia.

17wellermagazine december 2015

Page 18: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

HOE IS HET MET…

ANGELIQUE VAN SCHENDEL

Afgelopen zomer vierde Studio

het Podium zijn tienjarig bestaan.

Samen met oprichtster Angelique

van Schendel kijk ik in haar zonnige

appartement in de Morenhoek terug

op haar beginjaren als ondernemer.

“Ik had geluk”, opent Angelique.

“Weller bood mij in een oud pand aan

de Stationsstraat alle ruimte om mijn

zangschool op te bouwen. Daarboven

kon ik wonen. De studio was oud en

klein, maar ik had er iets leuks van

gemaakt.”

Angelique is zangeres, zang­

pedagoge en presentatiecoach. In

2005 trok de in Heerlen geboren en

in Brunssum getogen zangeres de

stoute schoenen aan om een eigen

zang­ en dansschool te starten.

“Ik ben een laatbloeier”, vertelt zij.

“Op mijn 27ste ben ik nog naar het

conservatorium gegaan. Toen ik

afstudeerde als zangpedagoge heb

ik mijn kans gegrepen. Ik was 31 jaar

en genoot zelf enorm van muziek

en zingen. Datzelfde gevoel wilde ik

anderen meegeven, maar dan wel

op mijn manier. Die is anders dan de

standaard leermethode. Ik wil het

beste uit elke leerling halen en dat

vraagt voor elke leerling een andere

benadering. Er was voor mij dan

ook géén andere optie dan zelf een

school te beginnen.”

TROTS

De start van Studio het Podium

vond plaats aan de Stationsstraat.

“Na vijf jaar werd dit pand helaas

gesloopt”, vervolgt Angelique. “Dat

was jammer. Ik woonde en werkte

er graag. Maar niets in het leven

gebeurt zonder reden. Daar geloof ik

in, want ik zit nu perfect in een grote,

lichte ruimte aan de Huskensweg.

Hier is mijn schooltje gegroeid en

begeleid ik ongeveer 80 leerlingen

van 6 tot 80 jaar met individuele

zanglessen en groepslessen in zang,

dans en acteren, zeg maar een soort

musicalles. Daarnaast begeleid ik

vocalgroup Fizz. Als presentatiecoach

help ik volwassenen en jongeren

met het beter leren presenteren.

En dan organiseer ik nog allerlei

workshops en projecten voor scho­

len. Elk ‘schooljaar’ sluiten we af met

een presentatie op het podium. Als ik

dan zie welke groei mijn leerlingen in

hun muzikale en persoonlijke ontwik­

keling hebben doorgemaakt, ben ik

zó ongelofelijk trots.”

PASSIE

Ook buiten Studio het Podium

is Angelique een bezige bij. Ze pro­

grammeert de VOCAL jazzconcerten

in het Savelbergklooster. Maar nog

liever treedt zij zelf op als zangeres,

met een grote voorliefde voor jazz.

“Iconen als Ella Fitzgerald en Billie

Holiday hebben mij besmet met het

jazzvirus. De passie voor muziek was

ook de reden om zo laat nog naar het

conservatorium te gaan. Sinds mijn

zevende zong ik al in meerdere koren

en daarna in allerlei coverbandjes.

Mijn opleiding heeft mij geholpen om

mijn droom waar te maken. Want in

mijn muziekschool deelt iedereen

dezelfde passie: zingen! <

Angelique begeleidt leerlingen van 6 tot 80 jaar in zang, dans en acteren, zeg maar een soort musicalles.

18

Page 19: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

“Als ik terugkijk zijn ze omgevlogen:

10 onvergetelijke jaren boordevol leuke

momenten en muziek. Maar het leukste: het gaat goed met Studio het Podium. Ik voel alleen maar blijdschap en dank-

baarheid voor iedereen die mij hierbij geholpen

heeft.”

3FM SERIOUS REQUESTAls ‘The Next Generation Popstad Parkstad’ zet Studio het Podium zich samen met alle andere muziekopleidingen in de regio in voor 3FM Serious Request. Zij hebben een top 100 samengesteld van hun favoriete songs waarop gestemd kan worden. De opbrengst is voor het Glazen Huis.

wellermagazine december 2015 19

Page 20: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Hoe hoger je komt, hoe indruk-wekkender het uitzicht wordt over Parkstad, Duitsland, zelfs België.

De flats fungeren in dit veranderende landschap als landmark. Vanuit de verte zie je: dáár is Heerlerbaan.

En voor de bewoners: dáár is thuis!

ARCHITECT JULES BECKERS EN MONIQUE HERMANS VAN MEANDER

20

Page 21: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

HEERLER-BAAN ZOEKT HET HOGER-OP MET EEN COMBINATIE VAN WONEN,

ZORG EN ONTMOETING

wellermagazine december 2015 21

Page 22: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Het Wijkpunt Peter Schunck is

een van de vele centra van Weller

voor ontmoeting en ondersteuning

in Parkstad. Eerder bouwden we,

ook met Meander dienstencentrum

Molenwei in Schandelen. “De succes­

sen van dit wijkpunt, waar veel

senioren gebruik van maken, hebben

we meegenomen naar Heerlerbaan”,

vertelt Monique Hermans van Mean­

der. “Zo is er bewust voor een open

en licht gebouw gekozen waar je

haast doorheen kunt kijken. Hierdoor

zie je van buitenaf dat er binnen iets

gebeurt en dat werkt voor iedereen

uitnodigend.”

RUMMIKUPPEN

“In het wijkpunt hebben we

een grote en een kleine ontmoetings­

ruimte ingericht: de een voor bijvoor­

beeld cursussen voor een kleine

groep, de ander voor activiteiten

waar veel animo voor bestaat, zoals

kienen en rummikuppen. Er is een

keuken met een kookeiland waar

mensen gezellig samen kunnen

koken of bakken. In de welness­

en doucheruimte kunnen wij bloed­

prikken en onze cliënten verzorgen

Begin 2016

opent in Heerler­

baan het Wijkpunt

Peter Schunck.

Weller heeft het

wijkpunt gebouwd,

Meander gaat er de

thuiszorg en thuis­

hulp voor Heerler­

baan organiseren.

En vanaf januari

zijn er elke dag

gezellige activi­

teiten voor álle

ouderen in de wijk.

Om mee te kunnen

doen hoeft u dus

niet in de flats aan

de Peter Schunck­

straat te wonen,

waar u het nieuwe

wijkpunt vindt.

Iedereen is welkom!

als dat thuis even niet kan. Voor

het gebouw ligt een ruim terras. En

tenslotte zijn er enkele flexwerkplek­

ken en een plankamer voor onze

wijkverpleegkundigen en thuishulpen.

Zij krijgen het wijkpunt als thuisbasis

om zo dichter bij de klant te staan.”

Welke activiteiten in het wijkpunt

georganiseerd worden, wordt binnen­

kort bekend. De bewoners van

Heerlerbaan hebben hiervoor een

enquête ingevuld. Op basis van de

uitkomst wordt het activiteiten­

programma samengesteld. Ook zijn

mensen uitgenodigd om in het wijk­

punt mee te helpen als vrijwilliger.

LEVENSLOOPBESTENDIGE WIJK

De bouw van het Wijkpunt

Peter Schunck staat niet op zichzelf

maar maakt deel uit van een groot

upgradingsproject, waarbij Weller de

hoogbouwflats (blok 1 t/m 4) opknapt

voor de toekomst. “De flats zijn

vanwege de ruimte, de parkachtige

omgeving en de goede bereikbaar­

heid enorm geliefd bij veel mensen”,

zegt architect Jules Beckers van

Teeken Beckers Architecten. Zij zijn

verantwoordelijk voor het ontwerp

van dit bijzondere project. “Veel

bewoners geven ook aan dat ze hier

graag oud willen worden. Daar gaan

wij bij de renovatie voor zorgen door

de flats ‘levensloopbestendig’ te

maken. Onder andere door de

bereikbaarheid en de veiligheid

rondom de gebouwen te verbeteren

en moderne communicatie met de

zorgpartij mogelijk te maken. De flats

krijgen een mooiere uitstraling en een

entree die meer past bij deze tijd.

En om het ‘hoger wonen’ voor de

lange termijn aantrekkelijk te houden,

krijgen de woningen een betere isolatie

en duurzame energievoorzieningen.

Dit levert voor de bewoners meteen

ook lagere energielasten op.” <

IBA ATTENTION PROJECT

Na de upgrading kunnen

de flats weer jaren vooruit. Deze

verduurzamingsopgave van ruim

400 woningen is de grootste die in

Parkstad plaatsvindt. Het nieuwe

wijkpunt speelt een cruciale rol in

de leefbaarheid voor de bewoners

in de wijk. In het wijkpunt is ruimte

voor ontmoeting en wordt dicht bij

huis zorg georganiseerd. Met behulp

van nieuwe digitale voorzieningen

kunnen mensen elkaar straks ook

‘digitaal ontmoeten’ en wordt op

termijn zorg op afstand mogelijk. Met

name veel oudere bewoners kun-

nen dankzij deze voorzieningen een

stap ‘hogerOP Heerlerbaan’ zetten:

zij hoeven hun vertrouwde woonom-

geving niet meer te verlaten omdat

zij ouder worden. En dat was voor

IBA een reden om ‘hogerOP Heerler-

baan’ aan te wijzen als ‘IBA attention

project’.

Kijk voor meer informatie over IBA op

www.iba-parkstad.nl

Wijkpunt Peter Schunck in aanbouw.

22

Page 23: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

BRAM KOLE WOONT 70 JAAR AAN HET EGGEPLEIN

wellermagazine december 2015 23

Page 24: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Bram Kole woont 70 jaar aan het Eggeplein. In het hart van de Oude Egge. Hij is 89 jaar. Een hele leeftijd. Als ik aanbel voor ons gesprekje blijft de voordeur hermetisch gesloten. Zou

hij mij vergeten zijn?

Elke ruimte bij Bram Kole is gevuld met mooie herinneringen.

Bram Kole is dol op zijn tuin.

24

Page 25: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

Ik kijk over het metalen

tuinpoortje van de hoekwoning aan

het Eggeplein en zie mijn gespreks­

partner op zijn knieën aan het werk

in de tuin. “Het is misschien de

laatste mooie herfstdag van het jaar.

Die benut ik om de tuin onkruidvrij

en winterklaar te maken”, vertelt

Bram Kole even later. “Mijn hele

leven al tuinier ik graag. Maar ook in

huis doe ik zo veel mogelijk nog zelf.

Dat vult mijn dagen en houdt mij

actief.”

Bram Kole woont sinds 1935

aan het Eggeplein. “Mia en ik waren

net getrouwd en trokken in bij mijn

schoonouders. Hun mijnwerkershuis

aan het plein was ruim, de tuin was

groot, dus er was plek genoeg. Ik

werkte in die tijd zelf ook bij de

Staatsmijnen. Eerst ondergronds

bij de Hendrik en daarna bij de

reddingsbrigade en het spoor van

de Emma. Dat wij introkken bij onze

ouders was heel gewoon: je had niet

veel en deelde alles. Jaren later

werden de rollen omgedraaid. Toen

heeft mijn schoonmoeder nog een

hele tijd bij ons in huis gewoond.

Voor ons was dit normaal en we

hebben al die jaren graag voor haar

gezorgd.”

KOPJE KOFFIE

“Vier zoons en een dochter

hebben Mia en ik grootgebracht in de

Oude Egge. Zij zijn intussen allemaal

ook al aardig op leeftijd en hebben

zelf kinderen. De tijd gaat zo ongelo­

felijk snel. Dan komt er een kleinkind

uit Den Haag of Rotterdam op

bezoek. Mooi is dat. Onze eigen

kinderen hadden op het plein alle

ruimte om te spelen. En we hadden

natuurlijk zelf een grote tuin mét een

moestuin. Dat hoorde bij de mijn­

werkerswoningen: groente was duur,

dus teelde je je boontjes, sla en

wortelen zelf. Wat over was ging naar

de buren. Je kende ook iedereen in

de buurt en als er even een uurtje

over was, ging je bij elkaar op de

koffie om bij te kletsen. Je wist

daardoor alles van iedereen. Dat is

nu niet meer zo, al heb ik nog steeds

prima buren. Als het nodig is helpen

we elkaar: met een pakje aannemen,

een klusje en soms een warme

maaltijd. Elkaar helpen hoort gewoon

bij de Egge.”

MOOIE HERINNERINGEN

”Het grootste verschil is dat

vroeger alles snel ging. De laatste

jaren gaat alles langzamer voor mij.

Maar ik werk nog steeds graag in de

tuin. Dan doe ik mijn klompen aan en

ga ik aan de slag met gras maaien,

het terras en de oprit onkruidvrij

houden en de borders bijhouden.

Gelukkig krijg ik een handje hulp met

het snoeien van de hagen. En mijn

dochter doet mijn boodschappen.

Zij kookt ook voor mij. Zo kan ik mij

nog goed redden. Want het Egge­

plein verlaten is voor mij geen optie.

Elke ruimte in dit huis is gevuld met

mooie herinneringen aan een rijk en

vol leven.” <

OUDE EGGE WORDT 100

De Oude Egge is één van de

vijf mijnkoloniën die tussen 1910

en 1930 in Brunssum werden ge­

bouwd voor het personeel van de

staatsmijnen Emma en Hendrik.

De woningen werden tussen 1918 en

1924 gebouwd naar het ontwerp van

de architect Jan Stuyt. Ze worden

over een paar jaar dus 100 jaar oud.

Heel bijzonder is dat de buurt toen­

tertijd een kleine, op zichzelf staande

gemeenschap was die aan alle

kanten omgeven werd door het

Brunssumse landschap. Pas na de

Tweede Wereldoorlog werd de ruimte

tussen De Egge en Schuttersveld

bebouwd met de Nieuwe Egge.

Tegenwoordig maakt de Oude Egge

deel uit van het beschermde dorps­

gezicht van Brunssum. Hier blijft het

historische beeld van de mijnge­

schiedenis voortbestaan. Het aan­

zicht van de mijnwerkerswoningen

en de straten en pleinen zijn nog

niet zo lang geleden gerenoveerd.

Weller onderzoekt nu samen met

BAM/Wilma de bouwkundige staat

van het interieur van de 121 huizen.

De keuken, badkamer, vloeren,

plafonds, alles wordt onderzocht.

Op basis van de resultaten van dit

onderzoek gaan we bekijken hoe we

de Oude Egge toekomstproof kunnen

maken. Een mooie, gezonde wijk

voor ouderen en jongeren, gezinnen

met kinderen en alleenstaanden met

een vette knipoog naar het bijzon­

dere verleden van onze regio.

25wellermagazine december 2015

Page 26: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

'DIE GOEIE OUWE TIJD...'

GEZELLIGHEID...

In nostalgie zit iets verborgen

van een (jeugd)herinnering aan ‘die

goeie ouwe tijd’. Aan de gezelligheid

van vroeger toen er nog geen tv was,

het samen optrekken in verenigin­

gen. Bijvoorbeeld bij de voetbalclub,

de zangvereniging, de harmonie of

fanfare. In elke buurt waren wel

enkele verenigingen waar je je

inbreng kon geven. En je had natuur­

lijk de jaarlijkse kerkelijke feesten als

communie, de processie, Pasen, Sint

Maarten en kerst.

Toch kan ook ik als stadshistoricus

het niet laten regelmatig met de

gekleurde bril van de nostalgie terug

te kijken naar het verleden van de

stad. Dat is misschien zo langzaam­

aan ook wel noodzaak geworden om

Roelof Braad is stads­historicus van Heerlen en bereikbaar bij Historisch Goud ­ Rijckheyt, centrum voor regionale geschiede­nis te Heerlen,

Foto’s: Collectie Historisch Goud­Rijckheyt, Heerlen en Thijs Abbenhuis, Haelen (alle foto’s gebruikt in het boek: Molenberg vroeger…)

↓ Kampioenselftal A1 van VVH´16 Molen­berg 1953­1954. V.l.n.r: Wiel Boerakker, Ger Spijkers, Thijs Abbenhuis, Paul Moonen, Toon Vrancken, May Baltus, Karel Wolters, Jack Selder, Hub Jongen, Wim Aerts, George Maigray, Wiel Hellebrand.

↑↑ Het zomerkamp van 1949 in Etenaken (Schin op Geul). De padvinders van Scouting Jong Nederland bij de tent.

↑ Mevrouw Swinkels in haar kruideniers­winkel aan de Kerkraderweg, 14­12­1982.

ROELOF BRAAD VROEGER

Niets is zo moeilijk voor een histo-ricus als het schrijven over nostalgie. Want eigenlijk is dat wat een histo-ricus nu precies niet wil doen. In de geschiedschrijving probeert hij (of zij) een beeld te schetsen van wat er werkelijk gebeurd is in een bepaalde periode over een bepaald thema. En dat gaat dan vaak over naakte feiten en het harde bestaan van mensen in vroeger tijd: oorlog met talloze slachtoffers, Jodenver-volging, hongersnoden, mislukte oogsten, epidemieën, bokkenrijders die onschuldig aan de galg kwamen door foute rechters, de slachtoffers van de mijnbouwperiode in onze regio door mijnongelukken en ‘sjtub’ (stoflongen-silicose), de grote werkloosheidgolven in de jaren 1930 en na de sluiting van de steenkolenmijnen in de jaren 1970/80 - om maar wat voorbeelden te noemen.

26

Page 27: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

waar je je dropveters kon halen voor

2 cent of een kauwgum kocht van 5

cent waarvan je een flinke ballon kon

blazen en laten spatten. Ook de

foto’s van kermis, sinterklaas en

carnaval roepen vaak herinneringen

op waar je even bij wegdroomt…

EEN GOEDE BUUR…

Het leven in de buurt werd

vooral voordat de Algemene Bijstands­

wet in 1965 van kracht werd bepaald

door het zijn aangewezen op elkaar.

Daarvoor was men, als men werkloos

was door ziekte of ontslag, aangewe­

zen op de liefdadigheid van de

kerkelijke en andere armenzorg

instellingen. Dan kon het gebeuren

dat zoals in de notulen van de

Heerlense St. Vincentiusvereniging

van rond de Eerste Wereldoorlog te

lezen staat, dat iemand een week

niets van de broodbedeling kreeg,

omdat hij een affiche van de socialis­

ten voor zijn raam had gehangen.

Was moeder ziek dan was burenhulp

in de meestal grote gezinnen in de

arbeidersbuurten heel normaal en

een must. En voor weduwen en

bejaarden was het voor ´Drees´ (de

AOW, Algemene Ouderdoms Wet die

is ingevoerd in 1957) en de Algeme­

ne Weduwen en Wezenwet (inge­

voerd in 1959) ook geen makkie. >

← De sacramentspro­cessie van 10 juni 1959 in de Zondags­traat.

→ Een sportdag in het nieuwe stadion Kaldenborn in 1964.

↓ De Raad van Elf van de ‘Mühlepieken’ met president Herman Bidlot in 1960.

↑ De optocht van Koninginnedag 31 augustus in de jaren 1930.

de interesse voor de geschiedenis

van de stad en zijn samenleving

levendig te houden. Ook wel om te

begrijpen waarom de eigen stad

uniek is in zijn geschiedenis en

waarom de stad de moeite waard is

om er ook nu te wonen en te werken.

HERINNERINGEN?

Zo merk ik bij het samenstel­

len van de boekenserie ´De geschie­

denis van de Heerlense buurten´ dat

oude foto´s vaak de nostalgische

gevoelens versterken. Een foto van

op kamp met de scouting of een van

de gezellige kruidenier op de hoek,

27wellermagazine december 2015

Page 28: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

HARDE WERKELIJKHEID

Bij de kruidenier gingen de

wekelijkse boodschappen vaak ‘op

de lat’, waardoor het vaak moeilijk

was voor de gezinnen om op de

wekelijkse loondag de schuld af te

lossen. Vooral als pa voordat hij met

het loontuutje naar huis kwam, eerst

‘gezellig’ doorzakte in een café bij de

mijn om even het harde bestaan te

vergeten.

Water moest in de meeste buurten

nog tot in het midden van de jaren

1950 bij de pomp of een gemeen­

schappelijke waterkraan voor enkele

woningen worden gehaald. Een

warme douche was er ook niet bij,

daarvoor moest je naar het badhuis.

Meestal waste je je één keer in de

week in de ‘tobbe’, de teil, met wat

warm water dat op de kolenkachel

was warm gemaakt. Eén keer warm

water voor de hele kinderschaar…

De tuin bij de woning was geen luxe

plek om te ‘chillen’, maar voor de

verbouw van groente en aardappelen

en het houden van kippen, konijnen

en soms een varken. Die ‘huis’­die­

ren werden dan met de feestdagen

geslacht. Voor de wekelijkse was

moesten de vrouwen nog flink

schrobben in de waskuip met was­

bord en wat zeep. Zwaar en vies

→ De wekelijkse was was nog handwerk met als enige hulpmiddel het wasbord en de tobbe en water en zeep natuurlijk.

← De moestuin met onder andere het ‘îeëwig moos’.

→ Het rad van de tijd lijkt het wel, het molenrad van de Oliemolen, ca. 1900.

↑ De kruidenierswin­kel aan het Dr. Schaepmanplein.

↓ De kippenslacht

28

Page 29: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

werk als je bedenkt dat de werkkle­

ding van de mijnwerkers zwaar was

en vol zwarte kolenstof.

DIE GOEIE OUWE TIJD????

Er is niets mis met even

wegdromen in de herinnering aan

het verleden. Het helpt om je verbon­

den te weten met de plek waar je

bent opgegroeid, waar je je ‘roots’

hebt. Maar was die goede ouwe tijd

zoveel beter als nu? <

In de serie ‘De geschiedenis van de

Heerlense buurten’ verschenen

afleveringen over Mariarade, Palemig,

Welten, Maria Gewanden­Terschuren,

Heerlerheide, Heksenberg en in

november j.l. Molenberg. Ze zijn te

koop bij Historisch Goud­Rijckheyt/

Thermenmuseum. De laatste afleve­

ringen ook via de webshop van de

Historische Kring ‘Het Land van Herle’

op www.landvanherle.nl/bestellen.

Herinneringen ophalen over uw

buurt kunt u op de websites www.

heerlenvertelt.nl (daar kunt u ook uw

verhaal vertellen!), www.rijckheyt.nl,

www.demijnen.nl.

Zo’n 1600 bijdragen over de regio­

nale geschiedenis vindt u in 65

jaargangen Historisch tijdschrift voor

Parkstad Limburg en is doorzoekbaar

op www.landvanherle.nl.

← Koken op de hout­ of kolenhaard. Soep werd meteen voor drie dagen gemaakt.

↑ Cover Molenberg vroeger.

↓ Vertrouwd beeld in vroeger tijd: de kolenboer komt langs….

↑ Antieke inrichting van een kappers­winkel.

wellermagazine december 2015 29

Page 30: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

EEN KOEPEL

VOOR ÀLLE HUURDERS

V.l.n.r: Frans Souren, Ber Maas, Herman Moes, Wim Elbers, Harry Franz, Mevr Jos van Aarnhem, Theo Latten en Wim Dumont.

Afwezig, Mevr. Riet Degeulle van Schinveld en Herbert Wittman van Brunssum.

30

Page 31: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

De jaarlijkse huurverhoging

en de servicekosten. Nieuwbouw­

plannen, het groot onderhoud en het

plaatsingsbeleid. Alle belangrijke

beslissingen neemt Weller in overleg

met de huurders. Maar, omdat wij

niet met iedereen kunnen overleg­

gen, spreken we per Wellerbuurt

met vertegenwoordigers van de

‘Huurderskoepel’. Herman Moes en

Frans Souren vertegenwoordigen de

koepels van Brunssum en Heerler­

baan: “Wij zijn kritisch! Jazeker, maar

we komen er met Weller uiteindelijk

altijd uit.”

Hoe gaat dit ‘koepeloverleg’ in

zijn werk? “Weller telt vijf Huurders­

koepels, voor elke Wellerbuurt één”,

legt Frans Souren uit. “Dit zijn:

‘Huurderskoepel Brunssum’, ‘GBP’

voor het stadsdeel Heerlen­Centrum,

‘Huren en Wonen’ voor het stadsdeel

Heerlerheide, ‘Huurderskoepel

Heerlerbaan’ en ‘Huurderskoepel

Schinveld’. Alle vijf de koepels zitten

ongeveer eens per maand aan tafel

met de besturen van de verschil­

lende bewonerscommissies en

Huurdersbelangenverenigingen die ín

hun wijk actief zijn. Hier verzamelen

zij informatie. Alle opmerkingen,

Frans Souren en Herman Moes: “Het sociale hart van Weller is altijd zó sterk geweest.

We leven nu in een andere tijd met andere regels en wetten. In deze veranderde omgeving is het onze ambitie om die

sociale kracht sterk te houden.”

vragen, ervaringen en eventuele

problemen die in de wijk leven

nemen de leden van de Huurders­

koepels vervolgens mee naar het

‘koepeloverleg’. Hierbij bespreken

de vertegenwoordigers van de vijf

koepels met het management en

de directie van Weller álles wat te

maken heeft met het huurbeleid van

Weller in de woningen en wijken.”

SOCIALE BALANS

‘Wat gaat goed en wat kan

beter’ is kort samengevat de insteek

van de Huurderskoepels bij het

over leg met Weller. “Dat levert soms

best pittige gesprekken op”, vervolgt

Herman Moes. “Maar de samenwer­

king is goed. Niet alleen tussen de

vertegenwoordigers van de vijf

koepels maar ook met Weller lukt het

zelfs bij de lastigste discussies om de

beste oplossing voor beide partijen

te realiseren. Zoals bij de huurver­

hoging van dit jaar. Weller is één van

de weinige corporaties waarbij de

variabele huur dit jaar met maar 2%

is gestegen. Dit is op ons verzoek,

want wij zien de problemen in de

wijken waar mensen met steeds

minder moeten rondkomen. Samen

zoeken we zo de sociale balans van

Weller in veranderende tijden.”

GOED TEAM

Om de belangen van de

huurders bij Weller op álle mogelijke

fronten te kunnen behartigen moeten

de leden van de Huurderskoepels op

de hoogte zijn van alles wat er leeft

en speelt in de samenleving. “Wets­

veranderingen, nieuwe energievoor­

zieningen, herstructurering van

wijken, noem het maar op: wij volgen

het allemaal op de voet”, somt Frans

Souren op. “Daarnaast zitten wij

regelmatig met diverse commissies

aan tafel om goed te kunnen rea­

geren op specifieke bewonersvraag­

stukken. Zo zijn wij in samenwerking

met de klachtencommissie betrokken

bij het oplossen van klachten. En

voor de Raad van Commissarissen

kiezen wij niet alleen twee leden;

samen sturen wij ook op de rol die

Weller kan vervullen bij het voorko­

men of oplossen van maatschappe­

lijke problemen zoals eenzaamheid,

financiële problemen of huurders die

zorg nodig hebben. Ouderen moeten

tegenwoordig langer zelfstandig

thuis wonen en iedereen moet mee

kunnen doen aan de samenleving,

maar niet iedereen kan deze stap

zetten. Via de Huurderskoepel

hebben huurders een stem om zaken

te verbeteren. Want samen sta je

sterker, zeker als je zoals wij kunt

bouwen op een zeer betrokken en

gemotiveerd team.” <

31wellermagazine december 2015

Page 32: Weller Magazine  37 2015 Nostalgie

APPELTJES VAN ORANJEHerinneringsbord met koninklijk portret in Delfts blauw.Velox € 10,­

LIEF MUURBLOEMPJEFotolijstje van stof voor herinneringen met een gouden randje.Eigenwijs € 9,95

MIJN THEEDOEKAfdrogen met een knipoog naar het mijnverleden.100% Heerlen € 12,50 voor een set van 3.

LEKKER KRIJTENVoor de boodschappenlijst of een lieve boodschap.Zeeman € 0,99

ECHTE KLASSIEKERSmeer je zacht met crème uit het bekende blauwe blik.Etos € 2,65

LET IT SNOWHet hele jaar door sneeuw­pret met deze sneeuwbol.Eigenwijs € 4,95

FIJNE MEEZINGERSOb­La­Di, Ob­La­Da en andere plaatjes van vroeger.Mediamarkt € 6,99

LEUKE PRENTJESZwart wit kaarten om te versturen of in te lijsten.Velox € 3,50 per 5 stuks

GOED VERZEGELDSluit je brieven af met een zegel van rode was.Xenos € 3,99

32