Opdracht 1: Een sportief leven met een nieuwe nier

Lees uit de krant het stukje: Een sportief leven met een nieuwe nier op http://www.donordenkers.nl/media/files/donorkrant.pdf

Maak daarna de opdrachten die hieronder staan.a: Welk orgaan van Thomas werkte niet goed?…………………………………………………………………………………………b: Wat is de taak van je nier?

……………………………………………………………………………………….c: Hoeveel nier(en) heeft een mens normaal? …………………………………………………………………………………………d: Wat weet Thomas over de donor?…………………………………………………………………………………………..

e: Wat mag Thomas niet doen met zijn nieuwe nier en wat mag hij wel doen?Dit mag hij niet:……………………………………………………………………………………………………Dit mag hij wel: …………………………………………………………………………………………………….

Do-it orgaandonatie (gebaseerd op donorwise.nl)Individueel of in tweetallenOnderbouw

f: Wat zijn de World Transplant Games?…………………………………………………………………………………………………………….g: Hoe lang gaat een donor nier gemiddeld mee? ………… jaar

h: Zou jij je nieren willen doneren? Waarom wel/niet?………………………………………………………………………………………………………………..

Opdracht 2: Word je donor of niet?

Lees uit de krant het stukje: Redactioneel.

a: Word je donor of niet? Schrijf in een tabel zoals hieronder 3 voordelen en 3 nadelen van orgaandonatie.

Voordelen orgaandonatie Nadelen orgaandonatie

b: Welke organen kun je doneren? Schrijf hieronder 10 verschillende organen op. De eerste is al gegeven. Zet achter het orgaan de taak van dit orgaan. Je mag hierbij internet gebruiken.

Organen die je kunt doneren Taak

Nieren Afvalstoffen uit het lichaam halen

Opdracht 3: Spellen

Ga op je iPad naar de site: www.donordenkers.nl . Klik op > Spelletjes

Kies één van de spellen uit. Zet als je klaar bent met het spel hieronder je score neer.Score: ……………………………………………………………………..

Opdracht 4: Donorgesprek (deze opdracht is niet verplicht)

Je weet nu meer over donatie en transplantatie. Maar hoe zit dat anderen in je omgeving? Wat weten ze over dit onderwerp? Wat vinden ze ervan? Van het gesprek maak je een verslag of presentatie.

1. Voorbereiding: - Kies met wie je het gesprek wilt voeren. Dit wordt je

gesprekspartner.- Maak een afspraak met je gesprekspartner.- Bedenk over welke onderdelen van donatie je het wilt hebben.- Schrijf op welke vragen je tijdens het gesprek wilt stellen. Onderaan

deze pagina staan voorbeeldvragen.- Bedenk of je het gesprek opneemt of dat je tijdens het gesprek

aantekeningen maakt.Voorbeeldvragen over het menselijk lichaam

- Wat is volgens jou een goede beschrijving van een orgaan? - Welke organen ken je?- Wat weet je over deze organen? - Wat is volgens jou een goede beschrijving van weefsel?- Welke weefsels ken je? - Wat weet je over deze weefsels? - Wat betekent ‘hersendood’?

Voorbeeldvragen over het Nederlandse Donatiesysteem

- Wat is een donor? - Wat betekent ‘geregistreerd staan als donor’?- Weet je hoe het donatiesysteem in Nederland geregeld is?- Weet je welke wensen je aan kunt geven op het donorformulier? - Kan iedereen donor zijn?

Voorbeeldvragen over persoonlijke mening

- Sta je zelf geregistreerd in het donorregister? Waarom wel/niet? - Wat vind je van het Nederlandse donatiesysteem? - Praat je wel eens met anderen over donatie. Waarom wel/niet?

Bedenk zelf nog minimaal twee andere vragen. Bijvoorbeeld over de leeftijd waarop je je in Nederland kunt inschrijven in het Donorregister, de wachtlijsten.Je kunt ook op www.donordenkers.nl bij de stellingen kijken voor onderwerpen.

Tips:

- Zorg dat je in een rustige omgeving bent

- Kijk je gesprekspartner aan

- Maak je gesprekspartner duidelijk dat je luistert

- Stel extra vragen als je niet zeker weet of je het antwoord goed begrijpt

- Zorg dat het een echt gesprek

2. Uitvoering- Bekijk je vragen nog een keer goed- Voer het gesprek. Maak tijdens het gesprek aantekeningen.

Aantekeningen gesprek

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

......................................................................................................

Opdracht 5: Eindopdracht: Ben jij voor of tegen orgaandonatie?

Je weet nu meer over orgaandonatie. Je gaat een reclameposter maken voor of tegen) orgaandonatie. Stap 1: Bedenk of jij voor of tegen orgaandonatie bent. Stap 2: Ontwerp een poster waarin jij aangeeft of jij (JA) vóór orgaandonatie bent of (NEE) tegen orgaandonatie. Laat in de poster minstens 1 reden zien waarom jij voor of tegen orgaandonatie bent. Hieronder staan een paar voorbeelden van posters.

Benodigdheden:

- Gekleurd papier- Potloden/stiften

Eisen:

- Werk netjes (teken dun met potlood, houd je papier netjes, strakke lijnen)

- Er is een reden voor orgaandonatie of een reden tegen orgaandonatie genoemd in de poster.

- De poster moet gaan over orgaandonatie

Beoordelingstabel:

Onvoldoende

0 punten

Voldoende

1 punt

Goed

2 punten

Opdracht 1: Donorkrant

5 of minder antwoorden ingevuld

6 van de 9 antwoorden zijn goed ingevuld

Alle antwoorden zijn goed ingevuld.

Opdracht 2:

Word je donor of niet?

De tabellen zijn niet ingevuld

De tabellen zijn voor de helft ingevuld

De tabellen zijn correct ingevuld.

Opdracht 3:

Spel

Geen spel gedaan Spel gedaan en heeft bewijs daarvan (prnt screen)

Spel gedaan + score genoteerd

Opdracht 4:

Donorgesprek

(Deze opdracht is niet verplicht)

Geen serieus gesprek gevoerd

Gesprek gedaan, niet verwerkt óf geen voorbereiding

Gesprek is goed voorbereid, afgenomen en resultaten opgeschreven.

Opdracht 5:

Eindopdracht

Geen poster of niet af

Poster is af, reden voor of tegen is niet duidelijk te zien.

Er is netjes getekend, er is een reden voor of tegen

orgaandonatie in de poster te zien