Kennisportfolio P2 – Cor Spijkers – 2088615

Marketing - Marketing + MyLab NL toegangscode / druk 2 – Kotler, Philip / Armstrong, Gary / Borchert, Ton / van der Hoek, Paul

Marketing: zorgen voor de afstemming van vraag en aanbod.

Het draait om de behoefte van de klant.

Centraal staat:

1. Productie: Gewoon iets maken2. Product: moet ook ergens aan voldoen.3. Verkoop: moet verkocht worden door een verkoper4. Marketing: behoefte creeeren5. Maatschappij: Kijken naar wat de doelgroep belangrijk vindt voor bijv, milieu.

MarktMarketing: een markt is een groep bestaande en potentiele afnemers van een product.Economie: het geheel van vraag en aanbod

Abell-diagram

Wat: klantbehoeftenWie: klantengroepen/segmentenHoe: technologieen

WAT: wat is de behoefte?HOE: Hoe verzien we de behoefteWIE: spreekt voor zich, welke doelgroepen

Kijk eerst naar je omgeving, verder kijken dan je neus lang is.

Wat weten we eigenlijk al over de omgeving van een bedrijf?

Intern: Micro alles wat binnen jou bedrijf gebeurd.

Interne Analyse:

Gericht op Micro omgeving Onderzoekt de situatie binnen het eigen bedrijf

Brengt sterkten en zwakten van een bedrijf in kaart

Analyseren is meer dan beschrijven!

Beoordeel interne omgeving ALTIJD in relatie tot:

Eigen missie en visieConcurrenten

Inhoud:

Organisatie (7-S)

Financieel (solvabiliteit/liquiditeit/rentabiliteit) Marketing (Marketingmix)

Extern: Meso, kan je iets aan doenDESTEP: Macro, kan je bewijs van spreken niets aan doen.

Externe Analyse

Gericht op de Meso en de Macro omgeving Onderzoekt toekomstige trends/ontwikkelingen die buiten de ionderneming liggen Brengt de kansen en bedreigingen van een bedrijf in kaart

 Checklist

Je gebruikt woorden die een verandering aangeven zoals groter/kleiner, minder/meer, hoger/lager, strenger/losser, beter/slechter, groei/krimpen, etc.

Er staan geen dingen in die gaan over de situatie zoals die er op dit moment is of in het verleden zijn geweest. (bv er is/was hevige concurrentie)

De naam van jouw bedrijf komt hier niet voor, het gaat hier om algemene

ontwikkelingen. (gelden dus ook voor je concurrent)

Bedrijfskolom

Oerproducent - Fabriek - Groothandel - winkel (LEER!)

5 krachtenmodel van Porter

Zie model!

Herkennen/beschrijven niet voldoende...analyseer!

Neemt de dreiging toe of af? Neemt de kracht toe of af? Wordt de rivaliteit kleiner of groter? Wat is de ontwikkeling?

Interne concurrentie: tussen bedrijven binnen bedrijfstakExterne concurrentie: Leveranciers, afnemersPotientiele concurrentie: toetreders, substituten

Concurrentie-intensiteit > Marktaantrekkelijkheid

Positief: kansNegatief: bedreiging

Altijd zorgen dat een ontwikkeling toe neemt.

Interne Analyse:

Beoordelen interne omgeving in relatie tot eigen missie en visie en concurrenten

negatief: zwaktepositef: sterkte

Externe Analyse:

Gericht op de Meso en de Macro omgevingOnderzoekt TOEKOMSTIGE trends/ontwikkelingen die buiten de onderneming liggen. Brengt kansen en bedreigingen van een bedrijf in kaart

Je gebruikt woorden die een verandering aangeven zoals groter/kleiner, minder/meer, hoger/lager, strenger/losser, beter/slechter, groei/krimpen, etc.Er staan geen dingen in die gaan over de situatie zoals die er op dit moment is of in het verleden zijn geweest. (bv er is/was hevige concurrentie)De naam van jouw bedrijf komt hier niet voor, het gaat hier om algemene ontwikkelingen. (gelden dus ook voor je concurrent

Positief: kansenNegatief: bedreigingenADe Swot-Analyse

- geeft inzicht in bedrijfsvoering(wat speelt er bij het bedrijf, welke problemen zijn er?)- helpt bij ontwikkelen strategie

Micro: Strenghts, Weakness: internMeso/Macro: Threats, opportunities: extern

Strategie: Hoe ga je de doelen bereiken.

Visie: wat?Missie: waarom?Strategie: hoe?

Alles strategieen moeten aansluiten bij de ondernemingsstrategie.

Waarde strategie reacy en Wiersema

Waar voeg je als bedrijf de meeste waarde toe?

Marketingstrategie: Onderscheiden van concurrenten

Hoe wil een ondernemening zich duurzaam onderscheiden van de concurrentie?

Strategieen van Porter:

Kostenleiderschap: zo min mogelijk kosten, action Differentiatie: meerwaarde leveren door uniek te zien, maar voor iedereen. Focus en kostenleiderschap: richten op specifieke doelgroepen en lage kosten Focus en differentiatie: richten op specifieke doelgroep en waarde door uniek te zijn.

Groeirichtingen:

Positieve groei Geen groei (conselideren) Negatieve groei

Groeistrategieeen van Ansoff

Marktpenetratie: bestaande markt, bestaand product: meer afzetten.

    - Marktverdieping: meer gebruiken door bestaande afnemers. Marktverbreding: nieuwe gebruikers binnen reeds gedefinieerde markt.

Markt-ontwikkeling: andere afnemers pakken, andere doelgroepen.

Je gaat jezelf intinatioliseren

Product-ontwikkeling: groeien door nieuwe producten te ontwikkelen.

Ikea

Diversificatie: Nieuwe markt en een nieuw product.

1. Product volgens Kotler: lles dat op een markt kan worden gebracht of aangeboden (voor verwerving, gebruik, verbruik of aandachr) waarmee een specifieke behoefte kan worden voorzien.

Zie sheets afbeelding!

Soorten consumentenproducten:

Convenience: boodschappenShopping: letterlijk shoppenSpecialty: bijzondere producten veel aandacht (bankstel, auto)Unsought: waar je niet snel behoefte aan hebt, uitvaart verzekering

Zie sheet productenlevencyclus

Product ontwikkelings stadium: geld uitgegeven voor product te ontwikkelenIntroductiefase: veel kosten marketinggroeifase: product in opkomst, blijft groeienvolwassen fase: blijft redelijke constantneergang: geen behoeften meer aan product

2. Diensten

Kenmerken van diensten:

Ontastbaarheid: De klant kan diensten niet zien, prooeven, voelen, horen of ruiken voordaat hij ze verkoopt.

Variabiliteit: De kwaliteit van de dienst hangt af van wie ze verleent en wanneer, waar en hoe.

Ontbreken van eigendom: Je kunt een dienst niet in je bezit hebben.

Onscheidbaarheid: Je kunt diensten niet scheiden van de dienstverleners

Vergankelijkheid: Je kunt diensten niet opslaan om later te verkopen of gebuiken.

3. Assortiment

Assortiment.Het geheel aan productlijnen

Productlijn/ Productgroep/ Productcategorie.Een groep producten die nauw verwant zijn om dat ze min of meer:hetzelfde functionerenaan dezelfde klanten groepen worden verkochtvia dezelfde verkooppunten verkocht wordenbinnen dezelfde prijscategorie vallen.

Dimensies van een assortiment

Breedteè aantal productgroepen

Diepteè aantal productvarianten (binnen groep)waspoeder: blokken, poeder, capsules enz.

Lengtetotaal aantal artikelen (binnen groep)Verschillende merken

Consistentieè mate van verwantschap artikelenjuwelier sterke, action slechte

1. Product-line intensivation: uitbreiding binnen huidige productlijnen2. Product-line extension: uitbreiden buiten huidige productlijnenHema: verzekeringen en productenpromotie: product gericht

Je doelgroep moet iets weten, vinden en doen.Kennis, houding en gedrag.

Lange termijn: thema communicatieMerkbekendheid, merkvoorkeur en het imago vergroten.

Korte termijn: actie communicatieRealiseren van probeeraankopen en directe omzet verhoging.

Promotie-mix:

reclame Marketing PR Direct marketing Internet Beurzen

Sales Promotion

Stimulans op korte termijn om de aankoop van een product te bvorderen.

Kortingsbonnen Monsters Geld terug coupon Premiums Prmomotie artikelen Promotie op verkooppunt Wedstrijd / loterij

Public Relations

Goede betrekkingen opbouwen met belanghebbenden middels gunstige publiciteit

Persrelaties Publiciteit Public Affairs Lobbying

Persoonlijke verkoop

De stappen: Potentiele klanten opsporen en classificeren - informatie verzamelen - klant benaderen - presentatie en demonstratie - omgaan met bezwaren - de verkoop afsluiten - nazorg

Direct Marketing

Rechtstreekse communicatie met een zorgvuldig uit gezochte doelgroep van individuele klanten. Gericht op:

Respons Opbouwen relaties

Voorbeelden: online marketing, persoonlijke verkoop, telemarketing, direct- mailmarketing, catalogus marketing, direct response televisie marketing (tell sell), kiosk marketing (station).

Belangrijke communicatie beslissingen:

1. Doelstellingen formuleren 2.  methode van budget beslissing  

3. beslissing over de boodschap 3. Mediabeslissingen

4. Campagne beoordelen

Zie powerpoint!

Push-strategie: alle marketing activiteiten bijna in de strot duwen van de consument, vraag creeren. Pull-strategie: wil gezellige kerstavond, dus Cola halen. De consument vraagt aan de producent.

Digitale/technologsiche ontwikkeling

Mobiele marketingMobiel, i-tunes, podcast, applicaties

Online marketingZoekmachines, portals, weblogs, banners, social marketingB2C, B2B maar ook C2C

Narrowcasting (schermen op stations, school) Out of home media (Amerika grote LCD schermen met reclame) in-game advertising (spel in gaan)

Viral marketing en ‘buzz’

Blijven opvallen: Via Internet mond tot mond reclame.

Douwe Egberts: ik ben je bitch niet!

Experience marketing

Events Sportmarketing en sponsoring Entertainmentmarketing

Guerilla Marketing

Met beperkte middelen groot resultaat bereiken.Op een snelle en tactische manier een heel deel veroveren.Coca cola automaat in school kantine.

corporate communicatie: algemene bekendheid van het bedrijf

Management en organisatie - Organiseren & managen – Weber, Andre / Doelen, Aldert

7s-model of terwijl doorlichting dit gebruik je om een organisatie intern te bekijken.

Om de weg af te leggen (a-b) heb je een strategie proces nodig:

missie visie (directie bezig houden) doelstellingen strategie

Strategie:

Treacy en Wiersema

Maak een keuze tussen product innovation, operational excellence, customer intimacy.

Operational Excellence / kostenleiderschap:(Aldi)

Tegen een lage prijs produceren / leveren Groot klantenbestand Volume Schaalvoordelen

Productinnovatie / Productleiderschap:(Apple)

De nieuwste producten aanbieden Veel slimme mensen in dienst hebben Niet gericht op lage kosten

Customer Intimacy / klantenpartners

Precies weten wat de behoefte van de klant is Naast de klant staan Langdurige relaties

Groeistrategie, concurrentiestrategie (marketing)

Structuur (de naam van de structuur):

Er wordt eerst een keuze gemaakt tussen differentiatie (F) en specialisatie (P,M,G).

1. lijnorganisatie2. lijn-staforganisatie3. lijn- en functionele staf organisatie

Systeem

Een systeem is het geheel van formele en informele procedures en werkinstructies die een bepaald resultaat moeten opleveren.

Primaire proces: proces waar het geld mee wordt verdiend.Secundaire proces: ondersteunt het primarie proces.Bestuurlijk proces: stuurt alles aan (directie).

Bij grote bedrijven staat het systeem op papier.

Managementstijlen

Autocratisch / Autoritair (behoefte aan macht): bevelen alle invloed, alle beslissingen.consulterend: vraag je medewerkers om input, maar wel zelf de beslissingen, op zondag open gaan (de medewerkers).participatief: laat alles over aan ze medewerkers (hoger opgeleiden) advocaten.

Sleutelvaardigheden

Een kernbekwaamheid is een unieke combinatie van kennis, vaardigheden, structuren, technologien en processen in de onderneming die het mogelijk maken om producten of diensten te leveren die geen enkele andere onderneming op dezelfde manier op hetzelfde moment kan produceren. Waar je mee opvaltCultuur Is een patroon van denken en doen van mensen gebaseerd op overtuigingen wat goed en fout is (ui-model).

Volgende stap naar strategie is structuur Arbeid Afstemming coordinatie

Onder directie kijken wat voor indeling het is!Interne differentiatie:DirectieIngedeeld op afdelingen, afdelingen zijn functionele gebieden vandaar F-indelingF-indeling: taken, functies en relaties in een afdeling geplaatstVoordelen van F-indeling?

Deskundigheid Snelle communicatie Routine Gelijkheid werkhouding Bezetting machines

Nadelen? Eentonig werk bij productie Geen doorgroeimogelijkheden Weinig flexibiliteit Meer overleg tussen afdelingen Vervreemding eindresultaat

Structuur1. Taakroulatie (wisselen van baan op zelfde afdeling)2. Taakverrijking (moeilijkere taken, rijkere taken)3. Taakverbreding (meer taken op hetzelfde niveau)

Interne specialisatieRaad van bestuurVerder ontwikkeld, meerdere producten voor meerdere markten.Meerdere groepen ieder groep is bezig met een eigen P, M of C (porduct, markt, communicatie)Business united, divisies, werkmaatschappijen BVVoordelen?

Snelle probleemoplossing Korte communicatielijnen Grote betrokkenheid Veel kennis einproduct

Nadelen? Meer machines nodig

Leegstand afdelingen Concurrentie tussen afdelingen

Tentamen!Matrixstructuur

komt voor bij hoog opgeleide professionals werken altijd in teams samen in projecten Als werknemer altijd 2 bazen afdelingsmanager en projectleider per productie waar je

werkt meerdere bazen altijd in projecten leert altijd bij

Projectstructuur Werk je binnen projecten, maar projecten doe je niet in je eigen organisatie Bouw bedrijven DSM Hertel

Een systeem is het geheel van formele en informele procedures en werkinstructies (processen) die een bepaald resultaat moeten opleveren

Een flowchart is een schematische weergavevan een proces: zie powerpoint week 3

Kwaliteit

Kwaliteit is het voorzien in de behoeften en voldoen aan de eisen en de wensen van de klant

Kwaliteit is leveren wat de klant verwacht:Verwachtingen <-> Werkelijke product

Een sterke organisatie streeft altijd naar een betere kwaliteit, zowel intern (efficiency) als ook extern (effectiviteit), maar wil ook kwaliteit behouden (borgen)

•Verbeteren van kwaliteit•Borgen van kwaliteitDe Kwaliteitcyclus is een continu proces

Methode: de PDCA-cyclus van DemingDoelen•Continue procesverbetering•Kwalitatieve verbetering van (productie) processen

Zijn allemaal dezelfde cyclussen!

Beheersen van gedrag:

•Direct leidinggeven•Beperken van ongewenst gedrag•Beoordelen van activiteiten•Beoordelen van resultaten•Management By Objectives (MBO)

Borgen van kwaliteit ISO-systeem:

•Beleid vanuit directie

•Procedures•Objectief meetsysteem•Opleiding en training•Klanttevredenheid

EFGM-model / INK-model

Modellen om kwaliteit te verbeteren

Plan > Act > Check

Normen

Simpelweg kun je stellen dat normen de zaken zijn die je als normaal betitelt.Het is normaal dat je wat afstand houdt als iemand staat te pinnen.Ook is het normaal dat je op tijd komt als je met iemand hebt afgesproken.

Waarden

Waarden zijn de zaken die waardevol gevonden worden door iemand of een groep mensen (een samenleving). Zaken die van waarde zijn, die het nastreven waardig zijn.Het is vaak een enkel woord, zoals eerlijkheid, respect, gelijkheid.Waar normen gaan over hoe wenselijk is dat je je gedraagt of opstelt, gaan waarden over wat dan de achterliggende gewenste motivatie is.Ik sta altijd op voor ouderen (norm), omdat ik respect heb voor anderen / ouderen (waarde).Ethiek of moraalwetenschap is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen.

Drie typen ethiek:

Deugden-ethiek

Deugd = goede manier van handelen (opvoeding en scholing)Geen regels of principesHet karakter van de persoon staat centraalGulden middenweg

Plichten-ethiek

Plicht om morele verantwoordelijkheid op je te nemenWederkerigheidsprincipeGEEN middenweg

Gevolgen-ethiek

Scheidslijn tussen goed en fout is niet duidelijkBelangrijk: Wat heeft een beslissing tot gevolg?

MVO

In Nederland ook wel genoemd:Duurzaam OndernemenIn Engelstalige landen ook wel genoemd:SustainabilityMeestal gaat het begrip gepaard

met de 3P´s

PeopleBij People gaat het om het welzijn van de medewerkers van het bedrijf, maar ook van de maatschappij als geheel. Denk daarbij aan issues zoals diversiteit (meer type personeel, culturen), medezeggen-schap, gedragscodes, maar ook om mensenrechten, waar internationale ondernemers mee te maken kunnen krijgen.Profit

Winstbesteding, Heineken aids medicijnen.Ivesteer in de imployibility.

Maar ook:Goede arbeidsvoorwaardenGelijke kansenInspraak van medewerkersControleerbare verantwoordingGeen corruptieGeen fraudeTransparantie

Planet betekent dat de bedrijfsactiviteiten binnen ecologische randvoorwaarden plaatsvinden. Er wordt bijvoorbeeld op energieverbruik gelet, afval wordt gescheiden ingezameld en productieprocessen zijn zo zuinig mogelijk.

Maar ook:Duurzame productontwerpenLeveranciersselectieVerantwoording afleggen

Cradle-to-cradle:

Tijdens een recyclingproces neemt de kwaliteit van de grondstoffen af. Uiteindelijk is de grondstof niet meer te bewerken. (cradle-to-grave)Cradle-to-cradle (van wieg tot wieg) betekent dat tijdens het recyclingproces de kwaliteit van de grondstoffen behouden worden.

MVO PrestatieladerPlanetinzichtelijk maken van MVO in een ondernememing3-4-5 pas zaken met overheid

Profit kijkt niet alleen naar de financiële prestaties van het bedrijf zelf, maar ook naar de economische effecten van de bedrijfsactiviteiten op de omgeving. Hierbij kun je denken aan werkgelegenheid, investeringen in infrastructuur, uitbesteding en sponsoring

Multinationals hanteren veelal naast een financieel jaarverslag ook een duurzaamheidsverslag waarin ze de voortgang van het bedrijf op duurzaamheids-doelstellingen weergeven.Zoek in tweetallen naar een duurzaamheidsverslag van een grote, Nederlandse organisatie.Zoek voor alle 3 de P’s een voorbeeld in dit verslag en presenteer aan de klas

MVO is geen einddoel, maar een proces. Idealiter is maatschappelijk verantwoord ondernemen verankerd in alle bedrijfsprocessen en wordt er bij iedere beslissing een afweging gemaakt tussen de belangen van alle verschillende stakeholders.

Dus ook verankerd in het 7S-model.

Managers in verschillende lagen / niveaus nemen andersoortige beslissingen3 soorten beslissingen:Strategische beslissingen: de top beslist 1000 werknemers eruit re-organisatieTactische/organisatorische beslissingen: wie er ontslagen moeten wordenOperationele beslissingen: in hoeveel termijnen de mensen worden ontslagen

Verschillende Managementstijlen

1. Autocratisch / autoritair leiderschap•Leider geeft 'bevelen' aan medewerkers•Macht als middel van gezagsuitoefening•Strikt hiërarchische verhoudingen•Geen inspraak/discussie•De leider beslist•Geld is belangrijke stimulans voor medewerker•Leider gericht op het behalen van resultaat

2. Consulterend leiderschap•Leidinggevende behoudt de eindverantwoordelijkheid•Medewerkers participeren in overlegorganen•Informeren en adviseren leidinggevende•De leider neemt de uiteindelijke beslissingen

3. Participatief leiderschap•Leidinggeven is een groepsfunctie geworden•Besluiten komen democratisch in de groep tot stand•Leidinggevende is begeleider/coördinator•Gevaar: geringe slagvaardigheid / besluiteloosheid

Taakgerichte managementstijl- Focus op het doelRelatiegerichte managementstijl- Aandacht voor de mens

Doener

DaadkrachtSnelheidZichtbaarheidKorte termijnIntuïtief

Denker

Eerst denken, dan doenKennis (cijfermatig)DoelgerichtLange termijnRationeel

Tranformerend leiderschap: veranderen (Nelson Mandela).

De ‘vader’ of ‘moeder’ van de organisatie

CharismaVisiePersoonlijke aandachtUitdaging

Transactioneel leiderschap: niks veranderen, managen, op de winkel passen wat er is.

Ruilrelatie staat centraalControle van werkBeloning voor goed werkPlanning belangrijk

Leiderschapscompetenties

Wat moet een manager in huis hebben om zijn leidinggevende taken goed uit te voeren?Elke dag beter willen wordenCoachen van individuele medewerkersCoachen van teamsBeïnvloeden van cultuur

Gemeenschappelijke waarden

Cultuur is een patroon van denken en doen van mensen, gebaseerd op overtuigingen wat goed en fout is.Een sleutelvaardigheid / kernbekwaamheid is een unieke combinatie van kennis, vaardigheden, structuren, technologieën en processen in de onderneming die het mogelijk maken om producten of diensten te leveren die geen enkele andere onderneming op dezelfde manier op hetzelfde moment kan produceren.

Een sleutelvaardigheid / kernbekwaamheid is datgene wat de organisatie onderscheidt van andere organisaties

leer in powerpoint: typering van harrison, typologie van hofstede en dimensies.

De S van sustainaibility hoort ook bij 7S-model

veel hoogopgeleide gebruik consulterend leiderschap.

structuur kunnen benoemen en toepassen.

Projectstructuur is bij externe opdrachtgever. Vaak buitenland DSM Hertel.

Matrixstructuur ben je projecten voor je eigen bedrijf aan het uitvoeren zoals medici, medicijn voor eigen directie ontwikkelen.

Processen kunnen maken door middel van flowchart. zit erin!

PDCA-cyclus: plan do check act. Continue verbeter proces.

Vormen van ethiek kennen en herkennen.

3 P’s van MVO kennen people profit planet, sportscool bijv voor personeel.

Basisgedachten van managementstijlen, autocratisch, consulterend, participatief.

Relatiegericht: van gaalTaakgericht: focus op doel

Managers aansturen hersey and blanchardinstrueren, overtuigen, delegeren, overleggen

hoger personeel: personen en taaklager personeel: macht en rollencultuur

Harrison: persoons, rollen

Dimensies van hofstedestrakke vs losse controlepragmatisch vs normatief

Rechten - Kluwer collegebundel 2014/2015 - Nederlands recht begrepen – Janssen, Lydia

Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid

Eenmanszaak Maatschap VOF (CV)

Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid

BV NV Vereniging, stichting. OWM, cooperatie is eigenlijk ook vereniging, maar mag winst

verdeeld worden (verzekeringsmaatschappij)

Rechtspersoon: eigen rechten en plichten, leidt zelfstandig leven, afgeleid vermogen, eigen doel.

Verplichtingen van de ondernemer

Publicatieplicht

inschrijven in het handelsregister Mededeling Staatscourant (regelt KvK)

Administratieplicht

Ondernemingsvertegenwoordiging (10-50)Instellen OR ( > 50)

(indien aan voorwaarden is voldan; wet op de ondernemingsraden = WOR) Niet publiekrechtelijke rechtpersoon met ten minste 50 werkzame personen.

Eenmanszaak

Een onderneming die toebehoort aan een natuurlijk persoon Geen scheiding zakelijk en prive vermogen

Maatschap

(definitie (art. 7a:1655 BW)

Overeenkomst (vormvrij) twee of meer personen (kan mond op mond) Verbinden om iets in gemeenschap in te brengen oogmerk: winstdeling

Bevoegdheden tot handelen (bestuur)

Met bevoegdheid tot handelen wordt bedoeld: wie mag beslissingen nemen die de maatschap bindt?

Beheersdaden behoren tot de normale gang van zaken binnen de ondernemingHangt af van het doel van de maatschap.

Beschikkingsdaden zijn handelingen die geen beheersdaden zijn.

Beschikken (art 7a:1679 BW en 7a:1681 BW > wat hieronder staat, staat in het artikel)

Alle maten gezamenlijk; een maat kan de ander niet bindenWel binding bij:Volmacht (anderen geven vooraf toestemming)Bekrachtiging (anderen zeggen achteraf dat het goed is)Bij voordeel voor de maatschap

De maat die de maatschap onbevoegd vertegenoordigt, bindt niet de vennootschap, maar wel zichzelf

Externe aansprakelijkheid

Met externe aansprakelijkheid wordt bedoeld: wie moet de vennootschapsschuld aan de schuldeisers betalen?

Aansprakelijkheid voor gelijke delen (art. 7a:1680 BW) dus ook indien winst/verliesdeling intern anders is geregeld. Dus, bij huur bijvoorbeeld iedere maat aansprakelijk.

Oefening (2) antwoord:

Ja, de maatschap is aan de overeenkomst gebonden.€ 33333,33

De 3: externe aansprakelijkheid, bevoegdheid tot handelen, winst- en verliesrekening

Case tandarts

Vraag 1:

1. De Vrij tegen de maatschap2. Heeft de Vrij onbevoegd gehandeld?3. Art. 7A:1676 BW4. Afzonderlijk bevoegd elke maat voor beheren

Kopen van tandartsmateriaal is een beheersdaad.5. Dus, de maatschap is gebonden.

Vraag 2:

1. Van hoof en de Kies2. Is van Hoof extern aansprakelijk?3. Art. 7A:1680 4. Elk de vennooten: Ja, de Vrij en van Hoof

Ieder voor gelijke som: Nee gebeurt niet, maar moet wel.5. Dus, ja er zijn 2 maten delen door twee.

Definitie VOF

Art. 16 Wetboek van KoophandelBijzondere maatschap uitoefening van bedrijfonder een gemeenschappelijke naam

VOF: waarbij de persoonlijke kwaliteiten niet op de voorgrond staanMaatschap: staan de persoonlijke kwaliteiten wel op de voorgrond

Stille maatschap: kom je niet naar buiten met de naam, mondhygeniest en tandarts.

Een vrije beroepsoefenaar is iemand die wordt gevraagd vanwege zijn individuele, persoonlijke kwaliteiten die liggen op artistiek of academisch/HBO-niveau

Verdeling winst/verlies

Hetzelfde als bij maatschapArt. 7A:1670 BW: als je niet afspreekt, evenredig naar inbreng, afwijken mag, maar beperking van art. 7A:1672Het mag nooit 100% en 0% zijn!

Bevoegdheid tot handelen VOF

Lees artikel 17 lid 1 en 2 WvK

Schrijf in eigen woorden?

ieder der vennoten bevoegd tot beheer en beschikken (art. 17, eerste lid, WVK)Tenzij (artikel 17, tweede lid, WvK):

Buiten doel vennootschap of

afgesproken bevoegdheidsbeperking

Artikel 29 WvK: beperkingen tweede lid gelden alleen naar derden indien ingechreven in Handelsregister.

Als het niet ingeschreven is dan gaat de 3e ervan uit dat de vennoten onbeperkt bevoegd zijn.

Externe AansprakelijkheidVOFTov derden (schuldeisers)

Vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 WvK)Dwz ieder afzonderlijk kan voor 100% worden aangesproken!

de vof heeft een afgeschreiden vermogen; schuldeisers van de vof hebben voorrang op dit vermogen

ook verhaal op privevermogen van vennoten

VOF Choco 3 vennoten

3 vennoten 50 000> 2e venoot nodig om VOF verantwoordelijk te laten worden. Want ik Handelsregister is dat afgesproken.

Oefening 2

Ja is bevoegd zie artikel 17 lid 1 WvKVerkoper kan iedere venoot aanspreken

Maatschap: evenredige aansprakelijkheidVOF: Hoofdelijk aansprakelijk

Opdracht Paard

1. Korsten vs VOF2. Is de VOF gebonden?3. Art. 17 WvK

Art. 29 WvK4. Art. 17 lid 1 elk der vennoten bevoegd

Art. 17 lid 2 tenzij iets anders is overeengekomen (bevoegheidsbeperking), tenzij buiten het doel.

Toepassen:Art. 17 lid 1: Korsten vennoot? Ja.lid 2: binnen doel: Ja, handel in paarden. Bevoegdheidsbeperking overeengekomen: Ja, Korsten niet alleen vertegenwoordigd.Art. 29: Afspraak niet ingeschreven.

5. Dus, niet ingeschreven > VOF is gebondenKorsten kon het niet weten!

2.

1. Lunenburg - Van Zutphen2. Externe aansprakelijkheid3. Art. 18 WvK

4. Iedere venoot is hoofdelijk aansprakelijk voor het geheel (100%) van de vordering.

300 000 aansprakelijk TOV Lunenburg5. Dus, ja van Zutphen kan voor 300 000 aansprakelijk worden gesteld.

1. Van Zutphen - VOF2. Bevoegdheid tot handelen / gebondenheid3. Art. 17 lid 1 en 2 WvK

Art. 29 WvK4. Art. 17 lid 1: Elk vennoot is bevoegd tot beheren en beschikken

lid 2: tenzij doel VOFtenzij afgesproken bevoegdheidsbeperkingArt. 29 Afsrpaak > ingeschreven in Handelsregister

Art. 17 lid 1: Zutphen is vennoot, dus bevoegd.Art. 17 lid 2: Binnen doel, normale aankoop gelet op doelomschrijving.Art. 29: Bevoegd tot 1000, dus VOF niet gebonden

5. Dus, van Zutphen moet zelf betalen.

Rechtspersonenrecht leerstukken:Bevoegdheid tot handelen: Art. 17, Art. 29 (VOF)Externe aansprakelijkheidVerdeling winst en verlies

BV

Vermogenstructuur BV•BV is een kapitaalvennootschap•Aandeelhouders verschaffen onderneming (eigen) vermogen•Eigen vermogen: de door de aandeelhouders bijeengebrachte risicodragende waarden•Bij overdracht aandelen geldt aanbiedingsregeling, tenzij anders geregeld in statuten Art. 2:195 BW

Aandeelhouders•Rechten van de aandeelhouder–Vergaderrecht–Stemrecht in de AVA–Financiële rechten

•Besluitvorming–In beginsel meerderheid van stemmen–Gekwalificeerde meerderheid•Bijeenroeping:–Minimaal 1 AVA per jaar

Oprichting BV•Oprichtingshandeling eenzijdig (een persoons BV) of meerzijdig•Bij notariële akte (2:175 lid 2 BW)•Ondertekening door de oprichters en door elke aandeelhouder die aandelen bij oprichting neemt

De Statuten van een BV

•Statuten zijn grondregels die gelden binnen de BV•Worden opgenomen in de notariёle akte•De bv zelf (oprichters) maken deze grondregels•Statuten moeten bevatten:–de naam, de zetel (plaats) en het doel van de vennootschap–het nominale bedrag van de aandelen•Statuten mogen allerlei andere onderwerpen bevatten–Verschil aanvullend en dwingend recht van groot belang

Zie powerpoint week 3 voor onderscheid BV-NV!

Opgave G, O en A: Nee alleen de B.V. want is rechtspersoon.

Overeenkomstenrecht

Schema rechtstfeiten

1. feitelijk2. rechts3. feitelijk4. rechts, meerzijdig5. rechts, eenzijdig6. feitelijk7. feitelijk

Handelingsbekwaamheid

•Art 3:32 lid 1 BW: ieder natuurlijk persoon mag rechtshandelingen verrichten, tenzij wet anders bepaalt.•Wie is handelingsonbekwaam?•Minderjarigen: zie art. 1:233 BW•Jonger dan achttien•Dan: art. 1:234 BW•alleen met toestemming vertegenwoordiger (lid 1)•of veronderstelde toestemming (lid 3)•Onder curatele gestelden: zie art 1:378 BWDemente vrouw, de broer kan dan de curator worden.•Artikel 3:32 lid 2 BW: een rechtshandeling van een onbekwame is vernietigbaar•Wat is vernietigbaar?Dat het ongedaan kan worden gemaakt, dan kan worden aangenomen dat die nooit heeft bestaan.

De overeenkomst

•Art. 6:213, eerste lid, BW:–Meerzijdige rechtshandeling waarbij:–Partijen–Verbintenis aangaan (Piet koopt auto bij dealer)

•Verbintenis: een rechtsverhouding tussen twee partijen, met als onderwerp een prestatie–Bijv. loon betalen, arbeid verrichten, koopprijs betalen

Totstandkoming overeenkomst

•Art. 6:217 BW:

–Door aanbod–En aanvaarding•Zowel het aanbod als de aanvaarding is een rechtshandeling

Art. 3:33 t/m 3:35 BW: wil en verklaring•Een rechtshandeling vereist een wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.•Er kan een aantal dingen misgaan:

•Je verklaart iets anders dan wat je wilt:•Misverstand, verschrijving (art. 3:35 BW)•Geestelijke stoornis (art. 3:34 BW en art. 3:35 BW)Intern!

•Je verklaring komt ‘gebrekkig’ tot stand•Misbruik van omstandigheden, bedreiging, bedrog (art. 3:44 BW) (Chinees restaurant bedreiging, met opzet iemand misleiden)•Dwaling (art. 6:228 BW)Je verklaart iets anders vanaf buitenaf!

Je verklaart iets anders dan je eigenlijk wilt

Wil ≠ VerklaringMisverstand, scherts,  geestelijke stoornisVerschrijving, versprekingNietig (art. 3:33 BW)  vernietigbaar (art. 3:34 BW) tenzij (art. 3:35 BW): toch geldige rechtshandeling, indien: - gewekte schijn door x - op vertrouwd door y - vertrouwen gerechtvaardigd

CaseDe zestienjarige Danny koopt een prachtige scooter voor €2500,- bij een rijwielhandel. Wanneer de vader van Danny hiervan hoort, is hij woedend. Danny heeft al zijn spaargeld, bedoeld voor zijn studie, aan de scooter uitgegeven. Als Danny terug gaat naar de rijwielhandel geeft de winkelier aan dat ‘eens gekocht, altijd gekocht’ is. De vader van Danny wil de koop ongedaan maken en vraagt jouw advies. Adviseer de vader van Danny aan de hand van het stappenplan.

1. vader danny fietsenwinkel2. Handelingsbekwaamheid3. Art. 3:32 BW

Art. 1:233 BWArt. 1:234 lid 1 BW

4. MinderjarigeToestemmig: geen toestemmingGeen gebruikelijke handeling voor iemand van 16Rechtshandeling kan vernietigd worden als het is oveereengekomen door een onbekwame handeling

5. Vader mag de overeenkomst vernietigen

Nakoming van een overeenkomst

•Doen wat is afgesproken•(Wederkerige) overeenkomst:–Twee verbintenissen–Twee partijen moeten nakomen–Bijv.: de een moet leveren, de ander betalen•Zie art. 6:27 BW en verder (boek 6, titel 1, afdeling 6)

Voorbeelden niet-nakoming / tekortkoming•Er wordt helemaal niet nagekomen (niet geleverd, niet betaald, enz.)•Maar ook:–Een werknemer houdt zich niet aan zijn geheimhoudingsplicht–Een verzekeraar weigert -naar later blijkt-  ten onrechte uit te keren–Een leverancier levert onvolledig, verkeerd verpakt, te veel, te laat, enz.

•De televisie die je hebt gekocht, gaat na 6 maanden kapot•Een huurder laat na beëindiging van de huurovereenkomst een verwaarloosde woning achterKortom:•Niet-nakomen = iedere tekortkoming in de uitvoering van de overeenkomst

Indien niet worden nagekomen•Nakoming eisen  (zelfstudie)•Opschorting van eigen verplichting (zelfstudie)•Ontbinding van de overeenkomst (zelfstudie)•Schadevergoeding

Schadevergoeding bij niet-nakoming•Hoofdregel: art. 6:74 lid 1 BW–Tekortkoming in nakoming–Toerekenbaarheid (uitgewerkt in 6:75 BW t/m 6:77 BW)–Schade–Causaal verband

Toerekenbaarheid: Wanprestatie of overmacht•Tekortkoming niet toerekenbaar aan schuldenaar indien:–Niet te wijten aan zijn schuld–Niet krachtens rechtshandeling voor zijn rekening–Niet krachtens verkeersopvattingen voor zijn rekening–Niet krachtens de wet voor zijn rekening•Gebruik hulppersonen (6:76 BW)•Gebruikte zaken (6:77 BW)

zie powerpoint plaatje!

Wanprestatie is de regel, overmacht is uitzondering!•Een aannemer kan door ziekte de badkamer niet op tijd opleveren.wanprestatie of overmacht•De Bommelerwaard is wegens gevaar voor dijkdoorbraken geëvacueerd; een bedrijf kan daardoor niet leveren.

overmacht•De verhuurder kan geen rustig woongenot verschaffen omdat een andere huurder constant overmatige overlast veroorzaakt.wanprestatie•Het concert van Lady Gaga wordt uitgesteld, omdat zij haar stem kwijt is.overmacht•Vanwege chaos rondom een terreuralarm is de KLM een aantal koffers kwijt geraakt.overmacht•Een werkgever laat de loonuitbetaling door een administratiekantoor uitvoeren. Wegens een stroomstoring bij dat administratiekantoor is de werkgever twee weken te laat met de uitbetaling van het vakantiegeld.wanprestatie

Moment van toerekening•Art. 6:81 BW: Recht op schadevergoeding als schuldenaar in verzuim is:–Prestatie uitblijft nadat zij opeisbaar is geworden–Aan eisen van art :6:82 en 6:83 BW is voldaan•Tenzij nakoming blijvend onmogelijk is

•6:82 BW: verzuim treedt in:–Na schriftelijke ingebrekestelling–Met redelijke termijn–Na termijn blijft nakoming achterwege

•6:83 BW: Situaties waarin schuldenaar in verzuim is zonder ingebrekestelling

CaseDe heer Nawel gaat verhuizen en schakelt voor de verhuizing van de inboedel Bisschops Verhuizingen BV in. Op dozen met duur porselein brengt Nawel met een markeerstift in grote letters de volgende tekst aan: “Voorzichtig!! Porselein!!”. Tevens vertelt zij de directeur, de heer Bisschops, dat er met een aantal dozen voorzichtig moet worden omgesprongen. Helaas blijkt dat een groot aantal borden bij het vervoer van de dozen toch is gesneuveld. Bisschops stelt dat dit niet expres is gebeurd.Geef gemotiveerd aan (met stappenplan) of Bisschops gehouden is de volledige schade van Nawel aan haar te vergoeden.

1. Nawel VS Bisschops Verhuizingen BV2. Schadevergoeding bij wanprestatie3. art. 6:74 lid 1 BW

art. 6:75 BWart. 6:76 BWart. 6:77 BWart. 6:81 BWart. 6:82 BWart. 6:83 BW

4. art. 6:74 BWtekortkoming: Ja, dus gebrekkig presterenschade: Ja porselein is stuk aanname kost geldC.V.: Is verband tussen TKK en schadezonder TKK geen schade toerekening: aanname ja

art. 6:75Tenzij niet oe te rekenenogv. schuld. Ja verwijtbaar voorzichtiger zijnogv wet

art. 6:76 BW: Ja, de werknemers voor hulppersonen risicoaansprakelijk art. 6:77 BW: NVTogv rechthandeling: onbekend aanname: niets geregeldogv: verpkeerspaling ligt in risicosfeer van verhuizer

Tussenconclusie: TKK is toerekenbaar dus wanprestatie

art. 6:81: verzuim als prestatie uitblijft nadat zij opiesbaar is gewordenverhuizing zonder borden kapot te maken is opeisbaar op dag vd verhuizing

Aan eisen van art. 6:82 en 6:83 BW is voldaantenzij nakoming blijvend onmogelijk is

Aan eisen 6:82 en 6:83 BW wordt niet toegekomen want goed verhuizen van de borden is blijvend onmogelijk

5. Er is sprake van wanprestatie, nakoming niet meer mogelijk, dus geen ingebreke stelling vereist. Nawell heeft recht op schadevergoeding

Bij schadevergoeding1. is wanprestatie2. is die al in verzuim of moet ik gebrekenstelling

Verzuimperiode waarin je in komt als de afspraak die je moet nakomen de tijd daarvan voorbij is. 1 april moet gebouw af zijn maar wordt pas 2 april opgeleverd, dus dan kan je schadevergoeding eisen.

Eigendom: art 5:1 BW

1.Meest omvattende recht2.Kan slechts bestaan t.o.v. een zaak

Wat is een zaak?Artikel 3:2 BW-Roerende zaken-Onroerende zaken (art. 3:3 BW)

Bevoegdheden eigenaar•Artikel 5:1 lid 2 BW - Gebruiksrecht: * genotsrecht: over pad lopen van buurman * beschikkingsrecht: zeggenschap wat van jou is

Verkrijging van goederen

•Onder algemene titel:–Hele vermogen (inclusief schulden) gaat ineens over–Erfopvolging, juridische fusie & splitsing, boedelmenging•Onder bijzondere titel:– Vermogensbestanddeel gaat over–Art. 3:84 BWArt. 3:84 BW: overdracht van een goed•Eisen:–Geldige titel–Beschikkingsbevoegdheid–Levering (/vestiging)

Geldige titel•Rechtsgrond voor overdracht–Meestal overeenkomst

•Ongeldige titel–Overeenkomst is nietig–Overeenkomst wordt vernietigd–Vernietiging heeft terugwerkende kracht

Case•12-jarige Bram verkoopt zijn spelcomputer aan mevrouw Slegers. De vader van Bram is hier niet blij mee•Is mevrouw Slegers eigenaar geworden van de spelcomputer? Waarom wel / niet?

Art. 3:84 1. gt: koopovereenkomst niet geldig: Bram is minderjarig, dus handelingsonbekwaam.

(1:234 BW) Rechtshandeling kan worden vernietigd. Dus, geen geldige titel 3:32 BW mvr sleger is geen eigenaar geworden

2. BVV

3:841. GT: schenkingsovereenkomst2. BBV: mevr slegers is geen eigeneaar en dus niet beschikkingsbevoegd3. Levering: bezitverschaffing (3:90 BW)4. Dochter is geen eigenaar geworden want BBV ontbreekt.

Marktplaats:Hij is eigenaar geworden maar heeft nog niet betaald.

Fiets:

feitelijke overgave: jategenprestatie: ja 25 eurogoede trouw: nee

Bedrijfseconomie - Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties - Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties opgaven – Heezen, A.

Matchingprincipe: kosten uitsmeren

Vaste activa: gaat langer dan een jaar meeVlottende activa: gaat korter dan een jaar mee

EVVV: lang, kort

Geld lenen voor pand dan ben je zelf hypotheekgever.

lang vreemd vermogen: 240kort: 10

financiele activa: aandelen in een ander bedrijf, goodwill kan je pas waarderen als je het gekocht hebt.

Eigen vermogen

Persoonlijke ondernemingsvormen:

1. inbreng prive vermogen2. deel van winst

BV of NV (rechtspersoon):

1. Aandelenvermogen2. Reserves

Aandelen BV staan op naam en zijn niet vrij overdraagbaar.

nominale waarde: bedrag op aandeel (veranderd niet!)

intrinsieke waarde: waarde EV / aantal geplaatse aandelen

rentabiliteitswaarde: gebaseerd op contante waarde van de toekomstige geldstromen

Beurswaarde: wordt bepaald door vraag en aanbod

emitteren: plaatsen van aandelen

Boven Pari: plaatsen boven pari

Agio reserve: wat er boven zit, ontstaat door emissie boven pari

gewone aandelen: zeggenschap en dividend

preferente aandelen: (bijzondere rechten)Voor alle overige aandelen recht op een vast dividendBij ontbinding van het bedrijf voor de andere terugbetaald

prioriteitsaandelen: aandeel met meer zeggenschap

Voorbeeld vraag balans:

1015

7500012500015000025000

15

Voorbeeld 2

ontvangsten: 90000kas bank: 140000

aandelenkapitaal 150000agioreserve: 40000

nominale waarde: 10Intrisieke waarde: 16

Opgave les 1 Emissie

a: 150000/100000= 1,5b: 200000/100000= 2c: kas/bank: 40000 x 2,9 + 25000 = 141000Aandelenkapitaal: 40000 x 1,5 + 150000 = 210000Agioreserve: 40000 x 1,4 = 81000Winstreserve: blijft staanHerwaarderingsreserve: gaat omhoog als iets aan debet omhoog gaat, bijvoorbeeld gebouwd: 1,5e: 316000 / 140000 = 2,26

Reserves

•Indeling volgens ontstaanswijze–Agioreserve–Winstreserve–herwaarderingsreserve•Indeling volgens afleiding uit de balans–Open reserve (zie je staan op balans)–Stille reserve (Kan je eigenlijk wel zien bijvoorbeeld vastgoed)–Geheime reserve (kan je niet zien)

Personeelskosten berekenen: bruto loonkosten + werkgever premies (verzekeringen)

Dividend belasting (15%)

•Nominale waarde aandeel € 1.000,-•Ieder heeft 10 aandelen•Winst na belasting = € 180.000,-•Dividend = 4%•Rest wordt gereserveerd

••Vraag:•Hoeveel wordt er gereserveerd?

400 x 24 = 9600180000-9600 = 170400

Cash dividend: in geldStock dividend: in aandelen

•Vormen van dividendCash dividend: in geldStock dividend: in aandelen•Primair dividend en secundair dividend (wat je als eerst krijgt, daarna)•Interim dividend (tussen door), slotdividend (nadat de jaarrekening is opgemaakt einde)•Dividend belasting•Dividendpercentage

Opgave winstverdeling

A: Aandelenkapitaal: 8 000 000

Intrinsieke waarde:

35 000 000 - 14300 = 20 700 00020 700 000 / 8000 = 2587,5

B: winst na belasting: 2700 000Primair 10%: 800 0001900 000reserve 950000tantiemes 500000Secundair dividend 450000

C: 800 +450 = 1 250 000

D: Dividendpercentage: 5,625 + 10 = 15,625%

E: 8000 + 10950 = 18 950 000 : 8000 = 2368,5

te betalen dividend belasting: 0,15 x 1250 000 = 187 500

Kan nooit alleen in stock dividend worden uitgekeerd, omdat belasting geld wilt!

10.4

Maatschappelijk aandelenkapitaal: 10 000 000Geplaatst aandelenkapitaal: 4 000 000nog te storten: 1 000 000Gestort: 3000 0000

Winst na belasting: 600 0000,04 x 2000 000 = 80 0000,06 x 3000 000 = 180 000600 000 - 80 000 - 180 000 = 340 000

0,6 x 340 000 = 204 0000,1 x 340 000 = 34 0000,3 = 340 000 = 102 000

B: Gewone aandelen:

180 000 + 204 000 = 384 000384 000 / 3000 000 x 100 = 12,8 %

C: Preferente aandelen:

80 000 + 34 000 = 114 000114 000 / 2000 000 x 100 = 5,7 %

D:

4 % v 2000 000 = 80 00020 000 over voor de gewone aandeelhouders

20 000 / 3 000 000 x 100 = 0,67 %

80 000 / 2000 000 x 100 = 4%

Gewone aandelen:

Preferente aandelen:

Prioriteits aandelen: aandelen met meer zeggenschap

Vermogensmarkt: vraag en aanbod van eigen en vreemd vermogen

lang vreemd vermogen: lange termijn > 1 jaar:

Obligatielening: lening met de verplichting dat ik het terug betaal, schuldbewijs, altijd tijdelijk vermogen, er staat ook rente op.Hypothecaire lening: je bent dan hypotheek gever, ik geef het recht van de hypotheek aan de bank.Onderhandse lening: lening onderlingachtergestelde lening: dan sta je achteraan als het bank faillet gaat.Voorziening: kosten alvast boeken bijvoorbeeld voor schilderen, alvast iets opzij zetten, je weet nog niet wat het kost, wordt reservering genoemd, maar is het niet dat is bij winst.

kort vreemd vermogen: korter < 1 jaar

Rekening-courantkrediet: als je rood staat, rekeningcourantplafond: tot waar je rood kan staan.Leverancierskrediet: dan moeten wij nog betalen, crediteurenAfnemerskrediet: dan krijg je nog geld, debiteuren

Leverancierskrediet

factuur: 10 000binnen 30 dagen1% korting bij betaling binnen 10 dagen1 jaar = 360 dagengevraagd: kosten leverancierskrediet in % per jaar

rente over 20 dagen: 100 eurodus over 1 jaar: 100 / 20 x 360 = 1800

Schuld: 9900 eurorente % per jaar: 1800 / 9900 x 100 = 18,18 %

NV Bradex

1 / 30 x 365 = 12,1666667 euro12,17 / 99 x 100 = 12,28 %

11.4

A: Als de activa in waarde zullen stijgen dan ken er een herwaarderingsreserve worden geplaatst.

B: handelsdebiteuren

C: 1. 2. interest kosten

D: Kortlopende schulden, omdat het binnen een jaar is.

E: Het vreemd vermogen (tijdelijk) zijn de schulden van het bedrijf en het eigen vermogen (permanent) zijn de bezittingen.

F: Zijn vaste activa die niet tastbaar zijn, goodwill, octrooien.

G: Gelijke waarden kas en bank

H: Als aandelen worden geemiteerd boven (pari) de nominale waarde.

I: Omdat je de winst bij het eigen vermogen mag optellen.

11.15

1,5 / 30 x 360 = €18,-

18 / 98,5 x 100 = 18,27 %, dus leverancierskrediet.

11.16

A: Over 1 jr: 1,75 / 18 x 360 = €35,- (30-12=18)In % vd schuld: 35 / 98,25 100 = 35,62 %

B: 1,75 % over 18 dagen1,5 % over 30 dagen98,25 x 18 =98,25 x 1,5 / 30 =

C: Als je het even niet meer kan betalen.

D: afnermerskrediet: crediteuren, retail business.

Interne financiering leren.

Goude balans regeling: alles wat ik lang nodig heb, financier ik met langlopende schulden en de kern van de vlottende activa.

Alle vaste activa financieren met lang vreemd vermogen en de kern van de vlottende activa ook.

Rentabiliteit reken je alleen bij commerciele ondernemingen.

EBIT: Wat die hele tent opbrengt! Wint voor belasting + rente

winst / Gem. TV =

Gem. TV: gem. EV en gem. VV (interest)

Winst, omzet: stroomgrootheden (over lange periode)

Balans op stellen: voorraadgrootheid (moment opname)

•Brutowinstmarge = EBIT / omzet (excl.BTW)

•RTV = EBIT / gemiddelde totale vermogen

•KVV = rentekosten / gemiddelde vreemd vermogen

•REV = winst voor belasting / gemiddelde eigen vermogen

•REVvb  = RTV + (RTV – KVV) x VV/EV !!!

•REVnb   (1-f) x (RTV + (RTV – KVV) x VV/EV) !!!

REV: 10 + ( 10-4) x VV/EV =

Opdracht sheet:

Alpha:

RTV VB: 1500 / 20 000 = 0,075

TRV NB: 1350 / 20 000 = 0,0675

KVV: 500 / 10 000 = 0,05

REV: 1000 / 10 000 =

Beta:

RTV: 1500 / 20 000 = 0,075

KVV: 750 / 15 000 =

REV: 750 / 5000 =

rentabiliteit: is het bedrijf winstgevend genoeg

solvabiliteit: hoe snel je de schulden kan afbetalen

liquiditeit: kan je morgen of overmorgen schulden betalen

hefboomwerking: RTV - RVV

kerngetallen:•Geven indicatie voor beoordeling van balans en resultaat van een onderneming.•Vooral van belang als vergelijkingsmateriaal :- met branchegenoten- in tijd•Rentabiliteit  (gehad)•Liquiditeit  à in staat tot betalen verplichtingen op korte termijn•Solvabiliteit à in staat aflossen schulden bij liquidatie•Activiteitskengetallen (voorraad, debiteuren, crediteuren)

•Current ratio = VLA / VVKAls je niet kan vergelijken ligt het aan de branche.•Quick ratio = (VLA – voorraden) / VVK

•Solvabiliteitspercentage = EV / TV * 100%•Debt ratio = VV / TV * 100%•OF: EV / VV * 100%

Werkkapitaal = VLA - KVV

Omloopsnelheid van het totaal vermogen: omzet / gem. TVOmloopsnelheid van de voorraad: IWO / gem. voorraad

17.13 NV Cascade

A: 5600 + 2800 + 400 + 800 / 500 + 200 + 250 + 2100 + 500 + 1450 + 1100 + 250 =

B: 2800 + 800 + 400 / 500 + 200 + 250 + 2100 + 500 +1450 + 1100 + 250 =

C: 9600 - 6450 = 3150

D: 18500 / 30900 x 100 = 60

E: x

F: 12400 : 30900 x 100 = 40

17.18

A:

IWO = 16 000

1000 + 800 / 2 = 900

2400 - 2200 = 200

16000 - 200 = 15800

15800 / 900 = 17,55 stappen

360 / 17,55 = 20,5 dagen

Bij crediteuren wel verschil pakken!

B:

1300 + 1100 / 2 = 1200

16 000 / 1200 = 13,33

C:

D:

E:

17.19

A: 400 000

B:

C:

360/60 = 62 maanden60 dagen

2025000

2025000 / 112500 = 18

365 : 18 = 20

750 000 / 50 000 = 15

360 / 15 = 24 dagen12 / 15 = 0,8 maanden

Nova BV

Crediteurensaldo:0,6 x 1 950 000 = 1,70,9 x 1 200 000  = 1 0 80 00012 / 1,5 = 81,080 / 8 = 135 000

Debiteurensaldo:krediettermijn: 30 dagen1950 000 / 0,8 = 15600156 000 / 12 = 130 000

Human Resource Management – Operationeel personeelsmanagement - Schoemakers, Irene / Koopmans A.J.

Rood: geen tentamenvragen, wel lezen om te begrijpen.Albert Heijn: Men wil dat er daar gewerkt wordt, vandaar een aparte site.

HRM/PO: Het managen van medewerkers, aannemen, ontslag, re-organisatie.

www.beste-werkgever.nlintermediar

Het topmanagement: is verantwoordelijk voor het HR-beleid/personeelsbeleidD

De HR- manager/personeelsmanager/afdeling HRM/P&O heeft met name een ondersteunende en adviserende rol

De lijnmanager zorgt voor de daadwerkelijke uitvoering van het HR-beleid/personeelsbeleid met behulp van instrumenten.

Doorstroom is iets anders als doorgroei!

FOMBRUN-model!

Missie en visie stralen het personeel uit!

Visie - missie - ?

Wat zijn competenties?

De combinatie van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en motivatie die iemand nodig heeft om succesvol te kunnen zijn.

Weten: kennisKunnen: vaardighedenZijn: persoonskenmerkenwillen: motiviatie

Functie en competentiebeschrijving

Functiebeschrijving:

taken bevoegheden verantwoordelijkheden

+ Competenties

Personeelsplanning

ABN Amro BankMinder filialen, dus ontslag van medewerkers maar er ontstaan wel andere functies.

Onderwijs: veel vergrijzing

Het aannemen van personeel:

doet een organisatie met ad-hoc, maar op basis van een gedegen personeelsplanning.

rekening houden met (toekomstige) ontwikkelingen in en rond een organisatie

Hoe?

1.Breng de personeelsbehoefte in kaart2.Intern: bepaal het personeelsaanbod in de organisatie3.Extern: bepaal het personeelsaanbod op de arbeidsmarkt (landelijk én regionaal)4.Plannen: instroom - doorstroom - uitstroom5.Evalueren

Arbeidsmarkt

= geen plaats, maar een abstracte ‘markt’

Het geheel van vraag naar arbeid en hoeveelheid beschikbare arbeidskrachten (aanbod)

Diverse deelmarkten:

Geografisch Branche Functieniveau

Vraagzijde: werkgeversAanbodzijde: werkenemrs

Krappe arbeidsmarkt: veel vraag, weinig aanbod (werkzoekenden). Werknemer voor het zeggen!Ruime arbeidsmarkt: weinig vraag (vacatures), veel aanbod (werkzoekenden). Werkgever voor het zeggen!

Arbeidsmarktcommuncatie

Continue laten weten hoe jij bent als werkgever (Ikea, Albert Heijn)

Dus, Om de juiste medewerkers aan te trekken en in

dienst te hebben:•Is personeelsplanning een must•Dien je rekening te houden met de arbeidsmarkt en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt•Moet je jouw werkgeversmerk goed communiceren met die arbeidsmarkt•EN DAN?Werving Het geheel van activiteiten dat erop is gericht (interne en externe) kandidaten te doen solliciteren naar bepaalde functies in de organisatie•Je werft op functieprofiel én competenties:Een functie- en competentieprofiel is startpunt voorwerving! (les 1)•Je werving dient aan te sluiten op wat je wilt uitstralen als werkgever: kernwaarden

Visie - Missie - Doelen - Strategie - CompetentiesLouis van Gaal begon bij competentiesKanalenInternetDag, week en vakbladenFace to faceNetwerk: zakelijk en priveRadio en TVIntermediairs (tussenpersonen)Kies kanaal + middel (nationale vacature bank, reclame TV)

SelectieHet geheel van activiteiten dat gericht is op en leidt tot het uitkiezen van de juiste personen (met de gewenste competenties!) voor de invulling van vacatures•Je selecteert op basis van:ØFunctie- en competentieprofielØPotentiële ontwikkeling•Je selectie dient aan te sluiten op je kernwaarden

SelectiemiddelenDe potentiele medewerker checken:•Sollicitatiebrief en cv (Curriculum Vitae)•(Online) Portfolio•Sollicitatieformulier•Sollicitatiegesprek•ReferentiesAssessment: IQ-test

Fase: instroom van medewerkersInstrumenten: werving, selectie, introductie, aanstelling en bepaling arbeidsvoorwaardenArbeidsvoorwaarden: datgene wat jij terug krijgt voor het werken = beloning voor inzet en werkzaamheden4 A’s:

Arbeidsinhoud: wat doe je? Arbeidsomstandigheden: inrichting werkplek, temperatuur, lawaai, pesten, gevaarlijke

stoffen Arbeidsverhoudingen: relatie met collega’s, bevoegdheden Arbeidsvoorwaarden: tijden, vakantie, loon

Goede arbeidsvoorwaardenbeleid:=•Mix van kostenbeperking én binden meest capabele en gemotiveerde werknemers•Beweegt mee met conjunctuur en arbeidsmarkt

•Passend en aantrekkelijk pakket (draagt bij aan imago/werkgeversmerk!)•Werkt concurrerendSoorten arbeidsvoorwaarden:•Primair: materieel, direct in geld  Loon, vakantietoeslag, 13e maand, bonus•Secundair: materieel, indirect in geld uit te drukken  Lease-auto, mobiele telefoon, laptop, vakantiedagen, werktijden (krijg je)•Tertiair: zaken die de medewerker zelf betaalt, maar die het bedrijf tegen gunstige voorwaarden aanbiedtkortingenHypotheek, levensverzekering, belegging e.d. (kortingen)

Variabele beloningssystemenFlexibele arbeidsvoorwaarden:ØOp collectief niveau (onderneming/ team)ØOp individueel niveau (maatwerk!) (kinderopvang ruilen voor vakantie)•a. CAO a la carte / cafetariasysteem:oGezondheidoPensioenoGeldoTijdoExtra’sb. Prestatiebeloning Ricoh, Forever (insentives)Arbeidsovereenkomst / contract:•Arbeidsvoorwaarden liggen vast in:1.Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)2. Individuele arbeidsovereenkomst

Collectieve Arbeidsovereenkomst(CAO)85% van de werkenden:  arbeidsvoorwaarden in CAO geregeld;1.Bedrijfstak-CAO2.Ondernemings-CAO

Individuele Arbeidsovereenkomst•Soorten:a)Bepaalde tijdb)Onbepaalde tijdc)Overige soorten•Wat staat erin?proeftijd, concurrentiebeding, opzegtermijn

Arbeidsethos: hoe graag wil je werkenWaar je beleid over wilt maken:

1. Begeleiden

Loopbaanbegeleiding: wat wil je?Functioneringsgesprek: hoe gaat het?

2. BeoordelenBeoordelingsgesprek: hoe ging het? (beloning)

3. Kennismanagement

4. Competentiemanagement- Kerncompetenties- Functie-en competentieprofielen- Individuele competenties- POP (Persoonlijk ontwikkelingsplan)- werken met competenites

5. BelonenWaarom belonen?

•Aantrekken van geschikte medewerkers (instroom, les 2)•Motiveren en stimuleren tot gewenst arbeidsgedrag (doorstroom, les 4)•Compenseren voor geleverde prestatie (arbeidsvoorwaarden, les 3)•Vasthouden en binden van medewerkers (en loslaten en ontbinden) (door-, en uitstroom)

6. Bedrijfsopleiding en training

FunctioneringsgesprekEen functioneringsgesprek vindt plaats op basis van tweerichtingsverkeer: jij en je leidinggevende kunnen punten inbrengen (wensen, kritische opmerkingen, doelen enz.) en afspraken maken over die punten en de invulling van je (loop)baan. Het belangrijkste doel van het functioneringsgesprek is jouw functioneren en de onderlinge samenwerking te verbeteren.BeoordelingsgesprekBij een beoordelingsgesprek gaat het om eenrichtingsverkeer: je leidinggevende geeft een analyse van hoe hij/zij tegen jouw functioneren aankijkt (inzet, resultaten, invulling enz.) en geeft een waardeoordeel, in het algemeen of per taak, vaak aan de hand van criteria die voor de organisatie en jouw functie zijn vastgesteld. Tijdens dit gesprek kan ook worden gekeken of de afspraken zijn gehaald die gemaakt zijn in het functioneringsgesprek. Ruwweg heeft het beoordelingsgesprek drie doelen.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

P van people• Goed werkgeverschap én• Zorgen voor duurzame inzetbaarheid (doorgroei mogelijkheden bieden, beloningen,

enz.)• MVO-jaarverslag: www.duurzaamheidsverslag.nl• Onderdeel People/sociaal

Bedrijfsreglementen / Gedragscodes• Afspraken die niet in de CAO of arbeidsovereenkomst staan• + Huisregels• Link naar missie, kernwaarden en werkgeversmerk• MVO: P van PEOPLE!• Link vak Management (MVO en ethiek)!!

Instrumenten

Doorstroom is niet altijd doorgroei!!!

Hoe werk je aan doorstroom?

Loopbaanmanagement= het gericht managen van de mobiliteit van de medewerkers

Belangrijk voor loopbaanmanagement

1. MotivatieDe inwendige bereidheid van een persoon om bepaalde handelingen te verrichten

Motivatie om te werken

• Geld en sociale zekerheid• Structuur aan je leven• Waardering en status• Ontplooiingsmogelijkheden• Sociale contacten en verbanden

Werk extrinsiek: zaken rond het werk/van buitenaf• Werkomstandigheden• Beloning, emolumenten en status• Opbrengsten die met het werk worden behaald, werk is een instrument

Werk extrinsiek = korte termijn prikkel

Werk intrinsiek: direct te maken met het werk• Werk is een uitdaging• Werk is een belangrijk onderdeel van het leven• Werk leidt tot erkenning en ontplooiing• Motieven/drijfveren:

Dragen van verantwoordelijkheid Ontwikkelen van competenties Leveren van prestaties

Werk intrinsiek = lange termijn prikkelMotivatie en individu: hoe?• Motiveren: vooral door aan te sluiten bij individuele behoeften en mogelijkheden • Uitgebalanceerde combinatie van intrinsieke en extrinsieke factoren. Denk aan

bijvoorbeeld:• Specifieke doelgroepen• Levensfase: zie voorbeeld Achmea

• Motiveren door financiële prikkels: is afhankelijk van de werknemer en diens situatie

Voorbeeld Achmea

2. ArbeidsethosDe wil om te werken/ de betekenis die mensen aan arbeid geven

HOOG arbeidsethos: Sterk gevoel dat je behoort te werken éndat je dat ook wilt LAAG arbeidsethos:Tegenovergestelde

• Nederland is traditioneel: arbeidsplicht• Maar: werken we om te leven of leven we om te werken?• Tegenwoordig bepaalt arbeid in hoge mate de positie in onze maatschappij

3. Tevredenheid• Tevredenheid: 4 A’s • Ontevredenheid: het niet meer zo nauw

nemen, kantjes eraf lopen, privédingen doen etc. kan leiden tot:

– Ziekte– WAO– Burn-out & Bore-out

Medewerker tevredenheid meet je door:

1. Tevredenheid over werkgeverWerkzaamheden, omstandigheden, leidinggevende, collega’s,beloning, ontwikkelingsmogelijkheden, organisatie, werkdruk etc.

1. PrestatiesHoe loopt het?Zijn de randvoorwaarden aanwezig?

1. Persoonlijke instelling van medewerkersZijn ze gemotiveerd?Zijn ze betrokken?Zijn ze loyaal?

Uitstroom:- Ontslag (initiatief ligt bij werknemer)- Verloop;

natuurlijk (pensioen, dood) vrijwillig : initiatief ligt bij werknemer) functioneel: gewenst disfunctioneel: ongewenst

Pushfactoren en pullfactoren van belang bij verloop.Exitgesprek: voeren op moment dat iemand heeft gezegd dat die gaat, of als jij al hebt gezegd dat hij weg moet. Achter af dus. Doel: wat is reden van vertrek. Misschien ligt het aan een kutmanager: dan is het van belang om die kutmanager aan te pakken ipv dat er 10 mensen weggaan door die flikker.Pushfactor: iets ervaren waar je niet blij van wordt en daarom pusht het je weg. Dus vertrek je. Pushfactoren:

- beloning- arbeidsinhoud- tevredenheid- aansluiting opleiding- grootte organisatie

pullfactoren: aangetrokken voelen tot een andere organisatie. Pullfactoren: - situatie branche- arbeidsmarkt- reputatie

Ontslag: geldige redenen1. persoonlijke gronden : je hebt zelf iets gedaan. Of zelf iets fout gedaan. Persoonlijke

reden.2. Bedrijfseconomische redenen: werknemer is niks mis mee, maar je bent gwn shkeerr.

- Onderbouwing ontslagaanvraag: er moet een verslag zijn met redenen en onderbouwing.

Onstlag vormen:a) Ontslag via UWVb) Ontslag via kantonrechterc) Collectief ontslag (>20)d) Ontslag op staande voet.

Outplacement: hoofdstuk 36De ex-werknemer verzorgen van een baan na ontslag.

Voordelen voor het bedrijf:o Goede verstandhoudingo Juridische voordeleno Werkgeversmerk

Onderdeel Sociaal Plan: MVO!

• Maak je eigen creatief vormgegeven WERKGEVERSMERK + toelichting:• Waarin onderscheidt jullie bedrijf zich van de concurrent als

werkgever? Benoem ook de kernwaarden!• Waarom zou iemand (in de toekomst) bij jullie willen werken?

• Wat hebben jullie te bieden op het gebied van in-, door- en uitstroom?

• Beeld + woord + aansluiting bij MVO-opdracht

Employer branding= Een authentieke en onderscheidende voorkeurspositie verkrijgen en behouden als werkgever in de mindset van de (potentiële) medewerkers en hun beïnvloeders (ouders, familie, vrienden kennissen) met als doel het aantrekken en behouden van de juiste medewerkers.

Aan je toekomstige werknemer laten zien waarom ze bij jou moeten komen werken. = werkgeversmerk

+ Stof op Blackboard: “20 redenen om in 2015 te investeren in employer branding

Het belang van Employer Branding/Werkgeversmerk• Interne redenen: Boeien, binden en behouden• Externe redenen: Investeren en werken aan het werkgeversmerk wordt steeds

belangrijker in ‘the war for talent’

Voorbeeld

werkgeversmerk

Internal Branding• Het intern tot leven brengen van de belangrijkste (werkgevers)merkwaarden van de

organisatie middels houding en gedrag van je medewerkers!

In andere woorden: je maakt persoonlijk gewoon reclame in je eigen omgeving bij de mensen om je heen, bijvoorbeeld door goed te praten over ene bepaald merk etc. en vertellen wat je zo goed vind en waarom, wat voortkomt uit je persoonlijke ervaringen met een product van dat merk.