judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web...

57
Docentenhandleiding Project: Kleur 3 Havo 1

Transcript of judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web...

Page 1: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Docentenhandleiding

Project: Kleur

3 Havo

1

Page 2: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

InhoudsopgaveInleiding……………………………………………….. Blz. 3

Lesdoelen……………………………………………… Blz. 4

Didactische onderdelen……………………………… Blz. 5

Inhoud van de lessenserie………………………….. Blz. 6

Theorie………………………………………………… Blz. 7 & 8

Antwoordmodel: leerlingenboekje………………….. Blz. 9 & 10

Antwoordmodel: toets………………………………... Blz. 11 t/m 17

Rubric video…………………………………………… Blz. 18

Lesplanformulieren…………………………………… Blz. 19 t/m 33

Handleiding Toa……………………………………… Blz. 34 t/m 38

2

Page 3: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

InleidingKleuren zijn overal te zien in de wereld: in je huis, in de natuur, enzovoort. Maar wat zijn kleuren eigenlijk? Door het produceren en het uitvoeren van een lessenserie over ‘kleur’ moeten leerlingen zich meer bewust worden over dit fenomeen.

Deze lessenserie heeft een natuurwetenschappelijk karakter. Ten eerste komen verschillende vakgebieden aan samen:

- Natuurkunde

- Biologie

- Psychologie

- Tekenvaardigheid.

Daarnaast gaan de leerlingen zelf op onderzoek uit naar het antwoord van een misconcept. Het zelfstandig zoeken en verwerken van informatie over kleuren komt ook aan bod. In deze lessenserie leren de leerlingen tevens samen te werken met klasgenoten.

De docent treedt bij deze lessen voornamelijk op als coach.

Algemene lesdoelen

Het misconcept dat leerlingen hebben, wordt opgeheven, leerlingen kunnen aan de hand van zelfgemaakt filmmateriaal onderzoeken dat licht mengen en verf mengen niet hetzelfde is.

De leerlingen werken samen aan een taakverdeling om efficiënt en controleerbaar te werken.

De leerlingen leggen verband tussen de beroepen en de kennis over kleur. De leerlingen vatten samen wat de kennis is per beroep (aantekeningen maken). De leerlingen kunnen de theorie toepassen in de praktijk (practicumproefwerk).

3

Page 4: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

LesdoelenLes 1 Introductie

1. De leerling kan zich de voorkennis herinneren over kleur, licht, golflengte en het oog, om een klassikaal woordweb te maken.

2. De leerlingen kan het misconcept over kleuren mengen identificeren.3. De leerling kan het verband leggen dat licht uit golflengtes bestaat en dat elke

kleur een andere golflengte heeft.4. De leerling kan de tekening van licht creëren ( een oog tekenen waarbij de plek en

naam van de kegeltjes wordt aangegeven).

Les 2 Introductie beroepen en zelfstandig werk1. Na de les kunnen de leerlingen informatie verzamelen over het onderwerp kleur

vanuit verschillende beroepen.2. De leerlingen kunnen de informatie in een groepje van drie verwerken tot een kort

verslagje waarin een samenvatting wordt gegeven van de gevonden informatie.3. De leerlingen kunnen samenwerken met de andere leerlingen die het zelfde

beroep hebben gekregen om zo tot een mooi verslag te komen.4. Iedere groep kan een eerlijke taakverdeling produceren en verdelen.

Les 3 Panelgesprekken1. De leerlingen kunnen omschrijven wat hun eigen beroep inhoudt.2. De leerlingen kunnen herhalen wat het beroep van de anderen inhoudt.3. De leerlingen kunnen een verband leggen tussen de theorie van kleuren en het

werken met kleuren (de praktijk) .4. De leerlingen kunnen een rating maken: welk beroep (dus theorie) spreekt mij het

meest aan.

Les 4 Herhaling lesstof1. De leerlingen begrijpen wat kleuren zijn.2. De leerlingen kunnen de twee fenomenen het ‘mengen van verfkleuren’ en het

‘mengen van lichtkleuren’ van elkaar uit elkaar houden en verklaren. 3. De leerlingen kunnen beschrijven hoe het oog de kleuren kan waarnemen.4. De leerlingen kunnen onderscheid maken tussen de drie basiskleuren en de drie

kleuren die het oog kan waarnemen.

Les 5 Afnemen van de test1. De leerlingen kunnen verbanden leggen tussen de uitgezochte beroepen en de

praktijk, door de opdrachten te beantwoorden met behulp van proefjes.2. De leerlingen ontdekken dat de antwoorden vaak te vinden zijn door het doen van

simpele proefjes.3. De leerlingen kunnen van de proefjes die zij die dag hebben gedaan

verslagleggen.4. De leerlingen kunnen samenwerken om tot de goede antwoorden bij de proeven te

komen.

4

Page 5: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Didactische onderdelen

5

Page 6: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

InhoudLes 1

Introductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende onderwerpen en het misconcept worden geïntroduceerd. Het misconcept: verfkleuren mengen en licht (kleuren) mengen is niet hetzelfde. De leerlingen krijgen een werkboekje met informatie, opdrachten en bronnen voor extra informatie. Iedere leerling krijgt een onderwerp (beroep toegewezen) en moet zich daarop gaan concentreren. De leerling bestudeert de informatie in het werkboek en zoekt extra informatie op. De leerlingen krijgen deze les gelijk huiswerk op voor de laatste les: het maken van een video waarin het misconcept wordt ‘opgelost’.

Les 2

Deze les worden de beroepen gekoppeld aan de onderwerpen. Iedere leerling krijgt een beroep toegewezen:- Natuurkundige - Lichttechnicus- Oogarts - Kunstenaar- PsycholoogDe leerlingen krijgen deze les de tijd om in groepsverband (de experts bij elkaar) informatie op te zoeken en deze informatie te verslagleggen in groepsverband. Dit verslag wordt door de docent nagekeken (zodat wordt voorkomen dat leerlingen verkeerde informatie gaan leren).

Les 3

In les drie vinden de panelgesprekken plaats. De leerlingen zitten in groepjes van vijf personen bij elkaar en luisteren naar elkaars’ verhalen. Er wordt van de leerlingen verwacht dat zij aantekeningen maken van ieder onderwerp (beroep). De docent begeleidt de leerlingen bij deze panelgesprekken.

Les 4

In deze les worden de verschillende onderwerpen klassikaal besproken. De docent kiest voor ieder onderwerp willekeurig een leerling uit. Er wordt van iedere leerling verwacht een volledige uitleg te kunnen geven over ieder onderwerp. Zij hebben namelijk aantekeningen gemaakt. Tijdens deze les krijgen de leerlingen daarnaast de gelegenheid om hun aantekeningen aan te vullen/te verbeteren.

Les 5

In de laatste les van deze lessenserie wordt de kennis van de leerlingen getest: er wordt een ‘practicumproefwerk’ afgenomen. De leerlingen mogen deze proefjes in groepsverband uitvoeren. De gemaakte video’s worden ook in les vijf ingeleverd bij de docent. De video’s worden ook beoordeeld met behulp van een rubric. Op deze manier wordt gecontroleerd of het misconcept verdwenen is en of er geen anderen in de plaats gekomen zijn.

6

Page 7: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

TheorieHet onderwerp kleur kan je van verschillende kanten belichten om te begrijpen wat het eigenlijk is, hoe het werkt, waar het vandaan komt en wat je er mee kan.

Kleur bestaat uit licht van verschillende golflengtes. Alle golflengtes die wij als mensen met het blote oog kunnen zien noemen wij het zichtbare licht: dit zijn alle kleuren van de regenboog.

Wanneer wit licht van een lichtbron wordt afgegeven, bijv. de zon, betekent dat alle golflengtes, ofwel kleuren, aanwezig zijn. Maar wanneer je dit witte licht breekt door een prisma (of door een druppelwater; denk maar aan de regenboog!) dan wordt het licht op golflengtes gesorteerd. Kijk maar bij het plaatje van de het kleurenspectrum.

De kegeltjes in je ogen worden gebruikt om kleuren te zien, deze bevinden zich allemaal in de gele vlek, recht achter je lens op het netvlies. De mens heeft drie soorten kegeltjes. De S, M en L kegeltjes. Deze letters staan voor de Engelse woordjes: Short (kort), Medium (gemiddeld) en Large (groot). Deze aanduidingen van grootte slaan op de lengte van de golflengtes. In de bijgevoegde grafiek kan je zien welke kleuren welke kegeltjes aanslaan.

7

Page 8: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Dit is ook terug te zien in het kleurenspectrum. Je ziet dat tussen de rode en de groene kleur geel zit.

Te zien is dat de rode en de groene elkaar overlappen boven het gele gebied. Dit betekent dat wanneer beide kegeltjes aanslaan jou hersens dit vertalen als geel.

Kleuren licht mengen gaat heel anders dan vaste kleuren, zoals verf, mengen. In het oog werd namelijk al duidelijk dat groen en roodlicht samen geel wordt. Maar groene en rode verf wordt samen een soort vieze bruine kleur.

Er zijn twee manieren van mengen:

Additief mengen (additief betekent “optellen”): Het mengen van licht. Hierbij geldt, hoe meer kleuren je bij elkaar mengt hoe lichter de kleur wordt die je ziet. Alle basiskleuren voor licht zijn blauw, groen en rood, als je deze mengt krijg je wit licht. Als je geen enkele kleur licht aanzet is het donker, zwart.

Subtractief mengen (subtractief betekent “aftrekken”): Het mengen van verf. Hierbij geldt, hoe meer kleuren je mengt, hoe minder licht terug kaatst en dus de kleur donkerder wordt.

De kleur van een rode jas zien wij doordat de kleur rood reflecteert en ons oog binnenkomt. De rest van de kleuren worden geabsorbeerd. De kleur die wij zien is dus altijd de kleur die wordt gereflecteerd! De primaire kleuren waar je

met verf mee aan de slag gaat, zijn de kleuren magenta (roze), cyaan (blauw) en geel.

8

Page 9: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Antwoordmodel

Opdrachten - Rubric video - ToetsOpdrachten leerlingenboekjeOpdracht 1

De tekening moet minimaal de volgende onderdelen bevatten:

- lichtbron

- prisma waaruit het licht gebroken wordt naar een regenboog

- regenboogbundel komt binnen in het oog

- de juiste kleuren vallen op de juiste kegels:

paars/blauw op de s-kegel

groen/geel op de m-kegel

oranje/rood op de l-kegel.

- verschillende onderdelen moeten benoemd worden.

Opdracht 2

Opdracht 3

1.

2. Ja, er is een verschil tussen het mengen van verf en het mengen van licht. Bij licht mengen is er sprake van additieve kleurmenging (optellen). Er geldt: hoe meer kleuren hoe meer licht. Bij het mengen van licht zijn rood, groen en blauw de primaire kleuren.

Bij verfmenging is er sprake van subtractieve kleurmenging (aftrekken). Bij verfmening geldt, hoe meer

9

Page 10: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

kleuren hoe minder licht. Verf absorbeert de meeste kleuren en weerkaatst een beetje: dat is de zichtbare kleur. Gele verf weerkaatst rood en groen, maar absorbeert blauw. Als gele verf wordt gemengd met magenta, dan worden er meer kleuren geabsorbeerd, in dit geval groen en blauw. Beide soorten weerkaatsten rood, dus de mengkleur van gele verf en magenta verf is rood.

Bron: www.natuurkunde.nl (geraadpleegd 10-05-2012 te 14:30)

Opdracht 4

Opdracht 5

N.v.t.

10

Page 11: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Toets en antwoordmodel

Spooktulp(oogarts)Is alles wat je ziet er ook echt? Of kun je ook dingen zien die er niet zijn?

Benodigdheden:

3 vellen wit papierrode stiftgroene stiftplakband15 minuten

Uitvoering:

1. aan de muur hangen twee vellen. Op het ene vel staat een tulp en het andere vel is wit.

2. Rol het papiertje op tot een koker

3. Houd je hand voor je ene oog en kijk met de andere door de koker 20 seconden naar de tulp

4. Kijk nu door de koken naar het witte vel papier en knipper met je ogen.

Vragen:

1. Wat zie je op het witte vel en welke kleuren zie je? (1pt)

………………………………….…………………………………………….…………..

2. wat gebeurt er in je oog wanneer je 20 seconden naar de tulp kijkt? (2pt)

……………………………………………………………………………………………

3. hoe komt dit (denk aan de kegeltjes)?(2pt)

………………………………………………….………………………………….........

11

Page 12: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

12

Page 13: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Gekleurde stiften (kunstenaar)Viltstiften zijn er in heel veel verschillende kleuren. Rode en blauwe, maar ook paarse en mintgroene. Hoe komt een fabrikant van viltstiften toch aan al die verschillende tinten? Dat gaan we in dit proefje uitzoeken

Benodigdheden:

Stroken koffiefilterliniaalgroene en bruine viltstiftensatéprikkerglaswater

uitvoering:

1. Neem de strook van de koffiefilter en zet met beide viltstiften een grote stip op ongeveer 1 cm van de onderkant.

2. Zet de stroken in een glas met een laagje water die lager is dan de stippen. Zorg ervoor dat de stroken blijven staan gebruik hiervoor eventueel de satéprikker.

3. Wacht totdat het water tot driekwart in het papiertje is getrokken. Haal hierna het papiertje eruit en laat op de tafel drogen.

Vragen:

1. Wat gebeurt er als je de stroken papier in het water hangt? (1pt)

…………………………………………………………………………………………..........

2. Wat is er gebeurt met de stippen? (1pt)

……………………………………………………………………………………………………

3. Uit welke kleuren bestonden de stiften en zie je deze kleuren ook op het filter?(1pt)

……………………………………………………………………………………………………

4. Wat zou er gebeuren wanneer je een blauwe stift had gebruikt? (2pt)

…………………………………...……………………………………………………….............

13

Page 14: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

De regenboog (natuurkundige)De regenboog bestaat uit alle kleuren zichtbaar licht. Met een prisma kan je een regenboogmaken dit is dan ook wat we gaan doen met dit proefje.

Benodigdheden:

Een witte lichtstraalPrismaWit papier

Uitvoering:

1. Hou de prisma in het licht. Zie je een regenboog ontstaan dan heb je hem goed. Zo nietdan moet je draaien totdat je hem wel ziet. Leg voor een goede regenboog de prisma platop tafel (op het witte papier) voor de lamp en draai hem net zolang rond totdat je deregenboog kan zien.

2. Zodra je de regenboog ziet kan je de vragen hieronder beantwoorden.

Vragen:

1. hoe kan het dat je alle kleuren kunt zien? (3pt)

……………………………………………..…………………………………………….

2. welke kleur heeft de laagste golflengten? (2pt)

…………………………………………………...……………………………………….

3. bestaan er naast het kleurenspectrum ook nog andere kleuren die wij niet kunnen zien? (2pt)

…………………………………………………………………………….………………….

14

Page 15: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Mengen van licht (lichttechnicus)

Voor je ligt een kubus tussen lampen van drie verschillende kleuren. Hierdoor hebben alle vlakken een andere kleur.

Benodigdheden:

Witte kubusRode lampBlauwe lampGroene lampFoto camera

Uitvoering plus vragen:

1. Het vlak waar een kruisje op staat is paars (magenta). Welke kleuren licht vallen op dit vlak? (1pt)

………………………….……………………………………………………………………

2. Hoe komt het dat wij deze kleur zien? (2pt)

…………………………………………………………………………………………………

3. Verzet de lampen zo dat het paarse vlak geel wordt en neem hier een foto van leg een blaadje met je naam erop onder de kubus zodat je naam ook op de foto staat. (1pt)

4. Zet de lampen na afloop weer terug zoals ze stonden!!!

15

Page 16: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

UitwerkingenSpooktulp:

vraag 1

Je ziet een blauw-groene bloem met een rood-blauwe steel op het witte papier.

vraag 2wanneer je kijkt naar de tulp komt het licht op de kegeltjes. Omdat de kleuren van de tulp rood en groen zijn zullen de rode en groene kegeltjes een signaal naar je hersens sturen. Hierdoor kan je de kleuren van de tulp zien.

vraag 3de rode en groene kegeltjes zijn oververmoeid. Deze kunnen geen signaal meer afgeven. Doordat je naar een wit vel kijkt, deze weerkaatst alle kleuren. Krijg je alle kleuren naar je oog terug. Omdat de rode en groene kegeltjes oververmoeid zijn krijg je op deze plekken alleen nog maar de andere kleuren door. Hierdoor zie je de tulp maar dan in de tegenovergestelde kleuren van rood en groen.

Uitwerkingen gekleurde stiften (kunstenaar)

vraag 1dan lost de stip voor een gedeelte op in het water en wordt hij niet uit elkaar getrokken maar blijft het een stip van 1 kleur.

vraag 2de stip wordt uitgesmeerd. Hierin zijn alle kleuren te herkennen die gebruikt worden om de kleur te mengen.

16

Page 17: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

vraag 3de groene viltstift: geel en blauw)

de bruine viltstift: geel rood en blauw. (deze is lastig te zien dus oranje en blauw ook goed rekenen bij de kleuren die te zien zijn op het filter)

vraag 4: dan zie je een blauwe vlek die uitgesmeerd is. Maar deze vlek bestaat uit maar 1 kleur namelijk blauw.

Uitwerkingen de regenboog Vraag 1: De prisma breekt het licht om naar een andere hoek. De golflengten de hoek waarin het licht eruit komt is afhankelijk van de golflengte. Doordat het licht dus allemaal in een andere hoek uit de prisma komt worden de kleuren gescheiden. Deze bestaan immers uit andere golflengten.

Vraag 2: paars

Vraag 3: Ja bijvoorbeeld ultra violet en infrarood

Uitwerking mengen van licht: Vraag 1: Blauw en rood.

Vraag 2:De rode en de blauwe kegeltjes in onze ogen geven een signaal door aan de hersenen. Deze nemen dan de kleur paars waar.

Vraag 3: Beoordelen van de foto.

Vraag 4: Wanneer de lampen niet terug gezet zijn 1 punt aftrekken.

Berekening van het cijfer:Totaal aantal punten 21.

17

Page 18: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Berekening van het cijfer aantal behaalde punten

21×9+1=cijfer

Bron http://www.proefjes.nl/trefwoord/kleur

Rubric video

Totaal punten = 14

1 punt 2 punten 3 punten 4 puntenInhoud en opheffing van misconcept

Er is een filmpje gemaakt, maar het misconcept is niet opgeheven en er wordt foutieve informatie gegeven.

De informatie die wordt gegeven is correct, maar het misconcept is gebleven.

…het misconcept is opgeheven aan de hand van vertelde woorden.

…het misconcept is behandeld aan de hand van visuele voorbeelden.

Creativiteit en netheid

In de film is geen begin titel te zien, geen aftiteling met bronnen en door het hele filmpje is alleen maar gesproken met hier en daar een plaatje.

…de film heeft een titel en aftiteling.

…Er worden interessante animaties gebruikt en de film is mooi afgewerkt. Het is niet continue het zelfde beeld (plaatje of animatie).

…het onderwerp wordt aangepakt vanuit een praktijk voorbeeld. Leerlingen hebben geacteerd.

Samenwerken Er is niet samengewerkt. Het is niet ingeleverd of één persoon heeft het zelf gemaakt.

Er is samengewerkt, maar met ingrijpen van de docent.

…er is geen sturing van de docent geweest.

Op tijd ingeleverd

…op de laatste les van lessenserie.

18

Page 19: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

LesplanformulierenLes 1

lesplanformulier B 1

naam student :opleiding :HvA-begeleider:werkplekleren jaar 1 2 3 4 (omcirkelen)

naam school :werkbegeleider :klas : 3e klas HAVOdatum van de les:

lesonderwerp:Kleur en de koppeling tussen natuurkunde en biologie.

beginsituatie van de leerlingen:De zintuigen zijn al eens behandeld, ofwel in de 1e of 2e klas. Hierbij weten ze dat licht via de les op het netvlies valt, omgezet en naar de hersenen verstuurd, maar dit is hoogstwaarschijnlijk vergeten. Leerlingen hebben nog geen licht behandeld bij natuurkunde, het woord “golflengte” is wel langsgekomen en in verband gebracht met licht.

algemene doelstellingen van deze les.begrippen:Kleur: Welke zijn er en waar bestaat het uit.Golflengte: Bepaald welke kleur licht is.Kegeltjes: Drie verschillende lichtgevoelige cellen in het netvlies die verschillende golflengtes kunnen opvangen en verwerken.Kleurenspectrum: Kleuren op volgorde van grootte golflengtes.

vaardigheden:Associatief nadenken over natuurwetenschappelijk onderwerp.Onderling laten discussiëren over natuurwetenschappelijke stellingen, en door te rederneren op een antwoord komen.Theorie visueel en eigen maken door het te tekenen.Zelfstandig aantekeningen maken tijdens de uitleg.

concrete lesdoelen

1. De leerling kan zich de voorkennis herinneren over kleur, licht, golflengte en het oog, om een klassikaal woordweb te maken.

1 Dit lesplanformulier B wordt uitgebreid besproken in de ABV-leerpraktijk Didactiek en Klassenmanagement.

19

Page 20: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

2. De leerlingen kan het misconcept over kleuren mengen identificeren.3. De leerling kan het verband leggen dat licht uit golflengtes bestaat en dat elke

kleur een andere golflengte heeft.4. De leerling kan de tekening van licht creëren ( een oog tekenen waarbij de plek en

naam van de kegeltjes wordt aangegeven).

20

Page 21: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

fase geplandetijd

lesdoel nr.

lesinhoud (lesstof) didactische werkvormen hulpmiddelen

leeractiviteit:Wat doet de leerling?

onderwijsactiviteit:Wat doe ik?

fase 1(p. 54)2

10 min

5 min

1

2

De leerling gaat op zijn plek zitten en pakt zijn spullen. De leerling luistert naar de docentSchrijft woordweb 5min voor zichzelf > 10min klassikaal.

Ruime minuut zelf nadenken over de uitspraken en de gekozen uitspraak opschrijven in het schrift+waarom.

Begroeten en wijzen op het programma die op het bord staat. Vragen of men een kladschrift en pen wil pakken voor een woordweb over “kleur” met daar omheen de woorden “licht” en “golflengte”, “oog”.

Het misconcept cartoon introduceren en vragen welke zij zouden kiezen en waarom. Aan het eind van de serie komen we er op terug, “dit is een wakker schud vraag”.

BordStiftBeamerLaptop

fase 2(p. 57)

12min Elke kleur licht heeft zijn eigen golflengte, deze zijn gerangschikt in het kleurenspectrum. Kleur van zon naar netvlies in het oog bij de kegeltjes.

Luisteren en zelfstandig aantekeningen maken.

Verhaal doen a.d.v. PPT of prezi.

PPT of preziLaptopBeamerStift

fase 3(p. 63)

Vragen stellen ter controle(tijdens fase 2)

Beantwoorden van controlevragen.

De docent stelt vragen om te controleren of de lesstof goed is overgekomen.

2 paginaverwijzing naar Ebbens, S & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren basisboek. Groningen: Noordhoff.

21

Page 22: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

fase 4/5(p. 66)

5 min

15 min

3 & 4

Leerlingen gaan zelfstandig aan het werk, onderling overleg mag.Leerlingen noteren inleverdatum voor filmpje in agenda en kunnen eventueel groepjes maken en indeling maken.

Vertel: Het verhaal nu in een tekening, de volgende onderdelen moeten aanwezig en benoemd zijn in je tekening: lichtbron, prisma, kleurenspectrum, golflengte, oog, lens, netvlies, S/M/L kegeltjes, oogzenuw. Volg de opdracht stappen! Boeken of laptops kunnen ze als naslag werk gebruiken.

Deel leerlingen boekjes uit. Cartoon dat zojuist geïntroduceerd is gaan jullie opheffen en uitleggen d.m.v. een filmpje (gemaakt met mobiel, camera, etc.). Groepjes van 3 > goede indeling maken, op tijd beginnen!

A3 blad p/leerlingTheorieboeken of laptopsBordschema 1

Leerlingen boekjes

Fase 6 2 min Evaluatie en afsluiting De leerlingen luisteren naar de docent en beantwoorden vragen.

De docent evalueert de les: wat hebben we geleerd, hoe was de les.De docent sluit de les af.

bordschema 1Teken eerst de weg van licht van de lichtbron naar de prisma, hier breekt het licht en we kunnen het kleurenspectrum zien. Teken en benoem.Teken nu een oog en laat de gebroken lichtstraal in het oog komen op de juiste plek binnen het oog, met de juiste kegel bij de juiste kleuren binnen het kleurenspectrum.

Te benoemen onderdelen: lichtbron, prisma, kleurenspectrum, golflengte, oog, lens, netvlies, S/M/L kegeltjes, oogzenuw.

bordschema 2

22

Page 23: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Les 2 naam student :

opleiding :

HvA-begeleider:

werkplekleren jaar 1 2 3 4 (omcirkelen)

naam school :

werkbegeleider :

klas : 3e klas HAVO

datum van de les:

lesonderwerp:Informatie over kleur met betrekking tot verschillende beroepen.

beginsituatie van de leerlingen:De kennis over de weg van licht van de lichtbron naar het oog is opgefrist d.m.v. theorie en het tekenen van deze weg. Moeilijke begrippen zijn weer langsgekomen en uitgelegd, maar zal hoogstwaarschijnlijk nog niet goed zijn verwerkt.

algemene doelstellingen van deze les.begrippen:Kleur: Welke zijn er en waar bestaat het uit.

Golflengte: Bepaald welke kleur licht is.

Kegeltjes: Drie verschillende lichtgevoelige cellen in het netvlies die verschillende golflengtes kunnen opvangen en verwerken.

Kleurenspectrum: Kleuren op volgorde van grootte golflengtes.

vaardigheden:Samenwerken in expertgroepjes.Kleur in een bredere context zien vanuit verschillende beroepsoogpunten.

Zelfstandig relevante informatie kunnen verzamelen uit aangereikte boeken en internetbronnen.

Zelf een eerlijke taakindeling verzorgen per groepje.

concrete lesdoelen

1. Na de les kunnen de leerlingen informatie verzamelen over het onderwerp kleur vanuit verschillende beroepen.

2. De leerlingen kunnen de informatie in een groepje van drie verwerken tot een kort verslagje waarin een samenvatting wordt gegeven van de gevonden informatie.

3. De leerlingen kunnen samenwerken met de andere leerlingen die het zelfde beroep hebben gekregen om zo tot een mooi verslag te komen.

4. Iedere groep kan een eerlijke taakverdeling produceren en verdelen.

23

Page 24: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Fase geplande

tijd

lesdoel nr.

lesinhoud (lesstof) didactische werkvormen Hulpmiddelen

leeractiviteit:

Wat doet de leerling?

onderwijsactiviteit:

Wat doe ik?

fase 1

(p. 54)3

5 min Ontvangst

Opening van de les

Leerlingen komen binnen en gaan op hun plekje zitten.

Naam schrijven op het leerlingenboekje.

De docent ontvangt de leerlingen bij de deur en vertelt daarna wat de planning is, deelt de leerlingenboekjes uit. In het boekje staat theorie, de opdrachten uitgeschreven en de planning.

Leerlingenboekjes p/leerling

fase 2

(p. 57)

3 min Er is deze les geen uitleg.

Instructie

De leerling luistert naar de instructie van de docent.

Vertel dat ze expertgroepjes gaan vormen met ieder een eigen beroep die betrekking heeft met kleur. Geef elke leerling een cijfer van 1 t/m 6. Alle gelijke cijfers gaan nu informatie verzamelen en samenvatten in een tekst en een PPT. Gebruik de

3 paginaverwijzing naar Ebbens, S & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren basisboek. Groningen: Noordhoff.

HvA Onderwijs & Opvoeding

lerarenopleidingen vo/bve

24

Page 25: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

taakverdeling van het leerlingenboekje en de gegeven bronnen per beroep.

fase (p. 63)

N.v.t.

fase 4/5

(p. 66)

40 min 2 & 4

1

Expertgroepjes, voorbereiding.

De leerlingen gaan aan de slag:

eerlijke taakverdeling maken, noteren en laten checken bij de docent voordat ze een laptop en boeken mogen pakken om te beginnen.

Leerling kan thuis verder werken en laatste loodjes afronden, voordat de eindproducten worden opgestuurd om na gekeken te worden.

De docent loopt rondjes om de zelfwerkzaamheid te controleren. De docent begeleidt en coacht de leerlingen.

HW: Vóór volgende les digitaal ingeleverd zodat de docent het nog kan nalezen.

Informatie boeken

Laptops

fase 6

(p. 78)

2 min Afsluiting van de les De leerlingen luisteren naar de docent en volgen instructies op (boeken inpakken, enzovoorts).

De docent sluit de les af.

25

Page 26: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

bordschema 1

Oogarts

Kunstenaar

Natuurkundige

Lichttechnicus

Psycholoog

bordschema 2

26

Page 27: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Les 3

naam student :opleiding :HvA-begeleider:werkplekleren jaar 1 2 3 4 (omcirkelen)

naam school :werkbegeleider :klas : 3e klas HAVOdatum van de les:

lesonderwerp:De panelgesprekken gaan tijdens deze les plaatsvinden.

beginsituatie van de leerlingen:De leerlingen hebben zich verdiept in hun toegewezen onderwerp. Er is tevens basisinformatie behandeld over alle onderwerpen (beroepen)

algemene doelstellingen van deze les.begrippen:

Kleur: Welke zijn er en waar bestaat het uit.

Golflengte: Bepaald welke kleur licht is.

Kegeltjes: Drie verschillende lichtgevoelige cellen in het netvlies die verschillende golflengtes kunnen opvangen en verwerken.

Kleurenspectrum: Kleuren op volgorde van grootte golflengtes.

vaardigheden:

Samenwerken in expertgroepjes.

Kleur in een bredere context zien vanuit verschillende beroepsoogpunten.

Aantekeningen maken over andere onderwerpen (beroepen).

concrete lesdoelen

1. De leerlingen kunnen omschrijven wat hun eigen beroep inhoudt .

2. De leerlingen kunnen herhalen wat het beroep van de anderen inhoudt .

3. De leerlingen kunnen een verband leggen tussen de theorie van kleuren en het werken met kleuren (de praktijk) .

4. De leerlingen kunnen een rating maken: welk beroep (dus theorie) spreekt mij het meest aan.

27

Page 28: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Fase Geplandetijd

lesdoel nr.

lesinhoud (lesstof) didactische werkvormen Hulpmiddelen

leeractiviteit:Wat doet de leerling?

onderwijsactiviteit:Wat doe ik?

fase 1(p. 54)4

5 min. Ontvangst van de leerlingen.

Programma van de les

De leerling komt binnen, gaat zitten en pakt de boeken/aantekeningen op tafel.

De leerling luistert naar de docent en stelt eventueel vragen.

De docent ontvangt de leerlingen bij de deur. De docent geeft de leerlingen instructie (ga op je plek zittenen pak je boeken/aantekeningen erbij).

De docent opent de les. Als pakkend beging laat de docent een leerling een opvallend krantenbericht voorlezen. Daarna neemt de docent het programma van de les door.

Groen stimuleert de creativiteit’:http://www.hln.be/hln/nl/37/Psycho/article/detail/1418586/2012/04/04/Groen-stimuleert-de-creativiteit.dhtml‘Bord: programma van de les

fase 2(p. 57)

5 min. Instructie en regels panelgesprekken

De leerling luistert naar de docent en stelt eventueel vragen.

De docent geeft de instructies voor de panelgesprekken. De regels worden tevens besproken.

Bord

fase 3(p. 63)

Vragen stellen(tijdens fase 2)

De leerling beantwoordt de vragen van de docent. Andere leerlingen denken mee.

De docent vraagt aan één leerling om instructies kort te herhalen. Dit is om te controleren of de leer-lingen de instructies hebben begrepen. Er is sprake van individuele aanspreekbaarheid.

35 min. 1 t/ 4 Panelgesprekken De leerling luistert naar De docent loopt rond om

4 paginaverwijzing naar Ebbens, S & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren basisboek. Groningen: Noordhoff.

28

Page 29: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

fase 4/5(p. 66)

andere klasgenoten en maakt aantekeningen van de gegeven informatie. Bij onduidelijkheden stelt de leerlingen vragen aan de klasgenoot. De leerling informeert zelf natuurlijk zijn/haar klasgenoten over zijn onderwerp (beroep).

de leerlingen te begeleiden en te helpen. De docent houdt de tijd in de gaten en stuurt ongewenst gedrag van de leerlingen bij.

fase 6(p. 78)

4 min 1t/m 4 Evaluatie en afsluiting De leerling beantwoordt de vragen van de docent en denkt mee. De leerling mag ook reageren op opmerkingen van klasgenoten.

De docent behandelt de belangrijkste begrippen van deze les (wat hebben we geleerd).

De docent vraagt daarnaast naar de mening van de leerlingen over de les (geslaagd of geen succes).

De docent sluit de les af.

bordschema 1

Programma van de les

bordschema 2

Instructie en regels panelgesprekken

29

Page 30: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Les 4

naam student :opleiding :HvA-begeleider:werkplekleren jaar 1 2 3 4 (omcirkelen)

naam school :werkbegeleider :klas : 3e klas HAVOdatum van de les:

lesonderwerp:Deze les worden de volgende onderdelen besproken:- panelgesprekken met de verschillende onderwerpen- misconcept en video’s

beginsituatie van de leerlingen:De leerlingen hebben al wat kennis opgedaan over het onderwerp ‘kleur’. De panelgesprekken hebben plaatsgevonden

algemene doelstellingen van deze les.begrippen:Kleur: Welke zijn er en waar bestaat het uit.

Golflengte: Bepaald welke kleur licht is.

Kegeltjes: Drie verschillende lichtgevoelige cellen in het netvlies die verschillende golflengtes kunnen opvangen en verwerken.

Kleurenspectrum: Kleuren op volgorde van grootte golflengtes.

Misconcept.

vaardigheden:Aantekeningen maken en kunnen aanpassen.

concrete lesdoelen

1. De leerlingen begrijpen wat kleuren zijn.2. De leerlingen kunnen de twee fenomenen het ‘mengen van verfkleuren’ en het ‘mengen

van lichtkleuren’ van elkaar uit elkaar houden en verklaren. 3. De leerlingen kunnen beschrijven hoe het oog de kleuren kan waarnemen.4. De leerlingen kunnen onderscheid maken tussen de drie basiskleuren en de drie kleuren

die het oog kan waarnemen.

30

Page 31: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Fase Geplandetijd

lesdoel nr.

lesinhoud (lesstof) didactische werkvormen Hulpmiddelen

leeractiviteit:Wat doet de leerling?

onderwijsactiviteit:Wat doe ik?

fase 1(p. 54)5

10 min Ontvangst van de leerlingen

Pakkend begin

Programma van de les

De leerling komt binnen, gaat op zijn/haar plaats zitten en pakt de boeken op de tafel.

De leerling kijkt naar het filmfragment.

De leerling luistert naar de docent.

De docent ontvangt de leerlingen bij de deur. De docent geeft de leerlingen instructie (ga op je plek zittenen pak je boeken/aantekeningen erbij).

De docent opent de les. Als pakkend begin laat de docent een leuk filmfragment zien.

Daarna neemt de docent het programma van de les door (staat op het bord geschreven).

Filmfragment: willem wever, voedsel en kleur

Bord

fase 2(p. 57)

20 min 1 t/m 4 Panelgesprekken bespreken

De leerling geeft een uitleg over een bepaald onderwerp (indien dit wordt gevraagd). De leerling luistert daarnaast naar de docent en zijn/haar klasgenoten. De leerling verbetert of vult de aantekeningen aan. De leerling stelt eventueel vragen.

De docent bespreekt klassikaal ieder onderwerp (beroep). De docent geeft iedere keer een andere leerling de beurt. Deze leerling moet dan een korte uitleg geven over het onderwerp. De docent geeft hier feedback op.

Na het bespreken van de onderwerpen, komt de docent terug op het misconcept. De docent

Bord (met eventuele aantekeningen)

5 paginaverwijzing naar Ebbens, S & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren basisboek. Groningen: Noordhoff.

31

Page 32: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

geeft hier een korte uitleg over. De docent stelt hier vragen over aan de leerlingen en geeft direct feedback. Er is sprake van individuele aanspreekbaarheid.

fase 3(p. 63)

5 min. 1 t/m 4 Vragen stellen ter controle(tijdens fase 2).

De leerlingen beantwoorden de controlevragen van de docent.

De docent stelt vragen om te controleren of leerlingen alles werkelijk hebben begrepen.

fase 4/5(p. 66)

10 min. 1 t/m 4 Samenwerken in tweetallen / drietallen

De leerlingen werken in tweetallen/drietallen samen. Zij bekijken hun aantekeningen en controleren of deze kloppen en/of aangevuld kunnen worden. De leerlingen overhoren elkaar. Zij kunnen eventueel ook nog vragen stellen aan de docent.

De docent loopt rond om de zelfwerkzaamheid van de leerlingen te controleren. De docent beantwoordt vragen, geeft feedback en begeleidt de leerlingen.

fase 6(p. 78)

5 min. 1 t/m 4 Evaluatie en afsluiting De leerling beantwoordt de vragen van de docent en denkt mee. De leerling mag ook reageren op opmerkingen van klasgenoten.

De docent behandelt de belangrijkste begrippen van deze les (wat hebben we geleerd).De docent vraagt daarnaast naar de mening van de leerlingen over de les (geslaagd of geen succes).De docent sluit de les af.

bordschema 1Programma van de lesEventuele aantekeningen op het bord

bordschema 2

Pakkend begin: filmfragment.

32

Page 33: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Les 5

naam student :opleiding :HvA-begeleider:werkplekleren jaar 1 2 3 4 (omcirkelen)

naam school :werkbegeleider :klas : 3e klas HAVOdatum van de les:

lesonderwerp:toetsen van de kennis over kleur

beginsituatie van de leerlingen:de leerlingen hebben de afgelopen weken les gehad over kleur. Deze kennis wordt in deze les getest.

algemene doelstellingen van deze les.begrippen:

Kleur: Welke zijn er en waar bestaat het uit.

Golflengte: Bepaald welke kleur licht is.

Kegeltjes: Drie verschillende lichtgevoelige cellen in het netvlies die verschillende golflengtes kunnen opvangen en verwerken.

Kleurenspectrum: Kleuren op volgorde van grootte golflengtes.

vaardigheden:

Samenwerken in groepjes.

Verschillende proefjes zelfstandig uitvoeren

concrete lesdoelen

1. De leerlingen kunnen verbanden leggen tussen de uitgezochte beroepen en de praktijk, door de opdrachten te beantwoorden met behulp van proefjes.

2. De leerlingen ontdekken dat de antwoorden vaak te vinden zijn door het doen van simpele proefjes.

3. De leerlingen kunnen van de proefjes die zij die dag hebben gedaan verslagleggen.4. De leerlingen kunnen samenwerken om tot de goede antwoorden bij de proeven te

komen.

33

Page 34: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

fase geplandetijd

lesdoel nr.

lesinhoud (lesstof) didactische werkvormen hulpmiddelen

leeractiviteit:Wat doet de leerling?

onderwijsactiviteit:Wat doe ik?

fase 1(p. 54)6

5 min Naam schrijven op de toets

Vertel wat de planning is en deel de toets uit.

Toets bladen

fase 2(p. 57)

5 min De leerlingen luisteren. Korte uitleg geven over de toets.

fase 3(p. 63)

fase 4/5(p. 66)

40 min De toets maken deze bestaat uit verschillende proefjes. Deze voeren ze uit zonder hulp van een docent.

Loopt rond om te kijken hoe de leerlingen aan het werk zijn.

De benodigdheden voor de proefjes die de leerlingen gaan doen moeten helemaal klaarstaan.

fase 6(p. 78)

bordschema 1 bordschema 2

6 paginaverwijzing naar Ebbens, S & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren basisboek. Groningen: Noordhoff.

34

Page 35: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Handleiding TOA

De toets bestaat uit vier kleine proeven. Deze kunnen allemaal van te voren klaar gezet worden. Hieronder staan de proefjes met de benodigdheden en de uitvoering hiervan ook wordt er vermeld wat al van te voren klaargezet moet worden.

Spooktulp(oogarts)Is alles wat je ziet er ook echt? Of kun je ook dingen zien die er niet zijn?

Benodigdheden:

2 vellen wit papier 1 vel met plaatje uit bijlage 1 plakband 15 minuten

Uitvoering:

1. aan de muur hangen twee vellen. Op het ene vel staat een tulp en het andere vel is wit.

2. Rol het papiertje op tot een koker3. Houd je hand voor je ene oog en kijk met de andere door de koker 20 seconden

naar de tulp4. Kijk nu door de koken naar het witte vel papier en knipper met je ogen.

Klaarzetten:

Een vel wit papier aan de muur en daarnaast en vel met de afbeelding uit bijlage 1.

Op een tafel wordt een wit vel papier gelegd samen met plakband.

35

Page 36: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Gekleurde stiften (kunstenaar)Viltstiften zijn er in heel veel verschillende kleuren. Rode en blauwe, maar ook paarse en mintgroene. Hoe komt een fabrikant van viltstiften toch aan al die verschillende tinten? Dat gaan we in dit proefje uitzoeken

Benodigdheden:

Stroken koffiefilter liniaal groene en bruine viltstiften satéprikker glas water

Uitvoering:

1. Neem de strook van de koffiefilter en zet met beide viltstiften een grote stip op ongeveer 1 cm van de onderkant.

2. Zet de stroken in een glas met een laagje water die lager is dan de stippen. Zorg ervoor dat de stroken blijven staan gebruik hiervoor eventueel de satéprikker.

3. Wacht totdat het water tot driekwart in het papiertje is getrokken. Haal hierna het papiertje eruit en laat op de tafel drogen

Klaarzetten:

Op een tafel worden stroken koffiefilters , lineaal, groene en bruine viltstiften, een glas, een sate prikker en water klaargezet. Hiermee kunnen de leerlingen zelf aan de slag.

36

Page 37: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

De regenboog (natuurkundige)De regenboog bestaat uit alle kleuren zichtbaar licht. Met een prisma kan je een regenboog

maken dit is dan ook wat we gaan doen met dit proefje.

Benodigdheden:

Een witte lichtstraal Prisma Wit papier

Uitvoering:

1. Hou de prisma in het licht. Zie je een regenboog ontstaan dan heb je hem goed. Zo niet dan moet je draaien totdat je hem wel ziet. Leg voor een goede regenboog de prisma plat op tafel (op het witte papier) voor de lamp en draai hem net zolang rond totdat je de regenboog kan zien.

2. Zodra je de regenboog ziet kan je de vragen hieronder beantwoorden.

Klaarzetten:

Zorg ervoor dat de witte lichtbundel over de tafel heen schijnt zodat de prisma in de straal gehouden kan worden terwijl deze op de tafel ligt.

Op een tafel wordt een wit vel papier onder de lichtbundel geplakt.

Op deze tafel komt ook een prisma te liggen.

37

Page 38: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Mengen van licht (lichttechnicus)Voor je ligt een kubus tussen lampen van drie verschillende kleuren. Hierdoor hebben alle vlakken een andere kleur.

Benodigdheden:

Witte kubus Rode lamp Blauwe lamp Groene lamp Foto camera

Uitvoering plus vragen:

1. Het vlak waar een kruisje op staat is paars (magenta). Welke kleuren licht vallen op dit vlak?

2. Verzet de lampen zo dat het paarse vlak geel wordt en neem hier een foto van leg een blaadje met je naam erop onder de kubus zodat je naam ook op de foto staat.

3. Zet de lampen na afloop weer terug zoals ze stonden!!!

Klaarzetten:

Zet de lampen al aan en zorg dat de kubus tussen de lampen komt te liggen op een manier dat je in elk geval een paars vlak hebt. Zet op dit vlak een kruisje.

Daarnaast komt op de tafel nog een foto camera.

38

Page 39: judithweeteling.weebly.comjudithweeteling.weebly.com/.../docentenhandleiding.docx · Web viewIntroductie van het onderwerp ‘kleur’ door het maken van een woordenweb. De verschillende

Bijlage 1:

39