jeskekoopmans.weebly.comjeskekoopmans.weebly.com/.../5/1/4/3/51435593/wpl_ve… · Web viewIk...

WPL verdiepingsdossier Afstuderen

Student: Jeske KoopmansStudentnummer: 145130NHL e-mailadres: [email protected] Opleiding(en): Docent OmgangskundeTraject: VoltijdCode toetseenheid: ? Deelbeoordeling: Chris BrandenburgBegeleider: Angela Post & Fred SchnuckExaminator(en): Chris Brandenburg & Yvonne BoksenbeltInleverdatum: 8 juni 2015

Door het inleveren van dit product verklaar ik dat het product eigen werk is en dat het vrij is van plagiaat.

1Portfolio Jeske Koopmans

InhoudsopgaveInleiding....................................................................................................................................................13

Leeswijzer film materiaal..........................................................................................................................14

Hoofdstuk 1 Mijn authenticiteit als docent (visie)....................................................................................15

Hoofdstuk 2 Competenties uitgewerkt en verwijzing naar bewijsstukken...............................................17

2.1Interpersoonlijk competent...............................................................................................................17

2.2Pedagogisch competent..................................................................................................................17

2.3Vakinhoudelijk & didactisch competent............................................................................................19

2.4Organisatorisch competent..............................................................................................................20

2.5 Competent in het samenwerken met collega's...............................................................................21

2.6 Competent in het samenwerken met de omgeving.........................................................................21

2.7 Competent in reflectie en ontwikkeling...........................................................................................22

Hoofdstuk 3 Bewijsstukken......................................................................................................................24

Kritische beroepssituatie....................................................................................................................... 24

POP (stageplan)................................................................................................................................... 32

Reflectieverslag intervisie.....................................................................................................................54

Verslaglegging van de interviews.........................................................................................................57

Eindbeoordeling werkplekbegeleider/coach.........................................................................................60

Feedback van de schoolopleider of instituutsopleider (Eventueel).......................................................64

Feedback van een medestudent/collega..............................................................................................68

Feedback van de leerlingen/cursisten..................................................................................................77

Feedback van de SLB-er n.a.v. het lesbezoek op de leerwerkplek......................................................80

Didactisch materiaal............................................................................................................................ 81

Evaluatiemiddel.................................................................................................................................... 97

Videomateriaal...................................................................................................................................... 98

SWOT-analyse / Kerntyperingen test...................................................................................................99

P-taak omgaan met verschillen..........................................................................................................104

Planningen voor student en Project LB Politx ....................................................................................118

Exit brief leerling aan huisadres..........................................................................................................121

Kennismakingsbrief aan ouders.........................................................................................................122


Inleiding Voor u ligt mijn WPL-verdiepingsdossier. Met dit dossier toon ik aan dat ik een start bekwaam ben als docent en kunt u mijn ontwikkeling lezen. Ik heb de zeven competenties uitgewerkt (kernteskten toegevoegd) en onder iedere competentie vind u een verwijzing naar de bijlage waar u de bijbehorende bewijsstukken kunt opzoeken. De leeswijzer voor het video materiaal vind u op de volgende pagina en u kunt het materiaal vinden in de mail en USB stick. Tijdens het gesprek neem ik het WPL-verdiepingsdossier, verslag assesment startbekwaam, videomateriaal en onderzoek digitaal als op papier mee.


Leeswijzer film materiaal

00.00-00.43 Project Politx Dagje naar Den Haag gewonnen. Ik laat planning zien aan de klas (organisatorisch component)

00.43 – 01.24 ICT evaluatiemiddel socrative (interpersoonlijk competent & didactisch competent)

01.24 – 06.53 les over motivatie. Verbeterpunt: aanspreken op te laat komen en meer voorbeelden voor niveau 2 gebruiken, ik had beter aansluiting kunnen vinden met de doelgroep door opdracht op papier uit te delen en extra voorbeelden te gebruiken.

06.53-09.07 De opstelling maken voor de les en het doel uitleggen (didactisch en organisatorische competent)

09.07 – einde Feedback van mijn studenten, evaluatiemiddel kwaliteitenspel (organisatorisch, interpersoonlijk en didactisch competent)


Hoofdstuk 1 Mijn authenticiteit als docent (visie)Toen ik begon aan mijn stage was ik nog niet bekend met het onderwijs. Ik heb altijd gewerkt in het Maatschappelijk Werk en was benieuwd hoe het onderwijs mij zou bevallen. Vroeger had ik altijd de wens om voor de klas te staan en om die reden heb ik dit jaar Omgangskunde toegevoegd aan mijn loopbaan. Toen ik begon merkte ik al snel dat het onderwijs mij lag. Ik kreeg energie van het lesgeven. Toen ik in februari mijn eigen coach groepen kreeg begon ik mij een eigen visie te vormen op het onderwijs. Ik heb ervaren hoe het is als je voor een groep met ongemotiveerde leerlingen staat en ik heb ervaren hoe het is voor een groep met juist gemotiveerde leerlingen. Met beide werelden heb ik kennis gemaakt. Door mijn vele ervaringen ben ik klaargestoomd voor het beroep als docent.

Voor mij is de kern van vakdidactiek omgangskunde kijken naar het proces die de studenten doormaken en dicht bij de student blijven. Het gaat niet om het resultaat maar de weg ernaar toe. De relatie met de docent staat voorop en vervolgens komt de prestatie. Ik heb bij beide groepen gewerkt aan de relatie tussen mij en de groep. Ik vind dat ik als docent dicht bij mezelf moet blijven. Ik heb een rustige en losse houding en kan echt luisteren naar mijn groepen. Deze houding heb ik van huis uit meegekregen en heeft ook te maken met mijn vorige opleiding tot Maatschappelijk Werk. Naar mijn mening is de combinatie van zorg en onderwijs een gouden combinatie.

Niet iedere groep is hetzelfde en niet iedere student kan je op dezelfde manier benaderen. De één heeft meer uitdaging nodig, de ander een planning, bij weer een ander is contact met ouders belangrijk. Ik vind dat je als docent moet differentiëren in het contact met de leerlingen. Ik probeer de leerlingen te zien in wie ze zijn en te stimuleren in wat ze willen worden. Dit doe ik doormiddel van persoonlijk contact, ik probeer met mijn leerlingen gesprekken te voeren op hun eigen niveau. Mijn achtergrond als maatschappelijk werker helpt mij daarbij. Ik zie het coachen van de leerlingen als een driehoek waarin ik werk en de verbanden leg tussen ouders (omgeving), leerling en de onderwijsinstelling.

Ik kies voor laagdrempelig contact met mijn leerlingen, ze kunnen mij bellen en appen op werkdagen tussen 08.00 en 17.00 uur. Het losse contact en de laagdrempeligheid is belangrijk omdat dit past bij mij als docent, bij mijn houding en bereikbaarheid. Ik weet door ervaring dat grenzen daarin aangeven net zo belangrijk is. Als ik leerlingen corrigeer of mijn grenzen duidelijk maak doe ik dit uit bescherming van mijzelf maar ook uit bescherming voor de rest van de groep en hun toekomst. Ik probeer mijn leerlingen op deze manier inzicht te geven in hun eigen handelen. Bij het inzicht geven in eigen handelen is feedback geven aan studenten een belangrijk uitgangspunt. Dit doe ik op een rustige en verantwoorde manier. Boos wordt ik nooit, duidelijk ben ik wel.

Uiteindelijk is de kern van mijn vak het aan leren wat een goede beroepshouding met alle vaardigheden die daarbij komen. Als iets niet door de beugel kan dan of een grens wordt overtreden en ik laat het toe, dan leren ze niks. Ik hou dit altijd in mijn achterhoofd bij mijn leerlingen. Als het niet werkt in een klas dan vind ik dat je als docent groepsprocessen moet kunnen herkennen en jezelf kwetsbaar op moet durven stellen om het probleem open te leggen in de groep. Niet bang zijn om te veranderen in aanpak en lef tonen bij de leerlingen.

Gestructureerd lesgeven waarbij je aansluit bij de behoefte van de doelgroep door media, voorbeelden en opdrachten is een must voor een docent. Ik vind het belangrijk dat de mening van leerlingen meegenomen worden binnen mijn lessen. Initiatieven en ideeën juich ik toe! Daarbij is het van belang


om te evalueren. Stil te staan bij de sfeer in de groep, de sfeer onderling en mijzelf als docent. Niet bang zijn voor feedback van de leerlingen, ze vinden het juist erg fijn als hun mening gehoord wordt.

Ik vind dat de docent omgangskunde een specialist is op de gebieden van communicatie, het aangaan van de interactie het hanteren van groepsdynamische processen, de ontwikkelingsfase en socialisatie van de leerling en het signaleren en hanteren van specifieke problemen bij leerlingen. Hij denkt en handelt vanuit een respectvolle en echte beroepshouding, waarin de docent omgangskunde zichzelf als instrument inzet en de leerlingen in de hier-en-nu-situatie laat ervaren.

Ik streef ernaar om aan te kaarten als mij iets opvalt binnen de onderwijsinstelling. Kritisch durven zijn op het onderwijssysteem en ik wil me blijven bezig houden met de verbetering hiervan. Ik zal altijd het belang van coaching en burgerschapslessen voorop blijven stellen. Dit zijn juist de punten waar studenten van ICT vaak moeite mee hebben. Erg belangrijke vakken voor leerlingen naast het leven in hun digitale wereld. Stimuleren in het ontwikkelen van mensenkennis, zichzelf kunnen zien als een professional, contact met de doelgroep en een eigen visie kunnen vormen over de maatschappij vind ik belangrijke instrumenten om hun mee te geven na diplomering. Aan wat voor niveau ik ook lesgeef ik zal altijd uitgaan van de mogelijkheden van leerlingen!


Hoofdstuk 2 Competenties uitgewerkt en verwijzing naar bewijsstukken 2.1Interpersoonlijk competentIn mijn vorige opleiding heb ik deze vaardigheid ontwikkeld. Binnen het vak supervisie heb ik veel aan de interpersoonlijke competentie gewerkt zowel in deze studie als in mijn vorige studie. Mijn vorige supervisor heeft mij destijds beoordeeld met een negen. In de studie Omgangskunde heb ik ook supervisie gevolgd. In deze bijeenkomsten bespraken we punten waar we tegenaan liepen en gingen we deze door middel van verschillende methodes behandelen. Het was fijn om dit met mijn studiegenoten te kunnen delen omdat we veel herkenning in elkaar vonden.

In de klas zijn altijd sociale interacties gaande. Ik kan deze herkennen en verklaren, door een klassengesprek te voeren heb ik de leerlingen geconfronteerd met de interacties die zij onderling hebben en kon ik de weerstand herkennen. Door met de leerlingen in gesprek te gaan kwam ik erachter waar dit vandaan kwam en kon ik het verklaren.

Door middel van de sfeer in de groep en de vele samenwerkende werkvormen heb ik een klimaat voor de samenwerking in de klas gecreëerd. Door aandacht te besteden aan het individu in de klas en zijn vrije tijdsbesteding (na ieder weekend even een kort rondje maken over het weekend) hebben de leerlingen elkaar beter leren kennen.

Ik heb leerlingen meerder malen zowel individueel als in groepsverband aangesproken op ongewenst gedrag en gestimuleerd op gewenst gedrag. Dit doe ik altijd aan de hand van de drie-slag-regel. Benoem ongewenst gedrag, benoem de regel en benoem gewenst gedrag (Sloten, 2015). Ik vind het belangrijk om het zo te doen omdat ze dan worden herinnert aan de regel en weten op welke manier ze hun gewenste gedrag kunnen vertonen. Op die manier laat je de leerlingen meer nadenken over zijn gedrag. Ik heb geleerd dat ik leerlingen mede verantwoordelijk kan maken voor het goede werk -en leefklimaat in de klas.

U kunt de bewijzen vinden op deze pagina’s van de bijlage:- Het beroepsproduct (kritsiche beroepssituatie) blz. 24- Stageplan (POP) blz. 32- Reflectie intervisie blz. 54- Verslaglegging interviews met SLB ’er blz. 57- Gehele stage beoordeling van mijn coach blz. 60

2.2Pedagogisch competentIk heb mij een beeld van de leef en belevingswereld van 12-23 jarigen ontwikkeld. Ik ben zelf ook nog jong en daardoor ging de aansluiting met de studenten makkelijk. Ik heb me een beeld gevormd van hun belevingswereld en er zit ook verschil in niveau tussen de leerlingen. Ik merkte bij niveau twee dat structuur erg belangrijk is tijdens de lessen. De korte spanningsboog is belangrijk om rekening mee te houden. Door actieve lessen en beeldmateriaal konden zij de aandacht bij de onderwerpen houden. In het taalgebruik ben ik altijd los geweest. Ik ben gewend van mijn vorige werk in het Maatschappelijk Werk (werken met cliënten) dat het erg belangrijk is om taalgebruik af te stemmen op de doelgroep. Zo krijg je sneller contact en voorkom je communicatie fouten. Ik praat op een duidelijk en probeer altijd iets in makkelijke taal uit te leggen aan mijn studenten. Vloeken en schelden wil ik niet in mijn klas en dit zal ik zelf ook niet doen. Het is wel eens voorgekomen dat ik per ongeluk ‘’godverdomme’’ zei toen


ik problemen had met mijn beamer. Hier ben ik direct op teruggekomen en heb ik mijn excuses voor aangeboden. Mijn leerlingen konden er wel om lachen.

Toen ik later in het stage jaar relaxter les ben gaan geven ben ik ook gaan luisteren naar initiatiefen van studenten. In mijn coaching vraag ik altijd of er nog iets speelde wat zij kwijt wilden of tegen dingen aan lopen. In de coaching en tijdens mijn loopbaan en burgerschap lessen heb ik de leerlingen meerder malen gevraagd welke onderwerpen zij interessant vonden en daar ook mijn lessen op aangepast. Een leerlingen uit mijn niveau 2 groep wilde een keer graag voetballen met de klas, hij vond dat er te weinig aandacht aan sport werd besteed op de ICT opleiding. Terwijl het volgens hem wel belangrijk is vanwege het vele computer en zit-werk. Ik vond dit een leuk initiatief en ik heb op een mooie zomerdag met mijn twee klassen gevoetbald op een veld achter het Friesland College. Binnen de P-taak omgaan met verschillen heb ik aangetoond dat ik in de omgang en in mijn lessen kan differentiëren. Ik heb met iedere leerling regelmatig een individueel gesprek, oudercontacten met ouders van minderjarige leerlingen en ik werk nauw samen met hulpverlening (school als werkplaats). Zodra ik ontwikkelings-of gedragsproblemen signaleer doe ik hier iets mee. Ik heb een aantal jongens in mijn klas met PPD-NOS, ADD of ADHD. Ik heb regelmatig gesprekken met hen over hoe het gaat op school, ik stel collega’s op de hoogte van de problematiek en geef extra uitleg of laat ze apart zitten als ze snel afgeleid zijn binnen mijn lessen. Ook komt het regelmatig voor dat leerlingen problemen thuis hebben, ik heb gemerkt dat ze snel naar mij toekomen met hun verhaal. Ik heb iedere dinsdag overleg met Marijke Limburg van SAW over deze jongens en zo nodig voert zij gesprekken met hen. Ten slotte heb ik meegemaakt dat twee jongens zich niet op hun plek voelden binnen de studie, ik heb direct contact gelegd met Irma Bron. Zij is een studiekeuze adviseur. Samen met haar heb ik de leerlingen begeleid naar de keuze voor een nieuwe studie.

Hier kunt u de bewijstukken vinden: - Het beroepsproduct (kritischde beroepssituatie) blz. 24- De beoordeling stage van mijn coach Blz. 60- P-taak omgaan met verschillen Blz. 104- Feedback van mijn leerlingen Blz 77

2.3Vakinhoudelijk & didactisch competentIk kan onderwijsactiviteiten voorbereiden en geven waarbij ik de vakinhoudelijke en didactische keuzes die ik heb gemaakt kan onderbouwen. Ik heb een project gegeven Politx aan mijn niveau twee studenten waarbij betekenisvol leren centraal stond. Actieve werkvormen, gastsprekers, uitstapjes en uiteindelijk een wedstijd (een debat) in de gemeenteraad zorgde ervoor dat mijn leerlingen enthousiast werden voor politiek. Uiteindelijk wonnen wij het debat ene zijn we zelfs op kosten van de gemeente een dagje naar Den Haag gegaan om de tweede kamer te bezoeken. Na dit project heb ik een evaluatiemiddel ingezet, een vragenlijst over mij als docent en feedback op het project. Dit heb ik ze in mijn les laten invullen. Over het gehele schooljaar heb ik meerdere malen met evaluatiemiddelen gewerkt: zoals feedback voor mij als docent, feedback op de


opleiding en meerdere malen aandacht besteedt in coaching hoe ik mijn lessen kan verbeteren en of de leerlingen nog eigen ideeën hebben over de lessen.

Tijdens mijn lessen coaching en de lessen loopbaan en burgerschap maak ik bijna altijd gebruik van een PowerPoint en media zoals foto’s of een filmpje. Soms maak ik gebruik van Socrative, dit is een programma waarbij je de klas een vraag kan laten beantwoorden op hun telefoon. De antwoorden worden dan direct op de beamer gepresenteerd. Dit doe ik om interesse te wekken voor het onderwerp en een vaste structuur te geven aan mijn lessen. Ik werk volgens de structuur van directe instructie. Ik begin iedere les met een terugblik van de les, vervolgens benoem ik het doel en de verwachtingen. Op dit moment maak ik vaak gebruik van de basis instructie en begeleide in oefening voor de gehele klas. Als mensen het niet begrijpen ga ik individueel naar ze toe om een verlengde instructie te geven of antwoord op de vraag.

In mijn klas zitten een aantal leerlingen met leerproblemen of een ontwikkelingsstoornis. Ik houd hier rekening mee door deze leerlingen extra te ondersteunen met uitleg of apart te laten zitten als ze afgeleid zijn. Deze leerlinge coach ik vaak individueel omdat zij vaker een gesprek nodig hebben. Ik heb bijvoorbeeld een jongen in mijn klas die snel boos wordt en gaat schelden. Het komt regelmatig voor dat een docent het voorval aan mij doorgeeft. Ik handel dan vaak direct en ga in gesprek met hem, na dit gesprek is hij gekalmeerd en kan hij verder met de les. Als ik er niet bij kan zijn dan heb ik het er de volgende keer met hem over. Dat hij zich op zo’n moment beseft dat het niet kan is belangrijk voor zijn beroepshouding, ik laat hem altijd zijn excuses aanbieden aan de desbetreffende docent. De woede aanvallen vinden niet plaats binnen mijn eigen lessen.

In het filmpje van mijn lessen laat ik zien dat ik kan werken volgens een structuur en kies voor een didactische werkvorm. In het ene filmpje ziet u een werkvorm die heel goed heeft uitgepakt en in het andere filmpje laat ik een werkvorm zien die ik beter had kunnen organiseren, naar aanleiding van feedback die ik kreeg van mijn SLB’er kwam ik erachter dat ik de werkvorm beter had kunnen toelichten met nog meer voorbeelden om het duidelijker te maken voor de niveau 2 leerlingen. Bijvoorbeeld meer hulpmiddelen en opdracht uitdelen op papier in plaats van alleen op de PowerPoint.

• Hier kunt u de bewijstukken vinden:

- Filmpje, bijgevoegd op USB stick (+ mail google drive)- Lesplanformulieren blz. 81- Feedback op mijn lessen ingevuld door coach (didactisch materiaal) blz. 81- Feedback op mijn les door Angela Post blz. 80 - Feedback op mijn les door instituut opleider Jan Beukelaar blz. 64- Feedback op mijn presentatie P-taak vakdidactisch profileren (didactisch materiaal) blz. 81

2.4Organisatorisch competentBinnen mijn rol als coach is plannen en structureren een belangrijk aspect. Het inplannen van afspraken met studenten, collega’s, ouders, hulpverlening en het maken van planningen samen met studenten zijn dagelijkse bezigheden. Ik maak regelmatig individuele afspraken met leerlingen en hanteer deze consequent. Bijvoorbeeld om een voorval in de klas te bespreken, een planning voor hun opdrachten te maken, bespreken van de privé zaken of studiekeuze gesprekken.


In mijn niveau vier groep is de motivatie erg laag. Ook hebben zij er een handje van om niet altijd aanwezig te zijn. Ik maak regelmatig afspraken met hen om opdrachten in te leveren of ik dring in een gesprek aan op de aanwezigheidsplicht.

Ik heb meerdere malen te maken gehad met leerlingen die dreigden uit te vallen. In een gesprek heb ik termijnen afgesproken waarin ze zichzelf nog kunnen laten zien. Als dit niet lukt dan hou ik me aan de afspraak en om die reden heb ik ook wel eens een exit procedure gestart omdat het echt niet meer door kon gaan (geen opdrachten af en te weinig aanwezig).

Binnen mijn lessen organiseer ik de praktische kant van mijn onderwijs. Voor sommige lessen zet ik de tafels in een groep opstelling of een u-vorm. Ik vind dat ze dan de aandacht beter bij de les houden en ik makkelijker met ze in gesprek kan gaan. Ik ben altijd ruim van te voren in mijn lokaal aanwezig om de beamer in te stellen en de benodigdheden zoals papieren of stiften te pakken. Ik heb meerdere malen meegemaakt dat ik op mijn rooster een lokaal zag staan maar deze bezet was. Ik moest dus snel een andere oplossing verzinnen. Ik heb mijn leerlingen op de hoogte gesteld en een ander lokaal opgezocht. Dit vind ik geen probleem, het onderwijs kan heel veranderlijk zijn en vaak loopt iedere dag anders. Ik ben mij ervan bewust dat als ik een planning heb gemaakt voor mij dag dat er altijd iets tussendoor kan komen wat voorrang heeft. Ik vind dit juist spannend en interessant aan het werk.

In het begin van het jaar heb ik met mijn leerlingen de lange termijn planning doorgenomen. We hebben besproken welke vakken ze krijgen en in welke periode ze deze kunnen verwachten. Daarnaast heb ik een planning rondom Loopbaan en Burgerschap gemaakt. Bijvoorbeeld voor het project Politx, heb ik van te voren de planning aan mijn leerlingen uitgedeeld. Aan het begin van iedere nieuwe periode geef ik aan mijn leerlingen weer wat de planning zal zijn.

In het filmpje kunt u zien dat ik bij de ene werkvorm organisatorisch goed was voorbereid en ik had bij de andere werkvorm het lastige onderwerp ‘’motivatie’’ beeldender kunnen maken door de opdrachten uit te printen voor mijn leerlingen en extra voorbeelden te geven.

Hier kunt u de bewijstukken vinden:- Filmpje les, bijgevoegd op USB stick (+mail google drive)- Planning Politx blz. 118- Planning opgesteld voor een student blz. 118- Eindbeoordeling coach blz. 60

2.5 Competent in het samenwerken met collega'sIk heb binnen mijn team van collega’s meerdere rollen vervult in de samenwerking. Ik heb samengewerkt met School als Werkplaats (iedere dinsdag overleg). Iedere maandag heb ik een teamvergadering waar ik altijd aan deelneem. Ik heb de X-stream training gevolgd en samen met een collega deze lessen verzorgt voor tien weken, ook heb ik nauw samengewerkt met de dyslexiedeskundige voor mijn onderzoek en de gemeente Leeuwarden voor het project Politx. Ik neem altijd deel aan de studiedagen en doe pro actief mee. Ik heb van meerdere collega’s feedback gekregen op mijn rol binnen de samenwerking en deze is positief.

Ik geef regelmatig feedback aan mijn collega’s binnen de vergadering of studiedagen. Ik vind bijvoorbeeld dat mijn collega’s meer actieve werkvormen kunnen gebruiken binnen de lessen en ik vind dat de leerlingen teveel zelfstandige tijd hebben waardoor de motivatie snel zakt. Ook heb ik feedback gegeven op de niveau twee opleiding. Ik vind dat daar te weinig coaching bij betrokken is. Er is één coach voor 40 leerlingen. Door de problematiek die veel niveau twee leerlingen ervaren in de privé


sfeer is dit heel lastig voor mijn collega om te behappen. Daarnaast heb ik mijn aanbevelingen in mijn onderzoek gedaan voor het faciliteren van dyslexie binnen de afdeling. Ik vind dat dit te langzaam op gang wordt gebracht en in mijn aanbevelingen heb ik een ander voorstel gedaan. Binnen mijn coaching krijg ik regelmatig van mijn leerlingen feedback over de studie, zij vinden dat er te weinig les wordt gegeven en sommige docenten niet makkelijk bereikbaar zijn. Dit heb ik ook aan de desbetreffende docent teruggegeven in een gesprek. Ten slotte kwam ik erachter dat er geen lijn ligt in de coaching, iedere docent coacht op zijn eigen manier en heeft zijn eigen ideeën daarover. Een collega van mij is bezig geweest met een lijn te ontwikkelen voor coaching en daar heeft zij mij ook meerdere malen bij betrokken.

• Hier kunt u de bewijstukken vinden:

- 360 graden feedback van mijn team blz. 68 - Feedback van mijn collega SAW blz. 68 - Eindbeoordeling stage door coach blz. 60

2.6 Competent in het samenwerken met de omgevingDeze competentie heb ik deels al bewezen bij de vorige competentie ‘’competent in samenwerken me collega’s’’. Ik heb meerdere malen contact gehad met ouders. Aan het begin van februari, heb ik alle ouders een kennismakingsbrief gestuurd om mij voor te stellen als nieuwe coach met mijn contactgegevens en een beschrijving van mijn taken. Dit heb ik gedaan zodat de drempel voor ouders laag is om mij te bereiken bij vragen.

Ik heb bijvoorbeeld een leerling die paniekaanvallen kreeg in de klas, ik heb na de paniekaanval direct contact gelegd met moeder. Daarnaast heb ik met psycholoog Lotte Terwal die werkzaam is bij School als werkplaats afgestemd. Hij is nu onder behandeling bij Kinnik. Ik heb in samenspraak met Lotte Terwal een aangepast rooster opgesteld voor de leerling. Om de twee weken onderhield ik contact met moeder. Lotte Terwal heeft huisbezoeken afgelegd en wij stemmen regelmatig samen met elkaar af hoe het traject vordert.

Ik heb tijdens mijn stage kennis gemaakt met Passend Onderwijs en daar een onderzoek in uitgevoerd in het kader van Dyslexie faciliteiten. Dit is een grote ontwikkeling binnen het Friesland College. En ik heb me bezig gehouden met de ontwikkelingen het vak Burgerschap. Ik ben een voorstander van het loskoppelen van het vak Burgerschap. Dus dat er onderscheidt wordt gemaakt tussen coaching (loopbaanbegeleiding) en burgerschap weer als echt vak wordt aangeboden. Dit is een ontwikkeling binnen mijn afdeling die nu gaande is. Ik heb gekeken naar methodes die gehanteerd kunnen worden samen met mijn coach en ook een methode uitgeprobeerd, waar ik nog steeds opdrachten uithaal. De vormen van overleg heb ik in de bovenstaande competentie benoemt.

Het is voorgekomen dat ik afwezigheidsmeldingen of exit procedures moest starten met leerlingen en ouders. Deze brieven heb ik zelf opgesteld en verstuurd via de administratie.

Ik weet dat het Friesland College praktijk gestuurd leert en ik heb in mijn project Politx daar ook aan bijgedragen. Binnen mijn lessen probeer ik de praktijk er ook zoveel mogelijk te betrekken door middel van rollenspellen en praktijkvoorbeelden. Daarnaast heb ik een periode X-stream lessen verzorgt. Dit is een nieuwe manier van lesgeven die het Friesland College aan het uitproberen is, helemaal in de stijl van praktijk gestuurd leren.


Ten slotte heb ik contact met media en vormgeving gehad (een opleiding die naast onze ICT opleiding zit). Daar heb ik een ‘’over de streep’’ les verzorgt met nog twee andere docenten. En onderhoud ik contact met Pedagogisch Werk die mij hebben gevraagd of ik een module sociale vaardigheden wou geven. Helaas had ik daar te weinig tijd voor.

Hier kunt u de bewijstukken vinden:- Feedback over de streep les (feedback studenten) blz. 77- Feedback collega SAW (feedback Collega’s) blz. 68- Exit brief leerling en omgeving blz. 121- Kennismakingsbrief naar ouders blz. 122

2.7 Competent in reflectie en ontwikkelingIk heb in meerdere P-taken laten zien dat ik kan reflecteren op mijn handelen en ik heb iedere periode een interview gehad met mijn SLB ‘er over de voortgang van mijn stage en studie. Na deze gesprekken heb ik drie reflecties geschreven. In mijn stageplan heb ik iedere periode mijn leerproces bijgehouden en deze was ook inzichtelijk voor mijn SLB ‘er. Daarnaast heb ik in mijn beroepsproduct een kritische beroepssituatie omschreven waarbij ik reflecteer op mijn eigen handelen. Toen ik het idee begon te krijgen dat mijn aanpak bij de niveau 4 groep niet werkte door de groepsprocessen die ik zag plaatsvinden heb ik andere aanpakken uitgeprobeerd.

In mijn beroepsproduct heb ik een aantal punten naar voren laten komen waar ik aan heb gewerkt:

1. De durf om hulp in te schakelen

2. Mezelf kwetsbaar op te stellen voor een klas

3. Positieve insteek te hebben

4. Kansen van leerlingen te zien

5. Relatie met leerlingen op kunnen bouwen en vooraan zetten

Ik heb feedback gevraagd aan collega’s en leerlingen om mijzelf als docent te ontwikkelen. Feedback van mijn collega’s is alleen maar positief geweest. Ik vind dat ik in de samenwerking competent ben ook door mijn vorige studie en hoop op deze voet door te gaan. Ik heb feedback gekregen van mijn leerlingen, de feedback was vooral positief en feedback van mijn SLB ‘er naar aanleiding van het lesbezoek. Ik heb uit de feedback wel een aantal punten voor mezelf gehaald:

1. Hanteren van de orde in de klas Een student gaf aan dat ik de orde in de klas wel iets strenger kon hanteren. Na de feedback ben ik meer gaan letten op het corrigeren van leerlingen en op welke manier ik dat doe. Ik corrigeer nu meer vanuit een visie: ik help hun te leren in gewenst gedrag en corrigeer ongewenst gedrag wat uiteindelijk beter is voor hun beroepshouding.

2. Daarnaast kreeg ik feedback van mijn SLB ‘er over het lesbezoek. In dit lesbezoek viel ook haar op dat ik weinig corrigeerde, niet dat dit in de les echt nodig was maar ze vond dat ik de laatkomers wel meer had kunnen wijzen op hun gedrag. In ieder geval een excuus vragen omdat het niet normaal moet worden om te laat te komen (hier help je ze mee in de beroepshouding). Dit ben ik na mijn lesbezoek meer gaan doen en hanteer nu een regel als je te laat komt. Eerst laten weten aan mij via een berichtje en vervolgens altijd je excuses aanbieden als je te laat binnenkomt. Ik laat de laatkomers (als die er zijn) altijd nog even zitten na de les en


vraag aan hen hoe het kon dat ze te laat komen. Op die manier weten de leerlingen wat mijn grens is en kunnen ze ook de gevolgen van het te laat komen inzien. Als iemand altijd of erg vaak te laat is dan wijs ik ze daar strenger op en komt er eventueel een brief naar hun huisadres omdat ze te vaak te laat komen.

In mijn SWOT-analyse kunt u terug lezen over welke kwaliteiten ik beschik en wat mijn valkuilen zijn.

Tijdens mijn stage heb ik een visie ontwikkeld (deze kunt u lezen in hoofdstuk één van mijn WPL verdiepingsproduct) op het onderwijs. Deze visie is ontwikkeld door mijn ervaringen met het onderwijs en leerlingen.

• Hier kunt u de bewijstukken vinden:- SWOT-analyse blz. 99- Feedback SLB’er na lesbezoek blz. 80- Reflectie van de interviews blz. 54- Beroepsproduct (kritische beroepssituatie) blz. 24

Hoofdstuk 3 Bewijsstukken


Kritische beroepssituatie

Beroepsproduct Van weerstand naar leerstand

Student: Jeske KoopmansStudentnummer: 145130NHL E-mailadres: [email protected]: VoltijdCode toetseenheid: ? Deelbeoordeling: Begeleider: Angela Post Examinator: Wybe Postma Inleverdatum: 11-05-2015 Opleiding: Kop-opleiding, omgangskunde

Door het inleveren van dit product verklaar ik dat het product eigen werk is en dat het vrij is van plagiaat.


Inleiding Voor u ligt het beroepsproduct van Jeske Koopmans. Ik volg de opleiding omgangskunde. Binnen dit beroepsproduct toon ik minimaal drie competenties aan. Competentie 1 Realiseren van goed werk en leefklimaat, competentie 2 Inspelen op verschillen tussen


leerlingen en competentie 7 Verantwoorden van eigen handelenIk toon dit aan doormiddel van een geplande interventie die ik heb uitgevoerd tijdens mijn stage bij het Friesland College als docent/coach. Ik zal gebruik maken van bijbehorende literatuur.


Beschrijving van de huidige situatie en de gewenste situatieOp dit moment ben ik coach van twee instroomgroepen (februari) studenten van de opleiding Media, Games en IT binnen het Friesland College te Leeuwarden. Ik heb twee groepen met verschillende niveaus. Ik merk dat het bij mij niveau twee groep gesmeerd verloopt, ze doen hun werk goed, studenten zijn gemotiveerd en het contact met de klas voelt goed. Met mijn niveau vier groep is dit helemaal niet het geval. Compleet het tegenovergestelde. In beide groepen zit een wereld van verschil. Ik merk aan mijzelf dat ik met tegenzin lesgeef aan de niveau vier groep. Ik wordt onzeker van de situatie en vraag me regelmatig af of hun ongemotiveerde houding en de weerstand aan mij ligt of door mij komt. Andere docenten komen ook bij mij met klachten over de houding van de niveau vier groep bij hun in de les.

Na een maand dit aangekeken te hebben werd ik wakker in de ochtend en vond ik dat het anders moest. Ik had er al lang over nagedacht en opgemerkt dat de groep een negatieve houding heeft, in de weerstand zit in plaats van de leerstand en ik bij mezelf merk dat ik geen zin meer heb ik lesgeven bij hun. Dit moest anders! Ik heb een nieuw plan bedacht. Mijn interventie houdt verschillende aspecten in:

Ik wil hulp zoeken bij een collega, een klassengesprek voeren, ik wil een positieve sfeer creëren in de klas en ik wil inspraak in mijn lessen van de studenten (meer vraaggericht lesgeven tijdens coaching in plaats van mijn eigen lessenreeks afwerken).

Het doel van mijn interventie zou zijn dat de studenten merken dat ik met hen de positieve kant op wil gaan, de andere docenten de klas als beter hanteerbaar ervaren, ik de klas tijdens mijn lessen rustiger krijg, de studenten aan het werk gaan, de studenten het idee krijgen dat ik er voor hun ben als coach en zij zelf inspraak (meer eigen verantwoordelijkheid) hebben in de onderwerpen van de lessen.

Analyse van de situatieOm te beginnen heb ik te maken met een niveau vier groep die is ingestroomd in Februari. Bij ons op de afdeling is het zo dat als studenten jaar één niet redden, ze terug gezet worden naar de instroom groep. In mijn groep is 80% terug gezet omdat de motivatie en de resultaten vorige jaar onvoldoende bleken te zijn. De rest van de groep is ingestroomd van buitenaf. De ene leerling kent de opleiding al goed en voor de ander is het juist allemaal nieuw.

Toen ik de klas voor het eerst had, heb ik de eerste les natuurlijk tot in de puntjes voorbereidt. Ik had net een tentamen leren en didactiek gehad en daar kwam een nieuwe klassituatie ook veel naar voren. Ik had dus het idee dat ik samen met de theoretische achtergrond die ik nu eigen had gemaakt ik een goede basis in de eerste les kon zetten. Ik vond de eerste les ontzettend spannend. Ik wil natuurlijk mezelf bewijzen op mijn stage en laten zien dat ik een goede klassenmanagement kan neerzetten. Mij werd verteld dat dit van uitermate belang is om aan het begin van de start met een klas de regels en procedures vast te stellen. Marzano definieert klassenmanagement als het geheel van het gedrag van een docent in vier verschillende domeinen:

1. Opstellen en toezien op naleving regels en procedures

2. Uitvoeren van maatregelen bij orde verstorend gedrag

3. Zorgen voor een effectieve relatie tussen docent en leerling17

Portfolio Jeske Koopmans

4. Zorgen voor juiste mentale houding voor klassenmanagement (Swart, 2015)

Tijdens mijn eerste les kwam ik de klas binnen, het is rustig en iedereen is er. Ik stel mezelf voor, leg het curriculum van de studie uit, we doen een kennismakingsronde, ik ben geïnteresseerd in ieders achtergrond en stel daar een aantal vragen over. De studenten interviewen elkaar en geven vervolgens een korte samenvatting daarvan naar de gehele groep. Tijdens het interviewen merk ik dat een aantal leerlingen elkaar al kennen (wist ik ook van te voren). Het interviewen wordt hier en daar niet al te serieus genomen. Vervolgens wil ik met de klas de afspraken doorspreken en ik geef ze ook een mogelijkheid om te noemen wat zij belangrijk vinden. Er komen in totaal drie afspraken uit de klas zelf en ik benoem welke afspraken ik nog meer belangrijk vind. We sluiten de les af. De weken erna zie ik ze twee keer per week 90 minuten. Ik geef ze coaching en Loopbaan en burgerschap. Mijn lessen worden niet serieus genomen en de klas is negatief naar elkaar toe. Sommigen studenten willen op letten maar krijgen door andere studenten niet de kans omdat ze constant negatieve opmerkingen horen.

Ik besluit aan vrij snel om individuele gesprekken te voeren (om mijn studenten beter te leren kennen). Dit gaat goed. Het individuele contact is goed, ik heb leuk contact met iedere student en de gesprekken verlopen goed. Ik hoop stiekem dat dit hun gedrag verbetert omdat er echt tijd en aandacht in de relatie word gestoken door mij. Helaas haalt ook dit niks uit. Nog steeds blijft de klas ongemotiveerd en negatief. Meerder malen individuele gesprekken gevoerd en geïnvesteerd in het contact met de klas door leuke praatjes of terugblik op het weekend. Ik leer de studenten steeds beter kennen en zij mij ook. Het begint mij op te vallen dat er veel jongens in mijn klas zitten met persoonlijke problemen. Ze komen makkelijk naar mij toe om dingen te delen. Het valt me ook op dat er twee jongens verantwoordelijk zijn voor de negatieve opmerkingen en sfeer in de klas. Ik neem de jongens vaak apart om hun aan te spreken op het gedrag dat ik zie. Het helpt minimaal.

Voor de leerlingen in de klas is deze situatie erg vervelend. De docenten kijken negatief naar de klas door hun ervaringen in de lessen en er word negatief over hen gesproken in docenten vergaderingen. Daarnaast kunnen de leerlingen die wel graag willen leren, zich minder concerteren doordat zij afgeleid worden door de ongemotiveerde studenten. De stillere leerlingen in deze klas kunnen zich ondergesneeuwd voelen door de studenten die altijd hun mond open hebben. Het saamhorigheidsgevoel is ver te zoeken.

Kijkend naar de ongemotiveerde studenten kan het zijn dat zij een probleem met iets ervaren. Dit kan ofwel met hun persoonlijke situatie te maken hebben ofwel met de keuze voor deze studierichting. De docenten die lesgeven aan deze klas ervaren dit als niet leuk, hiermee komt de kwaliteit van de lessen in gevaar. Het gebeurd regelmatig dat docenten studenten uit deze klas sturen. Dit betekend dat er lessen worden gemist en dat de student daar natuurlijk bij gebaat is. Het tot leren komen is op deze manier erg lastig. Voordat een student tot leren kan komen is het realiseren van goed werk en leefklimaat van zeer groot belang. Daarnaast wil een student erkent worden als er verschillen zijn, dit betekend dat de aandacht voor verschillen word teniet gedaan door de negatieve stempel die er heerst op deze klas. Dit is een kwalijke zaak. Mijn rol als coach is om dit probleem open te leggen in het team, de klas, een goed werk en leefklimaat te realiseren en daarbij te kijken naar de verschillen van leerlingen (bijvoorbeeld in niveau en hulpvraag). Na dit een maandje aangekeken te hebben volgt er actie.


Uitvoering, theorie en coachgesprek Betekenis interventie:Een interventie is een actieve, bewuste en geplande ingreep in een groep om het functioneren van de groep te verbeteren. Samen met de analyse van groepen en groepsprocessen, vormt het deel Interventies de kern van groepsdynamica in de praktijk.

Voor het uitvoeren van een interventie kun je het volgende stappenplan volgen:1. zichtbaar maken2. bespreekbaar maken3. veranderen (interveniëren)

Na de analyse van de klas was het voor mij van belang dat ik de interventie pleeg. Ik deed dit aan de hand van bovengenoemde stappen. Mijn doel is het probleem open te leggen en een groepsgesprek te voeren. Eerst heb ik om raad gevraagd bij een omgangskundige die lesgeeft bij de kopopleiding. Ik heb met Anette Kroon gesproken. Zij opende mijn ogen door aan te geven dat wij als omgangskundige naar het proces moeten kijken. Het leren gaat op dit moment niet, betekend dat er verandering moet plaatsvinden. Het is niet erg om je als docent kwetsbaar op te stellen gaf zij aan. De studenten kunnen dan zien wat het met je doet en welke schade ze aanrichten met hun gedrag. Laat hun inspraak hebben en benadruk hun eigen verantwoordelijkheid was haar advies.

Ik realiseerde me dat deze klas net een maand met elkaar begonnen is. Dit betekend dat ik ook eens zou kunnen kijken naar de fases van groepsvorming van Tuckmann. Forming, Storming, Norming & preforming (Beukering, 2009). Ik had geleerd dat je als docent eigenlijk de fase van norming moet bepalen zodat er gezonde normen en waarden ontstaan. Dit heeft mij tevens doen aanzetten tot een snelle interventie. Na het gesprek met Annette Kroon ben ik naar mijn stagebegeleider toegegaan. Hij wist al van de situatie af maar nu heb ik een gesprek met hem aangevraagd. In dit gesprek heb ik aangegeven dat ik een groepsgesprek wil voeren omdat het op deze manier niet langer kan en een nieuwe manier van werken aan wil bieden aan deze groep om uit te proberen of dit zou lukken. Als reden heb ik gegeven dat ik vind dat de groep uit de weerstand gehaald moet worden en naar de leerstand gebracht moet worden. Ik heb gericht om hulp gevraagd van mijn stagebegeleider.

Groepsgesprek (bad cop/good cob):

1. Stagebegeleider komt met mij de klas binnen

2. Stagebegeleider geeft een praatje over dat deze houding niet kan en dat het door het hele docenten team word waargenomen dat de sfeer negatief en ongemotiveerd is. Consequenties als dit door blijft gaan zijn gesprekken met de onruststokers van de groep en de opleidingsmanager (bad cop)

3. Stagebegeleider verlaat de groep

4. Ik als coach neem het gesprek over (good cop)

5. Ik stel me kwetsbaar op en geef aan dat ik vind dat het zo niet langer kan, dat het mij frustreert op deze manier. Dat ik opmerk dat er veel weerstand is. Ik wil met jullie juist helpen naar dat diploma toe!

6. Ik maak met de leerlingen een mindmap hoe we de situatie kunnen verbeteren

7. Ik vraag aan de leerlingen wat zij nodig hebben en hoe we de lessen interessant voor hun kunnen maken (zo doorgaan kan niet langer)


8. Studenten geven een aantal onderwerpen weer die van hun voor belang zijn als het gaat om coaching en loopbaan en burgerschap

9. Coach geeft aan deze lessen voor te bereiden en in samenspraak met hen te blijven voortaan

10. Ik benadruk de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen en geef aan dat we vanaf nu de positieve kant op gaan

Na deze les is de negatieve sfeer minder geworden. Ik als coach ben niet stil blijven zitten maar ben gaan kijken naar de omgeving van de leerlingen. Vanuit de ecologische visie gezien (Bronfenbrenner, 1977), moet je ook kijken naar de “omgeving.” Kort gezegd komt het er op neer, dat je niet alleen bekijkt of het kind zijn gedrag moet veranderen, maar ook wat er in zijn omgeving (leerkracht, klasgenoten, plek in de klas, thuissituatie) moet veranderen (W. Geerts, 2011). Al deze componenten zijn immers van invloed op iemands gedrag.

Ik zet de drukke jongens nu voornamelijk vooraan in de klas. Zodra er een jongen druk is en negatieve opmerkingen begint te maken naar klasgenoten of mij geef ik hem een waarschuwing, ik spreek hem aan op zijn gedrag door middel van de drie-slag-regel. Ik benoem het negatieve gedrag, benoem de afspraak die we hebben gemaakt (positieve richting op) en benoem het gewenste gedrag. Als dit weer voorkomt verplaats ik de jongen naar de voorkant van de klas.

Daarnaast ben ik door blijven gaan met de individuele coachgesprekken. Er ben er bij een aantal jongens achter gekomen dat er problemen spelen in de thuissituatie of bij henzelf. Ik heb ze gekoppeld aan mijn collega van SAW (school als werkplaats). Dit is een zorgteam dat bij ons werkt. Van twee jongens (die erg ongemotiveerd gedrag vertoonden) ben ik in gesprekken erachter gekomen dat ze de opleiding niet bij zichzelf vinden passen, ik heb ze doorgestuurd naar een studiekeuze adviseur en die heeft hen begeleid naar een beter passende plek.

Ik heb twee jongens in mijn klas die minderjarig zijn en een jongen met autisme. Ik heb contact gelegd met ouders en een kennismakingsgesprek gevoerd. Als er nu iets voorvalt op school weten de ouders dit direct en ouders stimuleren de jongens om naar school te komen en zich aan de regels te houden.

Vervolgens ben ik aandacht gaan besteden aan de jongens die graag willen leren, dit vind ik heel belangrijk omdat deze een tijdje niet genoeg aandacht hebben gekregen dan verdient. Ik benadruk hun positiever en geef ze meer aandacht. Ik merk dat ze daar erg bij gebaat zijn en de klas elkaar begint te corrigeren. Omdat ik vooruitgang zie ben ik op het verzoek van de klas ingegaan om eens te gaan voetballen met zijn allen. Op een mooie zonnige dag zijn we tijdens het coach uur naar buiten gegaan en hebben we een potje gevoetbald. Door dit soort dingen te doen probeer ik het groepsgevoel te vergoten en aan onze relatie te werken. Ik merk dat dit steeds beter gaat.

Mijn leerlingen geven aan mij terug dat ze verbetering zien in de klas. Je merkt dat er nog steeds momenten zijn dat sommige leerlingen terugvallen in hun oude gedrag maar dit zal er altijd een beetje in blijven zitten. Dit zullen wij als docenten ook moeten accepteren van deze klas. Leerlingen geven aan dat ze het fijn vinden dat ze meer inspraak hebben en ze door mij positief benaderd worden. Mijn coach Fred Schnuck geeft in een coachgesprek aan dat hij vind dat ik het goed doe met zo’n lastige klas en dat het bewonderingswaardig is. Hij geeft aan dat instroom klassen vaak als lastigere klassen worden ervaren. Dit komt omdat het jaar overgedaan wordt en dat kan zorgen voor motivatieverlies door de eerder negatieve ervaring op school. Hij zegt dat ik met deze interventie het maximale eruit heb gehaald en door moet blijven gaan op deze manier.


Ik ben daarom ook blij dat ik de interventie heb gepleegd omdat ik de leerlingen een kans wil geven en niet negatief weg willen blijven zetten. Door een positieve insteek bereiken ze naar mijn idee veel meer.

Persoonlijke opbrengst & reflectie Als ik kijk naar competenties één en twee ben ik hier in erg gegroeid door deze situatie. Ik ben erachter gekomen dat ik sterkte punten heb als het gaat om een situatie veranderen. 1. De durf om hulp in te schakelen 2. Mezelf kwetsbaar op te stellen voor een klas3. Positieve insteek te hebben4. Kansen van leerlingen te zien5. Relatie met leerlingen op kunnen bouwen en vooraan zetten Deze leerpunten dragen bij aan de competenties één en twee. Als stagiaire krijg je niet vaak zoveel eigen verantwoordelijkheid voor een groep en in mijn geval ook nog een groep met veel problemen. Ik neem zelf de verantwoordelijkheid om er wat van te maken en ik ben ervan overtuigd dat mensen kunnen veranderen, zo ook studenten. Ik ben erachter gekomen dat de aanpak van de docent en de omgevingsfactoren een zeer belangrijke rol spelen in de klimaat van een klas.

In de toekomst zal ik direct meer luisteren naar de behoeften van de studenten en ideeën uit de klas omarmen. Dit past bij mijn positieve en rustige houding. Belangrijk is om naar de verschillen te kijken, je focus word in het begin voornamelijk opgeslokt door de aandacht vragende en drukke leerlingen. Maar juist de leerlingen die hun best doen en stil aan het werk zijn hebben de aandacht van de docent nodig. Daarnaast geeft druk en negatief gedrag van leerlingen een probleem aan. Wuif dit als docent niet direct weg als lastig maar ga met de leerling in gesprek. Ik kijk naar waar het probleem ligt en of we daar als school ook hulp in kunnen bieden om dit aan te pakken. Betrek omgeving zoals je team docenten, ouders, hulpverlening etc. erbij als dit nodig is. Ik heb me vaak alleen gevoeld voor de klas als docent maar je bent niet alleen! Het is ook niet geheel mijn eigen verantwoordelijkheid. Ik kan situaties nu veel beter van mij afschuiven.

Aan wat voor niveau ik ook lesgeef ik zal altijd uitgaan van de mogelijkheden van leerlingen. Tijdens mijn stage heb ik gezien dat er zulke gemotiveerde en slimme niveau twee leerlingen zijn waar sommige niveau vier leerlingen nog iets van kunnen leren. Iedereen heeft mogelijkheden. Maar belangrijk is dat docenten echt kijken en luisteren naar de behoeften van leerlingen en eventuele problemen op school aangepakt worden anders komen de leerlingen in de weerstand terecht met veel teleurstellingen en niet in de leerstand!

Het docentenberoep is altijd aan verandering onderhevig. Daarnaast werk je als docent met mensen. Dit betekend jarenlang leren tijdens je werk. Dit vind ik ontzettend leuk. Ook voor competentie één en twee is er voor mij nog genoeg te leren. Ik zou meer willen kijken naar niveau verschil in mijn klas. Bijvoorbeeld studenten die het goed doen, dit gemakkelijk op kunnen merken en dit stimuleren met extra werk. Ik merk dat ik dit soms nog lastig vind. Ik zou nog meer willen letten op verschillen.

BibliografieBeukering, K. v. (2009). Gedragsproblemen in scholen. Bussum: Acco.

Swart, D. (2015, april 23). Mijn NHL. Opgehaald van Blackboard: https://elo.nhl.nl/webapps/portal/frameset.jsp?tab_tab_group_id=_2_1&url=%2Fwebapps%2Fblackboard%2Fexecute%2Flauncher%3Ftype%3DCourse%26id%3D_4741_1%26url%3D


W. Geerts, R. K. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.

POP (stageplan)

[Titel van document]

[Ondertitel van document]


Beschrijving van mezelf

Even voorstellenIk ben Jeske Koopmans geboren in Zandvoort en 22 jaar oud. Sinds twee jaar woon ik in Leeuwarden op mezelf. Ik nu mijn eigen appartementje in de binnenstad van Leeuwarden waar ik erg tevreden mee ben. Tegenover mijn huis hebben twee vrienden van mij een broodjeszaak geopend; Broodje Bewust. Hier werk ik iedere donderdagavond en de gehele zaterdag. Ik heb nu sinds een half jaar een relatie met Theus. Hij werkt als geschiedenisleraar. Dit jaar ben ik weer begonnen met studeren na een jaar gewerkt te hebben. De reden dat ik weer ben gaan studeren is dat ik nog jong ben en ik mezelf verder wil ontwikkelen. Ik heb voor mijn studie Maatschappelijk werk en dienstverlening gekozen toen ik op de havo zat. Dat is een jonge leeftijd om een keuze te maken. Tijdens mijn studie kwam ik erachter dat er nog zoveel andere leuke beroepen en opleidingen waren. Dit neemt niet weg dat ik erg blij ben met mijn diploma en keuze. Graag verdiep ik mij meer in het leraarschap!

AchtergrondIk ben geboren in Zandvoort. Mijn ouders en ik verhuisden toen ik twee jaar was naar Friesland. Mijn vader besloot zijn droom te leven en een zeilboot te kopen waar hij zijn brood mee verdient. Ik heb een relaxt jeugd gehad. Ieder weekend gingen mijn moeder, zus en ik mee op de boot. Lekker zeilen naar de eilanden. Doordeweeks werd ik opgevoegd door mijn moeder en woonden we in Harlingen, hier ging ik ook voor het eerst naar school. Ik ging naar een christelijke school, mijn moeder had gehoord dat deze school goed aangeschreven stond. Een fijne tijd gehad. Rond mijn achtste levensjaar gingen mijn ouders uitelkaar. Voor ons geen leuke periode.

Ik kreeg vervolgens het advies om naar havo/atheneum te gaan. Uiteindelijk is het havo geworden en deze heb ik goed afgerond. Ook op de middelbare school heb ik een fijne tijd beleefd met veel vrienden en vriendinnen. Op mijn zeventiende was ik klaar met havo en koos ik ervoor om in Leeuwarden te gaan studeren aan de opleiding Maatschappelijk werk en Dienstverlening. Mijn moeder heeft Sociaal pedagogisch werk gedaan en ik vond haar verhalen altijd erg interessant. Toen ik 19 was ging ik op kamers in Groningen, daar liep ik stage als Medisch maatschappelijk werker in het UMCG op de kinderafdelingen; neurologie, neonatologie, oncologie en IC. Na deze mooie stage ervaring heb ik daar nog een kleine periode gewerkt omdat er iemand van de collega’s ziek werd. Vervolgens belandde ik alweer in mijn afstudeerjaar aan en ging ik samenwonen met mijn vorige vriend. Tijdens mijn afstuderen heb ik een jaar lang 12 leerlingen begeleidt met hun stage. Één keer in de twee weken zag ik de leerlingen in een supervisievorm. Dit vond ik ontzettend leuk! Na vier jaar studeren studeerde ik af en had ik direct een baan als gezinshulpverlener bij Community Support. Dit heb ik een tijdje gedaan. Ik kwam bij gezinnen thuis en bood hun als generalist ondersteuning op verschillende levensgebieden. Na een jaar gewerkt te hebben heb ik besloten weer de schoolbanken in te gaan.Dit nieuwe schooljaar begon voor mij niet zo goed want na een maand op deze opleiding overleed mijn stiefvader die al tien jaar in ons leven was. Dit is een erg lastige periode.


Hobby’sIk heb verschillende hobby’s. Ik hou erg van reizen, het liefst pak ik mijn koffers en maak ik een wereldreis. Alleen is dat prijzig. Maar ik ben wel aan het sparen. Een tweede grote liefde is muziek, ik hou van oude muziek van classic rock tot blues en ga ook graag naar festivals met mijn vrienden. Daarnaast sport ik bij een sportschool 2 tot 3 keer per week. Lezen, geschiedenis, opstap met vrienden, winkelen en saunadagjes vind ik ook helemaal niet vervelend!

Waarom docent Tijdens het begeleiden van leerlingen in mijn vierde studiejaar kwam er zoveel energie bij mij naar boven. Ik vond het fantastisch om hun ervaringen te horen en met het groepje samen te kijken naar hoe we diegene verder konden helpen in het leerproces. Ik kreeg positieve feedback terug en dat maakte dat ik het docentschap interessant begon te vinden.

Wat voor docentIk wil graag een docent zijn die dicht bij haar leerlingen staat. Ik ben een hulpverlener maar ik wil graag een mooie mix maken van het leraarschap en het vak als maatschappelijk werker. Controle over de groep kunnen houden en serieus met het kennis overbrengen bezig gaan (doel van de les). Ik wil een rustige en relaxte leeromgeving creëren waar geen enkele vraag fout is.Als een leerling vastloopt in gesprek gaan, soms is verder kijken nodig om te zien waar het in het leerproces verkeerd gaat. Door middel van vraagstelling en goede afspraken kijken hoe de leerling in samenwerking met de leraar zijn/haar motivatie weer terug kan krijgen. Een coachende manier van lesgeven vind ik om deze reden ook goed bij mij passen.


Beschrijving van mijn stageschool Het Friesland College is een regionaal opleidingen centrum (ROC). Wij verzorgen middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en volwasseneneducatie. Het beroepsonderwijs kun je volgen in Leeuwarden en Heerenveen. Volwasseneneducatie in de gehele provincie.

Groot en kleinWij zijn een grote en tegelijk ook kleine school. Groot, want je kunt bij ons kiezen uit meer dan 200 (beroeps)opleidingen. In bijna alle richtingen. Van automonteur tot ziekenverzorgende. Van artiest tot zelfstandig horecaondernemer.

Klein, omdat we al onze opleidingen in kleine afdelingen verzorgen. Waar iedereen elkaar kent van gezicht en bij naam. Waar het gezellig is. En waar je de begeleiding krijgt die helemaal bij je past.

Vakgebied en praktijkElke afdeling is gespecialiseerd in een bepaald vakgebied. Voor sportopleidingen ga je bijvoorbeeld naar CIOS, school voor Sport & Bewegen. Alle technische opleidingen vind je bij de School voor Techniek & Technologie. Wil je later op kantoor werken, dan ga je naar School voor Commercie & Dienstverlening. Kijk maar eens bij ‘Afdelingen’ op deze site.

Wij vinden dat onderwijs in de praktijk begint. Daarom stimuleren wij initiatief en nieuwsgierigheid bij al onze cursisten. Wij willen dat jij als cursist nadenkt, zelfstandig beslissingen leert nemen. En vooral: dat jij je kennis kunt toepassen in de praktijk. Je opleiding bestaat dan ook voor een groot deel uit praktijk. Zoals stage en opdrachten.

Beste uit jezelf halenMisschien is dat de reden dat cursisten van het Friesland College gewild zijn op de arbeidsmarkt. Zij hebben zich op school ontwikkeld tot volwaardige, flexibel inzetbare professionals. Professionals die het verschil maken. Bij ons op school ligt het accent op jouw loopbaan. Naast vakkennis besteden we daarom veel aandacht aan je persoonlijke ontwikkeling. Zo leer je het beste uit jezelf te halen. Om de doelen te bereiken die je gesteld hebt.

Samenwerking en respectDaarnaast vinden wij uitwisseling van kennis erg belangrijk. We werken veel samen met het bedrijfsleven, met instellingen, met andere onderwijsorganisaties. Zowel regionaal, nationaal als internationaal. Wij zijn een aansprekende school. Een tikje anders, maar wel met merkbare toegevoegde waarde. Omdat we ondernemend, onderzoekend, flexibel en vernieuwend zijn.En iedereen is welkom bij ons op school. We geven alle levensbeschouwingen en culturen de ruimte. Op het Friesland College hebben we respect voor elkaar.

Enkele getallen15.000 cursisten volgen jaarlijks een opleiding bij onsHiervan doen 10.000 een beroepsopleidingBij het Friesland College werken 1.100 mensen


Er zijn 10 vestigingen in Leeuwarden en HeerenveenNevenvestigingen vind je in Drachten, Harlingen en Dokkum.

KernwaardeOpleiden en kwalificeren. Dat is onze opdracht. Maar dan wel op onze manier: toepassingsgericht. Dat betekent dat we ons onderwijs verzorgen vanuit en mét de praktijk.

Kernwaarden medewerkersVan onze medewerkers verwachten we dan ook dat ze resultaatgericht, ondernemend, reflectief en betrouwbaar zijn. Het zijn professionals die feedback geven en vragen.1

1 http://www.frieslandcollege.nl/mbo/over-het-friesland-college.html26


Competenties Overzicht van de niveaus van de competenties, uitmondend in het eindniveau Startbekwaam

Opleidingen Leraar Kopopleiding

Opleidingsniveau Bachelor

Competentie Niveau I

Oriëntatie

Niveau II

Verdieping

Niveau III

Startbekwaam

Competentie 1

Interpersoonlijk competent

1.1a Ik beheers sociale en communicatieve vaardigheden zoals gespreksvaardigheden, luistervaardigheden, feedbackvaardigheden 1.1b Ik kan sociale interacties in een klas herkennen en verklaren

1.2a Ik schep een klimaat voor samenwerking met de leerlingen en tussen de leerlingen onderling 1.2b Ik spreek leerlingen aan op ongewenst gedrag en stimuleer gewenst gedrag

1.3a Ik maak leerlingen medeverantwoordelijk voor een goed werken leefklimaat in de klas

Competentie 2

Pedagogisch competent

2.1a Ik heb een beeld van de leef- en belevingswereld van 12-18 jarigen

2.2a Ik stem mijn taalgebruik en omgangsvormen af op mijn leerlingen 2.2b Ik stimuleer zelfstandig-heid en initiatief van leerlingen 2.2c Ik herken en houd rekening met verschillen tussen leerlingen

2.3a Ik signaleer ontwikkelings- of gedragsproblemen bij leerlingen en laat zien dat ik hiermee in mijn onderwijs rekening houd


Competentie 3

Vakinhoudelijk & didactisch competent

3.1a In kan onderwijs-activiteiten voorbereiden en uitvoeren waarbij ik de vakinhoudelijke en didactische keuzes die ik gemaakt heb onderbouw

3.2a Ik kan evaluatiemiddelen (proefwerken, enquêtes e.d.) ontwerpen en gebruiken om te bepalen of leerlingen voldoende hebben geleerd en of mijn onderwijs effectief is geweest 3.2b Ik maak bij mijn onderwijs gebruik van moderne middelen, waaronder ICT.

3.2c Ik laat zien dat ik bij het ontwerpen en uitvoeren van mijn onderwijs rekening houd met verschillen tussen de leerlingen.

3.3a Ik kan eventuele leerproblemen bij leerlingen signaleren en laat zien dat ik daar in mijn onderwijs rekening mee houd

- Ik heb een begin gemaakt met lesgeven

- Ik heb samen met mijn stagebegeleider een lijn uitgezet voor LB

- Ik kan het doel van mijn lessen duidelijk verwoorden

Competentie Niveau I

Hoofdfase bekwaam

Niveau II

LiO bekwaam

Niveau III

Startbekwaam

Competentie 4

Organisatorisch competent

4.1a Ik kan plannen en structureren

4.2a Ik maak werkbare afspraken met de leerlingen en hanteer dieconsequent4.2b Ik organiseer de praktische kant van mijn onderwijs(leermiddelen, ICT, inrichting lokaal etc.) effectief en efficiënt

4.3a Ik houd voor mijn onderwijs een lange termijn planning aan diebij de leerlingen bekend is en waar zij hun eigen planning opkunnen afstemmen

Competentie 5

Competent in het samenwerken met collega's

5.1a Ik kan - in verschillende rollen - samenwerken in een team

5.2a Ik geef en ontvang collegiale feedback 5.2b Ik ontwikkel samen met collega's (al dan niet vakoverstijgend) onderwijsmateriaal

5.3a Ik werk met collega's samen aan de ontwikkeling en verbetering van mijn school

- Ik ga met meerdere collega’s een les meekijken

- Ik heb samen met mijn stagebegeleider een lijn uitgezet voor LB


en ben betrokken bij het gebruik daarvan

Competentie 6

Competent in het samenwerken met de omgeving

6.1a Ik heb een globaal beeld van de verschillende partijen waarmee de school contact onderhoudt

6.2a Ik heb met ouders van leerlingen en andere betrokkenen contact over het functioneren van die leerlingen 6.2b Ik ben op de hoogte van maatschappelijke ontwikkelingen en geef die een plaats binnen mijn onderwijs

6.3a Ik neem op een constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg met mensen en instellingen buiten de school

- Ik heb minstens 1 keer contact gehad met het zorgteam SAW over een

Competentie 7

Competent in reflectie en ontwikkeling

7.1a Ik kan reflecteren op mijn eigen professionele ontwikkeling en studiegedrag

7.2a Ik maak gebruik van feedback van leerlingen en collega's om mezelf als docent te ontwikkelen 7.2b Ik kan een onderzoek opzetten en uitvoeren t.b.v. mijn eigen professionele ontwikkeling

7.3a Ik stem mijn professionele ontwikkeling af op ontwikkelingen in de school 7.3b Ik kan wat ik als docent doe en wil verantwoorden vanuit een goed doordachte visie op het beroep en mijn taken in de uitoefening daarvan

- Ik zorg ervoor dat mijn vooropleiding geen negatieve rol gaat spelen binnen mijn vak als docent maar laat dit in mijn voordeel werken

Activiteiten en bewijsvoering om mijn leerdoelen te behalen Periode 1 Beschrijving beginsituatie/terugblikTijdens het begin van mijn stage leerde ik kennismaken met de opleiding en het Friesland College. Van te voren kende ik de opleiding niet goed. Ik wil dit beeld graag uitbreiden zodat ik mijn leerlingen goed te woord kan staan als zij ergens een vraag over hebben omtrent de opleiding. Angela en peter hebben tijdens het kennismakingsgesprek het één en ander toegelicht. Pas toen ik zes oktober echt stage ging lopen werd mij steeds meer duidelijk wat de studenten hier doen (organisatorisch component). In de eerste week van mijn stage liep ik voornamelijk mee met mijn stagebegeleider. Ik maakte voor het eerst kennis met zijn coach groep. Ik stelde mezelf aan de klas voor en probeerde tijdens de dag zelf en de dag wat meer te weten te komen over de leerlingen in de groep.


Dit deed ik door soms even langs te lopen terwijl ze aan het werk waren en te vragen wat ze aan het doen waren en of het goed ging. Daarnaast heb ik ook gewoon wat korte gesprekjes met de leerlingen aangeknoopt over van alles en nog wat. Tevens heb ik meegekeken met andere collega’s. tijdens het meekijken kon ik goed zien hoe de collega te werk ging en hoe de sfeer was in de klas. Dit is per docent natuurlijk verschillend.

Al snel kom ik erachter dat het onderwijssysteem duidelijke kenmerken heeft. Het klassikaal lesgeven zoals ik zelf heb ervaren op mijn middelbare school is hier op het Friesland College bijna niet te bekennen. Na nadere uitleg van mijn stage begeleider kom ik erachter dat het onderwijs praktijk gestuurd en competentie gestuurd is. Het is een vervolgopleiding en dat maakt ook dat leerlingen meer eigen verantwoordelijkheid hebben voor hun leerproces. Als laatst heb ik kennisgemaakt met de hulpverlener van SAW, dit is het zorgteam binnen de school. Als er persoonlijke problemen zijn kunnen leerlingen gesprekken krijgen met een hulpverlener. Zij is iedere dinsdag binnen de opleiding aanwezig.

De tweede week van mijn stage was ik helaas ziek en kon ik niet aanwezig zijn. De derde week was ik weer aanwezig en op dat moment was er de zogenaamde ‘’vertraagde week’’. Dit is een week waar in de leerlingen proeven van bekwaamheid doen, soort praktijktoetsen. Op maandag hadden we een studieochtend waarbij het jaarplan besproken werd. Daarna kregen we een presentatie van een collega over effectief coachen. We hebben met haar besproken hoe we de coaching eruit zouden willen laten zien. Zij neemt deze ideeën mee in een plan wat zij later aan ons zal presenteren. Die middag heb ik meegedaan aan een cursus; X-Stream. Dit is een manier van lesgeven dit gericht is op intrinsieke motivatie. Wij kregen de cursus ook aangeboden op de X-Stream manier. De cursusleider legde in het begin duidelijk uit wat zijn verwachtingen van ons was en dat we aan het einde van elke opdracht aan elkaar gingen presenteren. De theorie zochten we doormiddel van opdrachten zelf op. Doordat we de theorie zelf opzochten en aan elkaar presenteerden ging de tijd erg snel voorbij. Het was effectief om zelf de informatie op te zoeken en van elkaar te leren. Rond tien november is het de bedoeling dat ik samen met een collega een lessenreeks geef tot januari volgend jaar. Ik vind het een interessante methode en ik vind het leuk omdat ik nog onervaren ben verschillende lesmethodes uit te oefenen.

Dit waren kortom mijn werkzaamheden voor de eerste periode. Ik heb zelf nog geen les gegeven binnen mijn stage, hier ga ik volgende week maandag mee beginnen. Ik heb met mijn stagebegeleider besproken wat en hoe ik het wil aanpakken. Dit werk ik uit in een lesplanformulier en bespreken wij maandag voor mijn les nogmaals. Ik heb er zin in om voor de klas te staan en wil graag over de drempel door het gewoon maar te doen en daar van te leren!

Voornemens1. Ik heb minstens 1 keer contact gehad met het zorgteam SAW over een leerling (competentie

6/samenwerken met de omgeving)Dit wil ik doen omdat ik graag een compleet beeld wil krijgen van de school en de opleiding. Op die manier zei ik het grotere geheel waar ik in werk en kan ik leerlingen ook op weg helpen als zij vragen hebben over de school, andere opleidingen en andere faciliteiten van de opleiding. Uiteindelijk zorgt dit ervoor dat ik deel kan nemen aan overleg met verschillende partijen en contact met ouders.


2. Ik ga met meerdere collega’s een les meekijken (competentie 5/samenwerken met collega’s) Dit wil ik doen omdat ik op die manier een beeld krijg van de verschillende stijlen van lesgeven. Ik ben opzoek naar mijn eigen manier en ik denk dat ik van verschillende mensen dingen mee kan nemen. Op die manier zie ik niet een eenzijdig beeld maar kan ik mijn breder oriënteren. Tijdens het meekijken van de les kan ik ook feedback formuleren en op deze manier meewerken aan de professionalisering van de school. Tevens leer ik de docenten kennen en dit maakt dat ik uiteindelijk ook kan samenwerken in andere professionaliseringsprojecten.

3. Ik heb een begin gemaakt met lesgeven (competentie 3/vakinhoudelijk en didactisch) Het is belangrijk voor mij om niet te lang te wachten maar ook gewoon te doen. Ik leer het beste door te doen. Als ik het lang uitstel wordt de drempel voor mij soms te hoog en durf ik niet meer. Door te doen merk ik waar mijn kwaliteiten liggen en loop ik tegen zaken aan waar ik van kan leren. Dit draagt bij aan mijn vakinhoudelijke didactische component omdat ik leer didactische keuzes te maken en mijn lessen voor te bereiden op een passende manier voor mijn doelgroep.

4. Ik heb samen met mijn stagebegeleider een lijn uitgezet voor LB (competentie 3 en 5/vakinhoudelijk en didactisch + samenwerken met collega’s)Binnen de opleiding is nog niet een eenduidige lijn te vinden omtrent LB. Ik wil graag vastigheid creëren voor mezelf en daarom wil ik samen met mijn stagebegeleider onderwerpen bedenken en opdrachten met een concreet doel zodat ik hier mijn lesopzetten op kan voorbereiden. Dit is een stap in de richting voor mijn didactische component, de lesstof passend maken voor mijn leerlingen, rekening kunnen houden met verschillen en gebruik maken van ICT.

5. Ik zorg ervoor dat mijn vooropleiding een positieve rol speelt in mijn rol als docent (competentie 7/reflectie en ontwikkeling)Omdat ik als hulpverlener ben opgeleid is de kans groot dat is soms in die rol ga zitten. Natuurlijk kan ik dit als een voordeel gebruiken. Bijvoorbeeld bij leerlingen die moeite hebben met studeren of problemen thuis. Maar het is belangrijk om de grens te bewaken omdat ik hun leraar ben. Graag wil ik een begin maken met het scheiden van mijn twee beroepen. Dit maakt uiteindelijk dat ik een fijn leerklimaat ontwikkel binnen mijn klas en ook leerlingen kan belonen en corrigeren op een manier die bij mij past. Ook zal ik gebruik kunnen maken van feedback en dit helpt bij aan mijn eigen professionele ontwikkeling als leraar.

6. Ik kan het doel van mijn lessen duidelijk verwoorden (competentie 3/vakinhoudelijk en didactisch)Ik merk dat ik soms nog moeite heb met het doel helder te hebben voor mijn lessen. Ik wil niet denken aan mijn eigen doel maar ik wil het juist omdraaien. Ik wil mezelf de vraag stellen: als ik leerling was, wat zou ik dan leren uit deze les en wat is belangrijk voor mij? Zo streef ik de leerling niet voorbij en maak ik een didactische keuze, door het doel helder te hebben is het onderwijs effectiever. Dit draagt bij aan mijn vakinhoudelijke competentie.

Uitvoering 1. Ik heb minstens 1 keer contact gehad met het zorgteam SAW over een leerling (competentie 6/samenwerken met de omgeving)Hoe: Ik heb nu nog geen aanleiding om overleg te hebben omdat ik de leerlingen nog niet zelf coach


maar ik kan kijken samen met mij stagebegeleider of er overleg nodig is omtrent een leerling. Wanneer (datum): de eerst volgende keer, op 4 november.

2. Ik ga met meerdere collega’s een les meekijken (competentie 5/samenwerken met collega’s) Hoe: ik plan om de week een afspraak met een collega om mee te kijken met een les Wanneer: ik kijk aankomende maandag mee met een collega en zal dan een nieuwe afspraak met een andere collega maken om twee weken later met hem/haar mee te kijken.

3. Ik heb een begin gemaakt met lesgeven (competentie 3/vakinhoudelijk en didactisch) Hoe: ik ben op dit moment mijn eerste les aan het voorbereiden voor LB. Dit heb ik aan het begin van de week besproken met mijn stagebegeleider. Ik zal maandag met mijn stagebegeleider mijn lesopzet door spreken.Wanneer: ik geef dinsdag 4 november mijn eerste les

4. Ik heb samen met mijn stagebegeleider een lijn uitgezet voor LB (competentie 3 en 5/vakinhoudelijk en didactisch + samenwerken met collega’s)Hoe: ik wil de middag nadat ik mijn eerste les heb gegeven samen met mijn stagebegeleider de lijn van LB bespreken. Als hem dit niet lukt qua tijd zou ik dat graag een week later doen. Dan kan ik namelijk makkelijk verder met het geven van mijn lessen omdat de lijn dan bekend is. Daarnaast ga ik samen met een collega (die al bezig was met het uitzetten van een lijn) meedenken. Wanneer: 18 november heb ik een afspraak met de collega die de lijn al uit wilde zetten.

5. Ik zorg ervoor dat mijn vooropleiding geen negatieve rol gaat spelen binnen mijn vak als docent maar laat dit in mijn voordeel werken (competentie 7/reflectie en ontwikkeling)Hoe: ik vraag feedback op mijn lessen van mijn stagebegeleider en andere collega’s die mij dit jaar les zien geven. Bij de observatie wil ik dat zij letten op mijn rol als leraar. Wanneer: aankomende dinsdag zal ik mijn eerste les geven, dan laat ik mijn stagebegeleider een observatieformulier invullen. Ik zal dit leerdoel bijvoegen. Dit is een leerdoel wat ik het komende jaar blijf ontwikkelen.

6. Ik kan het doel van mijn lessen duidelijk verwoorden (competentie 3/vakinhoudelijk en didactisch)Hoe: doordat ik de onderwerpen van mijn lessen vastleg en de leerlingen leer kennen kan ik een doel verwoorden die past bij de doelgroep en uiteindelijk ook de stof over het onderwerp op een passende manier overbrengen. Wanneer: ik geef mijn eerste les als een soort introductie van LB. Dit omdat ze het vak nog niet zo goed kennen. Tijdens deze les wil ik dat de leerlingen erachter komen welke onderwerpen er bij LB kunnen passen en waar hun eigen interesse ligt. Ik laat hun interesse meewegen in de lijn die ik uitzet voor LB.

EvaluatieMijn evaluatiemiddelen zijn; Feedback formulieren, lesopzetten en een wekelijks overleg met mijn stagebegeleider.Voor iedere les zal ik een lesopzet maken. Ik ga mijn stagebegeleider vragen of hij hier soms feedback op wil geven zodat ik kan zien of mijn les een concreet doel heeft en past bij de doelgroep. Na iedere les zou ik graag willen dat ik feedback krijg. Deze feedback kan ik dan gebruiken voor mijn leerdoelen. Door feedback te krijgen kom ik erachter waar mijn sterke en verbeter punten liggen. Dit kan ik dan meenemen in mijn leerdoelen. Tijdens het wekelijks overleg met mijn stagebegeleider is er voor mij de kans om vragen te stellen en


aan te geven waar ik hulp bij nodig heb. Het kan gebruikt worden als een evaluatie moment. Ik zal soms aan mijn stagebegeleider vragen hoe hij mijn voortgang vind gaan. Deze evaluatie middelen zal ik verzamelen in mijn portfolio samen met mijn stageplan die ik iedere periode bijschaaf zodat mijn leerweg duidelijk in kaart wordt gebracht.

Plan van aanpak professionaliseringstaken

Iedere periode wordt afgesloten met een toets week. In deze toets week maak ik toetsen maar wordt er ook verwacht dat ik een P-taak inlever. Ieder uurtje wat ik op stage over hou zal ik steken in het bijwerken van mijn p-taak. Sommige P-taken vereisen observaties/interviews/lessen op stage. Ik zal in gesprek gaan met mijn stagebegeleider om aan te geven dat ik hier ruimte en tijd voor nodig heb. In overleg zal ik dan de observaties/interviews/lessen gaan uitvoeren. Misschien is het een idee om een vast moment af te spreken waarop ik bezig kan met mijn P-taak. Bijvoorbeeld een moment aan het einde van de dag.

Ik ga proberen om iedere P-taak direct op het gewenste eerste inlevermoment in te leveren. Zo hou ik altijd nog een herkansing over voor als ik een keer in de knoei kom met tijd. Ik zorg dat ik die herkansing ook echt als herkansing ga gebruiken. Het zal noodzakelijk zijn dat ik na stage en schooltijden ook bezig ga met mijn P-taak.

Op school krijgen we tijdens de P-taak begeleiding de tijd om vragen te stellen en eventueel te werken aan de P-taak. Ik zal hier gebruik van maken.

Periode 2 Beschrijving beginsituatie/terugblikPeridode twee was voor mij een wat lastigere periode. Ik merkte dat ik toch qua energie niet helemaal lekker in mijn vel zat, door persoonlijke omstandigheden. Dit zorgde ervoor dat ik vaak moe was en vatbaarder voor ieder griepje die er heerste. Ik ging wat minder naar school en zat soms moe thuis. Dit heb ik aangepakt door met een psycholoog over mijn persoonlijke omstandigheden te gaan praten. Ik heb het onder de aandacht gebracht bij Angela en bij mijn stagebegeleider Fred. Vanaf het moment dat ik het probleem ging aanpakken ben ik met alleen maar beter gaan voelen. Ik voel nu beter mijn grenzen aan en merk dat ik meer energie begin te krijgen. Voor de vakantie heb ik het laatste gesprek afgerond en in de vakantie lekker uitgerust. Ik heb het idee dat ik nu weer genoeg energie heb om de komende twee periodes er vol voor te gaan! Natuurlijk heb ik ook veel geleerd deze tweede periode van mijn studie. Ik ben veel meer lessen gaan geven en ik merk dat ik hier steeds meer eigen in wordt. Ik begin eraan te wennen dat ik voor de groep sta en ontwikkel mijn eigen manier van lesgeven. Daarnaast ben ik meer bezig gegaan met individuele gesprekken, problematieken bij leerlingen, overstijgende zaken zoals me verdiept in een methode en me opgegeven voor de wedstrijd politix. Hieronder zal ik de leerdoelen beschrijven die ik voor mezelf heb opgesteld tijdens de eerste periode en er zijn ook een aantal nieuwe bijgekomen.

Van belang is dat ik voor de derde en vierde periode (de verdiepingsslag in mijn stage) een duidelijke planning voor mezelf maak. Deze zal ik ook bijvoegen in mijn stageplan.

1. Ik gebruik mijn powerpoint/prezi als kapstok van de les, zo beknopt en duidelijk mogelijk (hulpmiddel) (didactische component)Voor iedere les maak ik een powerpoint, dit werkt voor mij als kapstok en op deze manier is er


altijd een rode draad binnen mijn lessen te vinden (directe instructie model). Ik begin standaard met:

- Welkom- Wat gaan we vandaag doen?- Doel van de les- Filmpje/plaatje om de aandacht te wekken- Eventueel uitleg- Werkvorm (opdracht- Afsluiting

Deze leidraad werkt goed voor mezelf en op deze manier hou ik het overzicht, daarnaast weten de leerlingen wat ze van mij kunnen verwachten in de les en ik denk dat structuur in de lessen van belang is voor de duidelijkheid.

2. Ik kan mijn lesstof aan laten sluiten bij het niveau waar ik aan les geef (didactische component) Ik merk nu ik een aantal maanden lesgeef aan niveau 2 dat ik steeds meer begrijp waar hun niveau precies ligt. Ik moet het voornamelijk simpel houden en veel uitleg geven. Ik sluit aan bij hun belevingswereld door een onderwerp te kiezen waar ze zelf mee in aanraking komen en daarbij media te gebruiken die bij hun aansluit. Soms is het lastig omdat deze jongeren heel specifiek geïnteresseerd zijn, ze vinden niet veel dingen interessant. Maar ik merk dat als ik mijn lessen simpel, kort en krachtig uitleg, media gebruik, onderwerpen die bij hun belevingswereld aan kunnen sluiten ik ze vaak wel meekrijg binnen mijn les. Ik heb hun in het begin ook een introductie les gegeven met de vraag welke onderwerpen zij zelf interessant vonden van Loopbaan en burgerschap. Veel van deze onderwerpen komen binnen mijn lessen aan bod. Door de werkvormen gevarieerd te houden en het samenwerken centraal te laten staan kan ik hun aandacht erbij houden.

3. Ik kan duidelijk en transparant zijn tijdens mijn lessen over wat het doel is en hou daarmee rekening met de tijd (didactische component)Meestal vertel ik het doel van mijn les aan mijn leerlingen. Ik merk dat ik het soms nog wel eens vergeet, volgende periode zou ik graag meer de koppeling willen maken met de praktijk. Soms vind ik dit lastig omdat ik het dan voor mezelf niet goed kan linken aan het ICT-gebied. Ik wil hier graag beter in worden en dit ga ik ook met mijn stagebegeleider overleggen. Tijdens de training leren lesgeven is mij duidelijk geworden dat de koppeling naar de praktijk toe heel belangrijk is voor de leerlingen. Op deze manier wordt duidelijk waarom het van belang is voor hunzelf. Ik wil dit als docent meer ontwikkelen en ga hier de komende twee periodes meer mee aan de slag.

4. Als ik groepjes vorm zorg ik ervoor dat zelf indeel/of aangeef hoeveel tijd ze zelf hebben om zelf te vormen, de plek in het lokaal voor ieder groepje vaststel en iedereen tegelijk aan het werk laat gaan om chaos te voorkomen. (didactische component)groepjes indelen gaat al een stuk beter. Het is een aantal keer voorgekomen dat ik dit niet genoeg afgebakend had voor mezelf. Ik merkte dat er chaos ontstond en ik ze lastig aan het werk kreeg. Mijn instructie voor de werkvorm is erg belangrijk, deze moet ik helder geven en eventueel ondersteuning via de powerpoint. Vervolgens kan ik overgaan naar het groepjes maken en wijs ik ze aan op welke plek en met welke middelen ze mogen samenwerken. Ik merk


dat dit steeds beter gaat en de structuur er in komt. Ik zorg er ook altijd voor dat dit op mijn powerpoint staat omschreven zodat de leerlingen direct kunnen zien wat de bedoeling is.

5. Ik heb minstens 1 keer contact gehad met het zorgteam SAW over een leerling (competentie 6/samenwerken met de omgeving) (didactische component)We hebben de afgelopen periode afscheid genomen van een collega van SAW. Zij kwam iedere dinsdag in de klas en kende ik daardoor ook goed. Met deze collega heb ik een aantal keer gesproken over een leerling en zij heeft mij ook een taak meegegeven. Een jongen uit mijn klas zat op het randje van de exit procedure omdat hij steeds vervelend was in de les en zijn werk niet deed. De SAW’er heeft meerdere gesprekken met hem gevoerd en hier kwam naar voren dat deze jongen het prettig vond als iemand iedere week even aan hem vroeg waar hij stond en hoe het gaat, als een soort stok achter de deur. Deze taak heb ik samen met mijn stagebegeleider op me genomen. Ik heb van haar geleerd dat individuele aandacht bij niveau 2 leerlingen erg belangrijk is. Het is gewoon van belang dat er eens in de zoveel tijd ene individueel gesprekje plaatsvind. Dit hoeft niet eens lang te zijn maar even afchecken hoe het gaat en waar ze staan in de studie is zeker van belang. Samen met mijn stagebegeleider vinden deze individuele gesprekken veel plaats.

6. Ik heb samen met mijn stagebegeleider een lijn uitgezet voor LB niveau 2(competentie 3 en 5/vakinhoudelijk en didactisch + samenwerken met collega’s.Mijn stagebegeleider is voor een methode burgerschap op niveau 2. Wij hebben boeken aangeschaft die ik nu als leidraad gebruik voor mijn lessen. Het is overzichtelijk en er staan handige tips en opdrachten in voor niveau 2. Ik gebruik het boek puur voor een leidraad en geef altijd een bijbehorende les met een actieve werkvorm erbij. Het is handig voor mij om hier onderwerpen en opdrachten uit te halen waarvan ik zeker weet dat het aansluit bij het niveau van de niveau2 leerlingen. Binnen sommige lessen van mijn krijgen de leerlingen een opdracht, als ze deze opdrachten hebben uitgevoerd of gemaakt kunnen ze LB afsluiten. Ik maak komende periode een overzicht voor mijn stagebegeleider welke opdrachten ik heb gebruikt en welke lessen ik heb gegeven. Zo wordt het ook inzichtelijk voor de leerlingen als ze iets gemist hebben. Op dit moment heb ik een lessenserie van 7 lessen voor LB ontwikkeld. In coaching geef ik geen lessen maar vinden er bij ons eigenlijk altijd individuele gesprekken plaats omdat dit voor Niveau 2 erg belangrijk is door de problematiek waar veel leerlingen mee te maken hebben.

7. Ik zorg ervoor dat mijn vooropleiding in mijn voordeel werkt in mijn rol als leraar (competentie 7/reflectie en ontwikkeling)Wat ik tijdens mijn stage merk is dat door kleine gesprekjes aan te knopen met leerlingen, de lessen enthousiast te geven en individuele gesprekken te voeren ik een band aan het opbouwen ben. Je merkt dat ze me wat meer leren kennen en ik hun. De sfeer is goed. Ik vind het een leuke klas met uitdaging door de problematiek die bij veel leerlingen een rol speelt. Door mijn achtergrond kan ik contact met deze leerlingen maken en merk ik dat als je jezelf bent en oprechte interesse toont je vertrouwen krijgt. Het vertrouwen en duidelijkheid is bij deze leerlingen van groot belang. Je kunt het maken of breken. Doordat ik al een HBO heb gedaan merk ik dat mijn omgang met leerlingen en collega’s mij makkelijk afgaat.

8. Ik durf mijzelf te laten zien, mijn visie uit te dragen (competentie 7 reflectie en ontwikkeling) Omdat ik nu een aantal maanden bezig ben merk ik dat ik steeds meer een visie krijg op het onderwijs. Binnen mijn eerste P-taak heb ik mijn visie gegeven op praktijk gestuurd leren. en


binnen de tweede P-taak op samenwerkend leren. Ik merk dat ik steeds meer begin te oefenen met een visie vormen en ik ga er ook vanuit dat ik tegen het einde van dit jaar een visie kan aandragen waar ik volledig achter sta, opgedaan vanuit mijn eigen ervaringen. Dit blijft dus ook een leerdoel voor mij. Mijn lessen geef ik op een manier die mij aanspreekt, op die manier durf ik mijzelf te laten zien. De volgende periode krijg ik een eigen instroom groep en ga ik meedoen aan de wedstrijd politix. Dit zijn ook vormen van zichtbaarheid.

Leerpunten waar ik de komende tijd ook aan ga werken (didactische component 3)Uit de training leren lesgeven zijn een aantal punten naar voren gekomen die ik belangrijk vind om ook mee te nemen de komende periode. Een aantal staan al beschreven in mijn leerdoelen maar ik zet de belangrijkste hieronder nog even op rijtje. Ik ga hiermee aan de slag doormiddel van gerichte feedback vragen aan mijn begeleider, mijn lessen te filmen en feedback aan mijn leerlingen te vragen. De eerste les die ik film op stage zal maandag 9-1-2015 plaatsvinden.

- Voorbereiding in mijn lessen; ik vergeet soms nog boxen klaar te zetten (beamer heeft te zacht geluid) Dit gaat beter, de voorbereiding tijdens mijn lessen zijn goed. Ik zou nog wel wat meer op papier kunnen werken met voorbeelden om de lesstof te verduidelijken.

- WHHTUK: wat, hoe, hulp, tijd, uitkomst, klaar. - Afchecken of de instructie tijdens mijn les begrepen is; door iemand het te laten samenvatten- Afronding van mijn les: Niet alleen herhalen maar een gerichte vraag stellen als, wat vond je

het leukste? Ik probeer tijdens iedere les stil te staan bij de afronding, dit gaat beter dan de eerste helft van mijn stage. Ik vraag om een samenvatting van de leerling of een concrete vraag om bijvoorbeeld 1 ding te noemen wat ze hebben geleerd. Een leerling een cijfer laten geven 1 t/m 10, schaalvraag. Vragen naar hoe ze dit in de praktijk kunnen gebruiken

- Terugkoppeling naar de praktijk binnen mijn lessen Tijdens mijn lessen probeer ik de praktijk er bij te betrekken om het interessanter voor hun te maken en de koppeling te krijgen tussen het werkveld en de studie. De lessen worden op die manier betekenisvoller.

- Een mooie balans zien te vinden tussen het woord geven aan de stillere in de klas en diegene die veel praten Tijdens mijn lessen wil ik dat iedereen meedoet en ik geef nu ook regelmatig de beurt aan de stillere leerling (ik heb het idee dat iedereen zich betrokken voelt tijdens mijn lessen)

- Grens stellen binnen de lessen, op tijd corrigeren waar nodig. En in één zin kunnen corrigeren: altijd vanuit de ik-boodschap en bij naam noemen. Een prettige manier voor mezelf vinden om duidelijk te corrigeren op het juiste moment. Hier kan ik nog steeds in verbeteren, ik heb gemerkt dat ik het corrigeren lastig vind en dat ik dit ook soms kan vermijden. Ik heb nu in mijn niveau 4 klas de grenzen duidelijk neergezet en corrigeer daar ook regelmatig. Mijn niveau 2 klas is een fijne groep dus hun best doen tijdens de les, ik merk dat ik daar matig corrigeer. Ik voer met hun individuele gesprekken om aan te geven dat bepaald gedrag of te laat komen niet kan. Ik ben persoonlijk van mening dat dit bij de niveau 2 cursist ook beter werkt, het is veel meer coachen dan lesgeven. Als er correctie nodig is tijdens de les zal ik dat zeker doen maar over het algemeen vind ik ze rustig en heb ik bijna geen momenten waarop ik me genoodzaakt voel te corrigeren. Dit is bijna mijn niveau 4 klas anders, hier corrigeer ik regelmatig met de drie-slag-regel. Ik spreek ze aan op ongewenst gedrag, benoem de regel en spreek gewenst gedrag uit. Dit is bij hen meer nodig.


Periode 3 Beschrijving beginsituatie/terugblikTijdens periode drie heb ik meer verantwoordelijkheid gekregen door mijn eigen coachgroepen. Er zit een niveau verschil in, één groep is niveau 2 en de andere niveau 4. Ik heb gemerkt dat ik nu echt aan het zoeken ben naar mijn eigen stijl van lesgeven en coachen. Ik merk dat ik voorbereiding erg belangrijk vind en dit doe ik ook voor iedere les. Ik ben begonnen met mijn eigen coaching programma te introduceren (die ik van Marije Haagsma) had gekregen. Het leek mij handig om dit aan te houden als een leidraad, uiteindelijk zal mijn team allemaal op deze manier gaan werken. Ik merkte voornamelijk bij mijn niveau 4 groep dat ze hier geen boodschap aan hadden. Het is een lastige groep, waarbij er een aantal erg ongemotiveerd zijn (dit zou kunnen liggen aan het feit dat ze het jaar overdoen). Ze hebben een negatieve schoolervaring opgedaan en ik merk deze terugslag in de klas. Tijdens de eerste les heb ik het coaching programma geïntroduceerd, regels samen met hen gemaakt en kennisgemaakt.

Ik bereidde iedere week een les voor aan de hand van het coaching programma en liet ze meedoen met het project Politx (georganiseerd door mij en de gemeente). De weerstand begon direct in de eerste les. Ik merkte dat ze allemaal een grote mond hebben en onderling flauwe humor kunnen hebben. Het zijn bijna allemaal volwassen jongens maar wat voor mij al vrij snel duidelijk was, is dat ze niet in de leerstand zitten. Ik ging door.. helaas zonder succes (of althans zo voelde het voor mij). Daarnaast heb ik veel individuele gesprekken met ze gevoerd om ze beter te leren kennen, deze gesprekken zijn altijd gemoedelijk en individueel zijn ze goed aanspreekbaar op hun gedrag. In de groep voeden ze elkaar en reageren ze erg op elkaar. Ik kreeg van andere docenten terug dat zij deze klas ook als lastig ervoeren en er werden zelf mensen uitgestuurd. Ik besloot dat het zo niet langer kon en ik heb een nieuw plan ontwikkeld waarbij ik de verantwoordelijkheid meer bij hun legde. ( ik had het idee dat ik aan een dood paard aan het trekken was). Leerpunt voor mij is geweest dat de eindverantwoordelijkheid altijd bij de student zelf ligt en niet bij mij. Het voelde voor mij als falen. Ik heb mijn stagebegeleider gevraagd om met mij een klassengesprek te voeren, hij heeft de leerlingen hard aangesproken en ik heb mijn nieuwe plan geïntroduceerd. Zij krijgen zelf meer input in de coaching lessen en ik sluit mijn lessen daarop aan. Waar hebben zij behoefte aan? Doordat ik uiteindelijk door had dat het op deze manier niet ging heb ik gekozen voor een nieuwe aanpak en hulp. Het tweede leerpunt is dan ook; gaat het niet vraag om hulp, want dit werkt. Daarnaast mijn derde leerpunt is geweest om naar hun behoeftes te kijken binnen de coaching. Op doe manier sluit je aan bij de doelgroep en de groep. Ik merk dat de groep rustiger is dan aan het begin en inzien dat het anders moet. De resultaten gaan nu ook stukje bij beetje omhoog maar ik heb ook geaccepteerd dat er gewoon een aantal zijn die erg ongemotiveerd zijn en dat dit niet aan mijn inzet ligt.

Bij mijn niveau 2 groep gaat het goed. De resultaten zijn prima en ik merk dat de groep het leuk met elkaar heeft. Wel is het zo dat er in de privé sfeer van deze leerlingen meer speelt, er zijn meer problemen en ik heb meerdere malen SAW ingeschakeld. Deze leerlingen hebben veel behoefte aan individuele gesprekken en die voer ik ook met hen. Zij vinden structuur en schoolse lessen er fijn. Tijdens mijn lesbezoek met Angela is mijn vierde leerpunt naar voren gekomen dat ik het nog duidelijker voor ze kan maken en ze bij de hand kan nemen. Bijvoorbeeld door meer ondersteuning op papier of casussen. Deze leerlingen geven aan dat ze veel aan mijn lessen hebben en ik heb nu ook bij hen de behoeftes van de klas geïnventariseerd. Hier maak ik nu ook aan aantal lessen op bijvoorbeeld motivatie en er kwam naar voren dat ze graag een wat informatie willen over niveau opleidingen. Ik nodig een docent uit van niveau 4 die iets gaat vertellen in de les. Als vijfde leerpunt wil de pedagogische component naar voren laten komen, het corrigeren van leerlingen doe ik naar mijn idee nog te weinig (ik ben wel vooruit


gegaan) maar dit kan meer. Bijvoorbeeld bij het te laat komen in de lessen van de niveau 2 leerlingen. Bij niveau 4 komen de leerlingen er niet meer in na 5 minuten.

Deze periode is voor mij erg leerzaam geweest door deze eigen verantwoordelijkheid. Er komt veel bij kijken merk ik werk ook volledig zoals iedere andere coach. Ik heb al meerdere malen contact gehad met ouders, gesprekken met SAW, alles bijhouden in eduarte, exit gesprekken, afwezigheidsmeldingen, individuele problemen, bijhouden resultaten, ontwikkelgesprekken, samenwerking met collega’s etc. Het is veel maar ik vind het leuk en interessant om te doen. Ik merk wel dat ik soms nog baal van mijn niveau 4 groep en ik het op mezelf betrek, mijn zesde leerpunt voor komende periode zal dan ook zijn om dit meer los te kunnen laten.

Overzicht competenties Competentie 1 De interpersoonlijke competentieIk vind dat je je leerlingen moet kennen. Dat begint met het willen kennen. Pas als je ze kent, kun je ze ook herkennen.Dat betekent niet dat je voor elke leerling andere regels en wetten hebt, maar wel dat je per leerling een andere benadering kunt hebben, een andere toon, een andere blik.. Ik kan empathie tonen als een leerling dit nodig heeft en plan regelmatig individuele gesprekken om de voortgang in de gaten te houden. Leerlingen geven aan mij terug dat ze het idee hebben dat ik er voor hen ben. Geen vraag is te gek. Ik merk dat deze houding is ontwikkeld door mijn vooropleiding en ik dit kan gebruiken tijdens het coachen van mijn leerlingen. Ze komen regelmatig met problemen of vragen naar mij toe en dit geeft aan dat ik laagdrempelig te bereiken ben. Dit laagdrempelige contact en soms een geintje vind ik erg belangrijk. De band die ik met ze opbouw is een basis waar je vanuit kunt bewegen. Mijn niveau 4 klas is wat onbereikbaarder, toch merk ik dat ik op individuele basis contact met ze heb. In de groep zijn ze veelal op elkaar gericht en komt dit contact minder tot uiting. Ook zij trekken met problemen of vragen aan de bel. Regelmatig contact op individuele basis vind ik voor het coachen erg belangrijk.Competentie 2 De pedagogische competentieTijdens de lessen een veilige leeromgeving creëren vind ik belangrijk. Ik corrigeer als dit in het geding komt. Structuur en regels hebben leerlingen nodig om te functioneren. Mijn leerlingen weten wat de regels zijn, die heb ik in het begin van het jaar opgesteld in samenspraak met hen. Ik bereid iedere les voor in de zelfde structuur (filmpje, PowerPoint, werkvorm) ik probeer dit zoveel mogelijk aan de hand van de directe instructie te doen. Daarnaast gelden er algemene regels op deze afdeling die ik hanteer. Ik vind dat ik in het corrigeren nog meer kan leren. Ik merk dat ik soms corrigeer door alleen een naam te noemen of te benoemen dat iemand iets weg moet doen of op moet houden. Ik zou graag volgens de drie-slag-regel willen corrigeren. Soms lukt me dit en soms niet. Daarnaast heb ik bij mijn niveau 4 klas meer structuur ontwikkeld omdat dit noodzakelijk was door hun gedrag dan bij mijn niveau 2 klas. Bij mijn niveau 4 klas kom je er niet meer in als je te laat bent. Bij mijn niveau 2 klas is dit niet het geval, ik merk dat ik het prettiger vind om ze daar individueel na de les op aan te spreken. Dit omdat er bij mijn leerlingen veel dingen spelen in de privé sfeer en ik het idee heb dan zij juist meer missen als ik ze niet in de les laat. Ik heb dit jaar meer geleerd om op mijn strepen te staan bij sommige leerlingen. Ik kan beter confronteren dan voorheen. Ik ben van mijzelf vrij soft en lief ingesteld en dit kan een valkuil zijn.

Competentie 3 Vakinhoudelijke en didactische competentieIk maak tijdens mijn lessen gebruik van een structuur gebaseerd op de directe instructie. Daarnaast probeer ik zoveel mogelijk te werken vanuit het constructivisme. Volgens de constructivistische leertheorie is het nodig dat je aanwezige kennis verbindt met nieuwe informatie of vraagstukken. Het is


daarom van belang dat je als leerling hiervoor de gelegenheid krijgt. Maak dus altijd gebruik van aanwezige kennis. Wen leerlingen er aan altijd op zoek te gaan naar kennis die ze al hebben om daar op aan te haken. ‘Waar doet je dat aan denken?’ Het maken van een mindmap is een mooie vorm.Ik activeer vaak zelf hun kennis door de vragen wat ze al weten en dit op het bord te schrijven. Mijn les word dan een aanvulling op de actuele kennis. Ik kies altijd voor een werkvorm tijdens mijn lessen, op die manier leren ze direct samen te werken en zelfstandig dingen uit te voeren. Omdat het ICT leerlingen zijn probeer ik zoveel mogelijk gebruik te maken van ICT middelen. Bijvoorbeeld filmpjes, websites, socrative etc. Ik probeer het vaak interactief te maken. Daarnaast vind ik het belangrijk dat ik aansluit bij de behoeftes van de leerlingen. Ik gebruik hun input vaak voor mijn lesinhoud. Een leerpunt voor mij is dat ik de lesstof beeldender maak door gebruik te maken van casussen uit de praktijk. De koppeling met de praktijk vind ik tijdens LB en coaching soms moeilijk. Bij sommige onderwerpen spreek het voor zich maar bij andere zou ik nog wel wat meer opzoek kunnen gaan naar deze koppeling. Daarnaast zou ik graag meer gebruik willen maken van materiaal, waardoor het voor hen beeldender word.

Competentie 4 De organisatorische competentieIk vind voorbereiding erg belangrijk, ik bereidt mijn lessen altijd voor en maak daarbij een ondersteunende PowerPoint. Daarnaast zorg ik dat ik altijd boxjes heb voor het geluid (als ik iets wil laten zien) en dat de opstelling goed staat. De meest fijne opstelling vind ik de u-vorm. Ik vind het soms prettig om in een kleine groep zelf ook aan tafel te zitten en schuif ik de u-vorm aan elkaar (dan lijkt het net een grote tafel). Als ik een werkvorm heb in groepjes zorg ik dat ik de tafels al in groepjes heb gezet voordat de leerlingen binnen komen. Het materiaal heb ik altijd voor de les uitgeprint en bij me. Ik vind het zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving zeer belangrijk. Tijdens het coachen van de groepen komt er ook een hele andere organisatorische kant van het werken als docent bij kijken. Ik ben bijvoorbeeld ook bezig met de aanwezigheid in de gaten te houden, contact te leggen met ouders, individuele gesprekken te voeren, voortgang (resultaten) in de gaten houden en contact hebben met collega’s over mijn leerlingen.

Competentie 5 Samenwerken in een team

De samenwerking in het team verloopt goed. Ik merk nu ik meer verantwoordelijkheid heb dat mijn collega’s me ook als collega zien in plaats van stagiaire. Ik heb regelmatig contact met vakdocenten over mijn coachleerlingen en ik zit iedere maandag bij de vergadering. Als er studiedagen zijn ben ik daar ook bij aanwezig. Ik heb me altijd erg welkom gevoeld en als volwaardig collega. Dit vind ik een fijne sfeer. Ik durf de laatste tijd veel meer te spreken tijdens vergaderingen en mijn visie uit te dragen. Ik merk dat het een mannenteam is waarbij de zorg kant van leerlingen soms wat onderbelicht word, ik vind het leuk en interessant om hier soms wat over te zeggen en te kijken hoe de groep dit opneemt. Ik heb aangekaart dat ik vind dat er te weinig leerlingen besprekingen zijn en nu is er volgende week weer eentje gepland. Daarnaast heb ik tijdens een studiedag meegedacht over leren en didactiek en mijn mening verwoord over werkvormen. Ik merk dat mijn collega’s geen of weinig werkvormen en interactie methoden gebruiken. Ik heb te kennen gegeven dat het belangrijk is om klassikaal les te geven en daarbij een leuke werkvorm te gebruiken om de leerlingen te boeien. Mijn eigen coachleerlingen geven veel aan mij terug dat ze vinden dat de eigen verantwoordelijkheid wel erg hoog ligt binnen de opleiding en zij het idee hebben dat ze altijd maar naar de docent toe moeten om iets te


leren. Ik merk dat zij klassikaal les krijgen heel erg leerzaam en leuk vinden. In mijn team leggen de docenten voornamelijk de nadruk op zelfstandig werken van de leerlingen.

Competentie 6 Competent in samenwerken met de omgevingIk ben van mening dat er geen fysieke grens aan je onderwijs behoort te zijn. Ik hoop dat mijn leerlingen in hun dagelijkse bezigheden ook terug denken aan de les die ik ze gegeven heb. We hebben het in de lessen voornamelijk over loopbaan competenties en de samenleving. Dit zijn dingen waar ze alle dagen mee te maken kunnen krijgen. Bijvoorbeeld bij hun bijbaantje in de supermarkt of als ze moeten stemmen. Ik vind het mooi om hun daarin iets bij te brengen. Daarnaast probeer ik zoveel mogelijk aan te sluiten bij het beroep wat ze later willen beoefenen. Ik nodig gastsprekers uit van verschillende opleidingen om te kunnen ontdekken waar hun interesse gebieden liggen. Daarnaast doe ik met mijn project Politx verschillende dingen: uitstapje naar de gemeente, gastspreker (gemeenteraadslid), politieke markt in romein, debat workshop van een externe trainer en uiteindelijk een debat in romein samen met de Friese Poort. Dit maakt het voor de leerlingen erg beeldend en ik merk dat ze er enthousiast van worden.

Natuurlijk heb ik bij sommige leerlingen contact met ouders. Ik heb één leerlingen met PPD-NOS waar ik planningen mee maak en de voortgang bespreek met zijn moeder. Daarnaast heb ik een leerlingen die een ander studiekeuze wil maken en ik heb zijn ouders uitgenodigd voor een gesprek op school omdat hij aangeeft dat hij het niet zo goed meer weet. Dit doe ik allemaal in samenspraak met mijn collega Marijke van SAW waar ik goed contact mee heb en iedere dinsdag mijn leerlingen bespreek. Tevens heb ik een aantal van mijn leerlingen gekoppeld aan SAW omdat ik merkte dat er problemen plaatsvonden in de privé sfeer en leerlingen dit aan mij vertelde. Ik vind de samenwerking met de omgeving zeer belangrijk. Competentie 7 Competent in reflectie en ontwikkelingEen leven lang blijf ik aantoonbaar leren is mijn motto. Ik ben nooit uitgeleerd en ik weet ook dat ik aan het begin van mijn carrière sta als docent. Ik heb veel diepte punten en hoogte punten meegemaakt tijdens mijn stage. Ik ben in het diepe losgelaten met mijn eigen coachgroepen en merk dat ik daar veel van heb geleerd. Ik kan terugkijken op mijzelf en verbeterpunten ontwikkelen naar aanleiding van feedback (zie hierboven in het rood). Ik vind het niet moeilijk om met feedback om te gaan omdat ik weet dat ik ervan leer. Dit heb ik tijdens mijn vorige studie al ondervonden. Ik vraag regelmatig feedback aan mijn stagebegeleider, collega’s en leerlingen. Door mijzelf te filmen kom ik erachter welke punten van de les ik nog kan verbeteren. Met name het corrigeren is een leerpunt voor mij.

Door de stof die ik leer tijdens de kennisvakken kan ik onderbouwen volgens welke theorie ik werk (constructivisme) en naar welke theorie ik mijn lessen vormgeef(directe instructie). Daarnaast ben ik afgestudeerd maatschappelijk werker en weet ik wat coachen in en gespreksvoering inhoud. Ik lees dingen over het onderwijs bijvoorbeeld artikelen en ik volg een aantal nieuwsbrieven over werkvormen. Ik kan creatief zijn met mijn lessen en durf erop uit te gaan met mijn leerlingen. Ik schrik niet van hun ideeën af en probeer dit vorm te geven. Ik heb een rustige positieve uitstraling als docent en sta open voor vragen of problemen die de leerlingen kwijt willen. Eigen verantwoordelijkheid vind ik erg belangrijk om te benadrukken, het is hun leerproces en ik kan hen daar alleen in ondersteunen als ze willen leren. Willen ze niet leren of zitten ze in de weerstand? Ga ik op onderzoek uit door individuele gesprekken en te kijken naar mijn eigen handelen. Lukt dit niet, vraag ik om hulp. Vervolgens accepteer ik het en ga ik uit van het positieve, de leerlingen die wel willen. Dit is voor mij professioneel handelen.

Periode vier ga ik gebruiken voor het vormgeven van mijn portfolio. Natuurlijk heb ik al het één en ander aan bewijsmateriaal verzameld maar ik moet het nog verwerken in een portfolio. Dit geld het


zelfde voor mijn ICT portfolio. Aan de hand daarvan zal ik de competenties bewijzen en laten zien dat ik start bekwaam ben als docent.

Waar help ik ze mee? En daarom corrigeren (beroepshouding).

Planning einde periode 2P-taak 2 af Voor 15 januari naar Fred

opgestuurd voor beoordelingUiterlijk 19 januari officieel ingeleverd

Stageplan bijgewerkt Voor 15 januari naar Fred opgestuurd

Meenemen naar gesprek + feedback coach Angela 28 januari

Feedback aan leerlingen gevraagd

9-1-2015 Niveau 2 klas en niveau 4 X-stream

Les gefilmd 9-1-2015 X-stream en LB

Groen licht gesprek Fred 19 of 20 januari Uiterlijk 28 januari gevoerd (voor gesprek met Angela)

Reflectie training leren lesgeven af (portfolio)

Voor gesprek Angela op 28 januari

Logboek bijgewerkt Voor gesprek Angela 28 januari

Contact instituut begeleider gehad

26 januari lesbezoek Jan beukelaar

Feedback vragen en bewaren in portfolio

Plan van aanpak Onderzoek Contact opnemen met Hugo Pont en opsturen

Voor 28 januari af

Projectplan ontwikkeld P-taak Vakdidactiek

Opgestuurd naar Annette Kroon

Voor 28 januari af

Leren toetsen periode twee; passend onderwijs en vakdidactiek 2

Feedback formulieren minstens drie invoegen in portfolio (heb ik al in mijn bezit maar ik moet portfolio ordenen)

Meenemen naar gesprek Angela 28 januari


Planning periode 3

Eigen Instroom groep lesgeven Hulp vragen aan Marije omtrent coachlessen en gesprek over ins en outs opleiding

Voortgang instroomgroep bespreken met Fred en Angela.

Politix gaat van start met drie groepen: niveau 2 groep Fred, coach groep Marije en eigen instroom groep

26 januari gesprek met Marga hoekman, Jellie van de gemeente, Marije en hans over start politix.

Februari: lesprogramma afwerken Maart: werkbezoeken gemeente 16 april: politieke markt30 april: raadsspel Gewonnen? Mei bezoek aan de tweede kamer.

P-taak Vakdidactiek Uitwerken De coaching van mijn instroomgroep gebruiken, hier een lessenserie van maken met uitstapje.

Hulp vragen als ik er niet uitkom. Einde periode drie inleveren.

P-taak de leraar centraal uitwerken

Einde periode drie inleveren

Aan onderzoek werken Veldonderzoek, interviews, literatuurstudie. Gesprek met Hugo Pont aanvragen.

Periode vier inleveren

Digitaal portfolio bijhouden/bijwerken

logboek bijhouden

Lesbezoek Angela

Verslag vorig interview Angela maken

Feedback blijven verzamelen

Interview afsluiting periode 3 (toets week)


Planning periode 4 Aan onderzoek werken Einde periode vier inleveren

Digitaal portfolio blijven bijwerken

Feedback en bewijs blijven verzamelen

Logboek bijwerken

Verslag vorig interview Angela maken

Portfolio bijwerken

Gesprek WPL dossier (Assessment start bekwaam)

Afsluiting stage

Reflectieverslag intervisie Inleiding Voor u ligt mijn reflectie verslag van intervisie. Gedurende het jaar heb ik intervisie gevolgd om mijn leerproces op stage te bevorderen. Natuurlijk loop je regelmatig tegen leersituaties aan, dan is het erg fijn om dit met je klasgenoten (die vaak dezelfde ervaringen opdoen) te bespreken en daar van te leren.

Gevolgde intervisiebijeenkomsten 12 november 19 november 26 november3 december 10 december 7 januari 5 februari 19 februari 12 maart 26 maart

Welke methode hebben we gebruikt binnen intervisie? Roddelmethode & incidentmethode (het vaakst gebruik meest toepasbaar). Deze methoden kwamen het meest aan bod. We stelden één voorzitter aan en vervolgens inventariseerden wie iets in te brengen had. Dit waren er meestal één of twee.

Wat heb je zelf ingebracht en geleerd? Ik heb meerdere casussen ingebracht.


1. Facebook Toen ik net op stage kwam zag ik tot mijn schrik dat ik 21 vriendschap verzoeken had op één dag. Ik schrok hier een beetje van. Bleek dus dat mijn leerlingen mij direct op Facebook hadden opgezocht en een vriendschap verzoek hadden verzonden. Ik kreeg het eigenlijk direct een beetje benauwd want ik hou privé en werk liever gescheiden. Toen ik thuis kwam heb ik direct de veiligheid van mijn Facebook gecontroleerd en gelukkig stond alles nog afgeschermd. Ik wilde van mijn intervisie genoten weten of zij deze ervaring ook hadden meegemaakt en wat zij hiermee deden. Moest ik het er met mijn leerlingen over hebben? Of gewoon niet op reageren?

Nadat ik dit ingebracht had ben ik tot de conclusie gekomen dat ik wel bijna de enige was waarbij leerlingen massaal gingen Facebook-en maar de rest van mijn intervisie genoten heeft wel eens 1 of 2 leerlingen gehad die hen toevoegde. Natuurlijk zijn het ICT’ers en heel erg op de computer gericht dus vanuit die gedachte erg logisch dat ze het proberen. Ik heb ervan geleerd dat dit soort dingen gebeuren en zolang je alles goed afgeschermd hebt voor jezelf je je nergens druk om hoeft te maken. Ik heb ervoor gekozen het er niet over te hebben en de vriendschap verzoeken gewoon af te wijzen. Mijn leerlingen hebben er vervolgens nooit naar gevraagd en het is overgewaaid.

2. Schijn klap op kont Ik hoorde van een collega dat er een jongen aanstalten maakte om mij een klap op mijn kont te verkopen toen ik langs liep. Ik had dit zelf niet in de gaten maar mijn collega wel. Via een andere collega kwam dit bij mij terecht. Ik vond het vervelend om te horen, maar ik was blij dat de leerling het niet echt gedaan had. Later toen ik thuis was dacht ik er nog eens over na. Ik vond het een beetje gek dat ik het moest horen via een collega, naar mijn idee had de desbetreffende collega die het gezien had eigenlijk direct de leerling moeten aanspreken op zijn gedrag. Conclusie van deze intervisie bijeenkomst was dan ook: ik kan de leerling in kwestie er niet op aanspreken omdat het achteraf is, dit heeft vrij weinig zin. Collega die het wel gezien heeft had eigenlijk direct de leerlingen moeten aanspreken op zijn gedrag en grenzen aangeven. Ik neem dus ook mee voor mezelf dat als ik iets zie wat niet door de beugel kan, ik de leerlingen (ook al ken ik hem niet) daar direct op aanspreek als docent. We hebben verantwoordelijkheid voor elkaar.

3. Klas die niet lekker looptIn Februari kreeg ik een eigen coach groep. Ik had op dat moment de toets leren en didactiek 2. Ik las heel veel over het verkrijgen van een nieuwe groep en verschillende aanpakken. Wat mij vooral duidelijk werd is dat het belangrijk is dat je direct structuur en duidelijkheid bied. Je kan beter in het begin een beetje strenger zijn en later de touwtjes vieren. Dit had ik mijzelf dus ook voorgenomen en ik begon met de eerste les.

In de eerste les heb ik een aantal regels samen met de klas verzonnen (dit ging oké) vervolgens had ik een heel mooi coaching programma van mijn collega gekregen die ik wel kon aanhouden. Dit heb ik aan hun geïntroduceerd. Uiteindelijk na ongeveer 4 a 5 lessen merkte ik dat dit totaal niet aankwam. Mijn lessen kwamen niet aan, er was veel meer aan de hand met deze jongens, ze zaten in de weerstand en waren erg ongemotiveerd. Ik merkte aan mijzelf dat ik er ontzettend tegenop begon te zien. Ik vond het eigenlijk vreselijk dat ik les aan hun moest geven.


Ik dacht ik ga het anders doen: als eerst ben ik begonnen met individuele coaching en gesprekken voeren met de meest ongemotiveerde jongens om te kijken hoe we dit omhoog konden krijgen en of ze überhaupt wel ICT willen doen. Vervolgens kreeg ik klachten van andere leraren dat het een ontzettend vervelende klas is. Ik had me op dat moment meer verdiept in het vak omgangskunde en kwam erachter dat ik iets met die proces kon doen. En dat wilde ik ook heel graag, want ik ben niet iemand die direct een klas op wil geven of het bestempelen als een rot klas waar je niks mee kon. Dit vond ik ook niet eerlijk tegenover de jongens die erin zaten.

Ik heb een plan bedacht in samenspraak met mijn klas en ik laat ze in tweetallen een les voorbereiden over iets wat zij interessant vinden. Dit kan van alles zijn (het enige wat erin moet zitten is dat het een groepsopdracht is). Op die manier probeer ik de groep te vormen, meer sfeer te creëren, mijn band met hen te versterken en uit die weerstand te krijgen. Ik heb mijn stage begeleider om hulp geroepen en hij heeft een waarschuwing aan mijn klas gegeven, vervolgens heb ik het positieve plan geïntroduceerd aan hen en dit lijkt vooralsnog te werken. Na deze 6 lessen die zijn zelf verzorgen heb ik geïnventariseerd waar ze dan mee bezig willen in coaching, ze gaven aan dat ze willen leren netwerken, vacatures en stage oriëntatie. Ik zal mijn lessen vervolgens daarin gaan geven.

Deze situatie heb ik ook in intervisie ingebracht en het was erg fijn om van mijn klasgenoten te horen dat het best wel een grote opgave is voor een stagiaire en dat ik volgens hun niets meer had kunnen doen en goed bezig was. Dit gaf voor mij een bevestiging.

Deze situatie heeft een grote leeropbrengst voor mij gehad: ik zal altijd bij een nieuwe klas beginnen met te vragen wat zij nodig hebben? Wat verwachten zij van mij als coach? Tussendoor evalueren over de voortgang met de klas is heel belangrijk, luisteren naar de behoeften van je leerlingen. Individuele aandacht besteden aan hen en ook hun omgeving erbij betrekken als dit nodig is. SAW op tijd inschakelen als je ziet dat het niet lekker met leerlingen loopt. Soms concrete afspraken maken met leerlingen die ongemotiveerd zijn en hun bedenktijd geven over hoe ze het gaan veranderen of dat ze misschien niet op hun plek zitten. Eerder om hulp vragen, niet tussen neus en lippen door steeds zeggen tegen collega’s maar echt duidelijk aan de bel trekken (iedereen heeft het druk en niemand zal zich vrijwillig aanbieden). Ik zal deze situatie ook gebruiken voor mijn kritische beroepssituatie.

Wat heb je van de anderen geleerd? Ik heb veel van de andere geleerd. Wat me meest bijgebleven is dat iedereen tegen ongeveer dezelfde problematiek aanloopt, je bent hier niet alleen in. Deze herkenning is erg fijn. Daarnaast ben ik van mening dat ieder zijn eigen les geef stijl aan het ontwikkelen is. Soms waren we het met elkaar eens en soms ook niet. Maar in iedere leraar zit verschil. Zo konden we eindeloos discussiëren over het te laat komen en wat je daar mee doet. Ik denk dat het voor ieder verschillend is. Een leerpunt voor mij is geweest; iedere aanpak is goed zolang je het maar voor jezelf kan onderbouwen waarom je iets doet en je het idee hebt dat dit voor jou en je leerlingen werkt. Daarnaast is feedback vragen en het contact maken met je leerlingen het belangrijkste. Je kan je lessen nog zo mooi vormgeven maar uiteindelijk gaat het om het contact wat je met hen hebt opgebouwd. In mijn visie zal ik ook omschrijven waarom ik dit zo belangrijk vind, het is verder kijken en niet alleen maar kijken naar de leerling in de les. Soms heeft de leerling net dat extraatje nodig waar je alleen achter komt als je goed met hem/haar in contact staat.


één situatie kan ik me nog goed herinneren. Marije Epema bracht in dat zij terug had gekregen van haar leerlingen dat ze haar lesstof saai vonden en dat ze niet streng genoeg was. Vervolgens had ze afspraken met hen gemaakt en dit vonden ze uiteindelijk juist te kinderachtig. Deze situatie heb ik dus soortgelijk meegemaakt en door haar inbreng ging ik ook aan het denken over mijn eigen lastige klas. Hoe kon ik hun nou wel bereiken? Marije en de rest van mijn intervisie groep beaamden dat dit soms heel lastig is. Ik heb Marije toen ook geadviseerd om hetzelfde te proberen als ik. Kijken of dat werkt. Zo hebben we door elkaar verandering teweeg gebracht en een hele andere kijk op het lesgeven gekregen.

Wat kan volgende keer anders?Volgende keer zou ik het niet aan het einde van de middag willen. Na PPO is eigenlijk iedereen uitgeput omdat dit altijd een herinnering is aan het vele werk wat we nog moeten doen voor deze studie. Ik ben begin van de middag of ochtend veel helderder. Ik zou het daarheen verplaatsen. Daarnaast zou ik graag intervisie houden met een bevoegde docent (eentje van bijvoorbeeld een andere lerarenopleiding) erbij. Het is wel fijn dat er een expert aanwezig is, dan kan je bijvoorbeeld allemaal een inbreng verslag maken en vervolgens een reflectie schrijven na iedere bijeenkomst. Zo denk je veel gerichter over je leerproces na. Dit heb ik ook als zeer positief ervaren in mijn opleiding tot maatschappelijk werker. Ik zou dit dan eens per drie weken doen.

Verslaglegging van de interviews

Reflectieverslag Interview 1 Tijdens het interview is voornamelijk mijn beschrijving van mijzelf besproken. Dit omdat Angela graag een volledig beeld van haar studenten wil hebben. Het verleden kan namelijk een rol spelen in hoe ik mij presenteer als docent. Tijdens het bespreken kwam naar voren dat ik mij veel in mijn jeugd heb aangepast; door de scheiding van mijn ouders en daardoor in twee gezinnen moest opgroeien terwijl ik het daar niet mee eens was. Maar mijn mening werd daarin door mijn vader niet gehoord. Ik kreeg dus ook het idee dat ik er niets tegenin had te brengen en ‘’liet het allemaal maar gebeuren’’. Tot op de dag van vandaag is daar nog steeds onduidelijkheid over, ik heb vorige jaar wel eens geprobeerd om te vertellen hoe ik met destijds voelde aan hem. Het is me min of meer gelukt om aan te geven dat ik het niet oké vond hoe hij dit heeft aangepakt. Mijn vader bood daar ook zijn excuses voor aan. Met mijn moeder kon ik altijd goed praten, dit was voor mij een uitlaatklep.

Ik merk dat ik het op stage lastig vind om mijn eigen visie uit te dragen en ik kan me heel snel aanpassen aan wat andere van mij willen zien. Dit komt ook omdat ik als een sterke persoonlijkheid overkom. Dit is soms in discrepantie met hoe ik me voel. Ik krijg natuurlijk veel taken waar ik blij mee ben maar ik weet van mezelf dat ik alles gestructureerd aan moet pakken anders raak ik de draad kwijt. Ik kan me soms ook onzeker voelen op stage, vooral als ik kijk naar leraren die heel natuurlijk met een klas omgaan of ik me indenk dat mijn les niet lekker loopt.

Tijdens het interview kwam naar voren dat dit in ieder vlak van mijn leven speelt. Ik ben iemand die zich snel aanpast en doet wat anderen verwachten (pleasen). Ik zal er niet snel tegenin durven gaan of mijn grenzen aangeven.

Duidelijk leerdoelen voor mij zijn;

- Ik durf mijzelf te laten zien, mijn visie uit te dragen


- Ik kan mijn grenzen aangeven en bewaak mijn eigen leerproces

Ik ben hier op stage ook al mee gestart. Ik merk dat ik het stigma wat op niveau 2 rust (ze willen niks, zijn ongemotiveerd, samenwerken kunnen ze niet goed) al min of meer heb doorbroken. Ik ben er namelijk van overtuigd dat als je ze passende werkvormen en stof aanbied dat zij net zo hard en gemotiveerd aan de slag kunnen gaan als niveau 4. Dit heb ik in mijn eigen lessen ook ervaren.

Ik snap natuurlijk wel dat zij een kortere spanningsboog hebben en dat je het leerproces meer moet bewaken dan bij andere niveaus. Maar ik probeer op een manier les te geven dat ze van elkaar leren doormiddel van interactieve werkvormen. Dit heb ik in andere lessen die mijn niveau 2 groep krijgt nog niet gezien.

Daarnaast wil ik in mijn coaching aandacht besteden aan waar hun kwaliteiten liggen, waardoor hun motivatie wordt opgewekt en wat hun hobby’s zijn (waar je ook al veel kwaliteiten in opdoet zonder dat leerlingen dit beseffen). Op die manier probeer ik via de positieve kant hun schoolwerk vooruit te laten gaan. Daarbij wil ik duidelijke afspraken met hun maken zodat ze precies weten waar ze aan toe zijn en waar de consequenties liggen.

Ik wil als docent uitdragen dat leerlingen hun hart moeten volgen en moeten doen waar zij gelukkig van worden. Leef naar je eigen behoeftes. Daarbij moet ik een kanttekening plaatsen want het is in bepaalde situaties ook van belang dat je je kan aanpassen. Een mooie balans hier in creëren is voor mijzelf een opdracht maar ook voor mijn leerlingen.

In mijn stageplan zal ik nieuwe leerdoelen voor periode twee opstellen en leerdoelen van periode 1 meenemen waar ik nog aan wil blijven werken.

Reflectieverslag interview 2In dit gesprek konden we iets dieper op mijn leerproces ingaan omdat ik nu al een half jaar bezig ben met de studie.

De eerste twee periodes zijn omtrent de toetsen en de P-taken die ik heb ingeleverd goed verlopen.

Wel ben ik een aantal keer niet op school geweest. Dit moet de komende twee periodes veranderen. We hebben het gehad over wat voor docent ik wilde zijn (visievorming). Ik heb op stage meer verantwoordelijkheid gekregen en dit werpt zijn vruchten af. Ik moet hierdoor veel meer nadenken over de stappen die ik zet en de keuzes die ik maak. Ik heb twee coachgroepen gekregen. Samen in overleg met mijn stagebegeleider heb ik ervoor gekozen dat ik het belangrijk vind om de coachlessen en de LB lessen (burgerschap) apart te geven aan mijn klassen. Binnen dit vak ben ik begonnen met de politieke vorming en doe ik mee aan de wedstrijd van de gemeente Leeuwarden (Politx). Dit omdat ik vind dat LB (loopbaan en burgerschap) een apart vak is. Dit is zo in het rooster ingepland.

Tijdens mijn coachlessen hou ik een curriculum aan die Marije Haagsma heeft ontwikkeld voor onze afdeling media, games en IT. Natuurlijk vul ik deze lessen naar eigen hand in.

Daarnaast heb ik nagedacht over hoe ik de studenten wil verwelkomen, bijstaan als ze hulp nodig hebben, contacten met externe partijen en hoe ik orde kan houden binnen de klas.

Dit zijn allemaal dingen die bij een docent horen. Ik vind het nog lastig om die onder woorden te brengen en ben door dit gesprek met Angela erachter gekomen dat ik heel veel al doe maar nog niet van alles bewust ben. Ik ben ermee bezig om binnen mijn portfolio (digitaal) per competentie dit onder


woorden te brengen. Dit doe ik stapje voor stapje en ik wil in iedere competentie kunnen aantonen hoe ik deze gebruik binnen mijn vak als docent.

Ook zorgt de verantwoordelijkheid ervoor dat ik meer gemotiveerd raak voor mijn vak als docent.

Wat ook naar voren kwam is de grote aanwezigheid van deskundigen op zorggebied binnen mijn team (Fred en Marije). De vraag die bij mij opkwam door dit gesprek is: hoe laat ik nu mijzelf zien? en doe ik dit wel voldoende?

Het kunnen omschrijven wat voor docent ik ben en waar ik voor sta + het voldoende mijzelf laten zien op stage( ook al is dit soms moeilijk door de grote deskundigheid van anderen) zijn twee doelen waar ik de laatste twee periodes (mijn verdiepingsfase) mee bezig zal gaan.

Reflectieverslag interview 3 Tijdens dit interview is voornamelijk mijn voortgang naar voren gekomen. Dit omdat het afstuderen en het einde in zicht is van de studie. Ik heb mijn onderzoek gehaald. Hier ben ik erg blij mee en dit betekend ook een last minder. Verder moet ik nog twee P-taken en uiteindelijk het beroepsproduct inleveren. Ik ga hier komende weken mee bezig en probeer alles 11 mei af te hebben.

Angela en ik hebben ook gesproken over het leerproces op stage. Ik heb een lastige klas waar ik veel van geleerd heb. Voornamelijk het los kunnen laten van ongemotiveerde leerlingen. Ik maakte me hier in het begin erg druk om en had zelfs het idee dat het aan mij lag. Daarnaast ben ik met hen begonnen op een ‘’strenge’’ manier waarbij regels centraal stonden, dit omdat ik dacht dat een duidelijke structuur van belang was bij een nieuwe groep. Ik ben erachter gekomen dat je dit het beste met de groep kan doen en ook naar de groep moet luisteren als het gaat om coaching. Kijken naar waar hun behoeftes liggen en wat zij willen leren. Eigen verantwoordelijkheid meer centraal stellen.

De leerpunten waar ik graag de komende periode nog mee bezig wil had ik opgenomen in mijn stageverslag. Dit is voornamelijk oefenen met corrigeren. Angela gaf als voorbeeld dat je altijd de reden van het corrigeren in het achterhoofd moet houden. Je wil uiteindelijk dat het beroeps professionals worden met een goede houding. Als je vanuit deze opvatting redeneert is het ook makkelijker om bepaalde gedragingen te corrigeren of om een excuus te vragen. Doe je dit als docent niet dan blijft de jongere met zijn gedrag doorgaan en zal dit zijn beroepshouding niet ten positieve beïnvloeden. Corrigeren is leren! Ik heb hier voor mezelf veel aan gehad en ik durf nu ook makkelijker te corrigeren. Ik heb er deze week mee geoefend en ik haal tijdens mijn correctie ook vaak de beroepshouding aan. Zoiets als: wanneer je straks als ICT’er werkt kan je ook niet te laat komen. Dit werkt voor mij heel goed.

Vervolgens hebben we het nog kort over het onderwerp profileren gehad. Het is noodzakelijk dat ik mij profileer op mijn stage. Ik wil graag dat ik in beeld ben bij de opleidingsmanager voor een eventuele baan. Mijn collega’s weten wat ik doe en ik krijg ook positieve reacties terug. Om de opleidingsmanager ook op de hoogte te stellen van de leerervaringen en de dingen waar ik mee bezig ben geweest dit jaar heb ik een gesprek met hem aangevraagd. Deze vind volgende week plaats en ik zal dan ook een aantal lessen, onderzoek, Politx en mijn leerervaringen meenemen op papier. Zodat ik concreet kan laten zien wat ik kan en in huis heb. Ik wil ten kennen geven dat ik niveau 2 erg leuk vind en daar uiteindelijk ook werk in zoek.


Eindbeoordeling werkplekbegeleider/coach Bijlage 10 WPL-verdieping / competentieformulier

BEOORDELING WERKPLEKLEREN VERDIEPING KOPOPLEIDINGEN (versie september 2014)

Naam student: Jeske Koopmans WPL-school: ROC Friesland College

Afdeling: Media, Games & IT

Naam coach: F. Schnuck

Handtekening coach: Datum:24 mei 2015

BEOORDELING TOTAAL: onvoldoende voldoende goed X uitstekend

Onvoldoende bij 1 of meer onvold. Voldoende bij 4 of meer vold. Goed bij 4 of 5 goed Uitstekend bij 6 of 7 goed

Interpersoonlijk competent onvoldoende voldoende X goed

De student…

(zie in de toelichting waarom het onvoldoende is)

zorgt voor een ordelijk en veilig werken leefklimaat voor leerlingen / cursisten en maakt de leerlingen daar medeverantwoordelijk voor.

zorgt voor een ordelijk, veilig en voor leerlingen / cursisten plezierig werken leefklimaat en maakt de leerlingen daar medeverantwoordelijk voor, ook in de handhaving ervan.

Toelichting: Heel goed, Jeske wil met name een veilige omgeving creëren voor groepen waarvan een deel bestaat uit min of meer kwetsbare jongeren.

Pedagogisch competent onvoldoende voldoende X goed

De student…


houdt in ontwerp en uitvoering van zijn onderwijs rekening met verschillen tussen leerlingen / cursisten in ontwikkeling en gedrag.

houdt in ontwerp en uitvoering van zijn onderwijs rekening met verschillen tussen leerlingen / cursisten in ontwikkeling en gedrag en kan onverwachte situaties en conflicten hanteren.

Toelichting: Jeske heeft inzicht in de verschillende achtergronden/mogelijkheden van de studenten en houdt daarmee rekening bij haar lessen. Dit komt tot uiting in welke lagen zij aanbrengt in de differntiatie va haar onderwijs. Daarnaast is Jeske in staat adequaat en flexibel te reageren op onverwachte situaties.

(Vak)didactisch competent onvoldoende voldoende X goed

De student…


ontwerpt en geeft (vak)didactisch verantwoorde en activerende lessen waarin gedifferentieerd wordt tussen leerlingen / cursisten en gebruik wordt gemaakt van relevante en actuele middelen zoals ICT en evalueert het effect van de aanpak.

ontwerpt en geeft (vak)didactisch verantwoorde en activerende lessen waarin -op grond van expliciete verwijzing naar theorie en praktijkonderzoek- gedifferentieerd wordt tussen leerlingen / cursisten en gebruik wordt gemaakt van relevante en actuele middelen zoals ICT en evalueert het effect van die aanpak.


Toelichting: Jeske ontwerpt en verzorgt op professionele wijze haar lessen en maakt bij de uitvoering daarvan gebruik van diverse werkvormen, zoals groepswerk, gebruik van audiovisuele middelen. Daarnaast heeft ze in haar praktijkondrzoek een aanl zaken rond dyslexie duidelijk op een rijtje gezet en heeft de school voorzien van een aantal aanbevelingen.


Organisatorisch competent onvoldoende voldoende X goed

De student…


organiseert de praktische kant van zijn onderwijs effectief en efficiënt en richt zijn onderwijs in volgens een lange termijn-planning die herkenbaar is voor leerlingen/ cursisten.

organiseert de praktische kant van zijn onderwijs effectief en efficiënt en richt zijn onderwijs in volgens een lange termijn-planning die op leerlingen/ cursisten aangepast of door hen zelf gemaakt is.

Toelichting: Prima. Jeske heeft op goede manier haar lessen georganiseerd en verzorgd. Binnen haar coaching heeft zij ook zaken goed afgestemd met b.v. ons project “School als Werkplaats”. Ook was ze betrokken bij b.v. nieuwe onderwijsanpakken, zoals X- treme learning, waari zij ook lessen heeft verzorgd.

Competent in samenwerken met collega’s onvoldoende voldoende X goed

De student…


werkt actief met collega’s samen in de dagelijkse gang van zaken en de ontwikkeling van de school.

werkt actief met collega’s samen en draagt met speciale activiteiten of gericht onderzoek bij aan de ontwikkeling en verbetering van de school.

Toelichting: Prima, Jeske wordt door het team gewaardeerd als een goede en enthousiaste en behulpzame collega. Daarnaast is zij plezierig in haar manier van communiceren.

Competent in samenwerken met de omgeving onvoldoende voldoende X goed

De student…


geeft maatschappelijke ontwikkelingen een plaats binnen zijn onderwijs en neemt constructief deel aan overleg met mensen en instellingen in en/of buiten de school.

geeft maatschappelijke ontwikkelingen een plaats binnen zijn onderwijs, overlegt constructief met mensen en instellingen in en/of buiten de school en draagt binnen regionale of landelijke verbanden bij aan de ontwikkeling van het vak en/of de beroepsgroep.

Toelichting: Jeske heeft goed samengewerkt en/of contatcten onderhouden met diverse geledingen, zoals SAW, ouders, stage-adressen, ontwikkelgroepen m.b.t. onderwijs.

Competent in reflectie en ontwikkeling onvoldoende X voldoende X goed

De student…


baseert zijn handelen als docent op een onderwijs- en vakvisie en stemt het af op de school.

baseert zijn handelen als docent op een vanuit theorie en praktijk onderbouwde onderwijs- en vakvisie en draagt bij aan de ontwikkelingen in de school.

Toelichting: Jeske heeft zich snel ontwikkeld tot een goede en enthousiaste beginnende docente.

Algemene opmerkingen: Jeske heeft aangegeven (ook) graag met niveau 2 studenten te willen werken binnen het MBO. Met name het feit dat de leraar “het verschil” maakt was voor haar een drijfveer om zich met meer dan gemiddelde enthousiasme in te zetten voor dze doelgroep. Het contact met de studenten wist ze snel op professionele wijze op te bouwen ondanks haar relatief jonge leeftijd en Jeske gaf er blijk van vaak vanuit de belevingswereld van de doelgroep te werken. Daarnaast heeft ze veel verschillende werkzaamheden uitgevoerd: coach van een niveau 2 groep, coach van een niveau 4 groep, het verzorgen van de LB lessen in zowel niveau 2 als in niveau 4 groepen, het verzorgen van de (individuele) coaching en oraniseren en uitvoeren van het gemeentelijk LB project “Politix” waarmee ze met haar groep de 1e prijs behaalde in een debatwedstrijd, het participeren in nieuwe werkvromen binnen het Friesland College, zoals “X-treme learning”, het onderhouden van diverse contacten ten behoeve van de begeleiding van onze studenten, zoals met ons ondersteuningsproject “School als Werkplaats” en contact met ouders.

Jeske heeft een stevige, positieve indruk achtergelaten en wij wensen haar veel succes toe in haar verdere carriere. Een aanwinst voor het onderwijs, lijkt mij.Fred Schnuck.


Paraaf coach:


Feedback van de schoolopleider of instituutsopleider (Eventueel)


Toelichting Feedback Jan Beukelaar (instituut opleider)

WelkomKwart over beginnen, twee minuten wachtenDuidelijke uitleg Eduarte.Lachen, goeie vraag.Toch les 1? Ken je ze wel of niet?Namen opschrijven en daarna les. Duidelijk.Hoe wil je dat mensen zitten? Met setting kun je heel veel doen.Duidelijke gedragsregels, op het strenge af, maar wel duidelijk, gedurfd.Ben ik iets vergeten? Ben je vergeten. :)Later nog samen regels afspreken. In groepjes.Er komt weinig uit de groep. Meer laten presenteren voor de groep?A en C gedrag, wat kom je halen, wat brengen? Inbreng bijvoorbeeld.Meelachen met de grappen, heel goed. Zijn er grenzen? Je geeft het wel aan.Heel redelijk over vaker te laat komen.Mooi dat een regel bij jou bij andere docent anders kan zijn.Uitleg over rest programma.Goed dat je op een zucht reageert.Je richt je door setting op de voorste groep. Of door de type student?Aan het eind van de studie FC Competenties? Of al eerder?Ik had het trio uitelkaar gehaald. Waarom moet het zo moeilijk, je reageert er goed neutraal op.Zelf administratie doen, daardoor groep even negeren, is goed!Mooi moederlijk advies aan Jappie, je kunt altijd bij mij terecht.Jappie irritant?

Feedback van een medestudent/collegaSamenwerking Jeske Koopmans

Sinds januari dit jaar ben ik als SAW-er (School Als Werkplaats) aan het werk op het Friesland college.

Als SAW-er werk ik nauw samen met docenten / coaches. Zij kunnen mij inschakelen als een student zijn leertraject dusdanig in de problemen komt doordat een student extra specifieke hulp nodig heeft bij een probleem. Maar kan ik ook de docent / coach inschakelen wanneer ik iets signaleer.

Ik heb regelmatig met Jeske mogen samenwerken. Jeske heeft een open, betrokken houding waardoor het heel gemakkelijk en fijn is om met elkaar in gesprek te gaan. Jeske had zelf veel ideeën hoe we een student het beste konden ondersteunen / begeleiden maar stond ook open voor mijn ideeën. Samen kwamen we dan tot een plan.

In de gesprekken welke wij samen met studenten gevoerd hebben, sloten we goed op elkaar aan en zaten we op een lijn waardoor de gesprekken met de studenten goed verliepen. Na die tijd evalueerden we hoe het ging wat ervoor zorgde dat we goed bij de student bleven aansluiten.

Jeske wilde het beste voor een student. Ik kreeg regelmatig van studenten te horen dat de drempel om naar Jeske toe te stappen laag was omdat ze goed met haar konden praten en zich begrepen voelden.

Jeske reageerde snel op mails / telefoontjes en ik kon erop vertrouwen dat afspraken werden nagekomen als we deze gemaakt hadden.

Ik vond de samenwerking met Jeske altijd erg prettig verlopen. Marijke Limburg57


360 graden feedback team collega’s

Datum: 03/06/2015Aantal geënquêteerden: 5/12

Studenten: 0Docenten: 5Overigen: 0

*Deze docent kan samenwerken in een team.

minder dan mag worden

verwachts:0% d:0% o:0% zoals mag

worden verwachts:0% d:20% o:0%

meer dan mag worden

verwachts:0% d:80% o:0%

*Deze docent houdt zich aan de schoolregels.




meer dan mag worden


*Deze docent houdt zich aan afspraken die binnen een team of sectie gemaakt zijn




meer dan mag worden


*Deze docent is actief betrokken bij de (team)vergaderingen.


20% z

80%

80% z

20%

80% z

20%



worden verwachts:0% d:40% o:0% meer

dan mag worden verwachts:0% d:40%

o:0%

*Deze docent kan actief luisteren.





o:0%

*Deze docent kan goed omgaan met de feedback die hij van collega`s krijgt.




meer dan mag worden

verwachts:0% d:80% o:0% *Deze docent ontwikkelt samen met collega`s (al dan niet vakoverstijgend)

onderwijsmateriaal en is betrokken bij het gebruik daarv





o:0%

*Deze docent werkt met collega`s samen aan de ontwikkeling en verbetering van de school.


20%

40% z

40%

40% z

60%

20% z

80%

60% z

40%





o:0%

Open Vragen

Wil je nog iets toevoegen?

Antwoorden van docenten:

Nu al een betrokken docent, met een goede radar voor de student en een prettige collega in het team.

Top docent! Deze docente laat duidelijk zien dat ze hart voor het onderwijs en de cursisten/studenten heeft. Een heel belangrijke eigenschap van een docente. Eigenlijk essientieel. Hierin onderscheid de echte onderwijzer zich van de rest.

Naam: Datum: 20/05/2015

Aantal geënquêteerden: 4/14Studenten: 0Docenten: 4Overigen: 0

*Deze docent kan samenwerken in een team.





o:0%

*Deze docent houdt zich aan de schoolregels.


40% z

60%

67% z

33%




meer dan mag worden


*Deze docent houdt zich aan afspraken die binnen een team of sectie gemaakt zijn





o:0%

*Deze docent is actief betrokken bij de (team)vergaderingen.





o:0%

*Deze docent kan actief luisteren.





o:0%

*Deze docent kan goed omgaan met de feedback die hij van collega`s krijgt.


100% z

33% z

67%

67% z

33%

67% z

33%





o:0% *Deze docent ontwikkelt samen met collega`s (al dan niet vakoverstijgend) onderwijsmateriaal

en is betrokken bij het gebruik daarv





o:0%

*Deze docent werkt met collega`s samen aan de ontwikkeling en verbetering van de school.





o:0%

Open Vragen

Wil je nog iets toevoegen?

Antwoorden van docenten:

Ik vind dat je een erg goede docent en teamplayer bent. Een fijne aanvulling op ons team.


67% z

33%

z

100%

33% z

67%

Feedback medestudenten


Feedback van de leerlingen/cursisten Zie ook filmpje


Feedback leerlingen over de streep les 17-12-20141. Wat vond je ervan en waarom?

Interessant, je komt dingen te weten wat je anders niet had gedacht/gewetenoInteressantoHet heeft ervoor gezorgd dat we een hechtere groep hebbenoInteressant om te zien hoe anderen zich voelenoBlij dat ik mijn verhaal kwijt kanoFijn dat anderen het begrijpenoHet vind het persoonlijk niks, omdat ik gesloten ben maar ik vind het wel goed dat we het doenoInteressant omdat je van veel klasgenoten hun verhaal niet kentoBand met de klas is sterker geworden! Ik vind het fijn om het verhaal achter mijn klasgenoten te wetenoMeer respect naar elkaar toe, band is sterker gewordenoIk ben anders gaan kijken naar mijn klasgenoten, waarom ze doen wat ze doen en op een positieve manier maar hun gaan kijkenoMeer vertrouwen in de klas, heel leukoInteressant, knap dat iedereen zijn verhaal verteld oSpeciaal, ik heb dit nog nooit gedaan en heb het gevoel dat de band tussen onze klas sterker is gewordenoSpannend, ik moest wel even een drempel over, overwinning voor mezelfoMooi om mijn hart te kunnen luchtenoFijne ervaring

2. Wat heeft dit voor jou betekent? oIk zie nu andere kanten van mensenoBevrijding, ik was altijd gesloten en nu moest ik over een drempel heenoIk snap beter hoe en waarom mensen reagerenoMeer de achtergrond van mensen in de klas kunnen zienoIk kan nu mijn verhaal kwijtoIk keek er tegenop maar heb toch mijn verhaal gedaan, vind ik goed van mezelfoIk weet nu in welke situaties klasgenoten zitten en hoe ik met deze dingen om kan gaanoGoed om mijn eigen dingen te delen, is het er maar uit


oBeter beeld gekregen van mensen om mij heen, eigen problemen kwijt gekundoIk begrijp waarom mensen doen wat ze doenoLeerzaam voor mezelfoDe klas is sterker geworden, ik kan nu meer rekening houden met anderenoIk kijk nu anders naar mensen, hoe en waarom ze reageren zoals ze doen oOverwinning voor mezelf, blij dat ik het heb verteldoIk weet nu dat ik niet de enige benoWeet ik niet zo goed


Feedback van de SLB-er n.a.v. het lesbezoek op de leerwerkplek


Didactisch materiaal


Lesplanformulier

naam student : Jeske Koopmans

opleiding : Kopopleiding omgangskunde

jaar :2014

naam school : Friesland College, games en IT

niveau 2

coach :

klas: 1B :

datum van de les: 25-09-2014

LesonderwerpNormen en waarden (onderdeel van het vak Burgerschap)

Beginsituatie (Leerlingen, jijzelf, omgeving):

Leerlingen:Het is de derde les Burgerschap. De leerlingen weten wat het vak inhoudt (hebben al meerdere lessen gevolgd) De leerlingen studeren aan de opleiding games en IT van het Friesland college in Leeuwarden. Het gaat om niveau 2. De leerlingen zijn rond de 16 – 22 jaar oud. De leerlingen hebben weinig kennis van normen en waarden. De enige voorkennis is wat zij op de middelbare school hier over hebben geleerd bijvoorbeeld bij het vak maatschappijleer. De leerlingen zijn vaardig met hun computer.Dit als voorbereiding op het werken in een bedrijf samen met mensen. Gezien de onervarenheid van de leerlingen met dit onderwerp heb ik mijn les hierop aangepast. Ik heb ervoor gezorgd dat ik aansluit bij de doelgroep, ze eerst enthousiast maak voor het onderwerp en daarna na een korte uitleg actief aan het werk zet. De groep kent elkaar nu ongeveer een maand. De groep wordt gezien als een rustige klas, er zitten alleen maar jongens in de klas.De werkvorm die ik ga gebruiken is naar mijn idee nog niet bekend bij de leerlingen om deze reden heb ik een duidelijke uitleg geformuleerd in mijn les opzet.

Mijzelf:Ik ben docent in opleiding. Ik heb alleen ervaring met kleine groepjes leerlingen en nog nooit voor een complete klas gestaan.Daardoor ben ik van te voren gespannen. Maar ik heb ervoor gezorgd dat ik uitgerust voor de klas sta en mijn les goed voorbereidt heb. Natuurlijk kunnen er onverwachte situaties ontstaan. Hier zal ik met mijn voorkennis van mijn opleidingen op in moeten kunnen spelen.

Omgeving: Ik geef les in een middelgroot lokaal waar plek is voor iedere leerling, tafels en stoelen. In het lokaal zal ik gebruik maken van de beamer en het whiteboard. Daarnaast heb ik een presentatie voorbereidt via het internet programma Prezi die ik laat zien op de beamer. In mijn presentatie komt mijn les opzet naar voren.De leerlingen hebben pen en papier nodig.


algemene doelstellingen van deze lesbegrippen: vaardigheden:

Concrete lesdoelen (OBIT)

doel 1: De leerling weet wat de begrippen normen en waarden betekenen (onthouden)

doel 2: De leerling weet het verschil tussen normen en waarden te benoemen (begrijpen)

doel 3: De leerling benoemt minimaal 3 belangrijke waarden voor zichzelf (integreren)

doel 4: De leerling kan zijn belangrijkste drie waarden uitleggen aan een mede leerling tijdens een samenwerkingsopdracht (toepassen)

eigen leerdoelen van de student:

doel 1: De student kan de leiding nemen binnen de les

doel 2: De student creëert een veilige leeromgeving voor de leerlingen


geplandetijd

lesdoel nr. lesinhoud (lesstof) didactische werkvormen

leeractiviteit:wat doet de leerling?

onderwijsactiviteit:wat doe ik?

Over de gehele les de afwisseling tussen de vijf rollen(gastheer, de presentator, de didacticus, de pedagoog en de afsluitern)

2 min Introductie -Welkom heten en verzoek ze te gaan zitten. -Ik vraag de leerlingen alles van tafel af te halen, behalve pen en papier. - stilte vragen. - ik verwijs naar de vorige lessen; geef aan dat we het de vorige keer over onze kwaliteiten hebben gehad en nu bezig gaan met normen en waarden.- introductie van de les; ik begin met het benoemen aan de hand van een presentatie gemaakt in Prezi wat we deze les gaan doen, welke lesdoelen we hebben en ik laat een introductie filmpje zien over normen en waarden (drie sheets). Wat gaan we deze les doen?-Doelen van de les-Bekijken van een filmpje-Korte uitleg over normen en waarden -Samenwerken in kleine groepjes-Uitkomst bespreken opdracht-Afsluiting, jullie mening over deze les -Huiswerk opdracht

Welke lesdoelen hebben we?

Doel 1: De leerling weet wat de begrippen normen en waarden betekenen (onthouden)Doel 2: De leerling weet het verschil tussen normen en waarden te benoemen

Luisteren, vragen beantwoorden

Spreken, vragen stellen, presentatie bedienen. Naam op het bord schrijven


3 min

1 min

3 min

1 min

3 min

Introductiefase

Controlefase

Introductiefase

Controlefase

Oefenfase (werkvorm waarden hiërarchie)

(begrijpen)Doel 3: De leerling benoemt minimaal 1 belangrijke waarden voor zichzelf (integreren)Doel 4: De leerling kan zijn belangrijkste waarden en norm uitleggen aan een mede leerling tijdens een samenwerkingsopdracht (toepassen)

Zo weten de leerlingen precies wat er van hun verwacht wordt.

Introductiefilmpje:Dit gaat over een verslaggever die de straat op gaat met een aantal vragen rondom normen en waarden. Is gemaakt voor ATV5. De verslaggever spreekt zowel jongeren als ouderen aan met bepaalde vraagstukken. Door dit filmpje krijgen de leerlingen een idee waar we het deze les over gaan hebben en waar ik naar toe wil als docent.

-Ik vraag klassikaal iedere leerling of zij voor zichzelf willen bedenken welke normen en waarden zij herkenden.- Ik kies 1 iemand uit die zijn bevindingen mag delen met de klas.

-Ik ga verder met mijn sheets. - Ik geef een hele korte en beknopte uitleg over wat normen en waarden zijn. - ik check bij de leerlingen of zij het begrijpen door de vraag te stellen of iedereen het snapt. - ik geef 1 leerling de beurt om kort het verschil te benoemen tussen normen en waarden.

-Ik geef aan dat we een opdracht gaan doen om te oefenen met het herkennen van normen en waarden, de opdracht heet; normen en waardenspel. Ik pak mijn sheet er bij waar duidelijk op beschreven staat wat ze moeten doen en hoeveel minuten ze hier voor hebben. - Ik herhaal kort wat de opdracht inhoud;Maak een groepje van 3/4Kom per groepje naar voren en kies voor jezelf een waarde en norm vind die jij belangrijk vind (of bijvoorbeeld van huis uit hebt meegekregen) Bespreek dit in het groepje met elkaar. Leg

Luisteren

Luisteren, vragen beantwoorden, vragen stellen

Schrijven

Luisteren, vragen stellen

Vragen beantwoorden

Luisteren, vragen stellen

Luisteren

Spreken, vragen stellen, presentatie bedienen, leerling uitkiezen

Luisteren, observeren en sturen van de klas

Spreken, vragen stellen, presentatie bedienen

Spreken, uitleg geven, vragen beantwoorden, presentatie bedienen


1 min

15 min

2 min

1 min

Controle fase

Oefenfase

Controle fase

Afsluiting(de afsluiter)

uit; waarom je deze waarde en norm belangrijk vind en waar dit vandaan komt?Als iedereen van het groepje geweest is wacht je rustig tot de rest van de klas klaar is- Ik check bij de leerlingen of iedereen het begrijpt. - Ik vraag een leerling of hij/zij even kort kan herhalen wat we moeten doen

-Leerlingen gaan aan de slag-Ik geef een minuut van te voren aan wanneer het tijd is om af te ronden-Stilte vragen

-ik vraag of twee groepjes hun bevindingen willen delen met de klas. - ik vraag hoe zij het samenwerken vonden gaan

-ik vraag wat de leerlingen vonden van deze werkvorm/opdracht-ik vraag of zij de lesdoelen hebben bereikt- ik geef 1 leerling het woord om hier antwoord op te geven

-ik geef de leerlingen en compliment voor het goede samenwerken. - ik geef een korte huiswerk opdracht mee voor de volgende les; werk je nummer 1 waarde uit met een voorbeeld. - ik bedank de leerlingen voor hun aandacht en geef aan dat ze mogen opruimen en het lokaal mogen verlaten.

Vragen beantwoorden, herhalen

Schrijven, individueel werken

Samenwerken in tweetallen, schrijven

Bevindingen delen met de klas, luisteren, vragen stellen, vragen beantwoorden

Vragen beantwoorden, luisteren

Vragen beantwoorden, spreken, vragen stellen

Rondlopen, vragen beantwoorden, observeren hoe er wordt samengewerkt, tijd bewakenRondlopen, vragen beantwoorden, observeren hoe er wordt samengewerkt, tijd bewaken

Vragen stellen, evalueren

Vragen stellen, spreken, complimenteren en afsluiten


Evaluatiemiddel

U kunt een evaluatiemiddel zien op het filmpje (einde). Daar leg ik kaarten op tafel (kwaliteiten en verberepunten) en vraag ik mij studenten of ze de kaartjes willen pakken die zij bij mij vinden passen als docent. Ik gebruik dit evaluatie middel omdat de leerlingen zo voorbeelden hebben van kwaliteiten en verbeterpunten en het voor hun beelden wordt. Op die manier kunnen ze makkelijker feedback geven dan dat ze dit uit hunzelf moeten opschrijven. Ik heb ook het evaluatie formulier van de docent in laten vullen (blackboard). Dit kunt u op deze foto zien:

Hier staan vragen op over mij als docent en wat ik kan verbeteren. Dit heb ik mijn coach leerlingen in laten vullen omdat ik het belangrijk vind om een beeld te krijgen over mijn lessen en hoe ze tegenover mij staan. Ik kan leren van de feedback punten die ze mij geven. Bijna alle lijsten zijn positief ingevuld, een feedback punt die een leerling formuleerde is dat ik de orde in de niveau vier klas beter mag bewaken. Ik merk dat ik dit op sommige momenten zelf nog lastig vind, de klas is van zichzelf al erg druk en het kan zijn dat als ik ze aan het einde van de dag lesgeef dat ik merk dat ik meer orde moet houden. Ik heb deze feedback meegenomen en let nu duidelijker op de orde. Dit doe ik doormiddel van direct corrigeren als ik wil dat het gedrag niet meer wordt, na drie waarschuwingen stuur ik iemand naar de gang (gebeurt niet vaak) en heb ik na de les nog een gesprek.

Binnen mijn P-taak vakdidactiek heb ik een project in het kader van loopbaan en burgerschap gegeven. Om dit project te evaluaren heb ik een vragenlijst gebruik, dit is dezelfde vragen lijst (feedback op mij als docent) en daaronder heb ik een aantal vragen toegevoegd om te kijken wat de leeropbrengsten waren van de leerlingen. Op de volgende pagina vind u de evaluatielijst van mijn project.


VideomateriaalToegevoegd op USB stick en mail


SWOT-analyse / Kerntyperingen test Tijdens mijn vorige studie heb ik een officiële kerntyperingen test gemaakt. Deze heb ik bijgevoegd en kunt u in verschillende thema’s lezen wat mijn sterke kanten, minder sterke kanten, kansen en bedreigingen zijn.

Thema 'emotioneel onbekommerd'


Thema 'extravertheid'


Thema 'gewetensvolheid'


Thema 'vriendelijkheid en meegaandheid'


Thema 'openheid voor verandering'


P-taak omgaan met verschillen

Omgaan met verschillen

Student: Jeske KoopmansStudentnummer:145130NHL e-mailadres:[email protected] Opleiding(en): OmganskundeTraject: VoltijdCode toetseenheid:? Deelbeoordeling:Begeleider: Fred SchnuckExaminator(en): Angela PostInleverdatum: 17-03-2015

Door het inleveren van dit product verklaar ik dat het product eigen werk is en dat het vrij is van plagia


Inleiding Voor u ligt de professionaliseringstaak omgaan met verschillen van Jeske Koopmans, student Omgangskunde aan de Noordelijke Hoge school te Leeuwarden. In deze P-taak zal ik u laten zien dat ik als docent kan differentieren in het contact met mijn studenten als in mijn lessen.

93

Definitie differentiërenHet doen ontstaan van verschillen tussen delen (scholen, klassen, groepen, leerlingen) van een onderwijssysteem ten aanzien van één of meerdere aspecten (doelstellingen, leertijd, instructie-methoden) (Eduwiki, 2015)

Vormen van differientatie Interne en externe differentiatieInterne differentiatie: differentiatie binnen klassenverbandExterne differentiatie krijgt vorm in de verschillende schooltypen (openbaar, bijzonder of special onderwijs), en de stroming in verschillende niveaus binnen de scholen (van VMBO tot gymnasium)NiveaudifferentiatieDezelfde leerstof op een verschillend niveau (basis- en verdiepingsopdrachtenTempodifferentiatieLeerlingen werken in een verschillend tempo aan dezelfde leerstofLeerstofdifferentiatieDe leerstofinhouden verschillen (basis-verrijkingsstof) Differentiatie naar belangstellingLeerlingen hebben verschillende interesses. Men spreekt van differentiatie naar belangstelling als een docent de lesstof op verschillende manieren aanbiedt of vanuit verschillende kanten belicht, waardoorhet aansluit bij de verschillende interesses van leerlingen. Differentiatie naar belangstelling uit zich vaak in de keuzes die leerlingen krijgen.Differentiatie naar leerstijlDocenten die rekening houden met verschillende leerstijlen bij hun uitleg en de taken die de leerlingen krijgen doen aan differentiatie naar leerstijl. Leerlingen (en docenten!) hebben een eigen voorkeurstijl als het gaat om het leren. Kolb (1984) heeft een theorie ontwikkeld waarin hij twee dimensies in het lerenonderscheidt: abstracte concepten versus concrete ervaring en reflectieve en observatie versus actief experimenteren. Hierdoor ontstaan vier verschillendeleerstijlen.

- dromer (leren door inleving)- doener (leren door doen)- denker (leren door onderzoek)- beslisser (leren door informatie)

Deze voorkeursleerstijl bepaalt waar in het leerproces deze persoon het liefstinstapt (leercirkel Kolb) (Swart, 2015)Differentiatie naar meervoudige intelligentiesMeervoudige Intelligentie / Howard GardnerMeervoudige intelligentie is een theorie van de Amerikaanse psycholoog Gardner,die werd gepubliceerd in 1981. Hij ging in tegen het heersende idee dat de mensmaar één vorm van intelligentie bezit. Volgens Gardner zijn er minstens acht vormenvan intelligentie (Eduwiki, 2015).

94

Vormen van differentiatie binnen het Friesland CollegeBinnen het Friesland college wordt er op verschillende manieren gebruik gemaakt van differentiatie. Dit kan per docent verschillend zijn maar schoolbreed bestaat er een vorm van passend onderwijs wat aangeboden word. Passend onderwijs in het kortPassend onderwijs legt een zorgplicht bij scholen. Dat betekent dat zij er per 1 augustus 2014 voor verantwoordelijk zijn om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Daarvoor werken reguliere en speciale scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden.

School heeft zorgplichtOuders melden hun kind schriftelijk aan bij de school van hun keuze. Verwachten ze dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, dan geven ze dit meteen aan. Ook als ouders hun kind bij meerdere scholen hebben aangemeld, moeten ze dit bij de aanmelding aangeven. In dat geval krijgt de school van eerste voorkeur de zorgplicht. Dat betekent dat die school de taak heeft om het kind een passende onderwijsplek te bieden.

Samenwerkingsverbanden van scholen in de regionOm ervoor te zorgen dat alle kinderen een passende plek krijgen, hebben scholen regionale samenwerkingsverbanden gevormd. In het primair en het voortgezet onderwijs zijn in totaal 152 samenwerkingsverbanden opgericht (77 in het po en 75 in het vo). In deze samenwerkingsverbanden werken het regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) samen. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over onder andere de begeleiding en ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden en over welke leerlingen een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs. Ook maakt het samenwerkingsverband afspraken met de gemeenten in de regio over de inzet en afstemming met (jeugd)zorg.

Financiering extra ondersteuningDe samenwerkingsverbanden ontvangen geld voor extra ondersteuning. Dit wordt verdeeld op basis van de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de scholen. Zo is meer maatwerk mogelijk en het geld zo veel mogelijk worden gebruikt voor ondersteuning op de reguliere school en in de klas. Uit de middelen betaalt het samenwerkingsverband ook het voortgezet speciaal onderwijs ((v)so) voor het aantal leerlingen dat vanuit samenwerkingsverband daar is ingeschrevenOngeldige bron opgegeven..

Doelen passend onderwijsDe doelen van passend onderwijs moeten er samen voor zorgen dat alle kinderen een passende onderwijsplek krijgen.

Duidelijkheid over toewijzing extra ondersteuningSamenwerkingsverbanden leggen in hun ondersteuningsplan vast welke ondersteuning de scholen in het samenwerkingsverband bieden en welke leerlingen in aanmerking komen voor extra ondersteuning in het (voortgezet) speciaal onderwijs. De scholen geven in hun schoolondersteuningsprofiel aan wat zij kunnen doen om leerlingen een passende plek te bieden. Zo is duidelijk wat het ondersteuningsaanbod in de regio is. Ouders melden hun kind aan bij de school van hun voorkeur. Die school heeft vervolgens zorgplicht. Ouders hoeven niet meer zelf langs verschillende scholen om een plek voor hun kind te vinden.

Minder bureaucratiePassend onderwijs leidt tot minder bureaucratie. Dus geen lange indicatieprocedures, wachtlijsten en

95

gescheiden circuits van lichte en zware ondersteuning met aparte indicatietrajecten Het samenwerkingsverband krijgt zowel de middelen voor lichte als voor zware ondersteuning. Die middelen kunnen ze flexibel inzetten. Vanzelfsprekend moet het samenwerkingsverband wel inzicht geven in de wijze waarop het die middelen besteedt.

Goede docenten voor de klasGoed onderwijs en goede extra ondersteuning van een leerling in de klas valt of staat met de leraar. Dat geldt ook voor passend onderwijs. De leraar staat er niet alleen voor: hij werkt samen met het team, de school en het samenwerkingsverband. Met passend onderwijs wordt geïnvesteerd in opbrengstgericht werken voor alle leerlingen én in de verdere ontwikkeling van leraren.

Geen thuiszittersAlle kinderen verdienen een plek in het onderwijs. De afgelopen jaren is gewerkt aan het terugdringen van de thuiszittersproblematiek, maar er zitten nog steeds kinderen onnodig thuis. Daarom is een belangrijk doel van passend onderwijs om het aantal thuiszitters nog verder terug te dringen: een zo passend mogelijk onderwijsprogramma voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in het onderwijs.

Betere afstemming tussen onderwijs en zorgDe afstemming met gemeenten wordt belangrijker. Gemeenten hebben nu al taken die van belang zijn voor het realiseren van passend onderwijs, zoals leerlingenvervoer, onderwijshuisvesting en leerplicht. Vanaf januari 2015 komen daar jeugdhulp, bevordering van participatie en maatschappelijke ondersteuning bij. Door goede afspraken te maken, kan ondersteuning vanuit de gedachte ‘één kind, één plan’ worden gerealiseerd en wordt versnippering voorkomen (Friesland, 2014)

Differientatie op micro, meso en macro niveau Differentiatie vind binnen het onderwijs plaats op verschillende niveau’s. Ik zal aan u uitleggen hoe dit op het Friesland College geregeld is.

MicroDe lessen hebben niet een vaste tijd, dit is per opleiding bepaald. Bij mij op de afdeling Media, Games en IT duren de lessen 90 minuten. De studenten zitten in een computerlokaal waarbij ze toegang hebben tot het gebruik van deze computers. De lokalen zijn voorzien van alle ICT gemakken zoals een beamer. De lokalen staan in verschillende opstellingen. Zowel bus, u-vorm en groepjes.

Meso De verschillende locaties zijn onderverdeelt in opleidingen die bij elkaar passen. Zo geef ik les op de Julianalaan de Triangel (dit is het hoofdgebouw). Het onderdeel waar ik lesgeef heet D’drive en daar zijn alle creatieve opleidingen samengebracht. Op iedere locatie staan opleidingen die bij elkaar passen centraal. In de klassen word gewerkt met hetrogene groepen met studenten van verschillende leeftijden. De studenten zijn onderverdeelt in verschillende niveaus van 1 t/m 4.

MacroHet Friesland College is een brede scholengemeenschap. En is gevestigd in de hoofdstad van Friesland, Leeuwarden en een andere grote plaats Heerenveen. Zij hebben vijf verschillende locaties

96

in Leeuwarden en vijf verschillende locaties in Heerenveen.

Differientatie, ik als docent Binnen mijn lessen maak ik gebruik van differentiatie. Dit doe ik omdat ik ervan overtuigd ben dat niet iedereen gelijk is binnen de klas. Het kan namelijk zijn dat iemand minder snel de uitleg begrijpt en net even wat meer dat steuntje in de rug nodig heeft. Daarnaast ben ik coach van twee groepen. Hier maak ik ook veel gebruik van differentiatie. Dit doe ik door mensen individueel te spreken, rekening te houden met gedrag en leerstoornissen en lichamelijke problemen. Daarnaast maak ik regelmatig planningen met leerlingen die het zelfstandig werken lastig vinden. Ik hou dan de vinger aan de pols om ervoor te zorgen dat er voor hun in de opdrachten een duidelijk ritme is. Tevens gebeurd het wel eens dat iemand zich niet op zijn plek voelt binnen de opleiding. Ik ga dan in gesprek met de student en komt er een samenwerking tot stand met de studiekeuze adviseur. Nu ik dit opschrijf besef ik mij dat er ontzettend veel vormen van differentiatie zijn en ik hier eigenlijk dagelijks gebruik van maak.

Voor deze P-taak moeten we drie vormen van differentiatie laten zien. Ik doe dit doormiddel van een les die ik heb voorbereid en gegeven. En daarnaast laat ik zien dat ik samen met een psycholoog een gepast onderwijs rooster kan maken voor een leerling met een gedrag en leerstoornis. Deze student kreeg paniekaanvallen in de klas en durfde niet meer naar school te komen. Hij heeft een vorm van autisme. Ten slotte laat ik u een planning zien die ik iedere week met een student maak zodat de student in stapjes weet wat hij moet doen voor die week (dit in overleg met de ouders van de student en de student zelf).

Differentiatie één In deze les gebruik ik twee vormen van differentiatie. Deze vormen gebruik ik vaak tijdens mijn lessen omdat het nog wel eens voorkomt dat er een groepje studenten is die extra uitleg nodig hebben en een groepje die snel zelfstandig aan de slag kan. In het onderstaande lesplan formulier (lesopzet) kunt u lezen welke vormen ik heb gebruik. Ik kies ervoor om de zelfstandige leerlingen vrijwel direct aan het werk te laten gaan na een korte uitleg. Dit doe ik omdat zij uitgedaagd moeten worden en eigen verantwoordelijkheid zorgt bij hun voor een grotere leermotivatie. De instructieafhankelijke leerlingen (dat is altijd hetzelfde groepje binnen mijn klas) geef ik extra uitleg en ondersteun ik meer omdat zij wat minder snel de korte uitleg van het begin van de les begrijpen. Dit heeft er niet mee te maken dat ze minder intelligent zijn, maar de verwerking is bij hun iets langzamer dan de rest. Ik ondersteun hun dan ook meer in het zelfstandig verwerken van de opdracht. Ik heb deze les voorbereid aan de hand van het bekende differentiatie model. (Swart, 2015)

97

Terugblik, oriëntatie en uitleg (gehele groep)Terugblik

Hoe is de politieke markt verlopen vorige week donderdag?Vragen of 1 student een samenvatting kan geven

Oriëntatie (wat gaan we deze les doen?)Doelen van de les:

1. Voorbereiden op het debat 30 april 2. Samenwerken in Groepjes

3. Erachter komen wat goede voor en tegen argumenten zijn

Uitleg Vandaag gaan we oefenen voor het debat, dat 30 april plaatsvind in Romein tegen de Friese Poort.

We oefenen met de voor en tegen argumenten zodat we voorbereidt zijn op wat ons te wachten staat.

Wat is een argument?

Doelen van deze differientatie Het doel van deze les was voorbereiding op het debat die wij gaan voeren samen met de Friese Poort over twee weken. De studenten krijgen inzicht in wat goede argumenten zijn en hoe we deze kunnen inzetten binnen het debat. Ook is het groepsgevoel een doel opzich.

De differientatie is uitgevoerd omdat de studenten die een langzamere verwerking hebben van de uitleg ook mee kunnen komen met de les. Het is tijdens het debat heel belangrijk om als klas samen te werken en nog belangrijker dat iedereen zich prettig voelt bij het debatteren. Niemand mag achter blijven en voor iedereen is het belangrijk een keer geoefend te hebben. Natuurlijk zijn er altijd studenten die het debatteren lasting vinden maar oefening baart kunst. Ik wil ze handvatten meegeven om dat debat te kunnen winnen. Dit zou voor hun een mooie kroon zijn op al dat oefenen. Het maakt ook dat de studenten voor hun gevoel echt inzet hebben getoond in dit project en de overwinning zal ook vol trots in ontvangst worden genomen.

98

Terugblik, oriëntatie en uitleg (gehele groep)Terugblik

Hoe is de politieke markt verlopen vorige week donderdag?Vragen of 1 student een samenvatting kan geven

Oriëntatie (wat gaan we deze les doen?)Doelen van de les:

1. Voorbereiden op het debat 30 april 2. Samenwerken in Groepjes

3. Erachter komen wat goede voor en tegen argumenten zijn

Uitleg Vandaag gaan we oefenen voor het debat, dat 30 april plaatsvind in Romein tegen de Friese Poort.

We oefenen met de voor en tegen argumenten zodat we voorbereidt zijn op wat ons te wachten staat.

Wat is een argument?

Zelfstandige verwerking instructie onafhankelijke leerlingenDe zelfstandige leerlingen zijn bij elkaar ingedeeld in twee groepjes

________________________________________Feedbackronde Ik ga langs bij de leerlingen om te kijken hoe de opdracht verloopt. Ik vraag aan hun wat ze tot nu toe hebben opgeschreven en of ze nog vragen hebben.

Verlengde instructie voor de instructie afhankelijke leerlingen De instructie afhankelijke leerlingen zijn bij elkaar ingedeeld in twee groepjes. Met deze groepjes zit ik aan de grote tafel (instructietafel) waar ik als docent meer uitleg geef over argumenten en voorbeelden geef.

Er zijn mensen die presenteren voor de klas spannend vinden. Vraag aan de studenten wie het straks durft te presenteren. _______________________________________Zelfstandige verwerking Ze gaan zelfstandig aan de slag en vullen het grote vel papier in met voor en tegen argumenten. Ze kiezen iemand uit hun groepje die presenteert.

De presentaties vinden na een half uur plaats. Vijf minuten per groepje. ___________________________________________________________________________________

Evaluatie terug en vooruitblik De docent neemt de vellen papier in en maakt een rijtje op het bord van de meest voorkomende voor

en tegen argumenten. De docent geeft een compliment voor het zelfstandig werken.

De docent vraag of twee mensen willen aangeven wat ze van deze les hebben geleerd. De docent noemt nogmaals de datum van het debat 30 april en geeft aan dat ze volgende week weer

gaan oefenen.

Differientatie twee In mijn coachgroep zit een jongen met een autistische stoornis. Dit is een gedragsprobleem waar ik als docent rekening mee moet houden omdat dit invloed heeft in de omgang met anderen en het leren van deze student. Tijdens mijn les en ook een keer bij mijn collega kreeg de jongen opeens een paniekaanval. Hij werd bleek, begon snel te ademen, gaf aan dat hij zich misselijk voelde en liep vervolgens de klas uit. Ik zette de rest van de leerlingen aan het werk en ging achter hem aan. Ik merkte direct aan hem dat het mis was en wist van zijn stoornis af. Op dat moment gingen er belletjes bij mij rinkelen. Ik dacht meteen; hier moet ik iets mee doen voordat het verergert. Het was namelijk op zijn vorige opeiding al meerdere malen voorgekomen vertelde hij en daar is hij uiteindelijk uitgeschreven en is er niks met dit probleem gedaan. Ik vroeg aan de student wat er aan de hand was. Hij vertelde direct dat hij in paniek was. Ik heb een glaasje water voor hem gehaald en heb op een stoel neergezet. Hij kwam wat bij. Hij vertelde mij dat hij het idee had dat hij zo door een raam heen kon slaan en hij angst had voor school. Hij stond met veel moeite op en kan de vele zelfstandigheid maar moeilijk aan. Hij is wel erg goed bezig met zijn opdrachten maar dit doet hij voornamelijk thuis. Ik liet hem bijkomen en heb zijn moeder gebeld, die heeft hem opgehaald van school.

Met deze informatie moest ik natuurlijk iets doen. Ik heb de psycholoog Lotte Terwal erbij gehaald en de situatie aan haar voorgelegd. Ondertussen merkte ik dat de student niet meer op school kwam, ik hield contact met zijn moeder en die gaf ook meerdere malen aan dat de angst steeds groter werd en de drempel steeds hoger om naar school te gaan. Ik heb samen met de student, moeder en de psycholoog een gesprek geregeld op school. We hebben met zijn allen gekeken naar wat het beste plan was rondom de student. De student was zelf natuurlijk ook bij dit gesprek aanwezig en ik merkte aan hem dat hij het fijn vond om hulp te krijgen bij zijn probleem. Deze studie wil hij namelijk heel graag afronden want hij vind de opdrachten ontzettend leuk. De psycholoog heeft een behandeling voorgesteld bij KINNIK. Hier is zij werkzaam en zij zal de behandeling zelf op zich nemen omdat de student al bekend bij haar is. Daarnaast heb ik een plan voor school bedacht. Ik heb in samenspraak met de andere docenten een aangepast rooster voor de student gemaakt zodat hij een periode niet hele dagen op school hoeft te zitten (anders komt er te snel paniek) maar iedere ochtend twee uurtjes. Dit om het lijntje te houden met school en het niet nog spannender voor hem te maken om te komen. Het rooster ziet er als volgt uit:

Aangepaste planning periode 2 Maandag 8.30-10.00 Nederlands van Roel van Rosmalen(bij andere groep m121A) TRB20810.00-10.15 Pauze 10.15 – 11.45 Hardware van Jan Hoogesteger TRB203Dinsdag 8.30-10.00 Hardware van Jan Hoogesteger TRB20310.00-10.15 Pauze10.15-11.45 Engels van Raymond Pourier; Peter Baum TRB215Woensdag8.30-10.00 Loopbaan en burgerschap Jeske Koopmans TRB203Donderdag10.15-11.45 Rekenen Fred Schnuck TRB203Vrijdag8.30-10.15 SDO Jan Hoogesteger TRB203

99

Deze planning is bekend bij alle docenten die de student lesgeven en is gemaild naar de psycholoog, de student zelf en moeder. Ik onderhoud contact met de psycholoog en de student. Iedere week bel ik de student om te vragen hoe het gaat en de psycholoog houd mij op de hoogte van de voortgang van de behandeling bij KINNIK. Als de student op school is heeft hij eigenlijk altijd wel even de ruimte om met mij even te zitten en te bespreken hoe het met hem gaat. Daarnaast ben ik voor hem altijd te bereiken op mijn mobiele nummer. In de toekomst hoop ik dat dit hem helpt om over zijn school angst heen te helpen en zijn diploma in ontvangst te mogen nemen.

Doelen van deze differentiatie De doelen van deze differientatie zijn ten eerste ondersteuning bieden in de behandeling bij KINNIK, de student voelt zich gehoord en geholpen, de student houdt het lijntje met school en dit voorkomt gehele uitval, de student volgt de belangrijkste lessen zoals Engels, Nederlands, Rekenen om bij te blijven. De vak inhoudelijke opdrachten maakt de student thuis.

Differientatie drie In mijn coachgroep zit een student met PPD-NOS. Hij is vorige jaar terug gezet naar de instroom groep omdat hij zijn opdrachten niet inleverde. Dit is bij mij al een singaal dat er ergens iets niet goed zit. Ik ben gaan onderzoeken wat dit precies is. Individuele gesprekken met de student gevoerd en hieruit bleek dat hij het lastig vond om zelfstandig te werken, dit moet helaas erg veel gebeuren tijdens deze opleiding dus daar lag het probleem. Ik heb in overleg met de student contact opgenomen met zijn moeder. Zij gaf aan dat de student erg in de puberteit zit en opstandig is. Hij heeft PPD-NOS en zij gaf aan dat hij het erg lastig vind om het overzicht te houden in de opdrachten die hij krijgt (veel zelfstandigheid). Ik heb voorgesteld om een planning met hem te maken, iedere week en uiteindelijk met als doel om hem zelf de planningen te laten schrijven (dit is immers nodig als hij straks een volwaardig ICT’er wil worden). Iedere maandag ben ik met hem gaan zitten en maakten we planningen voor die week. Ondertussen probeerde ik hem te stimuleren om ook eens zelf een planning te maken. Ik heb eens in de zoveel weken contact met moeder via de telefoon. Daarnaast krijgt moeder van mij en de student iedere week de planning op de mail. De student maakt ondertussen zijn eigen planning en ik hoef het alleen nog maar af te tekenen. Een voorbeeld van een planning voor deze student ziet er zo uit: Weekplanning Week 18

Project 1 Afspraken AfrondingWerkeloos draadnet

Maandag: Dinsdag:

X Woensdag:

X

Donderdag: Een verslag maken

De werking van wifi De werking van blue tooth De gebruikte technieken De verschillende soorten apparatuur Beveiligingstechnieken

Draadloos netwerkje bouwen en configureren

Vrijdag 13:00 uur

100

Vrijdag: Verslag maken over het netwerkje

- De ontwerpen van de netwerken (wireless en wired deel)

- De installatiehandleiding van de door jou gebruikte componenten (met de nodige plaatjes)

- De bouw van de netwerken- De configuratie van de netwerken - De beveiliging van de netwerken- De beveiliging van de andere netwerken- Het testen van de netwerken

Week 20

Project 2 netwerken Afspraken AfrondingBehandel je pc met beleid

Maandag: Workshops volgen.Dinsdag:

1. Virtuele machine maken met Windows 7.2. Alle gebruikers aanmaken 3. Begin maken met gebruikers configureren.

Woensdag:

Verder met gebruikers configureren.

Donderdag: K9 web protection installeren K9 web protection configureren Uittesten

Vrijdag: Controleren bij vakdocent Verslag typen en afronden.

Vrijdag 13:00 uur

Aftekenen coach Project 1 Project 2

Doelen van deze differentiatie Het leren werken met een planning, resultaten in uitgewerkte opdrachten, student voelt zich gehoord en begrepen, student boekt voortgang in de studie, opnieuw een teleurstelling van een jaar overdone voorkomen, ouders voelen zich gesteund door de onderwijsinstelling.

101

Gelaagde instructieBinnen mijn lessen maak ik regelmatig gebruik van gelaagde instructie. Ik ga namelijk uit van de verschillen van studenten en dit betekend dat ik aandacht besteed aan de studenten waarbij het gemakkelijk gaat, ik ben de coach en hou de resultaten nauwlettend in de gaten. Al snel kan ik zien of iemand goed bezig is en misschien wat meer uidaging nodig heeft. Het komt regelmatig voor dat een niveau 2 student versneld en vervroegt op stage kan als blijkt dat alle opdrachten af zijn. Dit stimuleer ik. Daarnaast gaan de zelfstandige studenten binnen mijn les direct zelfstandig aan de slag. De studenten met een vertraagde verwerking geef ik altijd nog extra uitleg of ondersteuning bij de opdracht.

Klassenmanagement Binnen de opleiding heb ik geleerd dat duidelijke grenzen belangrijk zijn in de klas. De studenten weten inmiddels wat wel en niet kan bij mij in de les. Ik heb de normen en waarden naar mijn idee vastgesteld. Ik vind het belangrijk dat de studenten leren (ze worden uiteindelijk beroeps ICT’ers en hebben een basishouding nodig) daarom beloon en straf ik altijd met het idee in mijn achterhoofd; zal dit tegemoet komen aan hun beroepshouding, hebben ze hier iets aan in de toekomst. Bijvoorbeeld bij het te laat komen. Ik vind het niet heel erg als mijn studenten soms iets te laat zijn, ik heb met ze afgesproken dat ze het mij van te voren via een berichtje laten weten en daarnaast wil ik dat ze hun excuses aanbieden. Dit heb ik geleerd binnen mijn opleiding, ze moeten de consequenties weten van te laat komen. Dit betekend een excuus maken omdat het niet netjes is. Hier hebben ze later en voor hunzelf iets aan. Ik vind Peter Teitler een mooi voorbeeld om te gebruiken bij mijn klassenmanagement. Ik denk nog vaak terug aan de tips die hij gaf in zijn boekTien tips die helpen bij het orde houden1. Wees niet jezelf, wees professioneel-later als je orde hebt, kun je altijd nog `jezelf` zijn.2. Maak contact.3. Hanteer een vaste, voor leerlingen herkenbare, structuur.4. Geef leerlingen veel te doen.5. Eigen regels eerst. Als je de schoolregels (nog niet) allemaal weet, hanteer dan je eigen regels en vraag daarna snel aan collega`s wat gebruikelijk is op school.6. Als je kleine dingen groot maakt, heb je later minder grote dingen.7. Vraag je bij bepaald gedrag af: `Wil ik dit maal 20?` Zo niet, doe er dan direct wat aan!8. Wees als een Spin in het communicatieweb: zorg dat alle communicatielijnen die door leerlingen gelegd worden via jou lopen.9. Start consequent en hou dat vol tot het in de klas gaat zoals jij het wilt hebben (dat kan zijn: het hele jaar). 10. Als iets niet werkt, doe dan wat anders. (Teitler, 2013)Deze tips houd ik voornamelijk aan binnen mijn lessen en in het contact met mijn studenten. Ik kijk dit regelmatig terug als ik weer wat inspiratie nodig heb.

102

Feedback Ik vraag regelmatig feedback aan mijn leerlingen doormiddel van vragenlijsten of kaartjes. Deze feedback richt zich op het algehele beeld wat ze van mij hebben als docent maar de vragenlijsten gaan ook in op het omgaan met verschillen binnen de klas en of ik ze vertrouwen en aandacht geef. Deze feedback is altijd positief (ook van de leerlingen gevraagd waarbij de uitgewerkte differientatie heb uitgevoerd). Hieruit kan ik opmerken dat de doelen van mijn differientaties worden bereikt. Er spelen altijd een aanta factoren mee als het gaat om het behalen van doelen. In veel gevallen is het ook de factor motivatie van de student, als deze niet gemotiveerd is dan krijg je met differientatie moeilijk iets gedaan. Het contact met ouders helpt ook altijd mee. Het contact die ik heb opgebouwd met mijn leerlingen zorgt ervoor dat ze ook in samenwerking met mij iets willen bereiken. Dit zijn verschillende factoren die een rol hebben gespeeld.

103

VisieIk vind differientatie binnen de lessen erg belangrijk. Niet iedere docent doet het misschien bewust maar het is goed om hier eens kritisch naar te kijken binnen je eigen lessen. Wat ik jammer vond aan deze P-taak is dat differientatie in het omgaan met je eigen studenten niet direct aan bod kwam, maar er werd meer gevraagd naar lesvormen. Ik vind de differientatie in het contact met de studenten nog belangrijker. Individuele aandacht en oog voor problemen rondom de student is een kwaliteit waar je als docent erg veel aan hebt. De studenten nemen veel van je aan als je goed contact met ze hebt opgebouwd en dit goede contact opbouwen bestaat uit differienteren, echt kijken naar de student zelf en niet als groep. Zodra je de studenten individueel beter kent weet je ook precies hoe je in je eigen lessen kan differienteren. Vaak zijn het dezelfde studenten die net dat beetje meer uitleg of aandacht nodig hebben. Vaak zijn en blijven het dezelfde studenten die goed zelfstandig kunnen werken en soms ook wat meer uitdaging of versnelling van de studie verdienen. In de toekomst wil ik aandacht blijven besteden aan de verschillen tussen leerlingen, ik wil me nog meer specialiseren in het geven van een gedifferienteerde les. Dit betekend dat ik iedere les een extra uitleg inbouw voor de studenten die dit nodig hebben. Op dit moment doe ik dit ook in mijn lessen, maar ik wil dit bewuster gaan doen. Dus bij iedere voorbereiding specifiek nadenken over hoe de differientatie ga vormgeven. Ik zie alleen maar voordelen aan differentiatie: Het gaat onderpresteren van goede leerlingen tegen.Het voorkomt uitval van zwakkere leerlingen.Het werkt motivatieverhogend.Het voorkomt ordeproblemen.Het levert een positieve bijdrage aan het klassenmanagement van leraren.

Reflectie Tijdens het maken van deze P-taak ben ik mij bewust geworden van de vormen van differientatie en ben ik mij met name bewust geworden van wat ik allemaal doe op die gebied. Ik merkte dat ik veel meer aan differientatie deed dan ik dacht. Puur er over nadenken wat ik eigenlijk allemaal doe en dit op papier zetten heeft mij aan het denken gezet en heeft het onderwerp differientatie een belangrijke lading gegeven. Ik vind het heel belangrijk om te blijven kijken naar de verschillen tussen leerlingen en daarop in te spelen. Ik wil dit zo goed mogelijk doorzetten en aandacht houden voor de individu. Tijdens mijn lessen wil ik nog meer aandacht besteden aan de leerlingen die uitdaging verdienen, dit wordt wel eens vergeten. Ik wil dat ze zich uitgedaagd voelen en het idee krijgen meer te kunnen. Daarnaast wil ik de aandacht houden voor de leerlingen die extra aandacht en uitleg verdienen.

In de toekomst wil ik me meer verdiepen in differienteren. Ik wil blijven kijken naar de student met behulp van individuele aandacht en werkvormen.

Smartdoelen:

1. Deze drie laatste weken van mijn stage ga ik dinsdag 2-6-2015 individuele gesprekken voeren met mijn studenten voor de afronding van de opdrachten in dit schooljaar. Ik zal stilstaan bij de voortgang en de persoonlijke situatie van de studenten.

2. In de tijd na mijn afstuderen zal ik mij blijven ontwikkelen door het opnieuw lezen van het boek differienteren is te leren (2 maanden)

3. Als ik klaar ben met mijn studie en een baan heb gevonden ga ik het schooljaar beginnen met differienteren binnen werkvormen en indivuele aandacht (12 maanden)

104

Mijn stagebegeleider Fred Schnuck gaf in de feedback aan dat ik op mijn spelfouten kan letten. Ik kan in dit verslag mijn spellingscontrole niet aanzetten. Hoe dit komt weet ik niet, vandaar dat sommige woorden niet kloppend zijn. Ik heb zoveel mogelijk spellingsfouten verbeterd. Fred vond dat ik adequaat omga met differentiatie binnen mijn klassen. Mijn studenten geven ook altijd aan dat ze het idee hebben dat ik naar hen luister en ze zich gehoord voelen.

BibliografieEbbens, E. (2009). Samenwerkend leren. Groningen: Wolters Noordhoff .

Eduwiki. (2015, Maart 30). Omgaan met verschillen . Opgehaald van Leernetwerkeducatie: https://www.leernetwerkeducatie.nl/mediawiki18/index.php?title=Omgaan_met_verschillen

Friesland, C. (2014, November 14). Intranet. Opgehaald van Intranet.fcroc: https://intra.fcroc.nl/pages/pagina.aspx?pid=4E652DB7-BCAB-4741-AFA5-34F3C84C767B

Swart, D. (2015, april 23). Mijn NHL. Opgehaald van Blackboard: https://elo.nhl.nl/webapps/portal/frameset.jsp?tab_tab_group_id=_2_1&url=%2Fwebapps%2Fblackboard%2Fexecute%2Flauncher%3Ftype%3DCourse%26id%3D_4741_1%26url%3D

Teitler, P. (2013). Lessen in orde. Bussum: Coutinho.

Planningen voor student en Project LB Politx

Afronding projecten netwerken (periode 2)

Week 18

Project 1 Afspraken AfrondingWerkeloos draadnet

Maandag: XDinsdag: X

Woensdag: X

Donderdag: Een verslag maken

De werking van wifi De werking van blue tooth De gebruikte technieken De verschillende soorten apparatuur Beveiligingstechnieken

Vrijdag 13:00 uur

105

Draadloos netwerkje bouwen en configureren

Vrijdag: Verslag maken over het netwerkje

- De ontwerpen van de netwerken (wireless en wired deel)

- De installatiehandleiding van de door jou gebruikte componenten (met de nodige plaatjes)

- De bouw van de netwerken- De configuratie van de netwerken - De beveiliging van de netwerken- De beveiliging van de andere netwerken- Het testen van de netwerken

Week 20

Project 2 netwerken Afspraken AfrondingBehandel je pc met beleid

Maandag: Workshops volgen.Dinsdag:

4. Virtuele machine maken met Windows 7.5. Alle gebruikers aanmaken 6. Begin maken met gebruikers configureren.

Woensdag:

Verder met gebruikers configureren.

Donderdag: K9 web protection installeren K9 web protection configureren Uittesten

Vrijdag: Controleren bij vakdocent Verslag typen en afronden.

Vrijdag 13:00 uur

Aftekenen coach Project 1 Project 2

Mi21i Mi21 MEDB1i

week 6 Les 1: democratie versus dictatuur

Les 1: democratie versus dictatuur

Les 1: democratie versus dictatuur

106

Mi21i Mi21 MEDB1i

week 7 Gastspreker (11/02) Gastspreker (11/02) Gastspreker (11/02)

week 8 Les 2: politiek en politiek probleem

Les 2: politiek en politiek probleem

Les 2: politiek en politiek probleem

week 9 Voorjaarsvakantie Voorjaarsvakantie Voorjaarsvakantie

week 10 Werkbezoek Werkbezoek Les 3: Systeemmodel

week 11 Les 3: Systeemmodel Les 3: Systeemmodel Werkbezoek

week 12 Les 4: Het gemeentebestuur Les 4: Het gemeentebestuur Les 4: Het gemeentebestuur

week 13 Les 5: Probleemstelling Les 5: Probleemstelling Les 5: Probleemstelling

week 14 Workshop debatteren Workshop debatteren Workshop debatteren

week 15 Les 6: Plan van Aanpak Les 6: Plan van Aanpak Les 6: Plan van Aanpak

week 16 Politieke Markt Politieke Markt Politieke Markt

week 17 Les 7: voorbereiden presentatie

Les 7: voorbereiden presentatie

Les 7: voorbereiden presentatie

week 18 Raadspel Raadspel Raadspel

week 19 Meivakantie Meivakantie Meivakantie

Exit brief leerling aan huisadres

D ' D r i v e , s c h o o l v o o r C r e a t i e v e i n d u s t r i e & P e d a g o g i s c h w e r k

107

Friesland CollegePostbus 45 8900 AA LEEUWARDEN 088 - 060 29 00

Bezoekadres: Julianalaan 978931 AH LEEUWARDEN

KvK 410.04.351

Leerling X

per aangetekende en gewone post verzonden

Datum: 23-04-2015Kenmerk: 1911224901

Betreft: voornemen tot verwijdering

Beste …,

In verband met het belang van de inhoud van deze brief, wordt deze brief per aangetekende en per gewone post naar je toegestuurd.

In aansluiting op het geplande gesprek van 20 april, bevestig ik hierbij dat het voornemen bestaat om jou definitief van de opleiding te verwijderen. De redenen voor dit voornemen zijn gelegen in het hierna volgende.

De student is nauwelijks in de lessen geweest en er is niet gereageerd op de afspraken tot een gesprek. Er is telefonisch contact opgenomen zonder gehoor en afwezigheidsmeldingen gestuurd. Op het verzoek tot een gesprek is vervolgens niet ingegaan door de student. Tevens is de student niet bij het exit gesprek met de opleidingsmanager aanwezig geweest.

Het voorgaande betekent dat jij, gelet op de algemene bepalingen uit de onderwijsovereenkomst,

b. een gebrek aan inspanning laat zien om een diploma of een kwalificatie te behalen;

g. niet deelneemt aan het eigen leertraject of opleiding overstijgende activiteiten, zoals de

introductieweek en de evenementenweek;

Mede gelet op artikel 14 van de Algemene bepalingen bij de onderwijsovereenkomst van het Friesland College bestaat daarom het voornemen om je definitief van de opleiding te verwijderen.

Ik besef dat een definitieve verwijdering van de opleiding een ingrijpende maatregel is. Voordat een besluit wordt genomen, word je daarom in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven op het voornemen om je definitief te verwijderen van de opleiding. Voor het geven van een reactie heb je vijf dagen na vandaag de tijd. Je kunt een schriftelijke of een mondelinge reactie geven. Een schriftelijke reactie kun je sturen naar MBO Media, Games & IT ter attentie van dhr. P. Miedema, opleidingsmanager, postbus 45, 8900 AA te Leeuwarden. Wil je een mondelinge reactie geven dan

108

kan je voor het maken van een afspraak telefonisch contact opnemen met dhr. P. Miedema op telefoonnummer 06-23157339.

Hoogachtend,

Kennismakingsbrief aan ouders

Aan ------- en ouders/verzorgers

Leeuwarden, maandag 2 maart 2015

Betreft: kennismaking coach

Geachte ouders/verzorgers,

Zoals u ongetwijfeld van uw zoon hebt gehoord ben ik vanaf 1 februari 2015 de nieuwe coach van de groepen M121i en Medb1i. Via deze weg wil ik mij graag voorstellen.

Mijn naam is Jeske Koopmans. Ik werk binnen het Friesland College als docent/coach binnen het team ICT. Ik verzorg coaching en daarnaast organiseer ik het onderdeel ‘loopbaan en burgerschap’ voor de cursisten. Binnen de coaching staat de beroepshouding en professionalisering centraal. Bij ‘loopbaan en burgerschap’ wordt de cursist uitgedaagd om antwoorden te formuleren op maatschappelijke vraagstukken.

Als coach ben ik het directe aanspreekpunt van uw zoon/dochter. Ik begeleid hem/haar binnen de opleiding. De coaching bestaat uit groepsbijeenkomsten en daarnaast zijn er individuele gesprekken. In het teamoverleg spreken wij regelmatig over de vorderingen van uw zoon/dochter, zodat wij een zo volledig mogelijk beeld hebben.

Middels deze brief wil ik u kenbaar maken dat u mij kunt bereiken voor vragen en/of overleg. Ik ben bereikbaar op het e-mailadres: [email protected]. We kunnen dan eventueel een afspraak maken voor een persoonlijk of telefonisch gesprek.

Hoogachtend,

Jeske Koopmans

Docent/coach ICT Lyceum

109

jeskekoopmans.weebly.comjeskekoopmans.weebly.com/.../5/1/4/3/51435593/wpl_ve… · Web viewIk...

Documents

Transcript of jeskekoopmans.weebly.comjeskekoopmans.weebly.com/.../5/1/4/3/51435593/wpl_ve… · Web viewIk...