basiscompetentiesGOP

Naam cursist: Bo leyten………………………Vak: Omgaan met informatie Opdracht (nummer): 1Dit document is ook ingevuld door?

o een vriendo een familielid ( moeder)o een kennis

Datum: 7 september 2015……………………………

Basiscompetenties

1. Engagement: initiatief en verantwoordelijkheid Zich daadwerkelijk verbinden in zijn werk. e d c b a

Je bent iemand die vlug en graag initiatief neemt. (je weet van aanpakken)Toelichting (voorbeelden):

- Wanneer er op de Chiro een taak gedaan moet worden, zal ik meestal het initiatief nemen om aan de taak te beginnen en mensen bijeen te zoeken. - Wanneer mijn mama tot laat moet werken, zal ik het initiatief nemen om zelf iets te koken voor het hele gezin. Dat bespaart mijn mama stress en

brengt voor haar rust.

- Bo zal heel snel initiatief nemen om af te spreken met vriendinnen. - Enkele zondagen geleden heeft ze zelf het inititief genomen om de familie samen te roepen en een hele tapas namiddag te organiseren.

x x

Je bent iemand die zijn/haar verantwoordelijkheid opneemt. - Je bent stipt.- Je komt je afspraken na.- Je werkt iets af.

Toelichting (voorbeelden):

- Ik ben altijd op tijd. ik heb mijn gsm en zowel mijn horloge op mijn 5 verder staan. Zo kom ik altijd overal op tijd. Ik kan er zelf niet goed tegen als mensen ergens te laat aankomen.

- Zoals je uit het vorige voorbeeld kunt afleiden, kan ik er niet goed tegen dat mensen ergens te laat zijn. Dat wil ook zeggen dat ik mij heel sterk aan afspraken houd.

- ik krijg vaak te horen dat ik een heel verantwoordelijk iemand ben en dat ze altijd op mij kunnen rekenen. - ik werk altijd mijn taken volledig af. Ik krijg er stress van als ik weet dat iets maar half af is. ik werk graag iets volledig af, zodat ik er achteraf niet meer

aan hoef te denken.

- Wanneer Bo een taak krijgt van eender wie of wat, kunnen ze er vanuit gaan dat het zal gebeuren en dit voor de gewenste tijd.

xx

2. Communicatie: omgaan met assertiviteit en informatieAssertiviteit: onderneemt actie om mensen aan te spreken op basis van weldoordachte argumenten. Omgaan met informatie: mondeling en schriftelijk contact aangaan met cliënten, hun netwerk, collega’s en organisatie.

e d c b a

Je maakt uit eigen beweging contact met anderen.Toelichting (voorbeelden):

- ik durf niet goed de rekening te vragen in een restaurant of in een café- ik zal niet snel om hulp vragen. ik zal eerst alles alleen proberen en als ik merk dat het echt niet lukt, schakel ik pas hulp in. - ik ben een persoon met weinig zelfvertrouwen. Daarom heb ik het moeilijker om uit eigen initiatief contact te leggen met andere personen.

- Tijdens het aanschuiven bij de inschrijving, heeft de buurvrouw Bo aangesproken. Dan zal ze zeker ook terugpraten en zelf iets vragen. Als de buurvrouw zelf niets had gezegd, dan zal zij zelf ook geen initiatief genomen om iets te zeggen of te vragen.

x x

Je denkt 2X na voor je iets zegt. Toelichting (voorbeelden):

- ik wil nooit iemand kwetsen. Daarom denk ik altijd na voor ik iets zeg. ik probeer ook meestal een manier te zoeken dat iets niet grof of verkeerd overkomt.

- Als ik een mail naar iemand moet sturen, laat ik de mail altijd aan iemand anders lezen. Wanneer er dan zaken verkeerd zijn omschreven of niet goed is, dan pas ik dit aan.

- In het bijzijn van eigen gezinsleden/ familieleden zegt ze gewoon wat ze denkt. Maar ondergaat ze een belangrijk gesprek, denkt ze soms te lang na.

x x

Je kan je eigen gedachten en ideeën gemakkelijk mondeling meedelen aan anderen.Toelichting (voorbeelden):

- Wanneer ik een vergadering van de Chiro een idee heb of het niet eens ben met iets, dan zal ik dit zeker altijd meedelen. bv: Er moest op de chiro verschillende taken gebeuren. Er moest geschilderd worden en er moest onkruid uitgedaan worden. De meeste personen wouden gaan schilderen. Ik was het hier niet mee eens, dus heb ik voorgesteld om alles samen te doen. De anderen vonden mijn idee goed en zo was ook alles sneller klaar doordat we alles samen hebben gedaan.

- Mijn dochter geeft vaak haar eigen idee voor als ik niet weet wat ik moet klaarmaken voor het eten.

x x

Je kan je eigen gedachten en ideeën gemakkelijk op papier zetten. Toelichting (voorbeelden):

- Als ik voor de Chiro aan programma moet uitwerken en ik krijg op een bepaald moment een idee, dan schrijf ik dat altijd op. Ik hou ook al mijn ideeën bij, want misschien kunnen ze later nog aanbod komen.

- Tijdens het maken van haar kampprogramma voor haar leden, schrijft ze altijd eerst haar ideeën allemaal op, en daarna werkt ze ze pas uit.

xx

3. FlexibiliteitGedrag, benadering en/of denkwijze aanpassen bij onverwachte of wijzigende omstandigheden. e d c b a

Je kan je eigen handelen en ideeën aanpassen bij wijzigende situaties.Toelichting (voorbeelden):

- ik ben een heel flexibel persoon. Ik heb er geen problemen mee als ik mijn handelen voor iets of iemand moet aanpassen. - Tijdens speelpleinwerking stond op het programma dat we verschillende spelletjes buiten gingen spelen. Die dag was het heel slecht weer. Toen

hebben mijn medeleiding en ik ons programma van de volgende dag gedaan, want die spelletjes konden we binnen spelen. De volgende dag hebben we dan ons programma van de vorige dag gedaan.

- Als er afgesproken is om op een bepaald uur ergens te zijn en opeens wijzigt dit, dan zal ze alle moeite doen om toch op tijd te zijn.

xx

4. Kritische zinKan (zichzelf, zijn omgeving) de waarde van een bewering/feit, de haalbaarheid van een gesteld doel verifiëren vooraleer een mening te hebben/formuleren.

e d c b a

Je kan jezelf (je denken, je handelen) gemakkelijk in vraag stellen. Toelichting (voorbeelden):

- Tijdens mijn stage in het 6de middelbaar, moesten we 2 maanden lang elke dag een reflectie schijven. Dit moest telkens gaan over een situatie waarin jezelf handelde. Hier heb ik enorm geleerd om mijn eigen handelen in vraag te stellen.

- Tijdens mijn werk bij speelpleinwerking, heb ik bij het afsluiten van de dag altijd een evaluatiespel gedaan. Zo had ik een overzicht van hoe ze mijn handelen vonden en kon ik rekening houden met de werkpunten die ik kreeg.

- Als ons Bo voor het gezin gekookt heeft, dan vraagt ze meerdere keren of het goed was.

xx

Je stelt je omgeving regelmatig in vraag. Toelichting (voorbeelden):

- ik ben hier eigenlijk niet mee bezig. Ik ben eerder met mezelf bezig of alles wel goed verloopt. Ik heb meestal wel vertrouwen in de mensen van mijn omgeving.

- Bo vraagt geregeld aan haar vriendinnen of ze een rokje of een lange broek aandoen. Dit stelt ze geregeld in vraag.

x x

5. StressbestendigheidEen evenwicht vinden tussen draaglast en draagkracht. e d c b a

Je weet van jezelf welke factoren stress oproepen? Toelichting (voorbeelden):

- Er zijn maar uitzonderlijke momenten dat ik geen stress heb. Ik ben een persoon met een extreem hoog stressgehalte. Dit is soms heel negatief in mijn halen.

- stressfactoren: examens, de trein nemen, ergens op tijd zijn, presentatie vooraan de klas, …

- Wanneer ze haar theoretisch rijbewijs moest halen, was ze heel zenuwachtig. zaken waar ze voor moet presteren, is ze vaak wel heel zenuwachtig.

xx

Je kan uitingen van stress bij jezelf herkennen? Toelichting (voorbeelden):

- Tijdens de examens heb ik het meeste stress. Dan ben ik niet mezelf meer. bv: mijn mama zegt na de examens altijd dat ze blij is dat het gedaan is omdat ze me dan terug heeft. Ik verander helemaal tijdens de momenten dat ik stress heb.

- ik zeg heel weinig wanneer ik stress heb. - Ik val af als ik stress heb. - Mijn hartspier doet pijn als ik stress heb. - Ik slaap niet als ik stress heb.

- Als Bo stress heeft, dan is ze opvliegender. Ook kan ik het merken dat alles in tempo verhoogt. bv: snel door het huis lopen, sneller eten, …

xx

Je weet wat je kan doen tegen spanning en stress?Toelichting (voorbeelden):

- In situaties waarin ik echt stress heb, kan niks mij rustig maken. Er zijn wel bepaalde zaken die af en toe werken: - Als ik met mijn mama praat, kan ze me meestal een beetje tot rust brengen. - kaarsen laten branden- In de jacuzzi gaan- Gaan wandelen - Praten met mijn vriend

- Op het moment zelf, kan je haar best met rust laten en niet te veel tegen haar praten.

xx

6. Creativiteit en humorBrengt humoristische, nieuwe en vindingrijke invalshoeken/ideeën aan. e d c b a

Je hebt de nodige humor en kan deze aanwenden waar nodig.Toelichting (voorbeelden):

- ik krijg af en toe wel eens te horen dat ik altijd sfeer bijheb. - Er kwam pas op de Chiro iemand naar me toe en zei dat als ze zich slecht voelde en met mij had gepraat, dat ze zich altijd beter voelde. - ik hou er wel van om iemand beet te nemen of een grapje uit te halen.

- Bo bekijkt heel dikwijls de situaties langs de grappige en positieve kant. Ze heeft haar typische trekjes, die heel grappig zijn.

xx

Je bent creatief in het vinden van nieuwe invalshoeken /ideeën. Toelichting (voorbeelden):

- ik heb een hele goede app op mijn gsm, waar ik veel ideeën uit haal. Dit varieert van knutselen tot een kapsel in het haar. - Ik maak af en toe een nieuw spel. Hier bedoel ik mee dat het spel van te voren nog niet bestond en dat ik dit helemaal zelf heb uitgewerkt.

- Het aankleden van haar kot of haar kamer, veranderen geregeld. Dit komt doordat ze dan nieuwe ideeën opdoet.

x x

7. EmpathieZich inleven in de ervaring- en belevingswereld van de anderen en dit laten blijken. e d c b a

Je stelt belang in de gevoelens, behoeften, gedachten van anderen.Toelichting (voorbeelden):

- Ik ben enorm begaan met de gevoelens van anderen. ik heb het meestal door wanneer iemand zich minder goed voelt of als er iets op de maag ligt. Bv: In mijn vriendengroep had iemand problemen met haar vriend. Ik had dit gemerkt aan haar omdat ze heel stil was en omdat ze veel met haar gsm bezig was. ik had haar gezegd dat ik altijd wil luisteren. De volgende dag heeft ze een bericht naar mij gestuurd om af te spreken om te praten. Ik had die dag al iets gepland maar dat heb ik verzet, om toch met mijn vriendin te praten.

- Ik stel aan anderen altijd voor, dat als ze willen praten, dat ik altijd klaar sta om te praten en samen naar een oplossing te zoeken.

- We hebben pas een familielid verloren. Hoe moeilijk ze het dan zelf heeft, ze is heel erg begaan met de gevoelens van haar nicht. ( dochter van de overleden)

xx

8. Respect Waardering tonen in spreken en handelen t.a.v. zichzelf, de cliënt, het netwerk, de werkomgeving. e d c b a

Je accepteert de eigenheid van anderen. Je heb respect voor zijn of haar:- Tempo/ritme- Beperking- Mogelijkheden/talenten- Geslacht- Geaardheid- Geloof- Overtuiging/visie- …

Toelichting (voorbeelden):

- Ik heb een nonkel die ziek is (ALS) en hierdoor is zijn functioneren beperkt. Ik zorg voor hem wanneer hij bij ons thuis is. - Mijn broer valt voor hetzelfde geslacht en daar heb ik alle respect voor.

- Als iemand te veel van haar verschilt, van haar manier van doen, dan kan ze zich af en toe wel eens ergeren aan iemand.

x x

Je waardeert jezelf.Toelichting (voorbeelden):

- Doordat ik heel weinig zelfvertrouwen heb, waardeer ik mezelf niet zo veel. ik twijfel altijd over de dingen die ik doe en of ik het wel goed doe. - Ik moet veel bevestiging krijgen, voor ik zelf ga geloven dat ik iets goed heb gedaan. Bv: Wanneer ik de punten van mijn rapport krijg, dan zal ik

toegeven dat ik het goed heb gedaan. Vooraf zal ik nooit zeggen dat iets goed is gegaan.

- Bo zal nooit tegen haar zelf zeggen dat ze er goed uitziet.

xx

Je toont respect voor je eigen netwerk (omgeving/vrienden/familie/collega’s…)Toelichting (voorbeelden):

- ik vind het heel belangrijk dat ik de contacten met mijn omgeving onderhoud. Zo ga ik elke zondag naar mijn moeke na de Chiro. Door de week spring ik minstens een keer bij mijn andere moeke en voke binnen. Mijn vrienden zie ik elke vrijdag, want dan gaan we altijd samen iets drinken. Ik houd mij hier meestal aan, omdat ik mijn omgeving heel belangrijk vindt.

- Ze blijft zich interesseren in haar grootouders, ook al worden ze ouder en beginnen ze te dementeren.

x x

9. Denk-, leer- en redeneervermogene d c b a

Je bent iemand die graag nieuwe informatie, denkwijzen, benaderingen en vaardigheden verkent en verwerft.Toelichting (voorbeelden):

- Zaken die me interesseren, daar stel ik me graag voor open. Daar wil ik ervaringen van opdoen en veel informatie over hebben. Het negatieve punt van me is dat ik me niet genoeg open zet voor zaken die me minder interesseren. Bv: Ik zal niet snel een museum bezoeken, omdat het me niet echt aanspreekt. Ik zou heel graag veel stages doen, zodat ik met verschillende doelgroepen ervaringen kan opdoen.

- Ze heeft het moeilijk om haar vertrouwde omgeving los te laten. bv: veranderen van school. Maar ze staat aan de andere kant wel open voor nieuwe activiteiten te ontdekken voor de Chiro.

xx

10. OordeelsvermogenOp basis van grondige afweging van feiten en gegevens tot een onderbouwd standpunt komen. e d c b a

Schat de dagdagelijkse situatie in en neemt beslissingen waar nodig.Toelichting (voorbeelden):

- ik heb het heel moeilijk met beslissingen nemen. Beslissingen maken laat ik liever over aan anderen. - Bv: Als ik 2 mogelijkheden heb van kleren dat ik kan aandoe, dan kan het uren duren voor ik weet wat ik ga aandoen.

- We zijn pas op vakantie geweest. Zij is toen alleen thuis gebleven en was goed op de hoogte van de dagdagelijkse taken. Zo nam ze zelf de beslissing om rond 17:00u eten te maken.

x x

Bijkomende basiscompetentiese d c b a

Je kan je goed mondeling uitdrukken in het Nederlands.Toelichting (voorbeelden):

- Wanneer ik iets uitleg, dan is dit verstaanbaar.

- Ze spreekt mooi algemeen Nederlands en ze past zich aan in situaties.

xx

Je kan je goed schriftelijk uitdrukken in het Nederlands.

Toelichting (voorbeelden):

- ik maak mijn taken in het Nederlands. - ik schrijf mijn mails en berichten in het Nederlands en languit. Geen sms-taal.

- Wanneer ze een mail moet schrijven of een taak moet maken, dan kan ze gepaste woorden gebruiken en goed geformuleerde zinnen maken.

x x

Je bezit over de nodige computervaardigheden.Toelichting (voorbeelden):

- ik kan met word, power paint, macbook, gewone laptop, pc, … werken.

- Ze kan zelfstandig haar taken uitvoeren.

xx

Besluit: zelfbeeld: wat zijn mijn basiscompetenties?

Om te beginnen heb ik mijn eigen moeder aangesproken om aan deze taak mee te werken. Mijn mama kent mij het beste en ze staat het dichts bij mezelf. Ik was dus zelf ook benieuwd naar het resultaat.

Over het algemeen lopen onze scores heel gelijkwaardig. We hebben ongeveer het zelfde beeld over alles en kunnen dit dan ook aantonen met een voorbeeld of een verduidelijking van de competentie. Wat het meeste opvalt is dat we de zelfde gedachten hadden over de competentie van stressbestendigheid. Dit is dan ook een competentie die bij mij heel opvallend is en die mijn mama steeds van heel dicht meemaakt. Hier zijn dus duidelijk geen verschillen in de scores, want deze lopen heel gelijkwaardig.

Grote verschillen in onze scores, zijn er niet. Als ik bepaalde competenties bekijk, dan zie ik een klein verschil in onze scores. De competentie van kritische zin en meer specifiek ‘ je stelt je omgeving regelmatig in vraag’, daar was een klein verschil in onze scores. Mijn mama focust zich eerder op de momenten dat ze zelf meemaakt dat ik iets in vraag stel. Dit zijn vaak hele kleine momenten en hierbij heb ik telkens bevestiging nodig. Over het algemeen laat ik mijn omgeving meestal doen en denk ik hierbij niet te veel na.

Om de vraag te beantwoorden of ik de scores van mijn mama herken, kan ik hier zeker positief op antwoorden. We hebben het zelfde beeld over mezelf en dit kan je duidelijk herkennen in de scores die we allebei geven. We krijgen vaak te horen dat we heel hard op elkaar lijken, dus de scores zouden zowel voor mij als voor mijn mama passen.

Wanneer ik over mijn kwaliteiten spreek, dan gaat het vooral over empathie. Het valt mij enorm op dat ik heel begaan ben met anderen mensen en dat ik de anderen voorop zal zetten in de plaats van mezelf. Ik accepteer iedereen op zijn eigen manier. Niemand is een kopie van iemand anders en daarom zijn we allemaal uniek. We kunnen vaak van anderen die veel van ons verschillen, nog allerlei zaken bijleren. Daarom vind ik het belangrijk dat je eerst iedereen een kans geeft om de persoon te leren kennen in de plaats van allemaal vooroordelen te geven.

Zoals ik uit vele testen al heb afgeleid, is stress zeker een leerdoel voor mezelf. Ik kan heel slecht met stress overweg en dit is vaak negatief. Door mijn stress lukken bepaalde zaken niet of lopen ze niet zoals ik het had gepland. Ik weet zeker dat dit een leerdoel van me is en dat ik hier nog heel hard aan moet werken.

Als laatste zijn we gekomen aan een algemeen besluit. Ik beschik zowel over kwaliteiten die ik doorheen de jaren heb opgebouwd. Ook zijn er zeker leerdoelen, waar ik nog extra aan moet werken. Dit kan ik doen door ervaringen op te doen in verschillende doelgroepen en op verschillende plaatsen. Door mijn vroegere studies ben ik al enorm gegroeid als opvoeder - begeleider. Ik ben begonnen als een gewone leerling, die niks van de sector af wist. Nu kan ik zeker over bepaalde dingen vertellen die aanbod komen in de theorie en die gebruikt kunnen worden in de praktijk.

Als ik een doelgroep moet geven die het beste aansluit bij mijn kwaliteiten, dan spreek ik uit ervaring dat mensen met een licht tot matig verstandelijke beperking of een licht tot matig fysieke beperking het meest bij me passen. Ik heb ervaring gehad bij ernstig tot zwaar fysieke beperkingen, en dit was me zeker niet meegevallen. Ik heb een nonkel die zelf ernstig fysiek beperkt was, en dit was te confronterend voor me. Ik kan hier ook de link leggen met mijn weinig zelfvertrouwen. Doordat ik zelf niet zelfzeker in mijn schoenen sta, kan ik dit vertrouwen zeker nog niet overbrengen naar anderen.

Ik wil zowel in kwaliteiten als in mijn leerdoelen groeien. Ik wil het beste uit mezelf halen zodat ik met verschillende doelgroepen ervaringen kan opdoen en dit alleen maar mee in mijn rugzak kan steken.