Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier...

16

Click here to load reader

Transcript of Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier...

Page 1: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

Boekverslag

Titel: Bint

Ondertitel: Roman van een zender

Schrijver: Ferdinand Bordewijk

Jaar 1e uitgave: 1934

Gelezen versie:Uitgever: Wolters-Noordhoff met licentie van Nijgh & Van

DitmarJaar: 1998

76 blz. Genre: Psychologische roman

Bram Naafs3T1

Opdracht 2. Samenvatting.Pagina 1

Page 2: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

De Bree is leraar Nederlands. Hij werkt thuis aan een studie over Anna Maria van Schuurman. Omdat hij wat afleiding wil besluit hij een jaartje te gaan werken als leraar Nederlands op de school van Bint. De vorige leraar Nederlands was namelijk door de leerlingen weggepest. Hij krijgt de vierde klassen hij geeft ze allemaal een bijnaam. Hij noemt ze “de grauwe”, “de bruine”, “de bloemenklas” en “de hel”. De klas 4d draagt de bijnaam “de hel” en hij verklaart hun al vrij snel de oorlog. Hij geeft ze veel erge strenge straffen met en in het bijzonder houdt hij ervan om ze een zaterdag middag straf te geven en ze dan te laten nakomen. Hij houdt een streng regime tijdens deze straf uren. Dit strenge regime was een paar jaar geleden bedacht door Bint, de directeur, omdat die vond dat dat de beste manier was om de leerlingen op te leiden tot volwassenen die later sterk in de maatschappij staan. Op de rapportvergaderingen willen de leraren Van Beek dat is een jongen op school een onvoldoende geven. Deze had gedreigd met zelfmoord als hij een onvoldoende zou krijgen. De leraren zijn er niet van onder de indruk en geven hem een onvoldoende waarna de jongen in een gracht springt en later in een ziekenhuis overlijdt aan longontsteking. Bint voorspelt dat er problemen komen door de zelfmoord van de jongen. Na de kerstvakantie breekt er inderdaad een opstand uit onder de leerlingen, aangezet door Jérôme Fléau die hulp krijgt van de conciërge. De opzet wordt neergeslagen door “de hel”. Dit had Bint namelijk met hun afgesproken. De conciërge wordt ontslagen, Fléau van school verwijderd en “de hel” wordt beloond. Bij het jaarlijkse schoolreisje rond Pasen wordt de “hel” verdeeld onder 2 leraren Nox en Remigius. Remigius wordt alleen vervroegd vader en kan niet mee waarna De Bree zijn rol overneemt en de helft van de “hel” krijgt. Als er tijdens het schoolreisje 2 jongens verdwijnen die het niet eens zijn met een verandering in het fietsschema gaat de Bree gewoon weg en gaat ervan uit dat hij ze wel weer ziet op het eindpunt. Hij ziet ze daar inderdaad weer en laat dan toe dat een leerling meerdere leerlingen die kwaad is zijn op hun, hun in elkaar slaat slaan. En De Bree daarna tegen de weglopers zegt dat ze hem vanaf nu af aan meneer moeten noemen. Tijdens de examens van dat jaar schrikt De Bree van Bint, hij ziet hem wankelen. Dit zou niet zo horen want Bint is van staal en niet neer te slaan. De Bree besluit toch nog een jaar vol te maken en geniet van het aanzicht dat de hel (nu klas 5C) hem geeft. Ze zijn allemaal volwassen

Pagina 2

Page 3: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

geworden dit geeft hem kracht en hij gelooft nu sterk in de methode van Bint waardoor hij het schooljaar met veel plezier begint. Bint is gestopt met zijn baan als directeur. Hij kon het geestelijk niet meer aan en dat ging zijn tol eisen op zijn lichaam. Kennelijk leed Bint meer onder de zelfmoord van Van Beek dan hij zelf wilde toegeven. De Bree zoekt hem nog een paar keer op maar tevergeefs: Bint is niet aanspreekbaar en De Bree geeft het op.

Ik heb de wijzigingen gedaan omdat je daardoor het verhaal beter kunt begrijpen.

Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/53517

Opdracht 3. Over de auteur.

De schrijver heet Ferdinand Bordewijk.

Hij is geboren in 1884 in de Amsterdam en overleden in 1965 in Den Haag.

Bordewijk was een Nederlandse schrijver van romans, novellen en gedichten.

Bordewijk studeerde rechten in Leiden en promoveerde op vrijdag 3 mei 1912 aan de Rijksuniversiteit te Leiden tot doctor in de rechtswetenschap; hij promoveerde op dertig stellingen. In 1913 werd hij als advocaat beëdigd en kwam als junior op een groot advocatenkantoor in Rotterdam.

In 1916 debuteerde hij zonder veel succes met de dichtbundel Paddestoelen onder het pseudoniem Ton Ven, dat hij ook later enige malen gebruikte.

In 1914 trouwde hij met Johanna Roepman, waarmee hij 2 kinderen kreeg. In 1919 werd Bordewijk zelfstandig advocaat, een beroep dat voor hem altijd op de eerste plaats kwam. Het schrijven heeft hij altijd als tijdverdrijf naast zijn werk beschouwd.

In 1919 werd Bordewijk kort docent handelsrecht aan de Handelsschool in Rotterdam. Daarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag

Pagina 3

Page 4: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog.

Hoewel veel van zijn werk gerelateerd kan worden aan het leven dat hij leidde, is het opvallend dat Bordewijk zelf leven en werk altijd als strikt gescheiden beschouwde.

Zijn belangrijkste boeken zijn:

1931 - Blokken; de mislukking van een heilstaat 1933 - Knorrende beesten; de roman van een parkeerseizoen 1934 - Bint; de roman van een zender 1936 - Rood paleis; ondergang van een eeuw 1938 - Karakter; roman van zoon en vader 1948 - Noorderlicht 1951 - Studiën in volksstructuur 1952 - De doopvont

Later in zijn leven heeft Bordewijk de belangrijkste oeuvre prijzen gekregen, zoals de P.C. Hooftprijs (1953) voor zijn Studiën in volksstructuur en De doopvont. In 1957 ontving hij de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele werk en in 1954 werd hij benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Bronnen:

http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/20ste/auteurs/lg20023.html

https://nl.wikipedia.org/wiki/F._Bordewijk

Opdracht 4. Over het boek.

Pagina 4

Page 5: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

A. Dit is de voorkant van het boek. Je ziet hier een waarschuwende vinger, waarschijnlijk van de strenge leraar die de orde in de klas wil handhaven.

B. Het boek is aan opgedragen "aan mijn rector en zijn staf". De rector is waarschijnlijk die van de middelbare school waar Bordewijk heeft opgezeten.

C. De hoofdpersonen zijn Bint en De Bree. Bint is streng en dictatoriaal. Hij heeft het systeem van orde en tucht op school bedacht. Toch blijkt hij ook wel menselijk, omdat hij de zelfmoord van Van Beek hem meer heeft aangegrepen dan hij wil toegeven. Ook betaalt hij al jarenlang de schulden van zijn dochter af. De Bree is een rustige man die wel snel kwaad kan worden. Hij vindt het strenge systeem van Bint helemaal geweldig al heeft door strenge straffen uit te delen de klassen al snel helemaal onder controle. Hij vraagt zich wel af of hij soms a-sexueel is, maar af toe kijkt hij toch stiekem naar de vrouwen en opgroeiende meisjes.

D. Het verhaal speelt zich af op in school in Rotterdam. Dat de schrijver voor een school heeft gekozen is natuurlijk duidelijk gezien het onderwerp van het boek; de keuze voor Rotterdam komt waarschijnlijk omdat de schrijver daar zelf heeft gewoond. De enige andere plaatsen die in het boek voorkomen zijn Bergen op Zoom en delen van Brabant, Zeeland, België en Frankrijk. Door die gebieden fietst De Bree namelijk met klas 4D tijdens het jaarlijkse schooluitje. De keuze voor deze locaties lijkt mij willekeurig, behalve misschien dat het in de buurt van Rotterdam ligt. Misschien kent de schrijver dit gebied goed.

E. Het verhaal staat in chronologische volgorde en is dus makkelijk te volgen. Echte spanning komt in het boek nauwelijks voor, behalve dan even als 2 leerlingen tijdens de fietstocht plotseling zijn verdwenen. Maar zelfs dat doet De Bree niet veel en duurt ook maar heel even. Echte trucs om de spanning te vergroten waren er niet. Misschien alleen een beetje het laten ontstaan van

Pagina 5

Page 6: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

vermoedens over de afloop van de 2 verdwenen leerlingen tijdens de fietstocht.

F. Het verhaal is geschreven vanuit de personale vertelsituatie. De gebeurtenissen worden verteld vanuit het oogpunt van De Bree. Voorbeeld: “Hij liep rusteloos. Hij moest zijn gedachten verzamelen. Hoe waren ze gegaan? De herbergier wist het niet. Zijn knecht in de stal, waar de fietsen stonden, wist het niet. Politie? Laten telegraferen naar de omstreken? Wat een figuur! De anderen erop uitsturen, in groepen van twee, hierheen, daarheen? Hij vertouwde ze. Ze boden het zelf aan. Hij weigerde.”.

G. Het verhaal heeft een open einde. Bint is weliswaar weg, maar De Bree gaat verder met lesgeven aan de klassen en dus ook aan "de hel" , klas 5C in het nieuwe jaar.

Opdracht 5. Leeservaringen.

Onderwerp: Ik vond het verhaal zelf niet erg leuk, omdat het onderwerp zelf niet interessant was en ook omdat het in oud Nederlands was getypt waardoor ik mezelf niet de karakters zijn situatie kan verplaatsen. Ik heb over het onderwerp ( Strenge scholing) niet veel nieuws geleerd, omdat ik het mezelf zo wel ongeveer voorstelde. Maar het verhaal heeft mij wel aan het denken gezet voornamelijk denken of dit soort scholing nog steeds voor komt. Nee, ik had verwacht dat de De Bree de klas niet onder controle zou krijgen. Ik ben door dit verhaal niet aan het denken gezet behalve of dit nog steeds gebeurt. Maar het onderwerp wordt wel goed en diep besproken omdat je precies ziet wat de Bree doet met de klas om ze uiteindelijk toch in submissie te krijgen en te laten gehoorzamen. Voor mij was het verhaal herkenbaar ( een school leven ) maar dan in de positie van de leraar. Dus wat ik allemaal te lezen kreeg was voor mij wel verrassend. Toch denk ik dat de verdeling van de uitleg heel goed verdeelt was door de schrijver.

Gebeurtenissen: Het verhaal boeide mij niet de hele weg door. Wel zat er redelijk veel tempo in het verhaal. Dit is gemixt omdat dit erg sterk afwisselt omdat er ook een dreigement wordt gemaakt dat een leerling zelfmoord wil gaan plegen. Maar je ziet het verhaal toch vooral uit de gedachten van De Bree. De gebeurtenis die op mij indruk heeft gemaakt is alleen de zelfmoord omdat de school dus zo streng was dat hij zichzelf het leven ontnam. De gebeurtenissen kunnen voor mijn gevoel best zijn gebeurd omdat alles in die

Pagina 6

Page 7: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

tijd toch heel anders was. De gebeurtenissen zijn niet ordinair maar ook niet heel speciaal. Maar ik kan mezelf nog steeds niet inleven want de gebeurtenissen lijken nergens op wat ik ooit heb meegemaakt. Ik ben erg blij dat ik kan zeggen dat ik geen van deze gebeurtenissen wil meemaken.

Personages: Ik vind dat ik het verhaal meer zie als een geest die in de lucht zweeft en dan zo het verhaal mee krijgt maar de personages zelf zijn redelijk levendig. Jawel want er gebeuren erg veel dingen waarvoor ik zelf ook wel zou terug deinzen. Ik zou zelf niet een karakter kiezen waar ik op zou willen lijken want die passen allemaal niet echt bij mijn stijl van denken. Voor mijn gevoel reageert iedereen heel raar maar dat komt denk ik door het grote tijd verschil, waardoor ze voor mij allemaal heel onvoorspelbaar reageerden. Niemand heeft mij echt beïnvloed maar ze hebben mij wel inzicht gegeven hoe het er in die tijd aan toe ging. Hoe de karakters reageren is later in het verhaal wel logisch want dan weet je ongeveer hoe iedereen is. Niemand regeert hetzelfde door het hele boek behalve het strenge gedeelte. Wat erg begrijpelijk is omdat het iets nieuws is voor iedereen. Bijna alle beslissingen vind ik onbegrijpelijk omdat ik zelf niet zo streng ben op anderen en daarbij mezelf.

Bouw: Alles is gelukkig in een goede volgorde dus was het makkelijk het verhaal te volgen en omdat het ook zo met de tijd mee gaat wordt het verhaal een stukje spannender. Er is ook maar 1 verhaallijn dus lekker makkelijk, er zijn geen sprongen terug in de tijd. Het verhaal heeft een open einde waardoor je toch gaat denken wat er verder gebeurt.

Taalgebruik: Ik vond het boek erg moeilijk om te lezen omdat het taalgebruik kwam uit de jaren '30. En er wordt ook niet uitgelegd wat bepaalde woorden betekenen waardoor het nog moeilijker wordt. Er zit veel dialoog in dit boek waar ik zelf niet echt een mening over heb.

Opdracht 6. Recensie en eigen mening.

Recensie 1:

Bint is met zijn zesenzeventig pagina’s waarschijnlijk een van de kortste en bondigste romans uit de Nederlandse literatuur. Een onomstotelijke klassieker. De roman van Ferdinand Bordewijk staat al jaren hoog op de literatuurlijsten van middelbare scholieren. Ook ik las dit boek voor het eerst tijdens mijn

Pagina 7

Page 8: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

middelbare school tijd. Natuurlijk, de lengte van het boek speelt hierbij een belangrijke rol, maar is het niet gewoon terecht dat dit uit 1934 stammende boek nog steeds zoveel gelezen wordt? Heeft het nog steeds waarde in deze tijd?

De Bree is de tijdelijk aangestelde leraar Nederlands op de school van Bint. Een wetenschapper, die ter ‘verstrooiing’ les gaat geven op een middelbare school. Hij komt terecht op een school waar orde en tucht tot het uiterste zijn doorgevoerd. Rector Bint stelt geen vragen, hij stelt eisen: ‘Ik eis van de kinderen een stalen tucht.’ Die tucht is, volgens Bint, noodzakelijk om ‘reuzen’ van zijn leerlingen te ‘kweken’, geen wetenschappelijke, maar maatschappelijke reuzen. Bint heeft daarbij geen boodschap aan de psyche van zijn leerlingen. De leerling onderwerpt zijn wil, om zijn wil te ontdekken. Ieder woord dat een leraar uitspreekt moet een bevel te zijn. Hij eist ‘van de leraar dat hij zich niet inleeft in het kind, dat hij niet daalt’, integendeel de leerling dient zich in te leven in de leraar, opdat hij ‘stijgt’. In de loop van de roman neemt de Bree steeds meer de ‘pedagogische’ opvattingen van zijn rector over. Van een welwillende medewerker, wordt hij langzamerhand een gelovige navolger.

De Bree ziet zijn klassen als organismen, als ‘wezens’, en als een klas dat nog niet is dan moet zij het worden: “Een klas was een wezen. De leraren waren een wezen. Dan was de school een wezen. Zo deze.” Hij geeft zijn klassen dan ook bijnamen: de hel, de bruinen, de bloemen en de grauwen. De hel is het belangrijkste wezen op de school. Een klas waar de leerlingen wonderlijke achternamen hebben als Whipysinger, Punselie en Bolmikolke. Deze klas is de trots van Bint en de uitdaging van De Bree. De hel heeft De Bree’s voorganger weggepest, en hij is vast van plan zich dit niet ook te laten gebeuren. Hij verklaart de oorlog en voert vanaf de eerste dag de stalen tucht in deze klas in.

Bints regime stuit bij de gemeente en leerlingen op weestand, maar pas nadat een van de leerlingen in de kerstvakantie zelfmoord pleegt barst de bom. Er volgt na de vakantie een korte gewelddadige opstand. De van te voren door Bint geïnstrueerde hel drukt dit oproer binnen enkele minuten eendrachtig de kop in. Niet alleen accepteert de hel zonder morren het bestaande systeem, de hel blijkt bereid het systeem met geweld te bewaken. Ook De Bree raakt steeds meer in de ban van het systeem.

Nog eenmaal wordt zijn gezag door de hel betwist. Als De Bree besluit om een niet door Bint ingeplande rustdag in te lassen, gaan twee leerlingen uit de hel

Pagina 8

Page 9: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

er op eigen houtje vandoor. De klas straft dit af. De Bree ziet nu echt het bijzondere van Bints creatie: ‘Ze stond achter de leraar, ze stond er voor, ze nam het voor hem op, ze name hem het werk uit handen’. Vanaf dan is de hel ‘bij De Bree een paradijs’. Ook in zijn andere klassen zal hij niet meer ‘dalen’ en voert hij de stalen tucht in. De Bree is overtuigd.

Alleen al om de stijl zou je dit boek gelezen moeten hebben. Die stijl is ongekend mooi, korte krachtige zinnen, soms bestaand uit slechts een enkel woord. De opening van de roman bijvoorbeeld, misschien wel de mooiste die ik ooit las: “De Bree zijn denken was hoekig en nors. De lucht lag laag morsig roetig. Novemberochtend.” Zonder uitgebreide beschrijvingen, geeft Bordewijk ons prachtige sfeer- en situatieschetsen. Zeer poëtisch ook: ‘een schepsel was daar, zwart, doodsbleek, dat toefde, keek’. Beknopt taalgebruik zonder opsmuk, maar toch vol beeldspraak en metaforen. Een uitzonderlijke eenheid van vorm en inhoud: “De Bree ging alleen naar huis. Er lag een vracht sneeuw. De maan, even aangeknaagd, verblindde. Het was roerloos. De lucht was koel tot in het diepst van zijn longen. Hij was licht van lucht.”

Natuurlijk is Bint ook historisch gezien een interessant boek, een parabel van de extreme politieke krachten die in de jaren dertig in Europa actief waren: Italië was fascistisch, Hitler was aan de macht in Duitsland, in Rusland had het communistische regime zich stevig genesteld. Een vergelijking met George Orwell’s Animal farm uit 1945 is best op zijn plaats. Waar Animal farm een waarschuwing was voor (de uitwassen van) het communisme, laat Bint, op nog veel meeslependere wijze, zowel de aantrekkingskracht als de gevaren van het fascisme zien.

Maar die inhoud van Bint is niet alleen historisch interessant. Het blijft het een afschrikwekkend voorbeeld van een (school)systeem dat je ieder kind wilt besparen. Het leverde een haast spreekwoordelijke bijnaam voor strenge leraren op. Zo was er een aantal jaren geleden een televisie-uitzending met de titel Bint in België, over Nederlandse kinderen die ‘getuchtigd’ werden op een Belgisch internaat. Maar ook in eigen land zijn de ideeën van Bint en De Bree niet zo ver te zoeken, als je in eerste instantie zou denken. Nog maar kort geleden pleitte de Lijst Pim Fortuyn voor herinvoering van de tuchthuizen en het instellen van opvoedingskampen voor ontspoorde jongeren. Tucht en discipline zou wel goede burgers van deze kinderen maken. En wat te denken van het strenge regime van de uit de Verenigde Staten overgewaaide Glenn Mills-scholen?

Pagina 9

Page 10: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

Niet alleen de tucht, orde en discipline van Bint is haast spreekwoordelijk geworden. Ook de reeks “uitzinnige Bordewijk-namen” van de ‘duivels’ uit de hel kom je steeds opnieuw tegen, zo schreef Jan Blokker vorig jaar over de nieuwe bestuursleden van de LPF: ‘Fabius. Moleveld. Nawijn. Pieterman. Swarte. Als je de namen zo achtermekaar opschrijft, zouden het leerlingen geweest kunnen zijn van De Hel’.

De blijvende invloed op de Nederlandse cultuur, de vorm en de inhoud, maakt dat ik hoop dat middelbare scholieren tot in de lengte der dagen dit boek op hun literatuurlijst blijven zetten.

Bron: http://voetnoot.org/2005/12/10/canon-recensiebint-blijft-goed/

Recensie 2:De hoofdpersoon, De Bree, komt voor zijn eerste lesdag aan op de school en wordt door de directeur, Bint, ontvangen. Terzijde van de hal stond reeds de directeur op de drempel, droog, rietmager, kaarsrecht. Hij keek door een bril van bloed. Zijn blik was gering. Zijn kin was geslepen tot een bakkenbaard van grijs. Zijn knookhand bood geen druk, maar wat blinkends. De Bree ontvangt de sleutel van de lerarenkamer en wordt vervolgens meegeloodst naar de klas waar hij zijn eerste les moet gaan geven. Bint zei, wijzend omlaag: "Je eerste les is in die klas. Die klas is uniek. Zo een heb ik nog nooit kunnen vormen, vóór deze. Maar geen bespiegelingen nu. Ik houd van weinig woorden..." Naar mijn hart gesproken, dacht De Bree. "Die klas heeft je voorganger weggetreiterd. Ik waarschuw je niet, ik maak je attent. Begrijp je?..." Hij begreep het toen niet, eerst later. "Ik eis van ieder: tucht. Ik ben hoogst modern. De tijd is voorbij van gemoedelijkheid, van verbroedering. Dit geslacht is té bandeloos." ... "Men moet de cirkelgang durven gaan. Er is snelle verwildering. Men moet van ver teruggrijpen en snel, naar het oude systeem van macht en van vrees. Dit oude is het nieuwste, het beste, het enige. Ik eis: een - stalen - tucht. Nu ga." ... De Bree ging rustig langzaam de acht gesleten trappen af. Hij verwerkte, maar liet niets merken. Hij betrad de klas genaamd 4D. Hij voelde snel, want hij had fantasie. Hij voelde dit aan als een hel, als de hel. Hij betrad de hel. Het systeem van Bint, de stalen tucht, is niet overal even populair. De wethouder is bijvoorbeeld een fors tegenstander en hij en Bint liggen dan ook regelmatig met elkaar overhoop. Ook de ouders zijn niet altijd even blij. Waar het rechtlijnige systeem van Bint uiteindelijk toe leidt, is een gebeurtenis die de ondergang van Bint zal zijn, met De Bree als toeschouwer. Het is een op zijn 'Bordewijks' geschreven kort verhaal. Je moet van het taalgebruik houden,

Pagina 10

Page 11: Web viewDaarna werd hij advocaat te Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 die hem tot een verblijf te Leiden noopten vanwege de oorlog

want het is (heel passend bij het verhaal) donker, dreigend, kernachtig en toch ongelooflijk beeldend. En ook nog eens heel erg actueel. Ergens halverwege roept Bint tijdens een lerarenoverleg: "Ik eis van een leraar dat hij zich niet inleeft in het kind, dat hij niet daalt. Ik eis van een kind dat het zich inleeft in de leraar, dat het klimt..." Dat komt aardig dichtbij de omgekeerde verzuchting van Frits de Lange in Trouw dit weekend (6 maart 2010): „Laten we de volwassenheid als superieure levensfase in ere herstellen.” in het stuk Eeuwig embryo: Jong blijven uit gebrek aan beter. Bint gaat te ver, maar of hij echt helemaal ongelijk heeft........

Bron: Ellen IJzerman in http://dizzie.nl/boek/bint-9001550169

Beoordelingswoorden:

Historisch: Ik vind dit wel kloppen door de tekst maar ook omdat dit gedrag van een leraar niet meer word goedgekeurd. Of je het verhaal moet zien als een steunbetuiging aan het nationaalsocialisme van Hitler durf ik hier niet te zeggen. Dat gaat wel erg ver namelijk.

Donker, dreigend en kernachtig: Ik vind dit ook kloppen omdat het een zwaar verhaal is en omdat er maar 76 blz in zitten.

Klassieker: Ik weet niet of dit correct is omdat ik niet veel boeken lees. Wel is het zo natuurlijk dat dit boek na meer dan 80 jaar nog steeds door mensen wordt gelezen, dus in die zin is het wel een klassieker.

Actueel: Dit vind ik wel kloppen want dit gebeurt nog steeds in scholen maar dit leert je ook nog wat over fascisme.

Blijvende invloed: Dit lijkt mij niet kloppen want uiteindelijk vergeten mensen over dit boek.

Pagina 11