asyanto1.files.wordpress.com · Web vieween computersysteem. opdracht 2. a. muis printer en...
Transcript of asyanto1.files.wordpress.com · Web vieween computersysteem. opdracht 2. a. muis printer en...
1.1 een computersysteem
opdracht 2 a. muis printer en toetsenbord
b. 1. Batterij 2. Geheugensloten
opdracht 4 a. waar b. niet waar c. laptop
opdracht 5 1. Je kan het overal meenemen.
2. Je kan overal op internet.
3. Het beeld kwaliteit is heel goed.
opdracht 7 a. voor agenda, adresboek en voor e-mail.
b. ja
1.2 invoer, Uitvoer, verwerking
Sleep de plaatjes naar de juiste plek in de tabel.
Invoer Verwerking Uitvoer Opslag
1.3 digitale gegevens
opdracht 2 a. bits
b. digitaliseren
c. 8 bits
d. mapjes
e. 8 bits: 1 byte
1024 bytes: 1kB [Kilobyte]
1024 MB: 1GB [Gigabyte]
Opdracht 3 a. 47.201
b. 3145728
c. 1073741824
d. 5. 046. 586.572,8
opdracht 4 a. 32 GB
b. 936 filmpje
opdracht 5 1. Hardware
2. computer
3. apparaat
4. geheugen
1.4 computerarchitectuur, het principe
opdracht 3 a 1. Interne geheugen
2. invoer
3. processor
4. externe geheugen
5. uitvoer
B 1. CPU
2. RAM
C 2. Scanner of digitale fotocamera
4. luidspreker
5. beschrijfbare cd
Opdracht 4
1.5 extern geheugen [1]
opdracht 4 a. 1. Harde schijf
2. USB-stick
3. cd
b. 1. Het opslagapparaat is een geheel je kan het niet loskoppelen.
2. Je kan er van alles mee opslaan.
c. USB-sticks is voor bestanden en flashcards voor foto’s
opdracht 7 a. recordable
b. rewritable
c. met een letter
1.6 extern geheugen
opdracht 3 a. waar
b. via een kabel
opdracht 7 a. niet waar
b. waar
c. 1. je kunt overal waar internet is bij bestande.
2. het is gratis.
1.7 processors en snelheid
opdracht 3 a. nieuwe pc
b. van processor
c. 500 GB
d. intern geheugen
e. 514 048 MB
opdracht 4 horizontaal verticaal
2. videokaart 1. architectuur
3. CPU 3. Card reader
6. RAM 4. Usb-stick
7. byte 5. skydrive
8. CVE 6. rewritable
9. recordable 8. cache
10. dvd 10. disc
11. bits 13. GHz
12. ROM
14. GHZ
1.8 toets 1 opdracht 1 a. usb-stick en cd
b. harde schijf
opdracht 2 a.
opdracht 3 a. tablet
b. pc
c. smart Phone
opdracht 4
opdracht 5 a. het besturen voor de computer.
b. een of twee
c. 1. Central Processing Unit [CPU]
2. Centrale Verwerkings Eenheid [CVE]
Opdracht 6 a. een nieuwe pc
b. de snelheid van de pc
c. de harde schijf
d. werkgeheugen
Opdracht 7
a. usb-stickb. flashcardc. extern hardeschijf
Opdracht 8
a. 1. Desktop pc2. laptop3. tablet-pc
b. ligt aan de situatie
c. ligt aan de situatie
d. dvd-speler
e. ligt aan de situatie
2. gegevens in- en uitvoeren
Toets vooraf
Opdracht 1 noodzakelijk: Microsoft word
Wenselijk: fotoshop
Opdracht 2 a. the canon pixma MP560 measures
Opdracht 4 a. touchpad is kleiner dan een touchscreen.
b. ja c. Ja
opdracht 5 a. processor
b.
c. ja
2.1 invoerapparatuur
Opdracht 2 a. Belgie/Frankerijk
b. mensen die niet met 10 vingers kunnen tiepen
opdracht 5 a. niet waar
b. niet hoger dan vier centimeter
c. de rugmuis
d. bij spelletjes spelen.
Opdracht 8 a. waar
b. waar
opdracht 11 1. Configuratiescherm 11. azerty
2. optisch 12. touchschreen
3. laptop 13. geluidskaart
4. geheugen 14. contexgevoelig
5. trackball 15. informatiezuil
6. randappartatuur 16. koptelefoon
7. qwerty 17. scanner
8. videocamera 18. webcam
9. joystick 19. microfoon
10. muis
2.2 uitvoerapparatuur
Opdracht 2 a. pixel
b. waar
c. waar
opdracht 5 a. scanners, muizen en externe modems.
b. USB-poort
c. 1. Goed voor het transporteren voor grote data.
2. toepassing van digitale video.
3. high-speed vaste schrijven.
Opdracht 7
2.3 toets 2
Opdracht 1 1. Netwerkpoort: om internet te verbinden met je PC.
2. USB poort: om bestanden over te brengen.
3. Power Poort: Om stroom te hebben.
4. COM-poort: Voor muizen en toetsen boorden.
5. FireWire-poort: is zeer geschikt voor het transporteren van data.
Opdracht 2 a. 21,5 inch
b. 192 bij 1080
c. nee ze staan in 1 netwerk
d. een laserprinter
e. een scanner
opdracht 3 a. 1. spelletjes
2. e-mail
3. word
4. tekenen
5. opslag
b. 1. netwerkpoort
2. FireWire-poort
Opdracht 4
3 software
Toets vooraf
Opdracht 1 a. een besturing programma
b. inix
c. unix
opdracht 2 betere PC en meer reclames.
Opdracht 3 omdat er normale dinge opstaan en bij de andere niet.
Opdracht 4 a.
b.
c.
d.
3.1 Soorten software en besturingssystemen
Opdracht 3 a. besturing programma
b. systeembeheerprogramma’s en systeemondersteuning
c. dat elke opdracht letter voor letter getypt moet worden
d. what you see is what you get
opdracht 5
3.2 toepassingssoftware
Opdracht 2 a 1. Maatwerkprogrammatuur
2. standaardprogrammatuur
b. omdat misschien zoon programma niet bestaat.
3.3 standaardprogrammatuur
Opdracht 5 Horizontaal Verticaal
3. firefox 1. access 6. photoshoppen 2. Rekenblad
8. excel 4. Outlook
9. browser 5. Powerpoint
11. paint 7. Pacman
12. word 10. beamer
3.4 toegankelijkheid
Opdracht 2 a.
b.
c.
d.
e.
f.
g. roze/rood
opdracht 3 a. een tekstverwerkingprogramma
b. een databaseprogramma
c. een databaseprogramma
4.1 soorten netwerk
Opdracht 2 a. Local Area Network
b. WAN [Wide Area Network]
opdracht 4 a. antwoord D is goed.
Opdracht 5
Horizontaal verticaal
3. applicatie 1. telefoonnetwerk
5. podcasten 2. server
8. twitteren 4. protocollen
9. client 6. chatten
10. wan 7. lan
4.2 verbinden met internet
Opdracht 2 a. internet
b. dat wil zeggen dat er een maximum hoeveelheid gegevens d download mag worden.
c. ADSL is met Breedbandverbinding ander is kabelverbinding.
d. in die hotspot heb je gratis internet.
Opdracht 4 a. bits per seconde [bps]
b. brandbreedte
c. van de server door de client-computer
opdracht 5 1. overdrachtssnelheid 12. kabelexploitant
2. televisiekabel 13. decoder
3. wifi 14. bandbreedte
4. downloadsnelheid 15. subsriber
5. kilobits 16. downloaden
6. datalimiet 17. draadloos
7. provider 18. breedbandverbinding
8. kilobits 19. uploaden
9. kabel 20. sateliet
10. adsl 21. firewall
11. schotelantenne
5.1 ergonomie en klachten
Opdracht 2 a. hoe het met mensen gaat met werk.
b. 1 een verstelbare stoel.
2 een voetbankje gebruiken.
Opdracht 4 a. Repetitive Strain Injury
b. pauzes nemen
opdracht 6 a. 1 goede hoogte van een stoel.
2 genoeg been ruimte
3. tafel moet stevig zijn
b. 90 graden
opdracht 10 a.
5.2 milieu
Opdracht 2 a. 328,50 per jaar
b. 105,12 per jaar
c. 7,88 per jaar
opdracht 3 1. energiebeheer 9. RSI
2. milieu 10. PDF
3. muis 11. kijkhoek
4. lamellen 12. elleboog
5. injury 13. meubilaire
6. inktcartridge 14. bureablad
7. ergonomie 15. strekoefeningen
8. toetsenbord 16. beeldscherm
6 toepassingen van ict
Opdracht 2 1. communicatietechnologie 9. uitwisselen
2.animaties 10. dvd
3. weergeven 11. opslaan
4. computers 12. applicaties
5. kabels 13. infrarood
6. verzamelen 14. telefoon
7. lasertechnologie 15. randapparatuur
8. procedures 16. besturingssoftware
6.2 privacy
Opdracht 2 a.
b.
c. chrome
d. nee
e.
f. 85.83 mbps
g. nee
6.3 softwarelicenties
Opdracht 2 a. 1.
2.
3.
Opdracht 3 a. freeware e. freeware
b. open source f. freeware
c. shareware g. shareware
d. open source h. freeware
i. freeware
7.2 computervirussen
Opdracht 2 a. een hoax
Opdracht 4 a. de vrije ruimte van een schijf wordt steeds minder.
b. een e-mail
c. de versie is dan verouderd
opdracht 6 horizontaal verticaal
1.rescuedisk 2. scannen
6. freeoffer 3. desinfecteren
7. bijlage 4. spyware
5. hoax
7.3 onbevoegde toegang
Opdracht 2 a. geen makkelijke wachtwoord bedenken
b. 1. De wachtwoord op een papiertje schrijven en dan in de buurt van de computer leggen.
2. een simpel wachtwoord kiezen.
3. je wachtwoord aan iemand uitlenen.
c. 2
opdracht 4 a. een pincode gebruiken.
b. dat je belangrijke gegevens opslaat op verschillende plekken.
7.5 Back-ups
Opdracht 2 a. volledige back-up
b. selectieve back-up
c. tussentijdse back-up
8.1 internet, kennismaking
Opdracht 2 a.
B.
c. 9
8.2 internetdiensten
Opdracht 2 a. 1. vooruitbetalen
2. ideal
3. acceptgiro
b. niet waar
c. dat het thuis wordt bezorgd
d. 1. Kwaliteitsmerk
2. betrouwbare websites
3. vertrouwen om dingen te kopen
Opdracht 3 a. 1. Foto van jezelf
2. je gegevens van geboorte enzovoort
3. welk land je vandaan komt
b. nee
c. de site voldoet aan de gedragsregels thuiswinkel waarborg.
d. 1. Het oplossen van klachten en geschillen
2. duidelijke garanties en voorwaarden
3. weten met wie je zaken doet
8.3 E-learning
Opdracht 2 1. Moodle
2. atutor
3. sakai
8.4 E-mail
Opdracht 2 a. 1. Gebruik een spamfilter
2. laat je e-mail niet achter op forums of weblogs.
3. open NOOIT spam e-mails er is dan kans dat ze je code weten.
4. neem 2 e-mailen
b. niet is heel moeilijk om dat te doen.
8.5 Telewerken
Opdracht 2 a. niet waar het is moeilijker om samen te werken.
b. meer samen werken en sociaal zijn.
c. nee niet zeker
8.6 Communiceren en publiceren via het internet
Opdracht 2 a.
b.
c.
d. kan niet rijg een andere site te zien
e. weet ik niet
opdracht 4 a. je kan dan gaan skype met vrienden
b. 1. je kan elkaar zien
2. je kan praten
3. het is makkelijk te doen
c. 1. Je moet een webcam kopen om elkaar te zien
2. het verbinding is niet meestal goed
3. je hebt niet altijd zin
d. dat er veel gebruikers zijn.
Opdracht 6 a. waar
b. je moet een wachtwoord maken
c. weet ik niet