Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN...

105
1. LEER EN TOETSPLAN AARDRIJKSKUNDE Vak: Aardrijkskunde Leerjaar: 2 Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie-natuurlandschappen-klimaatfactoren- weerverschijnselen) GLOBALISERING, OPWARMING van de AARDE Kerndoel(en): (1)- De leerlingen kunnen informatie- en communicatietechnologie toepassen bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen, vraagstukken en processen. (3)- De leerlingen kunnen bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen en vraagstukken aardrijkskundige werkwijzen toepassen 17)- De leerlingen kunnen de ligging en ruimtelijke spreiding van natuurlijke verschijnselen voor verschillende deelgebieden in Europa en de wereld beschrijven en verklaren. Leerdoel(en): De leerling leert: - de fysische processen achter de weersverschijnselen en de ruimtelijke spreiding van de klimaten - de fysisch-geografische ligging van Nederland en de daar voorkomende natuurlijke verschijnselen vergelijken met andere Europese landen. - de oorzaken en gevolgen van natuurlijke verschijnselen en menselijke activiteiten in verband met de opwarming van de aarde - wat de verschillen tussen rijke en arme landen zijn en hoe die ontstaan zijn - wat de opkomst van de nieuwe economische machten (China en India) kan veranderen - welke veranderingen in de economische sectoren hebben plaatsgevonden en het landschap hebben veranderd - wat de invloed van de overheid op de ruimtelijke inrichting van het platteland - hoe de verstedelijking van Nederland is verlopen vanaf de Middeleeuwen - hoe mainport Rotterdam is kunnen ontstaan en hoe belangrijk Rotterdam is voor onze welvaart - welke landschappelijke veranderingen mainport Rotterdam heeft veroorzaakt - hoe de opwarming van de aarde ontstaat en welke gevolgen die opwarming kan hebben(Nederland) - de voorgeschiedenis, oorzaken en kenmerken van globalisering Onderwerp(en): Aangeboden in: Period e: Aantal toetse n: Toetsvormen : Weging : Hoofdstuk klimaat en weer hoofdstuk bestaansmiddelen Vaklessen vaklessen 2 3 s.o. (begrippen) pw so 1x 3x 1x 1x

Transcript of Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN...

Page 1: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

LEER EN TOETSPLAN AARDRIJKSKUNDEVak: AardrijkskundeLeerjaar: 2Onderwerpen:BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam)KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie-natuurlandschappen-klimaatfactoren-weerverschijnselen)GLOBALISERING, OPWARMING van de AARDEKerndoel(en):(1)- De leerlingen kunnen informatie- en communicatietechnologie toepassen bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen, vraagstukken en processen.(3)- De leerlingen kunnen bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen en vraagstukken aardrijkskundige werkwijzen toepassen17)- De leerlingen kunnen de ligging en ruimtelijke spreiding van natuurlijke verschijnselen voor verschillende deelgebieden in Europa en de wereld beschrijven en verklaren.Leerdoel(en): De leerling leert:- de fysische processen achter de weersverschijnselen en de ruimtelijke spreiding van de klimaten- de fysisch-geografische ligging van Nederland en de daar voorkomende natuurlijke verschijnselen vergelijken met andere Europese landen.- de oorzaken en gevolgen van natuurlijke verschijnselen en menselijke activiteiten in verband met de opwarming van de aarde- wat de verschillen tussen rijke en arme landen zijn en hoe die ontstaan zijn- wat de opkomst van de nieuwe economische machten (China en India) kan veranderen- welke veranderingen in de economische sectoren hebben plaatsgevonden en het landschap hebben veranderd- wat de invloed van de overheid op de ruimtelijke inrichting van het platteland- hoe de verstedelijking van Nederland is verlopen vanaf de Middeleeuwen- hoe mainport Rotterdam is kunnen ontstaan en hoe belangrijk Rotterdam is voor onze welvaart- welke landschappelijke veranderingen mainport Rotterdam heeft veroorzaakt- hoe de opwarming van de aarde ontstaat en welke gevolgen die opwarming kan hebben(Nederland)- de voorgeschiedenis, oorzaken en kenmerken van globaliseringOnderwerp(en): Aangeboden

in:Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Hoofdstukklimaat en weer

hoofdstuk bestaansmiddelenlandbouwindustriedienstenmainport Rotterdam

hoofdstuk Globalisering

themaonderwerpgrondstoffen en afval

themaonderwerpZiek

Volgorde van de hoofd-stukken kan wisselen. Ook de inhoud kan op kleine onderdelen verschillen

Vaklessen

vaklessen

vaklessen

themalessen

themalessen

2

3

2

s.o. (begrippen)pw

so (begrippen)sopw

pw

1x3x

1x1x3x

3x

Naar behoren

Naar behoren

Page 2: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

B. VAARDIGHEDENVaardigheden rubrieken:

Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie De mondelinge presentatie (poster, verslag, rol) is onsamenhangend en sluit niet aan op de vraag/opdracht.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) is een verzameling gegevens met een kop en een staart maar sluit niet aan op de vraag/opdracht

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. Er is een kop en een staart.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; er is een inleiding, kern en afsluiting; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. De leerling voegt extra elementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.).

Samenwerken De leerling wilde niet samenwerken of werkte in een groep contraproductief.

De leerling heeft goed samengewerkt en wilde ook opdrachten van anderen uitvoeren.

De leerling heeft goed samengewerkt en heeft initiatieven genomen om de groep goed te laten samenwerken.

De leerling heeft goed samengewerkt en nam de rol van leider op zich; dank zij hem functioneerde de groep als geheel.

Kaartvaardigheden De leerling gebruikt bij de atlas niet de juiste zoekmethodes, kent de verschillende soorten kaarten niet en weet ze niet te gebruiken

De leerling gebruikt bij de atlas de juiste zoekmethodes, kent en gebruikt verschillende kaarten, past kaartlezen toe en kan plaatsen e.d. op een kaart lokaliseren.

De leerling gebruikt bij de atlas de juiste zoekmethodes, kent en gebruikt verschillende kaarten, past kaartlezen, kaartanalyse en kaartinterpretatie toe, kan luchtfoto’s en kaarten vergelijken, kan plaatsen op een kaart e.d. lokaliseren

De leerling gebruikt bij de atlas de juiste zoekmethodes, kent en gebruikt verschillende kaarten, past kaartlezen, kaartanalyse en kaartinterpretatie toe, kan luchtfoto’s en kaarten vergelijken, kan plaatsen op een kaart e.d. lokaliseren en zelf met aangereikte gegevens een kaart maken

Page 3: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

C. KENNEN EN KUNNENKennen en kunnen lijstOnderwerpen:BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam)KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie-natuurlandschappen-klimaatfactoren-weerverschijnselen)GLOBALISERING, OPWARMING van de AARDE

Kennen KunnenDe leerlingen kent de volgende begrippen De leerling kan

Hoofdstuk 1Weer en klimaat

- klimaat en klimaat- klimaatzone/luchtstreek-zone- klimaatclassificatie- klimaatsysteem van Köppen- warme (tropische) klimaten- palm-, loofboom-, boomgrens- tropische regenwoudklimaat- savanneklimaat (moessonklimaat)- droge klimaten- woestijnklimaat- steppeklimaat- gematigd- ,maritiem-, zeeklimaat- mediterraan-, subtropisch klimaat- continentaal-, landklimaat- koude klimaten- hooggebergteklimaat- toendraklimaat- aride en semi-aride- isotherm- thermische/wiskundige begrenzing- klimaatdiagram- oorspronkelijke plantengroei- vegetatie- cultuurgrond- ingericht landschap- chronologie- natuurlijke zones- natuurlandschappen- aride en semi-aride- Tropisch regenwoud- Licht tropisch regenwoud- Savanne- Grassteppe (prairie, pampa, veld)- Woestijn en woestijnsteppe- Altijdgroene mediterrane vegetatie- Zomergroen loofwoud- Noordelijke naaldwouden (taiga)- Overig naaldwoud- Hooggebergtevegetatie- breedteligging- rotatie- omlooptijd- aardrevolutie- stralingsbalans- hoge/lage breedte- zeestromen- warme en koude zeestromenKennen

- aanlandige wind, aflandige wind- ijsdag en zomerse dag- isotherm

Hoofdstuk 1Weer en klimaat

- op een klimaatkaart van de wereld aanwijzen om welke klimaten het gaat

- het klimaatsysteem van Koppen uitleggen, de indeling, de grenzen

- uitleggen op welke manier de natuurlijke plantengroei met de klimaatclassificatie van Koppen te maken heeft.

- een klimaatdiagram maken met behulp van een tabel

- een klimaat herkennen aan het klimaatdiagram

- natuurlandschappen herkennen op foto’s

- een klimaat/natuurlandschap presenteren volgens de expertmethode

- een tabel maken van een aantal gegevens- d.m.v. een proefje de invloed van de breedteligging op de temperatuur uitleggen en tekenen.- in diezelfde tekening ook de invloed op het klimaat , van de langere weg door de dampkring verklaren.- d.m.v. een tekening het begrip revolutie uitleggen en daarmee de seizoenen in een aantal klimaten verklaren- d.m.v. een tekening de invloed van zeewater, zeestromen en windrichting op de landtemperatuur(en neerslag) uitleggen.- op een wereldkaartje de voor het Nederlandse klimaat belangrijke zeestromen tekenen.- door het gebruik van het trefwoordenregister in de atlas klimaatgegevens van Nederland vinden- uitleggen door middel van een tekening hoe een gebergte voor een klimaatscheiding zorgt.- door middel van een tekening verklaren waarom de zuidhelling relatief warm is.- d.m.v. een tekening de neerslag- hoeveelheid aan beide zijden van een gebergte verklaren.- de hoogtegordels op een berghelling tekenenKunnen

- de waterkringloop tekenen met daarin de belangrijkste vormen van water.

Page 4: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

- saliniteit-zeewater.- Reliëf- Hoogteligging- Zuidhelling en noordhelling- plantengroeizone/hoogtegordel- sneeuwgrens- loefzijde en lijzijde- stuwingsregen en regenschaduw- temperatuurdaling per 100 meter- de weerelementen- KNMI- Lucht- atmosfeer, hydrosfeer en lithosfeer- absolute nulpunt (Kelvin)- celsius en fahrenheit- luchtdruk- lage druk en hoge druk- Corioliseffect, wet van Buys Ballot- Vloeibare-,vaste-, gasvorm van

water- regen,mist,sneeuw,hagel,ijzel- stuwing-, stijgings- frontale regen- condensatie, verdamping en

sublimatie- evaporatie, evatransporatie- korte/lange waterkringloop

Hoofdstuk 2Bestaansmiddelen

- economische sector- primaire sector- secundaire sector- tertiaire sector- quartaire sector- informele sector- commerciële diensterlening- niet-commerciële dienstverlening/ maatschappelijke diensten- basisindustrie- zware industrie- eindproduct- lichte industrie- vervolgindustrie- grondstoffen- hulpstoffen- consumptiegoederen- productiefactoren- natuur arbeid kapitaal- bedrijfsvergroting- ijzer en staalindustrie- schaalvergroting- mechanisatie -intensivering- specialisatie- automatiseringKennen- verplaatsing- multinational- vestigingsplaatsfactoren/voordelen- draagvlak- drempelwaarde- reikwijdte

- mainport- achterland en afzetmarkt

- de kringloop van stijgende en dalende lucht (lage druk en hoge druk) en luchtuitwisseling tekenen- tabelgegevens en grafiekgegevens aflezen- een eenvoudig weerbericht maken met enkele eigen waarnemingen en meetgegevens- informatie van een neerslagvorm presenteren aan andere leerlingen d.m.v. de “expertmethode”

verdieping- zelfstandig weergegevens verzamelen en een weervoorspelling maken- een aantal praktische weerproefjes zijn in voorbereiding

Hoofdstuk 2Bestaansmiddelen

- soorten bedrijven onderbrengen bij de vier economische sectoren

- de indeling van de economische sectoren in vier sectoren verklaren

- verklaren waarom de informele sector een vijfde sector kan zijn

- de verschillen en overeenkomsten aangeven tussen zware en lichte industrie; basis en vervolgindustrie; grondstoffen en hulpstoffen; grondstof, halffabricaat en eindproduct;eindproduct en consumptiegoed

- verklaren waarom de drie productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal nodig zijn bij het produceren van goederen en diensten

- verklaren waarom ‘kennis’ als vierde productiefactor gezien kan worden

- voorbeelden noemen van bedrijfsvergroting, mechanisatie, specialisatie; verplaatsing, intensivering, automatisering, multinational.

- verklaren waarom de begrippen in het vorige punt allemaal voorbeelden zijn van schaalvergroting

- voorbeelden noemen van basis industrie, vervolgindustrie

- verklaren waarom bedrijven zich vestigen bij een grondstof, een afzetmarkt op havenKunnen

- aan de hand van een aantal factoren het ondernemingsklimaat in een land beoordelen

- de ontstaansgeschiedenis van Rotterdam beschrijven

- het verschil duidelijk maken tussen een grootschalige en kleinschalige kaart

- de begrippen mainport, achterland,

Page 5: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

- havenactiviteiten- overslag(bedrijf)- logistiek- infrastructuur- distributiecentrum- bulkgoederen (nat-droog)- stukgoederen- container- containerterminal- chemische industrie- raffinaderij- locaal- regionaal- nationaal- internationaal

- maasvlakte (eerste en tweede)

Hoofdstuk 3Globalisering

- globalisering- internationalisering- tarieven, tariefmuur- wereldhandel- absolute en relatieve afstand- wereldvoedselstromen- zelfvoorziening- internationale arbeidsverdeling- wereldsysteem- Global Village- centrum, kern- periferie, semi-periferie- Global shift- NIC New Industrialised Countries- tijgerlanden- uitschuiven- kennisintensieve producten- exploitatie- en vestigingskolonie- kolonialisme en dekolonisatie- industriële revolutie- imperialisme- neokolonialisme- ruilvoet (verslechtering)- eenzijdige economie- Ruimtelijke interactie,

infrastructuur- Transportmiddelen- Ruimtelijke interactie en tijd-

ruimtecompressie- Hub en spoke- BNP/WHO- Anti-globalisme

In het thema “ziek” wordt het begrip globalisering toegepast

In het thema grondstoffen en afval worden o.a. de volgende begrippen ter sprake gebracht

- Urban Mining- Recycling/afvalverwerking- duurzaamheid- Kringloop- Grondstof/ijzererts- Halffabricaat

logistiek en distributiecentrum met elkaar in verband brengen.

- kort beschrijven wat de productielijn is van ruwe olie via halffabricaat naar eindproduct.

- het verschil duidelijk maken tussen bulkvervoer en containervervoer.

- kort beschrijven waarom de tweede maasvlakte belangrijk is voor de Rotterdamsehaven

- kort beschrijven welke problemen Rotterdam heeft met zijn vervoer en infrastructuur

- een aantal concurrenten van Rotterdam op een kaart kunnen aanwijzen en aan kunnen wijzen waar het achterland van Rotterdam ligt.

- kort beschrijven hoe belangrijk een mainport is op locale, regionale, nationale en internationale schaal

Hoofdstuk 3Globaliseringje kunt:

- beschrijven en aanwijzen op een wereldkaart hoe er verschuivingen in de tijd hebben plaatsgevonden tussen centrum- en periferiegebieden

- de begrippen die te maken hebben met het overheersen van overzeese gebiedsdelen in historische perspectief zetten en kort beschrijven

- beoordelen op welke schaalniveau een knooppunt zich bevindt.

Page 6: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

- Productieproces- Productiefactoren- Lichte en zware industrie- Hulpstoffen/delfstoffen- Ecologische voetafdruk- Rentmeesterschap

Page 7: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

LEER EN TOETSPLAN DUITSVak: DuitsLeerjaar: 2Onderwerp: LeesvaardigheidKerndoel(en):

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitsewoordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uitgesproken en geschreven Duitstalige teksten.

De leerling leert in Duitstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie tezoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.

De leerling leert informeel contact in het Duits te onderhouden via e-mail, briefen chatten.

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationalecontacten.

Leerdoel(en):

Duitse teksten (krant, internet, brief) begrijpen op basisniveau m.b.t. ontspanning, sport, vakantie, handleidingenKan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.Onderwerp(en): Aangeboden

in:Periode: Aantal

toetsen:Toetsvormen: Weging:

allerlei vakles alle Meerdere malen per jaar

schriftelijk VanERKA1-A1+

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: DuitsLeerjaar: 2Onderwerp: SpreekvaardigheidKerndoel(en):

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitsewoordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uitgesproken en geschreven Duitstalige teksten.

De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven.

De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen tevragen en om hulp te vragen.

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationalecontacten.

Page 8: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Leerdoel(en):Kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en helpt bij het formuleren van wat de spreker probeert te zeggen. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen.Kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om de eigen woonomgeving en de

mensen in de naaste omgeving te beschrijven. Onderwerpen zijn eenvoudig en zeer vertrouwd of gerelateerd aan directe behoeften.

Woorden en uitdrukkingen zijn hoogfrequent. Woordgebruik is concreet en alledaags, niet-idiomatisch. Zinnen zijn kort en eenvoudig. Het spreektempo is laag. Woorden worden duidelijk uitgesproken. Er zijn lange pauzes, zodat de taalgebruiker kan nadenken over de betekenis.

hulpDe gesprekspartner moet langzaam en duidelijk spreken en bereid zijn om veel te herhalen en te herformuleren en na te gaan of hij/zij begrepen wordt

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Zie boven Vakles Alle Minimaal2

Gesprekken thema’s boek

vanERK A1-A1+

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: DuitsLeerjaar: 2Onderwerp: LuistervaardigheidKerndoel(en):

De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Duits door veelte luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitsewoordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uitgesproken en geschreven Duitstalige teksten.

De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen tevragen en om hulp te vragen.

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationalecontacten.

Leerdoel(en):

Eenvoudige gesprekken tussen 2 personen volgen, mededelingen begrijpen (o.a. station, restaurant, media), een journaal in hoofdlijnen begrijpen, een songtekst begrijpenKan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die zichzelf, zijn/haar familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken.

Onderwerp(en): Aangeboden Periode: Aantal Toetsvormen: Weging:

Page 9: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

in: toetsen:Zie boven Vakles alle Meerdere

malen per jaar

Schriftelijk vanERK A1-A1+

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: DuitsLeerjaar: 2Onderwerp: SchrijfvaardigheidKerndoel(en):

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitsewoordenschat.

De leerling leert informeel contact in het Duits te onderhouden via e-mail, briefen chatten.

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationalecontacten.

Leerdoel(en):

Kan een korte, eenvoudige mededeling doen, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld naam, nationaliteit en adres op een inschrijvingsformulier noteren.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Zie boven Vakles Alle Meerdere malen per jaar

Schriftelijk VanERK A1-A1+

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: DuitsLeerjaar: 2Onderwerp: LandeskundeKerndoel(en):

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationalecontacten.

Leerdoel(en):

inzicht in de Duitse cultuur en algemene kennis over Duitsland en andere Duitstalige landen, met name Oostenrijk

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

handel, feestdagen, geografie

vakles, 1 apart project hoofdstuk, Duits

alle Meerdere malen per jaar

Geïntegreerd in andere toetsen, MC

Behorend bij volledige toets

Page 10: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

jeugdjournaal

B. VAARDIGHEDEN DUITS

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende

Goed

Presentatie/spreken

De mondelinge presentatie in doeltaal (poster, verslag, rol) is onsamenhangend en sluit niet aan op de vraag/opdracht. Publiek begrijpt het niet

De mondelinge presentatie in doeltaal (poster, verslag, rol) is een verzameling gegevens met een kop en een staart maar sluit niet aan op de vraag/opdracht. Publiek begrijpt de hoofdlijnen

De mondelinge presentatie in doeltaal (poster, verslag, rol) bezit samenhang; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. Er is een kop en een staart. Publiek kan het verhaal goed volgen

De mondelinge presentatie in doeltaal (poster, verslag, rol) bezit samenhang; er is een inleiding, kern en afsluiting; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. De leerling voegt extra elementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.). Leerling kan ook vragen van publiek beantwoorden in doeltaal

leesvaardigheid Leerling begrijpt geschreven tekst niet

De leerling begrijpt hoofdlijnen van de tekst

De leerling begrijpt de tekst en kan de hoofdlijnen samenvatten

De leerling begrijpt moeilijke nuances in een tekst en doorziet lastige grammaticale verwijzingen

luisteren Leerling begrijpt fragment of gesprekspartner niet

Leerling begrijpt hoofdlijn van fragment. Leerling begrijpt gesprekspartner na herhalen of verduidelijking

Leerling begrijpt fragment/ gesprekspartner

Leerling begrijpt complexe zinnen in fragment of verhaal van gesprekspartner

schrijfvaardigheid De leerling produceert een , voor een native speaker, onbegrjipelijke tekst

Een native speaker kan de hoofdlijnen van de geschreven tekst begrijpen, maar de tekst bevat veel grammaticale fouten

Een native speaker begrijpt de geschreven tekst. Tekst bevat gemiddeld aantal fouten

De tekst bevat “native Duitse”uitdrukkingen en een zeer gering aantal grammaticale fouten

C. KENNEN EN KUNNEN DUITS

Kennen en kunnen lijst

Page 11: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Kennen KunnenOnderwerp

Leesvaardigheid

Spreekvaardigheid

M.b.t. vaardigheden:volgende begrippen:-Duitse alfabet-idioom rond thema’s-telwoorden t/m 1000-rangtelwoorden-hoofdlettergebruik-werkwoorden haben, sein, werden (t.t., o.v.t.)-werkwoorden/vormen (t.t., reg. en onr.)-pers. voornaamwoord-bez. voornaamwoorden-voorzetsels 4e nv-lidwoorden-1e en 4e naamval-tijdsbepaling-zwakke werkwoorden in o.v.t.-“duzen” en “siezen”- maanden/jaargetijden

M.b.t. Landeskunde:volgende begrippen:-landkaart/buurlanden-gewoonten rond verjaardagsfeestjes-vervoer naar school-schoolsysteem-cijfersysteem-lesrooster-carnaval in Duitsland-de Muur-diverse feesten-Duitse sporters-sportevenementen-KaDeWe-Duitse merken

Leesvaardigheid- korte nonfunct. teksten- gedichten-dieet info-korte verhalen-lesrooster-korte teksten rond thema’s/sport/bekende Duitsers/dierenonderwerpConcrete zaken over vertrouwde, alledaagse situaties. woordgebruik en zinsbouwHoogfrequente woorden en korte, eenvoudigezinnen.tekstindelingVisuele ondersteuning.tekstlengteKorte, eenvoudige teksten.

Spreekvaardigheid-getallen spreken-bestellen in restaurant-gesprek voeren over eten/drinken-begrippen rond huishouden-kloktijden-vertellen over school-spreken over feestdagen/familie-mening over iets/iemand geven-vertellen over sprookjes/mysteries-discussie-omschrijven van voorwerpen/onderwerpen

onderwerpOnderwerpen zijn eenvoudig en zeer vertrouwd of gerelateerd aan directe behoeften.

woordenschat en woordgebruik

Beperkt tot een klein repertoire van woorden en eenvoudige uitdrukkingen, over persoonlijke details en bepaalde concrete situaties.

grammaticale correctheidBeperkt tot een klein aantal eenvoudige grammaticale constructies en uit het hoofd

Page 12: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Luistervaardigheid

geleerde uitdrukkingen.

interactieVragen en antwoorden over persoonlijke details. De communicatie is totaal afhankelijk van herhaling, herformulering en correcties.

vloeiendheidBeperkt tot korte, geïsoleerde, uitingen, voornamelijk standaarduitdrukkingen, met veel pauzes om te zoeken naar uitdrukkingen, de uitspraak van minder bekende woorden, en het herstellen van storingen in de communicatie.

coherentieHet verband tussen woorden of groepen van woorden wordt aangegeven met basisvoegwoorden, zoals: ‘en’ of ‘dan’.

uitspraakDe uitspraak van een beperkt aantal geleerde woorden en uitdrukkingen kan met enige inspanning worden verstaan door native speakers die gewend zijn om te spreken met mensen met een andere taalachtergrond.

Luistervaardigheid- sportuitstapjes- omroepen op station-diverse locaties-shoppen in supermarkt-gesprekken tussen personen-info over feesten-verkoopgesprekken-reclameboodschappenonderwerpTeksten hebben betrekking op zeer eenvoudige en vertrouwde onderwerpen uit het dagelijks leven.

woordgebruik en zinsbouwHet taalgebruik is zeer eenvoudig. De zinnen zijn gescheiden door pauzes.

tempo en articulatie

Page 13: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

De spreker spreekt zorgvuldig, langzaam en duidelijk.

tekstlengte

Teksten zijn kort.

Page 14: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

C. KENNEN EN KUNNEN (vervolg)

Kennen en kunnen lijst

Kennen KunnenOnderwerp

Schrijfvaardigheid Schrijfvaardigheid-idioom rond thema’s-grammatica als beschreven bij“kennen”-opvragen informatie bij Duitse instanties of privé-personenonderwerpDe teksten hebben betrekking op de schrijver zelf of op imaginaire personen.

woordenschat en woordgebruik

Woorden en eenvoudige uitdrukkingen, over persoonlijke details en bepaalde concrete situaties.

grammaticale correctheidEen klein aantal eenvoudige grammaticale constructies en uit het hoofd geleerde uitdrukkingen.

spelling en interpunctieBekende woorden en korte zinnen zoals op eenvoudige verkeers- of ANWB borden, instructies, namen van dagelijkse objecten en namen van winkels of regelmatig gebruikte basiszinnen zijn correct overgeschreven.Eigen adres, nationaliteit en andere persoonlijke details zijn correct gespeld.

coherentieWoorden of groepen van woorden zijn verbonden met behulp van basisvoegwoorden, zoals: 'en' of 'dan'.

D. NOVUMDAG nvt

Page 15: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

LEER EN TOETSPLAN ENGELS

Vak: EngelsLeerjaar: 2Onderwerp: LeesvaardigheidKerndoel(en):

12, 13, 14, 17

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

14. De leerling leert in Engelstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.

17. De leerling leert informeel contact in het Engels te onderhouden via e-mail, brief en chatten.

Leerdoel(en):

Het begrijpen van korte Engelse tekstjes Vragen over de tekstjes kunnen beantwoorden

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot het dagelijks leven van leerlingen

Vakles Alle 5 schriftelijk Onderdeel van 4 SO’s en 1 PW die 3x meetelt.

(Jeugd)literatuur De eerste 10 minuten van iedere les

Alle Geen Geen Geen

Vak: EngelsLeerjaar: 2Onderwerp: LuistervaardigheidKerndoel(en):

11, 12, 13, 15, 16

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Engels door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

15. De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven.

16. De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen.

Page 16: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Leerdoel(en):

Eenvoudige gesprekken kunnen volgen en voeren, mededelingen begrijpen, radioboodschappen begrijpen

Vragen over het geluisterde materiaal kunnen beantwoorden

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot het dagelijks leven van leerlingen

Vakles alle 4 schriftelijk Onderdeel van 4 SO’s en een luistertoets die 1x weegt.

Vak: EngelsLeerjaar: 2Onderwerp: spreekvaardigheidKerndoel(en):

12, 13, 15, 16

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

15. De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven.

16. De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen.

Leerdoel(en):

Leerlingen spreken in een zo authentiek mogelijke situatie Engels. Zij gaan leren hoe ze effectief moeten communiceren in het Engels.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Lessituatie: In de les wordt Engels gesproken

Vakles alle 1 Presentatie 2x

Vak: EngelsLeerjaar: 2Onderwerp: SchrijfvaardigheidKerndoel(en):

12, 17

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat.

17. De leerling leert informeel contact in het Engels te onderhouden via e-mail, brief en chatten.

Leerdoel(en):

Page 17: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Eenvoudige briefjes, ansichtkaarten, gedichtjes en e-mails schrijven.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot het dagelijks leven van leerlingen

Vakles Alle 4 schriftelijk Onderdeel van een grotere toets die 3x telt

(Jeugd) literatuur Vakles 2 1 Een flaptekst schrijven over een boek dat hij/zij gelezen heeft.

2x

B. VAARDIGHEDEN

Gymnasium NovumGespreksvaardigheid klas 2

Criteria4 3 2 1

Uitspraak RP of GenAm

Uitspraak is nog herkenbaar als Nederlands,

maar niet storend. Letters worden correct

weggelaten.

Uitspraak is niet storend voor begrip. Letters/lettergrepen

die niet uitgesproken horen te worden,

worden wel uitgesproken.

Uitspraak is storend voor

begrip.

Grammatica(werkwoordsfouten,

geslachtsfouten, fouten in

ontkenning.)

Bijna geen fouten.

Er worden niet veel fouten

gemaakt en de communicatie

wordt niet verstoord.

Er worden veel fouten gemaakt,

maar minder storende fouten.

Er worden teveel storende fouten gemaakt,

dwz in zaken die deel hadden

moeten uitmaken van de verworven basiskennis.

Vocabulaire

Heeft goede vocabulaire paraat op het juiste moment.

Vocabulaire is goed, maar moet even

zoeken.

Kiest niet altijd de juiste woorden, maar

maakt gebruik van compenserende

strategieën.

Komt vaak niet op woorden en weet ook geen compenserende strategieën toe te passen.

Spreektempo Spreekt lekker door.

Moet wel zoeken naar

woorden, maar praat in een goed tempo.

Moet veel zoeken naar woorden en het

tempo ligt laag.Komt erg weinig uit, slaat dicht.

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen KunnenOnderwerp

Vocabulaire Woordjes m.b.t. iets vragen of een Iets vragen en om een gunst vragen.

Page 18: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Grammatica

Leesvaardigheid

Luistervaardigheid

Spreekvaardigheid

Schrijfvaardigheid

gunst vragen, iemand/iets omschrijven, de weg vragen en uitleggen, zeggen dat je iets niet wilt, vergelijkingen maken, een gesprek voeren, zeggen wat je wel/niet leuk vind, iemand leren kennen, iets bestellen, iemand gerust stellen.

Meervoud, bezitsvorm, gerund, vergelijkingen, what en how, betrekkelijk voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord, some, any, past continuous, present perfect, present perfect continuous, future, if- clauses, regelmatige en onregelmatige werkwoorden, passive, modale hulpwerkwoorden, bijwoorden, woordvolgorde in de zin

Vocabulaire en grammatica beheersen, leesstrategieën en compenserende strategieën.

Vocabulaire en grammatica beheersen, uitspraak

Vocabulaire en grammatica beheersen, uitspraak

Vocabulaire en grammatica beheersen, spelling

Iemand/iets omschrijven. De weg vragen en uitleggen zeggen dat je iets niet wilt, vergelijkingen maken, een gesprek voeren, zeggen wat je wel/niet leuk vind, iemand leren kennen, iets bestellen, iemand gerust stellen. Ter ondersteuning van lees-, schrijf-, luister- en spreekvaardigheid.

Zowel in Present Simple als Present Continuous als Past Simple: Ww leren vervoegen in een zin, zinnen ontkennend maken, zinnen vragend maken. klokkijken, tellen, vragen hoe laat het is, aangeven van wie iets is, vragen van wie iets is, zeggen welke dag het is, wanneer hun verjaardag is, beleefd iets vragen. Ter ondersteuning van lees-, schrijf-, luister- en spreekvaardigheid.

Correspondentie lezen, oriënterend lezen, lezen om info op te doen, instructies lezen, lees- en compenserende strategieën kunnen toepassen.

Gesprekken tussen moedertaal-sprekers verstaan, luisteren naar aankondigingen en instructies, luisteren naar tv, video en geluidsopnames.

Informele gesprekken, zaken regelen, informatie uitwisselen, monologen houden

Correspondentie, aantekeningen, berichten

D. Ict-vaardigheden

AlgemeenBij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardighedenLes Alle Gebruik Magister, sites met oefenmateriaal

InternetgebruikBij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardighedenLes Alle Gebruik Magister, sites met oefenmateriaalLes Woordjes leren Gebruik WRTS

Vakprogramma’sVakonderdeel opdracht vaardighedenWoordjes leren Woordjes leren Gebruik WRTS

Page 19: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

LEER EN TOETSPLAN FRANSVak: FransLeerjaar: 2Onderwerp: LuistervaardigheidKerndoel(en):

11, 12, 13, 14

14. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

15. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Franse woordenschat.

16. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Franstalige teksten.

14. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen uit korte en heldere boodschappen en aankondigingen. De leerling leert eenvoudige aanwijzingen te begrijpen.

Leerdoel(en):

1- Eenvoudige gesprekken kunnen volgen en voeren, mededelingen begrijpen.2- Uitleg van eenvoudige grammatica kunnen begrijpen.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot wat zich afspeelt in de klas, het zich eigen maken van woordenschat d.m.v. het leren van toneelstukjes en gebaren.(AIM)

Vakles 1-4 Minstens 4

schriftelijk wisselend

B. LEER EN TOETSPLAN

Vak: FransLeerjaar: 2Onderwerp: spreekvaardigheidKerndoel(en):

12, 14, 16

14. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Franse woordenschat. De leerling leert de woordenschat in het Frans te verklaren.

17. De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven. De leerling leert complexere situaties te verwoorden.

18. De leerling leert standaardgesprekken te voeren om inlichtingen te vragen en om hulp te vragen. De leerling leert in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen te beschrijven

Leerdoel(en):

1- Zich de taal eigen maken op natuurlijke wijze door doeltaal = voertaal, ondersteund door gebaren.2- memoriseren door veel herhalen, inslijpen van de taal, ook dmv spelen van toneelstukjes.

Page 20: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot wat zich afspeelt in de klas, het zich eigen maken van woordenschat d.m.v. het leren van toneelstukjes en gebaren.(AIM)

Vakles 1-4 1 Memoriseren van een toneelstuk en dat filmen.

1x

C. LEER EN TOETSPLAN

Vak: FransLeerjaar: 2Onderwerp: SchrijfvaardigheidKerndoel(en):

13. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Franse woordenschat. De leerling leert de woordenschat in het Frans te verklaren.

Leerdoel(en):

1- De leerling leert langere verhaaltjes schrijven.2- Beschrijven van plaatjes/foto’s.3- Complexere vragen beantwoorden in hele zinnen.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot wat zich afspeelt in de klas, het zich eigen maken van woordenschat d.m.v. het leren van toneelstukjes en gebaren.

Vakles 1-4 Minstens 4

schriftelijk wisselend

D. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijstVak: FransLeerjaar: 2

Kennen KunnenOnderwerp

Page 21: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Vocabulaire

Grammatica

Luistervaardigheid

Spreekvaardigheid

Schrijfvaardigheid

Woordjes m.b.t. ontmoetingen,Wonen, school, kleding, kleuren, familie, reizen, vervoer, weer, de tijd, lichaamsdelen

Uitbreiding van de werkwoorden in Présent, Imparfait en Passé Composé. Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp vervangen in een zin. Bezittelijke voornaamwoorden, aanwijzend voornaamwoord, bijvoeglijk naamwoord en bijwoord.

Vocabulaire en grammatica beheersen, uitspraak.

Vocabulaire en grammatica beheersen, uitspraak, vragen stellen en antwoorden in hele zinnen in complexere situaties

Vocabulaire en grammatica beheersen, spelling.

Zich voorstellen, inlichtingen geven en begrijpen over school, kleding, vrije tijd, familie, kleuren kennen en herkennen en gebruiken.Vocabulaire kunnen verklaren in het Frans.Ter ondersteuning van schrijf-, luister- en spreekvaardigheid.

Werkwoorden leren vervoegen in een zin, zinnen ontkennend maken met meerdere ontkenningen. Voltooide tijd, tegenwoordige tijd en verleden tijd kunnen gebruiken. Ter ondersteuning van schrijf-, luister- en spreekvaardigheid.

Begrijpen wat de docent uitlegt, vraagt en vertelt. Elkaar begrijpen bij werken in groepen en in de conversaties.

Antwoord geven op vragen docent, meespreken in klas bij gebaren docent, in groepen zichzelf verstaanbaar maken bij het zelfst. werken en een rol spelen in de verfilming van het toneelstuk.

Creatief schrijven.

Page 22: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

LEER EN TOETSPLAN GESCHIEDENIS

Vak: GeschiedenisLeerjaar: 2Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal)Kerndoel(en):

37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen,ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij overkenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:tijd van ontdekkers en hervormers (1500 – 1600);tijd van regenten en vorsten (1600 – 1848).

40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

43. De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur enlevensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband tebrengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. Ook wordt dit geplaatst in een breder Europees verband.

Leerdoelen:

Kennis:1. Belangrijke kenmerken benoemen van de nieuwe tijd, zoals renaissance, reformatie,

opkomst van machtige vorsten, scheiding kerk en staat, wetenschappelijke revolutie, Industriële Revolutie en de verbanden tussen deze ontwikkelingen

2. Kunnen benoemen van overeenkomsten en verschillen tussen protestantisme en katholicisme. Kennis nemen van hernieuwde interesse van de klassieke oudheid, Europese overzeese expansie.

Vaardigheden:3. leren onderscheid te maken tussen gevolgen op korte en lange termijn en tussen

bedoelde en onbedoelde gevolgen.4. leren onderscheid te maken tussen middeleeuwse kunst en renaissance kunst.5. leren een gefundeerd antwoord te geven op een vraag aan de hand van historische

bronnen6. persoonlijke beschrijvingen in bronnen vergelijken met feitelijke gegevens en daaruit

conclusies trekken.Onderwerp(en): Aangeboden

in:Periode: Aantal

toetsen:Toetsvormen: Weging:

De Nieuwe Tijd. geschiedenis 1 1 Schriftelijk (S.O.)

2

Page 23: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Vak: GeschiedenisLeerjaar: 2Onderwerp: De tijd van regenten en vorsten (H. 1)Kerndoel(en):

36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties enverschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen,ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij overkenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:Tijd van regenten en vorsten (1600 – 1848);

39. De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.

40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

47. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.

Leerdoel(en):

Kennis:1. Kunnen uitleggen hoe vorsten streefden naar absolute macht2. Kunnen uitleggen hoe in de Nederlandse Republiek het burgerlijk bestuur en de

stedelijke cultuur ontstonden3. Kunnen uitleggen hoe het handelskapitalisme, de wereldeconomie en de

wetenschappelijke revolutie zijn ontstaan.

Vaardigheden:4. geschiktheid van bronnen: representativiteit van bronnen vaststellen5. leren een gefundeerd antwoord te geven op een vraag aan de hand van historische

bronnen6. persoonlijke beschrijvingen in bronnen vergelijken met feitelijke gegevens en daaruit

conclusies trekken.7. Het toepassen van de ideeën van de Verlichting op andere tijden.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Absolutisme, bestuur van de Republiek, handelskapitalisme

Wetenschappelijke / Industriële Revolutie

Geschiedenis

Novumdag

1

1

3

1

S.O.ProefwerkOpdr. Uit de kunst!

Collage

231

1* NB: deze stof wordt ook getoetst in het proefwerk aan het eind van de periode.

Vak: GeschiedenisLeerjaar: 2Onderwerp: De tijd van pruiken en revoluties (H. 2)Kerndoel(en):

Page 24: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen,ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij overkenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:- tijd van pruiken en revoluties (1700 – 1800);

40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

44. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het (Nederlandse) politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn.

Leerdoel(en):

Kennis:1. Het kunnen benoemen van de oorzaken, aanleiding, verloop en gevolgen van

revoluties, in het bijzonder van de Franse Revolutie

Vaardigheden:2. informatie kunnen halen uit een historische bron3. toepassen van de ‘revolutietheorie’ op de Franse revoluties4. leren een gefundeerd antwoord te geven op een vraag aan de hand van historische

bronnen5. leren een zinvolle bijdrage te leveren aan een discussie over beeldvorming (van

Napoleon)

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Franse revolutie Geschiedenis 2 2 Schriftelijk (so + pw)Bronnen-s.o.

2 + 3

2

Page 25: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Vak: GeschiedenisLeerjaar: 2Onderwerp: De Industriële Revolutie (H. 3)Kerndoel(en):

37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen,ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij overkenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:- tijd van burgers en stoommachines (1800 – 1900);

38. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen.

40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

42. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu.

Leerdoel(en):

Kennis:Het kunnen benoemen van de belangrijkste kenmerken van de Industrialisatie en de industriële samenleving.

Vaardigheden:1. geschiktheid van bronnen: standplaatsgebondenheid, representativiteit en

betrouwbaarheid van bronnen vaststellen2. leren een gefundeerd antwoord te geven op een vraag aan de hand van historische

bronnen3. persoonlijke beschrijvingen in bronnen vergelijken met feitelijke gegevens en daaruit

conclusies trekken.4. leren historische bronnen op te zoeken in een archief5. leren op zoek te gaan naar bronnen in een bibliotheek6. leren gebruik te maken van historische bronnen in een museum (selecteren en

interpreteren)7. leren historische informatie te verwerken in een krant uit de 19e eeuw (Novumdag)

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode:

Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Industrialisatie Geschiedenis 1 2 S.O.PW

23

Vak: GeschiedenisLeerjaar: 2Onderwerp: Het Koninkrijk der Nederlanden (H. 5)Kerndoel(en):

37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen,ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij overkenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:- tijd van pruiken en revoluties (1700 – 1800);- tijd van burgers en stoommachines (1800 – 1900);

40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te

Page 26: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

Leerdoel(en):

Kennis:1. Verdergaande democratisering2. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme en

nationalisme, confessionalisme en feminisme3. Democratische revoluties in westerse landen met als gevolg grondwetten,

grondrechten en staatsburgerschap4. Discussies over de sociale kwestie5. De opkomst van emancipatiebewegingen

Vaardigheden:5. informatie kunnen halen uit een historische bron

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Het Koninkrijk der Nederlanden

Geschiedenis 2 / 3 2 Schriftelijk (so)Evt. OpdrachtPw

213

Vak: GeschiedenisLeerjaar: 2Onderwerp: Imperialisme (H. 6)Kerndoel(en):

37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen,ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij overkenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:- tijd van burgers en stoommachines (1800 – 1900);

40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

44. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn.

Leerdoel(en):

Kennis:1. Het modern imperialisme dat verband hield met de industrialisatie2. Uitbouw van de Europese overheersing3. Opkomst van verzet in de koloniën

Vaardigheden:

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Het modern imperialisme Geschiedenis 3 2 S.O.Pw.

Evt. Opdracht

23

1

Page 27: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Overzicht van de in te voeren cijfers voor geschiedenis in leerjaar 2:

Periode

code weging Naam

1 1 Opdracht Uit de kunst!2 S.O. De tijd van regenten en vorsten3 PW De tijd van regenten en vorsten

2 2 S.O. Industriële Revolutie3 Pw. Industriële Revolutie2 SO Franse Revolutie en Verlichting1 Werkstuk geschiedenis (aanvang)

3 2 Bronnen-s.o. Franse Revolutie3 Proefwerk Franse Revolutie.2 Werkstuk geschiedenis (inleveren)

4 2 S.O. Koninkrijk der Nederlanden3 Proefwerk Koninkrijk der Nederlanden2 S.O. Imperialisme3 Proefwerk Imperialisme en Slavernij

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie De leerling leest voortdurend op van een blaadje of van de sheets.Veel taalfouten / stijlfouten.Niet of nauwelijks illustratie

De leerling leest op van een blaadje of sheet. Illustreert zijn verhaal soms en taalgebruik is redelijk.

De leerling kan uit zijn hoofd vertellen en illustreert zijn verhaal mbv beeldmateriaal of voorwerp/monument aanwijzen.Mooi taalgebruik.

De leerling kan uit zijn hoofd levendig vertellen en illustreert zijn verhaal mbv beeldmateriaal of voorwerp/monument aanwijzen.De leerling maakt contact met de groep. Mooi taalgebruik en gebruik van jargon.

Samenwerken De leerling houdt zich niet aan de taakverdeling of werkt in een groep contraproductief (ofwel omdat hij niets doet, ofwel omdat hij alles op zich neemt)

De leerling houdt zich aan de taakverdeling.

De leerling houdt zich aan de taakverdeling, die hij mede zelf gemaakt heeft en neemt initiatieven die het groepsproces bevorderen.

De leerling houdt zich aan de taakverdeling, die hij mede zelf gemaakt heeft en spant zich in om ieder groepslid zijn werk te laten doen en zich prettig te voelen in de groep. (Mede) dankzij hem functioneert de groep als geheel.

Bronnen De leerling kan De leerling kan De leerling kan De leerling kan een

Page 28: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

selecteren geschikte bronnen niet onderscheiden van niet of minder geschikte bronnen.

geschikte bronnen onderscheiden van niet of minder geschikte bronnen, maar kan zijn keuze niet goed beargumenteren.

geschikte bronnen onderscheiden van niet of minder geschikte bronnen. De leerling kan zijn keuzes redelijk uitleggen en houdt rekening met standplaatsgebondenheid, representativiteit en betrouwbaarheid.

onderverdeling maken tussen geschikte bronnen, minder geschikte bronnen en ongeschikte bronnen. De leerling kan zijn keuzes uitleggen en houdt rekening met standplaatsgebondenheid, representativiteit en betrouwbaarheid.

Afbeeldingen selecteren

De leerling kan geen geschikte afbeeldingen selecteren.

De leerling kan geschikte afbeeldingen selecteren, maar kan zijn keuze niet goed beargumenteren. De afbeelding wordt voorzien van een uitleg/ onderschrift.

De leerling kan geschikte afbeeldingen selecteren en houdt daarbij rekening met aantrekkelijkheid van de afbeelding. De afbeelding wordt voorzien van een goede uitleg/onderschrift.

De leerling kan de juiste afbeeldingen selecteren en houdt daarbij rekening met aantrekkelijkheid van de afbeelding en de representativiteit. De afbeelding wordt voorzien van een goede uitleg/onderschrift.

Oorzaken en gevolgen onderscheiden

De leerling kan geen oorzaken en gevolgen onderscheiden.

De leerling kan oorzaken en gevolgen van elkaar onderscheiden, maar kan ze niet classificeren (zie goed).

De leerling kan oorzaken en gevolgen van elkaar onderscheiden, maar kan ze maar deels classificeren (zie goed).

De leerling kan goed oorzaken en gevolgen onderscheiden en onderscheid maken in soorten oorzaken en gevolgen (meer/minder belangrijk, korte/lange termijn, bedoeld/ onbedoeld).

Interpreteren van bronnen

De leerling kan bronnen niet koppelen aan de leerstof. Hij kan niet de juiste informatie uit de bron halen.

De leerling kan bronnen soms koppelen aan de leerstof. Hij kan informatie uit de bron halen maar geeft hiermee niet altijd een duidelijk antwoord op de vraag.

De leerling kan bronnen koppelen aan de leerstof en houdt rekening met standplaatsgebondenheid, representativiteit en betrouwbaarheid. Hij kan de informatie die hij uit de bron haalt redelijk verwoorden en daarmee

De leerling kan bronnen goed koppelen aan de leerstof en houdt rekening met standplaatsgebondenheid, representativiteit en betrouwbaarheid. Hij kan de informatie die hij uit de bron haalt goed verwoorden en daarmee duidelijk antwoord geven op de vraag.

Page 29: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

antwoord geven op de vraag.

Samenvatten De leerling kan geen onderscheid maken tussen hoofd-, bij- en irrelevante zaken. De samenvatting bevat hele zinnen die onderling weinig verband houden.

De leerling kan soms onderscheid maken tussen hoofd-, bij- en irrelevante zaken. De samenvatting bevat ook hele zinnen die echter wel verband houden.

De leerling kan onderscheid maken tussen hoofd-, bij- en irrelevante zaken. Hij kan schematiseren en verbanden aangeven.

De leerling kan goed onderscheid maken tussen hoofd-, bij- en irrelevante zaken. Hij kan schematiseren en verbanden aangeven.

Het stellen van vragen naar aanleiding van bronnen

De leerling kan geen beantwoordbare vragen stellen. De vragen houden ook geen verband met de leerstof.

De leerling kan beantwoordbare vragen stellen over een bron die echter geen verband houden met de leerstof.

De leerling kan beantwoordbare vragen stellen over een bron. De vragen houden verband met de leerstof maar zijn alleen beschrijvend.

De leerling kan verklarende en opiniërende vragen stellen over een bron. Het antwoord volgt uit bron gekoppeld aan leerstof.

Inleven in een historisch personage / fenomeen

De leerling kan zich niet gedragen als iemand uit een andere tijd.

De leerling kan zich gedragen als iemand uit een andere tijd.

De leerling kan zich zodanig inleven dat hij zich gedraagt als iemand uit een andere tijd, plaats, leeftijd, kortom van een andere standplaats. Hij kan zijn nieuwe standplaats goed verwoorden of uitbeelden.

De leerling kan zich zodanig inleven dat hij zich gedraagt als iemand uit een andere tijd, plaats, leeftijd, kortom van een andere standplaats. Hij kan zijn nieuwe standplaats goed verwoorden of uitbeelden en hiermee een fenomeen verduidelijken.

LEER- EN TOETSPLAN GRIEKS

Vak: Grieks

Leerjaar: 2

Onderwerp: Grammatica

Kerndoel(en):

Leerdoel(en):

De leerlingen kunnen woordsoorten onderscheiden.De leerlingen kennen elementen van het verbuiging- en vervoegingsysteem.De leerlingen kunnen m.b.v. de betekenis van een werkwoord hun kennis over te verwachten zinsdelen

Page 30: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

operationaliseren bij de analyse van een (te vertalen) zin.De leerlingen kunnen m.b.v. hun kennis van de naamvallen en met begrip van syntactische functies betekenisverbanden leggen.De leerlingen kunnen m.b.v. hun kennis van de werkwoordsvormen en met begrip van syntactische functies betekenisverbanden leggen.De leerlingen kunnen teksten met de hierboven genoemde taalverschijnselen vertalen.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

NaamvallensysteemWerkwoordsvormenSyntaxis

Vakles 1 / 2 / 3 / 4

16 (4 per periode)

12 * SO4 * Pw

13

Vak: Grieks

Leerjaar: 2

Onderwerp: Vertalen

Kerndoel(en):

# 3 De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat.

De leerlingen kennen de letters en kunnen de woorden lezen, uitspreken en schrijven.De leerlingen kunnen teksten met de onder ‘grammatica’ genoemde taalverschijnselen vertalen.

Leerdoel(en):

Het opbouwen van de woordenschat Grieks.Een Griekse tekst te vertalen met minimaal gebruik van hulpmiddelen.Een Griekse tekst begripvol te lezen.De leerlingen kunnen van teksten een samenvatting geven.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

WoordenVertaalstrategie

Vakles 1 / 2 / 3 / 4

16 (4 per periode)

12 * SO4 * Pw

13

Vak: Grieks

Leerjaar: 2

Onderwerp: Cultuurhistorie

Kerndoel(en):

# 4 De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten.

# 8 De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden.

Page 31: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Leerdoel(en):

Cultureel-mentale oriëntatie1- De leerlingen kunnen de belangrijkste feiten, begrippen en kenmerken van de Griekse en Romeinse cultuur, geschiedenis en mythologie, aangeven.2- De leerlingen kunnen overeenkomsten en verschillen aangeven tussen denkbeelden en overtuigingen van de Griekse en Romeinse Oudheid en vergelijkbare denkbeelden en overtuigingen in latere culturen.

Cultuur-esthetische oriëntatie3- De leerlingen kunnen enkele kenmerken van beeldende kunst en architectuur van de Griekse en Romeinse Oudheid herkennen en typeren.4- De leerlingen kunnen, in samenhang met de kerndoelen van het vakgebied Beeldende Vorming, antieke invloeden in de beeldende kunst en de architectuur van latere perioden, alsmede in andere uitingsvormen van hedendaagse vormgeving, herkennen.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Cultuurhistorie Vakles 1 / 2 / 3 / 4

4 4 * PW 3*

Page 32: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie De mondelinge presentatie (poster, verslag, rol) is onsamenhangend en sluit niet aan op de vraag/opdracht.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) is een verzameling gegevens met een kop en een staart maar sluit niet aan op de vraag/opdracht

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. Er is een kop en een staart.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; er is een inleiding, kern en afsluiting; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. De leerling voegt extra elementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.).

Samenwerken De leerling wilde niet samenwerken of werkte in een groep contraproductief.

De leerling heeft goed samengewerkt en wilde ook opdrachten van anderen uitvoeren.

De leerling heeft goed samengewerkt en heeft initiatieven genomen om de groep goed te laten samenwerken.

De leerling heeft goed samengewerkt en nam de rol van leider op zich; dank zij hem functioneerde de groep als geheel.

Grammaticaen vertalen

De leerling kan in een Griekse tekst de woordsoorten niet of nauwelijks herkennen noch de vervoegingen en verbuigingen operationaliseren.

De leerling kan in een Griekse tekst de meeste woordsoorten herkennen en de vervoegingen en verbuigingen operationaliseren maar er geen goed lopende Nederlandse vertaling mee maken.

De leerling kan in een Griekse tekst de woordsoorten herkennen en de vervoegingen en verbuigingen operationaliseren maar er geen goed lopende Nederlandse vertaling mee maken.

De leerling kan in een Griekse tekst de woordsoorten herkennen en de vervoegingen en verbuigingen operationaliseren om er een goed lopende Nederlandse vertaling mee te maken.

Page 33: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

Alfabet Griekse alfabet, letters en uitspraak LezenSchrijven

Woordenschat Woorden Grieks – Nederlands Toepassen in een vertalingReproduceren in schriftelijke overhoring

Grammatica Woordsoorten Morfologie van nomina Morfologie van verba Functies van de naamvallen in de zin

Kennis toepassen op een Griekse tekst

Vertalen Grondbeginselen van de opbouw van een Griekse zin

Begrip tonen van de Griekse tekst op zowel de taalkundige als de inhoudelijke kant.Vertaalstrategie toepassen.

Page 34: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

D. NOVUMDAG

Vak: Grieks

Leerjaar: 2

Onderwerp: oude geschiedenis

Kerndoel(en):

Leerdoel(en):

1- Leerlingen kunnen zich een (visuele) voorstelling maken van de Griekse en Romeinse culturen en zich beter inleven in de materiële aspecten ervan.2- Leerlingen kunnen gelezen teksten koppelen aan tastbare objecten uit de Griekse en Latijnse culturen.3- Leerlingen kunnen enkele kenmerken van de beeldende kunst en architectuur van de Griekse en Romeinse Oudheid herkennen en typeren.

Activiteit Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Bezoek Xanten Novumdag 4 n.n.b. n.n.b.

E. Ict-vaardigheden

Vakprogramma’sVakonderdeel opdracht vaardighedenwoorden leren woorden leren woorden leren

Page 35: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

LEER- EN TOETSPLAN LATIJN

Vak: Latijn

Leerjaar: 2

Onderwerp: Grammatica

Kerndoel(en):

Leerdoel(en):

De leerlingen kunnen woordsoorten onderscheiden.De leerlingen kennen elementen van het verbuiging- en vervoegingsysteem.De leerlingen kunnen m.b.v. de betekenis van een werkwoord hun kennis over te verwachten zinsdelen operationaliseren bij de analyse van een (te vertalen) zin.De leerlingen kunnen m.b.v. hun kennis van de naamvallen en met begrip van syntactische functies betekenisverbanden leggen.De leerlingen kunnen m.b.v. hun kennis van de werkwoordsvormen en met begrip van syntactische functies betekenisverbanden leggen.De leerlingen kunnen teksten met de hierboven genoemde taalverschijnselen vertalen.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

NaamvallensysteemWerkwoordsvormenSyntaxis

Vakles 1 / 2 / 3 / 4

16 (4 per periode)

8 * SO4 * Pw4 * Proefvertaling

133

Vak: Latijn

Leerjaar: 2

Onderwerp: Vertalen

Kerndoel(en):

# 3 De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat.

De leerlingen kennen de letters en kunnen de woorden lezen, uitspreken en schrijven.De leerlingen kunnen teksten met de onder ‘grammatica’ genoemde taalverschijnselen vertalen.

Leerdoel(en):

Het opbouwen van de woordenschat Latijn.Een Latijnse tekst te vertalen met minimaal gebruik van hulpmiddelen.Een Latijnse tekst begripvol te lezen.De leerlingen kunnen van teksten een samenvatting geven.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

WoordenVertaalstrategie

Vakles 1 / 2 / 3 / 4

16 (4 per periode)

8 * SO4 * Pw4 * Proefvertaling

133

Vak: Latijn

Page 36: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Leerjaar: 2

Onderwerp: Cultuurhistorie

Kerndoel(en):

# 4 De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten.

# 8 De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden.

Leerdoel(en):

Cultureel-mentale oriëntatie1- De leerlingen kunnen de belangrijkste feiten, begrippen en kenmerken van de Griekse en Romeinse cultuur, geschiedenis en mythologie, aangeven.2- De leerlingen kunnen overeenkomsten en verschillen aangeven tussen denkbeelden en overtuigingen van de Griekse en Romeinse Oudheid en vergelijkbare denkbeelden en overtuigingen in latere culturen.

Cultuur-esthetische oriëntatie3- De leerlingen kunnen enkele kenmerken van beeldende kunst en architectuur van de Griekse en Romeinse Oudheid herkennen en typeren.4- De leerlingen kunnen, in samenhang met de kerndoelen van het vakgebied Beeldende Vorming, antieke invloeden in de beeldende kunst en de architectuur van latere perioden, alsmede in andere uitingsvormen van hedendaagse vormgeving, herkennen.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Romeinse cultuur en mythologie

Vakles 1 / 2 / 3 / 4

4 (1 per periode)

4 * PW PW 3*

Page 37: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie De mondelinge presentatie (poster, verslag, rol) is onsamenhangend en sluit niet aan op de vraag/opdracht.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) is een verzameling gegevens met een kop en een staart maar sluit niet aan op de vraag/opdracht

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. Er is een kop en een staart.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; er is een inleiding, kern en afsluiting; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. De leerling voegt extra elementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.).

Samenwerken De leerling wilde niet samenwerken of werkte in een groep contraproductief.

De leerling heeft goed samengewerkt en wilde ook opdrachten van anderen uitvoeren.

De leerling heeft goed samengewerkt en heeft initiatieven genomen om de groep goed te laten samenwerken.

De leerling heeft goed samengewerkt en nam de rol van leider op zich; dank zij hem functioneerde de groep als geheel.

Grammaticaen vertalen

De leerling kan in een Latijnse tekst de woordsoorten niet of nauwelijks herkennen noch de vervoegingen en verbuigingen operationaliseren.

De leerling kan in een Latijnse tekst de meeste woordsoorten herkennen en de vervoegingen en verbuigingen operationaliseren maar er geen goed lopende Nederlandse vertaling mee maken.

De leerling kan in een Latijnse tekst de woordsoorten herkennen en de vervoegingen en verbuigingen operationaliseren maar er geen goed lopende Nederlandse vertaling mee maken.

De leerling kan in een Latijnse tekst de woordsoorten herkennen en de vervoegingen en verbuigingen operationaliseren om er een goed lopende Nederlandse vertaling mee te maken.

Page 38: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

Woordenschat Woorden Latijn - Nederlands Toepassen in een vertalingReproduceren in schriftelijke overhoring

Grammatica Woordsoorten Morfologie van nomina Morfologie van verba Functies van de naamvallen in de zin

Kennis toepassen op een Latijnse tekst

Vertalen Grondbeginselen van de opbouw van een Latijnse zin

Begrip tonen van de Latijnse tekst op zowel de taalkundige als de inhoudelijke kant.Vertaalstrategie toepassen.

Page 39: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

D. NOVUMDAG

Vak: Latijn

Leerjaar: 2

Onderwerp: oude geschiedenis

Kerndoel(en):

Leerdoel(en):

1- Leerlingen kunnen zich een (visuele) voorstelling maken van de Griekse en Romeinse culturen en zich beter inleven in de materiële aspecten ervan.2- Leerlingen kunnen gelezen teksten koppelen aan tastbare objecten uit de Griekse en Latijnse culturen.3- Leerlingen kunnen enkele kenmerken van de beeldende kunst en architectuur van de Griekse en Romeinse Oudheid herkennen en typeren.

Activiteit Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Bezoek Xanten Novumdag 4 n.n.b. n.n.b.

E. Ict-vaardigheden

InternetgebruikBij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardighedenondersteunende opdrachten bij grammatica uit Disco

oefenen met grammatica

toepassing grammatica

Vakprogramma’sVakonderdeel opdracht vaardighedenwoorden leren via WRTS woorden leren woorden leren

Page 40: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

LEER EN TOETSPLAN LO

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein A spel: BadmintonKerndoel(en):

1. De leerlingen kunnen twee terugslagspelen spelen, te weten (een vorm van) volleybal en één spel te kiezen uit vormen van badminton, tafeltennis, of tennis.

2. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

3. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);4. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6)

en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);5. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);6. Het leren communiceren (4);7. Het leren reflecteren op het leerproces (5);8. De leerlingen kunnen drie doelspelen spelen, te kiezen uit vormen van voetbal,

handbal, hockey, basketbal, korfbal of rugby.9. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken.10. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);11. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van

succes en gezamenlijkheid);12. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;13. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;14. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1- De leerling leert de shuttle in het spel te houden.

2- De leerling leert de shuttle te plaatsen.

3- De leerling leert het spel op een klein veld te spelen. De hierbij geldende regels m.n. aangaande de service zijn bekend en worden correct toegepast.

4- De leerling kan als scheidsrechter het spel leiden.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Badminton, basis vaardigheden

1b 1 Praktische vaardigheid

1

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein A spel: FlagfootbalKerndoel(en):

1. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

2. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6)

Page 41: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);5. Het leren communiceren (4);6. Het leren reflecteren op het leerproces (5);7. De leerlingen kunnen drie doelspelen spelen, te kiezen uit vormen van voetbal,

handbal, hockey, basketbal, korfbal of rugby.8. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken.9. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);10.Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van

succes en gezamenlijkheid);11. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;12.Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;13.Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1- De leerling leert werpen en vangen met de american footbal

2- De leerling leert de specifieke terminologie en posities van het flagfootbal en leert deze toepassen en de bijbehorende taken uitvoeren.

3- De leerling krijgt enkele standaard spelpatronen aangereikt en leert hierop te varieren en/of binnen de regels geheel nieuwe spelpatronen te bedenken en uitvoeren.

4- De leerling leert het spel zelfstandig in de eindvorm te spelen.

5- De leerling is in staat als scheidsrechter het spel te leiden.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Flagfootbal werpen en vangen

1a 1 Praktische vaardigheid

1

Flagfootbal spel 2b 1 Praktische vaardigheid

1

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein A spel: HockeyKerndoel(en):

1. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

2. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6)

en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);5. Het leren communiceren (4);6. Het leren reflecteren op het leerproces (5);7. De leerlingen kunnen drie doelspelen spelen, te kiezen uit vormen van voetbal,

handbal, hockey, basketbal, korfbal of rugby.8. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken.9. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);

Page 42: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

10. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes en gezamenlijkheid);

11. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;12. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;13. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1- De leerling leert pushen, slaan en stoppen.2- De leerling leert na een eenvoudige combinatie af te werken op het doel.3- De leerling speelt hockey op een klein veld 5-5, kent de veiligheidsvoorschriften en

neemt deze in acht.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Hockey 2b 1 Praktische vaardigheid

1

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein A spel: BasketbalKerndoel(en):

1. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

2. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6)

en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);5. Het leren communiceren (4);6. Het leren reflecteren op het leerproces (5);7. De leerlingen kunnen drie doelspelen spelen, te kiezen uit vormen van voetbal,

handbal, hockey, basketbal, korfbal of rugby.8. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken.9. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);10. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van

succes en gezamenlijkheid);11. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;12. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;13. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1- De leerling kan op 3 manieren passen; chestpass, bouncepass en de overheadpass.

2- De leerling kan een hoge en lage dribbel uitvoeren.

3- De leerling moet kunnen stoppen in het 2-tel ritme.

4- De leerling kan pivoteren en weet wanneer hij dit toe moet passen.

Page 43: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

5- De leerling kan een lay-up aan de voorkeurskant.

6- De leerling kan een set-shot aan de voorkeurskant

7- de leerling leert zelfstandig op ½ court 3:3 en/of 4:4 spelen.Onderwerp(en): Aangeboden

in:Periode: Aantal

toetsen:Toetsvormen:

Weging:

Techniek Basketbal 1b 1 Praktische vaardigheid

1

Spel basketbal 2a 1 Praktische vaardigheid

1

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein A spel: SoftbalKerndoel(en):

1. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

2. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6)

en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);5. Het leren communiceren (4);6. Het leren reflecteren op het leerproces (5);7. De leerlingen kunnen een slag- en loopspel (vormen van softbal) spelen.8. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken.9. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);10. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van

succes en gezamenlijkheid);11. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;12. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;13. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):1. De leerling moet een grondbal, een strakke bal en een hoge bal kunnen verwerken2. De leerling moet in staat zijn een strakke bal te kunnen werpen waarbij hij met het goede been uitstapt.3. De leerling moet weten hoe hij de knuppel moet vasthouden en de juiste slaghouding in moet nemen.4. De leerling moet voldoende regelkennis hebben om het spel zelfstandig te kunnen spelen5. De leerling leert de bal slaan vanuit onderhandse pitch.6. De leerling leert als scheidsrechter het spel te leiden.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Vangen en werpen 1a 1 Praktische vaardigheid

1

Spelvaardigheid 2b 1 Praktische vaardigheid

1

Page 44: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein A spel: VolleybalKerndoel(en):

1. De leerlingen kunnen twee terugslagspelen spelen, te weten (een vorm van) volleybal en één spel te kiezen uit vormen van badminton, tafeltennis, of tennis.

2. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

3. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);4. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6)

en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);5. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);6. Het leren communiceren (4);7. Het leren reflecteren op het leerproces (5);8. De leerlingen kunnen drie doelspelen spelen, te kiezen uit vormen van voetbal,

handbal, hockey, basketbal, korfbal of rugby.9. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken.10. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);11. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van

succes en gezamenlijkheid);12. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;13. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;14. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1- De leerling kan de bal met de bovenhandse techniek spelen.

2- De leerling kan de bal met de onderhandse techniek spelen.

3- De leerling kan de bal door middel van een onderhandse service in het veld brengen

4- De leerling weet hoe de puntentelling werkt en hoe en wanneer er moet worden doorgedraaid.

5- De leerling kan het spel als scheidsrechter leiden

6- De leerling kan het spel zelfstandig spelen op een klein veld (4:4)Onderwerp(en): Aangeboden

in:Periode: Aantal

toetsen:Toetsvormen:

Weging:

Techniek volleybal 1b 1 Praktische vaardigheid

1

Spel volleybal 2a 1 Praktische vaardigheid

1

Spelleiding volleybal 2a 1 Praktische vaardigheid

1

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein B turnen: Turnen 1 (zwaaien en steunen)Kerndoel(en):

1. De leerlingen beheersen verschillende vormen van zwaaien.

Page 45: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

2. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen turnen mogelijk maken.3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6)

en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);5. Het leren communiceren (4);6. Het leren reflecteren op het leerproces (5);7. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);8. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van

succes en gezamenlijkheid);9. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;10. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;11. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1. De leerling weet hoe hoog de ringen moeten staan en stelt de ringen correct.

2. De leerling beheerst de strekhangzwaai aan de ringen, ook met lengte-as draai en afsprong in de achterzwaai en eventueel ander variaties.

3. De leerling kan op een adequate manier hulpverlenen.

4. De leerling leert de rol voorwaarts in de voorzwaai en achterzwaai vanuit steunhangzwaai aan de trapeze.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Strekhangzwaai ringen 1b of 2a* 1 Praktische vaardigheid

1

Hulpverlenen 1b of 2a* 1 Praktische vaardigheid

1

Steunhangzwaai trapeze 1b of 2a* 1 Praktische vaardigheid

1

Steunzwaai brug 1b of 2a* 1 Praktische vaardigheid

1

*= afhankelijk van in welke zaal wordt gegymd.

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein B turnen: Turnen 2 (springen en akrobatiek)Kerndoel(en):

1. De leerlingen beheersen verschillende vormen van springen.2. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen turnen mogelijk maken.3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6)

en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);5. Het leren communiceren (4);6. Het leren reflecteren op het leerproces (5);7. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);8. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van

succes en gezamenlijkheid);9. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;10. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

Page 46: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;11. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;Leerdoel(en):

1. Minitrampoline: de leerling leert de rol voorwaarts op verhoogd vlak en is in staat een hurkwendsprong over de kast te maken.

2. Reuhterplank: de leerling beheerst de hurksprong op of over de kast.

3. Akrobatiek: de leerling leert met 2 of meertallen akrobatische vormen.

4. De leerling kan op een adequate manier hulpverlenen bij de steunsprongen, de vrije sprongen en de akrobatische vormen.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Minitramp 1b of 2a* 1 Praktische vaardigheid

1

Hulpverlenen 1b of 2a* 1 Praktische vaardigheid

1

Steunsprongen kast 1b of 2a* 1 Praktische vaardigheid

1

*= afhankelijk van in welke zaal wordt gegymd.

Vak: LOLeerjaar: 2.Onderwerp: Domein C : Bewegen en muziekKerndoel(en):

1. De leerlingen kunnen binnen minimaal één van de volgende onderdelen van bewegen op muziek: ritme en bewegen, volksdansen, jazzdansen, conditionele vormen op muziek, een aantal bewegingen uitvoeren.

2. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);3. Het leren communiceren (4);4. Het leren reflecteren op het leerproces (5);5. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen bewegen op muziek mogelijk

maken.6. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);7. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van

succes en gezamenlijkheid);8. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;9. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;10. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1. De leerling kan in het juiste tempo en op het juiste moment inzetten.2. De leerling op het aangereikte ritme verschillende passen in verschillende

bewegingsbanen uitvoeren.3. De leerling leert door middel van bewegen op muziek de conditie te onderhouden en

verbeteren.

Page 47: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

4. De leerling leert leert een dans-looppatroon van minimaal 8 vierkwartsmaten te ontwerpen en dit patroon met een groepje uit te voeren.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Bewegen en muziek 1b 1 Praktische vaardigheid

1

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein D atletiek: AtletiekKerndoel(en):

11. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);12. Het leren communiceren (4);13. Het leren reflecteren op het leerproces (5);14. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);15. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van

succes en gezamenlijkheid);16. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;17. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;18. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;19. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6)

en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);20. het leren omgaan met regels en procedures (4.1);21. De leerlingen beheersen verschillende vormen van lopen.22. De leerlingen beheersen verschillende vormen van springen.23. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen beoefenen van atletiek mogelijk

maken.Leerdoel(en):

4- De leerling leert bij de estafetteloop binnen de wisselzone een vliegende wissel op hoge snelheid toepassen en het estafettestokje op de juiste manier geven, ontvangen en dragen.

5- De leerling leert de Fosbury-flop.6- De leerling maakt kennis met de triathlon (in aangepaste versie).7- De leerling maakt kennis met de koppelkoers.8- De leerling leert hordenlopen.9- De leerling leert een juiste start- en sprinthouding, weet de startprocedure goed toe te

passen en voert een 60 meter sprint uit.10- De leerling leert de techniek van het speerwerpen, uit stand en driepas.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Estafettetechniek 2b 0Triathlon 2b 1 Praktische

vaardigheid1

Koppelkoers 2b 1 Praktische vaardigheid

1

Fosbury-flop 1b 1 Praktische vaardigheid

1

Hordenlopen techniek 2b 1 Praktische vaardigheid

1

Sprint 60 m. 2b 1 Praktische 1

Page 48: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

vaardigheidSpeerwerpen (techniek) 1a 1 Praktische

vaardigheid1

Tabel 60 meter sprint.

Cijfer 1e 2m 2j 3m 3j 4m 4j 5m 5j10 7,9 7,4 6,9 6,9 6,8 6,8 6,6 6,6 6,59 8,6 8,2 7,8 7,8 7,6 7,6 7,4 7,4 7,28 9,4 9,0 8,7 8,7 8,4 8,4 8,1 8,1 7,87 10,1 9,9 9,5 9,5 9,1 9,1 8,9 8,9 8,86 10,9 10,7 10,4 10,4 9,9 9,9 9,7 9,7 9,55 11,6 11,5 11,2 11,2 10,7 10,7 10,4 10,4 10,24 12,4 12,3 12,1 12,1 11,5 11,5 11,2 11,2 11,0

Tabel Fosbury-flop

Meisjes Jongens3 + 4 1 + 2 Cijfer 1 + 2 3 + 4

50 40 4 50 7060 50 4 ½ 60 8070 60 5 70 9080 70 5 ½ 80 10090 80 6 90 105

100 90 6 ½ 95 110105 95 7 100 115110 100 7 ½ 105 120115 105 8 110 125120 110 8 ½ 115 130125 115 9 120 135130 120 9 ½ 125 140135 125 10 130 145

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein D atletiek: conditie, duuractiviteiten en SRTKerndoel(en):

1. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);2. Het leren communiceren (4);3. Het leren reflecteren op het leerproces (5);4. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);5. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van

succes en gezamenlijkheid);6. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;

Page 49: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

7. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;

8. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

9. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);

10. het leren omgaan met regels en procedures (4.1);11. De leerlingen beheersen verschillende vormen van lopen.12. De leerlingen beheersen verschillende vormen van springen.13. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen beoefenen van atletiek mogelijk

maken.

Leerdoel(en):

1- De leerling krijgt inzicht in zijn eigen mogelijkheden en beperkingen m.b.t. duuractiviteiten en leert hoe daar mee om te gaan.

2- De leerling leert op een verantwoorde manier op te bouwen naar een duuractiviteit.3- De leerling maakt kennis met een pyramideloop, intervalloop, duurloop en de shuttle

run test (SRT)4- De leerling leert de techniek van het touwspringen en kan dit gedurende langere tijd in

een hoog tempo volhouden.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Duurloop 1a 1 Praktische vaardigheid

1

SRT 1b en 2a 2 Praktische vaardigheid

1

Touwspringen 1b en 2a 2 Praktische vaardigheid

1

Tabel Shuttle Run Test

JTrap

Klas 1

MTrap

JTrap

Klas 2

MTrap

JTrap

Klas 3

MTrap

JTrap

Klas 4,5,6

MTrap

1 1 1 2 1 1 3 1 2 4 1 32 2 2 3 2 2 4 2 3 5 2 43 3 3 4 3 3 5 3 4 6 3 54 4 4 5 4 4 6 4 5 7 4 65 5 5 6 5 5 7 5 6 8 5 76 6 6 7 6 6 8 6 7 9 6 87 7 7 8 7 7 9 7 8 10 7 98 8 8 9 8 8 10 8 9 11 8 109 9 9 10 9 9 11 9 10 12 9 11

10 10 10 11 10 10 12 10 11 13 10 12

Tabel touwspringen

Brugklas 80 x in 1 minuut 10Elke 4 sprongen minder is 1 punt in mindering

2 e Klas 120 x in 1 minuut 10Elke 2 sprongen is 1 punt in mindering: meisjesElke 4 sprongen is 1 punt in mindering: jongens

Page 50: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

3 e klas 250 x in 2 ½ minuut 10Elke 5 sprongen is 1 punt in mindering : meisjesElke 8 sprongen is 1 punt in mindering : jongens

4 e en 5 e klas 250 x in 2 minuten 10Elke 5 seconde extra is 1 punt in mindering

Tabel 2000 meterJ/MKlas

1

MKlas

2

JKlas

2

M Klas

3

J Klas

3

M Klas

4

J Klas

4

M Klas

5

J Klas

510 8.35 10 8.15 8.00 10 8.00 7.30 10 8.00 7.30 10 7.45 7.15 1010- 8.48 10- 8.27 8.11 10- 8.11 7.39 10- 8.11 7.39 10- 7.55 7.24 10-9 ½ 9.01 9 ½ 8.39 8.22 9 ½ 8.22 7.48 9 ½ 8.22 7.48 9 ½ 8.05 7.33 9 ½9+ 9.14 9+ 8.51 8.33 9+ 8.33 7.58 9+ 8.33 7.58 9+ 8.15 7.42 9+9 9.27 9 9.03 8.44 9 8.44 8.08 9 8.44 8.08 9 8.25 7.50 99- 9.40 9- 9.15 8.55 9- 8.55 8.17 9- 8.55 8.17 9- 8.35 7.59 9-8 ½ 9.53 8 ½ 9.37 9.06 8 ½ 9.06 8.26 8 ½ 9.06 8.26 8 ½ 8.45 8.07 8 ½8+ 10.06 8+ 9.48 9.16 8+ 9.16 8.35 8+ 9.16 8.35 8+ 8.55 8.16 8+8 10.19 8 9.50 9.27 8 9.27 8.45 8 9.27 8.45 8 9.05 8.25 88- 10.32 8- 10.02 9.38 8- 9.38 8.54 8- 9.38 8.54 8- 9.15 8.34 8-7 ½ 10.45 7 ½ 10.14 9.49 7 ½ 9.49 9.03 7 ½ 9.49 9.03 7 ½ 9.25 8.42 7 ½7+ 10.57 7+ 10.26 10.00 7+ 10.00 9.13 7+ 10.00 9.13 7+ 9.35 8.51 7+7 11.10 7 10.37 10.11 7 10.11 9.23 7 10.11 9.23 7 9.45 9.00 77- 11.22 7- 10.49 10.22 7- 10.22 9.32 7- 10.22 9.32 7- 9.55 9.09 7-6 ½ 11.35 6 ½ 11.01 10.33 6 ½ 10.33 9.41 6 ½ 10.33 9.41 6 ½ 10.05 9.18 6 ½6+ 11.47 6+ 11.13 10.44 6+ 10.44 9.50 6+ 10.44 9.50 6+ 10.15 9.26 6+6 12.00 6 11.25 10.55 6 10.55 10.00 6 10.55 10.00 6 10.25 9.35 66- 12.15 6- 11.40 11.10 6- 11.10 10.15 6- 11.10 10.15 6- 10.40 9.50 6-5 ½ 12.30 5 ½ 11.55 11.25 5 ½ 11.25 10.30 5 ½ 11.25 10.30 5 ½ 10.55 10.05 5 ½5+ 12.45 5+ 12.10 11.40 5+ 11.40 10.45 5+ 11.40 10.45 5+ 11.10 10.20 5+5 13.00 5 12.25 11.55 5 11.55 11.00 5 11.55 11.00 5 11.25 10.35 55- 13.15 5- 12.40 12.10 5- 12.10 11.15 5- 12.10 11.15 5- 11.40 10.50 5-4 ½ 13.30 4 ½ 12.55 12.25 4 ½ 12.25 11.30 4 ½ 12.25 11.30 4 ½ 11.55 11.05 4 ½4+ 13.45 4+ 13.10 12.40 4+ 12.40 11.45 4+ 12.40 11.45 4+ 12.10 11.20 4+4 14.00 4 13.25 12.55 4 12.55 12.00 4 12.55 12.00 4 12.25 11.35 4

12/13 11/12 10/11 10/11 9/10 10/11 9/10 10 8/9

Om het aangegeven cijfer te halen moet de leerling minimaal de genoemde tijd halen.

Vak: LOLeerjaar: 2Onderwerp: Domein E: ZelfverdedigingKerndoel(en):

1. De leerlingen kunnen een vorm van zelfverdediging uitvoeren, te kiezen uit stoeispelen, trefspelen en zelfverdediging (voor meisjes).

2. De leerlingen beheersen verschillende vormen van balanceren.3. De leerlingen kunnen maatregelen nemen om (seksueel) geweld te voorkomen.4. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen oefenen met zelfverdediging

mogelijk maken.5. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);6. Het leren communiceren (4);7. Het leren reflecteren op het leerproces (5);8. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);9. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren

Page 51: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

van succes en gezamenlijkheid);10. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;11. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke

bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;12. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;13. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6)

en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);14. het leren omgaan met regels en procedures (4.1);

Leerdoel(en):

1. De leerling maakt kennis met stoeispelen.2. De leerling leert gewend te raken aan lichamelijk contact.3. De leerling leert te vertrouwen op de partner.4. De leerling leert verantwoordelijkheid te dragen voor het welzijn van de partner.5. De leerling leert te reageren op aanvallende acties van de partner.6. De leerling leert het belang van veiligheidsmaatregelen en neemt deze in acht.7. De leerling leert de basisstoten en verdedigingstechnieken van het boksen, op

invitatie.

Er vindt geen beoordeling plaats.

Page 52: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

LEER EN TOETSPLAN NEDERLANDSVak: NederlandsLeerjaar: 2e

Onderwerp: Zakelijk Schrijven (betoog, zakelijke brief)Kerndoel(en):

Nr 1Nr 2Nr 4, 5, 9

Leerdoel(en):

1-gedachten ordenen2-verschillen herkennen tussen feiten en meningen3-tekstopbouw

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Zakelijk Schrijven Vakles Nederlands

2 1 Schriftelijk - in combi met mondeling betoog

2x

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen KunnenOnderwerpTekst schrijven Conventies voor het schrijven van een

zakelijke tekstEen zakelijk tekst schrijven volgens de aangeleerde conventies

E. ICT-VAARDIGHEDEN

InternetgebruikBij welke vakonderdelen

Soort opdrachten Welke vaardigheden

Zakelijk schrijven Informatie opzoeken Omgaan met zoekmachines, selecteren, opslaan in eigen accounts, mailprogramma gebruiken

Officeprogramma’s: WordVakonderdeel Opdracht VaardighedenZakelijk schrijven Opdrachten maken Tekstverwerken (in detail)

Tekststructuur aanbrengen (conventies!), formuleren, spellen

A. LEER EN TOETSPLAN

Page 53: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Vak: NederlandsLeerjaar: 2e

Onderwerp: zakelijk lezenKerndoel(en):Nr 2

Leerdoel(en):

Lezen en begrijpen van zakelijke teksten;Toepassen van leesstrategieën;herkennen van opbouw en structuur van tekstenherkennen van tekstsoorten, tekstdoelen en publiek(Lezen en begrijpen van open en meerkeuzevragen)Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:Toetsvormen: Weging:

Zakelijk lezenVakles Nederlands

12

2 Schriftelijk 2x,2x

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijstKennen Kunnen

Onderwerp Alle theorie die behandeld wordt bij leesvaardigheid

Theorie lunnen toepassen op aangeboden teksten

Ict geen

Page 54: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: NederlandsLeerjaar: 2e

Onderwerp: woordenschatKerndoel(en):Nr 2

Leerdoel(en):

1-regels van de spelling (groene boekje)2-uitbreiding woordenschat3-spreekwoorden en uitdrukkingen, letterlijk en figuurlijk taalgebruikOnderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:Toetsvormen: Weging:

TaalschatZelfstandig;Vakles Nederlands

1, 3, 4 3 schriftelijk 1x,

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijstKennen Kunnen

Onderwerp Spellingregels kennen Spellingregels kunnen toespassenBetekenis van woorden en spreekwoorden

ICT: geen

Page 55: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: NederlandsLeerjaar: 2e

Onderwerp: spreekvaardigheidKerndoel(en):

(nr)-1(nr)-5(nr)-7 en 9

Leerdoel(en):1-samenwerking2-dialogen, directe rede gebruiken3-d.m.v. een gesproken tekst een verhaallijn presenteren4- informatie samenvatten en verwerkenOnderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:Toetsvormen: Weging:

SpreekvaardigheidVakles Nederlands;

2, 4 2 mondeling betoog,presentatie over een actueel onderwerp, lesje kunnen geven

2x, 1x

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijstKennen Kunnen

Onderwerp Zie leerdoelen Mondelinge presentatie voor de klas kunnen houden

ICT: powerpoint bij presentatie kunnen maken

Page 56: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: NederlandsLeerjaar: 2e

Onderwerp: GrammaticaKerndoel(en):(nr)-2Leerdoel(en):

1-herkennen zinsdelen: pv t/m bvb/ww (vormen, soorten,tijden)2-woordsoorten: alle!Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:Toetsvormen: Weging:

GrammaticaVakles Nederlands

1, 2, 4 3 Schriftelijk 2x, eindtoets 3x

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijstKennen Kunnen

Onderwerpzinsdelen Pv t/m bijv bep Zinsdelen en zinsdeelstukken kunnen

benoemenwoordsoorten Alle woordsoorten kennen (naam en

kenmerk)Alle woorden in een zin kunnen benoemen

E. ICT-VAARDIGHEDEN

GEEN

Page 57: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: NederlandsLeerjaar: 2e

Onderwerp: SpellingKerndoel(en):

Nr. 2Leerdoel(en):

Regels van de spelling en interpunctie (Groene Boekje); werkwoordsvormen, moeilijke woorden,

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

SpellingVakles Nederlands

1, 2, 3, 4 5 3 toetsen spelling blok 1+2 - 3+4 - 5+62 dictees

weging bloktoetsen 1xdictee 1 2xgroot dictee 3x

Page 58: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen KunnenOnderwerpwerkwoordspelling Regels van de werkwoordspelling, ook

van de werkwoorden uit het EngelsWerkwoorden foutloos spellen

Woorden met lastige klinkers

meervoudsvomen

verkleinvormen

tussenletters -(e)n- en -s-

latige gevallen: m- en n- klank, l klank p,pp,r,rr

koppelteken

deelteken

apostrof

bijvoeglijke naamwoorden

alle/allen,beide/beiden

afkortingen

weglatingsstreepje

Spellingregels meervoudsvormen

Spellingregels verkleinvormen

Spellingregels tussenletters -(e)n- en -s-

Spellingregels latige gevallen: m- en n- klank, l klank p,pp,r,rr

Spellingregels koppelteken

Spellingregels deelteken

Spellingregels apostrof

Spellingregels bijvoeglijke naamwoorden

Spellingregels alle/allen,beide/beiden

afkortingen kennen

Spellingregels weglatingsstreepje

Woorden met lastige klinkers kunnen spellen

meervoudsvomen foutloos kunnen spellen foutloos kunnen spellen

foutloos kunnen spellen

latige gevallen: m- en n- klank, l klank p,pp,r,rr foutloos kunnen spellen

koppelteken foutloos kunnen spellen

deelteken op juiste moment toepassen apostrof op juiste plek plaatsen

bijvoeglijke naamwoorden foutloos kunnen spellen

foutloos kunnen spellen

afkortingen foutloos kunnen spellen

weglatingsstreepje juist gebruiken

ICT: GEEN (juist zonder ICT foutloos leren spellen)

Page 59: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: NederlandsLeerjaar: 2e

Onderwerp: genreleerKerndoel(en):Nr. 2

Leerdoel(en):

Verschillende soorten verhalen (genres) leren onderscheiden en benoemen. (epiek, lyiek, proza, poëzie, sprookje, sage, mythe, legende, fabel)Spreekvaardigheid (groepspresentatie)Samenwerking (groepspresentatie)

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

GenreleerVakles Nederlands

3 2 Schriftelijk (toets genreleer en schrijven eigen legende/sage enz)

2x,1x

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijstKennen Kunnen

Onderwerp Kenmerken van genres kennen Teksten kunnen plaatsen in juiste genre

Ict: gebruik van word

Page 60: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: NederlandsLeerjaar: 2e

Onderwerp: Creatief lezenKerndoel(en):(nr)-3(nr)-8(nr)-9 en 10

Leerdoel(en):

1-smaakontwikkeling bevorderen2-soorten verhalen onderscheiden3-beoordelingswoorden gebruiken4-begrippen: spanning en personages aanleren5-tekstopbouw samenvatting met conventies6- poëzie smaakontwikkeling bevorderen7- kenmerken soorten poëzie onderscheiden8- kenmerken historische roman leren9-thema herkennen in verhalenOnderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:Toetsvormen: Weging:

Fictie en poezie lezenZelfstandig,Vakles Nederlands

1, 3, 4 3 SchriftelijkSchriftelijkSchriftelijk

1x,1x,1x.

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie De mondelinge presentatie (poster, verslag, rol) is onsamenhangend en sluit niet aan op de vraag/opdracht.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) is een verzameling gegevens met een kop en een staart maar sluit niet aan op de vraag/opdracht

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. Er is een kop en een staart.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; er is een inleiding, kern en afsluiting; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. De leerling voegt extra elementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.).

Samenwerken De leerling wilde niet samenwerken of werkte in een groep contraproductief.

De leerling heeft goed samengewerkt en wilde ook opdrachten van anderen uitvoeren.

De leerling heeft goed samengewerkt en heeft initiatieven genomen om de groep goed te laten samenwerken.

De leerling heeft goed samengewerkt en nam de rol van leider op zich; dank zij hem functioneerde de groep als geheel.

ICT: gebruik van word, internet, powerpoint optioneel

Page 61: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie
Page 62: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

LEER EN TOETSPLAN WISKUNDE Vak: WiskundeLeerjaar: 2Onderwerp: Kwadraten en Wortels H1Kerndoel(en):

19 De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen, en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen.

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

Leerdoel(en): Werken met kwadratische vergelijkingen Werken met wortels Werken met letters Kennismaking met rationale en irrationale getallen

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Rekenen met letters

Kwadratische formules

Wortels Wortels herleiden Het delen van

wortels Allerlei soorten

getallen

Vakles 1 2 Schriftelijke toetsen

De toets over het onderwerp ‘wortels’ is apart.

2x1

Vak: WiskundeLeerjaar: 2

Page 63: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Onderwerp: Vlakke figuren H2Kerndoel(en):

25 De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen.26 De leerling leert te werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan afbeeldingen te maken en deze te interpreteren, en leert met hun eigenschappen en afmetingen te rekenen en te redeneren.

Leerdoel(en): Berekenen van hoeken Berekenen van oppervlakte en omtrek van veelhoeken

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Cirkel en middelloodlijn

Bissectrice Zwaartelijn en

hoogtelijn Oppervlakte van

driehoeken Oppervlakte van

vierhoeken

Vakles 1 1 Schriftelijke toets

2

Vak: WiskundeLeerjaar: 2Onderwerp: Reken met Letters H3Kerndoel(en):

19 De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen

Page 64: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

denken en voor uitleg aan anderen, en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen.

Leerdoel(en): Werken met de rekenregels voor letters Omgaan met algemene rekenregels

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Haakjes wegwerken Merkwaardige

producten Herleiden van

breuken De weten-

schappelijke notatie

Machten met letters

Herleiden van machten

Vakles 1 1 Schriftelijke toets

2

Vak: WiskundeLeerjaar: 2Onderwerp: Procenten en diagrammen H4Kerndoel(en):

22 De leerling leert de structuur en samenhang te doorzien van positieve en negatieve getallen, decimale getallen, breuken, procenten en verhoudingen, en leert ermee te werken in zinvolle en praktische situaties27 De leerling leert gegevens systematisch te beschrijven, ordenen en visualiseren, en leert gegevens, representaties en conclusies kritische te beoordelen.

Page 65: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Leerdoel(en): Rekenen met percentages

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Procenten Rekenen met

procenten Beeld-, staaf- en

lijndiagrammen Cirkel- en

driehoekdiagrammen

Histogram en steel-bladdiagram

Diagrammen met Excel

Vakles 2 1 Schriftelijke toets

2

Vak: WiskundeLeerjaar: 2Onderwerp: Vergelijkingen H5Kerndoel(en):

19 De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen, en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen.

Leerdoel(en): Vertalen van praktische problemen naar vergelijkingen Oplossen van vergelijkingen

Onderwerp(en): Aangeboden Periode: Aantal Toetsvormen: Weging:

Page 66: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

in: toetsen: Liniaire formules Richtingcoefficient

van een lijn Formule van een lijn

opstellen De balansmethode Vergelijkingen

oplossen Vergelijkingen

toepassen

Vakles 2 1 Schriftelijke toets

2

Vak: WiskundeLeerjaar: 2Onderwerp: De stelling van Pythagoras H6Kerndoel(en):

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

Leerdoel(en): Berekenen van ontbrekende zijden in rechthoekige driehoeken

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Rechthoekige driehoeken

Het berekenen van schuine zijden

Vakles 2 1 Schriftelijke toets

2

Page 67: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Berekeningen met de stelling van Pythagoras

Pythagoras in de ruimte

Berekeningen in rechthoekige driehoeken

Vak: WiskundeLeerjaar: 2Onderwerp: Kwadratische vergelijkingen H7Kerndoel(en):

19 De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen, en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen. 20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

Leerdoel(en): Het vertalen van praktische problemen naar kwadratische vergelijkingen Het oplossen van kwadratische vergelijkingen

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Buiten haakjes halen Grafieken en

vergelijkingen Vergelijkingen in

Vakles 3 1 Schriftelijke toets

2

Page 68: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

de vorm x2=c Buiten haakjes

halen De product-som

methode Kwadratische

vergelijkingen Vergelijkingen

toepassen

Vak: WiskundeLeerjaar: 2Onderwerp: Inhouden en vergroten H8Kerndoel(en):

22 De leerling leert de structuur en samenhang te doorzien van positieve en negatieve getallen, decimale getallen, breuken, procenten en verhoudingen, en leert ermee te werken in zinvolle en praktische situaties

Leerdoel(en): Werken met een schaal Berekenen van inhouden van ruimtelichamen

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Inhoud van prisma en cilinder

Inhoud van piramide en kegel

Vergroten en verkleinen

Oppervlakte bij vergroten

Inhouden bij

Vakles 3 1 Schriftelijke toets

2

Page 69: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

vergroten

Vak: WiskundeLeerjaar: 2Onderwerp: Informatieverwerking H9Kerndoel(en):

19 De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen, en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen.20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen25 De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen.

Leerdoel(en): Rekenen met boom- en wegendiagrammen Oplossen van telproblemen

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode:

Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

Gemiddelde, modus en mediaan

Informatieverwerking met grafen

Telproblemen Kans

Vakles 3 1 Schriftelijke toets

2

Page 70: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

B. nvt

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen KunnenOnderwerp

Page 71: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

De theorie gerelateerd aan de betreffende onderwerpen.

Alle opgaven gerelateerd aan het behandelde onderwerp kunnen maken.

Page 72: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

D. NOVUMDAG : De sectie wiskunde is niet betrokken bij de novumdagen in leerjaar 2.

Vak: wiskunde

Leerjaar: 2

Onderwerp: wiskundewandeling (wordt op dit moment ontwikkeld)

Kerndoel :

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

26 De leerling leert te werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan afbeeldingen te maken en deze te interpreteren, en leert met hun eigenschappen en afmetingen te rekenen en te redeneren.

24 De leerling leert meten, leert structuur en samenhang doorzien van het metrieke stelsel, en leert rekenen met maten voor grootheden die gangbaar zijn in relevante toepassingen.

23 De leerling leert exact en schattend rekenen en redeneren op basis van inzicht in nauwkeurigheid, orde van grootte en marges die in een gegeven situatie passend zijn.

Leerdoel(en): Het ontdekken van wiskundige toepassingen in onze dagelijkse omgeving.

Activiteit Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

wandeling met wiskundige opdrachten door Voorburg

Leerjaar 2 1 geen geen nvt

E. Ict-vaardigheden

InternetgebruikBij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Page 73: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

nvt

Officeprogramma’sVakonderdeel Opdracht Vaardighedennvt

Vakprogramma’sVakonderdeel opdracht vaardigheden

oplossen huiswerksommen beheersing rekenmachine

Page 74: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: BV (beeldende vorming)

Leerjaar: 2

Onderwerp:

Kerndoel(en):

(nr)- 48: De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen.

(nr)- 50: De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst.

(nr)- 52: De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder dat van kunstenaars.

Leerdoel(en):

1- Verruimen van het beeldend inzicht.2- Aanleren en toepassen van diverse beeldende technieken/beeldelementen.3- Kennismaken met de beeldende kunst en de verschillende disciplines daarin.

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen: Toetsvormen: Weging:

Hfdst. 7 t/m 8uit ZienderOgen Kunst

Vakles III & IV 2 Schriftelijke overhoringen en een aantal Praktijkopdrachten.

2 x Schriftelijke overhoring &Praktijkopdrachten.

S.O.: 1xPrakijk: 1x , 2x of 3x. (afhankelijk van de grootte van de opdracht)

Page 75: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie De mondelinge presentatie (poster, verslag, rol) is onsamenhangend en sluit niet aan op de vraag/opdracht.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) is een verzameling gegevens met een kop en een staart maar sluit niet aan op de vraag/opdracht

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. Er is een kop en een staart.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; er is een inleiding, kern en afsluiting; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. De leerling voegt extra elementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.).

Samenwerken De leerling wilde niet samenwerken of werkte in een groep contraproductief.

De leerling heeft goed samengewerkt en wilde ook opdrachten van anderen uitvoeren.

De leerling heeft goed samengewerkt en heeft initiatieven genomen om de groep goed te laten samenwerken.

De leerling heeft goed samengewerkt en nam de rol van leider op zich; dank zij hem of haar functioneerde de groep als geheel.

Werkstuk De leerling beheerst de toegepaste techniek niet.Het werkstuk is niet naar behoren afgerond.

De leerling beheerst de toegepaste techniek redelijk.Het werkstuk is voldoende afgerond.

De leerling beheerst de toegepaste techniek naar behoren. Het werkstuk is goed afgerond.

De leerling beheerst de toegepaste techniek volledig.Het werkstuk heeft een duidelijke meerwaarde. (N.B. een werkstuk hoeft niet altijd aan de opdracht te voldoen om toch als ‘goed’ te worden gekwalificeerd)

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijstOnderwerp Kennen KunnenHfdstk.7Licht;

-Betekenis eigenschaduw.-Betekenis slagschaduw.

Het aanbrengen van eigen schaduw en slagschaduw m.b.v. een 2B

Page 76: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Werking van het licht, verschillende lichtsoorten/bronnen/richtingen.

-Betekenis meelicht.-Betekenis tegenlicht & ontstaan van silhouet- vorming als gevolg van tegenlicht.-Betekenis strijklicht.-Betekenis zijlicht.-Betekenis clair- obscurcontrast.-Betekenis glimlichten.-Betekenis repoussoir.

potlood op en bij de verschillende ruimtelijke geometrische basisvormen.Toepassen van overlapping en atmosferisch perspectief.D.m.v. licht/donkercontrasten een bepaalde sfeer in een tekening creëren.

Hfdstk.8 (korte herhaling)Kleur;De werking van kleuren. Primaire-, secundaire- en tertiaire kleuren. De kleurencirkel van Johannes Itten. De verschillende kleurcontrasten.

-De primaire-, secundaire- & tertiare kleuren.-Verschillende kleur- contrasten.-Verschil tussen verzadigde en onverzadigde kleuren.-Betekenis van verhelderen en verdonkeren.-Betekenis van kleurenfamilies.

Het schilderen van werkstukken waarin de primaire- en secundaire kleuren een hoofdrol spelen met als doel zoveel mogelijk kleurcontrasten te onderzoeken om via deze weg zelfstandig de invloeden van kleuren op elkaar te ervaren.Het mengen van optisch grijs m.b.v. de primaire kleuren.

Page 77: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

A. LEER EN TOETSPLAN DRAMA

Vak: drama

Leerjaar: 2

Onderwerpen: speelstijlen, werken met een toneeltekst, eigen materiaal theatraal vormgeven

Kerndoel(en):1. ambacht theater: acteur / speler

- opbouw van een rol - verschillende acteertechnieken observeren en toepassen

2. lichaam en geest als eenheid- de vraag ‘hoe werkt het menselijke lichaam’ kan ervaarbaar worden- de mens als ‘psycho-physical being’, interactie geest en lichaam

- lichaamstaal - verbeelding

3. sociaal aspect- samenwerking

- leren door elkaar te observeren4. ambacht theater: theatraal vormgeven

- verbeelding- theatrale vormgevingsaspecten toepassen- samenwerken- beschouwen

Leerdoel(en):Les 1 en 2 fysiek spel: - lichaamstaal observeren, - bewust worden van eigen lichaamstaal door middel van een ‘neutraal masker - lichaamstaal bij professionele acteur observeren > filmfragment - vormgeven van je eigen houdingLes 3 en 4 psychologisch spel: - eigen (emotionele) verbeelding ervaren - een dialoog van een subtekst voorzien - subtekst bij professionele acteur observeren > filmfragment -speelstijl toepassen op een bestaande tekstLes 5 SO: ‘fysiek spel en psychologisch spel’ En eerste lezing van de toneeltekstLes 6 -10 werken met toneeltekst uit ‘Hamlet’

- tekstanalyse- ontwikkelen van een mise-en-scène naar aanleiding van tekst- werken aan de intenties en emoties van de personages- zelfstandig kunnen repeteren met tussentijds feedback van de docent

Les 11-15 zelf een kort toneelstuk bedenken en vorm geven- actief een creatief idee onderzoeken- een idee omzetten in theatrale vormgeving: spel, mise-en-scène, decor, ruimte gebruik,

timing, personages, opbouw scène, spanningsboog- samenwerken- een script vorm geven- een poster vormgeven

- doordenken over een idee en niet blijven staan bij ‘eerste beste gedachte’

Page 78: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode:

Aantal toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

- fysieke speelstijl- psychologische speelstijl- werken met toneeltekst- eigen idee theatraal vormgeven- presenteren- reflecteren

- 16 dubbele praktijklessen

3 en 4 Elke les

+ een schrift. Toets

Eind- presentatie

- Praktijkcijfer elke les- SO- schriftelijke opdracht script- eind- presentatie

3

11

3

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie De mondelinge presentatie (poster, verslag, rol) is onsamenhangend en sluit niet aan op de vraag/opdracht.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) is een verzameling gegevens met een kop en een staart maar sluit niet aan op de vraag/opdracht

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. Er is een kop en een staart.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; er is een inleiding, kern en afsluiting; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. De leerling voegt extra elementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.).

Samenwerken De leerling wilde niet samenwerken of werkte in een groep contraproductief.

De leerling heeft goed samengewerkt en wilde ook opdrachten van anderen uitvoeren.

De leerling heeft goed samengewerkt en heeft initiatieven genomen om de groep goed te laten samenwerken.

De leerling heeft goed samengewerkt en nam de rol van leider op zich; dank zij hem functioneerde de groep als geheel.

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen KunnenOnderwerp

Page 79: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Fysiek spel

Psychologisch spel

Een kort toneelstuk maken naar aanleiding van een toneeltekst (Hamlet)

Een kort toneelstuk bedenken, voorbereiden en uitvoeren, uitgaand van een persoonlijk idee of voorwerp

- Wat is fysiek spel- Hoe bouw je op een

fysieke manier een rol op- Hoe train je fysiek spel- Waar komt fysiek spel

voor

- wat is psychologisch spel- hoe speel je emoties op een

psychologische manier- wat is subtekst- Hoe bouw je op een

fysieke manier een rol op- Het concept

‘geloofwaardigheid’

- Analyse van de vier scènes uit Hamlet:

- - ruimte- plot

- personages- samenhang tussen de scènes begrijpen- een idee van de historische achtergrond van Hamlet

- theatrale middelen: mise-en-scène, ruimtegebruik, personages, kostuums, speelstijlen, spanningsboogemoties

- opbouw en vormgeving van een script

- de eigen lichaamshoudingen onderzoeken

- houdingen van anderen observeren en verwoorden

- fysieke kenmerken van een personages bedenken en uitvoeren

- in de functie van regisseur anderen in hun fysiek spel begeleiden

- je in een emotie inbeelden en dat presenteren

- een subtekst van een bestaande toneeltekst bedenken en uitvoeren

- subtekst kunnen observeren en interpreteren

- naar aanleiding van de tekst een mise-en-scène uitwerken

- inleven in de rol en in de gebeurtenissen van het stuk (dus niet alleen ‘de tekst opzeggen’)

- elkaar feedback geven en aannemen

- ideeën vertalen naar theatrale beelden

- een script inhoudelijk en formeel vorm geven

- een theatrale presentatie zelfstandig voorbereiden en uitvoeren

- overtuigend spelen- tips en technische

opmerkingen voor medespelers en medeleerlingen verwoorden

Page 80: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

A. LEER EN TOETSPLAN Muziek

Vak: MuziekLeerjaar: 2Onderwerp: musicerenKerndoel(en): muzikale ontwikkeling

Leerdoel(en):- Het kunnen lezen en toepassen van notenschrift op een instrument- Het speelstuk in een constant tempo kunnen spelen- Het kunnen samenspelen in 2/ 3 of 4-tallen- Het beheersen en kunnen toepassen van muziektheoretische vaardigheden- Het kunnen toepassen van de juiste techniek op een instrument- Samenwerken in groepsverband- Het bewust worden van ritme

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Speelstuk

S.O.

Presentatie/ werkstuk

Eindtoets

Vakles

Vakles

Vakles

Vakles

1 / 2

1 / 2

1 / 2

1 / 2

Minimaal 2

Minimaal 1

1

1

M.O.

S.O.

M.O.

Proefwerk

1

1

2

3

Vak: MuziekLeerjaar: 2Onderwerp: luistervaardigheidKerndoel(en): luistervaardigheid ontwikkelen

Leerdoel(en):- Het kunnen benoemen van een instrument aan de hand van een geluidsfragment- Het kunnen benoemen van ritmiek aan de hand van een geluidsfragment- Het bewust worden van dynamiek- Emotie in muziek- Ritmische en melodische veranderingen- Kern van een tekst kunnen benoemen- Het bewust worden van tempoverschillen

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Luisterkaart

Luistertoets

Vakles

Vakles

1 / 2

1 / 2

Minimaal 1

Minimaal 1

s.o.

toets

1

2

Page 81: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie De mondelinge presentatie (poster, verslag, rol) is onsamenhangend en sluit niet aan op de vraag/opdracht.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) is een verzameling gegevens met een kop en een staart maar sluit niet aan op de vraag/opdracht

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. Er is een kop en een staart.

De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; er iseen inleiding, kern enafsluiting; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. De leerling voegt extra elementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.).

Samenwerken De leerling wilde niet samenwerken of werkte in een groep contraproductief.

De leerling heeft goed samengewerkt en wilde ook opdrachten van anderen uitvoeren.

De leerling heeft goed samengewerkt en heeft initiatieven genomen om degroep goed te laten samenwerken.

De leerling heeft goed samengewerkt en nam de rol van leider op zich; dankzij hem functioneerde de groep als geheel.

Werkstuk De groep heeft alles letterlijk van internet geknipt en geplakt

De groep heeft goed samengewerkt.Het werkstuk is inhoudelijk voldoende

De groep heeft een compleet en samenhangend werkstuk ingeleverd. De groep heeft goed samengewerkt.

De groep heeft een compleet en samenhangend werkstuk ingeleverd. De groep heeft goed samengewerkt.De groep voegt extraelementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.).

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen KunnenOnderwerpMuziektheorie

Luistervaardigheid

Instrumentaal

Schrijfvaardigheid

Het kennen van de muziektheorie klas 1 en 2 uit het werkboek

Instrumenten op de website van muziek op maat

Technische vaardigheden

muziektheorie

Het kunnen toepassen van deze theorie op een speelstuk en instrument

Instrumenten herkennen aan de hand van een luisterfragment

Het beheersen van het instrument.Het beheersen van een constant ritme

Notenschrift

Page 82: Web viewVak: Aardrijkskunde. Leerjaar: 2. Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardighedenWerkstuk Werkstuk Opzoeken en verwerken van informatie

Presentatie Presentatie Opzoeken, verwerken en presenteren van de informatie

Luistervaardigheid Luistertoets Instrumenten in de instrumentengallerij (Muziek opMaat)

Speelstuk Speelstuk Indien een leerling geen instrument thuis heeft kan er geoefend worden met virtual piano

E. Ict-vaardigheden

Algemeen