· Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project...

53
1 Initiatiefnemer LOP SO Leuven: Stuurgroep Ris-K Samenwerkingsverband: Stad Leuven, Leuvense Scholengemeenschappen, CLB’s, Jeugdvormingswerk en voorzieningen BJB Eindrapport Ris-K - project Risicosituaties op school (SO) positief doen kantelen 2011-2013

Transcript of  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project...

Page 1:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

1

Initiatiefnemer LOP SO Leuven: Stuurgroep Ris-K

Samenwerkingsverband:Stad Leuven, Leuvense Scholengemeenschappen, CLB’s, Jeugdvormingswerk en voorzieningen BJB

Eindrapport

Ris-K - projectRisicosituaties op school (SO) positief doen kantelen

2011-2013

Laurent ThysJoost Lowyck Barbara Janssens

Page 2:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

2

Dankwoord

Het Ris-K- project van het LOP ontstond in 2010 vanuit een werkgroep om na te denken over problematische schoolloopbanen die leiden tot schooluitval en om en van daaruit actie te ondernemen. Met subsidie van het Stedenfonds Leuven is het project uitgevoerd in 6 deelnemende scholen met het grootste aantal risicojongeren, samen met de 2 CLB’s en 4 organisaties uit het jeugd- en welzijnswerk.

Het zijn vooral de leerlingbegeleiders en leerkrachten in de scholen, hun directies, de CLB-medewerkers en de deskundigen uit externe organisaties die het engagement hebben opgenomen voor jongeren in situaties met risico op schooluitval en die daarom oprechte waardering en dank verdienen. Velen onder hen hebben zich vaak vrijwillig vrijgemaakt om samen over de realisatie van het Ris-K project te reflecteren en suggesties voor verbetering aan te reiken. De inbreng van hun reële ervaringen betekende een grote meerwaarde voor het project.

Ook wie belangeloos verantwoordelijkheid heeft opgenomen in de Ris-K organisatie zijn veel dank verschuldigd en met name de contactpersonen voor Ris-K in de deelnemende organisaties en de leden van de Ris-K stuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen de leden van het dagelijks bestuur te worden vermeld: Mevr. Marina Steegmans (coördinerend directeur SGE Leuven), Dhr. Danny Pijls (coördinerend directeur KSLeuven), Dhr. Filip Mels (directeur VCLB) en Dhr. Georges Baeten (directeur CLB scholengroep 11, Leuven, Tienen, Landen). Samen met het projectteam vormden zij de kerngroep die het geheel ‘draaiende’ hield. Graag vullen we onze dank aan met verwijzing naar de medewerkers van Kessels & Smit. Hun sympathie en inzet voor het project waren een waardevolle ondersteuning.

Ten slotte gaat onze bijzondere dank uit naar Dhr. Mohamed Ridouani, Schepen van onderwijs, Leuven. Niet alleen werden door zijn toedoen middelen toegekend, maar vooral waren zijn blijvend vertrouwen en gedeeld engagement van onschatbare waarde voor het project.

Door de inzet van allen kan het Ris-K- project worden voortgezet om de positieve effecten ervan stevig te verankeren in het onderwijs- en welzijnslandschap.

Het projectteam

Thys Laurent, projectcoördinatorBarbara Janssens LOP- deskundige SOJoost Lowyck voorzitter Ris-K

Page 3:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

3

Inhoudstafel

1. Voorstelling van het Ris-K project Pag.41.1. Ontstaan1.2. Algemene beschrijving van het project1.2.1. Het Ris-K project: toelichting bij de projecttitel1.2.2. Missie/visie/doel van het Ris-K project1.2.3. Deelnemende scholen en betrokken externe instantie1.2.4. Geplande acties van het Ris-K project1.2.5. Operationeel aspect van het Ris-K project1.3. Beschrijving van de projectluiken1.3.1. Curatief: het systeem van rugzakfinanciering1.3.2. Preventief: van training naar vorming van leerkrachten1.3.3. Beleidsgericht: slotconferentie

2. Resultaten van het Ris-K project Pag. 142.1. Rugzakfinanciering2.1.1. Aard en aantallen2.1.2. Evaluatie van het curatieve luik vanuit de dossieranalyses 2.1.3. Evaluatie van het curatieve luik vanuit het waarderend onderzoek2.1.4. Evaluatie van het curatieve luik vanuit de SWOT- analyse.2.2. Preventieve acties2.2.1. Vooronderzoek naar factoren die ‘er-toe-doen’ bij het herstel van

een positieve verbinding met de school: waarderende interviews2.2.2. Conclusies bij vormingsdag ‘Strategisch omgaan met

regel- en normoverschrijdend gedrag 2.2.3. Besluiten

3. Toekomstperspectieven Pag. 283.1. Ontwerp van een ‘model’ voor oplossingsgericht samenwerken3.2. Aanzetten voor een schoolgericht preventief beleid

4. Slotconferentie Ris-K 18-02-2014 Pag. 304.1. Situering en programma4.2. Adviezen voor de toekomst van Ris-K Engagementen van

de verschillende stakeholders voor verdere Ris-K werking4.3. Evaluatie van de slotconferentie

5. Algemeen besluit Pag. 34

Page 4:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

4

1. Voorstelling van het Ris-K project

1.1. Ontstaan

Binnen het Lokaal Overlegplatform Leuven Secundair Onderwijs (LOP Leuven SO) ontstond in de loop van het werkjaar 2010-2011 het idee om, in lijn met het in 2008 ondertekende Charter ‘Gezamenlijk engagement voor definitief uitgesloten leerlingen’, effectieve actie te ondernemen voor het verhogen van de onderwijskansen van maatschappelijk kwetsbare jongeren. Daartoe werd een ‘Werkgroep Risicojongeren in het SO’ opgericht. Deze richtte zich vrij snel op de problematiek van jongeren in het secundair onderwijs die, omwille van problemen met interacties op school, afhaken of verdwijnen uit de richting of afdeling waarvoor ze gekozen hebben. Later lag de focus meer specifiek op de groep die definitief dreigt af te haken en dus naar alle waarschijnlijkheid zonder perspectief op een diploma of kwalificatie. Voor jongeren die zich in een kwetsbare of fragiele relatie met de school bevinden beoogde het LOP innoverende en inspirerende acties voor verdere samenwerking tussen de partners.

Deze intentie kreeg in de loop van het tweede trimester 2010-2011 concretisering in de vorm van de projectaanvraag ‘Jongeren met risicogedrag: op zoek naar een vernieuwende preventieve en curatieve aanpak’ (zie bijlage 1 *). Daarin worden uitgangspunten, doelstellingen en acties uitgeschreven, evenals timing (september 2011- december 2013) en ontwerp van begroting (30.000€ op jaarbasis). Op basis van deze projectaanvraag heeft de Stad Leuven via de vzw Stedenfonds voor het LOP Leuven SO de nodige financiële middelen te beschikking gesteld.

1.2. Algemene beschrijving van het project

1.2.1. Het Ris-K project: toelichting bij de projecttitel

Het project kreeg de naam: Ris-K: ‘Risico Situaties op School Positief doen Kantelen’. Ieder woord is bewust gekozen. Ris-K spreekt niet over risicojongeren maar over risicosituaties of problematische situaties op school met dreigende schooluitval. Het gaat bij Ris-K immers prioritair om “fout” lopende interacties met het moeilijke gedrag van jongeren op school en het onvermogen om daarmee om te gaan. Beide aspecten bepalen de situatie als risicovol. Het actieterrein is de school. ‘Op school’ heeft een dubbel perspectief. Het gaat immers om situaties die dreigen fout te lopen ‘op school’ en het is ‘op school’ dat gezocht wordt hoe deze situatie positief ‘gekeerd’ kan worden. De woorden ‘positief’ en ‘kantelen’ ten slotte hebben eveneens een specifieke betekenis. Positief verwijst naar een waarderende benadering die Ris-K in alle acties hanteert en ’kantelen’ staat voor ‘oplossingsgericht werken’.

1.2.2. Missie/visie/doel van het Ris-K project

Ris-K wil ertoe bijdragen dat jongeren, ook de meest kwetsbaren onder hen, hun recht op leren blijvend kunnen realiseren. Daartoe wil Ris-K Leuvense scholen ondersteunen om met

Zie bijlage 1 *: alle bijlagen zijn te consulteren op www.lop.be /Leuven/SO/Ris.K/Eindrapport Ris.K 1

Page 5:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

5

elke leerling een positieve leef- en leeromgeving op te bouwen die alle kansen biedt voor een zinvolle en succesrijke schoolloopbaan. Ris-K richt zich daarbij in eerste instantie op scholen met veel leerlingen uit maatschappelijk kwetsbare middens (indicatorleerlingen).Het doel is om voor deze scholen bijkomende middelen en begeleiding te voorzien bij hun zoektocht naar hoe ze problematische situaties op school, die kunnen leiden tot afhaken of uitsluiten, positief kunnen aanpakken en liefst nog kunnen voorkomen.Ris-K plaatst zich daarbij in het verlengde van de time-out projecten en van het Netwerk leerrecht om jongeren die op school in een ‘onhoudbare’ probleemsituatie zijn terecht gekomen, tijdelijk in een leercontext buiten de school te begeleiden. Ris-K doet daartoe een beroep op schoolexterne educatieve begeleiding om met interne leerlingbegeleiders, CLB-medewerkers en leerkrachten op school te zoeken naar een positieve kanteling van problematische situaties. Het project wil aan deze schoolexterne initiatieven een soort van ‘out-reach’ component toevoegen: in plaats van de jongeren in een risicosituatie naar de schoolexternen te verwijzen, gaan deze naar de jongeren toe, op school. We geloven samen met de school, de time-out projecten en het Netwerk leerrecht, dat in iedere jongere een verlangen tot leren en ontwikkelen leeft en dat iedere jongere zoekt of vraagt om daarop te worden aangesproken. Voor sommigen onder hen is deze dynamiek om een of andere reden verstoord, geblokkeerd of verloren gegaan. Het is dan ook een grote uitdaging om met elkaar (school, CLB, jeugdvormingswerk, jongerenwelzijn, jeugdhulpverlening) samen te werken om de jongeren opnieuw in beweging te brengen door hen een leef- en leercontext te bieden die ze in staat stelt een ‘eigen levensproject’ te definiëren en te realiseren.

1.2.3. Deelnemende scholen en betrokken schoolexterne diensten

Ris-K richt zich op de scholen met veel leerlingen uit maatschappelijk kwetsbare middens. Om deze scholen te selecteren en aan te spreken voor deelname aan het project werd het percentage leerlingen met GOK-indicator als criterium gebruikt.(Voor GOK- indicatoren, zie: http://www.ond.vlaanderen.be/gok/ondersteuning/ )

6 Scholen kwamen daarbij in aanmerking:

4 Scholen uit de Katholieke Scholengemeenschap Leuven (KSLeuven):1) Sint-Jozefsinstituut Kessel-Lo, Jozef Peirrestraat 56, 3010 Kessel-Lo; 2) Vrij Technisch Instituut Leuven, Dekenstraat 3, 3000 Leuven; 3) Miniemeninstituut, Diestsestraat 163, 3000 Leuven; 4) Don Bosco Groenveld, Groenveldstraat 14, 3001 Heverlee.

2 Scholen uit het gemeenschapsonderwijs (GO!)5) De Wijnpers, Mechelsevest 72, 3000 Leuven; 6) Redingenhof, Redingenstraat 90, 3000 Leuven.

Om voor de scholen een ondersteuningsaanbod uit te werken werd in eerste instantie een beroep gedaan op de time-out aanbieders:

- Koïnoor, Schapenstraat 13, 3000 Leuven; - Arktos, Glasblazerijstraat 57, 3000 Leuven;

Page 6:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

6

- Netwerk leerrecht Leuven. Schapenstraat 13, 3000 Leuven. Meer informatie over deze organisaties is te vinden op www.meldpuntsi.beLater kwamen daar in functie van teamcoaching ACHT (Agressie Conflict Hantering en Training) en nog een onderdeel van de ‘expertisecel Jeugdhulpverlening’ van departement SAW van KHLim bij.

1.2.4. Geplande acties van Ris-K

Ris-K ontwikkelt acties op drie gebieden: 1) Curatie of opvang en begeleiding van jongeren die zich effectief in een problematische situatie bevinden en waarbij schooluitval dreigt (curatief luik);2) Preventie of beleid op school, gericht op het tijdig aanpakken of voorkomen van dergelijke situaties (preventief luik);3) Regionaal beleid met relevante regionale stakeholders (beleidsgericht luik).

Ieder luik wordt hierna kort toegelicht. De concrete uitwerking ervan wordt beschreven in punt 1.3.

Curatief luik

In dit luik situeert zich de ‘Rugzakfinanciering’. De deelnemende scholen kunnen via dit systeem financiële middelen verkrijgen voor bijkomende hulp en/of ondersteuning bij probleemsituaties op school met dreigende schooluitval. Het is de Cel leerlingenbegeleiding waartoe ook de CLB-medewerkers behoren, die de aanvraag doet. Bijkomende hulp of ondersteuning kan gezocht worden bij schoolexterne instanties met de nodige expertise in het werken met zeer kwetsbare jongeren. Onder meer de voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand, jeugdvormingswerk en jeugdhulpverlening komen daarvoor in aanmerking. Het betrekken van deze externe diensten voor begeleiding op school dient op termijn te leiden tot het versterken van zowel de begeleidingskracht van school en CLB als de samenwerking tussen schoolinterne begeleiding en schoolexterne diensten. Het Ris-K project beoogt eveneens om de concrete samenwerking met alle betrokkenen die zich richten op jongeren voor wie een breuk met de school dreigt, te evalueren. Zo worden inzichten verzameld over werkzame factoren en positieve praktijken die voor de toekomst inspirerend kunnen zijn.

Preventief luik

Ris-K wil inzetten op preventie. Daartoe wordt aan de deelnemende scholen, de CLB’s en de medewerkers van schoolexterne diensten een trainingsprogramma aangeboden in de methodiek van het waarderend organiseren. Deze training wil de school ondersteunen bij het ontwerpen en uitvoeren van schooleigen acties voor preventie van schooluitval. Uitgangspunt is het ‘waarderend onderzoek’ naar wat op school al positief bijdraagt aan het tot stand brengen, behouden of herstellen van een zinvol schools perspectief en meer bepaald bij jongeren met een ‘fragiele’ verbinding met de school. Op basis van dit onderzoek naar ‘eigen krachten’ kunnen scholen dan, met steun vanuit het Ris-K samenwerkingsverband, een preventief beleid ontwikkelen voor het verder uitwerken en versterken van positieve praktijken.

Page 7:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

7

Beleidsgericht luik

Van bij het begin had Ris-K de intentie om opgedane ervaringen te delen met het brede regionale veld van betrokken stakeholders. Naast de informatie over Ris-K die in de loop van het project wordt verstrekt aan diverse instanties, organiseert Ris-K als afsluiting van het project een slotconferentie. Deze conferentie is open voor vertegenwoordigers uit de relevante stakeholdersgroepen om ideeën, inspiratie, energie, engagement en verbinding te genereren waarmee scholen verder aan de slag kunnen om schooluitval tegen te gaan.

1.2.5. Operationeel aspect van het Ris-K project

Stuurgroep en dagelijks bestuur

Ris-K is een project van het LOP Leuven SO. Om het project te managen is een Ris-K stuurgroep samengesteld bestaande uit:

- De voorzitter van het LOP Leuven SO (Joost Lowyck) die deze taak vanaf 2013 verder opneemt in naam van de nieuwe voorzitter Jos Vaesen;

- De leden van het projectteam: Laurent Thys, projectcoördinator en Barbara Janssens, deskundig ondersteuner LOP;

- 2 vertegenwoordigers uit elke scholengemeenschap: de Katholieke Scholengemeenschap Leuven ‘KSLeuven’ en Scholengemeenschap GO! groep 11. De vertegenwoordiging bestond uit de coördinerend directeurs (Codi’s) Danny Pijls en Marina Steegmans, en 2 afgevaardigde directies uit de deelnemende scholen: Greet Cauwenberghs, adjunct directeur Miniemeninstituut en Inge Roggen, adjunct directeur Redingenhof;

- 2 directies van de Centra voor leerlingenbegeleiding: voor VCLB Leuven Filip Mels en voor CLB GO! Leuven-Tienen-Landen Georges Baeten;

- 2 vertegenwoordigers van schoolexterne partners: Marie Thérèse Michels van Koïnoor en Dirk De Rijdt van Arktos;

- 1 vertegenwoordiger van de stad Leuven: Daniëlla Descamps.

Deze stuurgroep vergaderde 5 keer per projectjaar onder wisselend voorzitterschap van één van de Codi’s. De stuurgroep werd voorbereid door het Dagelijks bestuur bestaande uit voorzitter, resp. plaatsvervanger van het LOP, de 2 coördinerend directeurs, de directeur van VCLB in zijn functie van projecthouder (zie verder: financieel beheer) en het projectteam.

Projectteam

De leiding en uitvoering van het project was in handen van Laurent Thys, ondersteund door Barbara Janssens. Voor bepaalde deelopdrachten, zoals het geven van vorming of training en het organiseren van de slotconferentie schakelde Ris-K een externe procesconsultant en een stagiaire KU Leuven.

Contactpersonen van de deelnemende scholen

Page 8:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

8

Voor iedere school werd een contactpersoon Ris-K aangeduid: Els Lammens (VTI), Kathleen De Goignies of Wim Hanssens (Don Bosco, Groenveld), Kathleen Organe (Sint Jozefinstituut), Greet Cauwenbergs (Miniemeninstituut), Inge Roggen (Redingenhof) en Wim Notebaert (De Wijnpers). Deze contactpersonen verzorgden de doorstroming van Ris-K informatie naar hun scholen. Ze zijn eveneens geconsulteerd voor belangrijke strategische beslissingen, zoals de verderzetting van het project en ze worden desgevallend uitgenodigd bij het overleg met de stuurgroep.

Werkproces

De stuurgroep Ris-K bespreekt alle voorstellen van het projectteam en het dagelijks bestuur, toetst deze en beslist over de uitvoering ervan. In de loop van het project werden belangrijke bijsturingen van de oorspronkelijke plannen doorgevoerd omwille van de afstemming van de ambities met de dagelijkse realiteit in de verschillende scholen en de medewerkende schoolexterne organisaties. Immers, bij Ris-K zijn vele partijen betrokken die regelmatig hun intenties, mogelijkheden en grenzen moeten bepalen om de nodige energie en ruimte voor Ris-K acties vrij te maken.

Financieel beheer

Het VCLB Leuven was bereid om als penvoerende instantie op te treden. Dit impliceert het beheer van de ter beschikking gestelde middelen en de verantwoording van de werking ten aanzien van de subsidieverstrekker.

Verantwoording naar de Stad toe

Voor ieder werkjaar werd een inhoudelijk en financieel jaarverslag overgemaakt aan de vzw Stedenfonds.

Communicatie

Over het verloop van Ris-K werd langs diverse kanalen en aan verschillende groepen geregeld informatie verstrekt, zoals op de jaarlijkse Algemene vergadering van het LOP Leuven SO, op de bijeenkomsten van directies (KSLeuven) en de werkgroep ‘Uit de schoolse boot’. Via hun vertegenwoordigers werden directies en interne leerlingenbegeleiders van de beide scholengemeenschappen op de hoogte gehouden en ook de CLB-teams konden zo de Ris-K werkzaamheden volgen. Tot slot bestond de mogelijkheid om zich te informeren via de website van LOP Leuven SO en (tijdelijk ook) via de eigen website: www.ris-k.be

1.3. Beschrijving van de projectluiken

1.3.1. Curatief: het systeem van rugzakfinanciering

Het systeem ‘rugzakfinanciering’ werd in de loop van het project uitgebouwd en verder geperfectioneerd. Hierna wordt de concrete aanpak beschreven.

Aanbod van bijkomende ondersteuning in het kader van Ris- K (zie bijlage 2: Fiches Ris- K )

Page 9:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

9

De deelnemende scholen konden voor bijkomende ondersteuning een beroep doen op 3 (later 4) vormen of modules van bijkomende ondersteuning die in het kader van Ris-K precies werden omschreven.Bij een eerste vorm, de module van de co-begeleider, kan de school een beroep doen op bijkomende begeleiders uit Koïnoor (jongerenwelzijn). Het is de bedoeling dat deze externe begeleider met de school en in samenspraak met de ouders en de leerling op zoek gaat naar (herstel van) een werkbare verbinding op school. Klasgroepinterventie is een tweede module die binnen Ris-K geactiveerd kan worden. Hiervoor stellen begeleiders van Arktos (jeugdvormingswerk) zich ter beschikking. Zij werken in overleg met de leerlingen en de leerkrachten (voornamelijk de klastitularis) aan het keren van negatieve klasgroepdynamiek, ten minste voor zover deze aan de basis ligt van dreigend afhaken van een of meerdere leerlingen uit de klas. In de derde module stelt het Netwerk leerrecht de methodiek van de Ronde tafels ter beschikking. Alle betrokkenen worden door een externe mediator van het Netwerk samengebracht met het oog op het vinden van een gezamenlijke probleemformulering en het activeren van de aanwezige krachten om tot een oplossing te komen. Deze Ronde tafels worden minstens 3 keer ‘gezet’ in functie van opvolging en afronding. De vierde module, team coaching, wordt aangeboden door ACHT voor scholen die met LSCI werken. Hier gaat het om het ondersteunen van de bij de probleemsituatie betrokken leerkrachten, interne leerlingbegeleiders en CLB-medewerkers bij het zoeken naar oplossingen, zonder dat met de leerling zelf aan de slag wordt gegaan.

De school kan maximaal voor 3 cases per kalenderjaar een beroep doen op één van de vier modules. Iedere case wordt met een gezamenlijk terug- en vooruitblikmoment afgesloten. Voor iedere module werd een Fiche Ris-K uitgeschreven waarin de organisatie zich voorstelt, het aanbod binnen het kader van Ris-K formuleert en aangeeft op welke wijze contact kan worden opgenomen.

Financiering van de ondersteuning

Iedere organisatie die ondersteuning aanbiedt heeft recht op een vergoeding van maximaal 1000€ per case (rugzak). Voor dit bedrag kan de school rekenen op een ondersteuning van ongeveer 25 uur effectieve interventie. Indien de interventietijd minder is, wordt een vergoeding a rato van het gepresteerde werk overgemaakt. Indien voor één case meerdere ‘modules’ worden ingezet mag het maximum van 1000€ voor alle interventies samen niet worden overschreden. Tot slot wordt de vergoeding in 2 keer uitbetaald. Na de intake heeft de aangesproken organisatie recht op een vergoeding van 200€. Het resterende bedrag van 800€ wordt overgemaakt na het afsluiten van het begeleidingstraject.

Informatie aan de scholen over bijkomende ondersteuning via de Open markt

De school wordt in eerste instantie over het aanbod ingelicht op de “Open markt’ die bij de start van ieder schooljaar wordt georganiseerd. Medewerkers van de 6 deelnemende scholen (interne leerlingenbegeleiders en/of directies, CLB-medewerkers verbonden aan deze scholen en verantwoordelijken/begeleiders van de aanbiedende organisaties) komen samen om het aanbod inhoudelijk en qua procedure te bespreken. Zo mogelijk kan het

Page 10:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

10

aanbod bij de start van ieder nieuw schooljaar worden gewijzigd of uitgebreid. De term ‘open markt’ drukt uit dat het de intentie is van Ris-K om blijvend te zoeken naar effectieve ondersteuningsmodules vanuit Welzijn voor Onderwijs. Deze ‘open’ opstelling heeft er ten andere toe geleid dat het Centrum Leerzorg Leuven (zie www.clzleuven.be) het eigen aanbod heeft kunnen voorstellen aan de deelnemende Ris-K scholen. Dit centrum biedt vanuit het Buitengewoon onderwijs ondersteuning aan de scholen voor het uitbouwen van aangepaste leertrajecten voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Zo ontstaan mogelijkheden voor combinatietrajecten Ris-K - CLZ. De wijze waarop de scholen bijkomende ondersteuning kunnen aanspreken: de aanmelding (zie Bijlage 3: Procedure verloop van aanvraag)

Vooreerst moet duidelijk gemaakt worden dat de scholen niet ongelimiteerd een beroep kunnen doen op bijkomende ondersteuning vanuit Ris-K. Het project voorziet per kalenderjaar en per school een beperkt aantal ‘rugzakken’. In 2011 (september-december) kon iedere school voor 1 leerling in een probleemsituatie een Ris-K dossier opstarten, voor 2012 en 2013 waren dat 3 à 4 leerlingen per school. Het voorziene totale budget voor de ‘rugzakken’ tijdens de projectperiode was 43000€. In het deel over de bereikte resultaten (2.1) zal worden aangegeven hoeveel er effectief werden gebruikt. Iedere aanvraag vindt plaats na bespreking op de Cel leerlingbegeleiding, waaraan ook de CLB-medewerker deelneemt om, in overleg met de betrokken leerling en zijn ouders/opvoeders, te bepalen welke begeleiding het meest aangewezen is. Dat past bij de ‘waarderende en oplossingsgerichte’ samenwerking met de nadruk op het samen denken en werken van alle betrokkenen, dus ook de leerling, Door deze open en onderzoekende houding kan ieder in zijn of haar rol blijven. Om een Ris-K dossier op te starten moet door de school een aanvraagformulier: Bijkomende Ondersteuning Ris-K (downloaden op: www.lop.be/leuvenSO/RIS-K/standaardformulieren) worden ingevuld. Dit formulier wordt in functie van opvolging en registratie toegezonden aan de projectcoördinator die het vervolgens overmaakt aan de organisatie die de ‘ondersteuningsmodule’ aanbiedt. Het is de externe instantie waaraan de school het ‘probleem’ meldt en die uitzoekt welke hulp nodig is. Ris-K kiest er expliciet voor om wie direct betrokken zijn bij de problematische situatie te laten beslissen over wat nodig wordt geacht.

Opstart van de samenwerking school- externe begeleider: Intake

Nadat de aanmelding of de ondersteuningsvraag bij de aanbieders is toegekomen wordt binnen de week (idealiter) een afspraak gemaakt in functie van een ‘intake’. Hier wordt nagegaan of en hoe de samenwerking zal worden opgezet. Zodra daarover duidelijkheid is en er een akkoord tot stand is gekomen, wordt door de aanbieder de ‘overeenkomst voor Ris-K interventie’ (www.lop.be/ LOP Leuven/Secundair onderwijs/ Ris.K) in drievoud opgemaakt, waarbij 1 exemplaar gestuurd wordt naar de projectcoördinator in functie van de uitbetaling van de eerste schijf. Het kan gebeuren dat na de intake besloten wordt om geen begeleidingstraject vanuit de aangesproken organisatie op te starten. In dat geval ontvangt deze de intakevergoeding en meldt de school, indien nodig, de case aan voor een interventie vanuit een andere Ris-K aanbieder. Voor de tweede aanbieder is dan nog slechts 800€ beschikbaar.

Page 11:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

11

Opvolging en afsluiting van de samenwerking

Aansluitend op de intake wordt een tijdelijk samenwerkingsverband rond en met de leerling opgebouwd vanuit een waarderende en oplossingsgerichte benadering met het oog op het behouden en/of herstellen van de ‘verbroken’ verbinding met de school. Daardoor kan het perspectief voor het verder zetten van de schoolloopbaan, ten minste tot het einde van het schooljaar, worden opengehouden.Van de interventies en de acties binnen deze samenwerking wordt een verslag gemaakt met behulp van het ‘opvolgdocument’ (www.lop.be/ LOP Leuven/Secundair onderwijs/ Ris.K). Bij de afsluiting of het beëindigen van de samenwerking wordt vanuit Ris-K een afrondingsgesprek (debriefing) gevraagd waarop alle partijen aanwezig zijn. De kans wordt geboden om te communiceren wat de samenwerking heeft betekend en hoe de verdere toekomst er uitziet. Dit laatste punt in de werking is niet steeds in uitvoering kunnen gaan, vooral omwille van tijdgebrek. Er zijn wel evaluaties opgemaakt door de aanbieders in functie van een eventuele effectevaluatie.

Reflectie op de samenwerking in het kader van de rugzakfinanciering.

De deelnemers aan het Ris-K project engageerden zich om te participeren aan gezamenlijke reflectiemomenten. Op einde van het eerste schooljaar 2011-2012 organiseerde Ris-K een reflectiemoment onder begeleiding van Luk Dewulf en Peter Beschuyt (Kessels & Smit). Samen werd via de methodiek van de waarderende benadering (appreciative inquiry) op zoek gegaan naar ervaringen in de samenwerking die als sterk, positief en effectief werden beleefd ( zie verder 2.1.3)

1.3.2. Preventief: van training naar vorming van leerkrachten

Door het mogelijk maken van samenwerkingsverbanden tussen school en jongerenwelzijn of jeugdwerk via de rugzakfinanciering, wordt afhaken, schooluitval of verdwijnen van het schools perspectief voor een jongere voorkomen. Meestal leiden de Ris-K interventies tot het vasthouden van de jongere tot minstens het einde van het schooljaar, waardoor een breuk onderweg wordt voorkomen met kans op een betere start in het volgende schooljaar. Door aan de Ris-K dossiers stelselmatig evaluaties en, vanuit een waarderend perspectief momenten van reflectie en vorming te koppelen, wordt het proces van expertise-uitwisseling tussen school en jongerenwelzijn ondersteund en worden leerplatforms gevormd die de begeleidingskracht van de school vergroten. Scholen zullen daardoor in de toekomst beter in staat zijn om op een effectieve en niet escalerende manier om te gaan met problematische schoolsituaties. Hierna wordt verslag gedaan van een aantal initiatieven die de preventie kunnen optimaliseren.

Onderzoek naar ‘factoren’ die het positief doen kantelen van problematische schoolsituaties met dreigende schooluitval bepalen

Bij 10 actoren (1 leerling, 1 ouder, 2 leerkrachten, 2 CLB-medewerkers, 2 leerlingbegeleiders en 2 medewerkers van de schoolexterne diensten) werd een intensief waarderend interview afgenomen door een medewerker van Kessels & Smit. Iedere actor was betrokken bij een

Page 12:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

12

problematische situatie rond of met een jongere op school met toch een positief resultaat. Bij alle interviews werd gefocust op de factoren die deze positieve kanteling hebben mogelijk gemaakt. De centrale onderzoeksvraag was ‘Welke elementen zorgen ervoor dat een jongere die dreigt af te haken opnieuw aansluiting kan vinden bij het onderwijs?’Dit onderzoek beoogde die factoren te ontdekken waarop scholen kunnen inzetten in het kader van hun preventiebeleid rond vroegtijdige schooluitval. Uitgangspunt was de volgende stelling: ‘Als we kunnen ontdekken welke de herstellende factoren zijn, kunnen we daarop inzetten om op het ontstaan van ‘breuken” te anticiperen’. De uiteindelijke bedoeling van Ris-K was om met iedere school verder uit te zoeken hoe daar schoolintern werk van gemaakt kan worden.Van dit onderzoek werd een verslag opgemaakt (zie bijlage 4: Ris-K Rapport Vooronderzoek 05/03/2012).

Een kritische evaluatie leidt tot de volgende conclusies:

- De methodiek van het waarderend interview, en meer in het algemeen van de waarderende benadering, levert waardevolle inzichten op.

- De kantelfactoren die ‘ontdekt’ werden zijn te ruim en te algemeen omschreven om daarmee op concreet schoolniveau aan de slag te gaan.

- De inzichten kunnen wel verder getoetst en geconcretiseerd worden tijdens de reflecties op de ervaringen die de deelnemers zelf hebben opgedaan in de samenwerking rond concrete Ris-K dossiers.

Op basis van deze conclusies werd voor het preventieve luik een nieuwe ‘insteek’ gezocht met het trainingsprogramma ‘Ris-Kantelen’.

Het trainingsprogramma Ris-Kantelen (Bijlage 5)Kort samengevat komt het project Ris-Kantelen erop neer dat aan 3 tot 4 begeleiders, waaronder de CLB–medewerker uit iedere deelnemende school, samen met de geïnteresseerde partners uit welzijn, in de loop van oktober 2012 een residentiële tweedaagse training in waarderend organiseren en waarderend coachen werd aangeboden met aansluitend een opvolg- of terugkomdag evenals 4 intervisiemomenten gespreid over de projectperiode. Zo wil Ris-K de school helpen om een schooleigen veranderingstraject uit te werken en dit te implementeren voor preventie van schooluitval. Een bijkomend doel was om, naast deze schoolinterne ‘task force’, een school overstijgend leernetwerk te doen ontstaan om concrete preventieve acties op school naar de toekomst toe te initiëren en op te volgen.Het ontwerpen van dit trainingsprogramma vond plaats in nauwe samenwerking met René Bouwen, prof. emeritus Arbeid- en organisatiepsychologie KU Leuven en expert in de methodiek van de ‘waarderende benadering’ en met Sven De Weerdt, docent Postacademisch programma Human Resources Management aan de UHasselt.Om dit bijkomend initiatief te financieren werd een aanvraag ingediend bij de Provincie Vlaams-Brabant, Dienst Onderwijs: ‘Provinciale subsidie innovatieve onderwijsflankerende projecten’. Op deze aanvraag kreeg Ris-K evenwel geen positief antwoord. Een alternatieve piste om een afgeslankte versie van de voorstel te financieren vanuit de nascholingsmiddelen van de scholen bleek eveneens niet haalbaar. Daarenboven merkten veel scholen op dat het

Page 13:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

13

moeilijk is om enkele begeleiders twee volle dagen –in residentiële formule- op korte termijn vrij te roosteren. Er waren dus te weinig scholen (slechts 2) die hun deelname konden bevestigen om het programma te laten doorgaan.

Vormingsdag voor leerkrachten

De moeilijkheden met het aanbieden van een training betekende niet dat er slechts een beperkte interesse voor een preventieve aanpak bestond. Zowel tijdens de evaluatiesessies als bij SWOT-analyses kwam duidelijk naar voren dat vorming van klasleerkrachten voor duurzame oplossingen essentieel is. Daarom werd besloten om alsnog voor een aantal leerkrachten per school een vormingsdag te organiseren. Uiteindelijk werd het een programma van 3 halve dagen rond het thema ‘Strategisch omgaan met regel- en norm overschrijdend gedrag’ begeleid door Geert Stroobant (zie: Vormingsaanbod Ris-K in bijlage 6)

21 Deelnemers schreven zich in. Iedere deelnemende school was vertegenwoordigd door minstens een leerkracht, een interne leerlingenbegeleider en een CLB-medewerker.

1.3.3. Beleidsgericht: slotconferentie

Van de meet af aan was het de bedoeling om over de resultaten van het Ris-K project te communiceren met de brede groep van regionale stakeholders. Deze intentie werd geconcretiseerd in de vorm van een ‘Slotconferentie’.

Aanvraag subsidies

Voor de organisatie van de slotconferentie dienden extra middelen te worden gezocht. Deze actie viel immers buiten de begroting van de stad Leuven via de vzw Stedenfonds. Voor deze extra financiering werd een aanvraag ingediend bij de Koning Boudewijn Stichting ING–Mecenaatsfonds. Het KBS ING- Mecenaatsfonds reageerde positief en stelde Ris-K hiervoor een budget van 10 000€ ter beschikking.

Voorbereiding van de conferentie

Bij de voorbereiding van de slotconferentie werden in 2013 verschillende stappen gezet onder leiding van de projectcoördinatie en met medewerking van Kessels & Smit:

- videomontage met getuigenissen van medewerkers en jongeren over de betekenis van Ris-K door Stefanie, stagiaire Kessels & Smit (februari);

- brainstorm over de inhoud en vorm van de slotconferentie op de stuurgroep o.l.v. van Kessels & Smit ( 25/04 en 26/09);

- voorbereidend overleg tussen projectcoördinatie en Kessels & Smit over het ontwerp van slotconferentie (18/09, 1/10 en 15/10);

- bespreking van het ontwerp door projectcoördinatie op de stuurgroep en goedkeuring van de sprekers en de workshops ( 27/12);

- zoeken en engageren van sprekers en workshopgevers;

Page 14:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

14

- opdracht aan Kessels & Smit om het ontwerp te concretiseren in de vorm van een dynamische, creatieve en inspirerende slotconferentie;

- interviews met 3 jongeren en 2 sleutelfiguren over de betekenis van Ris-K en het maken van een videomontage voor de slotconferentie (projectcoördinatie i.s.m. stagiaire KU Leuven, Iris Joorter)

- logistieke voorbereiding door de projectcoördinatie i.s.m. met stagiaire Ris-K Iris Joorter:- aankondiging en uitnodiging door de projectcoördinatie i.s.m. stagiaire Ris-K Iris Joorter:

2. Resultaten van het Ris-K project

2.1. Rugzakfinancieringen

2.1.1. Aard en aantallen

Het volledige overzicht van het totaal aantal rugzakfinancieringen per school, schooljaar en aanbieders bespreken we aan de hand van de volgende verschillende deeltabellen.

Aantallen

Effectief uitgevoerd 32Afgebroken 5

Totaal 37Tabel 1: totaal aantal Ris-K dossiers 2011-2013

Vaststellingen

In de loop van 2,5 jaar werden door de 6 scholen 37 aanvragen gedaan voor bijkomende ondersteuning vanuit de Ris-K aanbieders. Bij 32 ervan is het volledige ‘traject’ afgewerkt. In 5 gevallen is sprake van een voortijdig stopzetten van de interventies. Bedenkingen

Bij het aantalVooreerst blijkt dat het beschikbare volume van 43 rugzakfinancieringen voor het geheel van het Ris-K project niet volledig is benut. Men kan zich daarover verwonderen. Immers, bij de start van het project werd ervan uitgegaan dat het voorziene aantal van 3 casussen per schooljaar voor iedere school de behoefte aan bijkomende ondersteuning zeker niet volledig zou dekken. Voor deze discrepantie tussen de veronderstelde behoefte en de te beperkte aanwending van de Ris-K mogelijkheden kunnen verschillende verklaringen gegeven worden.

1° Het Ris-K aanbod volstaat wel degelijk. De veronderstelde behoefte aan ondersteuning in de vorm zoals Ris-K die aanbiedt wordt overschat. Er is in de school en in de regio al heel wat binnen- en buitenschoolse begeleiding voorhanden, gaande van de eigen leerlingenbegeleiding over de CLB-begeleiding tot de time-out projecten en het Netwerk leerrecht. Ris-K biedt wel de mogelijkheid om een sterkere samenwerking tussen al deze vormen en niveaus van begeleiding op school tot stand te brengen.

Page 15:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

15

2° Het Ris-K aanbod is nieuw. Bij de start van het project moest dit nog ‘in de markt’ gezet worden. De onderbenutting heeft in dit geval te maken met de aanvankelijke onbekendheid. Dat dit zeker een factor is zal blijken uit de bespreking van het aantal Ris-K aanvragen per kalenderjaar. In 2013 werd, in tegenstelling tot 2012, quasi het totale aantal van de voorziene ‘rugzakken’ opgebruikt.3° Het Ris-K aanbod is onduidelijk. De indicatoren voor een Ris-K aanbod zijn onvoldoende geëxpliciteerd waardoor Ris-K niet op tafel komt wanneer op school acties worden overwogen om een leerling die dreigt uit te vallen te begeleiden. Vaak wordt ook te laat aan de inzet van externe hulp gedacht, bijvoorbeeld nadat de escalatie uit de hand is gelopen, waardoor het moeilijk is om de betrokkenen van de school en in het bijzonder de leerkrachten nog te mobiliseren om deel te nemen aan een oplossingsgericht samenwerkingsverband voor het behoud van het schools perspectief voor de leerling (Ris-K). 4° Het Ris-K aanbod is te beperkt. Vanuit Ris-K kan alleen een beroep gedaan worden op bepaalde vormen van bijkomende hulp. Er zijn maar 4 formules beschikbaar: individuele co-begeleiding, klasgroepbegeleiding, rondetafelmethodiek en teamcoaching. Andere vormen van bijkomende ondersteuning, zoals peercoaching en staptrajecten, behoren niet tot het aanbod waardoor wellicht een aantal jongeren in een risicosituatie via de Ris-K aanpak niet geholpen kan worden.5° Het Ris-K aanbod is te ‘veeleisend’. Een Ris-K traject opzetten vergt heel wat van de school. Het is een proces van intensief overleggen met schoolexterne partners. Dit vereist niet alleen tijd en energie maar ook bereidheid om ‘inkijk’ te geven in het eigen pedagogisch-didactisch handelen. Maar ook dat men zich kwetsbaar opstelt en het eigen aandeel in het ontstaan van de probleemsituatie ‘durft’ te onderzoeken, iets wat zeker bij de aanvang van een samenwerking geen evidentie is. Er moet daartoe eerst een vertrouwensband tot stand gebracht worden en het vraagt de nodige tijd om elkaar als persoon en professioneel te leren kennen en te waarderen.6° Het Ris-K aanbod is nog niet voldoende efficiënt. Verschillende structurele en organisatorische factoren bemoeilijken een vlotte inschakeling van externe hulp. Binnen Ris-K heeft het een tijdje geduurd vooraleer het systeem van rugzakfinanciering volledig op punt stond. Daarbij moet er rekening mee gehouden worden dat de aanbieders van externe hulp geen extra menskracht voor Ris-K konden mobiliseren waardoor de volledige werklast voor de medewerkers bovenop hun gewone taak kwam. Al doende werden oplossingen gezocht, maar dat zorgde er vaak voor dat het aanbod voor de scholen niet tijdig beschikbaar gemaakt kon worden. Dit kan geleid hebben tot afhaken van scholen waardoor Ris-K niet ten volle werd benut.

Bij het afbreken van de Ris-K-trajecten

Op basis van de gesprekken met de medewerkers kan een drietal oorzaken voor het afbreken van een traject worden aangewezen:

1° Bij de intake of na het eerste contact wordt vastgesteld dat de leerling uiteindelijk toch niet wenst mee te werken of dat de toestemming van de ouders niet kan worden verkregen.

2° De schoolsituatie van de leerling wijzigt in de loop van het Ris-K traject waardoor verdere begeleiding in het kader van Ris-K niet meer mogelijk is.

Page 16:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

16

3° Na de intake kan, om één of andere reden, niet onmiddellijk worden gestart met de interventies. In de periode tussen intake en eerste interventie verandert soms de ingesteldheid of de context waardoor het traject niet langer als ‘zinvol’ wordt beleefd.

Conclusies

Het bovenstaande maakt duidelijk dat het tot stand komen van de samenwerking tussen school en externe partners rond een concreet dossier van leerlingen die uit de boot dreigen te vallen niet vanzelfsprekend was. Eerst en vooral diende gezorgd te worden voor een relevant en goed omlijnd hulpaanbod vanwege externe partners zonder uitbreiding van de eigen menskracht. Verder was het nodig om een vlot werkend en transparant systeem van aanmelding, opvolging, betaling, enzovoort, van de Ris-K dossiers te ontwikkelen. Scholen maar ook ‘aanbieders’ van de externe hulp dienden bereid te zijn om ‘anderen’ op hun terrein toe te laten en om met hen in een open samenwerkingsverband te stappen. Er diende bovendien gaandeweg en al doende gesleuteld te worden aan een systeem van effectief en oplossingsgericht samenwerken, iets wat extra tijd en energie vereist. Tegen deze achtergrond mag geconcludeerd worden dat, louter op grond van het aantal dossiers, Ris-K een meer dan een behoorlijke impact heeft gehad.

Aantallen per kalenderjaar

2011 52012 92013 18

Totaal 32

Tabel 2: Aantal Ris-K dossiers per kalenderjaar

Vaststellingen

We stellen vast dat het aantal rugzakken doorheen het project systematisch toeneemt. Het project startte september 2011 waardoor dat jaar slechts een beperkt aantal dossiers kon worden aangemeld (5). In 2012 was in de begroting ruimte voor 18 dossiers waarvan er slechts 9 werden gerealiseerd, terwijl er in 2013 van de 20 voorziene ‘rugzakken’ 18 werden opgenomen (effectief).

Bedenkingen en conclusie

Vooral het contrast tussen 2012 en 2013 is opvallend. Het is moeilijk om de precieze oorzaken daarvoor aan te wijzen. Wellicht heeft de toenemende vertrouwdheid met het systeem en met de partners hier een rol ingespeeld. Er is voortdurend bijgestuurd en tal van ontmoetingsmomenten hebben plaatsgevonden waardoor de partners elkaar beter hebben leren kennen en vertrouwen.

Aantallen per aanbieder

Page 17:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

17

Leerrecht 2 Arktos 11 Koïnoor 17 LSCI 2

Totaal 32

Tabel 3: aantal Ris-K dossiers opgenomen door de verschillende aanbieders

Vaststellingen

Er is een ongelijke verdeling van de aantallen rugzakjes over de verschillende aanbieders. Koïnoor was veruit de meest gesolliciteerde partner voor de scholen. In meer dan de helft van de Ris-K–cases is een begeleider vanuit deze organisatie, die vooral lange time-out trajecten aanbiedt, de school komen versterken. Arktos komt eveneens sterk in beeld. Ongeveer 1 op 3 van de begeleidingen die met de school binnen het Ris-K kader werden opgezet hadden betrekking op de klasgroep. De 2 resterende aanbieders, Netwerk leerrecht en teamcoaching LSCI, werden zelden aangesproken.

Bedenkingen

Uit de analyses van de dossiers komt naar voren dat Koïnoor de Ris-K begeleiding meestal heeft ingezet in combinatie met een time-out project. Dit gebeurde, bij wijze van nazorg, in aansluiting op een voorbije time-out periode. Met de bijkomende Ris-K middelen kon op school, i.c. met leerkrachten en interne leerlingenbegeleiders, gezocht worden naar mogelijkheden voor jongeren om opnieuw positief aan de klas en de lessen te participeren. In enkele andere Koïnoor-begeleidingen werd evenwel naar aanleiding van de Ris-K aanvraag meteen een (veelal korte) time-out opgestart. Via Ris-K is op die manier een groter segment van de doelgroep van Koïnoor in het bereik van de zorg gekomen. De Koïnoor-begeleiding moest immers via de time-out de kans krijgen om het perspectief van de jongere zelf te exploreren om van daaruit met de school mee te zoeken naar wat nodig is om het schools perspectief vast te houden. Een enkele keer werd de begeleiding vanuit Koïnoor ingezet ter ondersteuning van de school, waarbij steeds met de jongere in gesprek werd gegaan. Dit was evenwel uitzonderlijk. Koïnoor blijft zich immers richten op de ‘zwaar gekwetste jongeren’, ook binnen het Ris-K project. Dit impliceert meestal een vrij intense en nabije werking die alleen via een time–out traject kan worden gerealiseerd. Ris-K vult dit aan en versterkt de ‘terugkeer’. Dit wordt als een zeer zinvolle en zelfs noodzakelijke aanvulling of versterking ervaren.

Koïnoor is in iedere deelnemende school actief geweest in het kader van het Ris-K project, meestal voor 2 of 3 dossiers.

Arktos neemt 1/3 van de ‘Ris-K dossiers’ voor zijn rekening. Het gaat daarbij telkens om de begeleiding van (zeer) moeilijke klasgroepen. Meestal worden die begeleidingen vrij vroeg in het schooljaar aangevraagd en in alle gevallen wordt samengewerkt met de leerkracht-klastitularis. Vanuit de scholen wordt nadrukkelijk aangegeven dat deze vorm van

Page 18:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

18

ondersteuning meer dan welkom is. Ze werd dan ook door 5 van de 6 scholen meer dan eens aangevraagd.

Netwerk leerrecht komt binnen Ris-K bijna niet in beeld. In elk geval is slechts door 1 van de 6 deelnemende scholen een beroep gedaan op Netwerk leerrecht voor het inzetten van de methodiek van de Ronde Tafel. Uit evaluaties (SWOT analyse) blijkt dat deze beperkte inzet van de “Ronde Tafel Op School” verklaard kan worden doordat bijkomende hulp vanuit Ris-K voor individuele situaties veelal maar wordt ingeroepen als ‘het kalf bijna verdronken is’. Leerkrachten zijn in dat geval weinig bereid om (nog eens) te overleggen. Er wordt dan eerder naar een interventie of actie gevraagd gericht op de jongere zelf.

LSCI teamondersteuning, ten slotte, is slechts door 1 school aangevraagd, met name de school die intensieve en organisatie brede LSCI werking op alle niveaus implementeert.

Aantallen Ris- K dossiers per school

Don Bosco Groenveld 5 (1)VTI 6 (1)Sint-Jozef-Instituut 5 (0)Miniemen 6 (1)Wijnpers 5 (1)Redingenhof 5 (1)

Totaal 32 (5) (afgebroken) ________________________________Tabel 4: aantal Ris-K dossiers per school

Vaststellingen

Alle deelnemende scholen hebben in gelijke mate, met 5 of 6 cases, een beroep gedaan op bijkomende ondersteuning vanuit Ris-K. Er is bovendien geen systematiek te vinden in de aantal afgebroken cases per school. In 5 van de 6 scholen gaat het telkens om één case.Bedenkingen

Voor het curatieve luik, de rugzakfinanciering, kan gesteld worden dat de deelnemende scholen een blijvend engagement hebben opgenomen. Het systeem werd blijkbaar niet als onwerkbaar of onnuttig ervaren.

2.1.2. Evaluaties: onderzoek naar de betekenis van deelname aan het curatieve luik van Ris-K op basis van de dossieranalyses

Inleidende bemerking

De evaluaties zijn niet op systematische wijze bij alle deelnemers aan het Ris-K traject opgevraagd. Het zijn de aanbieders zelf die aan het einde van het schooljaar een grote inspanning hebben geleverd om bij de verschillende betrokken actoren na te vragen wat Ris-K voor hen heeft betekend. Niet allen werden daarbij bereikt. Ook werd voor deze stap geen

Page 19:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

19

‘instrument’ of ‘procedure’ aangereikt, waardoor de rapportering van de bevindingen niet op systematische wijze kon plaatsvinden. We beperken ons daarom tot evaluatieve uitspraken uit de verslaggeving van de gesprekken. Er dient rekening mee gehouden te worden dat de evaluatie, verkregen vanuit Ris-K begeleidingen die volledig zijn afgewerkt (succesvolle trajecten), meteen ook betekent dat een positieve samenwerking is tot stand gekomen. Over de begeleidingen die werden afgebroken is geen informatie beschikbaar. Positieve effecten

Voor de betrokken leerlingen heeft Ris-K ervoor gezorgd dat de band met de school behouden bleef. Ze kunnen, minstens deeltijds, de lessen blijven volgen en zich voorbereiden op toetsen en examens. Meestal halen ze het einde van het schooljaar waarna ze hun schoolloopbaan het jaar daarop kunnen verderzetten, meestal in een andere school. De leerling zelf geeft aan dat hij/zij in de loop van het traject meer zicht gekregen heeft op het eigen aandeel en de eigen verantwoordelijkheid. Hij of zij toont zich vaak bereid om beter zijn/haar best te doen en zich in te zetten voor een betere verstandhouding op school. De betrokkenen bij de begeleidingen van moeilijke klasgroepen geven aan dat het feit dat de spanningen in de groep op tafel kwamen en bespreekbaar werden, als de start van een positieve kanteling wordt ervaren. In het proces leren de leerlingen ook beter naar elkaar te luisteren en het perspectief van de anderen te kennen, met toenemend wederzijds respect en begrip.

De leerkrachten die bij het Ris-K project betrokken waren geven aan dat dit een ‘stimulerende’ ervaring is geweest. Ze waren, doordat ze betrokken werden, veelal bereid tot extra (soms verregaande) engagementen voor de jongere. Het samenwerken leidde er ook toe dat ze een beter begrip voor de situatie van de jongere konden opbrengen. Meer bepaald werd door de aanwezigheid van de schoolexterne begeleiders het ‘probleemgedrag’ bij de jongere opnieuw gekaderd. Zij leggen immers het betekeniskader, zoals de jongere die hanteert, tijdens de Ris-K gesprekken op tafel. Vaak werkt dit aanstekelijk, in de zin dat leerkrachten bereid zijn mee in een alternatieve aanpak te stappen. Enkelen geven ook te kennen dat ze de ‘methodieken’ beter willen leren kennen.

Betrokken klastitularissen geven aan dat ze door de komst van een externe begeleider sterker in hun rol van zorg en ondersteuning voor de klas kunnen blijven staan. Meer bepaald voelen ze zich daarin gesteund wanneer een externe mee de klassenraad volgt om, samen met de leerkrachtengroep, de mogelijkheden en de grenzen te bespreken. Deze klassenraad, het leerkrachtenteam rondom de jongere, wordt trouwens in de evaluaties vaak voorgesteld als een cruciale ‘achtergrond’ die in hoge mate mede bepalend is voor het succes of de mislukking van een Ris-K traject. Vanuit de school zelf, de directies en leerlingenbegeleiders, wordt grote waardering uitgesproken voor het engagement dat ze zien en voelen bij de externe begeleiders. Ze grijpen Ris-K ook aan als een kans om nieuwe methodieken te leren kennen. Sommigen geven te kennen dat ze een reële expertiseoverdracht hebben ervaren. In elk geval stellen ze dat ze nu meer open staan voor o.a. het herstelgericht werken, het hanteren van het format ‘herstelcirkel’ en voor de begeleiding van moeilijke klasgroepen. De intentie wordt uitgesproken om daar in de toekomst mee verder te gaan.

Page 20:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

20

De externe aanbieders rapporteren dat ze het rechtstreekse contact op de school, hun aanwezigheid op de klassenraad en de cel leerlingenbegeleiding evenals de contacten met titularis en leerkracht als erg belangrijk hebben ervaren bij het creëren van een steunend draagvlak voor de jongere. Ze rapporteren aangenaam verrast te zijn door de openheid van de school en van de engagementen die deze wil opnemen. Door hun positie van externe moderator die kennis van zaken heeft, kunnen ze het proces van samen zoeken naar oplossingen faciliteren. Dit biedt de andere partijen die bij de probleemsituatie betrokken zijn ook de kans om vanuit hun ‘professionele’ invalshoek de situatie te bekijken en aan te pakken. Aanbieders ervaren dat het Ris-K project openingen brengt in een situatie die vast zit. Het is de kans om een vicieuze cirkel te doorbreken.

Kritische bedenkingen

Vanuit zowel de scholen als de aanbieders wordt gesteld dat Ris-K heel wat extra tijd, energie en middelen heeft gevergd. Het is, met andere woorden, een zeer tijds- en werkintensief project. Dikwijls is een en ander ook niet verlopen zoals verwacht of gehoopt. Het feit dat sommige begeleidingen niet direct konden worden opgestart heeft, meer bepaald, voor een deel gewogen op de impact. Vanuit beide zijden wordt ook aangegeven dat de probleemsituaties vaak te laat worden gesignaleerd waardoor het tij nog moeilijk te keren was. Het ontbreken van de tijd en het instrumentarium voor een grondige nabespreking van ieder begeleidingstraject wordt eveneens betreurd. Daardoor gaan leerkansen verloren. Dit laatste gaat zeker op voor de school als geheel. Er is weinig of geen disseminatie-effect, de cultuur en de praktijk op school worden niet voelbaar beïnvloed en voor veel leerkrachten blijft Ris-K een gebeuren waar ze nauwelijks iets over weten.

2.1.3. Evaluaties van het curatieve luik van Ris-K vanuit het waarderend onderzoek

Voorafgaande bemerking

De deelnemers aan Ris-K engageerden zich om regelmatig samen te komen om te reflecteren op de samenwerking school-welzijn-jeugdwerk bij de begeleiding van risicosituaties met dreigende schooluitval op school. De groep die daarbij werd aangesproken waren de directies of coördinatoren, de interne leerlingenbegeleiders, de CLB-medewerkers van de 6 deelnemende scholen evenals de schoolexterne begeleiders van Koïnoor, Netwerk leerrecht en Arktos. Op een van deze bijeenkomsten werden de voorbije samenwerkingsverbanden op hun sterktes onderzocht via de methodiek van het waarderend onderzoek. Dit gebeurde onder begeleiding van Luk Dewulf en Peter Beschuyt (Kessels & Smit). Hierna vindt men een samenvatting van de bevindingen.

Wat zijn de werkende elementen in de samenwerking? De belangrijkste conclusie is dat de effectiviteit van Ris-K sterk samengaat met de deelname en de inzet van de leerkrachten die in de probleemsituaties ‘gevat’ zitten. Ook het gegeven dat voldoende tijd werd vrijgemaakt voor de samenwerking werd als kernfactor voor effectiviteit naar voren geschoven.

Wat heeft de investering in Ris -K opgebracht?

Page 21:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

21

De verbetering van de kwaliteit van de relatie tussen school en schoolexterne begeleiders werd als een van de grote pluspunten van het project aangehaald. Dit uit zich in een toename van:

- Wederzijds vertrouwen: wederzijds respect, gelijkwaardigheid, samenhorigheid en veiligheid (om onmacht toe te geven);

- Wederzijdse waardering voor elkaars goodwill en voor de bereidheid om te investeren;

- Elkaar beter leren kennen zowel inhoudelijk (elkaars werk/expertise), als relationeel (elkaar ontmoeten, gezicht krijgen);

- Wederzijdse versterking (empowerment) door het samenleggen van verschillende invalshoeken en expertises;

- Versterking van de verbinding (banden smeden) door te spreken waar vroeger niet gesproken werd.

Welke zijn de extra elementen die voor kanteling hebben gezorgd?Over het algemeen wordt hier verwezen naar de kracht van de methodiek van het waarderend, oplossingsgericht samenwerken. Daarvoor moeten de partijen tijd en ruimte (willen) maken of (kunnen) krijgen. Volgende elementen zijn daarbij van belang :

- Concrete en haalbare (korte termijn) doelen waar de leerling zich achter (kan) zetten;

- Samen denken en werken waarbij ieder in eigen rol en positie kan blijven;- In een open en onderzoekende sfeer (gelijkwaardigheid, respect…) kunnen

komen;- Vanuit een gemeenschappelijk kader (dezelfde taal spreken) werken;- Waarbij iemand het samenwerkingsverband voor de duur van het traject

coördineert;- Dit geeft energie en creativiteit voor out-of-the-box oplossingen.

Waarvan dromen we?Vanuit de aanwezigen werd er sterk op aangedrongen om dit project verder uit te werken en op termijn structureel in het schoolbeleid te verankeren. Concreet werd voorgesteld om:

- Meer aanbieders in de markt te zetten en de diversiteit aan externe ondersteuningsbronnen zichtbaar en vlot inzetbaar te maken. Het versterken dus van het schoolextern ondersteuningsplatform;

- De schoolinterne platforms te versterken door het vrijmaken van middelen en mensen evenals door specifieke vorming en opleiding van o.a. leerkrachten;

- De methodiek van waarderend en oplossingsgericht samenwerken verder uit te diepen. Het gaat daarbij in de eerste plaats om het creëren van mogelijkheden om het ruimdenkend samen zoeken door de betrokkenen te bevorderen, dus niet om het vastzetten in procedures, protocollen, regels;

- Meer nadruk te leggen op preventie.

Wat staat ons eerstdaags te doen zodat we dichter bij onze droom kunnen komen?Op korte termijn kunnen volgende acties worden ondernomen:

- Wat is opgestart continueren in het perspectief van ontdekken en leren (ook buiten de lijntjes durven/mogen kleuren, experimenteerruimte krijgen);

Page 22:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

22

- Wederzijdse kennismakingmomenten organiseren (snuffelstages, terreinwisselingen..);

- Casusoverstijgende intervisies voorzien;- Teamgerichte opleiding inrichten: het samen creëren van contexten en

condities voor oplossingsgericht samenwerken (waarderend coachen).

Op langere termijn kan gedacht worden aan volgende maatregelen:- Vrijwilligers inschakelen (zie: Youth at Risk);- Versterken van de leerkrachten (basiscompetenties voor participatie aan

waarderend en oplossingsgericht samenwerken rond jongeren in problematische schoolsituaties);

- Competenties inbrengen in leerkrachtenopleiding; - Beleid van Onderwijs en Welzijn sensibiliseren (inzicht geven) en aansporen

tot samenwerking;- Structureel verankeren van effectieve initiatieven voor opvang en preventie

van schooluitval.

Welk appel voelen de verschillende betrokken partijen?CLB

- Verhogen van alertheid voor signalen van afhaken en uitvallen in functie van vroege interventie;

- Systematische aandacht voor leerlingen die vertrekken zodat ze in het juiste vervolgtraject terecht komen;

- Leerkrachten meer betrekken bij de trajecten.

Netwerk leerrecht/Koïnoor- Meer op school aanwezig zijn;- Meer ‘experimenten’ doen, uitzonderingen bepleiten en daarbij buiten de

lijntjes durven kleuren.

Scholen- Leerkrachten meer betrekken bij de trajecten (meenemen/informeren);- Meer inzetten op preventie van schooluitval.

Arktos- De deur meer openzetten in de twee richtingen om elkaar beter te leren

kennen (snuffelstages);- Wederzijdse waardering doet deugd (elkaars sterktes zoeken en benoemen).

De Wissel- Platform maken voor het delen en uitwisselen van kennis/expertise;- Kennisbank voor scholen aanmaken met overzicht waar ze waarvoor terecht

kunnen.

Ris-K

Page 23:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

23

- Doorgaan op en versterken van de dynamiek. Bevestiging van Ris-K meerwaarde;

- De volgende stappen uitwerken en ontplooien (teamgerichte coaching en opleiding, waarderend onderzoeken ‘appreciative inquiry’).

2.1.4. Evaluaties van het curatieve luik vanuit de SWOT-analyse (zie bijlage 7)

Ter voorbereiding van de aanvraag tot verlenging van het Ris-K project werd een SWOT-analyse uitgevoerd door verschillende partijen: de 2 scholengemeenschappen, de beide CLB’s en de medewerkers van Koïnoor, Arktos en Netwerk leerrecht.

De deelnemers aan de begeleidingen geven aan dat Ris-K voor hen een stimulerende ervaring is geweest. Door de inbreng van de co-begeleider en zeker ook de klasgroepbegeleiding werd de probleemsituatie vaak opnieuw gekaderd en beter ‘omcirkeld‘. Daardoor ontstond opnieuw ruimte voor engagement. Enkele deelnemers vanuit de school drukten de wens uit om de methodieken beter te leren kennen. Bij directies, CLB en leerlingenbegeleiders werd de vraag naar het sterker betrekken van de leerkrachten steeds nadrukkelijker gesteld. Het succes van de interventie hangt immers vaak af van hun betrokkenheid. De behoefte aan vorming wordt daarbij op tafel gelegd. De begeleiders van de schoolexterne diensten rapporteren aangenaam verrast te zijn door de openheid van de school en de bereidheid om zich verder te engageren. Er is geleidelijk een cultuur van wederzijds respect en waardering gegroeid. Dit betekent niet dat samen werken aan een ‘case’ vanuit verschillende perspectieven evident was. Omdat er een Ris-K forum gecreëerd was waarop de ervaringen, zowel positieve als negatieve, ter sprake konden komen leidde de samenwerking meestal tot resultaat. De interne leerlingenbegeleiders, cb-medewerkers en begeleiders verbonden aan de medewerkende schoolexterne diensten, evalueerden na ieder werkjaar de samenwerking met het oog op optimalisering. Gezocht werd naar ‘wat werkt’ of naar factoren die de samenwerking succesvol maakten. Die evaluatiegegevens bieden een aanzet voor een nog verder uit te werken praktijktheorie.Uitgangspunt is dat het erop aankomt om met wie bij de probleemsituatie betrokken zijn, een ad hoc en tijdelijk samenwerkingsverband uit te bouwen dat vitaal, energetisch, creatief, flexibel en productief is. Het gaat er om de condities te creëren waardoor de kans dat een dergelijk samenwerkingsverband ontstaat toeneemt ( er is geen garantie).

Verschillende elementen zijn daarbij van belang. Het samenwerkingsverband start met de bereidheid bij eenieder om op zoek te gaan naar wat nodig is om een gedeelde ambitie met betrekking tot de leerling waar te maken: een ambitie waarmee de leerling zich echt (van binnenuit) wil verbinden. Het start ook met het ontwerpen van een duidelijke structuur, afbakenen van tijd en ruimte voor het overleg, toewijzen van de nodige rollen (bv. wie coördineert) en vastleggen van afspraken. Het is vooral de wijze waarop met elkaar gesproken wordt die bepalend is voor de vitaliteit van het overleg, namelijk onderlinge communicatie met een dialogische grondstructuur. Open, reflectief, zoekend en niet veroordelend relevante gegevens kunnen en mogen aanbrengen. Tot slot is het procesontwerp essentieel. Men gaat samen een traject aan in verschillende fasen of stadia: van het verkennen van probleempercepties en -belevingen over het vinden van een gemeenschappelijke focus en het creëren van actiemogelijkheden naar afspraken

Page 24:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

24

over engagementen en de borging ervan door nazorg. Het komt er op neer om zo een kanteling te maken die voor de leerling de (her)start van een zin- en succesvol schoollopen kan zijn.

Op grond van de SWOT analyse werd ook een aantal aanbevelingen geformuleerd voor de optimalisering van het systeem van ‘rugzakfinanciering’. Meer concreet werd aanbevolen om:

- De doelgroep scherper te omschrijven en daarbij meer de nadruk te leggen op het inzetten van Ris-K in een vroeger stadium van de probleemwording, dus voor het spreekwoordelijke kalf al verdronken is;

- De probleemanalyse bij de start van de interventie grondiger te onderbouwen en sterker in te zetten op een gedeelde probleemdefiniëring met inbreng van de stem van de jongere en de ouders (Ronde tafel);

- Een vollediger beschrijving te maken van het mogelijke aanbod aan bijkomende externe hulp in de regio en deze transparant in de open markt te zetten;

- Duidelijkere procedures op te stellen voor aanvraag en verwerking;- Een nauwkeuriger registratie en opvolging te doen van de Ris-K begeleidingen; - Grotere betrokkenheid van de leerkrachten na te streven; - Een meer nabije opvolging van verloop en effecten te organiseren door systematisch

onderzoek; - Ten slotte, een sterkere oriëntatie op overdracht van expertise (consultatieve

component van de interventies) te realiseren.

2.2. Acties binnen het preventieve luik

Voorafgaande bemerking

Niettegenstaande ambitieuze intenties werden geformuleerd en veel plannen ontwikkeld, beperkten de acties op het vlak van preventie zich tot:

- Een vooronderzoek naar de factoren waarop de school kan inzetten om het ontstaan van probleemsituaties te voorkomen;

- Een dag gezamenlijke vorming voor een aantal medewerkers per deelnemende school, waaronder minstens een leerkracht, een interne begeleider en een CLB-medewerker.

Hieronder wordt kort verslag gedaan van deze initiatieven.

2.2.1. Vooronderzoek naar factoren die ‘er-toe-doen’ bij het herstel van een positieve verbinding met de school: verslag van waarderende interviews Voor informatie over de opzet verwijzen we naar punt 1.2.3. Hier worden de bevindingen in het kort samengevat.De kernvraag waar een antwoord op werd gezocht tijdens de interviews met de actoren die betrokken waren bij een succesvolle positieve kanteling (of herstel) was: ‘Welke factoren hebben gezorgd voor een kanteling?’. Daarbij werd navraag gedaan naar: 1° Wie betrokken

Page 25:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

25

was in welke hoedanigheid, 2° Welke rol die speelde in het tot stand komen van de kanteling, en 3° Welke de kwaliteit van de verbinding met de andere betrokkenen was.

Op basis van de analyse van de verhalen konden de volgende 8 clusters of patronen worden geïdentificeerd:

Leerlingen

1. Zich gezien en erkend weten

Leerlingen verbinden kantelmomenten met het gevoel van ‘gezien en erkend’ of ‘ernstig genomen’ te worden. Ze spreken van een persoonlijke klik of een authentieke ontmoeting waarin ze zich niet vastgezet voelen in het oordeel dat over hen ‘de ronde doet’. Aandacht voor wat de leerling al kan of waardering van de talenten maakt daar deel van uit.

2. Het gevoel hebben van op de juiste plaats /studierichting te zitten.

Veel leerlingen geven aan dat ze opnieuw aansluiting vonden nadat ze zijn overgegaan naar een studierichting die ze zelf echt graag wilden. Soms is een passage via time-out nodig geweest om te ontdekken waar de interesse zit. Af en toe is een optie om de school om te ruilen voor een alternatief leertraject nodig om het leren opnieuw een plaats te geven.

3. Het hebben van een duidelijk doel in het leven .

Het hebben van een duidelijk doel in het leven wijzigt de manier waarop leerlingen naar de school kijken. Ze zien de school dan als een ‘middel’ om dat te bereiken, veel meer dan als een noodzakelijk kwaad om een diploma te halen waarmee ze nog niet weten wat aan te vangen.

4. Zelf het heft in handen kunnen nemen.

Wat werkt is een waarderende, oplossings- of krachtgerichte benadering waarbij de leerling geholpen wordt om zelf oplossingen te bedenken en uit te voeren.

Leerkrachten

5. Zich aanvaard en gesteund voelen bij confrontatie met moeilijkheden

Bij leerkrachten en hulpverleners speelt ook de factor ‘erkenning”. Zij kunnen maar een betekenis krijgen in het begeleidingsproces wanneer hun bekommernissen, vragen en perspectieven ernstig worden genomen en ze hun niet-weten en onzekerheid kunnen delen. Een positief ondersteunend team (collega’s en begeleidingsteam) dat niet veroordelend of beoordelend is ten aanzien van een collega die het even niet meer weet, is een belangrijke ondersteunende factor bij het realiseren van ‘positieve’ kantelingen.

6. Een goede relatie hebben met de leerlingen

Page 26:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

26

Een goede verbinding tussen leerkracht en leerling legt een stevige basis voor een positieve deelname aan het onderwijs. Die zorgt ervoor dat de leerkracht alert is voor signalen van ‘afhaken’; dat hij beter bereikbaar of beschikbaar is voor het bieden van hulp en dat hij bereid is steeds opnieuw te beginnen: geen 2 of 3 kansen geven maar desnoods 50 of 100. Belangrijk daarbij is dat de leerkracht in zijn rol van leerkracht kan blijven en zich dus niet opstelt als hulpverlener. Een discreet en goed persoonlijk gesprek met respect kan veel betekenen: op zich, maar ook als aanzet om bijkomende hulp aan te bieden en te zoeken.

7. Aandacht hebben voor dynamiek van de klas als groep

Wat werkt is de aandacht voor wat er in de klas speelt. Ruimte om een goede klassfeer te creëren en, bij moeilijkheden, ruimte te maken om de onderliggende negatieve dynamieken bespreekbaar te maken en om te buigen.

School

8. Goed zorgbeleid hebben uitgebouwd (school)

Signalen moeten snel opgepikt worden en er moet aansluitend vrij direct gehandeld worden. Ook goede opvolging, informatiedeling en nazorg zijn essentieel. Daarover moeten binnen de school duidelijke richtlijnen en afspraken worden gemaakt die ook effectief worden nageleefd door alle betrokkenen.

Samenwerking

9. Een steunend netwerk

Een duidelijk patroon in de succesverhalen is het aanwezig zijn van een ondersteunend netwerk waarbij iedereen -directie, leerkrachten, ouders, hulpverleners, CLB, ouders en jongere- vanuit de eigen rol en positie in onderlinge verstandhouding en open communicatie samenwerkt.

10. Betrokkenheid van de ouders

Het is belangrijk dat ook de ouders deel uitmaken van het ondersteunend netwerk. Als ouders zich daarin mee engageren en mee ‘gaan’ voor het behoud van het schools perspectief dan neemt de kans op positief kantelen toe. Een goede verbinding tussen school en ouders evenals inzicht in de thuissituatie helpen om alles in het juiste perspectief te zien en om daar naar te handelen.

Besluit

Page 27:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

27

Bij de verhalen over kantelmomenten komt steeds opnieuw terug dat de betrokkenen zich gezien, erkend en ernstig genomen voelen, dat ze in goede verstandhouding binnen een duidelijk kader samenwerken en dat ze daarbij zoeken naar en zich afstemmen op het ‘levensperspectief’ van de jongeren.

2.2.2. Conclusies bij de vormingsdag

De vormingsdag werd verzorgd door Geert Stroobant (Directeur vzw De Heide). De deelnemers kregen een introductie in het ‘model’ dat deze expert ontwikkelde om met probleemgedrag op school curatief en preventief om te gaan. Vanuit de eigen schoolanalyse (waarvoor instrumenten beschikbaar zijn) kan, met het model als leidraad, een schooleigen beleid worden ontwikkeld.

Het model plaatst de mogelijke acties op 4 niveaus:

Niveau van het ‘incident’ (leerling)

Hier is het onontbeerlijk dat de leerkracht het gedrag van de jongere kan begrijpen en plaatsen. Daarbij zijn inzichten in de ontwikkeling (levensfasen) en de neurologische component van het functioneren van de jongere aan de orde. Belangrijk is dat de leerkracht daardoor de spontane eerste reactie (systeem 1 van reageren) beter kan ‘counteren’.

Niveau van de ‘conflicthantering’ (leerkracht)

Er worden hier verschillende strategieën aangereikt: van markeren en herstelbewegingen over time-out naar creatief sanctioneren.

Niveau van het team (schoolteam)

Een van de belangrijkste factoren is de kwaliteit van het team. Er worden verschillende teamtypes onderscheiden en er wordt stilgestaan bij welk teamtype een effectief ondersteunende functie heeft voor welk type leerkracht in welke situatie.

Niveau van de schoolOp dit niveau situeren zich de schoolcultuur en de ondersteunende structuren. De verschillende acties worden gehangen aan de kapstokken: Relatie (beleid), Ruimte, Ritme en Regels

Meer daarover kan gelezen worden in Geert Stroobant (2002) Teamcoaching in jeugdhulpverlening. Anders omgaan met regel- en normoverschrijdend gedrag. Leuven: Garant.

2.2.3. Besluiten

Page 28:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

28

Binnen het Ris-K project is vanuit verschillende invalshoeken op zoek gegaan naar de factoren waarop een school kan inzetten wanneer die het pad van de preventie (verder) wil opgaan. Dit kan een goed uitgangspunt zijn om in de toekomst werk te maken van effectieve preventie.

3. Toekomstperspectieven

3.1. Naar een model voor effectief, oplossings- of krachtgerichte samenwerking

Op 05/02/2013 organiseerde Ris-K onder de leiding van Sven De Weerdt een reflectiemoment met alle actoren die betrokken waren bij de rugzakfinanciering met als titel ‘Breed kijken, ruim denken en samenwerken: Optimalisatie van oplossingsgericht samenwerken binnen Ris-K’. Het verslag daarvan is opgenomen in bijlage 8 en in het document “Ris-K: Richtlijnen voor samenwerking en begeleiding‘ dat naar aanleiding daarvan is opgemaakt (zie bijlage 9).Hier volgt een synthese van dit laatstgenoemde document. Het biedt handvatten en richtlijnen om een effectief tijdelijk samenwerkingsverband te creëren.

Het eerste onderdeel handelt over de algemene uitgangspunten:- Situering binnen het Ris-K project:- Voorwaarden die moeten vervuld zijn bij het opstarten van het

samenwerkingsverband;- Draagkracht van de school is ontoereikend (dreigend);- Bereidheid tot engagement bij degenen die betrokken zijn (eigenaar zijn) is

aanwezig;- Er is een reëel schools perspectief bij/voor de jongere;- Algemene uitgangspunten voor het opstarten van het

samenwerkingsverband;- Gedeeld missiebewustzijn (bewust zijn van individueel en maatschappelijk

belang);- Het gaat over een complexe, geladen situatie waar geen pasklare oplossing

voorhanden is;- Samenwerking moet doelgericht worden georganiseerd;- Hoge kwaliteit van relaties is cruciaal voor succes (dialogisch).

Het tweede onderdeel geeft enkele richtlijnen voor het organiseren:

Bij de opstart is het nodig om:- Duidelijk te bepalen wie best aanwezig is (zoeken naar de relevante partners);- De context en de contouren aan te geven (beschikbare middelen, tijd, plaats);- De principes van het oplossingsgericht en waarderend samenwerken te

communiceren;- Afspraken te maken over fasering en timing van het proces;- Af te spreken over coördinatie en communicatie.

Tijdens het samenwerkingsproces worden verder de volgende principes in acht genomen:

Page 29:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

29

- Starten met het duidelijk zetten van de bijeenkomst: goed contact maken met elkaar, duidelijk aangeven van doel of verwachting en hoe de bijeenkomst kan verlopen;

- Blijven, waar nodig, verwijzen naar wat ‘ons’ verbindt; gemeenschappelijke grond zoeken;

- Verschillen in probleemdefinities beluisteren, waarderen en bevragen;- Eigen perspectieven als ‘eigen’ perspectief op tafel leggen; - Zoeken naar een mogelijke bijdrage van eenieder; - Afsluiten met engagementen waarop iedereen aangesproken kan worden;- Afspraken maken over de volgende stap.

Na het begeleidingstraject is het van belang om:- Een debriefing te organiseren: wat heeft dit betekend en wat staat ons nu

verder te doen;- Af te spreken of en hoe de nazorg verder opgenomen kan worden;- Aan te geven op wie de jongere zo nodig kan terugvallen (concrete

netwerking).

3.2. Samen uitbouwen van een beleid gericht op preventie

Ris- K maakt de behoefte aan een schoolgerichte, preventieve aanpak duidelijker zichtbaar

Een eerste punt is de constante die in al het overleg en bij alle besprekingen of evaluaties naar boven komt: het sleutelen in de marge of het intensief oplossingsgericht samenwerken met individuele jongeren die op de breuklijn zitten sorteert weinig tot geen duurzame effecten op het systeem van de school als geheel. De weg van het positief waarderend, oplossings-, kracht-, of herstelgericht denken en werken met jongeren en klasgroepen in crisis krijgt niet automatisch een verlengstuk op de werkvloer en raakt dus niet vanzelf ingebed in de dagelijkse praktijk op school en in de schoolcultuur. Het sijpelt niet door of de rimpeleffecten zijn zwak. Dat betekent dat een systeemgerichte benadering nodig is: een aanpak van de school als organisatie in al zijn dimensies.Een tweede punt dat in de loop van het Ris-K traject duidelijk werd is dat dit geen gemakkelijke weg is. Het vraagt veel inzet en energie van velen, de effecten ervan laten zich pas op lange termijn zien en er is behoefte aan bijkomende ondersteuning op het vlak van ‘change management’.

Ris- K legt een basis voor het opstarten van een schoolgerichte preventieve aanpak

Het is duidelijk dat een aantal scholen binnen het Ris-K project al -zelfs grote en beslissende- stappen hebben gezet en op de ingeslagen weg verder willen. Ze zoeken daarvoor bijkomende middelen en een groter draagvlak. Andere scholen ervaren dat ze op een keerpunt zijn gekomen en vragen impulsen en bijkomende support om met de leerkrachtengroep op weg te kunnen gaan. Er leeft in elk geval in veel scholen een verlangen om op een andere manier om te gaan met de breuken, stoornissen, escalaties en boycots die zich voortdurend in de klas, tussen de jongeren en met de leerkrachten voordoen.

Page 30:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

30

Voorts is binnen Ris-K een platform ontstaan, een net- en sectoroverstijgend samenwerkingsverband, van waaruit ondersteuning geboden kan worden aan scholen die de preventieweg willen opgaan. Dit platform kan eventueel versterkt of omgebouwd worden tot een regionaal of lokaal steunpunt. Dit zou een van de resultaten kunnen zijn van de slotconferentie. Tot slot is er vanuit Ris-K een voorstel voor een projectverlenging uitgewerkt waarbij het hoofdaccent ligt op preventie. Dit voorstel werd aangeboden aan de beleidsverantwoordelijken van de stad Leuven met de vraag naar subsidiëring (zie bijlage 10).

De vraag is er, de aanzetten zijn er, het platform is functioneel en de bereidheid bestaat om daarvoor middelen te voorzien.

4. De slotconferentie Ris-K 18-02-2014

4.1. Situering en programma

Onder punt 1.3.3 van dit rapport werd de slotconferentie gesitueerd naar opzet, financiering en voorbereiding. De concretisering was als volgt:

Doelstellingen van de slotconferentie Ris-K beoogt met de slotconferentie drie doelen:Ten eerste wordt samen met de Ris-K medewerkers het voorbije project aan de regionale partners voorgesteld om aan te geven wat het project heeft betekend voor de deelnemers en wat werd gerealiseerd. Ten tweede wordt, samen met al wie betrokken is op jongeren die een breekbare band met de school hebben, naar de toekomst gekeken. Hoe kunnen we morgen rond dit thema beter samenwerken? Wat is de meerwaarde van de verschillende partners?

Tot slot wordt nagestreefd om met de deelnemers aan de slotconferentie ‘verbindend’ te werken. Dit vanuit de overtuiging dat we, door de gedeelde zorg en met de kracht van onderlinge positieve contacten, het verschil kunnen maken.

Inhoud en verloop van de conferentie [ Programma] 8:30-9:00 Onthaal met koffie9:00-9:15 Verwelkoming en situering (Joost Lowyck, dagvoorzitter en Mohamed

Ridouani, schepen van onderwijs, stad Leuven)9:15-9:45 Presentatie Ris-K ( projectcoördinator Laurent Thys)9:45-10:00 Intermezzo: kracht van waarderen (Luk Dewulf, Kessels & Smit)10:00-10:15 Presentatie workshops 10:15-10:45 Leertafel 1: reflectie en verdelen Workshops10:45-11:00 Koffiepauze11:00-12:30 Start van 7 workshops (met opdracht)12:30-13:30 Lunchpauze13:30-14:15 Leertafel 2: delen van ervaringen workshops14:15-14:30 Intermezzo: Wat leidt tot succes in een multi-actor samenwerking?

(René Bouwen, KU Leuven).

Page 31:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

31

14:30-14:45 Koffiepauze14:45-15:30 Leergroepen per stakeholdergroep -intenties formuleren vanuit

stakeholderperspectief15:30-16:00 Plenair: Presenteren van resultaten leergroepen16:00-16:30 Samenvatting en afronding door het dagelijks bestuur van Ris-K16:30 Slotreceptie

Overzicht van de workshops

- Herstelgerichte gesprekken voeren (Miriam Beck, BAL)- Herstelgericht groepsoverleg (Lieve Windels, Ligand)- Non Violent Resistance en het Nieuwe Autoriteitsconcept (Kerstin Thys, Minor

Ndako)- Life Space Crisis Intervention methodiek ‘LSCI’ (Wim Hanssens, Don Bosco,

Groenveld)- Begeleiding van moeilijke klasgroepen (Heidi Defever, Arktos)- Rol en positie van de leerkracht (Carlijne Ceulemans, UA; Laurent Thys)- Samenwerken in het kader van ondersteunende netwerken in de schoolomgeving.

(Tom Van Waterschoot, Problemen op school ‘PROS’, Mechelen).

Waar?La Foresta : Properdreef 9, 3054 Vaalbeek

Deelnemers [Inschrijven] De slotconferentie wil een hefboom zijn om de samenwerking op school en binnen het netwerk te versterken. Daarom richten wij ons op een groep van een 120- tal deelnemers met een evenwichtige vertegenwoordiging van alle stakeholdersgroepen. Op basis van de lijst van aanmeldingen, worden de deelnemers uitgenodigd, na consultatie van het ‘veld’.

4.2 Adviezen voor de toekomst van Ris-K

De deelnemers aan de conferentie werden gegroepeerd in sector- en netoverstijgende groepjes van 6 à 7 (werktafels). Aan ieder groepje werd gevraagd om op basis van de input uit de slotconferentie, 3 adviezen te formuleren voor de toekomstige werking van Ris-K. De adviezen werden op vellen flipoverpapier genoteerd die in de zaal werden opgehangen. Hieronder is een synthese van de resultaten, gegroepeerd in clusters, te vinden.

Algemeen

Cluster 1: Investeer in de kwaliteit van relaties

Kenmerken van relaties met hoge kwaliteit: gelijkwaardigheid (wederkerigheid), respect, verbondenheid, authenticiteit en verantwoordelijkheid.Waarderend met elkaar omgaan en prioritaire aandacht voor het positieve.

Cluster 2: Investeer in een positief schoolklimaat

Page 32:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

32

Kenmerken van positief schoolklimaat: open communicatie, veiligheid, gerichtheid op samenwerken als team.

Bedenkingen: Op deze wijze ontstaan gunstige omstandigheden of een voedingsbodem voor ‘betrokken leren’ en ‘ geëngageerde zorg’.Veranderen van een schoolcultuur is een proces: het vraagt aandacht en tijd.

Zorg in moeilijke omstandigheden

Cluster 1: maak een kwetsbare en zoekende opstelling mogelijk (in scholen, netwerken)

Kenmerken: kijken naar de situatie (niet eenzijdig naar de leerling), dit onbevooroordeeld doen, luisteren naar het verhaal (de beleving) van de jongere, oplossingsgerichte ingesteldheid.

Cluster 2: Zet een coöperatief relevant samenwerkingsverband op met allen (uit de context) die van betekenis zijn voor de situatie.

Kenmerken: leerlingen en leerkrachten laten meedenken, tijd maken voor dialoog op basis van een gedragen visie en met zorg voor positieve randvoorwaarden.

Bedenkingen:Elk crisismoment is een leermoment voor zowel de leerling als de leerkracht

Cluster 3: Maak werk van een zorgbeleid vanuit een visie die gedragen wordt door heel de school Kenmerken: prioriteit voor preventie door te investeren in onder meer herstelgericht benaderen, aandacht voor ontwikkelen van ‘zorgvaardigheden’ bij leerkrachten, en tijd/plaats maken voor oplossingsgericht overleg.

Cluster 4: Bouw een zorgnetwerk uit met buitenschoolse partners: jongerenwelzijn, jeugdwerk, jeugdhulpverlening.

Kenmerken: levendig netwerk van mensen die elkaar kennen en vertrouwen.

4.3 Engagementen voor de toekomst bij de verschillende stakeholdersgroepen

Aan het einde van de slotconferentie verzamelden de deelnemers per stakeholdergroep om een antwoord te geven op hoe, vanuit hun perspectief, de toekomst van het Ris-K project er uit dient te zien en welke engagementen zij daarin willen opnemen om dit te realiseren. Hieronder volgt een synthese van de antwoorden per groep

Algemeen

Page 33:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

33

Vanuit alle stakeholdersgroepen wordt preventie (van problematische schoolsituaties met dreigende schooluitval) als prioritair en centraal aandachtspunt voor de toekomst naar voren geschoven.

Dit vertaalt zich in voorstellen om - Herstelgericht denken/werken op school te versterken; - Verder werk te maken van de implementatie van LSCI, NVR; - Meer in het algemeen, een positief relatiebeleid op school te ontwikkelen.

Om dit te realiseren drukken de diverse groepen concrete engagementen uit.

Directies- Middelen en mogelijkheden vrijmaken voor het implementatieproces; - Investeren in ondersteuning, coaching en opleiding van leerkrachten, o.a. opstarten

van intervisiegroep, uitbouwen van een steunnetwerk ... Leerkrachten

- Werk maken van de verbreding van hun opdracht richting zorg. Goed ‘klas houden’ is meer dan lesgeven (leerstofoverdracht) en vraagt steun van het hele team en de school als geheel;

- Zich eigen maken van een bemoedigende, bekrachtigende, ondersteunende basishouding naar elkaar en naar de leerlingen toe.

Jeugdhulpverlening- Verder actief werken aan het bouwen van bruggen tussen onderwijs en welzijn door

o.a. informatie-uitwisseling, open voorzieningendagen, netwerkfiches, projectmatig samenwerken vanuit eigen expertise...

- Blijvend werk maken van een ondersteunende en waarderende samenwerking met de school. Persoonlijke contacten zijn daartoe belangrijk.

CLB- Inzetten op vroege detectie- Activerend optreden als bruggenbouwer onderwijs–welzijn- Methodieken, zoals handelings- en oplossingsgericht samenwerken, verder

uitbouwen en verankeren binnen het CLB als geheel.

CLZ- Blijven inzetten op inclusie via schoolondersteuning vanuit de eigen setting (BuO,

Tander). Beschikbaarheid voor consultatieve begeleiding en teamondersteuning voor leerlingen met ernstige leer- en gedragsstoornissen verder organiseren

- Zich blijvend inzetten voor afstemming van de verschillende schoolondersteunende initiatieven terzake: CLZ, Tander, Leerrecht, time-out, Ris-K.

Jongerenwelzijn (Koïnoor, Netwerk leerrecht)

Page 34:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

34

- Zich blijven engageren voor het samenwerken met scholen rond Ris-K situaties vanuit wederzijds respect.

Beleid- De partijen ondersteunen om de ingeslagen weg verder te ontwikkelen door te

inspireren tot en het faciliteren van de multi-actor samenwerking.

Ilb’s- Vanuit de inzichten en ervaringen opgedaan in Ris-K binnen de school, het zoeken en

ontwerpen van een zorgbeleid (preventie en curatie) verder ‘voeden’- Meer werk maken van een gedeelde verantwoordelijkheid in zorg.

Samenvattend kan gesteld worden dat de slotconferentie in haar dubbel doel geslaagd is. Aan de ene kant werden de resultaten van het Ris-K project op een actieve en interactieve manier gecommuniceerd met relevante partners uit de regio. Aan de andere kant hebben de participanten feedback over het project gegeven en mee gedacht aan wat volgens hen de belangrijke prioriteiten voor de toekomst zijn en welke engagementen zij als partners hierin willen of kunnen opnemen.

5. Algemeen besluit

Ris-K is ontstaan binnen het LOP Leuven SO om de Leuvense scholen te ondersteunen die een positieve leef- en leeromgeving willen creëren om elke leerling kansen te bieden op een zinvolle en succesrijke schoolloopbaan. Het project Ris-K richt zich daarbij op scholen met veel leerlingen uit maatschappelijk kwetsbare middens (indicatorleerlingen). De verwachting is dat de kennis die met deze scholen wordt opgedaan gaandeweg verspreid zal worden over alle scholen die gelijke onderwijskansen hoog in het vaandel voeren. De vzw Stedenfonds van de stad Leuven heeft dit driejarige project financieel mogelijk gemaakt.

De bedoeling van het project was dubbel. Aan de ene kant wou men werken aan de preventie en curatie van schooluitval door zowel individuele leerlingen als scholen te begeleiden en te ondersteunen, met inbreng van externe partners. Aan de andere kant zou het Ris-K project ’know-how’ opleveren die relevant is voor het beleid en gedeeld kan worden met al wie eenzelfde doel nastreeft.

Kenmerkend voor een project is dat het toelaat om de verwachtingen en ambities te toetsen aan de werkelijkheid. Dat laat een spanning zien tussen droom en daad of tussen doelstellingen en realisaties. Zo gezien is het ook een leerproces dat toelaat om vanuit de realiteit na te gaan welke factoren bijdragen aan het doel en welke dat doel hinderen of afremmen. Daarom is dit eindrapport geen onverkort succesverhaal geworden, maar een open beschrijving van wat Ris-K gerealiseerd maar ook gemist heeft. Het werken aan het Ris-K project heeft inderdaad een aantal inzichten gegenereerd voor scholen die willen bijdragen aan de zorg voor leerlingen met dreigende schooluitval.

Vooreerst blijkt dat het engagement en de wijze waarop dit wordt aangevoeld essentieel is, namelijk elkaar leren kennen en waarderen. Uit de evaluaties komt duidelijk naar voren dat

Page 35:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

35

waarderend, oplossingsgericht samenwerken vanuit verschillende expertises en invalshoeken de kwaliteit van de percepties en de relaties tussen de actoren heeft verbeterd. Dat geldt voor leerlingen die meer eigen verantwoordelijkheid namen, leerkrachten en klastitularissen die door externe begeleiders versterkt werden, directies en leerlingbegeleiders die het engagement van externe schoolbegeleiders waardeerden en externe begeleiders die beter zicht kregen op wat in de scholen gebeurt naar leerlingenbegeleiding toe. Die toenemende waardering was het gevolg van opgedane ervaringen en groeiende inzichten. Scholen maar ook ‘aanbieders’ van de externe hulp dienden immers bereid te zijn om ‘anderen’ op hun terrein toe te laten en om met hen in een open samenwerkingsverband te stappen. Er moest bovendien gaandeweg en al doende gesleuteld worden aan een systeem van effectief en oplossingsgericht samenwerken, iets wat extra tijd en energie heeft vereist.

Vervolgens is het onderkennen van de noodzakelijke voorwaarden cruciaal voor een optimaal functioneren. Uit observaties en gesprekken is gebleken dat behoefte bestaat aan transparantie, zodat de actoren duidelijk weten wat van hen verwacht wordt en volgens welke afspraken of procedures het proces dient te verlopen. Dat bevordert zowel de efficiëntie van het proces als de tevredenheid van de partners. Tevens is de juiste inschatting van de nodige tijd, middelen en energie nodig om het proces vloeiend te laten verlopen. Vaak is een projectformulering de uitkomst van een lang zoekproces dat door de aanvragers werd doorgemaakt maar niet altijd strookt met de reële mogelijkheden van een organisatie. Zo waren bijvoorbeeld externe begeleiders voorzien om de tijd tussen constatering van een risicosituatie en het werken eraan zo kort mogelijk te houden. In werkelijkheid kon hier niet steeds aan beantwoord worden omwille van tekort aan beschikbaarheid van de externe partners die zonder uitbreiding van menskracht de bijkomende opdracht dienden te realiseren.

Voorts is gebleken dat het systematisch opbouwen van ‘know-how’ (een van de doelstellingen van het project) inspanningen vergt bovenop het werken in de praktijk. Aangezien de behoefte aan onmiddellijke ‘hulp’ vaak domineert juist omdat de risicosituatie dat vereist, is het aftappen en opbouwen van inhoudelijke kennis, evenals het ontwikkelen van methodes niet eenvoudig omwille van de nodige systematiek en tijd die er expliciet aan besteed moeten worden. Dat heeft ook te maken met de motivatie en de organisatorische ruimte van de actoren. Theorievorming of kennisopbouw wordt immers vaak gepercipieerd als ver van de praktijk. Daarom is in dit project geopteerd om de kennisopbouw en –deling te koppelen aan de individuele of klasgebonden cases en ze naderhand tot object van reflectie te maken. In de loop van het project werd expliciet geïnvesteerd in momenten waarop kennis werd verzameld en gedeeld. Zo werden op de individuele Ris-K dossiers evaluaties uitgevoerd, heeft een reflectiemoment aan het einde van het schooljaar 2011-2012 plaats gevonden, zijn interviews bij 10 actoren afgenomen met als kernvraag ‘Welke elementen zorgen ervoor dat een jongere die dreigt af te haken opnieuw aansluiting kan vinden in het onderwijs?’, is een slotconferentie georganiseerd met actieve inbreng van vele stakeholders, en werd een SWOT analyse doorgevoerd. Dat alles heeft bijgedragen aan een groeiend inzicht in de wijze waarop kennis en methodieken ontwikkeld en geïmplementeerd kunnen worden.

Page 36:  · Web viewstuurgroep. Zonder hun extra tijd, energie, inspiratie en ondersteuning was dit project niet op eenzelfde wijze tot een goed einde gebracht. In het bijzonder verdienen

36

Ten slotte heeft het project aanwijsbare resultaten opgeleverd, ook al is het niet mogelijk om alle effecten op jongeren, leerkrachten, leerlingbegeleiders, CLB-medewerkers, ouders, en directies te ‘meten’. De deelnemers aan Ris-K hebben immers een proces doorgemaakt waarvan de leerwinst en competentievergroting vaak impliciet plaatsvinden en dus moeilijk verwoord kunnen worden. Bovendien is het niet eenvoudig om een scherpe en bruikbare formulering te vinden voor alle relevante ervaringen en inzichten. Toch kan uit de resultaten afgeleid worden dat Ris-K een meer dan een behoorlijke impact heeft gehad. Zo geven de deelnemers aan de begeleiding van ‘rugzakjongeren’ in Ris-K voor hen een stimulerende ervaring is geweest. Door de inbreng van de co-begeleider en zeker ook van klasgroepbegeleiding werd de probleemsituatie vaak opnieuw gekaderd en beter ‘omcirkeld‘ zodat nieuwe ruimte ontstond voor engagement. Wat het aantal begeleidingen betreft, werd aanvankelijk verwacht dat scholen behoefte zouden hebben aan een groter volume extra begeleiding. Een mogelijke reden voor het verschil tussen verwachting en realiteit is vooral te vinden in de tijd die nodig is om een aanpak te ‘zetten’ in de organisatie waar veel medewerkers bij betrokken zijn.

Aandachtpunten die uit het project naar voren komen zijn het investeren van meer tijd in een grondige nabespreking van ieder begeleidingstraject om de leerkansen te vergroten, het systematischer werken aan kennisontwikkeling en –deling, en het versterken van het disseminatie-effect op schoolniveau en bij leerkrachten als centrale betrokkenen bij de risicosituaties.

Door gedurende twee en een half jaar intensief samen te werken via het systeem van rugzakfinanciering en door het daarbij steeds nadrukkelijker te hebben over preventie is het ‘veld’ geleidelijk klaar gemaakt. Dit bleek heel duidelijk op de slotconferentie die ter afsluiting van het Ris-K traject werd georganiseerd. Alle scholen braken er een lans voor een verderzetting van Ris-K met het hoofdaccent op de preventie van problematische situaties op school. Er is daartoe bij de deelnemers een uitgesproken engagement om door te doen, een engagement dat door het stedelijk beleid wordt gedeeld en mogelijk is gemaakt door de subsidiering van Ris-K II tot augustus 2017.

Alle bijlagen die vermeld worden in de nota zijn te consulteren op :www.lop.be /Leuven/SO/Ris.K/Eindrapport Ris.K 1