Nathalie De Block BALOA

MUVO 2 : opdracht 2

Muzische opdrachten gebaseerd op het werk van Gert de Keyser. Domein : Beeld

Thema : portretten uit de reeks: waiting pictures - arcering licht en donker

Selectie uit de werken voor deze opdracht

Leerplandoelen

9 Het beeldaspect ‘licht’ ervaren en toepassenDat houdt in

9.1 De begrippen licht, donker en schaduw illustreren.9.4 De begrippen eigen schaduw (op het voorwerp zelf) en slagschaduw (op zijn omgeving) toepassen

11 Het beeldaspect lijn ervaren en toepassen.

11.3 De begrippen spiraalvorming, grillig, diagonaal en evenwijdige arcering kunnen toepassen.

Lesdoelen

De leerlingen kunnen portrettekeningen maken aan de hand van een eenvoudig computer programma.De leerlingen kunnen een handleiding stap voor stap opvolgen.De leerlingen kunnen licht en donker arceren. De leerlingen kunnen experimenteren met licht en donker zowel op een voorgrond (eigen schaduw) als op een achtergrond (slag schaduw).

Doelgroep 10-12 jaar

Beginsituatie

Bij aanvang van de les heeft de leerkracht een handleiding gemaakt waarbij de leerlingen stap voor stap onderstaande eenvoudige website leren gebruiken.De leerlingen maken voor het eerste deel van de les gebruik van het computerlokaal

Website: http://www.picassohead.com/search.html?submitted=1&where=signature&query=&x=23&y=9

Portrettekening (25 min)

De leerlingen bekijken bovenstaande tekeningen. De leerkracht vraagt de leerlingen wat ze zien en brengt het gesprek zo bij het onderwerp portrettekeningen. De leerkracht vraagt de leerlingen goed te kijken naar de verhoudingen tussen ogen, oren, neus en mond.

Vervolgens surfen de leerlingen naar bovenstaande website. De leerlingen gebruiken een door de leerkracht gemaakte handleiding en maken met behulp van het programma, stap voor stap enkele eenvoudige portrettekeningen. Eerst kiezen ze een vorm voor het gezicht. Vervolgens kiezen de leerlingen ogen, neus, wenkbrauwen, oren, haar… De leerlingen slepen de vormen naar het tekenvenster. Hierbij experimenteren ze met verhoudingen tussen onder andere ogen, mond en ogen. Wat gebeurd er met mijn ontwerp wanneer ik de ogen dichter bij elkaar plaats, een dikke of dunne neus, gekrulde of rechte wenkbrauwen….

Tot slot kunnen de leerlingen de tekening van een electronische handtekening voorzien.

De leerlingen mogen elk 2 tekeningen afdrukken. Deze nemen ze mee naar de klas.

Arceren licht of donker. (5min)

De leerkracht heeft de portrettekeningen van Gert op enkele banken gelegd. De leerlingen lopen even rond de banken en kijken naar de arceringen op de tekeningen. De leerlingen krijgen een blanco blad en een bic. De leerkracht vraagt de leerlingen om een klein stuk van het blad licht te arceren, vervolgens vraagt zij de leerlingen een klein stukje donker te arceren. De leerkracht vraagt om nu een stukje te arceren dat net iets lichter is dan het eerste lichte stukje en een volgende stukje net iets donkerder te maken dan het eerste donkere stukje. Dit herhaalt de leerkracht een derde keer. Op elk blad staan nu 6 verschillende arceringen. Tot slot vraagt de leerkracht kan je nog lichter of nog donkerder? De leerlingen proberen uit.

Afwerking portrettekening

De leerkracht vraagt de leerlingen om de zelfgemaakte portretten er opnieuw bij te nemen.De leerkracht vraagt de leerlingen om voor elk portret een wit, grijs of zwart A4 blad als achtergrond te kiezen. De leerlingen leggen hun portretten(half A4 blad) op deze wit, zwart of grijze achtergrond. (Ze mogen diverse opties uitproberen) De tekening wordt vervolgens op de achtergrond gekleefd.

Nu gaan de leerlingen experimenteren met licht en donker. Hierbij gaan de leerlingen met een bic het arceren toepassen. Ze moeten minimaal 2 licht en minimaal 2 donker schakeringen in hun tekeningen verwerken. De leerlingen kunnen arceren in de voorgrond en/of op de achtergrond van hun tekening. (Indien zij een wit of lichtgrijs blad kozen) De leerlingen mogen ook witruimten laten.

De leerlingen bekomen tot slot een zelfgemaakte bic-tekening.