Welkom bij LOGO! - support.industry.siemens.com · gus en in de technische beschrijving voorziene...

238
i LOGO!-handboek Juni 2000, Versie 5 Welkom bij LOGO! Beste klant, Wij danken u voor de aankoop van LOGO! en feliciteren u met uw beslissing. Met LOGO! hebt u een logische module gekocht die voldoet aan de hoge kwaliteitseisen van ISO 9001. LOGO! is universeel bruikbaar. Door zijn grote functionaliteit en toch zeer gemakkelijke bediening garandeert LOGO! voor nage- noeg elke toepassing een groot rendement. LOGO!-documentatie In dit LOGO!-handboek vindt u alle nodige informatie over de in- stallatie, de programmering en het gebruik van LOGO!. Behalve in het LOGO!-handboek vindt u ook nog informatie over de bedrading in de producthandleiding bij LOGO!, die bij elk appa- raat is gevoegd. Meer uitgebreide informatie over de programme- ring van LOGO! met de PC, vindt u in de on-line-help bij LOGO!Soft Comfort. LOGO!Soft Comfort is de programmeersoft- ware voor PC’s. Zij loopt onder WINDOWSÒ en helpt u erbij LOGO! te leren kennen, onafhankelijk van LOGO! programma’s te schrijven, te testen, af te drukken en te archiveren. Inhoud van het handboek Wij hebben dit handboek in 9 hoofdstukken onderverdeeld: S Kennismaken met LOGO! S LOGO! monteren en bedraden S LOGO! programmeren S De functies van LOGO! S LOGO! parametreren S LOGO! programmamodule S LOGO!-software S LOGO!-toepassingen S Aanhangsels Ondersteuning Onze internet-site over het thema LOGO!: http://www.ad.sie- mens.de/logo, hier krijgt u snel en op eenvoudige wijze antwoord op uw vragen.

Transcript of Welkom bij LOGO! - support.industry.siemens.com · gus en in de technische beschrijving voorziene...

iLOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Welkom bij LOGO!Beste klant,

Wij danken u voor de aankoop van LOGO! en feliciteren u met uwbeslissing. Met LOGO! hebt u een logische module gekocht dievoldoet aan de hoge kwaliteitseisen van ISO 9001.

LOGO! is universeel bruikbaar. Door zijn grote functionaliteit entoch zeer gemakkelijke bediening garandeert LOGO! voor nage-noeg elke toepassing een groot rendement.

LOGO!-documentatieIn dit LOGO!-handboek vindt u alle nodige informatie over de in-stallatie, de programmering en het gebruik van LOGO!.

Behalve in het LOGO!-handboek vindt u ook nog informatie overde bedrading in de producthandleiding bij LOGO!, die bij elk appa-raat is gevoegd. Meer uitgebreide informatie over de programme-ring van LOGO! met de PC, vindt u in de on-line-help bijLOGO!Soft Comfort. LOGO!Soft Comfort is de programmeersoft-ware voor PC’s. Zij loopt onder WINDOWSÒ en helpt u erbijLOGO! te leren kennen, onafhankelijk van LOGO! programma’s teschrijven, te testen, af te drukken en te archiveren.

Inhoud van het handboekWij hebben dit handboek in 9 hoofdstukken onderverdeeld:� Kennismaken met LOGO!� LOGO! monteren en bedraden� LOGO! programmeren� De functies van LOGO!� LOGO! parametreren� LOGO! programmamodule� LOGO!-software� LOGO!-toepassingen� Aanhangsels

OndersteuningOnze internet-site over het thema LOGO!: http://www.ad.sie-mens.de/logo, hier krijgt u snel en op eenvoudige wijze antwoordop uw vragen.

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

ii

Veiligheidstechnische aanwijzingenDit handboek bevat aanwijzingen die u zowel voor uw eigen veilig-heid als ter vermijding van materiële schade in acht moet nemen.Deze aanwijzingen worden voorafgegaan door een gevarendrie-hoek en worden naargelang de risicograad als volgt aangeduid:

!Gevaar

betekent dat zich dodelijke ongevallen, zwaar lichamelijk letselof ernstige materiële schade zullen voordoen, indien de no-dige voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen.

!Waarschuwing

betekent dat zich dodelijke ongevallen, zwaar lichamelijk letselof ernstige materiële schade kunnen voordoen, indien de no-dige voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen.

!Let op

betekent dat zich licht lichamelijk letsel of materiële schadekunnen voordoen, indien de nodige voorzorgsmaatregelen nietworden getroffen.

Wenkbevat belangrijke informatie over het product, het gebruik vanhet product of van het desbetreffende gedeelte van de docu-mentatie, waaraan bijzondere aandacht moet worden besteed.

!Waarschuwing

Het apparaat mag alleen in bedrijf worden gesteld en wordengebruikt door vakkundig personeel . Onder vakkundig perso-neel zoals bedoeld in de technische veiligheidsaanwijzingenvan dit handboek dient te worden verstaan, alle personen diebevoegd zijn om apparaten, systemen en stroomkringen over-eenkomstig de veiligheidstechnische normen in werking testellen, te aarden en te kenmerken.

!Waarschuwing

Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor de in de catalo-gus en in de technische beschrijving voorziene toepassingenen uitsluitend in combinatie met door Siemens aanbevolen oftoegelaten apparaten en componenten van andere merken.De probleemloze en veilige werking van het product veronder-stelt een aangepast transport, een correcte opslag, opstellingen montage alsook een zorgvuldige bediening en onderhoud.

Welkom bij LOGO!

iiiLOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Copyright � Siemens AG 1996 All rights reservedHet doorgeven of verveelvoudigen van deze documentatie, alsook het gebruik of debekendmaking van de inhoud ervan zijn niet toegelaten zonder uitdrukkelijke toestemming.Elke overtreding leidt automatisch tot de betaling van schadevergoeding. Alle rechtenvoorbehouden, in het bijzonder bij octrooiverlening of inschrijving als gebruiksmodel.AansprakelijkheidsbeperkingWij zijn de overeenstemming tussen inhoud van de gedrukte tekst en de beschreven hard-en software nagegaan. Afwijkingen kunnen echter niet worden uitgesloten, zodat wij devolledige overeenstemming niet kunnen garanderen. De gegevens in deze gedrukte tekstworden regelmatig gecontroleerd en de vereiste correcties worden in de volgende uitgavenopgenomen. Alle suggesties tot verbetering zijn welkom.

Welkom bij LOGO!

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

iv

Inhoud

1 Kennismaken met LOGO! 1. . . . . . . . .

2 LOGO! monteren en bedraden 8. . . . 2.1 LOGO! monteren/demonteren 10. . . . . . . . . . . . . . . . . .

2.2 LOGO! bedraden 12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.1 Stroomvoorziening aansluiten 12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.2 Ingangen van LOGO! aanssluiten 14. . . . . . . . . . . . . . . 2.2.3 Uitgangen aansluiten 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.4 ASi-bus aansluiten (alleen LOGO! ...B11) 21. . . . . . . . 2.2.5 LOGO!...B11 aan de ASi-bus 22. . . . . . . . . . . . . . . . . . .

2.3 LOGO! inschakelen/Terugkeer van de stroom 24. . .

3 LOGO! programmeren 27. . . . . . . . . . . . 3.1 Klemmen 28. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3.2 Blokken en Bloknummers 30. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3.3 Van het schakelschema naar LOGO! 33. . . . . . . . . . . .

3.4 De 4 gulden regels voor het werken met LOGO! 36.

3.5 Overzicht van de menu’s van LOGO! 38. . . . . . . . . . . .

3.6 Een programma invoeren en starten 39. . . . . . . . . . . . 3.6.1 Overgaan naar de modus Programmeren 39. . . . . . . . 3.6.2 Het eerste programma 40. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6.3 Programma invoeren 42. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6.4 Het tweede programma 49. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6.5 Een blok wissen 55. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6.6 Meerdere met elkaar verbonden blokken wissen 56. . 3.6.7 Programmeerfouten corrigeren 57. . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6.8 ”?” op het display 57. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6.9 Programma wissen 58. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3.7 Geheugencapaciteit en grootte van een schakeling 59. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

vLOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4 LOGO! functies 62. . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1 Constanten en klemmen - Co 63. . . . . . . . . . . . . . . . . . .

4.2 Lijst basisfuncties - BF (GF) 65. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.1 EN (AND) (EN) 67. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.2 EN (AND) met flankanalyse 67. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.3 NEN (NAND) (EN niet) 68. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.4 NEN (NAND) met flankanalyse 69. . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.5 OF (OR) (OF) 69. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.6 NOF (NOR) (OF niet) 70. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.7 XOF (XOR) (exclusief OF) 71. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.8 NIET (NOT) (negatie, inverter) 71. . . . . . . . . . . . . . . . . .

4.3 Basiskennis speciale functies 72. . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.1 Benaming van de ingangen 73. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.2 Tijdsgedrag 74. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.3 Bufferen van de klok 75. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.4 Remanentie 75. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.5 Beveiligingswijze 76. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.6 Gain en offsetberekening bij analoge waarden 76. . . .

4.4 Lijst speciale functies - SF 77. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.1 Vertraagde inschakeling 80. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.2 Vertraagde uitschakeling 82. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.3 Vertraagde in-/uitschakeling 84. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.4 Accumulerende vertraagde inschakeling 86. . . . . . . . . 4.4.5 Houdrelais 88. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.6 Relais met vergrendeling 90. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.7 Sleepcontact - impulsuitvoer 92. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.8 sleepcontact met flankoverbrugging 93. . . . . . . . . . . . . 4.4.9 Weekschakelklok 94. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.10 Jaarschakelklok 99. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.11 Op- en aftellende teller 101. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.12 Bedrijfsurenteller 104. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.13 Symmetrische klokpulsgever 107. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.14 Asynchrone impulsgever 109. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.15 Toevalsgenerator 110. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.16 Drempelwaardeschakelaar voor frequenties 112. . . . . . 4.4.17 Drempelwaardeschakelaar analoog 114. . . . . . . . . . . . . . 4.4.18 Analoge comparator 117. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

vi

4.4.19 Trappenlichtschakelaar 121. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.20 Comfortschakelaar 123. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.21 Meldteksten 125. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

5 LOGO! parametreren 128. . . . . . . . . . . . . 5.1 Overgaan naar de modus Parametreren 129. . . . . . . . . 5.1.1 Parameters 129. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1.2 Selecteren van de parameters 130. . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1.3 Wijzigen van de parameters 131. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

5.2 De tijd instellen (LOGO! ... C) 134. . . . . . . . . . . . . . . . . . .

6 LOGO! Programmamodule 136. . . . . . . . 6.1 Overzicht van de module 137. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

6.2 Module verwijderen en aanbrengen 138. . . . . . . . . . . . .

6.3 LOGO! op de module kopiëren 140. . . . . . . . . . . . . . . . .

6.4 Kopiëren van de module naar LOGO! 141. . . . . . . . . . .

7 LOGO!-software 144. . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1 Toepassingsmogelijkheden van de

LOGO!-software 146. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

7.2 LOGO! aan een PC koppelen 147. . . . . . . . . . . . . . . . . . .

7.3 Instellingen voor de transmissie 149. . . . . . . . . . . . . . . .

8 Toepassingen 150. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.1 Trappenhuis- of gangverlichting 151. . . . . . . . . . . . . . . . 8.1.1 Eisen die aan een trappenhuisverlichting

worden gesteld 151. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.1.2 De tot dusver gebruikte oplossing 151. . . . . . . . . . . . . . . 8.1.3 Verlichtingsinstallatie met LOGO! 153. . . . . . . . . . . . . . . 8.1.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden 155. . . . .

8.2 Automatische deur 156. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.1 Eisen die aan een automatische deur worden

gesteld 156. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.2 De tot dusver gebruikte oplossing 157. . . . . . . . . . . . . . . 8.2.3 Deursturing met LOGO! 157. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden 160. . . . .

viiLOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.2.5 Uitgebreide oplossing met LOGO! 230RC 160. . . . . . . .

8.3 Ventilatiesysteem 163. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.1 Eisen die aan een ventilatiesysteem worden gesteld 1638.3.2 Voordelen bij het gebruik van LOGO! 166. . . . . . . . . . . .

8.4 Fabriekspoort 168. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.1 Eisen aan de poortsturing 168. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.2 De tot dusver gebruikte oplossing 169. . . . . . . . . . . . . . . 8.4.3 De uitgebreide LOGO!-oplossing 171. . . . . . . . . . . . . . . .

8.5 Centraal sturen en controleren van meerdere fabriekspoorten 172. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

8.5.1 Eisen aan de poortsturing 173. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

8.6 Lichtbanen 177. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6.1 Eisen die aan de verlichtingsinstallatie worden

gesteld 177. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6.2 De tot dusver gebruikte oplossing 178. . . . . . . . . . . . . . . 8.6.3 Lichtbaansturing met LOGO! 230RC 179. . . . . . . . . . . . .

8.7 Pomp voor gebruikswater 181. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.7.1 Eisen die aan de besturing van een pomp voor

gebruikswater worden gesteld 182. . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.7.2 De tot dusver gebruikte oplossing 182. . . . . . . . . . . . . . . 8.7.3 Pomp voor gebruikswater met LOGO! 230RC 183. . . . . 8.7.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden 184. . . . .

8.8 Verdere toepassingsmogelijkheden 185. . . . . . . . . . . .

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

viii

A Technische gegevens 188. . . . . . . . . . . . A.1 Algemene technische gegevens 188. . . . . . . . . . . . . . . .

A.2 Technische gegevens: LOGO! 230... 190. . . . . . . . . . . .

A.3 Technische gegevens: LOGO! 24 Basic 193. . . . . . . . .

A.4 Technische gegevens: LOGO! 24 Long 196. . . . . . . . . .

A.5 Technische gegevens: LOGO! 12... 199. . . . . . . . . . . . .

A.6 Technische gegevens: LOGO!Power 12 V 203. . . . . . .

A.7 Technische gegevens: LOGO!Power 24 V 205. . . . . . .

A.8 Technische gegevens: LOGO! Contact 24/230 207. . .

B Geheugenbehoefte bepalen 208. . . . . . .

C Cyclusduur bepalen 210. . . . . . . . . . . . . .

D LOGO! zonder display 212. . . . . . . . . . . .

E LOGO! ...LB11: Omschakeling Active - Passive 215. . . .

F LOGO! menustructuurr 217. . . . . . . . . . .

Bestelnummers 218. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Afkortingen 220. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Index 221. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

1LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

1 Kennismaken met LOGO!

Wat is LOGO! ?

LOGO! is de universele logische module van Siemens.

LOGO! omvat� de besturing� de bedienings- en display-eenheid� stroomvoorziening� de interface voor de programmamodule en een

PC-kabel� kant-en-klare op de praktijk afgestemde basisfuncties

zoals bijv. voor vertraagd inschakelen, vertraagd uit-schakelen en relais met vergrendeling.

� schakelklok� binaire merktekens� alsook in- en uitgangen naargelang het type van appa-

raat.

Wat kan LOGO! ?

Met LOGO! kunt u oplossingen vinden voor taakstellingenop het gebied van de huis- en gebouweninstallatie (bijv.verlichting van trappenhuizen, buitenverlichting, markiezen,rolluiken, etalageverlichting e.d.), van de bouw van scha-kelkasten en in de machine- en apparatenbouw (bijv. auto-matische bediening van poorten, ventilatiesystemen, pom-pen voor gebruikswater, e.d.).

Voorts kan LOGO! worden gebruikt voor speciale besturin-gen van wintertuinen of van serres, voor de signaalvoorver-werking voor besturingen en dankzij de ASi-variant voor dedecentrale plaatselijke besturing van machines en proces-sen.

Er bestaan speciale varianten zonder bedieningseenheidvoor seriegebruik bij de constructie van kleine machines enapparaten, voor de bouw van schakelkasten en op het ge-bied van de installatietechniek.

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

2

Welke types van apparaten zijn beschikbaar?

LOGO! is beschikbaar voor 12 V DC, 24 V DC, 24 V AC en230 V AC als� standaardvariant met 6 ingangen en 4 uitgangen, afme-

tingen 72 x 90 x 55 mm� variant zonder display met 6 ingangen en 4 uitgangen,

afmetingen 72 x 90 x 55 mm� variant met 8 ingangen en 4 uitgangen, afmetingen

72 x 90 x 55 mm� Long - variant met 12 ingangen en 8 uitgangen. Met de

afmetingen 126 x 90 x 55 mm� bus - variant met 12 ingangen en 8 uitgangen, en bo-

vendien een extra AS-interface-busaansluiting, waar-door nog eens 4 ingangen en 4 uitgangen in het bus-systeem ter beschikking staan. En dat allessamengevat op 126 x 90 x 55 mm.

In alle varianten hebt u de beschikking over 29 kant-en-klare basis- en speciale functies voor de programma-aanmaak.

U hebt de keuze

Dankzij de verschillende varianten is een bijzonder flexibeleaanpassing aan uw speciale taakstelling mogelijk.

LOGO! biedt u oplossingen gaande van de kleine huisin-stallatie over beperkte automatiseringstaken tot omvan-grijke taakstellingen met inschakeling van het AS-interface-bussysteem.

Kennismaken met LOGO!

3LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Opbouw van LOGO!

LOG

O!..

. - s

tand

aard

uitv

oerin

g 12

3

I7 I8

Q1 Q2 Q3 Q4

SIEMENS

3

35

72

L1 N

4

6

5

90

55

LOG

O!..

.L/L

OG

O!..

.LB

11

1

2

3

126

35 90

L1 N I1 I2 I3 I4

Q1 Q3 Q4

SIEMENS

I5 I6

Q2 Q5 Q6 Q7 Q8

I7 I8 AS-interface- +

I9 I10 I11 I12

3

4

5

6

7

1

2

4

3 Uitgangen

Stroomvoorziening

Ingangen

Moduleschacht metafdekking

5

6

7 AS-interface-aansluiting(alleen bij LB11)

Bedieningsveld (niet bij RCo)

LCD-display(niet bij RCo)

I4 I5 I6I1 I2 I3

Kennismaken met LOGO!

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4

Zo herkent u LOGO!

De identificatie van LOGO! geeft informatie over diverseeigenschappen:� 12: 12 V - versie� 24: 24 V - versie� 230: 115/230 V - versie� R: relaisuitgangen (zonder R: transistoruitgangen)� C: geïntegreerde weekschakelklok� o: variant zonder display� L: dubbel aantal uit- en ingangen� B11: slave met AS-interface-busaansluiting

Verder in de beschrijving gebruiken wij kleine pictogram-men om de types met verschillende functies aan te duiden.Deze pictogrammen worden altijd gebruikt wanneer infor-matie slechts betrekking heeft op een deel van deLOGO!-varianten:

standaardvariant met 6 of 8 ingangen en 4 uitgangen, af-metingen 72 x 90 x 55 mm

standaardvariant zonder display met 6 of 8 ingangen en4 uitgangen, afmetingen 72 x 90 x 55 mm

..L-variant met 12 ingangen en 8 uitgangen, afmetingen126 x 90 x 55 mm

..B11-variant met 12 ingangen en 8 uitgangen, en boven-dien een extra AS-interface-busaansluiting met 4 virtueleingangen en 4 virtuele uitgangen, afmetingen 126 x 90 x 55 mm.

Kennismaken met LOGO!

5LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Varianten

LOGO! bestaat in de volgende varianten:

Symbool Omschrijving Uitgangen Type

LOGO! 12/24RC * 4 x 230 V; 10A Relais

LOGO! 24 * 4 x 24 V; 0,3 A Transistor

LOGO! 24RC (AC) 4 x 230 V; 10A Relais

LOGO! 230RC 4 x 230 V; 10A Relais

LOGO! 12/24RCo * 4 x 230 V; 10A Relais

LOGO! 24RCo (AC) 4 x 230 V; 10A Relais

LOGO! 230RCo 4 x 230 V; 10A Relais

LOGO! 12RCL 8 x 230 V; 10A Relais

LOGO! 24L 8 x 24 V; 0,3 A Transistor

LOGO! 24RCL 8 x 230 V; 10A Relais

LOGO! 230RCL 8 x 230 V; 10A Relais

LOGO! 24RCLB11 8 x 230 V; 10A Relais

LOGO! 230RCLB11 8 x 230 V; 10A Relais

*: bovendien met analoge ingangen

Kennismaken met LOGO!

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

6

Certificering en vergunning

LOGO! is gecertificeerd volgens UL, CSA en FM.� UL-Listing-Mark

Underwriters Laboratories (UL) volgensStandard UL 508, File Nr. 116536

� CSA-Certification-MarkCanadian Standard Association (CSA) volgensStandard C22.2 No. 142, File Nr. LR 48323

� FM-vergunningFactory Mutual (FM) Approval volgensStandard Class Number 3611, Class I, Division 2,Group A, B, C, D

!Waarschuwing

Er kan lichamelijk letsel en materiële schade op-treden.

Als u in een explosieve omgeving bij lopend be-drijf steekverbindingen ontkoppelt, dreigt gevaarvoor lichamelijk letsel en materiële schade.

Schakel in een explosieve omgeving LOGO! ende bijbehorende componenten altijd stroomloosvoordat u steekverbindingen gaat ontkoppelen.

LOGO! heeft het CE-kenteken, voldoet aan de normenVDE 0631 en IEC1131 en is ontstoord volgens EN 55011(grenswaardeklasse B, bij ASi-busbedrijf klasse A).

De scheepsbouwvergunning is verleend.� ABS - American Bureau of Shipping� BV - Bureau Veritas� DNV - Det Norske Veritas� GL - Germanischer Lloyd� LRS - Lloyds Register of Shipping� PRS - Polski Rejestr Statków

LOGO! kan daardoor zowel in de industriële sector als inen rond het huis worden toegepast.

Kennismaken met LOGO!

7LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Kenmerking voor AustraliëAlle SIMATIC-producten met een vinkje voldoen aan deeisen van de norm AS/NZS 2064 (Class A).

Kennismaken met LOGO!

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8

2 LOGO! monteren en bedraden

Algemene richtlijnen

De volgende richtlijnen moet u bij de montage en bedra-ding van uw LOGO! in acht nemen:� Zorg dat u bij de bedrading van LOGO! alle geldende en

bindende normen toepast. Neem bij de installatie en dewerking van de toestellen de nationale en plaatselijkevoorschriften die hier van toepassing zijn in acht. Infor-meer u bij de plaatselijke overheid over de normen eenvoorschriften die in uw speciaal geval op te volgen zijn.

� Gebruik voor de betreffende stroomsterkte leidingenmet de juiste doorsnede. U kunt LOGO! van leidingenvoorzien met een doorsnede tussen 1,5 mm2 en2,5 mm2, zie hoofdstuk 2.2.

� Trek de aansluitklemmen niet te vast aan. Maximaalaanhaalmoment: 0,5 Nm, zie hoofdstuk 2.2.

� Houd de leidingen altijd zo kort mogelijk. Moeten de lei-dingen toch langer zijn, gebruik dan een afgeschermdeleiding. U moet de leidingen paarsgewijs leggen: eenneutrale of nulleider samen met een faseleider of eensignaalleiding.

� Houd de wisselstroombedrading en de hoogspannings-gelijkstroombedrading met snelle schakelvolgorde ge-scheiden van de laagspanningssignaalbedrading.

� Vergewis er u van dat de leidingen de vereiste snoe-rontlasting hebben.

� Voorzie leidingen die door de bliksem kunnen wordengetroffen van een geschikte overspanningsbeveiliging.

� Sluit een externe stroomvoorziening niet parallel tot eenDC-uitgang op een uitgangsbelasting aan. Daardoorkan aan de uitgang stroom terugvloeien, voor zover ude opbouw niet hebt voorzien van een diode of van eensoortgelijke blokkering.

9LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Wenk

LOGO! mag alleen worden gemonteerd en bedraad dooreen deskundig vakman die op de hoogte is van dealgemeen geldende technische regels en van devoorschriften en normen die van toepassing zijn en diedeze ook in acht neemt.

LOGO! monteren en bedraden

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

10

2.1 LOGO! monteren/demonteren

Afmetingen

LOGO! heeft de afmetigen voor installatieapparaten over-eenkomstig de norm DIN 43880.

LOGO! moet worden vastgeklikt op een 35 mm brede pro-fielrail overeenkomstig de norm DIN EN 50022.

Breedte van LOGO!:� LOGO!: 72 mm breed; dat stemt overeen met 4 ver-

deeleenheden (standaardversie).� LOGO!...RCo: 72 mm breed; dat stemt overeen met

4 verdeeleenheden (standaardversie).� LOGO!...L: 126 mm breed; dat stemt overeen met

7 verdeeleenheden.� LOGO!...B11: 126 mm breed; dat stemt overeen met

7 verdeeleenheden.

Wenk

De montage en demontage worden toegelicht aan de handvan een grafiek van de LOGO! 230RC. De getoondehandelingen gelden ook voor alle andere LOGO!-modules.

Monteren

U moet LOGO! als volgt op een profielrail monteren :1. Breng LOGO! bovenop de profielrail aan en2. kantel LOGO! over de profielrail. De klikbevestiging aan

de achterzijde van LOGO! moet op de rail vastklikken.

Het mechanisme voor het vastklikken kan naargelang hetsoort van profielrail soms wat stroef werken. Als het vast-klikken te moeilijk gaat, kunt u de klikbevestiging lichtjesterugtrekken, zoals beschreven onder LOGO! demonteren.

LOGO! monteren en bedraden

11LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Demonteren

LOGO! moet als volgt worden gedemonteerd :1. Steek een schroevendraaier in het op de afbeelding ge-

toonde oog aan de onderzijde van de klikbevestiging entrek deze laatste naar onderen.

1

2

2. Trek LOGO! weg van de profielrail.

LOGO! monteren en bedraden

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

12

2.2 LOGO! bedraden

Om LOGO! te bedraden hebt u een schroevendraaier meteen bladbreedte van 3 mm nodig.

Voor de klemmen zijn geen afsluitmoffen vereist. U kuntleidingen tot de volgende dikte gebruiken:� 1 x 2,5 mm2

� 2 x 1,5 mm2 voor elke 2e klemmenkamer

Aanhaalmomenten voor aansluitingen: 0,4...0,5 Nm of 3...4 LBin

Wenk

LOGO! is bedoeld om in een verdeelkast of eenschakelkast te worden ingebouwd. Na het inbouwenmoeten de klemmen worden afgedekt. Alleen dan isLOGO! afdoende beschermd tegen de ongeoorloofdeaanraking van onderdelen onder spanning.

2.2.1 Stroomvoorziening aansluiten

LOGO! 230-varianten zijn geschikt voor netspanningen meteen nominale waarde van 115 V AC en 230 V AC enLOGO! 24-varianten en 12-varianten voor een voedings-spanning van 24 V DC, 24 V AC resp. 12 V DC. Neemhieromtrent de aansluitaanwijzingen in acht die in de pro-ductinformatie van uw apparaat te vinden zijn alsook detechnische gegevens in aanhangsel A voor wat de toelaat-bare spanningstoleranties, netfrequenties en de opgeno-men vermogens betreft.

Wenk

Een onderbreken van de stroomtoevoer kan tot gevolghebben dat bijv. bij speciale functies met flankoverbrug-ging een bijkomende flank wordt veroorzaakt.

LOGO! monteren en bedraden

13LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Aansluiten

LOGO! wordt als volgt op het net aangesloten:

L1L+

NM

LOGO! 12/24... LOGO! 230...

Indien gewenst beveiligingmet smeltzekering (aanbevolen).

12/24 RC...: 0,8 A24: 2,0 A24 L: 3,0 A

Wenk

LOGO! is een randgeaard schakelapparaat. Daarom heefthet geen aansluiting voor een veiligheidsaarddraad.

LOGO! monteren en bedraden

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

14

2.2.2 Ingangen van LOGO! aanssluiten

Voorafgaande vereisten

Aan de ingangen moeten sensoren worden aangesloten.Sensoren kunnen knoppen, schakelaars, lichtsluizen, sche-meringsschakelaars, enz. zijn.

Sensoreigenschappen voor LOGO!

LOGO! 12/24 RC/RCo LOGO! 24

I1 ... I6 I7, I8 I1 ... I6 I7, I8

Schakelstand 0 < 5 V DC < 5 V DC < 5 V DC < 5 V DC

Ingangsstroom < 1,0 mA < 0,05 mA < 1,0 mA < 0,05 mA

Schakelstand 1 > 8 V DC > 8 V DC > 8 V DC > 8 V DC

Ingangsstroom > 1,5 mA > 0,1 mA > 1,5 mA > 0,1 mA

LOGO! 24RC/RCo (AC)

LOGO! 230RC/RCo

Schakelstand 0 < 5 V AC < 40 V AC

Ingangsstroom < 1,0 mA < 0,03 mA

Schakelstand 1 > 12 V AC > 79 V AC

Ingangsstroom > 2,5 mA > 0,08 mA

LOGO! 12RCL

LOGO! 24L

LOGO! 24RCL...

LOGO! 230RCL...

Schakelstand 0 < 4 V DC < 5 V DC < 5 V DC < 40 V AC

Ingangsstroom < 0,5 mA < 1,5 mA < 1,5 mA < 0,03 mA

Schakelstand 1 > 8 V DC > 12 V DC > 12 V DC > 79 V AC

Ingangsstroom > 1,5 mA > 4,5 mA > 4,5 mA > 0,08 mA

LOGO! monteren en bedraden

15LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Sensoraansluitingen

Aansluiten van glimlampen, 2-draads-bero voorLOGO! 230RC/230RCo

L1N

NL1

C

3SB1430-3C

3SB1420-3D

3TX7462-3T

Bestelbenaming voor C:

Siemensschakelapparaten &systemen

Wisselen van de schakelstand 0 � 1 / 1 � 0

Bij de overgang van schakelstand 0 naar 1 moet schakel-stand 1 en bij de overgang van 1 naar 0 moet schakelstand0 minstens voor de duur van een programmacyclus contacthebben, alvorens LOGO! de nieuwe schakelstand herkent.

De cyclusduur van de programma-afwerking hangt af vande omvang van het programma.

In het aanhangsel vindt u de beschrijving van een kleintestprogramma, waarmee u de actuele cyclusduur kuntberekenen.

Snelle ingangen

LOGO! (met uitzondering van LOGO! 230..., 24 RC en24 RCo) heeft ook ingangen voor frequentiefuncties. Voordergelijke snelle ingangen gelden deze beperkingen niet.De snelle ingangen zijn de telkens laatste twee ingangenaan een LOGO!:� LOGO! standaardversie: ingangen I5/I6� LOGO!...L-versie: ingangen I11/I12

LOGO! monteren en bedraden

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

16

Analoge ingangen

Bij LOGO!24, LOGO!12/24RC en LOGO!12/24RCo kun-nen de ingangen I7 en I8 zowel als normale digitale ingan-gen dan als analoge ingangen worden gebruikt. Hierbijwordt naargelang het gebruik in het LOGO!-schakelpro-gramma beslist of en hoe de ingang zal worden gebruikt.Onder I7 / I8 kunt u de ingang digitaal gebruiken, terwijl umet de benamingen AI1 en AI2 de ingang analoog kuntgebruiken.

Zie ook hoofdstuk 4.1.

Wenk

Gebruik voor analoge signalen steeds getwijnde leidingenen houdt deze zo kort mogelijk.

LOGO! monteren en bedraden

17LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Sensoraansluitingen

Zo moeten de sensoren aan LOGO! worden aangesloten:

LOGO! 12/24 ...

L+M De ingangen van LOGO! 12/24...

zijn potentiaalgebonden en hebben

daardoor hetzelfde referentiepoten-

tiaal (massa) nodig als de stroom-

voorziening.

Analoge signalen kunt u ook tussen

voedingsspanning en massa opvan-

gen.

LOGO! 230 ... (standaarduitvoering)

L1N

!Waarschuwing

Op basis van bestaande veiligheidsvoorschriften(VDE 0110, ... en IEC 1131, ..., alsook UL enCSA) is het verboden om verschillende fasenaan de ingangen van LOGO! 230... aan tesluiten.

LOGO! monteren en bedraden

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

18

LOGO! ...L...

L1

N

L3

L2De ingangen van

LOGO! ...L.. zijn per

4 ingangen gegroe-

peerd. Voor deze

groepen geldt het-

zelfde als voor de af-

zonderlijke ingangen

van een standaard-

LOGO!. Verschillende

fasen zijn enkel tus-

sen de blokken moge-

lijk.

! Waarschuwing

Op basis van bestaande veiligheidsvoorschriften(VDE 0110, ... en IEC 1131, ..., alsook UL enCSA) is het verboden om verschillende fasenaan één enkele ingangsgroep van LOGO! ...L...aan te sluiten.

LOGO! monteren en bedraden

19LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

2.2.3 Uitgangen aansluiten

LOGO! ...R...

De uitgangen van LOGO! ...R... zijn relais. Er is een poten-tiaalscheiding tussen de contacten van de relais enerzijdsen de stroomvoorziening en de ingangen anderzijds.

Voorafgaande vereisten voor relaisuitgangen

Aan de uitgangen kunnen verschillende belastingen wor-den aangesloten zoals bijv. lampen, TL-buizen, motoren,schakelaars enz. De belasting die aan LOGO! ...R... wordtaangesloten, moet over de volgende eigenschappen be-schikken:� De maximale schakelstroom hangt van de aard van de

belasting en van het aantal gewenste schakelcycli af(nadere informatie hierover vindt u in de technische ge-gevens).

� In ingeschakelde toestand (Q = 1) mag bij ohmse belas-ting een stroom van maximaal 10 ampère (8 A bij 230 V AC), bij inductieve belasting van maximaal3 ampère (2 A bij 12/24 V AC/DC) vloeien.

Aansluiten

De belasting dient als volgt aan de LOGO! ...R...-variantente worden aangesloten:

Beveiliging met een veiligheidsschakelaar van maximaal 16 A, karakteristiek B16,bijv.: vermogensbeveiligingsschakelaar 5SX2 116-6 (indien gewenst)

Belasting Belasting Belasting

LOGO! monteren en bedraden

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

20

LOGO! met transistoruitgangen

Bij LOGO!-varianten met transistoruitgangen ontbreekt inde typeaanduiding de letter R. Daaraan kunt u ze herken-nen. De uitgangen zijn tegen kortsluiting en overbelastingbeveiligd. Een gescheiden voeding van de belastingsspan-ning is niet noodzakelijk, aangezien LOGO! de stroomvoor-ziening van de belasting overneemt.

Voorafgaande vereisten voor transistoruitgangen

De aan LOGO! aangesloten belasting moet de volgendeeigenschappen hebben:� De maximale schakelstroom bedraagt per uitgang

0,3 ampère.

Aansluiten

De belasting dient als volgt aan de LOGO! met transistor-uitgangen te worden aangesloten:

Belasting: 24 V DC, 0,3 A max.

LOGO! 24 LOGO! 24L

Belasting Belasting Belasting

LOGO! monteren en bedraden

21LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

2.2.4 ASi-bus aansluiten (alleen LOGO! ...B11)

Dit hoofdstuk is interessant als u LOGO!..B11 op de ASi-bus wilt aansluiten.

LOGO!...B11

LOGO!...B11 kan als ASi-slave in een netwerk worden op-genomen. Met behulp van een tweedraadsverbinding kuntu dan� 4 bijkomende ingangen via de ASi-bus inlezen en ver-

werken� 4 bijkomende uitgangen naar een overlay-master van

de ASi-bus gebruiken.

De configuratie van LOGO!...B11 in de ASi-bus dient metde door u gebruikte ASi-master te gebeuren.

Voorafgaande vereisten voor de werking met een ASi-master

Let op: LOGO! ...B11 moet in het ASi-systeem aangemeldzijn, m.a.w. aan LOGO! wordt door de busmaster eenadres toegekend. Hoe dit met LOGO! mogelijk is, kunt unalezen in het hoofdstuk 2.2.5.

!Let op

Het ASi-adres kan voor alle LOGO! ...B11-va-rianten minstens 10 keer worden veranderd.

Verdere veranderingen worden niet gegaran-deerd.

LOGO! monteren en bedraden

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

22

Aansluiten

De busaansluitkabel op de bijgevoegde steekverbinding ofop een in het systeem toegelaten steekverbinding aanslui-ten. Daarbij moet op de juiste polariteit worden gelet.

Vervolgens dient de bedrade stekker in de met AS-interface gekenmerkte interface te worden gestoken.

LOGO!

L1LOGO! ...B11L1L2

+-

AS-interface

- +

2.2.5 LOGO!...B11 aan de ASi-bus

Om de ASi-functie te kunnen gebruiken, moet de busmas-ter LOGO!...B11 kennen. Dat gebeurt zodra LOGO!...B11met de busleiding wordt verbonden. De master herkent hetadres van de slave.

Bij LOGO!...B11 is het in de fabriek ingestelde adres = 0.De master kent een nieuw adres toe dat verschillend isvan 0.

Als er in het systeem geen conflicten tussen adressen op-treden of als er slechts één slave met het adres 0 is inge-stoken, dient u geen verdere stappen te ondernemen.

LOGO! monteren en bedraden

23LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Wenk

Verbindt u meerdere slave-modules (bijv. LOGO!...B11)tegelijk met de bus, lees dan na in aanhangsel E.

LOGO! monteren en bedraden

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

24

2.3 LOGO! inschakelen/Terugkeer van destroom

LOGO! heeft geen aan-/uitschakelaar. Hoe LOGO! bij hetinschakelen reageert, hangt ervan af� of er een programma in LOGO! is opgeslagen,� of een programmamodule is aangebracht,� of het hier een LOGO!-variant zonder display

(LOGO!...RCo) betreft en� in welke toestand LOGO! zich voor STROOM-UIT be-

vond.

In de tabel is de reactie van LOGO! op de verschillendemogelijke situaties beschreven:

No ProgramNo Program

>Program.. PC/Card.. Start

I:123456

Q:1234 RUN

Mo 09:00

met een doorLOGO!opgeslagenprogramma

&

B01

Q1

geen programmaopgeslagen

(leeg)

(metprogramma)

of

B03:Par

Cnt = 0028

Par = 0300

LOGO! in deRUN-modus

(leeg)

(metprogramma)

of

I:123456

Q:1234 RUN

Mo 09:00

I:123456

Q:1234 RUN

Mo 09:00

programmaopgeslagen

>Program.. PC/Card.. Start

(leeg)

of

met een pro-gramma dat inLOGO! door demodule is geko-pieerd

voor Stroom-Uit na Stroom-Aan

(met programma)

>Program.. PC/Card.. Start

met een doorLOGO!opgeslagenprogramma

met eenprogramma dat inLOGO! door demodule isgekopieerd

LOGO! monteren en bedraden

25LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

U kunt echter ook de 4 eenvoudige basisregels voor hetstarten van LOGO! onthouden:1. Als er zich geen programma in LOGO! of op de ingesto-

ken programmamodule bevindt, dan meldt LOGO! (metdisplay): No Program (geen programma).

2. Wanneer de programmamodule een programma bevat,dan wordt dit automatisch in LOGO! gekopieerd. Eenprogramma dat zich al in LOGO! bevindt, wordt over-schreven.

3. Is er al een programma in LOGO! of op de programma-module, dan keert LOGO! terug naar de modus waarinhet zich voor STROOM-UIT bevond. Heeft de variantgeen display (LOGO! ...RCo), dan wordt automatischovergegaan van STOP naar RUN (LED wisselt van roodnaar groen).

4. Als bij minstens één functie de remanentie is ingescha-keld of als één functie met permanent ingeschakelderemanentie wordt gebruikt, blijven de ingestelde waar-den in geval van STROOM-UIT behouden.

Wenk

Wanneer u een programma invoert en er zich tijdens hetinvoeren een stroomonderbreking voordoet, is hetprogramma in LOGO! na het herstel van de stroomtoevoergewist.

Daarom moet u het oorspronkelijke programma op eenprogrammamodule (Card) of op een computer (LOGO!SoftComfort) opslaan alvorens wijzigingen aan te brengen.

LOGO! monteren en bedraden

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

26

LOGO!-modi

LOGO! kent 2 modi: STOP en RUN

STOP (push button forSTOP)

RUN

� Display-indicatie:’No Program’ (niet bijLOGO! ...RCo)

� LOGO! in de modusProgrammeren schakelen(niet bij LOGO! ...RCo)

� LED is rood(alleen LOGO! ...RCo)

� Display-indicatie: Maskervoor de controle van in- enuitgangen (na START inhet hoofdmenu)(niet bij LOGO! ...RCo)

� LOGO! in de modusParametreren schakelen(niet bij LOGO! ...RCo)

� LED is groen(alleen LOGO! ...RCo)

Bewerking door LOGO!:

� Ingangen worden nietingelezen

� Programma wordt niet af-gewerkt

� Relaiscontacten zijn altijdopen of detransistoruitgangen zijnuitgeschakeld

Bewerking door LOGO!:

� LOGO! leest de toestandvan de ingangen in

� LOGO! berekent met hetprogramma de toestandvan de uitgangen

� LOGO! schakelt derelais-/transistoruitgangenin of uit

LOGO! monteren en bedraden

27LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

3 LOGO! programmeren

De eerste stappen met LOGO!

Met programmeren bedoelen wij het ingeven van een scha-keling. Een LOGO!-programma is eigenlijk niets andersdan een schakelschema dat op een enigszins andere ma-nier is weergegeven.

Wij hebben de voorstelling ervan aangepast op het displayvan LOGO!. In dit hoofdstuk verklaren wij hoe u metLOGO! uw toepassingen in LOGO!-programma’s kunt om-zetten.

Wenk

De LOGO!-varianten zonder display, LOGO! 12/24RCo,LOGO! 24RCo und LOGO! 230RCo, hebben geen bedie-ningseenheid. Zij zijn voornamelijke bestemd om in kleinemachines en apparaten te worden ingebouwd voor serie-productie.

LOGO!...RCo-varianten worden niet aan het apparaat ge-programmeerd. Programma’s van de LOGO!-software ofvan geheugenmodules van andere LOGO!-apparaten wor-den in het apparaat overgedragen.

In het eerste deel van dit hoofdstuk leert u aan de handvan een klein voorbeeld hoe u met LOGO! moet werken.� Eerst en vooral worden u de twee basisbegrippen klem

en blok voorgesteld en wordt verklaard wat deze eigen-lijk betekenen.

� Vervolgens zullen wij samen uitgaande van een eenvou-dige traditionele schakeling een programma ontwikke-len, dat u ...

� tenslotte rechtstreeks in LOGO! kunt invoeren.

Nadat u enkele bladzijden van het handboek hebt doorge-nomen, zal uw eerste programma al startklaar in LOGO!opgeslagen zijn. Met de geschikte hardware (schake-laars...) kunt u dan reeds de eerste tests uitvoeren.

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

28

3.1 Klemmen

LOGO! heeft ingangen en uitgangen:

L1 N I1 I2 I3 I4

Q1 Q3 Q4

SIEMENS

I5 I6

Q2 Q5 Q6 Q7 Q8

I7 I8 AS-interface- +

I9 I10 I11 I12L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6

Q1 Q2 Q3 Q4

SIEMENS

Ingangen

Uitgangen

4 ingangen en4 uitgangen viaASi-bus

I7 I8

De ingangen hebben wij met de letter I en een cijfer aange-duid. Als u LOGO! van de voorkant bekijkt, ziet u de klem-men voor de ingangen bovenaan.

De uitgangen hebben wij met een Q en een cijfer aange-duid. De klemmen van de uitgangen ziet u op de afbeeldingonderaan.

Wenk

In- en uitgangen die bij LOGO!...B11 via de AS-interface-busaansluiting ter beschikking staan, zijn geen fysieke in-gangen rechtstreeks aan LOGO!.

Denk eraan dat de busmaster de in- en uitgangsapparatenaan de ASi-bus bepaalt.

LOGO! programmeren

29LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Klemmen van LOGO!

Achter het woord klem verbergen zich alle aansluitingen enstanden die in LOGO! worden gebruikt.

De in- en uitgangen kunnen in de stand ’0’ of de stand ’1’staan. Stand ’0’ betekent dat de ingang niet onder span-ning staat. Stand ’1’ betekent dat hij wel onder spanningstaat. Maar dat is voor u vast niet nieuw.

Wij hebben de klemmen hi, lo en x ingebracht om de invoervan programma’s te vergemakkelijken. ’hi’ (high) heeft devaste stand ’1’, ’lo’ (low) heeft de vaste stand ’0’.

Wanneer u aan de ingang van een blok geen schakelingwilt aanbrengen, gebruik dan de klem ’x’. Wat wij met eenblok bedoelen, kunt u op de volgende pagina lezen.

LOGO! kent de volgende klemmen:

Klemmen

Ingangen I1... I6I,

I7 (AI1),I8 (AI2)

I1...I12 I1...I12 en

Ia1...Ia4(AS-interface)

Uitgangen Q1...Q4 Q1...Q8 Q1...Q8 en

Qa1...Qa4(AS-interface)

lo Signaal met niveau ’0’ (Uit)

hi Signaal met niveau ’1’ (Aan)

x Een bestaande aansluiting wordt niet gebruikt

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

30

3.2 Blokken en Bloknummers

In dit hoofdstuk laten wij u zien, hoe u met de elementenvan LOGO! uitgebreide schakelingen kunt samenstellen enhoe de blokken onderling en met de in- en uitgangen wor-den verbonden.

Lees hierover in het hoofdstuk 3.3. Daarin stellen wij voorhoe u een traditionele schakeling in een LOGO!-pro-gramma kunt omzetten.

BlokkenEen blok in LOGO! is een functie die ingangsinformatie inuitgangsinformatie omzet. Vroeger moesten de afzonder-lijke elementen in de schakelkast of de aansluitkast vandraden worden voorzien.

Bij het programmeren verbindt u klemmen met blokken.Daartoe kiest u uit het menu Co gewoon de gewenste aan-sluiting. Het menu Co is naar het Engelse woord Connector(klem) genoemd.

Logische bewerkingen

De eenvoudigste blokken zijn logische bewerkingen:� EN (AND)� OF (OR)� ...

I1I2

x

�1Hier zijn de ingangen I1 en I2 aanhet OF-blok (OR-blok) aangesloten.De laatste ingang van het blok wordtniet gebruikt en wordt daarom meteen x aangeduid.

Q

De speciale functies hebben aanzienlijk meer mogelijkhe-den te bieden:� Relais met vergrendeling� Teller� Vertraagde inschakeling� ....

In hoofdstuk 4 vindt u een volledige lijst van de functies inLOGO!

LOGO! programmeren

31LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Weergave van een blok op het display van LOGO!

Op de afbeelding ziet u een typische displayweergave vanLOGO!. Er kan dus altijd maar één blok worden afgebeeld.Daarom hebben wij bloknummers ingevoerd, die u moetenhelpen om het verband tussen de schakelingen te zien.

B02 �1

I2 Q1

B01

Weergave van het displayvan LOGO!

x

Bloknummer -wordt doorLOGO toege-kend

Hier is nog eenblok aangesloten

Ingang

Niet benodigde aansluiting UitgangBlok

Toekennen van een bloknummer

Telkens wanneer u een blok in een programma invoegt,kent LOGO! aan dit blok een bloknummer toe.

Met dat bloknummer maakt LOGO! de verbinding tussende blokken duidelijk. De bloknummers dienen dus in eersteinstantie als oriëntering in het programma.

I1I2I3

�1

B01

B02

B02 �1

B03 Q1

B01

B01

Zich verplaatsen in het programma met de toets

I4I5I6

�1

B01

Met deze blokkenbestaat een ver-binding

Bloknummer

Q1x

B03

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

32

Op de overzichtsafbeelding ziet u drie displays van LOGO!weergegeven, die samen het programma uitmaken.LOGO! verbindt, door u goed zichtbaar, de blokken doormiddel van bloknummers met elkaar.

Voordelen van de bloknummers

U kunt vrijwel elk blok via zijn bloknummer aan een ingangvan het actuele blok hangen. Op die manier kunt u voorlo-pige resultaten uit logische verbindingen of andere bewer-kingen meermaals gebruiken. Dat bespaart invoerwerk enopslagcapaciteit en maakt uw schakeling bovendien over-zichtelijker. In dit geval moet u weten welke naam LOGO!aan de blokken heeft gegeven.

Wenk

Om efficiënt te werken, raden wij u aan een overzichtsplanvan het programma op te stellen. Op die manier verge-makkelijkt u de aanmaak van het programma. Op dat plankunt u dan de door LOGO! toegekende bloknummers in-vullen.

Als u voor de programmering van LOGO! gebruik maaktvan de software LOGO!Soft, kunt u een contactplan doenweergeven en laten afdrukken. Met de softwareLOGO!Soft Comfort stelt u meteen een functieschema opvan uw programma.

LOGO! programmeren

33LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

3.3 Van het schakelschema naar LOGO!

Weergave van een schakeling in het schakelschema

U kent ongetwijfeld reeds de weergave van een schakelingin het schakelschema. Hier op de afbeelding ziet u hiervaneen voorbeeld:

K1

S1 K1S2

E1

Via de schakelaars (S1 OFS2) EN S3 wordt de ver-bruiker E1 in- en uitgescha-keld. (OF=OR; EN=AND)

Het relais K1 wordt aange-haald als S1 of S2 en bo-vendien S3 gesloten zijn.

S3

Uitvoering van de schakeling met LOGO!

In LOGO! bouwt u een schakeling op door blokken enklemmen met elkaar te verbinden:

S1 ... S3Bedrading van de ingangen

I3

xQ1

&�1I1I2x

Programma in LOGO!

Bedrading van de uitgangen

Voor de omzetting van een schakeling in LOGO! begint uaan de uitgang van de schakeling.

De uitgang is de belasting of het relais dat moet schakelen.

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

34

De schakeling moet in blokken worden omgezet. Daartoedoorloopt u de schakeling van de uitgang naar de ingang:

Stap 1: aan de uitgang Q1 hangt een serieschakeling vanhet maakcontact S3 met een ander schakelelement. Deserieschakeling komt overeen met een EN-blok (AND-blok):

I3

xQ1

&

Stap 2: S1 en S2 zijn parallel geschakeld. De parallelscha-keling komt overeen met een OF-blok (OR-blok):

I3

xQ1

&�1I1I2x

U hebt nu de schakeling voor LOGO! volledig beschreven.Sluit nu nog de in- en uitgangen aan LOGO! aan.

Bedrading

De schakelaars S1 tot S3 moeten aan de schroefklemmenvan LOGO! worden aangesloten:� S1 zit aan de klem I1 van LOGO!� S2 zit aan de klem I2 van LOGO!� S3 zit aan de klem I3 van LOGO!

Aangezien slechts 2 ingangen van het OF-blok (OR-blok)worden gebruikt, moet de derde ingang van het OF-blok(OR-blok) als niet gebruikt worden gekenmerkt. Daarvoordient de x aan de ingang.

Verder worden ook slechts 2 ingangen van het EN-blok(AND-blok) gebruikt. De derde ingang wordt daarom ookals ’niet gebruikt’ met een x aangeduid.

De uitgang van het EN-blok (AND-blok) bestuurt het relaisaan de uitgang Q1. Aan uitgang Q1 is de verbruiker E1aangesloten.

LOGO! programmeren

35LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Voorbeeld van een bedrading

In de volgende tabel tonen wij u de bedrading aan de handvan een 230 V-variant van LOGO!.

L1N Bedrading van de ingangen

Bedrading van de uitgangen

S1

S3

S2

L1

N

Bedrading van de uitgangen van een LOGO...L...

BelastingBelasting

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

36

3.4 De 4 gulden regels voor het werken metLOGO!

Regel 13-vinger-greep

� Geef de schakeling in de modus Programmeren in. Ukomt in de modus Programmeren door tegelijkertijd opde 3 toetsen , en op OK te drukken.

� De waarden van de tijden en parameters worden gewij-zigd in de modus Parametreren. U komt in de modusParametreren door tegelijkertijd op de 2 toetsen ESC enOK te drukken.

Regel 2Uitgangen en ingangen

� U moet een schakeling steeds van de uitgang naar deingang invoeren.

� U kunt een uitgang met verschillende ingangen verbin-den, maar een ingang niet met meerdere uitgangen.

� U kunt binnen een programmaverbindingsweg geen uit-gang verbinden met een voorafgaande ingang. Daartus-sen moet u voor dergelijke interne terugkoppelingen(recursie) merktekens of uitgangen schakelen.

LOGO! programmeren

37LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Regel 3Cursor en cursorbeweging

Bij het invoeren van een schakeling geldt het volgende:� Is de cursor als een onderliggend streepje weergege-

ven, dan kunt u de cursor verplaatsen :– met de toetsen , , of kunt u de cursor in de

schakeling verplaatsen– met OK kunt u overgaan naar ”Klem/Blok selecte-

ren”– met ESC kunt u het invoeren van de schakeling ver-

laten� Als de cursor als gevuld blokje is weergegeven, dan

moet u een klem/blok selecteren– met de toetsen of kunt u een klem/een blok se-

lecteren– met OK wordt de keuze bevestigd– met ESC gaat u een stap terug

Regel 4Planning

� Voordat u een schakeling invoert, moet u deze eerstvolledig op papier plannen of u programmeert LOGO!rechtstreeks met LOGO!Soft of LOGO!Soft Comfort.

� LOGO! kan alleen volledige programma’s opslaan. Alseen schakeling onvolledig is ingevoerd, kan LOGO! demodus Programmeren niet verlaten.

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

38

3.5 Overzicht van de menu’s van LOGO!

>Program.. PC/Card.. Start

>Edit Prg Clear Prg Set Clock ASi_BUS..

>PC Card Card

Hoofdmenu Programmeermenu

Menu PC/Card

>Set Clock Set Param

OK

OK

ESC

ESC

Parametreermenu

Modus Programmeren

Modus Parametreren

= LOGO!

LOGO! programmeren

39LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

3.6 Een programma invoeren en starten

U hebt een schakeling ontworpen en u zou die nu inLOGO! willen invoeren. Wij laten u aan de hand van eenklein voorbeeld zien hoe dat gaat.

3.6.1 Overgaan naar de modus Programmeren

U hebt LOGO! op het net aangesloten en de stroom inge-schakeld. Op het display krijgt u het volgende te zien:

No Program

Schakel LOGO! in de modus Programmeren. Druk hiervoortegelijkertijd op de toetsen , en op OK. Dit gelijktijdigindrukken van de toetsen voorkomt dat iemand per vergis-sing in deze modus terechtkomt.

No Program

Na het indrukken van de toetsen bereikt u het hoofdmenuvan LOGO!:

>Program.. PC/Card.. Start

Het hoofdmenu van LOGO!

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

40

Op de eerste positie van de eerste regel ziet u een ”>”. Metde toetsen en kunt u ”>” op en neer bewegen. Ver-plaats ”>” naar ”Program..” en druk op de OK-toets.LOGO! wisselt nu in het programmeermenu.

>Edit Prg Clear Prg Set Clock ASi-bus..

Het programmeermenu van LOGO!

De vermelding ASi-bus verschijntalleen maar bij deLOGO!...LB11-varianten

Ook hier kunt u ”>” met de toetsen en verplaatsen. Zet”>” op ”Edit Prg” (voor programma bewerken, d.w.z. invoe-ren) en druk op de OK-toets. LOGO! toont u nu de eersteuitgang:

De eerste uitgang van LOGO!

Q1

Met de toetsen en kunt u de andere uitgangen selecte-ren. Vanaf nu begint u met het invoeren van uw schakeling.

3.6.2 Het eerste programma

Laat ons nu even de volgende parallelschakeling van tweeschakelaars bekijken.

SchakelschemaIn het schakelschema ziet de schakeling er als volgt uit:

K1

S1K1

S2

E1

Schakelaar S1 of schakelaarS2 schakelen de verbruikerin. Voor LOGO! is de parallel-schakeling van de schake-laars een OF (OR), omdatschakelaar S1 of S2 de uit-gang inschakelen.

LOGO! programmeren

41LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Vertaald naar het LOGO!-programma wordt dat: het relaisK1 (in LOGO! via de uitgang Q1) wordt door een OF-blok(OR-blok) gestuurd.

ProgrammaAan de ingang van het OF-blok (OR-blok) hangen I1 en I2,waarbij S1 aan I1 en S2 aan I2 zijn aangesloten.Het programma in LOGO! ziet er dus als volgt uit:

I1

I2

xQ1

�1

Bedrading

De bijbehorende bedrading:

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6

Q1 Q2 Q3 Q4

SIEMENS

L1

N

S1 S2

L

N

De schakelaar S1 werkt op ingang I1 en de schakelaar S2op ingang I2. De verbruiker is aan relais Q1 aangesloten.

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

42

3.6.3 Programma invoeren

Laten wij nu het programma invoeren (en wel van de uit-gang naar de ingang). Om te beginnen toont LOGO! deuitgang:

De eerste uitgang van LOGO!

Q1

Onder de Q van Q1 ziet u een onderliggend streepje. Wijnoemen dat onderliggend streepje cursor . De cursor geeftin het programma de positie aan waar u zich op dat ogen-blik bevindt. De cursor kunt u met de toetsen , , en verplaatsen. Druk nu op de toets . De cursor verplaatstzich naar links.

De cursor geeft aan waar u zich in hetprogramma bevindt.

Q1-

Op deze plaatst voert u nu het eerste blok (het OF-blok) in.Ga naar de invoermodus door op de OK-toets te drukken.

De cursor is nu als gevuld blokje weer-gegeven: u kunt een klem of een blokselecteren.

Q1Co

De cursor heeft nu niet langer de vorm van een onderlig-gend streepje, maar knippert als gevuld blokje. Tegelijker-tijd biedt LOGO! u de eerste keuzemogelijkheden aan.

Selecteer GF (op de toets drukken tot GF verschijnt) endruk op de OK-toets. LOGO! laat u nu het eerste blok uitde lijst met de basisfuncties (GF) zien:

LOGO! programmeren

43LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Het eerste blok uit de lijst met de basis-functies is EN (AND). De cursor alsgevuld blokje geeft aan dat u een blokmoet selecteren.

&B01

Q1

Druk nu op de toets of , tot het OF-blok (OR-blok) ophet display verschijnt:

�1B01

Q1

De cursor staat nog steeds in het bloken heeft de vorm van een gevuldblokje.

Druk nu op de OK-toets om uw selectie af te sluiten.

�1

Dat ziet u op het display

B01

Q1

B01

�1

Q1

Zo ziet uw totaal pro-gramma eruit

bloknum-mer-

Hiermee hebt u het eerste blok ingevoerd. Aan elk blok datu invoert, wordt een nummer toegekend, het bloknummer.Nu moet u alleen nog de ingangen van het blok van eenschakeling voorzien. Dat gaat als volgt:

Druk op de OK-toets:

�1

Dat ziet u op het display

B01

Q1Co

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

44

Selecteer de lijst Co: op de OK-toets drukken

�1

Dat ziet u op het display

B01

Q1x

Het eerste element van de Co-lijst is het teken voor ”ingangniet gebruikt”, een ”x”. Selecteer met de toetsen of deingang I1.

�1Q1

I1

B01

Druk op de OK-toets: I1 is met de ingang van het OF-blok(OR-blok) verbonden. De cursor springt naar de volgendeingang van het OF-blok (OR-blok).

�1

Dat ziet u op het display

B01

Q1�1

Q1

Zo ziet uw totaal programmain LOGO! eruit

I1 I1

B01

-

Nu verbindt u de ingang I2 met de ingang van het OF-blok(OR-blok). Hoe dat moet, weet u intussen al:1. Naar de invoermodus wisselen: OK-toets2. Co-lijst selecteren: toetsen of 3. Co-lijst overnemen: OK-toets4. I2 selecteren: toetsen of 5. I2 overnemen: OK-toets

LOGO! programmeren

45LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Zo is I2 met de ingang van het OF-blok (OR-blok) verbon-den:

�1

Dat ziet u op het display

B01

Q1�1

Q1

I1 I1

B01

I2I2

Zo ziet uw totaal programma inLOGO! eruit

De laatste ingang van het OF-blok (OR-blok) hebben wij indit programma niet nodig. In een programma van LOGO!duiden wij een ingang die niet wordt gebruikt met een ”x”aan. Voer nu de ’x’ in (dat principe kent u al):1. Naar de invoermodus wisselen: OK-toets2. Co-lijst selecteren: toetsen of 3. Co-lijst overnemen: OK-toets4. x selecteren: toetsen of 5. x overnemen: OK-toets

Zo zijn alle ingangen van het blok van een schakeling voor-zien. Voor LOGO! is het programma volledig. LOGO!springt nu terug naar uitgang Q1.

Dat ziet u op het display

�1

Q1

Zo ziet uw totaal programma eruit

I1

B01

I2Q1B01x

Als u uw eerste programma nog eens wilt bekijken, kunt umet de toetsen of de cursor doorheen het programmaverplaatsen.

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

46

Wij verlaten nu echter de programma-invoer. Dat gaat alsvolgt:1. Terug naar het programmeermenu: ESC-toets

Als u niet naar het programmeermenu kunt terugkeren, danbent u vergeten een blok volledig van schakelingen te voor-zien. LOGO! laat u zien op welke plaats in het programmau iets bent vergeten (LOGO! accepteert alleen volledigeprogramma’s. Dat dient voor uw persoonlijke veiligheid!).Lees hierover ook op pagina 57.

Wenk

LOGO! heeft nu uw programma tegen stroomuitval bevei-ligd opgeslagen. Het programma blijft in LOGO! opgesla-gen tot u het bevel geeft om het te wissen.

2. Terug naar het hoofdmenu: ESC-toets

LOGO! in RUN schakelen3. ’>’ verplaatsen naar ’Start’: toetsen of 4. Start overnemen: OK-toets

LOGO! gaat naar RUN. In RUN toont LOGO! het volgendedisplay:

Display van LOGO! in RUN

Stand van de ingangen

Huidige tijd(alleen voor varianten met klok)

LOGO! staat in RUN

Stand van de uitgangen

I:123456 Mo 09:00

Q:1234 RUN

I:12345678

Q:12345678 Mo 09:00

9 10 11 12

ASi_BusIa : 1234Qa : 1234Bus: On

Stand van de ASi-ingangen

Stand van de ASi-uitgangenStand van de ASi-bus

LOGO! programmeren

47LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Wat betekent: ”LOGO! staat in RUN?”

In RUN werkt LOGO! zich door het programma. Hiervoorleest LOGO! eerst de standen van de ingangen, het be-paalt met het door u ingevoerde programma de standenvan de uitgangen en schakelt de relais aan de uitgangen inof uit.

De stand van een ingang of uitgang wordt door LOGO! alsvolgt weergegeven:

In-/uitgang staat in stand ’1’:invers

In-/uitgang staat in stand’0’: niet invers

Mo 09:00

I:12345678

9 10 11 12

I:123456 Mo 09:00

Q:1234 RUN Q:12345678

Toestandweergave op het display

Laten wij dat even in ons voorbeeld bekijken:

I:123456Mo 09:00

Q:1234 RUN

L1

N

S1 S2=1

Als de schakelaar S1 geslo-ten is, dan is er spanningaan de ingang I1 en staat deingang I1 in stand ’1’.

LOGO! berekent met hetprogramma de toestandvoor de uitgangen

De uitgang Q1 staat hier instand ’1’.

Als Q1 in de stand ’1’ staat,activeert LOGO! het relaisQ1 en de verbruiker aan Q1krijgt spanning.

I1 I2

Q1

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

48

De volgende stap

U hebt nu de eerste schakeling met succes ingevoerd.

In het volgende hoofdstuk leert u hoe u bestaande pro-gramma’s kunt wijzigen en daarin speciale functies kuntgebruiken.

LOGO! programmeren

49LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

3.6.4 Het tweede programma

Met het tweede programma laten wij u zien:� hoe u een blok in een bestaand programma kunt invoe-

ren.� hoe u een blok voor een speciale functie moet selecte-

ren.� hoe u parameters moet invoeren.

Wijzigen van schakelingen

Voor het tweede programma wijzigen wij het eerste pro-gramma lichtjes.

Bekijken wij eerst even het schakelschema voor hettweede programma:

L1

N

S1 S2

Het eerste deel van de schakelingkent u al. De beide schakelaars S1en S2 schakelen een relais. Dat re-lais moet de verbruiker E1 inscha-kelen. Het relais moet de verbruikermet een vertraging van 12 minutenuitschakelen.

K1

K1 E1

In LOGO! ziet het programma hiervoor er als volgt uit:

�1

Q1

I1I2x x

T

Dat is het bij-komendenieuwe blok

U herkent het OF-blok (OR-blok) en het uitgangsrelais Q1uit het eerste programma. Nieuw is alleen de vertraagdeuitschakeling.

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

50

Bewerken van het programma

Schakel LOGO! in de modus Programmeren.

Wij herhalen nog even hoe dat gaat:1. Schakel LOGO! in de modus Programmeren

(tegelijkertijd op de toetsen , en op OK drukken).2. Selecteer in het hoofdmenu ”Program..”

(’>’ verplaatsen naar “Program..” en op OK drukken).3. Selecteer in het programmeermenu ”Edit Prg”

(’>’ verplaatsen naar ”Edit Prg” en op OK drukken).

Nu kunt u het bestaande programma wijzigen.

Invoegen vaneen extra blok in een programma

Breng de cursor tot onder de B van B01 (B01 is het blok-nummer van OF (OR)).

Q1B01

Cursor verplaatsen:op toets drukken

Op deze plaats voegen wij nu het nieuwe blok in. Druk opde OK-toets:

Q1BN

LOGO! laat u de BN-lijst zien.

Selecteer de SF-lijst (toets � ).

Q1SF

In de SF-lijst vindt u de blokken voor speciale functies

Druk op de OK-toets.

LOGO! programmeren

51LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Het blok van de eerste speciale functie verschijnt:

TrgT Q1

Bij het selecteren van een blok voor een spe-ciale of basisfunctie toont LOGO! het blok vandie functie. De cursor staat in het blok en heeftde vorm van een gevuld blokje. Met de toetsen� of � kunt u het gewenste blok selecteren.

Selecteer het gewenste blok (voor de vertraagde uitscha-keling, zie volgende afbeelding) en druk op OK:

R

Het ingevoegde blok krijgt het bloknummerB02. Het tot nog toe aan Q1 aangeslotenblok B01 wordt automatisch aan de boven-ste ingang van het ingevoegde blok aange-sloten. De cursor staat op de bovenste in-gang van het ingevoegde blok.

B01

TQ1

B02

Het blok voor de vertraagde uitschakeling heeft 3 ingan-gen. De bovenste ingang is de Trigger-ingang (Trg). Viadeze ingang start u de vertraagde uitschakeling. In onsvoorbeeld wordt de vertraagde uitschakeling van het OF-blok (OR-blok) B01 gestart. Via de Reset-ingang zet u detijd en de uitgang terug. Via de parameter T stelt u de ver-tragingstijd in voor de uitschakeling.

In ons voorbeeld gebruiken wij de Reset-ingang van devertraagde uitschakeling niet. Wij brengen een schakelingaan met ’x’. Hoe dat gebeurt, hebt u reeds in het eersteprogramma gezien. Nog even ter herinnering:1. Plaats de cursor onder de R: toets of 2. Naar de invoermodus wisselen: OK-toets3. Co-lijst selecteren: toetsen of 4. Co-lijst overnemen: OK-toets5. ’x’ selecteren: toetsen of 6. ’x’ overnemen: OK-toets

xB01

TQ1

B02Het display moet er nu zo uitzien:

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

52

Parametreren van een blok

Geef nu de tijd T in voor de vertraging van de uitschake-ling:1. Als de cursor nog niet onder de T staat, verplaats hem

dan tot onder de T: toetsen of 2. Naar de invoermodus wisselen: OK-toets

Bij parameters toont LOGO! het parametervenster:

B02: de parameter van hetblok B02 T: is een tijd

+ betekent: de parameterwordt in de modus Parame-treren getoond en kan daarworden gewijzigd.

B02:TT=00.00s+

Waarde van de tijd Eenheid van de tijd

De cursor staat op de eerste positie van de tijdwaarde.

Zo wijzigt u de tijdwaarde:� Met de toetsen en kunt u de cursor heen en weer

verplaatsen.� Met de toetsen en kunt u de waarde op de positie

zelf veranderen.� Druk op de OK-toets nadat u de tijdwaarde hebt inge-

voerd.

Instellen van de tijd

Stel de tijd T = 12:00 minuten in:1. Zet de cursor op de eerste plaats:

toetsen of 2. Selecteer het cijfer ’1’:

toetsen of 3. Verplaats de cursor naar de tweede plaats:

toetsen of 4. Selecteer het cijfer ’2’:

toetsen of 5. Verplaats de cursor naar de eenheid:

toetsen of 6. Selecteer de eenheid m voor minuten:

toetsen of

LOGO! programmeren

53LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Weergeven/verbergen vanparameters - Beveiligingswijze

Indien u wenst dat de parameters in de parametermodusniet worden getoond:7. Verplaats dan de cursor naar de beveiligingswijze:

toetsen of 8. Selecteer de beveiligingswijze ’–’:

toetsen of

Op het display moet nu het volgende verschijnen:

B02:TT=12:00m+

B02:TT=12:00m-of

Beveiligingswijze+ :de tijd T kan in de mo-dus Parametrerenworden gewijzigd

Beveiligingswijze- : detijd T kan in de modusParametreren niet wor-den gewijzigd

9. Sluit nu uw invoer af:OK-toets

Controle van het programma

Dit programmagedeelte voor Q1 is nu volledig. LOGO! laatu de uitgang Q1 zien. U kunt dat programma nog eens ophet display bekijken. Met de toetsen kunt u zich doorheenhet programma verplaatsen. Met of van blok tot bloken met en naar de verschillende ingangen aan eenblok.

De programmeermodus verlaten

Hoe u de programma-invoer moet verlaten, weet u reedsuit het eerste programma. Ter herinnering:1. Terug naar het programmeermenu: ESC-toets2. Terug naar het hoofdmenu: ESC-toets3. ’>’ verplaatsen naar ’Start’: toetsen of 4. Start overnemen: OK-toets

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

54

LOGO! staat nu weer in RUN:

I:123456

Q:1234 RUN

Mo 09:00

LOGO! programmeren

55LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

3.6.5 Een blok wissen

Laten wij aannemen dat u uit het volgende programma hetblok B02 wilt wissen en dat u B01 direct met Q1 wilt verbin-den.

Q1

I1

I2

x x

T

B01

B02

Daartoe moet u als volgt te werk gaan:1. Schakel LOGO! in de modus Programmeren (3-vinger-

greep)2. Selecteer ’Edit Prg’ met de OK-toets3. Zet de cursor aan de ingang van Q1, dus onder B02.

Gebruik daarvoor de toets :

B02 Q1

4. Druk op de OK-toets5. Zet nu het blok B01 in plaats van het blok B02 direct

aan de uitgang Q1:selecteer de BN-lijst en druk op OKselecteer B01en druk op OK .

Resultaat: Het blok B02 is gewist omdat het in de volle-dige schakeling niet meer wordt gebruikt. In plaats van hetblok B02 hangt B01 nu direct aan de uitgang.

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

56

3.6.6 Meerdere met elkaar verbonden blokken wis-sen

Laten wij aannemen dat u uit het volgende programma deblokken B01 en B02 wilt wissen.

Q1

I1

I2

x x

T

B01

B02

Daartoe moet u als volgt te werk gaan:1. Schakel LOGO! in de modus Programmeren (3-vinger-

greep)2. Selecteer ’Edit Prg’ met de OK-toets3. Zet de cursor aan de ingang van Q1, dus onder B02:

B02 Q1

4. Druk op de OK-toets5. Zet nu de connector x in plaats van het blok B02 aan de

uitgang Q1:selecteer de Co-lijst en druk op OK selecteer x en druk op OK.

Resultaat: Het blok B02 is gewist omdat het in de volle-dige schakeling niet meer wordt gebruikt. Samen met hetblok B02 zijn alle blokken gewist die met B02 verbondenwaren (in ons voorbeeld ook het blok B01).

LOGO! programmeren

57LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

3.6.7 Programmeerfouten corrigeren

Programmeerfouten corrigeren is met LOGO! heel eenvou-dig:� Zolang de invoer nog niet is afgesloten, kunt u met ESC

een stap terugzetten.� Indien u al gegevens hebt ingevoerd, dan voert u ze

eenvoudig opnieuw in:1. De cursor verplaatsen naar het punt waar iets ver-

keerds is ingevoerd2. Naar de invoermodus gaan: OK-toets3. De juiste schakeling voor de ingang invoeren.

Als u een blok door een ander blok wilt vervangen, kan datalleen als het nieuwe blok precies evenveel ingangen heeftals het oude blok. U kunt echter wel het oude blok wissenen een nieuw blok invoegen. Het nieuw ingevoegde blokkunt u vrij kiezen.

3.6.8 ”?” op het display

Wanneer u een programma hebt ingevoerd en “Edit Prg”met ESC wilt verlaten, dan controleert LOGO! of u alle in-gangen van alle blokken van een schakeling hebt voorzien.Bent u een ingang of een parameter vergeten, dan toontLOGO! u de eerste plaats waarop u iets vergeten bent enzet een vraagteken bij alle ingangen en parameters die nietvan een schakeling zijn voorzien.

R ?

Hier hebt u nog geen schake-ling aan de ingang aangeslo-ten B01

T ?Q1

B02

U hebt nog geen waarde aange-geven voor de parameter

Voer nu een correcte schakeling in aan de ingang en kieseen waarde voor de parameter. Daarna kunt u “Edit Prg”met de ESC-toets verlaten.

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

58

3.6.9 Programma wissen

U kunt een programma als volgt wissen:1. Schakel LOGO! in de modus Programmeren:

tegelijkertijd op de toetsen , en op OK drukken

>Program.. PC/Card.. Start

2. Verplaats ’>’ met de toetsen of naar ”Program..” endruk op de OK-toets.

>Edit Prg Clear Prg Set Clock

LOGO! wisselt nu in het program-meermenu.

3. Verplaats ’>’ naar ’Clear Prg’:toets of

4. Neem ’Clear Prg’ over: OK-toets

Clear Prg>No Yes

Om te voorkomen dat u uw programmaper vergissing wist, hebben wij nog eencontrolevraag ingebouwd.

Als u het programma niet wilt wissen, laat dan ’>’ op ’No’staan en en druk op de OK-toets.

Als u er zeker van bent dat u het in LOGO! opgeslagenprogramma wilt wissen, dan5. verplaatst u ’>’ naar Yes:

toets of 6. drukt u op OK. Het programma wordt gewist.

LOGO! programmeren

59LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

3.7 Geheugencapaciteit en grootte van eenschakeling

Voor een programma (schakelprogramma in LOGO!, scha-kelschema) gelden een aantal beperkingen:� het aantal achter elkaar geschakelde blokken (nesting-

diepte)� de opslagcapaciteit (geheugenbeslag van de blokken)

Geheugenbereik

U kunt in LOGO! maar een beperkt aantal blokken voor uwprogramma gebruiken. Enkele blokken benodigen boven-dien extra opslagcapaciteit voor hun speciale functies.

Deze opslagcapaciteit voor speciale functies kan wordeningedeeld in 4 geheugenbereiken.� Par: het bereik waarin LOGO! de ingestelde waarden

opslaat, bijv. de grenswaarden van een teller.� RAM: het bereik waarin LOGO! de actuele werkelijke

waarden aflegt, bijv. de tellerstand.� Timer: het bereik dat LOGO! gebruikt voor de tijdfunc-

ties, bijv. voor de vertraagde uitschakeling.� REM: het bereik waarin LOGO! remanent bij te behou-

den actuele werkelijke waarden aflegt, bijv. de getal-waarde van een bedrijfsurenteller. Bij blokken waar unaar wens gebruik kunt maken van de remanentiefunc-tie wordt dit geheugenbereik slechts bezet als remanen-tie is ingesteld.

Beschikbare systeemelementen in LOGO!

In LOGO! kan een programma maximaal de volgende sys-teemelementen beslaan:

Blokken Par RAM Timer REM Merkte-ken

56 48 27 16 15 8

LOGO! controleert het geheugenbeslag en biedt in de func-tielijsten alleen die functies aan waarvoor werkelijk nog vol-doende opslagruimte beschikbaar is.

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

60

Geheugenbeslag

In de tabel ziet u een overzicht van de benodigde opslag-capaciteit van de speciale functies:

Functieblok Par RAM Timer REM

Houdrelais 0 (1) 0 (1)

Relais met vergrendeling* 0 (1) 0 (1)

Sleepcontactrelais 1 1 1 0

Sleepcontact net flankoverbrugging

1 1 1 0

Vertraagde inschakeling 1 1 1 0

Vertraagde uitschakeling 2 1 1 0

Vertraagde in-, uitschakeling 2 1 1 0

Vertraagde inschakeling metaccumulatie

2 1 1 0

Weekschakelklok 6 2 0 0

Jaarschakelklok 2 0 0 0

Op-/aftellende teller* 2 (2) 0 (2)

Bedrijfsurenteller 2 0 0 4

Symmetrische klokpulsgever 1 1 1 0

Asynchrone impulsgever 3 1 1 0

Toevalsgenerator 2 1 1 0

Drempelwaardeschakelaarvoor frequenties

3 3 1 0

Drempelwaardeschakelaar,analoog

4 2 0 0

Analoge comparator 3 4 0 0

Trappenlichtschakelaar 1 1 1 0

Comfortschakelaar (conve-nience switch)

2 1 1 0

Meldteksten 1 0 0 0

LOGO! programmeren

61LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

*: Naargelang de parametrering van de functie met of zon-der remanentie, wordt door de overeenkomstige functie hetvolgende geheugenbereik in beslag genomen:� uitgeschakelde remanentie: RAM-opslagcapaciteit� ingeschakelde remanentie: REM-opslagcapaciteit

Maximaal bruikbare functies

Aan de hand van het geheugenbeslag van de afzon-derlijke speciale functies kunt u berekenen, hoeveelspeciale functies u maximaal mag gebruiken.

Voorbeeld: Voor de speciale functie Bedrijfsurenteller hebtu 2 geheugenbereiken nodig voor de opslag van ingesteldewaarden (Par) en 4 geheugenbereiken voor remanent bij tebehouden werkelijke waarden (REM). LOGO! heeft15 REM-geheugenbereiken en 48 Par-geheugenbereiken.

De speciale functie Bedrijfsurenteller kan dus hoogstens3 keer worden gebruikt, dan staan er nog slechts 3 REM-geheugenbereiken ter beschikking. Ook met nog 42 vrijePar-geheugenbereiken, ontbreekt voor het gebruik van nogeen bedrijfsurenteller een vrij REM-geheugenbereik.

Rekenregel: vrije opslagcapaciteit gedeeld door de vereisteopslagcapaciteit. De berekening uitvoeren voor elk vereistgeheugenbereik (Par, RAM, Timer, REM). De laagstewaarde geeft het maximaal bruikbare aantal geheugenbe-reiken weer voor de functie.

Nestingdiepte

Een programmaverbindingsweg bestaat uit een rij vanfunctieblokken, die met een terminalblok beginnen en eindi-gen. Het aantal blokken in een programmaverbindingswegbeschrijft de nestingdiepte.

Terminalblokken zijn ingangen en niveaus (I, Ia, Hi, Lo),alsook uitgangen en merktekens (Q, Qa, M). Terminalblok-ken worden in LOGO! niet met een bloksymbool aange-duid.

Aangezien u in LOGO! maximaal 56 functieblokken kuntgebruiken, bedraagt de nestingdiepte:

56 functieblokken + 2 terminalblokken = 58.

LOGO! programmeren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

62

4 LOGO! functies

Indeling

LOGO! stelt u in de programmeermodus verschillende ele-menten ter beschikking. Om te voorkomen dat u hierbij hetoverzicht verliest, hebben wij de elementen in ’lijsten’ opge-deeld. Deze lijsten zijn:� �Co: lijst van de klemmen (Connector)

(zie hoofdstuk 4.1)� �GF: lijst van de basisfuncties EN (AND), OF (OR), ...

(zie hoofdstuk 4.2)� �SF: lijst van speciale functies

(zie hoofdstuk 4.4)� �BN: lijst van de blokken die in de schakeling reeds

klaar en verder bruikbaar zijn

Inhoud van de lijsten

In alle lijsten zijn de elementen vermeld die in LOGO! terbeschikking staan. Dat zijn normaal gesproken alle klem-men, alle basisfuncties en alle speciale functies die de be-treffende LOGO!-variant kent. Daarnaast worden ook alleblokken vermeld die u in LOGO! hebt aangemaakt tot ophet ogenblik waarop u de �BN-lijst oproept.

Als niet meer alles wordt getoond

LOGO! toont niet meer alle elementen wanneer� geen ander blok meer mag worden ingevoegd

In dat geval is er ofwel geen opslagcapaciteit meer be-schikbaar of is het maximum aantal blokken bereikt(56).

� een speciaal blok meer geheugen zou verbruiken dan erin LOGO! nog beschikbaar is

� het totaal aantal achter elkaar geschakelde functieblok-ken meer dan 7 zou bedragen (zie hierover hoofd-stuk 3.7).

63LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.1 Constanten en klemmen - Co

Constanten en klemmen (Engels Connectors = Co) duideningangen, uitgangen, merktekens en vaste spanningsni-veaus aan (constanten).

Ingangen

Ingangen worden met een I aangeduid. De nummers vande ingangen (I1, I2, ...) komen overeen met de nummersvan de ingangklemmen aan LOGO!.

Analoge ingangen

De LOGO!-varianten LOGO! 24, LOGO! 12/24RC enLOGO! 12/24RCo hebben de ingangen I7 en I8, die naar-gelang de programmering ook als AI1 en AI2 gebruikt kun-nen worden. Worden de ingangen als I7 en I8 gebruikt,wordt het aanwezige signaal als digitale waarde geïnterpre-teerd. Bij gebruik van AI1 en AI2 worden de signalen alsanaloge waarde geïnterpreteerd. Bij speciale functies dieaan de ingangzijde alleen met analoge ingangen zinvolkunnen worden verbonden, worden in de programmeermo-dus bij selectie van het ingangssignaal alleen de analogeingangen AI1 en AI2 ter keuze aangeboden.

ASi-ingangen

Bij de LOGO!-varianten met AS-interface-aansluiting(LOGO!...B11) staan voor de communicatie via de ASi-busook de ingangen Ia1 ... Ia4 ter beschikking.

Uitgangen

Uitgangen worden met een Q aangeduid. De nummers vande uitgangen (Q1, Q2, ...) komen overeen met de num-mers van de uitgangklemmen aan LOGO!.

Bij de LOGO!-varianten met AS-interface-aansluiting(LOGO!...B11) staan voor de communicatie via de ASi-busook de uitgangen Qa1 ... Qa4 ter beschikking.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

64

Merktekens

Merktekens worden met een M aangeduid. Merktekens zijnvirtuele uitgangen die aan hun uitgang dezelfde waardehebben als aan hun ingang. LOGO! stelt 8 merktekens, M1 ... M8 ter beschikking.

Door merktekens te gebruiken, kan in het programma hetmaximaal aantal achter elkaar geschakelde blokken wor-den overschreden.

Aanloopmerkteken

Merkteken M8 is in de eerste cyclus van het applicatiepro-gramma gezet en kan dientengevolge in uw programma alsaanloopmerkteken worden gebruikt. Nadat de eerste cy-clus van de programma-afwerking is doorlopen wordt hetautomatisch teruggezet.

In alle verdere cycli kan merkteken M8 voor wat het zetten,wissen en evalueren betreft worden gebruikt zoals demerktekens M1 tot M7.

Wenk

Aan de uitgang van het merkteken is altijd het signaal vande vorige programmacyclus te vinden. Binnen een pro-grammacyclus wordt de waarde niet gewijzigd.

Niveaus

Spanningsniveaus worden met hi en lo aangeduid. Als aaneen blok constant de toestand “1” = hi of de toestand “0” = lo gegeven moet zijn, wordt de ingang voorzien vande schakeling met het vaste niveau of de constante waardehi of lo.

Open klemmen

Moet een aansluitpen van een blok niet van een schakelingworden voorzien, dan wordt dat met een x aangegeven.

LOGO! functies

65LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.2 Lijst basisfuncties - BF (GF)

Basisfuncties zijn eenvoudige basisverbindingselementenvan de Boole-algebra.

Bij het invoeren van een schakeling vindt u de blokken voorbasisfuncties in de GF-lijst. LOGO! heeft de volgende ba-sisfuncties:

Weergave in hetschakelschema

Weergave inLOGO!

Benaming van debasisfunctie

Serieschakeling maakcontacten

EN (AND)

(zie pagina 67)

EN met flankana-lyse

(zie pagina 67)

Parallelschakelingverbreekcontacten

NEN (NAND)(EN niet)

(zie pagina 68)

NEN met flankana-lyse

(zie pagina 69)

Parallelschakelingmaakcontacten

OF (OR)

(zie pagina 67)

Serieschakelingverbreekcontac-ten

NOF (NOR) (OF niet)

(zie pagina 70)

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

66

Weergave in hetschakelschema

Benaming van debasisfunctie

Weergave inLOGO!

Dubbel omscha-kelcontact

XOF (XOR) (exclusief OF)

(zie pagina 71)

Verbreek-contact

NIET (NOT) (negatie, inverter)

(zie pagina 71)

LOGO! functies

67LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.2.1 EN (AND) (EN)

Serieschakeling van meerderemaakcontacten in het schakel-schema:

Symbool in LOGO!:

De uitgang van EN (AND) staat alleen dan in stand 1, alsalle ingangen in stand 1 staan, of met andere woorden,gesloten zijn.

Wordt een ingangspen van dit blok niet van een schakelingvoorzien (x) geldt voor de ingang: x = 1.

Logische tabel voor EN (AND)

1 2 3 Q

0 0 0 00 0 1 00 1 0 00 1 1 01 0 0 01 0 1 01 1 0 01 1 1 1

4.2.2 EN (AND) met flankanalyse

Symbool in LOGO!:

De uitgang van EN (AND) met flankanalyse gaat pas in destand 1 staan, als alle ingangen de stand 1 hebben en inde vorige cyclus minstens één ingang de stand 0 had.

Wordt een ingangspen van dit blok niet van een schakelingvoorzien (x) geldt voor de ingang: x = 1.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

68

Timingdiagram voor EN (AND) met flankanalyse

1

Cyclus

3

Q

2

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

4.2.3 NEN (NAND) (EN niet)

Parallelschakeling van meerdere ver-breekcontacten in het schakelschema: Symbool in LOGO!:

De uitgang van NEN (NAND) staat alleen dan in stand 0,als alle ingangen in stand 1 staan, of met andere woorden,gesloten zijn.

Wordt een ingangspen van dit blok niet van een schakelingvoorzien (x) geldt voor de ingang: x = 1.

Logische tabel voor NEN (NAND)

1 2 3 Q

0 0 0 1

0 0 1 1

0 1 0 1

0 1 1 1

1 0 0 1

1 0 1 1

1 1 0 1

1 1 1 0

LOGO! functies

69LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.2.4 NEN (NAND) met flankanalyse

Symbool in LOGO!:

De uitgang van NEN (NAND) met flankanalyse gaat pas inde stand 1 staan, als minstens één ingang de stand 0heeft en in de vorige cyclus alle ingangen de stand 1 had-den.

Wordt een ingangspen van dit blok niet van een schakelingvoorzien (x) geldt voor de ingang: x = 1.

Timingdiagram voor EN (NAND) met flankanalyse

1

Cyclus

3

Q

2

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

4.2.5 OF (OR) (OF)

Parallelschakeling van meerderemaakcontacten in het schakel-schema:

Symbool in LOGO!:

De uitgang van OF (OR) staat alleen dan in stand 1, als-minstens één ingang in stand 1 staat, of met andere woor-den, gesloten is.

Wordt een ingangspen van dit blok niet van een schakelingvoorzien (x) geldt voor de ingang: x = 0.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

70

Logische tabel voor OF (OR)

1 2 3 Q

0 0 0 0

0 0 1 1

0 1 0 1

0 1 1 1

1 0 0 1

1 0 1 1

1 1 0 1

1 1 1 1

4.2.6 NOF (NOR) (OF niet)

Serieschakeling van meerdereverbreekcontacten in het scha-kelschema:

Symbool in LOGO!:

De uitgang van NOF (NOR) gaat pas in de stand 1 staan,als alle ingangen in de stand 0 staan, dus uitgeschakeldzijn. Zodra ergens ook maar één ingang wordt ingescha-keld (stand 1), wordt de uitgang van NOF (NOR) op 0 ge-zet.

Wordt een ingangspen van dit blok niet van een schakelingvoorzien (x) geldt voor de ingang: x = 0.

Logische tabel voor NOF (NOR)

1 2 3 Q

0 0 0 1

0 0 1 0

0 1 0 0

0 1 1 0

1 0 0 0

1 0 1 0

1 1 0 0

1 1 1 0

LOGO! functies

71LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.2.7 XOF (XOR) (exclusief OF)

XOF (XOR) in het schakelschemaals serieschakeling van 2 omscha-kelcontacten:

Symbool in LOGO!:

De uitgang van XOF (XOR) gaat in de stand 1 staan, alsde ingangen in verschillende standen staan.

Wordt een ingangspen van dit blok niet van een schakelingvoorzien (x) geldt voor de ingang: x = 0.

Logische tabel voor XOF (XOR)

1 2 Q

0 0 0

0 1 1

1 0 1

1 1 0

4.2.8 NIET (NOT) (negatie, inverter)

Eén verbreekcontact in hetschakelschema:

Symbool in LOGO!:

De uitgang staat in de stand 1, als de ingang in de stand 0staat. Het blok NIET (NOT) keert de toestand aan de in-gang om.

Het voordeel van NIET (NOT) is bijvoorbeeld het volgende:u hebt voor LOGO! geen verbreekcontact meer nodig. Ugebruikt een maakcontact en transformeert het met NIETin een verbreekcontact.

Logische tabel voor NIET (NOT):

1 Q

0 1

1 0

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

72

4.3 Basiskennis speciale functies

Speciale functies onderscheiden zich op het eerste zichtvan de basisfuncties door de andersoortige benaming vanhun ingangen. De speciale functies omvatten tijdfuncties,remanentie en de meest verschillende parametreermoge-lijkheden om het programma aan te passen aan wat u erpersoonlijk mee wilt gaan doen.

In dit hoofdstuk willen wij u een kort overzicht geven van deingangsbenamingen en enkele speciale achtergronden toe-lichten met betrekking tot de speciale functies. De beschrij-ving van de afzonderlijke speciale functies vindt u in hoofd-stuk 4.4.

LOGO! functies

73LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.3.1 Benaming van de ingangen

Verbindingsingangen

Hier vindt u de beschrijving van de aansluitingen die metandere bouwstenen of met de ingangen van deLOGO!-toestellen kunnen worden verbonden.� S (set):

Via de ingang S kunt u de uitgang op “1” zetten.� R (reset):

De terugzetingang R heeft voorrang op alle andere in-gangen en schakelt de uitgangen op “0”.

� Trg (trigger):Via deze ingang start u de afloop van een functie.

� Cnt (count):Via deze uitgang worden telimpulsen opgenomen.

� Fre (frequency):Te analyseren frequentiesignalen worden naar de in-gang met deze benaming gebracht.

� Dir (direction):Via deze ingang bepaalt u de richting waarin bijvoor-beeld een teller moet tellen.

� En (enable):Deze ingang activeert de functie van een bouwsteen.Staat de ingang op “0”, worden andere signalen van debouwsteen genegeerd.

� Inv (invert):Het uitgangssignaal van de bouwsteen wordt omge-keerd, als deze ingang wordt aangestuurd.

� Ral (reset all):Alle interne waarden worden teruggezet.

Klem X aan de ingangen van de speciale functies

Wanneer u ingangen van speciale functie aan de klem xschakelt, zullen deze een waarde 0 krijgen. Dat betekent,aan deze ingangen is er een low-signaal aanwezig.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

74

Parameteringangen

Aan sommige ingangen brengt u geen signalen aan, maarparametreren de functiebouwsteen met bepaalde waarden.� Par (parameter):

Deze ingang krijgt geen schakeling. Hier stelt u parame-ters in voor de bouwsteen.

� T (time):Deze ingang krijgt geen schakeling. Hier stelt u tijden invoor een bouwsteen.

� No (number):Deze ingang krijgt geen schakeling. Hier stelt u het tijd-raster in.

� P (priority):Deze ingang krijgt geen schakeling. Hier legt u prioritei-ten vast.

4.3.2 Tijdsgedrag

Parameter T

Bij enkele speciale functies kan een tijdwaarde T wordengeparametreerd. Let er bij de in te stellen tijd op, dat zichde in te voeren waarden naar de ingestelde tijdbasis rich-ten:

Tijdbasis _ _ : _ _

s (seconds) seconden : 1/100 seconde

m (minutes) minuten : seconden

h (hours) uren : minuten

B01:TT=04.10h+

Instelling van de tijd T voor 250 minuten:

Eenheid uren h:04.00 uren 240 minuten00.10 uren +10 minuten= 250 minuten

LOGO! functies

75LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Wenk

Geef steeds een tijd T aan � 0.10 s. Voor T = 0.05 s en T = 0.00 s is de periode T niet gedefinieerd.

Nauwkeurigheid van T

Alle elektronische onderdelen vertonen minieme verschil-len. Daardoor kunnen er afwijkingen van de ingesteldetijd T optreden. Bij LOGO! bedraagt de afwijking maximaal1 %.

Voorbeeld:

Voor 1 uur (3600 seconden) bedraagt de afwijking 1 %, dus�36 seconden.

Voor 1 minuut bedraagt de afwijking dan nog slechts� 0,6 seconden.

Nauwkeurigheid van de schakelklok

Om een onnauwkeurige werking van de klok bij de C-va-rianten ten gevolge van deze afwijking te voorkomen, wordtde schakelklok regelmatig vergeleken met een uiterstnauwkeurige tijdbasis en bijgeregeld.

Daaruit resulteert een loopafwijking van maximaal �5 sper dag.

4.3.3 Bufferen van de klok

Bij LOGO! loopt de interne klok ook verder als de netspan-ning uitvalt, met andere woorden de klok beschikt over eenloopreserve. De duur van de loopreserve wordt door deomgevingstemperatuur beïnvloed. Bij 25°C omgevingstem-peratuur bedraagt de loopreserve standaard 80 uren.

4.3.4 Remanentie

Bij de speciale functies is het mogelijk om de schakeltoes-tanden en de getalwaarden remanent te houden. De voor-waarde is, dat bij de betreffende functies de remanentieingeschakeld is.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

76

4.3.5 Beveiligingswijze

Met de instelling voor de bescherming van de parameterskunt u bepalen of de parameters in de modus Parametre-ren in LOGO! weergegeven en gewijzigd kunnen worden.Twee instellingen zijn mogelijk:

+: De parameterinstellingen worden ook in de parametreer-modus weergegeven en kunnen gewijzigd worden.-: De parameterinstellingen worden niet in de parametreer-modus weergegeven en kunnen alleen in de programmeer-modus gewijzigd worden.

4.3.6 Gain en offsetberekening bij analoge waarden

Met de parameters Versterking (Gain) (versterking) en Off-set kan de interne voorstelling van een analoge waardeaan de werkelijke meetwaarde worden aangepast.

Karakteristieke grootheid Minimum Maximum

Klemspanning (in V) 0 ≥ 10

Afbeelding intern proces 0 1000

Versterking (Gain) (in %) 0 1000

Offset -999 +999

Een klemspanning van 0 tot 10 V wordt intern op waardenvan 0 tot 1000 afgebeeld. Een klemspanning die groter isdan 10 V, wordt in de interne procesafbeelding ook als1000 weergegeven.

Met de parameter Versterking (Gain) kunt u met een instel-ling van bijvoorbeeld 1000 % een 10-voudige versterkingbereiken.

Via de parameter Offset kunt u het nulpunt van de meetwaardes verschuiven.

U vindt een applicatievoorbeeld in de beschrijving van despeciale functie “Analoge comparator” op pagina 117.

Over de analoge ingangen, zie ook hoofdstuk 4.1.

LOGO! functies

77LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.4 Lijst speciale functies - SF

Bij het invoeren van een programma in LOGO! vindt u deblokken voor de speciale functies in de SF-lijst. In de vol-gende tabel vindt u bovendien vergelijkbare weergaven uitschakelschema’s alsook aanwijzingen of de functie inkwestie een parametreerbare remanentie heeft.

Weergavein het

schakelschema

Weergave in

LOGO!

Benaming vande speciale

functies

Re

Vertraagdeinschakeling

(zie pagina 80)

Vertraagdeuitschakeling

(zie pagina 82)

Vertraagdein- en uitschake-ling

(zie pagina 84)

R K1

K1

QTrg

K1

Vertraagde in-schakelingmet accumulatie

(zie pagina 86)

R

S

K1

K1

Houdrelais

(zie pagina 88)

Re

Relais met ver-grendeling

(zie pagina 90)

Re

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

78

Weergavein het

schakelschema

ReBenaming vande speciale

functies

Weergave in

LOGO!

Sleepcontactre-lais

(zie pagina 92)

sleepcontactre-lais met flank-overbrugging

(zie pagina 93)

nieuw Weekschakel-klok

(zie pagina 94)

Jaarschakelklok

(zie pagina 99)

Op- en aftel-lende teller

(zie pagina 101)

Re

Bedrijfsurenteller

(zie pagina 104)

Symmetrischeklokpulsgever

(zie pagina 107)

Asynchrone impulsgever

(zie pagina 109)

LOGO! functies

79LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Weergavein het

schakelschema

ReBenaming vande speciale

functies

Weergave in

LOGO!

Toevals-generator

(zie pagina 110)

Drempelwaarde-schakelaar voorfrequenties

(zie pagina 112)

Drempelwaarde-schakelaar, ana-loog

(zie pagina 114)

Analoge compa-rator

(zie pagina 117)

Trappenlicht-schakelaar

(zie pagina 121)

Comfortschake-laar (conve-nience switch)

(zie pagina 123)

Meldteksten

(zie pagina 125)

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

80

4.4.1 Vertraagde inschakeling

Korte beschrijving

Bij de vertraagde inschakeling wordt de uitgang pas na eenparametreerbare tijd doorgeschakeld.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)kunt u de tijd voor de ver-traagde inschakeling starten

Parameter T T is de tijd waarna de uit-gang wordt ingeschakeld(het uitgangssignaal wisseltvan 0 naar 1).

Uitgang Q Q wordt na verstrijken vande geparametreerde tijd Tingeschakeld, als Trg dannog is ingesteld.

Parameter T

Neem de aangegeven waarden voor de parameter T in hethoofdstuk 4.3.2 in acht.

Timingdiagram

Trg

T T

Ta loopt

Q

Het vetgedrukte ge-deelte van het timing-diagram vindt u terugin het symbool voor devertraagde inschake-ling.

Functiebeschrijving

Als de ingang Trg van de stand 0 naar 1 wisselt, dan begintde tijd Ta te lopen (Ta is de actuele tijd in LOGO!).

LOGO! functies

81LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Als de ingang Trg minstens voor de duur van de gepara-metreerde tijd T in de stand 1 blijft, dan wordt de uitgangna verstrijken van de tijd T op 1 gezet (de uitgang wordtten overstaan van de ingang vertraagd ingeschakeld).

Wisselt de toestand aan ingang Trg voor verstrijken van detijd T weer naar 0, dan wordt de tijd teruggezet.

De uitgang wordt weer op 0 gezet, als de ingang Trg op destand 0 staat.

Na een onderbreking van de stroomtoevoer wordt de reedsverstreken tijd teruggezet.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

82

4.4.2 Vertraagde uitschakeling

Korte beschrijving

Bij de vertraagde uitschakeling wordt de uitgang pas naeen parametreerbare tijd teruggezet.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Trg Met de vallende flank (wis-selen van 1 naar 0) aan in-gang Trg (Trigger) start u detijd voor de vertraagde uit-schakeling

Ingang R Via de ingang R (Reset) zetu de tijd terug voor de ver-traagde uitschakeling en zetu de uitgang op 0

Parameter T T is de tijdspanne waarnade uitgang wordt uitgescha-keld (het uitgangssignaalwisselt van 1 naar 0).

Uitgang Q Q schakelt met Trg in enblijft ingeschakeld tot na af-loop van T.

Parameter T

Neem de aangegeven waarden voor de parameter T in hethoofdstuk 4.3.2 in acht.

Timingdiagram

Trg

TTTa loopt

Q

R

Het vetgedrukte ge-deelte van het timing-diagram vindt u terugin het symbool voorde vertraagde uit-schakeling.

LOGO! functies

83LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Functiebeschrijving

Als de ingang Trg op de stand 1 gaat staan, dan schakeltde uitgang Q meteen in stand 1.

Wisselt de ingang Trg van de stand 1 naar 0, dan start inLOGO! de actuele tijd Ta opnieuw, de uitgang blijft gezet.Als Ta de via T ingestelde waarde bereikt (Ta=T), dan wordtde uitgang Q op de stand 0 teruggezet (vertraagd uitscha-kelen).

Als de ingang Trg opnieuw wordt in- en weer uitgescha-keld, wordt de tijd Ta opnieuw gestart.

Via de ingang R (Reset) zet u de tijd Ta en de uitgang te-rug, voordat de tijd Ta verstreken is.

Na een onderbreking van de stroomtoevoer wordt de reedsverstreken tijd teruggezet.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

84

4.4.3 Vertraagde in-/uitschakeling

Korte beschrijving

Bij de vertraagde in- en uitschakeling wordt de uitgang naeen parametreerbare tijd verder geschakeld en na een pa-rametreerbare tijd teruggezet.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Trg Met de stijgende flank (wis-selen van 0 naar 1) aan in-gang Trg (Trigger) start u detijd TH voor de vertraagdeinschakeling.

Met de vallende flank (wis-selen van 1 naar 0) start ude tijd TL voor de ver-traagde uitschakeling.

Parameter Par TH is de tijd waarna de uit-gang wordt ingeschakeld(het uitgangssignaal wisseltvan 0 naar 1).

TL is de tijd waarna de uit-gang wordt uitgeschakeld(het uitgangssignaal wisseltvan 1 naar 0).

Uitgang Q Q wordt ingeschakeld naverstrijken van de gepara-metreerde tijd TH, als Trgdan nog gezet is en uitge-schakeld na verstrijken vande tijd TL als Trg intussenniet opnieuw is gezet.

Parameters T H en TL

Neem de aangegeven waarden voor de parameters TH enTL in hoofdstuk 4.3.2 in acht.

LOGO! functies

85LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Timingdiagram

Trg

T T

TH loopt

Q

TTL loopt

Het vetgedrukte ge-deelte van het timing-diagram vindt u terugin het symbool voor devertraagde in-/uitscha-keling.

Functiebeschrijving

Als de stand aan ingang Trg van 0 naar 1 wisselt, dan be-gint de tijd TH te lopen.

Blijft de stand aan ingang Trg minstens voor de duur vande geparametreerde tijd TH op 1 staan, dan wordt na hetverstrijken van de tijd TH de uitgang op 1 gezet (de uitgangwordt ten overstaan van de ingang vertraagd ingescha-keld).

Wisselt de stand aan ingang Trg vóór het verstrijken vande tijd TH weer naar 0, dan wordt de tijd teruggezet.

Als de stand aan de ingang weer naar 0 wisselt, dan begintde tijd TL te lopen.

Blijft de stand aan ingang Trg minstens voor de duur vande geparametreerde tijd TL op 0 staan, dan wordt na hetverstrijken van de tijd TL de uitgang op 0 gezet (de uitgangwordt ten overstaan van de ingang vertraagd uitgescha-keld).

Wisselt de stand aan ingang Trg vóór het verstrijken vande tijd TL weer naar 1, dan wordt de tijd teruggezet.

Na een onderbreking van de stroomtoevoer wordt de reedsverstreken tijd teruggezet.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

86

4.4.4 Accumulerende vertraagde inschakeling

Korte beschrijving

Na een ingangsimpuls loopt een parametreerbare tijd af, nahet verstrijken ervan wordt de uitgang ingesteld.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)kunt u de tijd voor de ver-traagde inschakeling star-ten.

Ingang R Via de ingang R zet u de tijdterug voor de vertraagde in-schakeling en zet u de uit-gang op 0.

Parameter T T is de tijd waarna de uit-gang wordt ingeschakeld(uitgangstand wisselt van 0naar 1).

Uitgang Q Q wordt na verstrijken vande tijd T ingeschakeld.

Parameter T

Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in hethoofdstuk 4.3.2 in acht.

Timingdiagram

Trg

TTa loopt

Q

R

T

Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug in het sym-bool voor de vertraagde inschakeling met accumulatie.

LOGO! functies

87LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Functiebeschrijving

Als de toestand aan ingang Trg van 0 naar 1 wisselt, danbegint de actuele tijd Tate lopen. Bereikt Ta de tijd T, danwordt de uitgang Q op 1 gezet. Opnieuw schakelen aaningang Trg heeft geen uitwerking op Ta.

De uitgang en de tijd Ta worden pas weer op 0 teruggezet,als de ingang R in de stand 1 staat.

Na een onderbreking van de stroomtoevoer wordt de reedsverstreken tijd teruggezet.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

88

4.4.5 Houdrelais

Korte beschrijving

Via een ingang S wordt de uitgang Q gezet. Via een an-dere ingang R wordt de uitgang weer teruggesteld.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang S Via de ingang S zet u de uit-gang Q op 1.

Ingang R Via de ingang R zet u de uit-gang Q weer op 0. Als S enR tegelijkertijd 1 zijn, danwordt teruggezet.

Parameter Par Met deze parameter is deremanentie in- en uitscha-kelbaar.

Rem: off = geen remanentieon = de toestand kan rema-nent worden opgslagen

Uitgang Q Q wordt met S ingeschakelden blijft ingeschakeld tot deingang R wordt ingesteld.

Timingdiagram

S

R

Q

Schakelgedrag

Een houdrelais is een eenvoudig binair geheugenelement.De waarde aan de uitgang hangt af van de standen aan deingangen en van de stand tot dan toe aan de uitgang. In devolgende tabel wordt de logica nogmaals aangetoond:

LOGO! functies

89LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Sn Rn Q Opmerking

0 0 x Toestand blijft behouden0 1 0 Terugzetten1 0 1 Instellen1 1 0 Terugzeten (terugzetten heeft voorrang op

instellen)

Bij ingeschakelde remanentie staat na uitvallen van destroom het signaal aan de uitgang die voor het uitvallenvan de stroom actueel was.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

90

4.4.6 Relais met vergrendeling

Korte beschrijving

Het instellen en terugzetten van de uitgang wordt door eenkorte impuls aan de ingang bewerkstelligd.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)schakelt u de uitgang Q inen uit.

Ingang R Via de ingang R zet u hetrelais met vergrendeling te-rug en zet u de uitgang op 0

Parameter Par Met deze parameter is deremanentie in- en uitscha-kelbaar.

Rem: off = geen remanentieon = de toestand kan rema-nent worden opgslagen

Uitgang Q Q wordt door Trg ingescha-keld en door de volgendeTrg weer uitgeschakeld

Timingdiagram

Trg

Q

R

Het vetgedrukte gedeelte vanhet timingdiagram vindt u terugin het symbool voor het relaismet vergrendeling.

Functiebeschrijving

Telkens wanneer de stand aan ingang Trg van 0 naar 1wisselt, verandert ook de stand van uitgang Q, dat wil zeg-gen de uitgang wordt ingeschakeld of uitgeschakeld.

LOGO! functies

91LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Via de ingang R zet u het relais met vergrendeling in deuitgangstoestand terug, dus de uitgang wordt op 0 gezet.

Wanneer geen remanentie werd ingeschakeld wordt hetrelais met vergrendeling na uitvallen van de stroom terug-gesteld en wordt de uitgang Q op 0 gezet.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

92

4.4.7 Sleepcontact - impulsuitvoer

Korte beschrijving

Een ingangssignaal brengt aan de uitgang een signaalvoort van parametreerbare duur.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)kunt u de tijd voor het sleep-contactrelais starten.

Parameter T T is de tijdspanne waarnade uitgang wordt uitgescha-keld (het uitgangssignaalwisselt van 1 naar 0).

Uitgang Q Q wordt met Trg ingescha-keld en blijft ingeschakeldals de tijd Ta loopt en de in-gang op 1 gezet is.

Parameter T

Neem voor de parameter T de aanwijzing in het hoofdstuk4.3.2 in acht.

Timingdiagram

Trg

T is niet volledig verstrekenTa loopt

Q

Het vetgedrukte gedeelte van het ti-mingdiagram vindt u terug in het sym-bool voor het sleepcontact.

T

Functiebeschrijving

Als de ingang Trg in de stand 1 gaat staan, dan schakeltde uitgang Q op stand 1. Gelijktijdig start de tijd Ta, de uit-gang blijft gezet.

Bereikt Ta de via T ingestelde waarde (Ta=T), dan wordt deuitgang Q op de stand 0 teruggezet (impulsuitvoer).

Wisselt de ingang Trg van 1 naar 0 wisselt voordat devooraf ingestelde tijd is verstreken, dan wisselt ook de uit-gang meteen van 1 naar 0.

LOGO! functies

93LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.4.8 sleepcontact met flankoverbrugging

Korte beschrijving

Een ingangssignaal brengt aan de uitgang een signaalvoort van parametreerbare duur (hertriggerbaar).

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)kunt u de tijd voor het sleep-contact met flankoverbrug-ging starten.

Parameter T T is de tijdspanne waarnade uitgang wordt uitgescha-keld (het uitgangssignaalwisselt van 1 naar 0).

Uitgang Q Q schakelt met Trg in enblijft ingeschakeld tot na af-loop van T.

Parameter T

Neem voor de parameter T de aanwijzing in het hoofdstuk4.3.2 in acht.

Timingdiagram

Trg

Ta loopt

Q

Het vetgedrukte gedeelte van het ti-mingdiagram vindt u terug in het sym-bool voor het sleepcontact met flank-overbrugging.T T

Functiebeschrijving

Als de ingang Trg in de stand 1 gaat staan, dan schakeltde uitgang Q op stand 1. Gelijktijdig start de tijd Ta. Als Tade via T ingestelde waarde bereikt (Ta=T), dan wordt deuitgang Q op de stand 0 teruggezet (impulsuitvoer).

Wisselt de ingang Trg vóór het verstrijken van de inge-stelde tijd opnieuw van 0 naar 1 (hertriggeren), dan wordtde tijd Ta teruggezet en de uitgang blijft ingeschakeld.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

94

4.4.9 Weekschakelklok

Korte beschrijving

De uitgang wordt via een parametreerbare in- en uitscha-keldatum gestuurd. Elke mogelijke combinatie van weekda-gen wordt ondersteund. De selectie van actieve weekda-gen komt tot stand door het verbergen van niet-actieveweekdagen.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

ParameterNo 1, No 2No 3

Via de parameter No stelt ude inschakel- en uitschakel-tijdstippen in voor telkenséén Nok van de weekscha-kelklok. Hierbij parametreertu de dagen en de tijd.

Uitgang Q Q wordt ingeschakeld als deparametreerbare nok inge-schakeld is.

Timingdiagram (3 gevallen als voorbeeld)

Monday WednesdayTuesday Saturday

FridayThursday

Sunday

Q

1No 1 31 2 31 1 11

No1: dagelijks: 06:30 uur tot 08:00 uur

No2: dinsdag: 03:10 uur tot 04:15 uur

No3: zaterdag en zondag: 16:30 uur tot 23:10 uur

LOGO! functies

95LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Functiebeschrijving

Elke weekschakelklok heeft drie instelnokken, waarmee utelkens een tijdvenster kunt parametreren. Met deze nok-ken stelt u het inschakel- en het uitschakeltijdstip in. Opeen inschakeltijdstip schakelt de weekschakelklok de uit-gang in, voor zover de uitgang nog niet ingeschakeld is.

Op een uitschakeltijdstip schakelt de weekschakelklok deuitgang uit, voor zover de uitgang nog niet uitgeschakeldwas. Als u voor een weekschakelklok een inschakeltijdstipen een uitschakeltijdstip op dezelfde tijd maar aan verschil-lende nokken instelt, dan spreken de in- en uitschakeltijdenelkaar tegen. In dat geval heeft nok 3 voorrang op nok 2 endeze op zijn beurt voorrang op nok 1.

ParametreervensterHet parameterfenster voor nok No1 ziet er bijv. als volgt uit:

B01:No1D=MTWTFSS+On =06:30Off=08:00

Inschakeltijdstip(06.30 uur)

zie Parameters weergeven/verbergen – beveiligings-wijze op pagina 53

Uitschakeltijdstip(08.00 uur)

Blok B01 Nok No 1 Weekdagen (dagelijks)

Weekdag

De letters achter “D=” hebben de volgende betekenis:� M : maandag (Monday)� T : dinsdag (Tuesday)� W : woensdag (Wednesday)� T : donderdag (Thursday)� F : vrijdag (Friday)� S : zaterdag (Saturday)� S : zondag (Sunday)

Een hoofdletter betekent weekdag geselecteerd. Een “–”betekent weekdag niet geselecteerd.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

96

Schakeltijdstippen

Elke tijd tussen 00:00 en 23:59 uur is instelbaar.--:-- betekent geen in-/uitschakelen.

Weekschakelklok instellen

U kunt de schakeltijdstippen als volgt instellen:

1. Zet de cursor op een van de No-parameters van deschakelklok (zo bijv. op No1).

2. Druk op de OK-toets. LOGO! opent het parameterfen-ster voor de nokken. De cursor staat op de weekdag.

3. Selecteer met de toetsen en een of meer dagen.4. Verplaats de cursor met de toets naar de eerste posi-

tie voor de inschakeltijd.5. Stel de inschakeltijd in.

De waarde op de desbetreffende positie kunt u wijzigenmet de toetsen en . Tussen de afzonderlijke positieskunt u de cursor verplaatsen met de toetsen en . Dewaarde --:-- kunt u alleen op de eerste positie selecte-ren (--:-- betekent: er vindt geen schakeling plaats).

6. Verplaats de cursor met de toets naar de eerste posi-tie voor de uitschakeltijd.

7. Stel de uitschakeltijd in (zoals in punt 5).8. Om de invoer af te sluiten drukt u op de OK-toets.

De cursor staat op de parameter No2 (nok 2). U kunt nueen volgende nok parametreren.

Wenk

Informatie over de nauwkeurigheid van de schakelklokvindt u onder de Technische gegevens en in hoofd-stuk 4.3.2.

LOGO! functies

97LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Weekschakelklok: voorbeeld

De uitgang van de weekschakelklok moet dagelijks van05:30 uur tot 07:40 uur ingeschakeld zijn. Bovendien moetde uitgang op dinsdag van 03:10 tot 04:15 uur en in hetweekend van 16:30 tot 23:10 uur ingeschakeld zijn.

Daar hebt u drie nokken voor nodig.

Hier dan de parametreervensters van de nokken 2 en 3 uithet bovengenoemde timingdiagram

Nok 1

Nok 1 moet de uitgang van de weekschakelklok elke dagvan 05:30 uur tot 07:40 uur inschakelen.

B01:No1D=MTWTFSS+On =05:30Off=07:40

Nok 2

Nok 2 moet de uitgang van de weekschakelklok elke dins-dag van 03:10 uur tot 04:15 uur inschakelen.

B01:No2D=-T-----+On =03:10Off=04:15

Nok 3

Nok 3 moet de uitgang van de weekschakelklok elke zater-dag en zondag van 16:30 uur tot 23:10 uur inschakelen.

B01:No3D=-----SS+On =16:30Off=23:10

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

98

Resultaat

1No

Monday WednesdayTuesday Saturday

FridayThursday

Sunday

1 31 2 3

Q

1 1 11

LOGO! functies

99LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.4.10 Jaarschakelklok

Korte beschrijving

De uitgang wordt via een parametreerbare in- en uitscha-keldatum gestuurd.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang No Via de parameter No stelt uhet inschakel- en uitschakel-tijdstip in voor de nokkenvan de jaarschakelklok.

Uitgang Q Q wordt ingeschakeld als deparametreerbare nok inge-schakeld is.

Timingdiagram

MM.DD+On=02.20Off=04.03

OnOff

20 februari 3 april

feb. mar. apr.

Functiebeschrijving

Op het inschakeltijdstip schakelt de jaarschakelklok de uit-gang in en op een uitschakeltijdstip schakelt de jaarscha-kelklok de uitgang uit. De uitschakeldatum is de dagwaarop de uitgang weer op 0 is gezet. De eerste waardestaat voor de maand, de tweede waarde staat voor de dag.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

100

Voorbeeld van een parametrering

De uitgang van een LOGO! moet jaarlijks op 1 maart inge-schakeld en op 4 april uitgeschakeld worden alsook op7 juli weer in- en op 19 november weer uitgeschakeld wor-den. Hiervoor hebt u 2 jaarschakelklokken nodig die tel-kens voor die bepaalde inschakeltijd worden geparame-treerd. De uitgangen worden dan met behulp van eenOF-blok (OR) verbonden.

B01:No MM.DDOn=03.01Off=04.04

B02:No MM.DDOn=07.07Off=11.19

On

Off

1 maart

4 april

7 juli

19 november

B01 B02

LOGO! functies

101LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.4.11 Op- en aftellende teller

Korte beschrijving

Naargelang de parametrering wordt door een ingangsim-puls een interne getalwaarde op- of afgeteld. Als de para-metreerbare getalwaarde is bereikt, wordt de uitgang inge-steld. De telrichtung kan via een bijzondere ingang wordengewijzigd.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang R Via de ingang R stelt u deinterne getalwaarde en deuitgang terug op nul.

Ingang Cnt De teller telt aan de ingangCnt (Count) het aantal wijzi-gingen van stand 0 naarstand 1. Veranderingen vanstand 1 naar stand 0 wor-den niet geteld. Maximaletelfrequentie aan de in-gangsklemmen: 5 Hz

Ingang Dir Via de ingang Dir geeft u detelrichtung aan:

Dir = 0: optellenDir = 1: aftellen

Parameter Par Lim: getalwaardelimiet, diezodra hij door de interne ge-talwaarde is bereikt, de uit-gang instelt.

Rem: activering van de re-manentie

Uitgang Q Q wordt ingeschakeld zodrade getalwaarde is bereikt.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

102

Timingdiagram

R

Dir

Par

Cnt

0

Q

internegetalwaarde Cnt

Functiebeschrijving

Bij elke positieve flank aan de ingang Cnt wordt de interneteller met één verhoogd (Dir = 0) of met één verlaagd(Dir = 1).

Als de interne getalwaarde gelijk is aan of groter is dan devia Par geprogrammeerde waarde, wordt de uitgang Q op1 ingesteld.

Met de terugzetingang R kunt u de interne getalwaarde ende uitgang op ’000000’ terugzetten. Zolang R=1, staat ookde uitgang op 0 en worden de impulsen aan ingang Cntniet meegerekend.

Parameterinstelling Par

B03:Par

Rem=off

Lim= 000100+

Getalwaarde

Remanentie

zie Parameters weergeven/verbergen – beveiligingswijzeop pagina 53

Als de interne getalwaarde gelijk is aan of groter is danPar, wordt de uitgang ingesteld. Bij over- of onderloop blijftde teller staan.

Lim mag tussen 0 en 999999 liggen.

Rem: Met deze parameter kan voor de interne getalwaardeCnt remanentie worden in- en uitgeschakeld.

LOGO! functies

103LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

off = geen remanentieon = de getalwaarde Cnt kan remanent worden opgeslagen

Met ingeschakelde remanentie wordt na een onderbrekingvan de stroomtoevoer de tellerstand bijbehouden en wordter nadat de stroom is teruggekeerd met deze waarde ver-der gewerkt.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

104

4.4.12 Bedrijfsurenteller

Korte beschrijving

Als de ingang wordt ingesteld, loopt een parametreerbaretijd af. De uitgang wordt ingesteld als de tijd is verstreken.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang R R = 0: tellen is mogelijk, in-dien Ral niet = 1

R = 1: teller staat stil

Via de ingang R zet u de uit-gang terug. De resterendetijd van het onderhoudsin-terval MN wordt op dewaarde MN = MI gezet. Detot nog toe opgelopen tijdblijft behouden.

Ingang En En is de controle-ingang.LOGO! meet de tijd, waarindeze ingang ingesteld is.

Ingang Ral Ral = 0: tellen is mogelijk,indien R niet = 1

Ral = 1: teller staat stil

Via de ingang Ral (Resetall) zet u de teller en de uit-gang terug. Dus

� Uitgang Q = 0,

� gemeten bedrijfsurenOT = 0 en

� resterende tijd van hetonderhoudsintervalMN = MI.

Parameter Par:MI

MI: vooraf in te stellen on-derhoudsinterval in de een-heid uren.

MI mag tussen 0 en 9999uren liggen.

LOGO! functies

105LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Symbool bijLOGO!

BeschrijvingSchakeling

Uitgang Q Als de resterende tijd MN= 0 (zie Timingdiagram),dan wordt de uitgang inge-steld.

MI = te parametreren getalwaardeMN= resterende tijdOT= totale verstreken tijd sinds het laatste 1-signaal aan de

Ral-ingang

Timingdiagram

MI = geparametreerd tijdsintervalMN = resterende tijdOT = totale verstreken tijd sinds het laatste 1-signaal aan de Ral-ingang

Par:

Q

R

Ral

En

MN=MI

OT

MN=0

De teller telt niet verder zolang R of Ral zijn ingesteld

MI=5h

1h x-R=1h

R

x

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

106

Functiebeschrijving

De bedrijfsurenteller controleert de ingang En. Zolang aandeze ingang een waarde 1 aanwezig is, berekent LOGO!de verstreken tijd en de resterende tijd MN. De tijden wor-den door LOGO! in de modus Parametreren getoond. Is deresterende tijd MN gelijk aan 0, dan wordt de uitgang Q op1 ingesteld.

Via de terugzetingang R wordt de uitgang Q teruggezet ende teller voor de resterende tijd wordt op de geprogram-meerde waarde MI ingesteld. De interne teller OT gaatdoor met tellen.

Met de terugzetingang Ral stelt u de uitgang Q terug en zetu de teller voor de resterende tijd op de vooraf ingesteldewaarde MI. De interne teller OT wordt terug op 0 gezet.

In de parametreermodus kunt u terwijl het programma af-loopt de actuele waarden voor MN en OT bekijken.

Grenswaarde voor OT

Als u de bedrijfsurenteller met het signaal R terugzet, blij-ven de opgelopen bedrijfsuren in OT behouden. De grens-waarde van de teller ligt voor OT bij 99999 h.

Bereikt de bedrijfsurenteller deze waarde, dan worden ergeen uren meer geteld.

Parameterinstelling Par

B03:ParMI = 0000h+

Controle-interval in uren

Veiligheidsgraad

MI is het parametreerbare tijdsinterval. Het mag tussen 0en 9999 liggen.

LOGO! functies

107LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.4.13 Symmetrische klokpulsgever

Korte beschrijving

Een kloksignaal met parametreerbare periodeduur wordtaan de uitgang uitgezonden.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang En Via de ingang En schakelt ude klokpulgever in en uit.

Parameter T T is de tijdspanne waarin deuitgang in- of uitgeschakeldis.

Uitgang Q Q wordt met de kloktijd T cy-clisch in- en uitgeschakeld.

Parameter T

Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in hethoofdstuk 4.3.2 in acht.

Timingdiagram

En

Q T TT T

Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug inhet symbool voor de symmetrische klokpulsgever.

Functiebeschrijving

Via de parameter T voert u in, hoelang de in- en de uit-schakeltijd moet duren. Via de ingang En (voor Enable:vrijmaken) schakelt u de klokpulsgever in, m.a.w. de klok-pulsgever stelt voor der periode T de uitgang op 1, vervol-gens voor de periode T de uitgang op 0 enzovoorts, totdatde ingang weer in stand 0 staat.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

108

Wenk met betrekking tot de relaisuitgangen:

Relaisuitgangen die onder belasting schakelen, verslijtenlichtjes bij elke schakelbeurt. Hoe vaak een uitgang vanLOGO! veilig kan schakelen, vindt u in het hoofdstuk Tech-nische gegevens (zie hoofdstuk A).

LOGO! functies

109LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.4.14 Asynchrone impulsgever

Korte beschrijving

De impulsvorm van de uitgang kan via de parametreerbareimpuls-/pauzeverhouding worden gewijzigd.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang En Via de ingang EN schakelt ude asynchrone impulsgeverin en uit.

Ingang INV Via de ingang INV kan hetuitgangssignaal van de ac-tieve asynchrone klokpuls-gever worden geïnverteerd.

Parameter Par De impulsduur TH en de im-pulspauzeduur TL kunneningesteld worden.

Uitgang Q Q wordt cyclisch met dekloktijden TH en TL in- enuitgeschakeld.

Timingdiagram

En

Inv

TH

Q

TL THTL TH TLTH

Functiebeschrijving

Via de parameters TH (Time High) en TL (Time Low) kun-nen de impulsduur en de impulspauze worden ingesteld.Beide parameters hebben dezelfde tijdbasis, verschil bij deinstelling is niet mogelijk.

De ingang INV maakt het omkeren van de uitgang moge-lijk. Als het blok via EN is geactiveerd, heeft ingang INVeen negeren van de uitgang tot gevolg.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

110

4.4.15 Toevalsgenerator

Korte beschrijving

Bij de toevalsgenerator wordt de uitgang binnen een para-metreerbare tijdt in- of weer uitgeschakeld.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang En Met de stijgende flank (wis-selen van 0 naar 1) aan vrij-schakelingang En (Enable)start u de tijd voor de ver-traagde inschakeling van detoevalsgenerator.

Met de vallende flank (wis-selen van 1 naar 0) start ude tijd voor de vertraagdeuitschakeling van de toe-valsgenerator.

Parameter Par De vertraagde inschakelingwordt toevallig bepaald enligt tussen 0 s en TH.

De vertraagde uitschakelingwordt toevallig bepaald enligt tussen 0 s en TL.

TL moet dezelfde tijdbasishebben als T H.

Uitgang Q Q wordt ingeschakeld naverstrijken van de ver-traagde inschakeltijd, alsTrg dan nog gezet is enwordt uitgeschakeld na ver-strijken van de vertraagdeuitschakeltijd, als Trg intus-sen niet opnieuw is gezet.

LOGO! functies

111LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Parameters T H en TL

Neem de aangegeven waarden voor de parameters TH enTL in hoofdstuk 4.3.2 in acht.

Timingdiagram

En

T loopt

Q

TLTH

Het vetgedrukte ge-deelte van het timing-diagram vindt u terugin het symbool voor devertraagde in-/uitscha-keling.

Functiebeschrijving

Als de stand aan ingang En van 0 naar 1 wisselt, dan wordttoevallig een tijd (vertraagde inschakeltijd) tussen 0 s en THbepaald en gestart. Als de stand aan ingang En minstensvoor de duur van de vertraagde inschakeltijd op 1 blijftstaan, wordt de uitgang na verstrijken van de vertraagdeinschakeltijd op 1 gezet.

Wisselt de stand aan ingang En vóór het verstrijken van devertraagde inschakeltijd weer naar 0, dan wordt de tijdteruggezet.

Wisselt de stand aan ingang En weer naar 0, dan wordttoevallig een tijd (vertraagde uitschakeltijd) tussen 0 s enTL bepaald en gestart.

Blijft de stand aan ingang En minstens voor de duur van devertraagde uitschakeltijd op 0 blijft staan, dan wordt de uit-gang na verstrijken van de vertraagde uitschakeltijd op 0gezet.

Als de stand aan ingang En vóór het verstrijken van de ver-traagde uitschakeltijd weer naar 1 wisselt, dan wordt de tijdteruggezet.

Na een onderbreking van de stroomtoevoer wordt de reedsverstreken tijd teruggezet.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

112

4.4.16 Drempelwaardeschakelaar voor frequenties

Korte beschrijving

De uitgang wordt afhankelijk van twee parametreerbarefrequenties in- en uitgeschakeld.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Cnt Aan ingang Cnt brengt u deingang aan, die de te tellenimpulsen voortbrengt.

Gebruik

� Ingangen I5/I6 of I11/I12(LOGO!...L) voor snelletellingen (nietLOGO!230..., 24RC,24RCo):max. 1 kHz.

� een willekeurige andereingang of schakelele-ment voor geringe telfre-quenties.

Parameter Par:

SW�, SW�G_T

SW�: inschakeldrempel

SW�: uitschakeldrempel

G_T: Tijdsinterval of poorttijd(Gate Time), waarin de op-tredende impulsen wordengemeten.

Uitgang Q Q wordt afhankelijk vanSW� en SW� in- of uitge-schakeld.

Timingdiagram

Q

SW� = 5fa = 6 fa = 10 fa = 8 fa = 5

G_T

fre SW� = 9

LOGO! functies

113LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Functiebeschrijving

De drempelwaardeschakelaar meet de signalen aan ingangCnt. De impulsen worden over een parametreerbare tijds-duur G_T geregistreerd. Zijn binnen de tijdspanne G_T degemeten waarden groter dan de inschakel- en de uitscha-keldrempel, dan wordt de uitgang Q ingeschakeld.

Q wordt weer uitgeschakeld, als het gemeten aantal impul-sen de waarde van de uitschakeldrempel bereikt of daar-onder ligt .

Parameterinstelling Par

B03:ParSW�=0050+SW�=0048G_T:01:00s

Inschakeldrempel

Veiligheidsgraad

Tijdsinterval voor impulsen

Uitschakeldrempel

SW� is de inschakeldrempel. Hij mag tussen 0000 en9999 liggen.

SW� is de uitschakeldrempel. Hij mag tussen 0000 en9999 liggen.

G_T is het tijdsinterval waarin de aan Cnt optredende im-pulsen worden gemeten. G_T mag tussen 00.05 s en99.95 s liggen.

Wenk

Wanneer u de tijd G_T op 1 s instelt, geeft LOGO! in deparameter fa de actuele frequentie in Hz weer.

fa is altijd de som van de gemeten impulsen per tijdseen-heid G_T.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

114

4.4.17 Drempelwaardeschakelaar analoog

Korte beschrijving

De uitgang wordt ingeschakeld, als de analoge waarde eenparametreerbare inschakeldrempel overschrijdt. De uitgangwordt uitgeschakeld, als de analoge waarde lager is daneen parametreerbare uitschakeldrempel (hysteresis).

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Ax Aan ingang Ax brengt u hetanaloge signaal aan dat ge-ëvalueerd moet worden.

Gebruik de klemmen I7(AI1) of I8 (AI2).

0-10 V komt overeen met0-1000 (interne waarde).

Parameter Par:

�, �, SW�,SW��

�� : Versterking in % (Gain)Waardebereik0..1000 %

� : OffsetWaardebereik �999

SW�: inschakeldrempelWaardebereik �19990

SW�: uitschakeldrempelWaardebereik �19990

Uitgang Q Q wordt afhankelijk van dedrempelwaarden gezet ofteruggezet.

Parameters Versterking (Gain) en Offset

Neem voor de parameters Versterking (Gain) en Offset deopmerkingen in hoofdstuk 4.3.6 in acht.

LOGO! functies

115LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Timingdiagram

Q

1000

0Ax

SW�SW�

Functiebeschrijving

De functie leest de analoge waarde AI1 of AI2 in.

De parameter Offset wordt daarna bij de analoge waardeopgeteld. Vervolgens wordt deze waarde met de parameterVersterking (Gain) vermenigvuldigd.

Ligt deze waarde boven de inschakeldrempel (SW�),wordt uitgang Q op 1 gezet.

Q wordt weer op 0 teruggezet, als de waarde onder de uit-schakeldrempel (SW�) bereikt of daaronder ligt.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

116

Parameterinstelling Par

De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om degebruikte sensoren aan te passen an de betreffende appli-catie.

Parametrering:

B03:ParSW� =+00000SW� =+00000� =0050+

Versterking in %Veiligheidsgraad

Inschakeldrempel

Uitschakeldrempel

Op toets drukken

Offset

SW�=+00000SW�=+00000� =0050+� =+200�

Weergave in de modus PARAM (voorbeeld):

B02:ParSW� =+400SW� =+200Ax =+20

LOGO! functies

117LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.4.18 Analoge comparator

Korte beschrijving

De uitgang wordt ingeschakeld, als het verschil Ax - Ay deingestelde schakeldrempel overschrijdt.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingangen Axen Ay

Aan de ingangen Ax en Aybrengt u de analoge signa-len aan, waarvan het ver-schil moet worden geëvalu-eerd.

Gebruik de klemmen I7(AI1) en I8 (AI2).

Parameter Par:

�, �, ��

�� : Versterking in % (Gain)Waardebereik 0..1000 %

� : OffsetWaardebereik �999

� : Drempelwaarde

Uitgang Q Q wordt op 1 gezet als hetverschil Ax-Ay de schakel-drempel overschrijdt.

Parameters Versterking (Gain) en Offset

Neem voor de parameters Versterking (Gain) en Offset deopmerkingen in hoofdstuk 4.3.6 in acht.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

118

Timingdiagram

Q

voor Ax - Ay >200

Ax

1000

0

Ay

1000

0

Ax-Ay

1000

0>200

-200

Functiebeschrijving

De volgende berekeningen worden door de functie Analogecomparator uitgevoerd:1. De onder Offset geparametreerde waarde wordt bij Ax

en Ay opgeteld.2. Ax en Ay worden met de parameter Versterking (Gain)

vermenigvuldigd.3. De functie vormt het verschil tussen de analoge waar-

den Ax-Ay.

Ligt het bedrag boven de waarde van de drempelwaardedie u onder �hebt geparametreerd, wordt uitgang Q op 1gezet.

Anders wordt Q weer op 0 teruggezet.

Rekenvoorschrift

Q = 1, indien:[(Ax + Offset) � Gain] - [(Ax + Offset) � Gain] > drempel-waarde

LOGO! functies

119LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Parameterinstelling Par

De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om degebruikte sensoren aan te passen an de betreffende appli-catie.

B03:Par� =00000� =0050+� =+200

Versterking in %

Veiligheidsgraad

Drempelwaarde

Offset

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

120

Voorbeeld

Voor de besturing van een verwarming moeten de voor-loop- en de teruglooptemperatuur Tv (via sensor aan AI1)en Tr (via sensor aan AI2) met elkaar worden vergeleken.

Als de teruglooptemperatuur meer dan 15 �C van de voor-looptemperatuur afwijkt, moet een schakeling worden ge-activeerd (bijv.: brander aan).

In de modus PARAM moeten de werkelijke temperatuur-waarden worden weergegeven.

Er staan thermosensoren met de volgende technische ge-gevens ter beschikking: –30 tot +70 �C, 0 tot 10V DC.

Applicatie Interne voorstelling

-30 tot +70 �C = 0 tot 10V DC 0 tot 1000

0 �C 300

� Offset = -300

Waardebereik:

–30 tot +70 �C = 100

1000

� Versterkng = 100/1000

= 0,1 = 10 %

Schakeldrempel = 15 �C Drempelwaarde = 15

Parametrering:

B03:Par� =00015� =0010+� =-300

Weergave in de modus PARAM (voorbeelden):

B03:Par� = 20Ax = 10Ay = 30

B03:Par� = 30Ax = 10Ay =- 20

LOGO! functies

121LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.4.19 Trappenlichtschakelaar

Korte beschrijving

Na een ingangsimpuls (flankbesturing) loopt een parame-treerbare tijd af. Na het verstrijken ervan wordt de uitgangteruggezet. Er wordt 15 s vóór het verstrijken van de tijdeen uitschakelwaarschuwing gegeven.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)start u de tijd voor de trap-penlichtschakelaar (ver-traagde uitschakeling).

Parameter T T is de tijd waarna de uit-gang wordt uitgeschakeld(uitgangstand wisselt van 1naar 0).

Als tijdbasis is minutenvooraf ingesteld.

Uitgang Q Q wordt na verstrijken vande tijd T uitgeschakeld. 15 svoor verstrijken van de tijd Tschakelt de uitgang gedu-rende 1 s op 0.

Parameter T

Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in hethoofdstuk 4.3.2 in acht.

Timingdiagram

15s

Ta loopt T

1s

Q

Trg

Waarschuwingstijd

Waarschuwingsduur

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

122

Functiebeschrijving

Als aan ingang Trg de stand 1 naar 0 wisselt, dan begint deactuele tijd Ta te lopen en wordt uitgang Q op 1 gezet.

15 s voordat Ta de tijd T bereikt, wordt de uitgang Q voor1 s op 0 teruggezet.

Bereikt Ta de tijd T, dan wordt de uitgang Q op 0 terugge-zet.

Opnieuw schakelen aan ingang Trg terwijl Ta loopt, zet Taterug (mogelijkheid tot hertriggeren).

Na een onderbreking van de stroomtoevoer wordt de reedsverstreken tijd teruggezet.

Tijdbasis wijzigen

Voor de waarschuwingstijd en waarschuwingsduur kunt uook andere waarden instellen.

Tijdbasis T Waarschuwings-tijd

Waarschuwings-duur

seconden* 750 ms 50 ms

minuten 15 s 1 s

uren 15 min 1 min

*alleen zinvol voor programma’s met een cyclusduur van < 25 ms

Zie hierover ook “Cyclusduur berekenen” in aanhangsel C.

LOGO! functies

123LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.4.20 Comfortschakelaar

Korte beschrijving

Schakelaar met 2 verschillende functies:� Stroomstootschakelaar met vertraagde uitschakeling� Schakelaar (constant licht)

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)schakelt u de uitgang Q in(vertraagde uitschakeling ofconstant licht). Bij ingescha-kelde uitgang Q kan dezemet Trg worden teruggezet.

Parameter Par TH is de tijd waarna de uit-gang wordt uitgeschakeld(de uitgangsstand wisseltvan 1 naar 0).

TL is de tijdsspanne gedu-rende welke de ingang moetworden gezet om de functieConstant licht te activeren.

Uitgang Q De uitgang Q wordt met Trgingeschakeld en wordt naar-gelang de lengte van de im-puls aan Trg na een para-matreerbare tijd weer uitge-schakeld of wordt door op-nieuw activeren van Trgteruggezet.

Parameters T H en TL

Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in hethoofdstuk 4.3.2 in acht.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

124

Timingdiagram

Ta loopt TH

Q

TrigTL

Functiebeschrijving

Als aan ingang Trg de stand 1 naar 0 wisselt, dan begint deactuele tijd Ta te lopen en wordt uitgang Q op 1 gezet.

Bereikt Ta de tijd TH, dan wordt de uitgang Q op 0 terugge-zet.

Na een onderbreking van de stroomtoevoer wordt de reedsverstreken tijd teruggezet.

Als de ingang Trg in de stand 0 naar 1 wisselt en 1 min-stens voor de tijd TL gezet blijft, dan wordt de functie Con-stant licht (Permanent Light) geactiveerd en de uitgang Qlangdurig ingeschakeld.

Opnieuw schakelen aan ingang Trg zet TH in elk geval te-rug en de uitgang Q wordt uitgeschakeld.

LOGO! functies

125LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4.4.21 Meldteksten

Korte beschrijving

Weergave van een geparametreerde meldtekst (message)in de run-mode.

Symbool bijLOGO!

Schakeling Beschrijving

Ingang En Een wisselen van de standvan 0 naar 1 aan ingang En(Enable) start de uitvoer vande meldtekst.

Parameter P P is de prioriteit van demeldtekst.

Parameter Par Par is de tekst voor de mel-dingsuitvoer.

Uitgang Q Q heeft dezelfde stand alsingang En.

Beperking

Er zijn maximaal 5 meldtekst-functies mogelijk.

Functiebeschrijving

Als de stand aan de ingang van 0 naar 1 wisselt, verschijntop het display in de run-mode de door u geparametreerdemeldtekst. Wisselt de stand aan de ingang van 1 naar 0,wordt de meldtekst verborgen.

Worden meerdere meldtekstfuncties met En=1 geschakeld,wordt de melding getoond met de hoogste prioriteit (Prio-rity). Door activeren van de toets kunnen ook de meldin-gen van mindere prioriteit worden weergegeven.

Wisselen tussen het standaard-display en het meldtekst-display kunt u met de toetsen en .

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

126

VoorbeeldZo kan een melding worden weergegeven:En=1

Motor 23000urenMAINTENANCE!

I:123456

Su 23:40Q:1234

ParametreervensterAldus parametreert u de prioriteit(parametreervenster voor P):

B03:PPriority 1

Aldus parametreert u de meldtekst(parametreervenster voor Par):

..

..

..

..

Met de toets kiest u een regel waarin de meldtekst moetverschijnen.

Door op de OK-toets te drukken komt u in de bewerkings-modus voor deze regel.

Met de toetsen en selecteert u de letter die moet ver-schijnen. Tussen de afzonderlijke posities kunt u de cursorverplaatsen met de toetsen en .

De wijzigingen worden met OK overgenomen, door op deESC-toets te drukken verlaat u de bewerkingsmodus.

LOGO! functies

127LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Om in een regel een parameter (bijv.: weergave van eenmeet- of functiewaarde) als meldtekst uit te voeren, selec-teert u deze regel met de toets en drukt op de toets :

Par......

p

Door op de OK-toets te drukken komt u in de bewerkings-modus.

B01:T

Met de toetsen en selecteert u tussen de weer te ge-ven blokken en de desbetreffende parameters.

Met de toetsen en selecteert u het blok of de weer tegeven parameter.

Om de parameter te selecteren, drukt u op OK.

Door op de ESC-toets te drukken verlaat u de parame-treermodus. Hierbij worden uw wijzigingen overgenomen.

LOGO! functies

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

128

5 LOGO! parametrerenOnder parametreren verstaan wij het instellen van de para-meters van blokken. U kunt vertragingstijden van tijdfunc-ties, schakeltijden van de schakelklokken, de drempel-waarde van een teller, het controle-interval van eenbedrijfsurenteller en de in- en uitschakeldrempels van dedrempelwaardeschakelaar instellen.

De parameters kunt u instellen� in de modus Programmeren of� in de modus Parametreren.

In de modus Programmeren stelt de programmeur de para-meters in.Wij hebben de modus Parametreren ingevoegd, opdat pa-rameters zouden kunnen worden gewijzigd zonder dat hetprogramma hoeft te worden veranderd. Op die manier kanbijv. een gebruiker parameters wijzigen zonder naar de mo-dus Programmeren te moeten wisselen. Het voordeel: Hetprogramma (en zodoende ook de schakeling) blijft be-schermd en kan toch door de gebruiker aan bepaalde ge-gevens worden aangepast.

Wenk

In de modus Parametreren werkt LOGO! het programmaverder af.

129LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

5.1 Overgaan naar de modus Parametreren

U komt in de modus Parametreren door tegelijkertijd op detoetsen ESC en OK te drukken:

I:123456

Q:1234 RUN

Mo 09:00ESC OK

LOGO! gaat over naar de modus Parametreren en toonthet parametreermenu:

>Set Clock Set Param

De menuoptie ’Set Clock’ kan slechts worden geactiveerdwanneer u een LOGO! met klok hebt (varianten vanLOGO! met klok hebben in hun benaming een C voorClock: bijv. LOGO 230RC). Via Set Clock stelt u de tijd bijLOGO! in.

5.1.1 Parameters

Parameters kunnen zijn:� vertragingstijden van een tijdrelais� schakeltijden (nokken) van een schakelklok� drempelwaarde voor een teller� controletijd voor een bedrijfsurenteller� schakeldrempels voor een drempelwaardeschakelaar

LOGO! parametreren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

130

Elke parameter wordt gekenmerkt door het bloknummer ende parameterafkorting. Voorbeelden:

B01:T

bloknummer parameterafkorting

� T: ...is een instelbare tijd.� No1: ...is de eerste nok van een schakelklok.� Par: ...duidt meerdere tellerparameters aan die gecon-

troleerd kunnen worden.

5.1.2 Selecteren van de parameters

Om een parameter te selecteren, moet u als volgt te werkgaan:1. Selecteer in het parametreermenu de optie ’Set Param’

Set Clock>Set Param

2. Druk op de OK-toetsLOGO! toont de eerste parameter. Kunt u geen para-meter instellen, dan kunt u met ESC terugspringen inhet parametreermenu.

LOGO! parametreren

131LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

B01:T

Ta= 00:00m

T=12:00mParameter

de ingestelde waardevan de parameter

de actuele waarde vande tijd in LOGO!

Press ESCNo Param

geen parameter veranderbaar:met ESC terug naar het parametreermenu

3. Selecteer nu de gewenste parameter:toetsen of LOGO! toont u telkens een parameter in het eigen ven-ster.

4. Als u een parameter wilt wijzigen, selecteer die parame-ter dan en druk op de OK-toets.

5.1.3 Wijzigen van de parameters

Om een parameter te wijzigen, moet u die parameter eerstselecteren (zie Selecteren van de parameters).

U kunt de waarde van de parameter op dezelfde manierwijzigen zoals u hem in de modus Programmeren hebt in-gevoerd:1. Cursor verplaatsen naar de positie die u wilt wijzigen:

toetsen of 2. Waarde op die positie wijzigen:

toetsen of 3. Waarde overnemen:

OK-toets

B01:T

Ta= 00:00m

Bewegen: toets � of �

Waarde wijzigen: toets � of �Klaar: OK-toets

T = 01:00m

LOGO! parametreren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

132

In de modus Parametreren kunt u bij parameter T de een-heid van de vertragingstijd niet wijzigen. Dat kan alleen inde modus Programmeren.

Actuele waarde van een tijd T

Als u in de modus Parametreren een tijd T gaat bekijken,dan ziet dat er als volgt uit:

B01:T

Ta= 00:00m

T=12:00m ingestelde tijd T

actuele tijd Ta

U kunt de ingestelde tijd T wijzigen (zie Wijzigen van deparameters).

Actuele waarde van de schakelklok

Als u in de parametreermodus een nok van een schakel-klok gaat bekijken, dan ziet die er bijvoorbeeld als volgt uit:

schakelklok is uit (stand ’0’aan de uitgang)

schakelklok is aan (stand’1’ aan de uitgang)

B02:No1

Off=10:00

Day = Su

De schakelstand van de schakelklok wordt getoond:

On =09:00

1

1

0

LOGO! toont niet de schakelstand van een nok, maar deschakelstand van de schakelklok. De schakelstand van deschakelklok hangt van alle drie de nokken No1, No2 enNo3 af.

LOGO! parametreren

133LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Actuele waarde van een teller

Als u in de parametreermodus de parameter van een tellergaat bekijken, dan ziet die er als volgt uit:

Cnt=000028

Lim=000300B03:Par

schakeldrempel

actuele getalwaarde

Actuele waarde van een bedrijfsurenteller

Als u in de parametreermodus de parameters van een be-drijfsurenteller gaat bekijken, dan ziet die er als volgt uit:

B05:ParMI = 0100hMN = 0017hOT =00083h

resterende tijd

verstreken bedrijfsuren

controletijd

Actuele waarde van een drempelwaardeschakelaar

Als u in de parametreermodus de parameter van eendrempelwaardeschakelaar gaat bekijken, dan ziet die er alsvolgt uit:

B06:Par

uitschakeldrempel

gemeten waarde

inschakeldrempelSW�=0050SW�=0048fa ��=0012

LOGO! parametreren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

134

5.2 De tijd instellen (LOGO! ... C)

U kunt de tijd instellen� in de modus Parametreren of� in de modus Programmeren

De tijd instellen in de modus Parametreren:1. Ga naar de modus Parametreren:

tegelijkertijd op de toetsen ESC en OK drukken2. Selecteer ’Set Clock’ en druk op OK.

Set Clock_Mo 14:26 MM.DD.YY 06.14.99

De cursor staat voorde dag.

3. Selecteer de dag:toets of

4. Verplaats de cursor naar de volgende positie:toets of

5. Wijzig de waarde op die plaats:toets of

6. Stel de klop op de juiste tijd in, stappen 4 en 5 herhalen7. Sluit nu uw invoer af:

OK-toets

De tijd instellen in de modus Programmeren:1. Ga naar de modus Programmeren:

tegelijkertijd op de toetsen , en OK te drukken2. Selecteer ’Programm..’ en druk op OK.3. Selecteer (toets of ) ’Set Clock’ en druk op de OK-

toets.

Nu kunt u de dag en de tijd instellen zoals hierboven (vanafstap 3.) beschreven.

LOGO! parametreren

135LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Omschakelen tussen zomertijd en wintertijd:

Om de tijd te veranderen moet LOGO! in RUN staan.1. Verlaat eventueel de modus Programmeren of Parame-

treren en schakel LOGO! in RUN.

weergave van de tijd Mo 09:17

I:12345678

9 10 11 12

Q:12345678

2. Druk op de toets OK en bovendien op De actuele tijd wordt een uur vooruit gezet.

weergave van de tijd nade omschakeling

Mo 10:17

I:12345678

9 10 11 12

Q:12345678

U moet de omschakeling in de andere richting op dezelfdewijze uitvoeren:3. Druk op de toets OK en bovendien op

De actuele tijd wordt een uur achteruit gezet.

weergave van de tijdna de omschakeling

Mo 09:17

I:12345678

9 10 11 12

Q:12345678

LOGO! parametreren

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

136

6 LOGO! ProgrammamoduleU kunt in LOGO! maar één programma in het geheugenbehouden. Wilt u het programma wijzigen of een volgendprogramma schrijven, zonder het eerste programma te wis-sen, dan moet u dat ergens archiveren. Een van de moge-lijkheden bestaat in het gebruik van programmamodules/cards.

Het programma dat in LOGO! is opgeslagen, kunt u op eenprogrammamodule/card kopiëren. Deze programmamo-dule/card kunt u dan in een andere LOGO! steken om zohet programma naar de andere LOGO! te kopiëren. Via deprogrammamodule/card kunt u:� programma’s archiveren� programma’s verveelvoudigen� programma’s per post versturen� programma’s op kantoor schrijven en testen en vervol-

gens in andere LOGO!’s in de schakelkast overbrengen.

LOGO! wordt met een afdekkap geleverd. De programma-module/card wordt afzonderlijk van het apparaat geleverd.

Wenk

Voor het programma in uw LOGO! hebt u geen modulevoor permanente beveiliging nodig.

Bij de beëindiging van de modus Programmeren is hetLOGO!-programma reeds permanent opgeslagen.

Hierna stellen wij u de twee modules voor, die u voorLOGO! kunt aankopen. Ze kunnen alle twee het volledigeprogrammageheugen van een LOGO! opnemen.

Module Bestelnummer

gele module: on te kopiëren 6ED1 056-1BA00-0AA0

rode module: met know-how- enkopieerbeveiliging

6ED1 056-4BA00-0AA0

137LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

6.1 Overzicht van de module

Programmamodule geel

De programma’s kunnen worden gelezen en geschreven.

Programmamodule rood

De programma’s kunnen alleen worden geschreven. Eenkeer dat een programma is opgeslagen kan het niet meerworden bekeken, noch worden gekopieerd of gewijzigd.Dus uw gegevens zijn beveiligd.

Als u wilt dat een dusdanig beveiligd programma loopt, danmoet de module gedurende de volledige looptijd van deinstallatie in LOGO! ingestoken blijven.

! Waarschuwing

Zorg er dus voor, dat u uw programma niet opeen module opslaat met programmabeveiligingals u het verder wilt bewerken.

Het programma van een module met know-how-beveiliging kan alleen maar worden gestart, kanechter niet voor bewerking worden gelezen.

LOGO! Programmamodule

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

138

Opwaartse compatibiliteit

In principe geldt: de modules zijn opwaarts compatibelbruikbaar. Met andere woorden een module� die in een standaardvariant is geschreven, kan in alle

andere varianten worden gelezen.� die in een LOGO! ...L-variant is geschreven, kan in alle

andere LOGO! ...L-varianten worden gelezen, echterniet in een standaardvariant.

� die in een LOGO! ...LB11-variant is geschreven, kan inalle andere LOGO! ...LB11-varianten worden gelezen,echter niet in een standaardvariant of in een LOGO!...L-variant.

6.2 Module verwijderen en aanbrengen

Als u een rode programmamodule (know-how-beveiligingen kopieerbeveiliging) verwijdert, verlies dan het volgendeniet uit het oog: het op de module opgeslagen programmakan slechts worden ingezet als de module is aangebrachten dat gedurende de volledige looptijd.

Wordt de module verwijderd, dan meldt LOGO! ’no pro-gram’. Als de rode module bij lopend bedrijf wordt verwij-derd leidt dat tot ontoelaatbare bedrijfstoestanden.

Let in ieder geval op de volgende aanwijzing:

! Waarschuwing

Steek nooit een vinger of een metaalachtig ofgeleidend voorwerp in de geopende schacht vande programmamodule/card.

De bus voor de programmamodule/card kan on-der spanning staan indien L1 en N werden ver-wisseld.

Het vervangen van de programmamodule/cardmag alleen door een vakman gebeuren.

LOGO! Programmamodule

139LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Module verwijderen

Zo kunt u de programmamodule/card verwijderen:

RC

–004

7Steek voorzichtig een schroevendraaier in de sleuf van hetbovenste gedeelte van de programmamodule/card en haalde programmamodule/card een stukje uit de schacht.

U kunt de programmamodule/card nu verwijderen.

Programmamodule/card insteken

De schacht voor de programmamodule/card is aan derechterkant onderaan afgeschuind. De programmamodule/card heeft eveneens een afgeschuinde kant. Op die manierwordt voorkomen, dat u de programmamodule/card ver-keerd in het apparaat steekt. Schuif de programmamodule/card in de schacht tot de programmamodule/card inklikt.

LOGO! Programmamodule

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

140

6.3 LOGO! op de module kopiëren

Ga als volgt te werk om een programma op de program-mamodule/card te kopiëren:1. Schuif de programmamodule/card in de schacht2. Schakel LOGO! in de modus Programmeren:

tegelijkertijd op de toetsen , en op OK

>Program.. PC/Card.. Start

3. Verplaats ’>’ naar ”PC/Card”:toets

4. Druk op OK. U komt nu in het Transfermenu

>PC� �Card Card �

= LOGO!

5. Verplaats ’>’ naar ’LOGO Card’:toets

6. Druk op OK.

LOGO! kopieert nu het programma op de programmamo-dule/card.

Nadat LOGO! klaar is met kopiëren, bevindt u zich automa-tisch in het hoofdmenu:

Program..>PC/Card.. Start

LOGO! Programmamodule

141LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Nu staat het programma ook op de programmamodule/card. U kunt de programmamodule/card verwijderen. Nietvergeten : de afdekkap weer aanbrengen.

Als de stroom uitvalt terwijl LOGO! kopieert, moet u hetprogramma nogmaals kopiëren zodra er weer stroom is.

6.4 Kopiëren van de module naar LOGO!

U hebt een programmamodule/card waarop uw programmastaat. U kunt dat programma op twee manieren naarLOGO! kopiëren:� Automatisch kopiëren bij het opstarten van LOGO!

(STROOM-AAN) of� via het menu PC/Card van LOGO!.

Wenk

Denk eraan, niet alle in de modules opgeslagen program-ma’s kunnen in alle LOGO!-varianten worden gelezen.Lees hierover ev. nogmaals het hoofdstuk 6.1 door.

Automatisch kopiëren bij het opstarten van LOGO!

Ga daarvoor als volgt te werk:1. Schakel de stroomvoorziening van LOGO! uit

(STROOM-UIT)2. Verwijder de schachtafdekking.3. Schuif de programmamodule/card in de daarvoor be-

stemde schacht.4. Schakel de stroomvoorziening van LOGO! weer in.

LOGO! Programmamodule

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

142

Resultaat: LOGO! kopieert het programma van de pro-grammamodule/card naar LOGO!. Zodra LOGO! klaar ismet kopiëren, toont LOGO! het uitgangsmenu:

>Program.. PC/Card.. Start

Wenk

Voordat u LOGO! in de RUN-modus schakelt, moet u erzeker van zijn dat er geen gevaar uitgaat van de installatiedie u met LOGO! wilt sturen.

1. Verplaats ’>’ naar start:2 � toets

2. Druk op de OK-toets

Kopiëren via het menu PC/card

Volg de aanwijzing voor het vervangen van de programma-module/card.

Ga als volgt te werk om een programma van de program-mamodule/card naar LOGO te kopiëren:1. Steek de programmamodule/card in2. Schakel LOGO! in de modus Programmeren:

tegelijkertijd op de toetsen , en op OK

>Program.. PC/Card.. Start

3. Verplaats ’>’ naar ”PC/Card”:toets

LOGO! Programmamodule

143LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

4. Druk op OK. U komt nu in het Transfermenu

PC� �Card>Card�

= LOGO!

5. Verplaats ’>’ naar ’Card LOGO’: toets of 6. Druk op OK.

LOGO! kopieert het programma van de programmamo-dule/card naar LOGO!. Als LOGO! klaar is met kopiëren,bent u automatisch in het hoofdmenu.

LOGO! Programmamodule

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

144

7 LOGO!-softwareAls programmeringspakket voor de PC staat het pro-gramma LOGO!Soft Comfort ter beschikking. Deze soft-ware biedt u de volgende mogelijkheden:� Off-line-programma-aanmaak van uw toepassing� Simulatie van uw schakeling (of van uw programma) op

de computer� Genereren en afdrukken van een overzichtsschema van

de schakeling� Gegevensbeveiliging van het programma op de harde

schijf of op een andere gegevensdrager� Programmatransport

– van LOGO! naar de PC– van de PC naar LOGO!

Het alternatief

Met de LOGO!-programmeersoftware beschikt u dus overeen alternatief voor de traditionele planning:1. Eerst en vooral ontwikkelt u uw applicaties aan uw

schrijftafel2. U simuleert de applicatie in de computer en controleert

de functionaliteit ervan nog voordat de schakeling effec-tief wordt ingezet

3. U drukt de volledige schakeling af in een overzichts-beeld of in meerdere overzichtsbeelden, gesorteerd vol-gens uitgangen

4. U archiveert uw schakelingen in uw PC-bestandssys-teem. Daardoor staat een schakeling bij latere wijzigin-gen onmiddellijk opnieuw ter beschikking

5. U transfereert het programma met enkele toetsdrukkennaar LOGO!. Uw LOGO! is binnen de kortste tijd uitge-rust.

145LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

LOGO!Soft Comfort

Met LOGO!Soft Comfort kunt u uw schakelprogramma’sefficiënt, comfortabel en overzichtelijk aanmaken. De pro-gramma-aanmaak geschiedt via “drag and drop” aan dePC. Hier wordt het programma eerst geschreven en wordtdaarna bepaald welke LOGO!-variant voor het programmain kwestie is vereist.

Bijzonder gebruikersvriendelijk is onder andere de off-line-programmasimulatie, waardoor de gelijktijdige statusweer-gave van meerdere speciale functies mogelijk is, alsook deuitgebreide documentatie ervan. Bovendien heeft deze op-tionele programmeersoftware op CD-ROM een uitgebreideon-line-help te bieden.

LOGO!Soft Comfort loopt vanaf Windows 95/98 en Win-dows NT 4.0, ook met server en biedt u vrijheid en maxi-maal comfort bij de programma-aanmaak.

LOGO!Soft Comfort V2.0

Dat is de actuele versie van LOGO!Soft Comfort. Vanafversie 2.0 vindt u alle functies en functionaliteiten weer,waarover ook de nieuwe toestellen beschikken zoals zehier in het handboek zijn beschreven.

Update van LOGO!Soft Comfort V1.0

Als u een oudere functie van LOGO!Soft Comfort bezit,kunt u weliswaar oude programma’s naar de nieuwe toe-stellen overdragen, u kunt die nieuwe functies echter nietmet deze programma’s gebruiken. Hiervoor moet u ver-sie 1.0 op de actuele stand brengen.

De update kan slechts worden geïnstalleerd wanneer uover de volledige versie van LOGO!Soft Comfort V1.0 be-schikt.

Updates & informatie

Onder het internetadres:

http://www.ad.siemens.de/logo/html_00/software.htm

kunt u gratis updates en demoversies van de softwaredownloaden.

LOGO!-software

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

146

7.1 Toepassingsmogelijkheden van deLOGO!-software

Het systeem moet aan de volgende voorwaarden voldoen

Voor LOGO!Soft Comfort V2.0 moet aan de volgende ei-sen zijn voldaan:� met IBM compatibele PC� minimum een Pentium 90

(Pentium 133 aanbevolen)� 32 MByte RAM

(64 MByte RAM aanbevolen)� 90 MByte ruimte op de harde schijf� Microsoft Windows 95/98 of NT4.0� SVGA-grafische kaart, resolutie 800x600, 256 kleuren

(1024x768 aanbevolen)� CD-ROM loopwerk + muis

Installatie en bediening

Lees voor de installatie de aanwijzingen door in het bookletof de tekstbestanden op de CD-ROM.

Voor de installatie van de software moet u de aanwijzingenvan het installatieprogramma opvolgen. Zo roept u het in-stallatieprogramma op (de installatie van de CD-ROM moetautomatisch worden gestart):1. Selecteer en start de applicatie SETUP.EXE:

Windows 95/98 en Windows NT 4.0 ofwel viaStart � Uitvoeren en invoer van de regel: [loop-werk]:\Setup of via de Windows Explorer (verkenner)

2. Volg de aanwijzingen van het installatieprogramma.

Hoe u de software verder moet gebruiken, kunt u het bestdirect aan het apparaat leren. Als u vragen hebt, kunt u deon-line-help van de software raadplegen.

LOGO!-software

147LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

De verdere stappen

In de volgende stap tonen wij u, hoe u LOGO! aan een PCkunt koppelen. Sla deze stap over indien u momenteel al-leen over de software beschikt.

7.2 LOGO! aan een PC koppelen

PC-kabel aansluiten

Om LOGO! op een PC te kunnen aansluiten, hebt u eenLOGO!-PC-kabel nodig.(Bestelnr. 6ED1 057-1AA00-0BA0 ).

Verwijder de afdekkap of de programmamodule/card vanuw LOGO! en sluit de kabel daar aan. Het andere uiteindevan de kabel wordt met de seriële interface van uw PC ver-bonden.

LOGO! in de modus PC LOGO schakelen

Om de PC en LOGO! met elkaar te verbinden kunt u optwee verschillende manieren te werk gaan. LOGO! wordtofwel in ingeschakelde toestand of automatisch door in-schakelen van de LOGO!-stroomvoorziening met ingesto-ken transmissiekabel in de transmissiemodus geschakeld.

Zo gaat u te werk om LOGO! in de modus PC � LOGO teschakelen:1. Schakel LOGO! in de modus Programmeren:

tegelijkertijd op de toetsen , en op OK te drukken2. Selecteer ’PC/Card’ :

toets of 3. Druk op OK4. Selecteer ’PC LOGO’:

toets of 5. Druk op OK

LOGO! is nu in de modus PC LOGO en duidt aan:

LOGO!-software

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

148

PC LOGO

STOP:Press ESC

Zo schakelt LOGO! automatisch in de modusPC � LOGO:1. Schakel de stroomvoorziening van LOGO! uit2. Verwijder de afdekkap of de programmamodule/card en

sluit de kabel daar aan.3. Schakel de stroom weer in

LOGO! gaat automatisch in de modus PC LOGO staan.

De PC heeft nu toegang tot LOGO!. Hoe dat in zijn werkgaat, kunt u rechtstreeks nalezen in de on-line-help van deLOGO!-Software.

Met ESC aan LOGO! verbreekt u de verbinding met dePC.

LOGO!-software

149LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

7.3 Instellingen voor de transmissie

Om programma’s tussen PC en LOGO! te kunnen overdra-gen, moeten in de LOGO! Software bepaalde instellingenworden gedaan. Deze instellingen kunt u via de menustruc-tuur van de gebruikte software uitvoeren.

LOGO!Soft Comfort� LOGO! bepalen : LOGO!Soft Comfort berekent de

LOGO!-variant die u minstens nodig hebt om het door ugeschreven programma te kunnen gebruiken.

� Opties � Interface : Hier kan de seriële interface wor-den ingevuld, waar een LOGO! is op aangesloten. Ukunt de juiste interface ook automatisch doen bepalen(alle interfaces worden door het programma naar eenaangesloten LOGO! gevraagd).

� Overdragen: PC � LOGO! : Daarmee transfereert ueen met LOGO!Soft Comfort aangemaakt programmanaar LOGO!.

� Overdragen: LOGO! � PC: Daarmee transfereert ueen met LOGO! aangemaakt programma naarLOGO!Soft Comfort.

LOGO!-software

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

150

8 ToepassingenOm u een idee te geven van de veelzijdige toepassingsmo-gelijkheden van LOGO!, hebben wij voor u enkele toepas-singen uitgekozen. Voor deze voorbeelden hebben wij hetschakelschema van de oorspronkelijke oplossing nog eenkeer opgetekend en er de oplossingen met LOGO! tegen-over gesteld.

U vindt hier oplossingen voor de volgende taakstellingen:

Verlichting van trappenhuis of gang 151. . . . . . . . . . . . . . .

Automatische deur 156. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Ventilatiesysteem 163. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Fabriekspoort 168. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Centraal aansturen en controleren van meerdere fabriekspoorten 172. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Lichtbanen 177. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Pomp voor gebruikswater 181. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Andere toepassingsmogelijkheden 185. . . . . . . . . . . . . . . .

Wenk

De toepassingen van LOGO! staan onze klanten gratis terbeschikking. De voorbeelden die daarin zijn beschrevenzijn niet-bindend en dienen veeleer als algemene informa-tie over de toepassingsmogelijkh den van LOGO!. De voorde klant specifieke oplossing kan heel verschillend zijn.

De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het reglementairgebruik van het systeem. Wij verwijzen telkens naar degeldende specifieke landelijke normen en installatievoor-schriften met betrekking tot het systeem.

Vergissingen en wijzigingen voorbehouden.

Deze toepassingen – en tips voo randere toepassingen –vindt u in het internet onder het adres:http://www.ad.siemens.de/logo

151LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.1 Trappenhuis- of gangverlichting

8.1.1 Eisen die aan een trappenhuisverlichting wor-den gesteld

Aan de verlichtingsinstallatie van een trappenhuis wordenin principe de volgende eisen gesteld:� Terwijl iemand het trappenhuis betreedt, moet het licht

branden.� Als zich niemand in het trappenhuis bevindt, moet het

licht uit zijn om energie te sparen.

8.1.2 De tot dusver gebruikte oplossing

Tot nu toe waren twee mogelijkheden bekend om de ver-lichting in en uit te schakelen:� met een relais met vergrendeling� met een trappenlichtautomaat

De bedrading voor de beide verlichtingsinstallaties is de-zelfde.

ÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎ

ÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎ

Lampen

KnoppenVerdeling met relais met vergrendeling

of

trappenlicht-automaat

Verdeeldoos

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

152

Gebruikte componenten� Knoppen� Trappenlichtautomaat of relais met vergrendeling

Verlichtingsinstallatie met relais met vergrendeling

Als een relais met vergrendeling wordt gebruikt, werkt deverlichtingsinstallatie als volgt:� drukken op een willekeurige knop: de verlichting wordt

ingeschakeld.� opnieuw drukken op een willekeurige knop: de verlich-

ting wordt uitgeschakeld.

Nadeel: Er wordt vaak vergeten het licht uit te schakelen.

Verlichtingsinstallatie met trappenlichtautomaat

Als een trappenlichtautomaat wordt gebruikt, werkt de ver-lichtingsinstallatie als volgt:� drukken op een willekeurige knop: de verlichting wordt

ingeschakeld.� Nadat de vooraf ingestelde tijd is verstreken, wordt de

verlichting automatisch uitgeschakeld.Nadeel: Het licht kan niet voor een langere tijdspanne (bijv.om schoon te maken) worden ingeschakeld. De schakelaarvoor constant licht bevindt zich meestal aan de trappen-lichtautomaat, die niet of slechts moeilijk toegankelijk is.

Toepassingen

153LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.1.3 Verlichtingsinstallatie met LOGO!

U kunt de trappenlichtautomaat of het relais met vergren-deling door een LOGO! vervangen. U kunt beide functies(tijdsafhankelijk uitschakelen en relais met vergrendeling)in één apparaat onderbrengen. Daarbij kunt u zonder ietsaan de bedrading te veranderen nog andere functies toe-voegen. Wij geven u enkele voorbeelden:� Relais met vergrendeling met LOGO!� Trappenlichtautomaat met LOGO!� LOGO! als comfortschakelaar met de volgende functies:

– licht inschakelen: op de knop drukken(licht wordt na verstrijken van de ingestelde tijd weeruitgeschakeld)

– constant licht inschakelen: 2 keer op de knopdrukken

– licht uitschakelen: knop gedurende2 seconden ingedrukt houden

Bedraden van de verlichtingsinstallatie met LOGO! 230RCÏÏÏÏ

ÏÏÏÏLampen

Knoppen

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6

Q1 Q2 Q3 Q4

SIEMENS

LN

PE

LOGO! 230RC

De externe bedrading van de verlichtingsinstallatie met eenLOGO! verschilt niet van de traditionele gang- of trappen-huisverlichting. Alleen de trappenlichtautomaat of het relaismet vergrendeling worden vervangen. Bijkomende functiesworden rechtstreeks in LOGO! ingevoerd.

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

154

Relais met vergrendeling met LOGO!

I1Knop:Q1

Lampenx

Bij een drukimpuls aan ingang I1 schakelt de uitgang Q1om.

Trappenlichtautomaat met LOGO!

I1Knop:Q1

Lampen

T06:00m

Bij een drukimpuls aan ingang I1 schakelt de uitgang Q1 inen blijft gedurende 6 minuten ingeschakeld.

Comfortschalter met LOGO!

Licht inschakelen

Constant lichtinschakelen

Licht uitschakelen

Vertraagde uitschakeling

Houdrelais

Relais met vergrendeling

Vertraagdeinschakeling

& &

x T

02.00s

x

T

02.00s

�1

T

06:00m

xQ1

Q1

I1

I1

I1

I1

lo

Toepassingen

155LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Het schakelschema toont de schakeling voor een ingangmet een daarbij horende uitgang.

Deze comfortschakelaar biedt de volgende mogelijkheden:� Op de knop drukken: licht inschakelen, het licht gaat

weer uit na de ingestelde tijd van 6 minuten (T=06:00m)(vertraagde uitschakeling)

� Twee keer op de knop drukken: constant licht inscha-kelen (het houdrelais wordt via het relais met vergrendelingingesteld).

� De knop 2 seconden ingedrukt houden: licht uitscha-kelen (vertraagde inschakeling schakelt het licht uit; hetconstant licht zowel als het normale licht; dit gedeeltevan de schakeling wordt dus twee keer gebruikt)

U kunt deze schakelingen meermaals voor de overige in-gangen en uitgangen invoeren. In plaats van 4 trappenlicht-automaten of 4 relais met vergrendeling gebruikt u dusslechts één enkele LOGO!. U kunt de nog vrije in- en uit-gangen echter ook voor volledig andere functies gebruiken.

8.1.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden

Andere mogelijkheden om het comfort te verhogen of omenergie te besparen zijn bijvoorbeeld:� u kunt voorzien in een knipperfunctie, voordat het licht

automatisch wordt gedoofd.� u kunt verschillende centrale functies integreren:

– centraal uit– centraal aan (paniekknop)– sturing van alle lampen of van afzonderlijke kringen

via een schemeringsschakelaar– sturing via de geïntegreerde schakelklok

(bijv. constant licht slechts tot 24 uur, geen vrijgaveop bepaalde tijdstippen)

– automatisch uitschakelen van het constant licht naeen vooraf ingestelde tijd (bijv. na 3 uren)

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

156

8.2 Automatische deur

Automatische deurbesturingen vindt u vaak aan de in-gangsdeuren van supermarkten, openbare gebouwen, ban-ken, ziekenhuizen enz.

8.2.1 Eisen die aan een automatische deur wordengesteld

� Als een persoon de deur nadert, moet de deur automa-tisch opengaan.

� De deur moet zolang openblijven tot er zich niemandmeer in de doorgang bevindt.

� Als er zich niemand meer in de doorgang bevindt, moetde deur na een korte wachttijd automatisch dichtgaan.

ÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌ

ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ

ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ

ÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌÌ

buiten

binnen

B1

B2

eindschakelaar S2dicht

eindschakelaaropen

hoofdschakelaar

Q1

S1

bewegingsmelder

hoofdschakelaar

bewegingsmelder

bewegingsmelder

De deur wordt meestal aangedreven door een motor, diede deur aandrijft via een slipkoppeling. Zo wordt vermedendat iemand tussen de deur geklemd raakt en letsel oploopt.De volledige besturing wordt via een hoofdschakelaar ophet net aangesloten.

Toepassingen

157LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.2.2 De tot dusver gebruikte oplossing

K1 K2

K2 K1

K3 K3

openen sluiten

S2 S1

K3

B1 B2 K3

K4

K4

B2

K3

B1

S2

deur openen wachttijd

hulpstroomkring

L1

N

Zodra een van de bewegingsmelders B1 of B2 een per-soon detecteert, wordt via K3 het openen van de deur ge-start.

Als het detectiebereik van de twee bewegingsmelders ge-durende een minimumtijd vrij is, start K4 de sluitbeweging.

8.2.3 Deursturing met LOGO!

Met LOGO! kunt u de schakeling aanzienlijk vereenvoudi-gen. U sluit alleen nog de bewegingsmelder, de eindscha-kelaars en de magneetschakelaars aan op LOGO!.

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

158

Bedraden van de deursturing met LOGO! 230RC

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6

Q1 Q2 Q3 Q4

SIEMENS

K1 K2

openen sluiten

B1 B2 S2S1

L1

N

LOGO! 230RC

Gebruikte componenten� K1 magneetschakelaar openen� K2 magneetschakelaar sluiten� S1 (verbreekcontact)eindschakelaar gesloten� S2 (verbreekcontact)eindschakelaar open� B1 (maakcontact) infrarood bewegingsmelder buiten� B2 (maakcontact) infrarood bewegingsmelder binnen

Toepassingen

159LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Deursturing met LOGO!-schakelschema

& 1

1

1

&

I4

I3

Q2

Q1

RSI1I2

1I4

T=4s

sluiten

openenx

&

x

Q1

Q2

Zo ziet het schakelschema eruit dat overeenstemt met hetschakelschema van de traditionele oplossing.

U kunt deze schakeling vereenvoudigen wanneer u defuncties van LOGO! gebruikt. Met behulp van de ver-traagde uitschakeling kunt u het houdrelais en de ver-traagde inschakeling vervangen. Deze vereenvoudiging isin het volgende functieschema te zien:

& 1

1

1

&

I4

I3

I1

I2x

Q2

Q1

x10 s

sluiten

openen

eindschakelaardeur gesloten

eindschakelaardeur geopend

bewegings-melder

Q1

Q2

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

160

8.2.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden

Andere mogelijkheden om het comfort te verhogen en degebruiksvriendelijkheid op te voeren zijn bijvoorbeeld:� U kunt een extra besturingsschakelaar aansluiten met

als instellingen: open - automatisch - gesloten (O-A-G)� U kunt aan een uitgang van LOGO! een zoemer aan-

sluiten, om daarmee het sluiten van de deur aan te kon-digen.

� U kunt voorzien in een tijd- en richtingsafhankelijke ont-grendeling voor het openen van de deur (de deur wordtalleen tijdens de openingsuren van de winkel geopend;na sluitingstijd kan ze alleen nog van binnen wordengeopend).

8.2.5 Uitgebreide oplossing met LOGO! 230RC

De uitgebreide LOGO!-oplossing bedraden

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6

SIEMENS

K1 K2

openen sluiten

B1 B2 S2S1

L1

N

zoemer

S3 O-A-G

H1

LOGO! 230RC

Q1 Q2 Q3 Q4

Toepassingen

161LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Functieschema van de uitgebreide LOGO!-oplossing

x

x

x

x

No1:Day= Mo..FrOn = 09:00Off =18:00No2:Day= SaOn = 08:00Off =13:00

No1:Day= Mo..FrOn = 09:00Off =19:00No2:Day= SaOn = 08:00Off =14:00

I1

I2

bewegingsmelder B1

bewegingsmelder B2

T= 10 s

x

I5stuurschakelaar deur openen

Q2uitgang sluiten

I4

eindschakelaardeur open

Q1openen

Q2sluiten

xQ1

I1I2

uitgang openen

bewegingsmelder B1bewegingsmelder B2

I3eindschakelaar deur gesloten

I6stuurschakelaar deur sluiten

Beweging herkennen

Motor voor het openen aansturen

Motor voor het sluiten aansturen

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

162

Beweging herkennen

Tijdens de openingsuren opent de bewegingsmelder B1 dedeur zodra iemand van buiten de winkel wil binnenkomen.De bewegingsmelder B2 opent de deur wanneer iemandde winkel wil verlaten.

Na sluitingstijd opent de bewegingsmelder B2 de deur nog1 uur langer om de klanten de kans te geven de winkel teverlaten.

Motor voor het openen aansturen

De uitgang Q1 is ingeschakeld en opent de deur, als� de stuurschakelaar aan I5 geactiveerd is (deur moet

constant geopend zijn) of� de bewegingsmelders melden dat iemand de deur na-

dert en� de deur nog niet volledig geopend is (eindschakelaar

aan I4).

Motor voor het sluiten aansturen

De uitgang Q2 is ingeschakeld en sluit de deur, als� de stuurschakelaar aan I6 geactiveerd is (deur moet

constant gesloten zijn) of� de bewegingsmelders melden dat er zich niemand in de

nabijheid van de deur bevindt en� de deur nog niet volledig gesloten is (eindschakelaar

aan I3).

zoemer

De zoemer moet u aan uitgang Q3 aansluiten. Bij het slui-ten van de deur weerklinkt heel even (hier 1 seconde) dezoemer. In het schakelschema voert u aan Q3 de volgendeschakeling in:

T= 1 s

x Q3zoemer

Q2uitgangsluiten

Toepassingen

163LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.3 Ventilatiesysteem

8.3.1 Eisen die aan een ventilatiesysteem wordengesteld

Een ventilatiesysteem dient ofwel om frisse lucht in eenkamer binnen te brengen, ofwel om de verontreinigde luchtin de kamer gericht af te voeren. Laten wij het volgendevoorbeeld even bekijken:

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ

Toevoerventilator

Stromingsbeveiliging

Afzuigventilator

Stromingsbeveiliging

� De kamer is uitgerust met een afzuigventilator en eentoevoerventilator.

� Beide ventilatoren worden door een stromingsbeveili-ging gecontroleerd.

� In de kamer mag op geen enkel tijdstip overdruk ont-staan.

� De toevoerventilator mag alleen worden ingeschakeld,als de stromingsbeveiliging de veilige werking van deafzuigventilator aangeeft.

� Een signaallampje geeft aan wanneer een ventilatoruitvalt.

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

164

Zo ziet het schakelschema eruit voor de oplossing die totdusver werd toegepast:

K1 K5

K5

S1

verbruikte lucht voor frisse lucht

S0

K3K2

werking

hulpstroomkringL1

N

S2

K1

v>

S2

H1K4

S3v>

K5

storing

H2

K2 K4

De ventilatoren worden gecontroleerd door middel van stro-mingsbeveiligingen. Als na een korte wachttijd geen lucht-stroom wordt gemeten, wordt de installatie uitgeschakelden wordt een storing gemeld die door het drukken op deuitschakeltoets kan worden bevestigd.

De ventilatorcontrole vereist naast de stromingsbeveiligin-gen ook een evaluatieschakeling met meerdere schakel-toestellen. De evaluatieschakeling kan door één enkeleLOGO! worden vervangen.

Bedraden van het ventilatiesysteem met LOGO! 230RC

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6

Q1 Q2 Q3 Q4

SIEMENS

K1 K2

afvoerventilator toevoerventilator

S1

L1

N

S2 S3 v>v>

H1 H2

S0

LOGO! 230RC

Toepassingen

165LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Gebruikte componenten� K1 magneetschakelaar� K2 magneetschakelaar� S0 (verbreekcontact) STOP-knop� S1 (maakcontact) START-knop� S2 (maakcontact) Stromingsbeveiliging� S3 (maakcontact) Stromingsbeveiliging� H1 signaallamp� H2 signaallamp

Schakelschema van de LOGO!-oplossing

Het schakelschema voor de ventilatiebesturing met LOGO!ziet er als volgt uit:

x

I1inschakelen

Q3storing

I2uitschakelen

Q1afzuig-ventilator

Q2toevoer-ventilator

Q1afzuigventilator

I3stromingsbeveiligingverbruikte lucht

x

I2uitschakelenstoring

x

T=10 s

x

T= 10 s

x

x

x

I3

stromingsbevei-liging verbruiktelucht

I4

stromingsbevei-liging toege-voerde lucht

afzuigventilator Q1

afzuigventilator Q2

Q3

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

166

8.3.2 Voordelen bij het gebruik van LOGO!

Als u LOGO! gebruikt, hebt u minder schakelapparatuurnodig. Daardoor bespaart u montagetijd en plaats in deschakelkasten. Het kan best gebeuren dat een kleinereschakelkast volstaat.

Bijkomende mogelijkheden bij het gebruik van LOGO!� De vrije uitgang Q4 kan als potentiaalvrij signaalcontact

bij storingen of als de stroom uitvalt worden gebruikt.� Na het uitschakelen is een trapsgewijs uitschakelen van

de ventilatoren mogelijk.

Deze functies staan ter beschikking zonder dat u daarvoorbijkomende schakelapparaten nodig hebt.

Functieschema van de uitgebreide LOGO!-oplossing

De beide ventilatoren aan Q1 en Q2 worden via de vol-gende schakeling in-/uitgeschakeld:

x

T=10 s

T=30 s

Q1afzuig-ventilator

Q2toevoer-ventilator

inschakelen

I2

uitschakelen

storing Q3

x

x

I3stromingsbeveili-ging verbruikte lucht

I2uitschakelenstoring

T=10 s

T=10 s

x

x

x

I3

stromingsbevei-liging verbruiktelucht

I4

stromingsbeveili-ging toegevoerdelucht

afzuigventilator Q1

afzuigventilator Q2

Q3

I1

Toepassingen

167LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Daarnaast kunt u via uitgang Q4 nog een signaal genere-ren:

Q3storing

Q4signaal

De relaiscontacten van uitgang Q4 zijn steeds gesloten alsde installatie in werking is. Alleen als de netspanning uitvaltof als een storing in de installatie optreedt schakelt het re-lais Q4 uit. Dit contact kan bijvoorbeeld voor een afstands-signaal worden gebruikt.

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

168

8.4 Fabriekspoort

ÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔ

ÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔÔ

waarschu-wingslampveiligheidsdruklijst

De toegang tot het terrein van een firma is in veel gevallenmet een poort afgesloten. Die poort wordt alleen geopendals voertuigen het terrein willen op- of afrijden.

Een portier bedient de poortsturing.

8.4.1 Eisen aan de poortsturing

� De poort wordt door drukken op knoppen vanuit het por-tiershokje geopend of gesloten. De portier kan hierbij dewerking van de poort controleren.

� De poort wordt gewoonlijk volledig geopend of vollediggesloten. De beweging kan willekeurig worden onder-broken.

� Een knipperlicht is 5 seconden voor het begin en tijdensde beweging van de poort ingeschakeld.

� Een veiligheidsdruklijst garandeert dat bij het sluiten vande poort niemand gewond wordt of geen zaken inge-klemd en beschadigd geraken.

Toepassingen

169LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.4.2 De tot dusver gebruikte oplossing

Voor het aandrijven van automatische poorten worden ver-schillende besturingssystemen gebruikt. Het schakel-schema laat één mogelijke schakeling voor de poortsturingzien.

K1 K5

K3

S1

openen sluiten

S0

K3K2

knipperlicht

hulpstroomkringL1

N

K1

H1K4

S5 p>

K6

K6

K1

S2

S2 K3

K2 K4

openen sluiten

K5

S5 p>

S1

K3 K1

S4S3

Bedraden van de poortsturing met LOGO! 230RC

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6

Q1 Q2 Q3 Q4

SIEMENS

K1 K3

openen sluiten

S4S3

L1

N

S1 S2 S0

S5

p>

S5 p>

knipperlicht

H1

open dicht stop

LOGO! 230RC

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

170

Gebruikte componenten� K1 magneetschakelaar� K2 magneetschakelaar� S0 (verbreekcontact) STOP-knop� S1 (maakcontact) OPEN-knop� S2 (maakcontact) DICHT-knop� S3 (verbreekcontact) positieschakelaar OPEN� S4 (verbreekcontact) positieschakelaar GESLOTEN� S5 (verbreekcontact) veiligheidsdruklijst

Functieschema van de LOGO!-oplossing

T=5 s

T=5 s

x

x

x

x

Q1ope-nen

Q3knip-

perlicht

Q2sluiten

I3

I4

I3

I6

I5

I1

I2

Q2

Q1

veiligheidslijst

poort is gesloten

poort isopen

STOP-knop

startknopOPEN

STOP-knop

startknop DICHT

T=2 s

I2

I1startknop OPEN

startknopDICHT

startknopDICHT

Met de startknop OPEN of DICHT wordt de beweging vande poort gestart, op voorwaarde dat de tegenrichting niet isingeschakeld. De beweging wordt beëindigd door de knopSTOP of de desbetreffende eindschakelaar in te drukken.Het sluiten van de poort wordt bovendien door de veilig-heidslijst onderbroken.

Toepassingen

171LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.4.3 De uitgebreide LOGO!-oplossing

In onze uitgebreide oplossing moet de poort automatischweer openschuiven als de veiligheidslijst wordt geacti-veerd.

xx

I6veiligheidslijst

x

Q2

I3

I4poort is open

STOP-knop

x

I1

Q2

startknop OPEN

T=5 s

Q1openen

T=5 s

x

Q2sluiten

I3

I6

I5

I2

Q1

veiligheidslijst

poort is gesloten

STOP-knop

startknop DICHT

Q3knipperlichtT=

2 s

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

172

8.5 Centraal sturen en controleren van meer-dere fabriekspoorten

ÔÔÔ

ÔÔÔ

ÔÔÔ

ÔÔÔ

1 veiligheidsdruklijst 2 knipperlicht

AS

i-mas

ter

ÔÔÔÔ

ÔÔÔÔ

1 2

1 2

1 2

De toegang tot het terrein van een firma is in veel gevallenvan verschillende zijden mogelijk. Niet alle poorten kunnensteeds door personeel ter plaatse worden gecontroleerd.Daarom moeten ze door de portier van een centrale contro-lepost te bedienen en te controleren zijn.

Daarnaast moeten de poorten echter ook rechtstreeks doorhet personeel kunnen worden geopend en gesloten.

Per poort wordt een LOGO!230RCLB11 ingezet. Via deASi-bus zijn de modules onderling en met de ASi-masterverbonden.

In dit hoofdstuk beschrijven wij de poortsturing voor éénpoort. De andere poortsturingen zijn identiek opgebouwd.

Toepassingen

173LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.5.1 Eisen aan de poortsturing

� Elke poort wordt met behulp van een trekschakelaargeopend of gesloten. De poort wordt hierbij volledig ge-opend of volledig gesloten.

� Daarnaast kan elke poort ter plaatse met een knop wor-den geopend en gesloten.

� Via de ASi-busverbinding kan de poort vanuit het por-tiershokje worden geopend en gesloten. De toestandPOORT OPEN of POORT GESLOTEN wordt weerge-geven.

� Een knipperlicht is 5 seconden voor het begin en tijdensde beweging van de poort ingeschakeld.

� Een veiligheidsdruklijst garandeert dat bij het sluiten vande poort niemand gewond wordt of geen zaken inge-klemd en beschadigd geraken.

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

174

Bedraden van de poortsturing met LOGO! 230RCLB11

N

L1 N I1 I2 I3 I4

Q1 Q3 Q4

SIEMENS

I5 I6

Q2 Q5 Q6 Q7 Q8

Output 8x

I7 I8

AS-interface

- +I9 I10 I11 I12

K1 K2

L1

poortdicht

poortopen

knipperlicht

S0 S1 S2 S3 S4 S5 S6

p>

S6

p>

Gebruikte componenten� K1 magneetschakelaar openen� K2 magneetschakelaar sluiten� S0 (maakcontact) trekschakelaar OPEN� S1 (maakcontact) trekschakelaar DICHT� S2 (maakcontact) OPEN-knop� S3 (maakcontact) DICHT-knop� S4 (verbreekcontact) positieschakelaar

POORT OPEN� S5 (verbreekcontact) positieschakelaar

POORT GESLOTEN� S6 (verbreekcontact) veiligheidsdruklijst

Toepassingen

175LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Overlay-besturing� Qa1 positieschakelaar POORT OPEN� Qa2 positieschakelaar POORT GESLOTEN� Ia1 externe knop POORT OPEN� Ia2 externe knop POORT DICHT

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

176

Functieschema van de LOGO!-oplossing

�1dicht

veil.-lijst

poort is dicht

poort is dicht

T05.00s

�1

Q1

I1

I2

I3

I5

Ia1

x

I6I4

Q2

x

Ia2

poortopen

&�1

&

=1 & &

&

& �1

�1

I5

x

I5

x

x

I7 x

I6

I7

x

I6

I7 xQ3

Qa1

x

Qa2

I5

I6

T05.00s

T02.00s

poortdicht

knip-perlicht

poort is open

poort openpoort open

poort is open

poort is openpoort manueel open

poort manueel dicht

veiligheidslijst

veil.-lijst

dicht

poort is dicht

poort is dicht

poort is open

dicht

open

Met de startknop POORT OPEN of POORT DICHT wordtde beweging van de poort gestart, op voorwaarde dat detegenrichting niet is ingeschakeld. De beweging wordt be-ëindigd met de desbetreffende eindschakelaar. Het sluitenvan de poort wordt bovendien door de veiligheidslijst on-derbroken.

Toepassingen

177LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.6 Lichtbanen

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ

lichtbaan 2lichtbaan 1

lichtbaan 4lichtbaan 3

ÉÉÉ

ÉÉÉÉ

ÉÉ

ÉÉÉÉ

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ

gang

kantoor

Bij de planning van verlichtingsinstallaties in bedrijfsruimtenworden de aard en het aantal lampen bepaald volgend degewenste verlichtingssterkte. Vaak worden wegens het zui-nig verbruik TL-lampen ingezet, die in de vorm van lichtba-nen worden aangebracht. De indeling in aparte schakel-groepen wordt aangepast aan het gebruik van het vertrek.

8.6.1 Eisen die aan de verlichtingsinstallatie wordengesteld

� De afzonderlijke lichtbanen worden ter plaatse recht-streeks geschakeld.

� Bij voldoende daglicht worden de lichtbanen aan devensterzijde automatisch uitgeschakeld door een licht-gevoelige schakelaar.

� ’s Avonds om 20 uur wordt het licht automatisch uitge-schakeld.

� De verlichting moet steeds ter plaatse met de hand kun-nen worden bediend.

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

178

8.6.2 De tot dusver gebruikte oplossing

B1

L1

N

E1

E1

lx> K6

E5

K5

E4

K4

E3

K3

E2K3 K4 K5 K6

S1 S2 S3 S4

K1 K2

K2K2K1

De lampen worden in- en uitgeschakeld door relais metvergrendeling, die door knoppen aan de deur worden aan-gestuurd. Onafhankelijk daarvan worden ze door de scha-kelklok of door de lichtgevoelige schakelaar via de ingangCentraal uit teruggezet. De uitschakelopdrachten moetendoor sleepcontactrelais worden verkort, zodat de lampenook na het uitschakelen ter plaatse kunnen worden be-diend.

Vereiste componenten:� Knoppen S1 tot S4� Schemeringsschakelaar B1� Schakelklok E1� Sleepcontactrelais K1 en K2� Relais met vergrendeling met Centraal uit K3 tot K6

Nadelen van de tot dusver gebruikte oplossing� Om de vereiste functies te kunnen uitvoeren, is een

complexe schakelprocedure vereist.� Door het groot aantal mechanische onderdelen is een

grote slijtage en dus veel onderhoudswerk te verwach-ten.

� Functiewijzigingen gaan gepaard met veel werk en kos-ten.

Toepassingen

179LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.6.3 Lichtbaansturing met LOGO! 230RC

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6

Q1 Q2 Q3 Q4

SIEMENS

L1

NE2 E3 E4

B1

lx<

licht-baan 1

E5

licht-baan 2

licht-baan 3

licht-baan 4

S1 S2 S3 S4

LOGO! 230RC

Gebruikte componenten� S1 tot S4 (maakcontact) Knoppen� B1 (maakcontact) schemeringsschakelaar

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

180

Functieschema van de LOGO!-oplossing

xT=1s

Q2

Mo..Su20:00 - 20.01

Mo..Su21:00 - 21.01

uitschakelimpuls voortgebracht door schakelklok

I5

T=1s

schemerings-schakelaar

x

I5

uitschakelimpuls voortgebracht door schemeringsschakelaar

I1

I2

I3

I4

x

x

Q1

Q4

Q3

lichtbaan 3gangzijde

lichtbaan 4gangzijde

lichtbaan 1vensterzijde

lichtbaan 2vensterzijde

Voordelen van de LOGO!-oplossing� U kunt de lampen rechtstreeks op LOGO! aansluiten, op

voorwaarde dat het vermogen van de afzonderlijke uit-gangen hun schakelvermogen niet overschrijdt. Als gro-tere vermogens moeten worden geschakeld, dient u eenmagneetschakelaar te plaatsen.

� U sluit de lichtgevoelige schakelaar rechtstreeks aaneen ingang van LOGO! aan.

� U hebt geen schakelklok nodig, omdat deze functie inLOGO! geïntegreerd is.

� Doordat u een kleiner aantal schakelapparaten nodighebt, kunt u een kleinere onderverdeling installeren enplaats sparen.

� Er is een kleiner aantal apparaten in gebruik� Wijzigingen aan de verlichtingsinstallatie kunnen een-

voudiger worden uitgevoerd.� Er kunnen naar believen bijkomende schakeltijden wor-

den ingesteld (trapsgewijze uitschakelimpulsen op heteinde van de dag)

� De functie van de lichtgevoelige schakelaar kan gemak-kelijk op alle lampen of op een gewijzigde lampengroepworden overgedragen.

Toepassingen

181LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.7 Pomp voor gebruikswater

Steeds vaker wordt in woonhuizen naast drinkwater ookregenwater gebruikt. Dat bespaart geld en is milieuvriende-lijk. Regenwater kunt u bijvoorbeeld gebruiken om:� de was te doen,� de tuin te besproeien,� de bloemen te gieten,� de auto te wassen of� het toilet door te spoelen.

Hoe een dergelijke installatie voor het gebruik van regen-water werkt, ziet u op de tekening:

ÕÕÕÕÕÕÕÕÕ

ŠŠŠŠŠŠ

ÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎÎ

droogloopbeveiliging aan

drinkwatertoevoer aandroogloopbeveiliging uit

drinkwatertoevoer uit

pompdrukvat

drukschakelaar

S1

ÕÕÕÕÕÕÕÕÕ

S2

S3

S4

M1Vergaarbakvoor regenwater

gebruikswate-raansluiting

besturing in deverdeelkast

drinkwatertoevoerK4regenwater-toevoer

Het regenwater wordt opgevangen in een vergaarbak. Metbehulp van een pompinstallatie wordt het water uit de ver-gaarbak in het daarvoor bestemde leidingennet gepompt.Vandaar kan regenwater worden genomen, zoals dat ge-woonlijk met drinkwater gebeurt. Als de opvangbak leeg is,kan drinkwater worden toegevoerd.

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

182

8.7.1 Eisen die aan de besturing van een pomp voorgebruikswater worden gesteld

� Er moet steeds gebruikswater ter beschikking staan. Ingeval vannood moet de besturing automatisch op drink-water omschakelen.

� Bij het overschakelen op drinkwater mag geen regenwa-ter in de drinkwaterleidingen terecht komen.

� Als er te weinig water in de regenwatervergaarbak is,mag het niet mogelijk zijn om de pomp in te schakelen(beveiliging tegen drooglopen).

8.7.2 De tot dusver gebruikte oplossing

K1 K2

K3

pomp uitlooptijd

S1

K3

S4 K3

droogloop-beveiliging

hulpstroomkringL1

NK4

S3 K4

drinkwater-toevoer

p<K2

S3 S2

Y1

De besturing van de pomp en van een magneetventiel ge-beurt via een drukschakelaar en 3 vlotterschakelaars, die inde vergaarbak voor het regenwater zijn aangebracht. Depomp moet worden ingeschakeld als de minimumdruk in deketel niet wordt bereikt. Nadat de werkdruk is bereikt, wordtde pomp na een uitlooptijd van enkele seconden opnieuwuitgeschakeld. De uitlooptijd verhindert dat de pomp voort-durend wordt in- en uitgeschakeld als gedurende langeretijd water wordt afgetapt.

Toepassingen

183LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.7.3 Pomp voor gebruikswater met LOGO! 230RC

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6

Q1 Q2 Q3 Q4

SIEMENS

K1 Y1

pomp

S4S3

L1

N

S1 S2p<

drinkwatertoevoer

LOGO! 230RC

Afgezien van LOGO! hebt u voor het besturen van depomp alleen nog de drukschakelaar en de vlotterschake-laars nodig. Als een draaistroommotor wordt ingezet, moetu een magneetschakelaar gebruiken om de pomp te scha-kelen. Voor installaties met wisselstroommotor moet u danin een magneetschakelaar voorzien, als de stroom van dewisselstroommotor groter is dan het uitgangsrelais Q1 kanschakelen. Het vermogen van een magneetventiel is te ge-ring om het normaal direct te kunnen aansturen.� K1 magneetschakelaar� Y1 magneetventiel� S1 (maakcontact) drukschakelaar� S2 (maakcontact) vlotterschakelaar� S3 (verbreekcontact) vlotterschakelaar� S4 (verbreekcontact) vlotterschakelaar

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

184

Schakelschema van de LOGO!-oplossing

I2

vlotterschakelaardrinkwatertoevoer uit drinkwatertoevoer

Q2

vlotterschakelaar drinkwatertoevoer uit

I1drukschakelaar

I3

vlotterschakelaardroogloopbeveiligingaan

I4

vlotterschakelaardroogloopbeveili-ging uit

x

T = 20 s x

pompQ1

I3

8.7.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden

In het schakelschema ziet u hoe u de schakeling voor debesturing van de pomp en het magneetventiel kunt aan-brengen. Het functieschema komt qua structuur overeenmet het schakelschema. U hebt echter de mogelijkheid omvoor bepaalde toepassingen bijkomende functies op te ne-men, die bij het gebruik van de traditionele techniek alleendoor middel van extra toestellen mogelijk zouden zijn:� vrijgeven van de pomp op bepaalde tijdstippen� indicatie van een immiment of effectief watertekort� bericht van bedrijfsstoringen

Toepassingen

185LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

8.8 Verdere toepassingsmogelijkheden

Afgezien van de toepassingsvoorbeelden die wij hier heb-ben beschreven, bieden wij u via het internet momenteel(stand: juni 1999) een keuze aan van nog 23 andere voor-beeldapplicaties (www.ad.siemens.de/logo/html_00/ein-satz.htm).Daar vindt u onder meer:� bevloeien van serreplanten� besturing van transportbanden� besturing van een buigmachine� etalageverlichting� belinstallatie, bijv. in een school� controle van parkeerplaatsen voor voertuigen� buitenverlichting� besturing van rolluiken� buiten- en binnenverlichting van een woongebouw� besturing van een roerinstallatie voor melkroom� verlichting van een gymnastiekzaal� gelijkmatig belasten van 3 gebruikers� volgordebesturing voor kabellasmachines van grote

doorsneden� trappenschakelaar, bijv. voor ventilatoren� volgordebesturing voor verwarmingsketels� besturen van meerdere pompparen met centrale bedie-

ning� afsnij-inrichting, bijv. voor lonten� controle van de gebruiksduur, bijv. in een zonnekracht-

centrale� intelligente voettoets, bijv. voor de selectie van snelhe-

den� besturing van een hefbrug� impregneren van textiel, aansturing van verwarmings-

en transportbanden� besturing van een vulinrichting voor silo’s

en nog veel meer

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

186

Bij de toepassingsvoorbeelden vindt u in het internet toe-passingsbeschrijvingen en de bijbehorende schakelpro-grammaschema’s. Deze *.pdf-bestanden kunt u met deAdobe Acrobat Reader lezen. En als u de programmeer-software LOGO!Soft of LOGO!Soft Comfort op uw compu-ter hebt geïnstalleerd, kunt u met het diskettepictogram hetgewenste schakelprogramma eenvoudig downloaden, aan-passen aan uw toepassing en rechtstreeks via de PC-kabelnaar LOGO! overdragen en gebruiken.

Voordelen bij het gebruik van LOGO!

Het loont de moeite om LOGO! te gebruiken, vooral waar u� door het gebruik van LOGO! meerdere hulpschakelap-

paraten kunt vervangen door geïntegreerde functies.� bedradings- en montagewerk wilt sparen, want LOGO!

heeft de bedrading ”in het hoofd”.� de plaats voor de componenten in de schakelkast/ver-

deelkast wilt reduceren. Het kan best dat een kleinereschakelkast/verdeelkast volstaat.

� functies achteraf wilt toevoegen of wijzigen, zonder eenextra schakelapparaat te moeten monteren of bedraden.

� uw klanten nieuwe bijkomende functies in de gebou-wen- en installatietechniek wilt aanbieden. Voorbeelden:– Veiligheid thuis: Met LOGO! schakelt u terwijl u met

vakantie bent regelmatig een staande lamp aan enuit of u laat de rolluiken naar beneden en trekt zeweer omhoog.

– Verwarmingsinstallatie: Met LOGO! laat u de circula-tiepomp slechts draaien als water of warmte werke-lijk worden gebruikt.

– Koelinstallaties: Met LOGO! laat u koelinstallatiesregelmatig automatisch ontdooien; dat spaart kostenvoor energie.

– U kunt de verlichting van aquariums en terrariumsmet tijdsinstelling regelen.

Toepassingen

187LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Bovendien kunt u� de schakelaars en knoppen gebruiken die in de handel

verkrijgbaar zijn, wat de montage in de huisinstallatievergemakkelijkt.

� LOGO! rechtstreeks op uw huisinstallatie aansluiten; datkan dankzij de geïntegreerde stroomvoorziening.

Hebt u suggesties?

Er zijn beslist nog heel wat nuttige toepassingsmogelijkhe-den voor LOGO!. Als u een andere toepassing kent, schrijfons dan. Wij verzamelen alle suggesties en willen er zoveelmogelijk van doorgeven. Is uw schakeling met LOGO! bij-zonder ongewoon of integendeel heel eenvoudig? Schrijfons. Wij verheugen ons over elke suggestie.

U kunt schrijven naar

Siemens AGA&D AS MVM - LOGO!Postfach 48 48

D-90327 Nürnberg

Toepassingen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

188

A Technische gegevensA.1 Algemene technische gegevens

Criterium Controle volgens Waarden

Afmetingen BxHxD 72 x 90 x 55 mm

Gewicht ca. 190 g

Montage op profielrail 35 mm4 verdeeleenheden breed

LOGO!...L...:

Afmetingen BxHxD 126 x 90 x 55 mm

Gewicht ca. 360 g

Montage op profielrail 35 mm7 verdeeleenheden breed

Klimatologische omgevingsvoorwaarden

Omgevingstemperatuur

horizontale montage

Koude volgens IEC68-2-1 0 ... 55 °Chorizontale montage

verticale montageWarmte volgens IEC 68-2-2*

0 ... 55 C

0 ... 55 °C

Opslag / Transport �40 °C ... +70 °C

Relatieve vochtigheid IEC 68-2-30 van 5 tot 95% geen bedauwing

Luchtdruk 795 ... 1080 hPa

Schadelijke stoffen IEC 68-2-42

IEC 68-2-43

SO2 10 cm3 /m3, 4 dagen

H2S 1 cm3 /m3, 4 dagen

Mechanische omgevingsvoorwaarden

Veiligheidsgraad IP 20

Trillingen IEC 68-2-6 10 ... 57 Hz (constanteamplitude 0,15 mm)

57 ... 150 Hz (constanteversnelling 2 g)

Schok IEC 68-2-27 18 Schokken (Halfsinus 15g/11ms)

*IEC 68 omvat VDE 0631

189LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Criterium WaardenControle volgens

Kantelen IEC 68-2-31 Valhoogte 50 mm

Vrije val, verpakt IEC 68-2-32 1 m

Elektromagnetische compatibiliteit (EMV)

Elektrostatische ontla-ding

IEC 801-2

Scherptegraad 3

8 kV luchtontlading

6 kV contactontlading

Elektromagnetische vel-den

IEC 801-3 Veldsterkte 10 V/m

Ontstoring EN 55011 Grenswaardeklasse BGroep 1

Grenswaardeklasse A bijASi-bedrijf

EMV storingsuitzending EN 50081-2

Storingsbestendigheid EN 50082-2

Burst–impulsen IEC 801-4

Scherptegraad 3

2 kV (voedings- en sig-naalleidingen)

B11-varianten: volgensASi-Complete Specifica-tion V 2.0 van 27–11–95

Energierijke

Enkelimpuls (Surge)

(alleen bij LOGO!230....)

IEC 801-5

Scherptegraad 2

0,5 kV (voedingsleidin-gen) symmetrisch

1 kV (voedingsleidingen)asymmetrisch

Gegevens over IEC� / VDE � veiligheid

Berekening van delucht- en kruipwegen

IEC 664, IEC 1131,EN 50178 ontw.11/94 UL 508, CSAC22.2 No 142Bij LOGO!230R/RC ook VDE0631

vervuld

Isolatievastheid IEC 1131 vervuld

Technische gegevens

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

190

A.2 Technische gegevens: LOGO! 230...

LOGO! 230RCLOGO! 230RCo

LOGO! 230RCLLOGO! 230RCLB11

Stroomvoorziening

Ingangsspanning 115/230 V AC 115/230 V AC

Toelaatbaar bereik volgens 85 ... 253 V AC 85 ... 253 V AC

Toelaatbare netfrequentie: 47 ... 63 Hz 47 ... 63 Hz

Opgenomen vermogen

� 115 V AC 10 30 mA 15 65 mA� 115 V AC 10 ... 30 mA 15 ... 65 mA

� 230 V AC 10 20 mA 15 40 mA� 230 V AC 10 ... 20 mA 15 ... 40 mA

Overbrugging bij stroomuitval

� 115 V AC typisch 10 ms typisch 10 ms� 115 V AC typisch 10 ms typisch 10 ms

� 230 V AC

y

typisch 20 ms

y

typisch 20 ms� 230 V AC typisch 20 ms typisch 20 ms

Vermogensverlies bij

� 115 V AC 1 1 3 5 W 1 7 7 5 W� 115 V AC 1,1 ... 3,5 W 1,7 ... 7,5 W

� 230 V AC 2 3 4 6 W 3 4 9 2 W� 230 V AC 2,3 ... 4,6 W 3,4 ... 9,2 W

Bufferen van de klok bij 25 �C typisch 80 h typisch 80 h

Loopnauwkeurigheid van dewerkelijke tijd

max. �5 s / dag max. �5 s / dag

Digitale ingangen

Aantal 6 12

Potentiaalscheiding neen neen

Ingangspanning L1

� Signaal 0 < 40 V AC < 40 V ACg

� Signaal 1 > 79 V AC > 79 V AC

Ingangsstroom bij

� Signaal 0 < 0,03 mA < 0,03 mAg

� Signaal 1 > 0,08 mA > 0,08 mA

Technische gegevens

191LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

LOGO! 230RCLLOGO! 230RCLB11

LOGO! 230RCLOGO! 230RCo

Vertragingstijd bij

� 0 naar 1 typisch 50 ms typisch 50 ms

� 1 naar 0

y

typisch 50 ms

y

typisch 50 ms

Lengte van de leiding (niet af-geschermd)

100 m 100 m

Digitale uitgangen

Aantal 4 8

Type uitgangen Relaisuitgangen Relaisuitgangen

Potentiaalscheiding ja ja

In groepen van 1 2

Aansturing van een digitaleingang

ja ja

Onafgebroken stroom Ith (perklem)

max. 10 A max. 10 A

Gloeilampbelasting(25.000 schakelcycli) bij

230/240 V AC

115/120 V AC

1000 W

500 W

1000 W

500 W

TL–lampen met elektr. voor-schakeltoestel (25.000 scha-kelcycli)

10 x 58 W (bij230/240 V AC)

10 x 58 W (bij230/240 V AC)

TL–lampen traditioneel ge-compenseerd (25.000 scha-kelcycli)

1 x 58 W (bij230/240 V AC)

1 x 58 W (bij230/240 V AC)

TL–lampen niet–gecompen-seerd (25.000 schakelcycli)

10 x 58 W (bij230/240 V AC)

10 x 58 W (bij230/240 V AC)

Kortsluitvastheid cos 1 Vermogensbeveili-ging B16600A

Vermogensbeveili-ging B16600A

Afmetingen cos 0.5 tot 0.7 Vermogensbeveili-ging B16900A

Vermogensbeveili-ging B16900A

Technische gegevens

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

192

LOGO! 230RCLLOGO! 230RCLB11

LOGO! 230RCLOGO! 230RCo

Parallelschakeling van uit-gangen voor vermogenstoe-name

niet toegelaten niet toegelaten

Beveiliging van een uitgangs-relais (indien gewenst)

max. 16 A,karakteristiek B16

max. 16 A,karakteristiek B16

Schakelfrequentie

Mechanisch 10 Hz 10 Hz

Weerstandsbelasting/lampbe-lasting

2 Hz 2 Hz

Inductieve belasting 0,5 Hz 0,5 Hz

ASi–slave – aansluiting (alleen LOGO! 230RCLB11)

ASi-profiel

� I/O Config

� ID Code

7.F

7h

Fh

Aantal virtuele digitale ingan-gen

4

Aantal virtuele digitale uitgan-gen

4

Stroomvoorziening ASi-voedingseen-heid

Opgenomen vermogen typisch 30 mA

Potentiaalscheiding ja

Beveiliging tegen verkeerdepoling

ja

Technische gegevens

193LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

A.3 Technische gegevens: LOGO! 24 Basic

LOGO! 24 LOGO! 24RCLOGO! 24RCo

Stroomvoorziening

Ingangsspanning 24 V DC 24 V AC

Toelaatbaar bereik 20,4 ... 28,8 V DC 20,4 ... 26,4 V AC

Opgenomen vermogen uit24 V

10 ... 20 mA 15 ... 120 mA

Overbrugging bij stroomuitval typisch 5 ms

Vermogensverlies bij 24 V 0,2 ... 0,5 W 0,3 ... 1,8 W (AC)

Bufferen van de klok bij 25 �C typisch 80 h

Loopnauwkeurigheid van dewerkelijke tijd

max. �5 s / dag

Digitale ingangen

Aantal 8 6

Potentiaalscheiding neen neen

Ingangspanning L+

� Signaal 0 < 5 V DC < 5 V ACg

� Signaal 1 > 8 V DC > 12 V AC

Ingangsstroom bij

� Signaal 0 < 0,3 mA (I1...I6)< 0,05 mA (I7, I8)

< 1,0 mA

� Signaal 1

, ( , )

> 1,0 mA (I1...I6)> 0,1 mA (I7, I8)

> 2,5 mA

Vertragingstijd bij

� 0 naar 1 typisch 1,5 ms typisch 1,5 ms

� 1 naar 0

y

typisch 1,5 ms

y

typisch 15 ms

Lengte van de leiding (niet af-geschermd)

100 m 100 m

Technische gegevens

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

194

LOGO! 24RCLOGO! 24RCo

LOGO! 24

Analoge ingangen

Aantal 2 (I7, I8)

Bereik 0 ... 10VDC

Digitale uitgangen

Aantal 4 4

Type uitgangen Transistor,P–schakelend

Relaisuitgangen

Potentiaalscheiding neen ja

In groepen van 1

Aansturing van een digitaleingang

ja

Uitgangsspanning � Voedingsspan-ning

Uitgangsstroom max. 0,3 A

Onafgebroken stroom Ith max. 10 A

Gloeilampbelasting(25.000 schakelcycli) bij

1000 W

TL–lampen met elektr. voor-schakeltoestel (25.000 scha-kelcycli)

10 x 58 W

TL–lampen traditioneel ge-compenseerd (25.000 scha-kelcycli)

1 x 58 W

TL–lampen niet–gecompen-seerd (25.000 schakelcycli)

10 x 58 W

Beveiligd tegen korsluiting enoverbelasting

ja

Kortsluitstroombegrenzing ca. 1 A

Derating geen; in het volle-dige temperatuurge-bied

Technische gegevens

195LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

LOGO! 24RCLOGO! 24RCo

LOGO! 24

Kortsluitvastheid cos 1 Vermogensbeveili-ging B16600A

Voedingsspanning cos 0.5 tot0.7

Vermogensbeveili-ging B16900A

Parallelschakeling van uit-gangen voor vermogenstoe-name

niet toegelaten niet toegelaten

Beveiliging van een uitgangs-relais (indien gewenst)

max. 16 A,karakteristiek B16

Schakelfrequentie

Mechanisch 10 Hz

Elektrisch 10 Hz

Weerstandsbelasting/lampbe-lasting

10 Hz 2 Hz

Inductieve belasting 0,5 Hz 0,5 Hz

Technische gegevens

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

196

A.4 Technische gegevens: LOGO! 24 Long

LOGO! 24L LOGO! 24RCLLOGO! 24RCLB11

Stroomvoorziening

Ingangsspanning 24 V DC 24 V DC

Toelaatbaar bereik 20,4 ... 28,8 V DC 20,4 ... 28,8 V DC

Opgenomen vermogen uit24 V

10 ... 30 mA+ 0,3 A per uitgang

15 ... 120 mA

Overbrugging bij stroomuitval typisch 5 ms

Vermogensverlies bij 24 V DC 0,2 ... 0,8 W 0,3 ... 2,9 W

Bufferen van de klok bij 25 �C typisch 80 h

Loopnauwkeurigheid van dewerkelijke tijd

max. �5 s / dag

Potentiaalscheiding neen neen

Beveiliging tegen verkeerdepoling

ja ja

Digitale ingangen

Aantal 12 12

Potentiaalscheiding neen neen

Ingangspanning L+

� Signaal 0 < 5 V DC < 5 V DCg

� Signaal 1 > 12 V DC > 12 V DC

Ingangsstroom bij

� Signaal 0 > 1,5 mA > 1,5 mAg

� Signaal 1 > 4,5 mA > 4,5 mA

Vertragingstijd bij

� 0 naar 1 typisch 1,5 ms typisch 1,5 ms

� 1 naar 0

y

typisch 1,5 ms

y

typisch 1,5 ms

Lengte van de leiding (niet af-geschermd)

100 m 100 m

Technische gegevens

197LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

LOGO! 24RCLLOGO! 24RCLB11

LOGO! 24L

Digitale uitgangen

Aantal 8 8

Type uitgangen Transistor, P–scha-kelend

Relaisuitgangen

Potentiaalscheiding neen ja

In groepen van 2

Aansturing van een digitaleingang

ja ja

Uitgangsspanning � Voedingsspan-ning

Uitgangsstroom max. 0,3 A

Onafgebroken stroom Ith (perklem)

max. 10 A

Gloeilampbelasting(25.000 schakelcycli) bij

1000 W

TL–lampen met elektr. voor-schakeltoestel (25.000 scha-kelcycli)

10 x 58 W

TL–lampen traditioneel ge-compenseerd (25.000 scha-kelcycli)

1 x 58 W

TL–lampen niet–gecompen-seerd (25.000 schakelcycli)

10 x 58 W

Beveiligd tegen korsluiting enoverbelasting

ja

Kortsluitstroombegrenzing ca. 1 A

Derating geen; in het volle-dige temperatuurge-bied

geen; in het volle-dige temperatuurge-bied

Kortsluitvastheid cos 1 Vermogensbeveili-ging B16600A

Technische gegevens

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

198

LOGO! 24RCLLOGO! 24RCLB11

LOGO! 24L

Kortsluitvastheid cos 0.5 tot0.7

Vermogensbeveili-ging B16900A

Parallelschakeling van uit-gangen voor vermogenstoe-name

niet toegelaten niet toegelaten

Beveiliging van een uitgangs-relais (indien gewenst)

max. 16 A,

Karakteristiek B16

Schakelfrequentie

Mechanisch 10 Hz

Elektrisch 10 Hz

Weerstandsbelasting/lampbe-lasting

10 Hz 2 Hz

Inductieve belasting 0,5 Hz 0,5 Hz

ASi–slave – aansluiting (alleen LOGO! 24RLCB11)

ASi-profiel

� I/O Config

� ID Code

7.F

7h

Fh

Aantal virtuele digitale ingan-gen

4

Aantal virtuele digitale uitgan-gen

4

Stroomvoorziening ASi-voedingseen-heid

Opgenomen vermogen typisch 30 mA

Potentiaalscheiding ja

Beveiliging tegen verkeerdepoling

ja

Technische gegevens

199LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

A.5 Technische gegevens: LOGO! 12...

LOGO! 12RCL LOGO! 12/24RCLOGO! 12/24RCo

Stroomvoorziening

Ingangsspanning 12 V DC 12/24 V DC

Toelaatbaar bereik 10,8 ... 15,6 V DC 10,8 ... 15,6 V DC20,4 ... 28,8 V DC

Opgenomen vermogen 10 ... 165 mA(uit 12 V DC)

10 ... 120 mA(uit 12/24 V DC)

Overbrugging bij stroomuitval typisch 5 ms typisch 5 ms

Vermogensverlies 0,1 ... 2,0 W(bij 12 V DC)

0,1 ... 1,2 W(bij 12/24 V DC)

Bufferen van de klok bij 25 �C typisch 80 h typisch 80 h

Loopnauwkeurigheid van dewerkelijke tijd

max. �5 s / dag max. �5 s / dag

Potentiaalscheiding neen neen

Beveiliging tegen verkeerdepoling

ja ja

Digitale ingangen

Aantal 12 8

Potentiaalscheiding neen neen

Ingangspanning L+

� Signaal 0 < 4 V DC < 5 V DCg

� Signaal 1 > 8 V DC > 8 V DC

Ingangsstroom bij

� Signaal 0 < 0,5 mA < 1,0 mAg

� Signaal 1 > 1,5 mA > 1,5 mA

Vertragingstijd bij

� 0 naar 1 typisch 1,5 ms typisch 1,5 ms

� 1 naar 0

y

typisch 1,5 ms

y

typisch 1,5 ms

Technische gegevens

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

200

LOGO! 12/24RCLOGO! 12/24RCo

LOGO! 12RCL

Lengte van de leiding (niet af-geschermd)

100 m 100 m

Analoge ingangen

Aantal 2 (I7, I8)

Bereik 0 ... 10 V DC

Digitale uitgangen

Aantal 8 4

Type uitgangen Relaisuitgangen Relaisuitgangen

Potentiaalscheiding ja ja

In groepen van 2 1

Aansturing van een digitaleingang

ja ja

Uitgangsspanning

Uitgangsstroom

Onafgebroken stroom Ith (per

klem)

max. 10 A max. 10 A

Gloeilampbelasting(25.000 schakelcycli) bij

1000 W 1000 W

TL–lampen met elektr. voor-schakeltoestel (25.000 scha-kelcycli)

10 x 58 W 10 x 58 W

TL–lampen traditioneel ge-compenseerd (25.000 scha-kelcycli)

1 x 58 W 1 x 58 W

TL–lampen niet–gecompen-seerd (25.000 schakelcycli)

10 x 58 W 10 x 58 W

Beveiligd tegen korsluiting enoverbelasting

Technische gegevens

201LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

LOGO! 12/24RCLOGO! 12/24RCo

LOGO! 12RCL

Kortsluitstroombegrenzing

Derating geen; in het volle-dige temperatuurge-bied

Kortsluitvastheid cos 1 Vermogensbeveili-ging B16600A

Vermogensbeveili-ging B16600A

Kortsluitvastheid cos 0.5 tot0.7

Vermogensbeveili-ging B16900A

Vermogensbeveili-ging B16900A

Parallelschakeling van uit-gangen voor vermogenstoe-name

niet toegelaten niet toegelaten

Beveiliging van een uitgangs-relais (indien gewenst)

max. 16 A,karakteristiek B16

max. 16 A,karakteristiek B16

Schakelfrequentie

Mechanisch 10 Hz 10 Hz

Elektrisch

Weerstandsbelasting/lampbe-lasting

2 Hz 2 Hz

Inductieve belasting 0,5 Hz 0,5 Hz

Technische gegevens

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

202

Schakelvermogen en levensduur van de relaisuitgagen

Weerstandsbelasting

Schakelcycli/miljoen

Schakelstroom / A

0.1

0.2

0.3

0.4

0.5

2 4 6 8 10

maximaal 10 Amaximaal 10 Amaximaal 10 A

12/24 V AC/DC115/120 V AC230/240 V AC

Imag. A Schakelvermogen en levensduur van de contacten bij weer-standsbelasting (verwarming)

Inductieve belasting

Schakelcycli/miljoen

Schakelstroom / A

0.10.20.30.40.5

321

0.60.70.80.91.0

maximaal 2 Amaximaal 3 Amaximaal 3 A

12/24 V AC/DC115/120 V AC230/240 V AC

Imag. B Schakelvermogen en levensduur van de contacten bij sterk in-ductieve belasting volgens IEC 947-5-1 DC13/AC15 (schake-laarss, magneetspoelen, motoren)

Technische gegevens

203LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

A.6 Technische gegevens: LOGO!Power 12 V

LOGO! Power 12 V is een stroomvoorziening met primaireklokimpuls voor LOGO!-apparaten. Er staan twee soortenstroomsterkten ter beschikking.

LOGO! Power12 V / 1,9 A

LOGO! Power12 V / 4,5 A

Ingangsgegevens

Ingangsspanning 120 ... 230 V AC

Toelaatbaar bereik 85 ... 264 V AC

Toelaatbare netfrequentie: 47 ... 63 Hz

Overbrugging bij spannings-uitval

> 40 ms (bij 187 V AC)

Ingangsstroom 0,3 ... 0,18 A 0,73 ... 0,43 A

Inschakelstroom (25°C) � 15 A � 30 A

Apparaatbeveiliging intern

Aanbevolen LS–schakelaar(IEC 898) in de voedingslei-ding

> 6 A Karakteristiek D> 10 A Karakteristiek C

Uitgangsgegevens

Uitgangsspanning

Totale tolerantie

Instelbereik

Restrimpel

12 V DC

+/- 3 %

11,1 ... 12,9 V DC

< 200 mVSS

Uitgangsstroom

Overstroombegrenzing

1,9 A

2,4 A

4,5 A

4,5 A

Rendement � 80 %

Parallelschakelbaar voor hetopvoeren van het vermogen

ja

Elektromagnetische compatibiliteit

Ontstoringsgraad EN 50081–1, EN 55022 klasse B

Storingsbestendigheid EN 50082-2

Technische gegevens

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

204

LOGO! Power12 V / 4,5 A

LOGO! Power12 V / 1,9 A

Veiligheid

Potentiaalscheiding primair/secundair

ja, SELV (volgens EN 60950 / VDE 0805)

Veiligheidsklasse II (volgens IEC 536 / VDE 0106 T1)

Veiligheidsgraad IP 20 (volgens EN 60529 / VDE 470 T1)

Certificering–CE

Certificering UL/CSA

Certificering–FM

ja

ja; UL 508 / CSA 22.2

in voorbereiding

Algemene gegevens

Omgevingstemperatuur - be-reik

–20 ... +55°C, natuurlijke convectie

Opslag- en transporttempera-tuur

- 40 ... +70°C

Aansluitingen aan de ingang telkens één klem (1x2,5mm2 o. 2x 1,5 mm2) voor L1 en N

Aansluitingen aan de uitgang telkens twee klemmen (1x2,5mm2 o. 2x 1,5 mm2) voor L+ en M

Montage op profielrail 35 mm met clip

Afmetingen in mm (BxHxD) 72 x 80 x 55 126 x 90 x 55

Gewicht ca. 0,2 kg 0,4 kg

Technische gegevens

205LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

A.7 Technische gegevens: LOGO!Power 24 V

LOGO! Power 24 V is een stroomvoorziening met primaireklokimpuls voor LOGO!-apparaten. Er staan twee soortenstroomsterkten ter beschikking.

LOGO! Power24 V / 1,3 A

LOGO! Power24 V / 2,5 A

Ingangsgegevens

Ingangsspanning 120 ... 230 V AC

Toelaatbaar bereik 85 ... 264 V AC

Toelaatbare netfrequentie: 47 ... 63 Hz

Overbrugging bij spannings-uitval

40 ms (bij 187 V AC)

Ingangsstroom 0,48 ... 0,3 A 0,85 ... 0,5 A

Inschakelstroom (25°C) < 15 A < 30 A

Apparaatbeveiliging intern

Aanbevolen LS–schakelaar(IEC 898) in de voedingslei-ding

> 6 A Karakteristiek D> 10 A Karakteristiek C

Uitgangsgegevens

Uitgangsspanning

Totale tolerantie

Instelbereik

Restrimpel

24 V DC

+/- 3 %

22,2 ... 25,8 V DC

< 250 mVSS

Uitgangsstroom

Overstroombegrenzing

1,3 A

1,6 A

2,5 A

2,8 A

Rendement > 80 %

Parallelschakelbaar voor hetopvoeren van het vermogen

ja

Elektromagnetische compatibiliteit

Ontstoringsgraad EN 50081–1, EN 55022 klasse B

Storingsbestendigheid EN 50082-2

Technische gegevens

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

206

LOGO! Power24 V / 2,5 A

LOGO! Power24 V / 1,3 A

Veiligheid

Potentiaalscheiding primair/secundair

ja, SELV (volgens EN 60950 / VDE 0805)

Veiligheidsklasse II (volgens IEC 536 / VDE 0106 T1)

Veiligheidsgraad IP 20 (volgens EN 60529 / VDE 470 T1)

Certificering–CE

Certificering UL/CSA

Certificering–FM

ja

ja; UL 508 / CSA 22.2

ja; Class I, Div. 2, T4

Algemene gegevens

Omgevingstemperatuur - be-reik

–20 ... +55°C, natuurlijke convectie

Opslag- en transporttempera-tuur

- 40 ... +70°C

Aansluitingen aan de ingang telkens één klem (1x2,5mm2 o. 2x 1,5 mm2) voor L1 en N

Aansluitingen aan de uitgang telkens twee klemmen (1x2,5mm2 o. 2x 1,5 mm2) voor L+ en M

Montage op profielrail 35 mm met clip

Afmetingen in mm (BxHxD) 72 x 80 x 55 126 x 90 x 55

Gewicht ca. 0,2 kg 0,4 kg

Technische gegevens

207LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

A.8 Technische gegevens: LOGO! Contact 24/230

LOGO! Contact 24 en LOGO! Contact 230 zijn schakelmo-dules voor de directe schakeling van ohmsche verbruikerstot 20 A en motoren tot 4 kW (zonder geluidsbelasting,bromvrij).

LOGO! Contact 24

LOGO! Contact 230

Bedieningsspanning 24 V DC 230 V AC;50/60 Hz

Schakelvermogen

Gebruikscategorie AC-1: schakelenvan weerstandsbelasting bij 55°C

Bedrijfsstroom bij 400 V

Vermogen van draaistroomverbruikersbij 400 V

85 ... 264 V(Derating bij <93 V)

20 A

13 kW

Gebruikscategorie AC-2, AC-3: moto-ren met sleepring of kooianker

Bedrijfsstroom bij 400 V

Vermogen van draaistroomverbruikersbij 400 V

85 ... 264 V(Derating bij <93 V)

8,4 A

4 kW

Kortsluitingsbeveiliging:

Indeling type 1

Indeling type 2

25 A

10 A

Aansluitleidingen fijndradig met afsluitmoffen

eendradig

2x (0,75 tot 2,5) mm2

2x (1 tot 2,5) mm2

1 x 4 mm2

Afmetingen (BxHxD) 36 x 72 x 55

Omgevingstemperatuur -25 ... +55°C

Opslagtemperatuur -50 ... +80°C

Technische gegevens

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

208

B Geheugenbehoefte bepalen

Geheugenbereiken innemen

Wanneer u bij het invoeren van een programma geen blokmeer kunt invoeren, dan is het geheugenbereik volledigvol. LOGO! biedt u alleen die blokken aan die nog inLOGO! passen. Als uit een bepaalde lijst geen blok meer inLOGO! past, dan kunt u die lijst niet meer selecteren.

Als een geheugenbereik volledig in beslag is genomen,moet u uw schakeling optimaliseren of een tweede LOGO!toevoegen.

Bepalen van de geheugenbehoefte

Bij het bepalen van de geheugenbehoefte van een schake-ling moet er steeds rekening worden gehouden met alleafzonderlijke bereiken van het geheugen.

Voorbeeld:

Q1xI2

B01B02

B03

x

B04

0 0006 002

No 1No 2No 3

I1T

B05B06

T Q2

I3I4x

Par RAM REMTimerPar RAM REMTimer

209LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Het voorbeeldprogramma omvat:

Blok- Functie Geheugenbereiknr.

Par RAM Timer REM Blok-

ken

B01 OF 0 0 0 0 1

B02 EN 0 0 0 0 1

B03 Schakelklok 6 2 0 0 1

B04 Vertraagde inschakeling 1 1 1 0 1

B05 Klokpulsgever 1 1 1 0 1

B06 EN 0 0 0 0 1

door het programma ingeno-

men geheugen

8 4 2 0 6

Geheugengrenzen in LOGO! 48 27 16 15 56

in LOGO! niet beschikbaar 40 23 14 15 50

Het programma past dus in LOGO!.

Geheugenbehoefte bepalen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

210

C Cyclusduur bepalenHet volledig afwerken van een programma, dus hoofdzake-lijke het inlezen van de ingangen, het bewerken van hetprogramma en het daaropvolgende uitlezen van de uitgan-gen, wordt programmacyclus genoemd. De cyclusduur isde tijd nodig om een programma één keer compleet af tewerken.

De tijd die nodig is voor een programmacyclus, kan metbehulp van een klein testprogramma worden berekend.Dat testprogramma wordt in LOGO! aangemaakt en leverttijdens de afwerking ervan in de parametreermodus eenwaarde, waaruit de actuele cyclusduur wordt afgeleid.

Testprogramma1. Stel het testprogramma samen door een uitgang of een

merkteken met een drempelwaardeschakelaar te ver-binden en aan de ingang ervan een klokpulsgever aante brengen die door een hi–signaal wordt ingeschakeld.

hi

Par Qx

T

B02B01

Uitgang Q

of

Merkteken M

2. Parametreer de twee blokken zoals dat in de afbeeldingis te zien. Door de kloktijd van 0 seconden wordt in elkeprogrammacyclus een klokpuls gegenereerd. Het tijds-interval van de drempelwaardeschakelaar wordt op2 seconden ingesteld.

B02:TT =00.00s+

B01:ParSW =1000+SW =0000G_T=02.00s

��

211LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

3. Start daarna het programma en schakel LOGO! in deparametreermodus. In de parametreermodus kunt u deparameters van de drempelwaardeschakelaar bekijken.

B01:ParSW =1000+SW =0000fa =0086

�� fa= is de som van de

gemeten impulsen pertijdseenheid G_T

4. De reciproque waarde van fa is gelijk aan de cyclusduurvan LOGO! met het programma dat actueel in het ge-heugen is opgenomen.

1/fa = cyclusduur in s

Toelichting

Bij elke programmarun wisselt de klokpulsgever (T=0) zijnuitgangssignaal. Een niveau (high of low) duurt dus precieséén cyclus. Een periode duurt dan 2 cycli.

De drempelwaardeschakelaar geeft de verhouding weervan perioden per 2 seconden, waaruit dan de verhoudingvan cycli per seconde resulteert.

Flankwisseling van de klokpulsgeverbij elke programmarun

Cyclusduur

Periode

1 periode = 1 impuls = 2 cycli

Cyclusduur bepalen

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

212

D LOGO! zonder display Daar bepaalde speciale toepassingen in het lopende bedrijfbedieningselementen zoals toetsen en display niet abso-luut nodig hebben, worden de varianten LOGO! 12/24RCo,LOGO! 24RCo en LOGO! 230RCo zonder display aange-boden.

I4 I5 I6

Q1 Q2 Q3 Q4

SIEMENS

I1 I2 I3L1 N

RUN/STOP

LOGO! 230RC0

Output 4xRelay/10A

Enerzijds minder, anderzijds meer!

Hieruit resulteren de volgende voordelen:� een stuk goedkoper dan met bedieningseenheid� nemen veel minder plaats in de schakelkast in dan de

traditionele hardware� zijn qua flexibiliteit en aankoopprijs ten overstaan van

de eigen elektronica aanzienlijk voordeliger� loont al de moeite bij toepassingen waarin twee tot drie

traditionele schakelapparaten kunnen worden vervan-gen

� kunnen op de meest eenvoudige wijze worden bediend� zijn beveiligd tegen niet-geautoriseerde bediening� zijn compatibel met de LOGO!-basisvarianten

213LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Programmeren zonder bedieningseenheid

LOGO! zonder display programmeren kan op twee manie-ren gebeuren:� U maakt op de PC een programma aan met een LOGO!

Software en brengt dat programma over naar LOGO!� U neemt een LOGO! programmamodule/card waarop

zich een programma bevindt en brengt het programmaover in uw LOGO! zonder display

Werkgedrag

Door LOGO! van spanning te voorzien is LOGO! al be-drijfsklaar. LOGO! zonder display wordt uitgeschakeld doorde stroomvoorziening af te klemmen, bijvoorbeeld door destekker uit te trekken.

De LOGO! RCo-varianten kunnen niet met toetsencombi-naties voor de gegevensoverdracht worden ingericht en deprogramma’s kunnen ook niet met toetsten worden gestartof gestopt. Daarom hebben de LOGO! RCo-varianten eengewijzigd startgedrag:

Startgedrag

Als een LOGO! programmamodule/card is ingestoken,wordt een programma dat daarop voorhanden is meteenna het inschakelen van LOGO! in het apparaat gekopieerd,waarbij een al bestaand programma wordt overschreven.

Is een PC-kabel aangesloten, dan gaat LOGO! bij het in-schakelen automatisch in de PC LOGO Mode staan.Met de PC-Software LOGO!Soft en LOGO!Soft Comfortkunnen de programma’s van LOGO! gelezen of naarLOGO! opgeslagen worden.

Is er een geldig programma in het programmageheugenaanwezig, dan heeft zodra LOGO! van spanning wordtvoorzien een automatische overgang plaats van STOPnaar RUN.

LOGO! zonder Display

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

214

Weergave van de modus

De actuele modi, zoals Power On, RUN en STOP wordendoor een LED in de kap aan de voorkant weergegeven.� LED rood: modus PowerOn/STOP� LED groen: modus PowerOn/RUN

Na het inschakelen van de voedingsspanning en in allemodi van LOGO!, behalve in de modus RUN, brandt deLED rood. In de modus RUN is de LED groen.

LOGO! zonder Display

215LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

E LOGO! ...LB11: Omschakeling Active - Passive

Alle LOGO!...B11-varianten zijn in de fabriek op het adres0 ingesteld.

Voor de toekenning van een adres door de master, magaan de ASi-bus op een bepaald tijdstip altijd maar één ac-tieve slave met het adres 0 worden herkend. Alle andereslaves met het adres 0 moeten passief zijn – dus niet be-kend aan de bus.

!Let op

Het ASi-adres kan voor alle LOGO!...LB11-varianten 10 keer worden veranderd.

Verdere veranderingen worden niet gegaran-deerd.

Om LOGO!...B11 passief te schakelen, hebben wij een me-nuoptie in het programmeermenu ingebouwd.

LOGO! ...B11 omschakelen tussen Active en Passive1. Schakel LOGO!...B11 in de modus Programmeren

(3-vinger-greep) en ga met OK direct verder naar hetprogrammeermenu.

2. Druk 3 keer op de toets De cursor (>) staat nu voor de regel ASi_BUS.

Edit Prg Clear Prg Set Clock>ASi_BUS..

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

216

3. Druk op de OK-toets. U ziet dan het volgende display:

> Active PassiveLOGO: Active

4. Schakel LOGO!...B11 passief. Druk hiervoor op de toets en daarna op de OK-toets. Op het display krijgt u nu

de nieuwe toestand te zien

LOGO: Passive

5. Zodra de master een actieve slave herkent en hem eenadres heeft toegewezen, kunt u een andere slave weervan Passive naar Active terugschakelen.

Wenk

U kunt het menu voor de omschakeling tussen Active enPassive slechts verlaten als LOGO! Active ingeschakeldis.

LOGO! ...B11: Omschakeling Active - Passive

217LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

F LOGO! menustructuurr

LOGO:

ActivePassive

Active

n maalmeldteksten

n = 0..5

>Program..

>PC/Card..

>Start

>ASi_BUS..

>Set Clock

>Clear Prg

>Edit Prg

Clear PrgNoYes

Set Clock

#

I:123456789 10 11 12

Q:12345678We 08:44

ASi_BusIa : 1234Qa : 1234Bus: Off

We 08:31MM.DD.YY01.11.00

#

PC<->LOGO

Stop?Press ESC

Q1

>Card->LOGO

>LOGO->Card

>PC<->LOGO

= optionele menu’s

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

218

Bestelnummers

Tabela A

Variant Omschrijving Bestelnummer

Standaard LOGO! 24RC

LOGO! 230RC

6ED1 052-1HB00-0BA2

6ED1 052-1FB00-0BA2

Zonder display LOGO! 12/24RCo *

LOGO! 24RCo

LOGO! 230RCo

6ED1 052-2MD00-0BA2

6ED1 052-2HB00-0BA2

6ED1 052-2FB00-0BA2

Analoge ingang LOGO! 12/24RC

LOGO! 24

6ED1 052-1MD00-0BA2

6ED1 052-1CC00-0BA2

Long LOGO! 12RCL

LOGO! 24L

LOGO! 24RCL

LOGO! 230RCL

6ED1 053-1BB00-0BA2

6ED1 053-1CA00-0BA2

6ED1 053-1HB00-0BA2

6ED1 053-1FB00-0BA2

Bus LOGO! 24RCLB11

LOGO! 230RCLB11

6ED1 053-1HH00-0BA2

6ED1 053-1FH00-0BA2

*: bovendien met analoge ingangen

219LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Tabela B

Toebehoren Omschrijving Bestelnummer

Software LOGO!Soft Comfort V2.0

Update Comfort 1.0 naar2.0

6ED1 058-0BA00-0YC1

6ED1 058-0CA00-0YC0

Programmamo-dule

Card yellow

Card red

6ED1 056-1BA00-0AA0

6ED1 056-4BA00-0AA0

Schakelmodule LOGO!Contact 24 V

LOGO!Contact 230 V

6ED1 057-4CA00-0AA0

6ED1 057-4EA00-0AA0

Power module LOGO!Power 12V/1,9A

LOGO!Power 12V/4,5A

LOGO!Power 24V/1,3A

LOGO!Power 24V/2,5A

6EP1 321-1SH01

6EP1 322-1SH01

6EP1 331-1SH01

6EP1 332-1SH41

Overige PC-kabel

Handboek

6ED1 057-1AA00-0BA0

op aanvraag

Bestelnummers

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

220

AfkortingenB01 Bloknummer B01B11 bij LOGO!-apparaatbenaming: ASi-busaansluiting

BN Block Number (bloknummer)

C bij LOGO!-apparaatbenaming: geïntegreerde klok

Cnt Count = telingang

Co Connector = connector

Dir Direction = richting (bijv. telrichtung)En Enable = inschakelen (bijvoorbeeld bij klokpulsgever)

BF Basisfuncties

L bij LOGO!-apparaatbenaming: lange versie

No Nok (parameter van de schakelklok)

z bij LOGO!-apparaatbenaming: zonder display

Par ParameterR Reset = terugzetingang

R bij LOGO!-apparaatbenaming: relaisuitgangen

S Set = instellen (bijvoorbeeld bij het houdrelais)

SF Speciale functies

T Time = tijd (parameter)

Trg Trigger (parameter)

221LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Index

Symbolen?, op het display, 57

Nummers3-vinger-greep, 36

4 gulden regels, 36

AAan-/uit, schakelaar, 24

Aanloopmerkteken, 64

Aansluiteningangen, 14uitgangen, 19

Aansluiting voor een veiligheid-saarddraad, 13

Active, 215, 217

Active – Passive, 215omschakeling, 215Umschaltung, 217

Afmetingen, 10

Afsluitmoffen, 12

Analoogcomparator, 117ingangen, 63waarden, 76

AS-interface, 3

ASibus, 21master, 21systeem, 21

ASi-ingangen, 63

Asynchrone impulsgever, 109

BBasisfuncties, 65

EN (AND), 67 met flank, 67

NEN (NAND), 68 met flank, 69

NIET (NOT), 71NOF (NOR), 70OF (OR), 69XOF (XOR), 71

Basiskennis speciale functies,72

Bediening, 146

Bedieningsveld, 3

Bedrijfs-toestandsweergave, 214urenteller, 104

Bedrijfsurenteller, bedrijfsuren,104

Beperkingen, 59

Beveiligingswijze, 53, 76

Bewerken, 50

BF (GF), 65

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

222

Blok, 30invoegen, 50nummer, 30

toekennen, 31wissen, 55

met elkaar verbonden blok-ken, 56

BN, 62

Busaansluitkabel, 22

CCE-kenteken, 6

Certificering, 6

Co, 62, 63

Comfortschakelaar, 123

Connectors, 63

Constanten, 63

Controle, 53

CSA, 6

Cursor, 37

Cursorbeweging, 37

Cyclusduur, 210

DDemoversies, 145

Display, 31

drag and drop, 145

Drempelwaardeschakelaaranaloog, 114frequenties, 112

EEN, 67

EN (AND), 67

EN niet, 68

Exclusief OF, 71

FFlankanalyse, 67, 69

FM, 6

Frequentiefuncties, 15

Functieblokken, 30

GGain (versterking), 76

Geheugenbereik, 59beslag, 60gehoefte, 208

Geheugenbehoefte, 208

GF, 62

Grootte van een schakeling, 59

Gulden regels, 36

HHoudrelais, 88

223LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

IImpuls

duur, 109pauze, 109

Impulsgever, asynchroon, 109

Impulsuitvoer, 92

Ingangen, 63

Ingangen aansluiten, 14

Inschakeltijdstip, 96

Installatie, 146

Instellen, 52

Internetadres, 150

Inverter, 71

Invoegen, 50

JJaarschakelklok, 99

KKlemmen, 28, 63, 64

hi, 29ingangen, 29lo, 29uitgangen, 29van LOGO!, 29x, 29, 73

Klokpulsgever, symmetrische,107

LLCD-display, 3

LED, 214

LijstBN, 62Co, 62GF, 62SF, 62

Logische module, 1

LOGO!, 27, 62, 136aan de ASi-bus, 22aan een PC koppelen, 147bedraden, 12demonteren, 10herkennen, 4inschakelen, 24modi, 26monteren, 8, 10opbouw van, 3richtlijnen, 8varianten, 5

LOGO! monteren en bedraden,8

LOGO!-software, 144installatie, 146

LOGO!Soft Comfort, 145

Loopafwijking, 75

MMeldteksten, 125

Menu’s van LOGO!, 38

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

224

Menustructuur, 217

Merktekens, 64

Modusparametreren, 38, 129programmeren, 38

Modus PC – LOGO, 147

NNegatie, 71

NEN (NAND), 68

Nestingdiepte, 59, 61

NIET (NOT), 71

Niveaus, 64

NOF (NOR), 70

Nulpunt, 76

OOF, 69

OF (OR), 69

OF niet, 70

Offset, 76

Omschakelen, zomertijd enwintertijd, 135

Omschakeling, Active–Passive,215, 217

Op- en aftellende teller, 101

Open klemmen, 64

Opslag, capaciteit, 59

Opwaartse compatibiliteit, 138

Overzichtsplan, 32

PPar, 59

Parameteringangen, 74T, 74weergeven/verbergen, 53

Parametersinstellen, 128selecteren, 130wijzigen, 131

Parametreervenster, 95, 126

Parametreren, 52

Passive, 215, 217

Passive – Active, 215

PC – LOGO, 147

PC-kabel, 147

Planning, 37

Profielrail, 10

Programma’sarchiveren, 136invoeren, 42per post versturen, 136verveelvoudigen, 136wijzigen, 49wissen, 58

Programmacyclus, 210

225LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Programmamoduleaanbrengen, 138geel, 136insteken, 139kopiëren, 141rood, 136verwijderen, 138, 139

Programmaverbindingsweg, 61

Programmeermodus verlaten,53

Programmeersoftware, 144

RRAM, 59

Regels, 4 gulden, 36

Relais met vergrendeling, 90

Relaisuitgangen, 19, 202levensduur, 202schakelvermogen, 202

REM, 59

Remanentie, 75

RUN, 46

SSchakelaar

comfort, 123trappenlicht, 121

Schakelklok, 1nauwkeurigheid, 75

Schakelprogramma, 59

Schakelschema, 33

Schakelstroom, maximale, 20

Sensoreigenschappen, 14

SF, 62, 77

Simulatie, 144

Slave, 4

Sleepcontactimpulsuitvoer, 92met flankoverbrugging, 93

Snelle ingangen, 15

Spanningsniveaus, 64

Speciale functies, 77analoge comparator, 117basiskennis, 72drempelwaardeschakelaar

analoog, 114frequentie, 112

impulsgever, asynchroon, 109klokpulsgever, symmetrisch,

107meldteksten, 125relais

stroomstoot, 90vergrendeling, 88

schakelaarcomfort, 123trappenlicht, 121

schakelklokjaar, 99week, 94

sleepcontactimpulsuitvoer, 92met flankoverbrugging, 93

tellerbedrijfsurenteller, 104op-/aftellen, 101

toevalsgenerator, 110

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

226

vertragingaccum. inschak, 86in-/uitschakeling, 84inschakeling, 80uitschakeling, 82

Startgedrag, 213

Stroomaan, 24terugkeer, 24uit, 24

Stroomvoorziening, aansluiten,12

Symbolen, 4

Symmetrischer klokpulsgever,107

Systeemelementen, 59

TT. Siehe tijd

Technische gegevens, 188algemeen, 188LOGO! 12RC, LOGO!

12RCL, 199LOGO! 230...., 190LOGO! 24 Basic, 193LOGO! 24 Long, 196LOGO!Contact, 207LOGO!Power 12 V, 203LOGO!Power 24 V, 205

Teller, op-/aftellen, 101

Terminalblok, 61

Tijd, nauwkeurigheid van de, 75

Tijd instellen, 134

Tijdsgedrag, 74

Tikfouten corrigeren, 57

Timer, 59

Toepassingen, 150

Toevalsgenerator, 110

Transistoruitgangen, 20

Trappenlichtschakelaar, 121

Tweedraadsverbinding, 21

Types van apparaten, LOGO!,2

UUitgangen, 63

Uitgangen aansluiten, 19

Uitschakeltijdstip, 96

UL, 6

Update, 145

VVerbergen, 53

Verbindingsingangen, 73

Verdeeleenheden, 10

Versterking, 76

Vertraagde in-/uitschakeling, 84

Vertraagde inschakeling, 80accumulerend, 86

227LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

Vertraagde inschakeling metaccumulatie, 86

Vertraagde uitschakeling, 82

Voorbeeldautomatische deur, 156fabriekspoort, 168

aansturen, 172controleren, 172

lichtbanen, 177pomp voor gebruikswater,

181ventilatiesysteem, 163verdere mogelijkheden, 185verlichting

gang, 151trappenhuis, 151

WWaarschuwingsduur, 122

Waarschuwingstijd, 122

Weekdag, 95

Weekschakelklok, 4, 94, 96instellen, 96voorbeelden, 97

Weergave van het display, 31

Weergeven, 53

Werk-, gedrag, 213

Wintertijd, 135

Wisselen van de schakelstand,15

XXOF (XOR), 71

ZZomertijd, 135

Zonder display, 212

LOGO!-handboekJuni 2000, Versie 5

228