WaterWegen · PPS-constructie. Het project ‘Het Nieuwe Water’ is een totaalconcept en een...
Transcript of WaterWegen · PPS-constructie. Het project ‘Het Nieuwe Water’ is een totaalconcept en een...
1
WaterWegen
Visie op rol en positie van waterschappenin de nabije toekomst
2 3
In de brochure vindt u per pagina de
panelen die op de Waterschapsdag
2009 hebben gestaan.
Per paneel wordt een innovatief
project van een waterschap getoond.
Klimaat WaterschapAa en Maas
De hoge zandgronden in
Noord-Brabant en Limburg liggen
in een van de droogste delen
van Nederland. Onder invloed
van klimaatverandering zal de
verdroging in de toekomst ver-
der toenemen.
Elf regionale partners hebben
daarom het initiatief genomen
voor het project Deltaplan Hoge
Zandgronden. Gezamenlijk
bedenken ze oplossingen voor
een optimale afstemming tussen
watervraag en -aanbod voor
de lange termijn met een groot
maatschappelijk en bestuurlijk
draagvlak. Daarbij willen ze
graag samenwerken met het
rijk aan een klimaatbestendige
zoetwatervoorziening en
ruimtelijke inrichting voor hoog
Nederland, via nieuwe manieren
van denken (out of the box oplos-
singen) en nieuwe manieren
van samenwerken (nieuwe
bestuurlijke arrangementen).
Een DeltaplanHoge Zandgronden
Rijk en regio op veldbezoek op de hoge zandgronden.
Panel van regionale bestuurders op het symposium ‘Een Deltaplan Hoge Zandgronden?’
bebouwd
open water
klei
zand
veen
Het klimaat verandert en tegelijkertijd verdicht de stad, waardoor het
nog lastiger wordt om de stad leefbaar te houden. De Watergraafsmeer
is niet alleen een aantrekkelijk gebied, maar ook het laagste punt van
Amsterdam. Dat maakt de wijk kwetsbaar voor wateroverlast. Het
waterschap heeft zich verantwoordelijk gesteld om samen met andere
partijen het gebied waterbestendig en duurzaam te ontwikkelen.
Waternet is de uitvoerende partij.
De polder Watergraafsmeer wordt de komende jaren ontwikkeld tot aan-
trekkelijk waterinnovatiegebied. Met een integrale aanpak van planvor-
ming, realisatie, beheer en onderhoud blijft de wijk ook in de toekomst
waterbestendig. Met name de omslag in houding en gedrag bij betrokkenen
is belangrijk. De WATERgraafsmeer wordt het voorbeeld van een geslaagde
transitie van een bestaande wijk.
Polder ontwikkelentot waterinnovatiegebied
Klimaat WaterschapAmstel, Gooi en Vecht
WaterWegen
Visie op rol en positie van waterschappenin de nabije toekomst
4 5
Herbezinning, in de spiegel kijken. Dat moet je
op gezette tijden doen. In 2007 stelden de water-
schappen in Unieverband de visie WaterWegen
vast. Dat was in het licht van de toenemende
wateropgaven en in die veeleisende en constant
veranderende maatschappelijke omgeving.
Ontwikkelingen die later in 2008 door de Staats-
commissie Veerman werden bekrachtigd.
WaterWegen is de visie geworden op de eigen
toekomstige rol van waterschappen. Het resul-
taat van een open proces van en met vele
partijen, binnen en buiten de sector. Hoe belang-
rijk is het om de beelden daarover te delen.
Beeldvorming van anderen over waterschappen,
beeldvorming van waterschappen over de
toekomst. Papier is geduldig, maar de opdracht
van WaterWegen is voor alle waterschappen. De
Stuurgroep wil en kan alleen faciliteren door de
discussie in de waterschappen een steuntje in de
rug te geven.
Waterschappen zijn doe-organisaties. Het past
daarbij om met de visie aan de slag te gaan. Dat
proces is op verschillende manieren in gang
gezet. Met commissies en werkgroepen voor
ruimtelijke ontwikkeling en grondwater, maar
vooral met projecten en in de praktijk. Eén van
de projecten is het project WaterWegen. Een pro-
ject dat uitnodigt tot discussie over vernieuwing
van waterschappen. De zogeheten groep van 50
draagt hier haar steentje aan bij. Gesprekken op
bestuurlijk niveau over vernieuwing en innova-
tie, om agendasettend te werken. Met elkaar en
met de omgeving. Een korte beschrijving van
het project WaterWegen is ook in deze brochure
opgenomen.
WaterWegen is niet in beton gegoten. De visie is
een momentopname in een proces van continue
verandering, hand in hand met de veranderende
samenleving. We leven nu anno 2009. Nederland
staat aan de vooravond van ingrijpende herori-
entaties op veel terreinen, ook van het openbaar
bestuur. Het is duidelijk dat ook het waterbeheer
hierin een plek zal krijgen. WaterWegen laat zien
dat waterschappen deze ontwikkelingen zien en
oppakken. Met visie, durf en resultaat. Dat zijn
we aan onze stand verplicht. Dat is onze bijdrage
aan een veilig schoon en duurzaam Nederland
Sybe Schaap,
Voorzitter Unie van Waterschappen
VoorwoordVierde Bergboezem: droge voeten voor Breda
WaterschapBrabantse DeltaKlimaat
De Vierde Bergboezem is een nieuw opvanggebied voor overtollig water
uit de Mark. Deze rivier stroomt vanuit België via de singels door Breda
naar het Volkerak.
Deze bergboezem moet het centrum van
Breda beschermen tegen hoogwatersitua-
ties die eens in de 100 jaar voor kunnen
komen. Ten noorden van Breda liggen al
drie bergboezems. De Vierde Bergboezem is de grootste en heeft een
oppervlakte van 280 hectare (430 voetbalvelden). Door het openzetten
van twee schuiven kan het waterschap regelen wanneer de bergboezem
vol moet stromen. De komende jaren vindt natuurontwikkeling in het
gebied plaats en worden er recreatieve voorzieningen aangelegd.
Breda
Een deel van de Vierde Bergboezem. Rechts is de nieuw gegraven nevengeul zichtbaar waarlangs het overtollige water in de Vierde Bergboezem kan stromen.
Één van de twee inlaatwerken waarmee de Vierde Bergboezem onder water gezet kan worden.
Hoogheemraadschapvan Delfland
Bij de ontwikkeling van het West-
land is geen rekening gehouden met
de waterhuishouding. Dat leidt nu
tot problemen om bij vernieuwing
water, milieu- en ruimtelijke
kwaliteit de juiste plek te geven en
oplossingen voor belanghebbenden
financieel en duurzaam haalbaar
te maken. Om een deel van de
wateropgave te realiseren partici-
peert Delfland risicodragend in een
PPS-constructie. Het project ‘Het
Nieuwe Water’ is een totaalconcept
en een proeftuin voor innovatie en
kennisoverdracht op het gebied van:
•waterhuishouding: klimaatadap-
tatie, ontpolderen, realisatie 23 ha
boezemwater met ecologische zone;
• bouwtechnologie: multifunctio-
neel ruimtegebruik, 600 drijvende
woningen, waterkwaliteit, geother-
mie glastuinbouw;
• cradle to cradle: kringloopsluiting
(nieuwe sanitatie, gietwater, ener-
gie, meststoffen).
Westland is een proeftuin in de waterhuishouding
Kassengebied Westland
Paalwoningen in de polder
Watersysteem - Kwantiteit
6 7
sie over de vraag of deze publieke taak het beste
door een waterschap kan worden uitgeoefend of
door een ander democratisch gekozen instituut
is voor bestuurders wellicht interessant, maar
draagt niet bij aan het oplossen van actuele
watervraagstukken. Júist de voortdurend wijzi-
gende omstandigheden rond het waterbeheer
eisen een publiek instituut dat over het vermo-
gen beschikt zich te ontwikkelen en zich soepel
aan te passen aan de eisen die de wateropgaven
zullen blijven stellen, in nauwe relatie met de
belanghebbenden. De waterschappen hebben er
blijk van gegeven over dat vermogen te beschik-
ken. Grootschalige fusies, het ontwikkelen van
een brede kijk, inspelen op nieuwe wetten, adap-
tatie aan klimaatverandering: waterschappen
zijn er goed in gebleken. En ze willen daar verder
in groeien. Daarom stond voor deze discussie
niet het bestaansrecht centraal, maar het motto:
“Als het beter kan, doe het dan!”
Als aanloop naar deze visie hebben de water-
schappen zich door de binnen- en buitenwereld
een spiegel voor laten houden en daarover een
uitgebreid en gedegen debat gevoerd. De rol
en positie van de waterschappen over tien jaar
Nederland staat voor steeds belangrijker water-
opgaven. Het zijn vooral de waterschappen die
zich als regionale waterautoriteit voor deze
opgaven gesteld zien. Zij zijn het best toegerust
om de taken die bij adequaat eigentijds waterbe-
heer horen, uit te voeren. Democratisch gelegiti-
meerd, want onder aansturing van democratisch
gekozen bestuur en uitgevoerd door een profes-
sioneel, bedrijfsmatig werkende organisatie.
Hoe kunnen de waterschappen over pakweg tien
jaar nog steeds en steeds beter de nieuwe water-
opgaven het hoofd bieden en aan hun taakstel-
ling blijven voldoen? En wat moet die taakstel-
ling precies zijn? Met wie voeren ze die uit? Met
wat voor een organisatie zal dit gebeuren? En
wat vraagt dat aan aanpassingen in werkwijze en
attitude? Dat zijn de centrale vragen die wij als
waterschappen in dit visiedocument beantwoor-
den.
We hebben geen tijd willen verdoen aan struc-
tuurdiscussie over het bestaansrecht van
waterschappen. Waarom iets repareren dat niet
gebroken is? Dat het waterbeheer een publieke
taak is, wordt door niemand betwijfeld. Discus-
hebben daarmee vorm gekregen. Na de strate-
giediscussies rond “Water Centraal”en “Water
is overal”, wil de huidige discussie de wegen
beschrijven die de waterschappen de komende
jaren moeten gaan. Sommige waterschappen
staan wellicht op het standpunt, dat zij het
beschreven eindpunt al hebben bereikt: “Zo’n
waterschap zijn wij al!” Dat mag in een aantal
gevallen zo zijn; de vraag is of de buitenwereld
dat ook zo ziet. Hebben de waterschappen zich-
zelf voldoende gepositioneerd?
Deze visie heeft daarmee een interne en een
externe betekenis. Intern voor de ontwikkeling
van de waterschappen als organisatie en als
bestuursorgaan, extern om de gewenste rol en
positie van de waterschappen helder neer te zet-
ten en met anderen te bespreken.
“WaterWegen” wil niet een rigide en onverander-
baar document zijn, maar een perspectief, waar
waterschappen op gezette tijden met elkaar over
van gedachten kunnen wisselen. Regelmatig herij-
ken blijft noodzakelijk. Centraal zal daarbij telkens
de vraag staan: “Is in het licht van nieuwe ontwik-
kelingen deze visie nog steeds het punt waarop
waterschappen met elkaar zullen koersen?”
Ten geleide op WaterWegen Klimaat Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Schade door water op straat, stankoverlast en milieuschade door regen-
water dat afstroomt van de hellingen van de Utrechtse Heuvelrug via het
riool. Vooral veroorzaakt door grote hoeveelheden aangesloten particu-
lier terrein. Vergroten van het riool is geen duurzame oplossing.
Infiltratie is dat wel.
Het infiltratieteam van water-
schap en gemeenten verleidt
ca. 70% van de particulieren om
regenwater in de eigen tuin op te
vangen. Uitgangspunt is vrijwillige deelname, communicatie gericht op
lokale overlastsituaties, adviesgesprekken op maat met elke eigenaar,
financiële vergoeding door de overheden en beheer door de particulier.
Opvang regenwater in je eigen tuin
Organisatie en Proces WaterschapDe Dommel
De Essche Stroom is 12 km lang en ligt in Nationaal Landschap Het Groene
Woud. Overstromingen in 1995 en de Robuuste Verbinding de Beerze zijn
het startpunt. Het is een cultuurhistorisch rijk gebied met een grote
opgave voor meer natuur. Maatwerkoplossingen en burgerparticipatie
blijken cruciaal om de doelen te realiseren.
Planvorming en inventarisatie van beschikbare grond zijn nauw verweven.
We vragen het gebied hoe we elkaar kunnen helpen. Gesprekken over
beleving en cultuurhistorische waarden zorgen voor draagvlak. De mens
heeft hier al eeuwenlang het watersysteem naar zijn hand gezet. We
leren zo van het verleden om invulling te geven aan de hedendaagse
opgave. Met resultaat!
Essche Stroom in beweging
8 9
Dit document wil een opstap zijn naar maat-
schappelijke positionering. De agenda voor
onze externe lobby en belangenbehartiging. De
hierin neergelegde visie moet worden benut als
agenda-setting in onze contacten met externen
en andere overheden. Het moet de onderlegger
worden, waar in diverse nieuwe beleidsdocu-
menten van de Unie en Waterschappen naar
wordt verwezen.
Achtereenvolgens beschouwen we de veran-
deringen in onze omgeving, de interne veran-
deringen in waterschapsland, formuleren we
visie en missie en beschrijven de groei die we
als waterschappen door moeten maken op weg
naar het waterschap van de toekomst. Tot slot
formuleren we: Aan de slag!
Om de eigen positie, maar ook wenselijke veran-
deringen en ontwikkelingen in beleid en strategie
van de waterschappen te kunnen bespreken,
hebben de 26 Nederlandse waterschappen in de
afgelopen periode “hun biotoop” beschouwd. Ze
hebben onderzocht welke trends en ontwikkelin-
gen invloed zullen hebben op hun toekomstige
rol en positie, en in welke mate. Ze hebben ook
nagedacht over de vraag wat dat betekent voor
hun taakinvulling. Fysische ontwikkelingen, de
veranderende samenleving, de bestuurlijk-politie-
ke omgeving, het steeds internationaler wordende
watervraagstuk en de veranderingen in het denken
over organisaties speelden een centrale rol.
Het klimaat verandertWat de oorzaak ook mag zijn, zeker is dat het
klimaat zodanig zal veranderen, dat de kwetsbare
positie van Nederland in de Rijndelta nog kwets-
baarder wordt: vaker dan voorheen zal sprake zijn
van een extreem teveel of extreem tekort aan wa-
ter; perioden van droogte en wateroverlast zullen
elkaar afwisselen. De zeespiegel stijgt en de hoe-
veelheid water die door de grote rivieren jaarlijks
wordt afgevoerd, neemt toe. Tegelijkertijd spelen
zaken als verdroging, verstening, verzilting en
inklinking een rol. Kortom: fysische ontwikke-
lingen raken het hart van het waterschapswerk.
De samenleving verandertVoortdurend spelen in de samenleving veran-
deringen een rol. Periodes waarin het individu
centraal staat wisselen elkaar af met periodes
waarin het belang van het collectief meer aan-
dacht krijgt. Niet alleen de tijdgeest is daarin
bepalend, door trends, leefstijlen, de invloed van
de markt op consumenten, maar de verschillen
zijn soms ook territoriaal bepaald, en binnen één
periode ook verschillend per bevolkingsgroep.
De toegenomen individualisering is op dit mo-
ment onmiskenbaar, maar aan de andere kant is
er ook een hang naar verbondenheid. Het motto
van het pas aangetreden kabinet luidt: “Samen
leven, samen werken.”
De waterschappen hebben als overheid te maken
met dominante sociale bewegingen in de samen-
leving, en niet minder met de kleinere onder-
scheiden onderstromen daarin.
Ook de samenstelling van de bevolking veran-
dert. De samenleving vergrijst, ontgroent en
verkleurt. De waterschappen zullen dit merken,
zowel in hun personeelssamenstelling, als ook
in de contacten met hun ingezetenen en kie-
zers. Nieuwe bevolkingsgroepen en stedelingen
hebben niet per definitie een verhouding met
het fenomeen waterschap. En onbekend maakt
onbemind. Als democratisch instituut zullen wa-
terschappen niet aan vraagstukken van legitime-
ring en representativiteit voorbij kunnen gaan.
In de huidige samenleving speelt consumptie
een grote rol. De burger is als mondig en goed
geïnformeerd consument in toenemende mate
kritisch; men wil waar voor zijn geld. De bur-
ger wenst te genieten. Ook van water: om te
recreëren of om aan te wonen. Water voor de
deur, liefst nog met een bootje. Zonder risi-
co’s. Verzekerd. Met droge voeten. Alles moet
kunnen tot het tegendeel bewezen is. Als een
product tegenvalt, of schade optreedt, volgen
schadeclaims. De burger wil invloed en inspraak
als zijn directe belang in het geding is, of zijn
belastinggeld. Men houdt de noodzakelijkheid
van uitgaven van overheden in het oog. Men eist
transparantie en efficiency. Ook waterschappen
zullen te maken krijgen met de claimcultuur, de
risicomijding, de wens om te genieten van water,
De wereld verandert: een analyseWetterskip Fryslân
Voor 232 nieuwbouwwoningen in de wijk
Noorderhoek in Sneek wordt een duur-
zaam en innovatief sanitatiesysteem
ontworpen. Het is een vervolg op de succes-
volle pilot voor 32 woningen.
Het systeem kan energie opwekken uit afvalwater,
medicijnresten verwijderen en meststoffen terugwin-
nen voor hergebruik. Zwart- en grijswater worden
gescheiden behandeld. Het biogas dat daarbij gepro-
duceerd wordt, levert energie aan de wijk.
Het project is een samenwerking tussen Wetterskip
Fryslân, Woningstichting de Wieren, Energie BV,
gemeente Sneek, Desah BV, Universiteit van Wage-
ningen en Landustrie. Het systeem is het eerste in de
wereld op deze schaal.
Van afvalwater naar bron van energie en grondstoffen
Duurzaamheid
g e m e e n t eSNEEK
Stormvloedkeringbeschermt West-OverijsselHet IJsselmeer heeft sinds de aanleg van polders, de Afsluitdijk en de
bouw van de dijk Lelystad-Enkhuizen meer een trechtervorm gekregen.
Bij noordwesterstorm wordt water van het IJsselmeer opgestuwd
naar het Zwarte Water, richting de grachten van Zwolle en de Sallandse
Weteringen. Een overstroming van West-Overijssel is dan mogelijk.
Gemiddeld eens per jaar,
bij forse noordwesterstorm,
biedt het water bij Ramspol een spectaculair schouwspel. Langzaam
komen 3 immense balgen boven water, die woeste golven uit het
IJsselmeer een halt toeroepen. Deze balgen hebben samen een lengte van
240 meter. Indien nodig worden ze automatisch gesloten. Binnen 1 uur is
de stormvloedkering op hoogte en het achterland veilig.
Waterkering
De balgstuw bij Ramspol
WaterschapGroot Salland
10 11
het kritisch volgen van de besteding van belas-
tinggeld, de roep om transparantie, de behoefte
aan onmiddellijke informatie.
Communicatie wordt steeds belangrijker.
Waterschappen zullen onder andere uit moeten
leggen, dat honderd-procent-droge-voeten-ga-
rantie vanwege onder andere de maatschappe-
lijke kosten niet te geven valt.
De wijze van besturen verandertBesturen wordt steeds meer een proces. Over-
heden opereren steeds minder alleen en steeds
meer samen met andere overheden en met (groe-
pen uit) de samenleving. In netwerken en in ver-
schillende bestuurlijke vormen, in verschillende
samenstellingen al naar gelang het onderwerp.
Na het gebiedsgericht werken volgde de ontwik-
kelingsplanologie: bewoners, gemeenten en
projectontwikkelaars overleggen met elkaar over
stedelijke ontwikkelingen en in toenemende
mate ook samen met waterschappen, landbouw
en natuurbeheerders over ontwikkelingen in
het landelijk gebied. WB21 en KRW maken goed
geregisseerde en georganiseerde gebiedsproces-
sen noodzakelijk. Waterschappen, gemeenten en
drinkwaterbedrijven denken na over een betere
inrichting en effectiever gebruik van de water-
keten. Waterschappen zullen in deze samenwer-
kingsvormen de regels van het spel moeten ken-
nen. Zij moeten zowel ambtelijk als bestuurlijk
gewaagd zijn aan hun samenwerkingspartners,
werkelijk gesprekspartner kunnen zijn en het
bestuurlijk spel mee kunnen spelen.
De nationale context verandertOp rijksniveau wordt een verschuiving gecon-
stateerd van sectoraal beleid in de richting van
steeds meer een omgevingsbeleid. De WABO
is daar een voorbeeld van. Het Rijk trekt zich
terug uit de uitvoering, en laat deze steeds meer
over aan de decentrale overheden. Rijkswater-
staat verliest in de voortdurende afslanking
menskracht en deskundigheid. Voor herstel en
behoud van de functie van de primaire water-
kering blijkt doorlopend te weinig rijksgeld
beschikbaar te worden gesteld om de veiligheid
van de bevolking te garanderen.
De waterschappen zullen op deze ontwikkelin-
gen antwoorden moeten vinden.
De internationale context verandert
Het stroomgebiedsdenken, dat ten grond-
slag ligt aan de huidige begrenzing van de
waterschappen, is ook de onderlegger voor
de stroomgebiedsindeling van de Europese
Kaderrichtlijn Water. Grensoverschrijdende
samenwerking wordt steeds meer noodzake-
lijk. De stem van de waterschappen zal daarbij
duidelijk moeten worden gehoord, zeker omdat
Nederland met zijn specifieke ligging in de
Rijndelta problemen kent die stroomopwaarts
niet spelen. Wet- en regelgeving is steeds vaker
afkomstig uit Brussel. Het is belangrijk daar in
een vroeg stadium invloed op uit te oefenen,
zodat het beleid voor de waterschappen uitvoer-
baar en betaalbaar is.
Mondiaal gezien hebben we te maken met de
millenniumgoals en de roep om duurzame
ontwikkeling. Water is een internationaal verde-
lingsvraagstuk geworden. Het zijn zaken waar
waterschappen kennis en ervaring hebben te
bieden, maar zeker ook kunnen leren. De oplos-
singen worden internationaler en liggen niet
meer alleen bij de traditionele Nederlandse ken-
niscentra. Het watermanagement is niet meer
alleen een exportartikel of een unique selling
point, maar steeds meer een discipline die de
grenzen overschrijdt.
Het waterschapsbestuur verandertDe nieuwe Waterschapswet heeft duidelijke
gevolgen voor het democratisch functioneren
van de waterschappen. Het feit dat het perso-
nenstelsel plaats zal maken voor het lijstenstel-
sel zal grote invloed uitoefenen op bestuur en
organisatie. De bestuurders zullen namelijk
inhoud moeten geven aan een nieuwe en wer-
kelijke relatie met zijn kiezers; de ambtelijke
organisatie zal hen daartoe moeten faciliteren.
Fenomenen uit de algemene democratie zullen
ook hun intrede doen in de waterschapsbestu-
ren: fractievorming, fractiediscipline, scorings-
drift, electorale afwegingen, coalitievorming,
lijstverbinding. Maar ook: een ander contact
met de samenleving. Wie verkozen is, zal ver-
antwoording af moeten leggen aan zijn kiezers.
Zo zal het waterschap draagvlak moeten zoeken
en behouden voor zijn beleid en zijn bestaan.
Ook andere bestuurlijk-politieke ontwikkelin-
gen zullen invloed hebben op het waterschap.
De discussie over bestuurlijke drukte en demo-
cratische legitimering zullen de bestuurlijke
organisatie van de waterschappen beïnvloeden
en een scherpe stellingname vereisen. Nog los
van de politieke agenda van sommige politieke
WaterschapHollandse Delta
Rotterdam wil zich
ontwikkelen tot
waterkennisstad,
waar water
bijdraagt
aan een
veilig, prettig en
gezond woon- en
werkmilieu. Ze
werkt hiervoor samen en
deelt kennis met waterautoriteiten. In
Rotterdam Climate Proof ontwikkelt
waterschap Hollandse Delta samen met
de gemeente het waterplein: zo’n
350 dagen per jaar een basketbalplein
of kinderspeelplaats en bij hevige
regenval een tijdelijke berging voor
overtollig water. Als proeftuin voor
klimaatadaptatie en innovatie kan
Rotterdam met haar Waterpleinen
internationaal een voorbeeld zijn voor
andere Delta steden. Op de World
Expo Shanghai 2010 zal bij Urban Best
Practices het waterplein ‘in bedrijf’ zijn
en aan de wereld worden getoond.
Kinderspeelplaats als tijdelijke waterbergingRotterdam wil zich
ontwikkelen tot
stad,
veilig, prettig en
en
als tijdelijke waterberging
Waterschap Hollandse Delta werkt mee aan de ontwikkeling
van Rotterdam als kenniswaterstad, waar water bijdraagt aan een veilig,
prettig en gezond woon- en leefmilieu.
Watersysteem - Kwantiteit
Het Noord-
Hollandse
kustgebied
moet van-
wege de
veiligheid
versterkt
worden.
De oplossing moet veiligheid voor 50 jaar garanderen én kansen bieden
voor ruimtelijke kwaliteit. De studieresultaten leidden ons naar een zan-
dige oplossing ‘Gestroomlijnde Kust’ voor de duinenreep in de Kop van
Noord-Holland en ‘Zand en Natuur’ voor de Hondsbossche en Pettemer
Zeewering. Hiermee bereiken we een veilige, flexibele en duurzame kust-
versterking die breed gedragen wordt in de regio. De oplossingen sluiten
bovendien aan bij een eerder genomen Rijksbesluit ‘zacht waar het kan’ en
het advies van de Deltacommissie. We geven invulling aan de samenhang
tussen veiligheid en ruimtelijke kwaliteit.
Veilige, flexibele en duurzame kustversterking
Waterkering Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Huidige situatie
Concept voorkeursalternatief
Het is een gezamelijk project van Provincie Noord-Holland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
12 13
partijen of overheidslagen, die zich richten op
institutionele discussies in plaats van werken
aan het oplossen van het watervraagstuk.
De ambtelijke organisatie verandertDe ambtelijk organisatie van overheden staat
de bestuurlijke structuur ten dienste. Organi-
satorische ontwikkelingen binnen die ambte-
lijke organisatie hebben elkaar snel opgevolgd
en zullen dat blijven doen. ‘Het procesmodel
maakte plaats voor het sectormodel, het sec-
tormodel werd gevolgd door het directiemodel,
het directiemodel wordt steeds meer vervangen
door een clusterorganisatie’; de tijd staat niet
stil. Het perfecte model bestaat niet en om die
reden zien we bij waterschappen verschillende
vormen naast elkaar bestaan. De waterschappen
doen er daarom goed aan ‘organisatiemodes’
aan zich voorbij te laten gaan, maar moeten wel
tijdig interessante ontwikkelingen en trends
signaleren en op hun merites beoordelen. En
daar de, voor hún waterschap, beste oplossing
uit kiezen. Publieke verantwoording, verande-
rende competenties, flexibiliteit, outsourcing,
mean and lean, het zijn begrippen waar water-
schappen - zonder de waan van de dag leidend
te laten zijn -, hun voordeel mee zullen doen.
Dergelijke ontwikkelingen mogen zich niet be-
perken tot de interne organisatie, maar moeten
worden bekeken in het licht van de relaties met
de omgeving.
Bovenstaande beschrijving van ontwikkelingen
gaan vooral over de buitenwereld, over verande-
ringen om ons heen waar waterschappen mee
te maken krijgen en die ook in de waterschaps-
wereld hun invloed doen gelden, nu en in de
toekomst.
Het is daarnaast ook goed om te kijken naar de
ontwikkelingen die de waterschapswereld in het
afgelopen decennium intern heeft doorgemaakt.
Immers, veel van deze ontwikkelingen bepalen
de uitgangspositie van waterschappen op dit
moment en zullen normaal gesproken in een
consistente lijn worden doorgetrokken.
Waterschappen zijn door grootschalige fusies,
al dan niet getrapt, veranderd van vele kleine in
zesentwintig grote waterschappen, begrensd
op stroomgebied en belast met de zorg voor
integraal waterbeheer: veiligheid, kwaliteit en
kwantiteit. Zij voeren waterbeheer uit met een
veel bredere kijk dan vroeger, toen vooral het
agrarisch belang werd gediend. Per waterschap
verschilt de mate waarop aan die brede kijk in-
vulling wordt gegeven. Alle waterschappen zijn
gericht op het zijn van structureel gesprekspart-
ner en samenwerkingspartner van andere over-
heden, de algemene democratie. De bestuurlijke
en ambtelijke organisatie van waterschappen
nam daarbij steeds meer de verschijningswijze
van die andere overheden aan: bestuurlijke aan-
dachtsveldhouders veranderden steeds meer in
portefeuillehouders en woordvoerders, de amb-
telijke organisatie is veelal grondig gereorgani-
seerd. Daarbij is het besef gegroeid, dat ook in de
toekomst veranderingen onontkoombaar zullen
zijn: er wordt flexibiliteit gevraagd. Het zelf-
bewustzijn van waterschappen is toegenomen;
waterschappen geven steeds duidelijker aan, dat
zij als de regionale waterautoriteit gezien willen
worden. Aan samenwerking met gemeenten in
Uit eigen bewegingWaterschap
Hunze en Aa's Watersysteem - Kwantiteit
Gemaal Ennemaborgh, een nieuw gemaal in Midwolda, zorgt voor een
goede waterhuishouding en wordt zoveel mogelijk ingepast in de
bestaande natuur. Het natuurgebied ten westen van de Blauwestad
wordt uitgebreid. Met de aanleg van het Oldambtmeer en het bijna geheel
verdwijnen van de landbouw is het waterbeheer gewijzigd. Deze leiden
tot verdroging van het gebied. Dit wordt opgeheven door het bouwen
van een gemaal op een nieuwe locatie. Het
huidige gemaal Huninga verdwijnt. Door de
wijzigingen in het gebruik van gronden is het
inefficiënt geworden.
Het nieuwe gemaal is visvriendelijk. Vissen kunnen
het gemaal ongeschonden passeren, omdat ze niet
bekneld raken in de inlaat van het gemaal. De passage
is stroomafwaarts, van de polder naar de zee.
Goede waterhuishouding met een visvriendelijk gemaal
Waterkering WaterschapNoorderzijlvest
Waterkeringbeheerders zoeken naar geavanceerde systemen die continu
de actuele sterkte van een dijk kunnen monitoren. Deze systemen worden
gezien als aanvulling op visuele inspectie van de keringen en als ‘early
warning system’ bij falen van de dijk. Eerdere stappen naar een dergelijk
systeem zijn gezet bij het project IJkdijk in Bellingwedde.
Het project LiveDijk Eemshaven (livedijk.nl)
is een volgende stap naar een geavanceerd
systeem. In de dijk aan de Waddenzee zijn
sensoren ingebracht om de dijk te monitoren. Een echte dijk, met alle
omgevingsfactoren die metingen in een echte dijk kunnen beïnvloeden:
zout water met getijwerking, bouwactiviteiten in de nabijheid, draaiende
windmolens, etc.
Een dijk met sensoren
Locatie LiveDijk Eemshaven
14 15
de waterketen is in alle waterschappen vorm
gegeven. Vrijwel alle waterschappen zijn in
meerdere of mindere mate internationaal actief.
Ook de samenwerking in Unieverband is veran-
derd: grote waterschappen kunnen veel zelf. De
Unie heeft zich daarom gericht op de landelijke
belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding
en lobby, en op het bieden van een platform
voor visieontwikkeling, afstemming en onder-
linge coördinatie. Nota’s als “Water Centraal”
en “Water is overal” hebben geleid tot grotere
samenhang in de visie van waterschappen op een
aantal inhoudelijke waterdossiers. Samen met de
VNG/gemeenten is in handreikingen en afspra-
ken tot afbakening en samenwerking gekomen.
Samen met het IPO/provincies is een streep
gezet onder de takendiscussie, met als conclusie
dat de provincies de beleidskaders en -normen
stellen, en dat binnen die kaders en normen de
waterschappen verantwoordelijk zijn voor de de
beleidskeuzes rond de uitvoering en voor de uit-
voering zelf. Waterschappen spreken veelal via de
Unie en via afstemming binnen de Unie met één
mond. Een uitgevoerd imago-onderzoek in 2003
toonde aan dat zowel de Unie als de afzonderlijke
waterschappen door de buitenwereld als deskun-
dig en betrouwbaar worden gezien, maar ook als
een beetje saai, en te weinig geneigd om te laten
zien wat men goed doet. Dat heeft geleid tot een
gedeelde communicatiestrategie met als uitgangs-
punt: niet het waterschap als instituut promoten,
maar vertellen wat je presteert op het terrein van
het waterbeheer. Er is meer aandacht gekomen
voor imago, relatiebeheer en public affairs. Een ad
hoc-stuur- en werkgroep deed en doet voorstellen
voor gezamenlijk beleid.
Waterschappen kiezen zowel landelijk als regi-
onaal voor grotere samenwerking: regionaal in
diverse samenwerkingsvormen op het gebied van
onder andere belastinginning, inkoop en labora-
toria, landelijk onder andere in de unieke ICT-sa-
menwerking binnen Het Waterschapshuis en rond
de organisatie van de waterschapsverkiezingen.
Met de STOWA als onderzoeksinstituut, Het
Waterschapshuis al uitvoeringsorganisatie en
de Unie van Waterschappen als koepelorgani-
satie voor belangenbehartiging, inspirerende
ontmoeting en beleidsafstemming beschikken
de waterschappen op dit moment en voor de
toekomst over een sluitend geheel aan landelijke
faciliteiten.
Gebaseerd op de gesignaleerde externe en in-
terne ontwikkelingen komen de waterschappen
tot de volgende gedeelde visie:
De waterschappen leveren als regionale water-
autoriteit een bijdrage aan een samenleving
waarin we op veilige en duurzame manier
met water leven, rekening houdend met een
veranderend klimaat. Technische oplossingen
volstaan niet langer. Bovendien willen water-
schappen niet alleen beschermen tegen het
water, maar er ook voor zorgen, dat mensen
op verantwoorde wijze aan het water kunnen
wonen, op het water kunnen recreëren, bij het
water kunnen ondernemen. Ze willen ook de
goede waterhuishoudkundige voorwaarden
scheppen voor zowel natuur als landbouw.
De relatie met de ruimtelijke ordening wordt
steeds belangrijker. Verstedelijking neemt toe
en de rol van het platteland verandert. Water-
schappen zoeken daarbij intensieve samen-
werking met gemeenten, provincies en Rijk
(Rijkswaterstaat). Ook internationale samen-
werking is noodzakelijk. Waar nuttig zullen
waterschappen samenwerken met bedrijven en
belangengroepen. Regionaal en landelijk zullen
waterschappen onderling samenwerken als dat
maatschappelijk voordeel oplevert.
De kerntaken blijven veiligheid, waterkwaliteit
en waterkwantiteit. Deze taken zijn onlosma-
kelijk met elkaar verbonden. Als zelfstandige
bestuurslaag hebben waterschappen de ver-
antwoordelijkheid deze wateropgave het hoofd
te bieden, nu en in de toekomst. Daarvoor zijn
maatschappelijke betrokkenheid en voldoende
middelen nodig. Burgers worden zoveel moge-
lijk bij het werk van het waterschap betrokken.
Waterschappen zullen transparant, doelmatig
en efficiënt moeten opereren en de uitgangs-
punten van ‘good governance’ in acht moeten
nemen.
Alle waterschappen zijn anders. Zo verschil-
len de middelen, maar ook de invulling van de
taken voor agrarische, natuur- en stedelijke
gebieden. Ook de ligging in hoog of laag Neder-
land en al dan niet in internationale stroomge-
bieden maakt een groot verschil. Een tijdelijke
taakuitbreiding op terreinen als milieu, recre-
atie en soms zelfs ook vervoer kan indien dit
maatschappelijk wordt gewenst een optie zijn.
Het is daarom onmogelijk en niet wenselijk alle
VisieWaterschap
Peel en Maasvallei
Samenwerking met terrein-
beheerders, natuurbeschermers,
agrariërs en overheden om
verdroging tegen te gaan is het
kenmerk van Nieuw Limburg
Peil. De aanpak is realistisch en
gebiedsbreed.
Een gebiedsdekkend pakket van
maatregelen met als kern het
langer vasthouden van opper-
vlakte- en grondwater waarbij
de natuur meer kansen krijgt en
de landbouw wordt gerespec-
teerd. Voor de landbouw wordt
water vastgehouden met stuwen
en peilgestuurde drainage. Voor
de natuur worden gebieden in
compartimenten verdeeld, worden
watergangen ondiep gemaakt of
omgeleid. In het stedelijk gebied
wordt hemelwater afgekoppeld
van het riool en komen er water-
buffers. Er worden natuurlijke
beken en beekdalen ingericht voor
herstel van de waterhuishouding
en ecologie.
Water vasthouden met stuwen en peilgestuurde drainage
Stuw
Samen aan de slag om het grond- en oppervlaktewater in
2015 op het juiste peil te krijgen. Met Nieuw Limburgs Peil
gaan we verdroging van natuur en landbouw tegen. Hiervoor
zijn de gewenste hoogste en laagste grondwaterstand in
beeld gebracht en worden haalbare, betaalbare maatregelen
uitgevoerd om het gewenste waterpeil te behalen. Zo krijgt
de natuur meer kansen en respecteren we de landbouw. Het
resultaat: waterpeil afgestemd op de functies in het gebied en
een meer evenwichtige waterhuishouding.
resultaat: waterpeil afgestemd op de functies in het gebied en
een meer evenwichtige waterhuishouding.
Attributen voor startschot
Stuw
Watersysteem - Kwantiteit WaterschapReest en Wieden
Reest en Wieden wil als
toekomstgerichte en
effectieve waterbeheerder
gescheiden inzamelen
van afvalwater stimuleren.
Het afbreken van urine
in zuiveringen kost veel
geld en energie. Met
scheidingstoiletten
kan urine apart worden
ingezameld en gezuiverd.
Reest en Wieden, provincie
Drenthe en Stowa willen
kennis over gescheiden
sanitatie delen met
anderen. In Meppel is
een informatiecentrum
ingericht met een ten-
toonstelling en een data-
bank over de resultaten
van nieuwe sanitatie. Gebruik van scheidingstoiletten vraagt om een
gedragsverandering. Reest en Wieden vervult daarvoor op het gebied
van voorlichting een voortrekkersrol met de mobiele tentoonstelling
Nieuwe Sanitatie, die het hele land doorreist.
Effectief waterbeheer door gescheiden sanisatie
Duurzaamheid
16 17
waterschappen over één kam te scheren. Geen
blauwdruk dus, wel een gemeenschappelijke
ontwikkelingsrichting, waarbinnen variaties
kunnen ontstaan.
De waterschappen zijn er voor waterveiligheid,
waterkwaliteit en waterkwantiteit. Daarbij hou-
den zij rekening met agrarische, economische
en ecologische belangen. Waterschappen voeren
deze taken uit voor én met de maatschappij, van-
uit een brede taakopvatting en tegen de laagst
mogelijke kosten. Hierbij werken waterschap-
pen samen; niet alleen onderling, maar ook
met alle partners die direct of indirect kunnen
bijdragen aan de realisering van de waterop-
gaven, zodat we in Nederland op een veilige,
gezonde, prettige en duurzame manier met
water kunnen leven. Door zijn opvatting, profes-
sionaliteit, betrouwbaarheid en deskundigheid
geldt het waterschap als de alom geaccepteerde
en gerespecteerde lokale en regionale waterau-
toriteit. Het waterschap fungeert als onafhan-
kelijk regionaal ‘watergeweten’ bij planvorming
door de algemene democratie op het terrein van
de ruimtelijke ordening, onder andere als het
gaat om functietoekenning, bouwvoornemens,
aanleg infrastructuur en het stellen van normen
voor veiligheid en peilbeheer.
Op basis van de analyse van externe en interne
ontwikkelingen, met als vertrekpunt de hieruit
geformuleerde visie en missie, hebben water-
schappen zich gerealiseerd dat het maken van
verdere kwaliteitsslagen noodzakelijk is. We
hebben ons als perspectief een periode van tien
jaar voor ogen gesteld. Als vingeroefening heb-
ben we tijdens de discussies vier denkbeeldige
modelwaterschappen besproken, om te bepalen
in welke richting we zouden moeten groeien: het
Veiligheidsschap, het Efficiencyschap, het Net-
werkschap en het Maatschappijschap. Conclusie
was, dat het waterschap anno 2016 aspecten van
alle vier modellen in zich moet dragen, afhanke-
lijk van het taakonderdeel dat je beschouwt. We
hebben geconstateerd dat een perpectief over
tien jaar zaken bevat die al zijn verworven en die
we in stand moeten houden omdat we die nu al
goed doen, maar dat er ook veel zaken zijn, die
we ons eigen zullen moeten maken, of waar we
(verder) in moeten groeien.
Het waterschap blijft water als ba-sis hanterenWater, in al zijn aspecten, blijft de basis van het
werk van het waterschap, maar de wateropgave
Missie Tien jaar groeien Waterkering WaterschapRijn en IJssel
De Hondsbroeksche Pleij bij
Westervoort ligt op het split-
singspunt van de Rijn en de
IJssel en is één van de uiter-
waarden die in het kader van
het programma ‘Ruimte voor
de Rivier’ wordt aangepakt.
De rivier krijgt meer ruimte doordat een nieuwe dijk is aangelegd op
150 tot 250 meter landinwaarts van de huidige dijk. Gezamenlijk met
Rijkswaterstaat is gekozen voor een innovatief dijkontwerp. De dijk wordt
mede gevormd door een zogenaamde ‘mixed-in-place’ wand, waarbij
een cement-bentonietmengsel met de ondergrond wordt vermengd en zo
een robuust waterdicht scherm vormt. Hierdoor wordt ruimtebeslag en
grondtransport beperkt. Deze techniek is voor het eerst in een dijklichaam
in Nederland toegepast.
Dijk wordt voorzienvan een waterdicht scherm
De aanleg van de 13 km lange nieuwe beek door Twente is nodig om
het water in Twente meer ruimte te geven, wateroverlast en verdroging
te voorkomen, een scheiding te maken tussen het landelijk en stedelijk
water, en een ecologische verbinding te maken tussen Noordoost
Twente en de Sallandse Heuvelrug.
In 2015 is Twente een 13
km lange beek rijker. De
breedte is 75 meter en
wordt volledig ecologisch
ingericht. Met name in
de winter staat de volle
breedte onder water, vergelijkbaar met het winterbed van een rivier. Daar
waar de beek een weg, spoorlijn of kanaal kruist, komt een ecopassage.
Nieuwe beek door Twente
WaterschapRegge en Dinkel
Nieuwe beek door Twente
Doorbraak
Watersysteem - Kwantiteit
Vrijlopende paarden begrazen de oevers, ze storen de watervogels niet.
18 19
wordt groter en complexer. Klimatologische
ontwikkelingen en het feit dat de wateropgave
zich niet beperkt tot het waterschap alléén,
maar met vele partijen in de samenleving moet
worden gerealiseerd, zorgen daarvoor. De toe-
komst van het waterbeheer vraagt om anticipe-
ren en reageren op de groeiende wateropgave:
het waterschap van de toekomst kenmerkt zich
daarom door een flexibele, adaptieve houding
ten aanzien van zijn fysieke en maatschappe-
lijke omgeving.
Het waterschap heeft drie kern-takenWaterschappen staan ook in de toekomst voor de
drie kerntaken: veiligheid (bescherming tegen
overstromingen), waterkwantiteit en waterkwa-
liteit. Regionale verschillen brengen met zich
mee, dat binnen deze nauw omschreven taken
ruimte is voor differentiatie en bestuurlijke be-
leidsvrijheid. De kaders worden gesteld door de
wettelijke normen, door landelijk en provinciaal
beleid.
De kerntaken zullen zoveel mogelijk geïnte-
greerd worden uitgeoefend. Zeker als het gaat
om de zorg voor waterkwaliteit en het watersy-
steem, waarbij de onderlinge afhankelijkheid
groot is. Maar ook integratie met onder andere
ruimtelijke ordening, recreatie, plattelands-
ontwikkeling en stadsvernieuwing speelt een
rol. Het waterschap anno 2016 staat met beide
benen in de maatschappij. Het standbeen verte-
genwoordigt de kerntaken met daaraan gekop-
peld een resultaatverplichting.
Het andere been vertegenwoordigt de brede
kijk, waarvoor een inspanningsverplichting
geldt.
Het waterschap voelt zich verant-woordelijk voor veiligheidHet veiligheidsvraagstuk is de ruggengraat van
het waterschapswerk. In de eerste plaats gaat
het over het zorgdragen voor ‘droge voeten’ en
het voorkomen van overstroming. Maar ook
aspecten als volksgezondheid, ecologische
kwaliteit en het voorkomen van overlast spelen
in het veiligheidsvraagstuk een rol. Waterschap-
pen gaan - zonder onnodig angstgevoelens
aan te wakkeren - het veiligheidsvraagstuk
nadrukkelijker bij burgers en andere overheden
onder de aandacht brengen en het besef voor
de collectieve verantwoordelijkheid vergroten.
Immers, de kans op grote aantallen slachtoffers
is bij overstromingen vele malen groter dan bij
andere rampen.
Het waterschap stuurt mee in de ruimtelijke ontwikkelingHet waterschap van de toekomst speelt een
actieve rol als ‘watergeweten’ voor de algemene
democratie wat betreft de inrichting van de
ruimte. Ruimtelijke ordening en water zijn niet
meer los van elkaar te zien. ‘Nederland leeft
met water’! De taken van het waterschap raken
meer en meer verbonden met andere beleidster-
reinen. Zowel in de stad als in het buitengebied
dient ruimte te worden gemaakt voor water.
Op tal van andere terreinen speelt water een
centrale rol: landbouw, infrastructuur, natuur,
bedrijvigheid, recreatie en wonen. De klimaat-
verandering vraagt alert leiderschap. Ook de
toenemende droogte zal extra opgaven stel-
len. Het waterschap zal zich de komende tien
jaar kenmerken door een brede taakopvatting,
steeds geredeneerd vanuit de wateropgaven en
het eigen takenpakket. Het realiseren van de ge-
wenste grond- en oppervlaktewatersituatie voor
natuur wordt even belangrijk gevonden als die
voor landbouw. Waterschappen zijn in diverse
rollen bij niet-waterprojecten betrokken, zoals
de ontwikkeling van de Ecologische Hoofd-
structuur, reconstructie en inrichting van het
landelijke gebied. Belevingswaarde van water is
een belangrijk element geworden. Water wordt
een meer sturend element binnen de verschil-
lende beleidsterreinen en waterschappen spelen
daarop in. Waar nodig zijn zij, naast partner,
ook trekker van gebiedsprocessen. De ambtelij-
ke en bestuurlijke vaardigheden zijn en worden
daarvoor in voldoende mate ontwikkeld.
Het waterschap is deel van het geheel: een netwerkorganisatieHet waterschap is een regionale waterautoriteit
die zich ervan bewust is deel uit te maken van
een groter geheel. Waterbeheer is zowel een
lokale als een stroomgebiedsaangelegenheid.
Dat laatste blijkt uit een intensieve, effectieve
samenwerkingsstructuur binnen de stroom-
gebieden, die in de loop der tijd stapsgewijs is
opgebouwd. Het waterschap is met betrekking
tot planvorming en uitvoering een sterke net-
werkorganisatie, die in nauwe samenwerking
met andere overheden komt tot doelmatige
Waterkering Hoogheemraadschap van Rijnland
Het klimaat verandert. De zeespiegel stijgt, de golven worden krachtiger.
De druk van de zee op de kust groeit. Op verschillende plaatsen langs de
Nederlandse kust zijn locaties die op termijn niet meer
voldoende veiligheid bieden: de zwakke schakels.
In het beheersgebied van het hoogheemraad-
schap van Rijnland liggen drie van zulke zwakke
schakels. Noordwijk is de eerste zwakke
schakel die hersteld is.
Er waren verschillende mogelijkheden om de kust van Noordwijk te
versterken. Na gesprekken met belanghebbenden bleek de dijk-in-duin
de beste oplossing. Het strand heeft zijn breedte en natuurlijk aanzicht
behouden. De duinen vormen de eerste buffer. Als de golven daar
doorheen slaan volgt de tweede buffer: de dijk.
In Noordwijk een dijk-in-duin
Nederlandse kust zijn locaties die op termijn niet meer
voldoende veiligheid
In het beheersgebied van het hoogheemraad-
schap van Rijnland liggen drie van zulke zwakke
sch
Nederlandse kust zijn locaties die op termijn niet meer
voldoende veiligheid
In het beheersgebied van het hoogheemraad-
schap van Rijnland liggen drie van zulke zwakke
sch
WaterschapRivierenland
Waterschap Rivierenland zoekt
samen met Rijkswaterstaat naar
innovatieve technieken om
dijken te versterken. Tot eind
november 2009 vinden op enke-
le dijkvakken proeven plaats met
dijkdeuvels (stalen pennen met
een betonnen sok) en Mixed –in-
place: in de dijk worden gaten
geboord die gevuld worden met
cement en grond ter plaatse.
Deze twee technieken hebben
voordelen ten opzichte van tra-
ditionele dijkversterking: er is
minder ruimte nodig voor de
uitvoering, de toepassing is tril-
lingsvrij en soms kunnen huizen
gespaard blijven die anders
gesloopt werden. Door middel van
monitoringsapparatuur wordt de
voortgang van de proef gevolgd.
In oktober was er een symposium
over de proef.
Innovatieve technieken om dijken te versterken
Uitvoering van de eerste proeven voor mixed in place, waarbij de machine de grond mengt met cement om om betonachtige palen te maken.
Waterkering
20 21
afstemming van plannen en maatregelen.
Deze samenwerking met partners als gemeen-
ten, provincies, maar ook maatschappelijke
organisaties en bedrijven, wordt over en weer
steeds belangrijker. De wateropgaven zijn zo
omvangrijk, dat samenwerking met ande-
ren noodzakelijk is geworden. Over tien jaar
werken de waterschappen daarom samen met
alle (gebieds)partners die bijdragen aan het
realiseren van de wateropgaven op het vlak van
veiligheid, kwantiteit en kwaliteit. In steeds
wisselende netwerken vervullen de waterschap-
pen, afhankelijk van de omstandigheden,
steeds verschillende rollen: expert, toezicht-
houder, uitvoerder, partner, regisseur. Voor
hun verschillende stakeholders hebben zij een
duidelijk profiel met een krachtig imago dat
wordt herkend, erkend en onderschreven.
Omdat de kerntaken van het waterschap
- veiligheid, kwaliteit en kwantiteit - telkens
om een andere aanpak vragen, zijn de samen-
werkingspartners niet steeds dezelfde. Samen-
werking is geen doel op zich, maar levert altijd
een bijdrage aan het realiseren van de waterop-
gaven.
Het waterschap is verbonden met de omgeving, met de maatschappij Waterschappen staan in midden in de maat-
schappij: het bestuur wordt door de samen-
leving gekozen. Het lijstenstelsel brengt een
nadrukkelijker focus op de relatie met de kiezer
met zich mee. Waterschappen werken deze
rol actief uit: transparant, communicatief. De
besturen leggen een brede maatschappelijke
verantwoording af van het gevoerde en te
voeren beleid. Ze verwerven draagvlak voor de
volle breedte van het takenpakket. Dit doen
zij door zich helder te profileren. Ze laten zien
niet alleen technisch georiënteerd te zijn, maar
ook maatschappelijk. Waterschappen zijn over
tien jaar niet allemaal hetzelfde. Variatie is
mogelijk, gewenst, en zelfs noodzakelijk. Dat
heeft te maken met hun geografische ligging
(hoog of laag, aan de kust of in het binnenland,
in stedelijk of landelijk gebied, aan de grens of
niet) en de opgaven die daaruit voortkomen.
Daarnaast spelen verschillen in inwoners
en bedrijvigheid tussen de gebieden een rol.
Ook de invoering van het lijstenstelsel in de
nieuw Waterschapswet leidt tot meer variatie.
Waterschappen kunnen afgerekend worden
op financiën, personele inzet, bestuurlijke en
ambtelijke integriteit.
Waterschappen zijn internationaal actiefHet waterschap van de toekomst kent de weg in
het internationale speelveld. In plaats van te vol-
gen weten de waterschappen invloed uit te oefenen
op de beleidsvorming. Zij treden hierin in geza-
menlijkheid op. De waterschappen in het grens-
gebied hebben in hun werk te maken met collega-
waterschappen in België of Duitsland. Vorming
van een grensoverschrijdend waterschap is een
reële optie. Daarnaast zijn er tal van internationale
ontwikkelingen en innovaties op het gebied van
waterbeheer, waarop Nederlandse waterschappen
zijn aangesloten en waar ze aan bijdragen.
Waterschappen hebben de bestuur-lijke organisatie die bij hen pastDe waterschappen kennen een gekozen, maat-
schappelijk verankerd bestuur. Het inwerking
treden van de nieuwe Waterschapswet betekent
dat straks gekozen kan worden voor kandidaten
op lijsten met gezamenlijke programma’s en
standpunten. Maatschappelijke organisaties en
belangengroepen kunnen kandidaten voordra-
gen. Minder zetels zijn gereserveerd voor de spe-
cifieke belangen, de ingezetenen hebben meer
invloed. De bestuurders zullen dus zorgen voor
een betere binding met de burger en werken ac-
tief aan het vergroten van de betrokkenheid van
burgers, boeren en bedrijven. Het waterschap
kent een transparant bestuur, dat brede maat-
schappelijke verantwoording aflegt.
Bestuurders zullen steeds vaker betrokken zijn
in bestuurlijke processen met andere overheden.
Zij moeten daartoe zijn toegerust. Dit type maat-
schappelijk geëngageerd bestuur vraagt van be-
stuurders een breed competentieprofiel: sociale,
procesmatige, bestuurkundige en netwerkcom-
petenties. Besturen besteden daarom aandacht
aan permanente training en deskundigheidsbe-
vordering. Binnen de Unie van Waterschappen
vinden besturen een platform voor inspiratie
en uitwisseling, voor gezamenlijke, gedeelde
visieontwikkeling en bepalen ze de kaders voor
landelijke belangenbehartiging en lobby.
Waterschappen hebben het ambte-lijk apparaat dat bij hen pastDe waterschappen geven er blijk van, dat ze zich
Klimaat WaterschapRoer en Overmaas
Hevige neerslag op hellingen
leidt tot oppervlakkige afstro-
ming en bodemerosie. Beide
leiden tot aanzienlijke water-
en modderoverlast. Door niet-
kerende grondbewerking (NKG)
in plaats van traditioneel ploegen kunnen deze problemen verminderen.
Door in de winter een bodembedekker of groenbemester te telen, die in
het voorjaar slechts licht in de bovenste centimeter van de bodem wordt
ingewerkt (mulchen), wordt de infiltratie van regenwater groter. Deze
bronmaatregelen zijn een adequate invulling van het WB21-uitgangspunt
‘vasthouden’en een antwoord op de klimaatverandering.
Het waterschap en de Provincie Limburg stimuleren NKG met een premie
van € 50/ha/jaar en begeleiding van individuele agrariërs door landbouw-
kundig adviseurs.
Niet-kerende grondbewerking
Zelfs na een hevige hagelbui zie dat de stroresten de bodem hebben beschermd en dat de ruggen redelijk in tact zijn gebleven (weinig bodemerosie). Tussen de ruggen zie je wel afstroming.
In het dalletje op diezelfde akker zie je hoe geconcentreerde waterafvoer
van hoger op de helling, ernstige stroombaanerosie dwars door de
aardappelruggen heeft veroorzaakt.
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
De Zuidplaspolder, met daarin het diepste punt van Nederland, heeft van
oudsher een open en agrarisch karakter. Door de groeiende behoefte
aan ruimte in de zuidvleugel
van de Randstad worden er
na 2010 woningen en bedrij-
ven ontwikkeld.
Wonen, werken, recreëren zijn gepland op die plekken waar dat gezien
het water en de bodem het meest gunstig is. Waterveiligheid, klimaat-
bestendigheid, en de ecologische en ruimtelijke kwaliteit van de polder
staan voorop. Samen met gemeenten, provincie, maatschappelijke en
private partijen werkt het hoogheemraadschap aan slimme oplossingen
zoals nieuwe technieken voor het bouwrijp maken van grond, een water-
plan voor een natuurgebied met extensieve woningbouw en een gesloten
waterketen voor nieuwe glastuinbouwcomplexen.
Slimme oplossingen in het diepste punt van Nederland
Duurzaamheid
Polder- en boezemgemaal Abraham Kroes, met op de voorgrond de Ringvaart en op de achtergrond de Zuidplaspolder.
De Zuidplaspolder
A12
Zevenhuizen
22 23
Aan de slag
bewust zijn van de maatschappelijke vraag om
transparantie en efficiency, zakelijk en kostenbe-
wust werken. Het waterschap dient als overheid
zuinig om te gaan met het belastinggeld, en
over de besteding hiervan verantwoording af te
leggen. Waterschappen willen werken tegen de
laagst maatschappelijke kosten. Investeringen
buiten het eigen beheersveld zijn dus mogelijk,
als dat tot financieel-maatschappelijk voordeel
leidt. Dit kan ook betekenen dat, onder verant-
woordelijkheid van de waterschappen, delen van
taken ook privaat of in publiekprivate samen-
werking worden uitgevoerd. In het beheer van
delen van hun organisatie zullen waterschappen
steeds meer samenwerken in het instituut Het
Waterschapshuis. Voor hun onderzoekswerk zul-
len waterschappen steeds intensiever samenwer-
ken met de STOWA. Kortom, de waterschappen
willen een slanke en krachtdadige organisatie
zijn, waarbij ook uitbesteden van taken tot de
mogelijkheden behoort. Ambtenaren van het
waterschap zijn flexibel, omgevingsbewust, pro-
actief, communicatief, procesgeoriënteerd en
met een goed gevoel voor een correcte, begrip-
volle omgang met de burger.
Samen toegroeien naar het waterschap dat we
over tien jaar willen zijn, vraagt meer dan een
goede discussie of een mooie brochure met visie
en doelstellingen. Van de waterschappen wordt
een doelgerichte inzet gevraagd, bestuurlijke
en ambtelijke zelfreflectie en zelfkritiek, en de
bereidheid om je door externe partijen, mede-
overheden en collegawaterschappen regelmatig
een spiegel voor te laten houden. Je moet in je
keuken durven laten kijken, en je openstellen
voor kritiek.
In Unieverband zullen instrumenten worden
aangereikt, waar waterschappen hun voordeel
In het Platform Water Vallei en Eem werkt Waterschap Vallei & Eem samen
met 18 gemeenten en 2 provincies uit zijn gebied. Met het Platform willen
de partners meer bestuurlijke en ambtelijke samenwerking op het gebied
van water. Bijvoorbeeld op het gebied van riolering, beheersplannen,
ruimtelijke ordening, een
waterloket voor burgers
en afvalwaterteams.
Door een goede afstemming en uitwisseling van kennis, ontstaat meer
samenhang in de Wateragenda van het gebied. Ook vormt het Platform
Water Vallei en Eem een gezamenlijke regionale spreekbuis. De samen-
werking zorgt voor een besparing op tijd en kosten, milieuwinst en ver-
betering van de waterkwaliteit voor het hele gebied.
Platform Water Vallei en Eem
Organisatie en Proces Waterschap Vallei & Eem
Valleikanaal Leusden
Samenwerken werkt beter. In 2007 heeft Waterschap Velt en Vecht het
initiatief genomen om een Grensoverschrijdende Vechtvisie te formuleren,
in samenwerking met de provincie Overijssel, waterschap Groot Salland én
verschillende overheden in Duitsland.
In dit streefbeeld verandert de Vecht. Een
rechtgetrokken rivier met stuwen is in
2050 een halfnatuurlijke laaglandrivier
die meandert. Veilig en met meer kwali-
teit voor mens, plant en dier.
Voor de periode 2009-2013 is een grens-
overschrijdend uitvoeringsprogram-
ma opgesteld waarin 150 projectideeën zijn opgenomen om dit doel te
bereiken. De projecten richten zich op rivierherstel, hoogwaterbescherming,
stedelijke ontwikkeling en de aanleg van ruiter- en wandelpaden. Ook zijn
er projecten voor onderwijs en cultuur. In 2050 biedt de Vecht veiligheid en
belevingswaarde.
Grensoverschrijdend uitvoeringsprogramma
Vistrap
Organisatie en Proces WaterschapVelt en Vecht
mee kunnen doen. De gezamenlijk ontwikkelde
visievorming zal in Unieverband worden benut
voor agendasetting in de richting van Rijk en
koepelorganisaties. De Unie zal ook faciliteren
in het intern agenderen van de voortgang. Op
gezette tijden zal de stand van zaken worden
besproken en inzichtelijk gemaakt.
24 25
Het vernieuwingsproject WaterWegen: Anders denken en werken
WaterWegen is een metafoor voor anders denken
en handelen. Gaandeweg is het inzicht ontstaan
dat er vijf manieren zijn om tot anders denken
en handelen te komen, zowel binnen water-
schappen, als daar tussen.
Veranderingen staan of vallen bij een voorhoede,
die via voorbeeldgedrag andere medewerkers
inspireert. Deelnemers aan de voorhoede delen
met elkaar dat veranderingen nodig zijn, dat
laten zien belangrijker is dan vertellen, maar ook
dat veranderen veel tijd vergt: een lange mars
is. Bovendien zijn zij zich er van bewust dat
veranderingen alleen doorzetten als er urgentie
of noodzaak is. Ideeën zonder reële noodzaak
zijn onvoldoende om organisaties structureel
te veranderen. En ten slotte zijn zij zich er van
bewust dat zowel de bestuurders als de directeu-
ren verandering volledig moeten steunen én dat
medewerkers het leuk of spannend moeten vin-
den om mee te veranderen. De voorhoede in het
project WaterWegen bestaat uit de zogenaamde
groep van 50.
Organisaties hebben routines. Vaak zijn die nog-
al defensief. De dingen gebeuren omdat ze (al-
tijd) zo gebeur(d)en. Het is het bekende verhaal
van het karrenspoor: krijg daar de wagen maar
eens uit. Dwarse interventies die niet passen in
de normale organisatieprocessen kunnen soms
helpen die routines te doorbreken. Dat vergt niet
alleen inhoudelijke breedte en een open houding
om alle alternatieven in breed te brengen en af te
wegen, maar ook snelheid van handelen en een
speelse werkvorm. Met het initiatief Breinbeu-
ken wordt geprobeerd discussies of projecten
die vast lijken te zitten open te breken of op een
ander spoor te brengen. Breinbeuken richt zich
natuurlijk niet op verandering van de organi-
satie in zijn geheel, maar is een relatief kleine
interventie op een onderdeel. Vooral bedoeld om
te laten zien dat het anders kan. En met relatief
weinig inspanning. Belangrijk is dat bestuurders
en direct betrokken medewerkers van het water-
schap deelnemen aan het Breinbeuken.
Eén Energiefabriek maakt nog geen voorjaar.
Begin 2008 zijn waterschappen met veel ideeën
voor projecten gekomen die illustratief zijn voor
WaterWegen. Van de 75 projecten die eind mei
2008 zijn ingediend heeft de Energiefabriek als
winnaar vleugels gekregen en zijn naar schatting
20 projecten nog in ontwikkeling. De projecten-wedstrijd leert ons dat het dus mogelijk is om
1) op grote schaal en in korte tijd vernieuwende
projecten los te maken, 2) het winnende project
in razend tempo door te ontwikkelen en 3) veel
andere projecten te versnellen. De oogst had
groter kunnen zijn als er stimuleringspremies en
procesmanagement van buiten beschikbaar wa-
ren geweest voor de daadwerkelijke uitvoering.
Toch is alleen al het voorbeeld van de Energiefa-
briek zo stimulerend, dat het instrument van de
projectenwedstrijd als onmisbaar element voor
verandering moet worden beschouwd en dus
jarenlange herhaling verdient.
Voor veranderen is nodig dat organisaties vanbuiten naar binnen redeneren en handelen.
En niet langer van binnen naar buiten. Dat vergt
niet alleen het openen van de luiken, maar ook
het bewust samenwerken met andere organisa-
ties. Andere waterschappen, andere overheden,
marktpartijen.
Opmerkelijk is dat onderlinge samenwerking
tussen waterschappen wordt niet als een pro-
bleem ervaren, terwijl er op het vlak van onder-
linge kennisuitwisseling nog veel te winnen is.
De opgave is dat waterschappen onderling een
lerende cultuur krijgen. Meer van en met elkaar
leren door het delen van kennis is noodzakelijk.
De ‘50’ fungeren als kennisnetwerkers. Allianties
met andere overheden en met buitenstaanders,
zowel in de watersector als daarbuiten, zijn
eveneens een nuttige veranderingsstrategie. Dat
staat nog in de kinderschoenen. Ook die samen-
werking moet verder worden getest en ontwik-
keld.
Een laatste instrument is een sturend overlegvan de portefeuillehouders innovatie. Deze 26
dagelijks bestuurders wisselen onderling uit hoe
de innovatieagenda van de waterschappen er uit
ziet en hoe zij steun kunnen geven aan innovatie
in zijn algemeenheid en de initiatieven vanuit
WaterWegen in het bijzonder. Dit overleg is van
de grond aan het komen, maar heeft nog geen
sturende betekenis. Belangrijk is de vaststelling
dat de innovatieportefeuille in een aantal water-
schappen vanwege WaterWegen is verzwaard.
Open procesWaterWegen is een a-typisch project. Dat komt
omdat er sprake is van een open proces. Niemand
Opgelost in afvalwater komt er zo’n acht keer meer energie de riool-
waterzuivering binnen dan de eigen installatie verbruikt. Vanuit de
cradle-to-cradle gedachte wil Waterschap Veluwe die energie benutten.
De gemeente Apeldoorn wil een nieuwe wijk CO2-neutraal realiseren.
Het waterschap produceert biogas uit riool-
slib en houdt daarbij ca. 40.000 gigajoule
warmte over.
Met het energiebedrijf als derde partij
levert Waterschap Veluwe de restwarmte
van de elektriciteitsproductie op de riool-
waterzuivering aan woningen in de nieuwbouwwijk. Zo ver-
zorgt het waterschap niet alleen schoon effluent, maar ook
elektriciteit en warmte en wordt de hoeveelheid af te voeren
rioolslib sterk gereduceerd.
Rioolwaterzuiveringlevert restwarmte aan woonwijk
Duurzaamheid WaterschapVeluwe
Installatie voor de productie en opslag van biogas.
Gasmotor produceert elektriciteit, restwarmte wordt opgevangen.
Waterschap De Veluwe is deelnemer in het
samenwerkingsproject Energie Fabriek
De aanval van grotere golven op de kust moet worden opgevangen. In
het project zwakke schakels wordt daarvoor gezorgd en is vergroten van
de veiligheid gekoppeld aan verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit.
De kustversterking start in 2009 met het aanbrengen van een duin. Een
gedeelte van het zand wordt innovatief aangebracht: de erosieberm.
Onder invloed van wind en water wordt het zand van de erosieberm op het
strand en in het duin afgezet. Zo gebruiken we de natuur om de veiligheid
van de kust te vergroten voor een veilige en duurzame Zuidwestelijke Delta.
De innovatie is efficiënt door integratie in het lopende project tot 2014. Het
project biedt mogelijkheden voor studenten om onderzoek te doen en de
vormgeving is aantrekkelijk voor recreatie.
Erosieberm Kruishoofd
Waterkering Waterschap Zeeuws-Vlaanderen
Erosieberm Kruishoofd
Kustversterking Zwakke Schakel West Zeeuws-Vlaanderen
Waterschap Zeeuws-Vlaanderen
Zandtransport
vormgeving is aantre kelijk voor recreatie.
Dwarsdoorsnede ter hoogte van Kruishoofd
Huidige situatie Duin- en strandversterking Erosieberm Kruishoofd
26 27
weet precies te vertellen waar het naar toe gaat.
Kenmerken van een open procesbenadering
zijn, dat we weten waar we vandaan komen
(technisch georiënteerde, op uitvoering ge-
richte organisaties). Dat we ons realiseren dat
verbindingen met andere overheden, andere
organisaties en burgers nodig zijn. En dat an-
ders denken en handelen voorwaarden zijn om
tot vernieuwing te komen en daarmee tot betere
beleidsprestaties.
Wat is het DNA is van WaterWegen? We hebben
het over de volgende waarden:
handelen waterschappen is niet alleen tech-
nisch in orde en financieel op orde, maar ook
(en steeds meer) maatschappelijk relevant en
verantwoord ;
meer dan water: water keren vergt steeds meer
een klimaatbril, water beheren vergt een groene
bril en water zuiveren een C2C-bril. Verbreden
dus;
betekenisvol, duurzaamheid en schoonheid
zijn vanzelfsprekende elementen van professio-
neel opdrachtgeverschap van waterschappen;
complexiteit (zowel interorganisatorisch als
qua opgave) vergt verbindingen en coproductie,
en daarmee minder eigen belang en meer alge-
meen belang;
complementariteit is belangrijker dan water-
autoriteit (liever onzichtbaar en effectief, dan
andersom);
rekenschap is basishouding naar burgers en
bedrijven. Verantwoording afleggen en daarmee
de dialoog openen met burgers en bedrijven is
noodzakelijk.
Omdat WaterWegen een open planproces kent
en waarden gestuurd is, ligt het niet voor de
hand het project al te veel te institutionaliseren.
WaterWegers zijn geen actiegroep (met een sin-
gle issue). Noch een partij (met een uitgesproken
programma). WaterWegers zijn eerder te typeren
als een beweging. Een losse groep, ooit ontstaan,
die ergens voor staat en zolang bestaat als nodig
is, gedreven door gezamenlijke waarden en
ambities.
Voor meer informatie zie: www.waterwegen.org.
Het beheergebied van Waterschap
Zuiderzeeland ligt midden in het
IJsselmeergebied. Het waterschap
miste de regionale discussie over de
beleidsvoornemens in dit gebied en
een duidelijke positie van regionale
bestuurders hierin. Met name de
samenhang tussen hoofd- en regio-
naal watersysteem wordt in de
rijknota’s onvoldoende beschouwd.
Zuiderzeeland heeft zich ingezet
om het regiogeluid proactief in
het deltaprogramma IJsselmeerge-
bied in te brengen. Enerzijds via het
oprichten van de IJsselmeergroep; een
samenwerking van 8 waterschappen,
RWS en DGW. Anderzijds via een
regionaal bestuurlijk duo (gedepu-
teerde P. Janssen en dijkgraaf
H.L Tiesinga) dat trekker is van de
Regionale Coördinatiegroep. In de
Regionale Coördinatiegroep trekken
de watersector en de algemene
democratie samen op.
Samenwerking van regiobestuurders rond het IJsselmeer
Organisatie en Proces WaterschapZuiderzeeland
WATERSCHAP
ZUIDERZEE LAND
groep; een
Het fysische en maatschappe-
lijke klimaat in Nederland
verandert. De wateropgaven
worden steeds complexer en
de belangen rond onze grond
steeds groter. Binnen het project
Waterwegen is geformuleerd
waar de Waterschappen over
10 jaar willen staan: als een
sterke netwerkorganisatie, stu-
rend in de ruimtelijke ontwikke-
ling en verbonden met de omge-
ving. Innovatief en in staat om
te anticiperen op de uit-
dagingen van morgen.
Daarom de Energie-
fabriek als voorbeeld
waarin de waterschappen
een prikkelende ambitie hebben
neergezet om lokaal samen en
op grote schaal afvalwater om
te zetten in groene energie en
daarmee een aanzienlijke
CO2-reductie te realiseren ten
behoeven van een betere leefom-
geving voor nu en in de toekomst.
De Waterschappenover 10 jaar
Klimaat
verandert. De wateropgaven
worden steeds complexer en
de belangen rond onze grond
steeds groter. Binnen het project
is geformuleerd
schappen over
10 jaar willen staan: als een
sterke netwerkorganisatie, stu-
rend in de ruimtelijke ontwikke-
ling en verbonden met de omge-
ving. Innovatief en in staat om
een prikkelende ambitie hebben
samen en
Project WaterwegenEnergiefabriek
Uitgave van de Unie van Waterschappen,
Koningskade 40, 2596 AA Den Haag
Postbus 93218, 2509 AE Den Haag
Telefoon: 070 351 97 51,
Fax: 070 354 46 42, E-mail: [email protected]
Meer informatie op: www.uvw.nl
ColofonBegeleiding WaterWegen:
Strategisch adviesbureau Andersson,
Elffers Felix, Utrecht
Fotografie:
Daan Zuijderwijk, Den Haag
Vormgeving:
Grafisch Buro Versteegen Vormgeving, Leiden
28
Organisatie en Proces Unie van Waterschappen
Droge voeten en schoon waterDe Unie van Waterschappen is
de vereniging van de 26
waterschappen. De Unie
behartigt de belangen
van de waterschappen
bij departementen en
in de Haagse en Brus-
selse politiek. De Unie
verleent diensten aan
de waterschappen,
faciliteert de
samenwerking en
formuleert een
visie en stand-
punten over
water-
beheer.
De waterschappen zorgen met 11.000 mede-
werkers voor het goede waterpeil in sloot, kanaal
of plas. Zij beschermen tegen overstromingen en
zuiveren ons afvalwater.
legenda
vestigingsplaats waterschap
grens waterschap
provinciegrens
Blija Buitendijks