transport01.files.wordpress.com … · Web viewmen de hoge vaste kosten (bouw installatie en...
Click here to load reader
-
Upload
doannguyet -
Category
Documents
-
view
222 -
download
5
Transcript of transport01.files.wordpress.com … · Web viewmen de hoge vaste kosten (bouw installatie en...
Logistiek en Expeditie – Examenvragen 2009-2010
A. Examenvragen Professor Van de Voorde
Verduidelijk met economische factoren wat het verschil is tussen de keuze van een vestiging voor
een olieraffinaderij en een logistiek distributiecentrum van goederen1.
Vooreerst moet er gewezen worden op het verschil in toegevoegde waarde van een olieraffinaderij
in de haven van Antwerpen (hoge toegevoegde waarde) en een logistiek distributiecentrum
(lage/gematigde toegevoegde waarde). Dit zal een heel belangrijke invloed hebben op de wijze
waarop de parameters worden vastgelegd bij de keuze omtrent vestigingsbeleid. Dit verschil
wordt besproken in sessie 2 – Productkenmerken (zelfstudie – heel belangrijk)!)
Opmerking: De theorie die voornamelijk toegepast wordt, komt uit sessie 6 – Depots.
De volgende parameters spelen een heel belangrijke rol bij de bepaling van het vestigingsbeleid:
1) Grootte van de vestiging
2) Aantal vestigingen Deze dienen dus ingevuld te worden bij het keuzeproces
3) Lokalisatie van de vestiging
De volgende economische factoren / kosten spelen een belangrijke rol en zorgen voor trade-offs:
Opslagkosten
Transportkosten
Gemiste verkopen
Verpakkingkosten
Kosten voor communicatie en informatiebehandeling
Inventariskosten
Ä Vestiging voor de olieraffinaderij
Omdat een olieraffinaderij zorgt voor een hoge toegevoegde waarde wil dit algemeen zeggen dat de
er hoge opslagkosten zijn omdat een speciale configuratie nodig is (koeling, beveiliging, …). Omdat de
voorraad in een olieraffinaderij in de pijplijn zit en dus de voorraadvestiging eigenlijk de
olieraffinaderij zelf is moet er geopteerd worden voor een consolidatie en schaalvergroting zodat
1 Hierbij dient opgemerkt dat het niet gaat om een Europees distributiecentrum maar eerder om een regionaal distributiecentrum.
men de hoge vaste kosten (bouw installatie en ontwikkelingkost) kan verdelen over de grote volumes
van aangevoerde grondstoffen.
Hierdoor zullen er ook grote schaalvoordelen kunnen bekomen worden voor de transportkosten
omdat de grondstoffen (ruwe olie) in grote tankers kunnen aangevoerd worden. Men kiest tevens
voor een “single drop delivery” transportsysteem.
Bijvraag: Gaan de schaalvoordelen niet verloren omdat de VLCC’s en ULCC’s de Schelde niet op
kunnen? Neen, want de olie wordt aangevoerd via de RAPL (Rotterdam Antwerpen Pijpleiding) en de
haven van Rotterdam kan wel deze enorme mammoettankers verwerken!
Hieruit kan men concluderen dat er gekozen wordt voor één grote gecentraliseerde vestiging.
Zodoende zijn de parameters grootte en aantal al bepaald. Nu moet er enkel nog gekeken worden
naar de locatie.
Het is best dat men kiest voor een cluster van petrochemische bedrijven dichtbij een belangrijke
gateway (zoals de Haven van Antwerpen) zodat de kennis gecentraliseerd is en de grondstoffen en
afgewerkte producten eenvoudig aan- en afgevoerd kunnen worden zonder dat deze naar het
achterland vervoerd moeten worden. Daarnaast is het ook belangrijke dat er een sterke pool van
gespecialiseerde en hooggeschoolde arbeiders is, anders ligt de investeringskost in menselijk kapitaal
ook zeer hoog en zorgt het voor een vertraging van de opstart van de olieraffinaderij.
Opmerking: De grafieken die deze stellingen ondersteunen zijn telkens terug te vinden in sessie 6 –
Depots. Het is belangrijk om deze toe te voegen zodat je het antwoord kan staven.
Ä Vestiging voor het distributiecentrum van goederen
Omdat het om een regionaal distributiecentrum gaat zullen er weinig activiteiten zijn die
toegevoegde waarde kunnen aanbrengen. Daarom krijgt dit centrum enkel een distributiefunctie.
Daarom is het belangrijk om dichtbij de finale consument te zijn maar dient er rekening gehouden te
worden met de hoge transportkost naarmate men dicht bij de consument zit (“last mile” zorgt voor
het hoogste gedeelte van de transportkost).
Men moet met andere woorden een afweging maken tussen de trunking kosten en de
beleveringkosten. Men kiest wel resoluut voor een “multi drop delivery” transportsysteem waarbij
er met een zone van verschillende finale consumenten gewerkt wordt. Men kan er ook voor opteren
om met afhaalpunten te werken zodat de transportkosten significant kunnen verlaagd worden.
B. Examenvragen Professor Van Breedam
Geef de criteria voor de aantrekkelijkheid van Vlaanderen voor het bouwen van Europese
Distributiecentra. Verklaar deze nader.
De verschillende criteria worden besproken in slides 1 – 43 en een goed overzicht wordt gegeven
door onderstaande tekening:
Bijvragen:
Welke criteria zijn niet of moeilijk meetbaar? Kennis.
Welke zijn de aantrekkelijkste regio’s in de toekomst en waarom? Limburg (potentiële ruimte,
centrale ligging naast Duitsland en Nederland, lagere grondprijzen, minder congestie dan in de
rest van Vlaanderen, …) Nord-Pas-de-Calais (grond wordt gratis ter beschikking gesteld,
subsidies, grote pool van laaggeschoolde werknemers tengevolge van de hoge werkloosheid,
…) en Wallonië (lage grondprijzen, minder congestie, …).
Welk niet-meetbaar criterium zorgt voor een mogelijk voordeel voor Wallonië? In Vlaanderen
is er een enorme administratieve molen die voor veel vertraging en irritatie zorgt. Het duurt
immers maanden en soms jaren om een bouwvergunning te krijgen.
Als er enkel naar de meetbare criteria wordt gekeken, laat men zich hier dan altijd door
leiden? Neen, de perceptie over een regio vormt ook een heel belangrijk aspect. Het is daarom
dat Nederland in persoonlijke enquêtes veelal een streep voor heeft op Vlaanderen. Nederland
heeft ook jaren geïnvesteerd in promotie van Nederland als logistiek centrum.