Wat is muziek? Om de twee weken proberen we samen met een ... · “Met oude liedjes vertel ik een...

1
18 DeMorgen. VRIJDAG 28/07/2017 cult. opvrijdag Naast de trekzak bespeelt Wim Claeys nog zes andere traditionele instrumenten. Als hij zingt, is dat in zijn volkse Gents. Hij houdt van oude volksliederen, maar een folkmuzikant hoeft ze niet te spelen zoals vroeger. ‘Ik keer mij af van museummuziek.’ TIM F. VAN DER MENSBRUGGHE Hoe belangrijk is een stem voor de muziek? De accordeon is Claeys’ hoofdinstrument, hij speelt ook zeer veel viool. Daarnaast zijn er de doedelzak, de mondharmonica, de piano, de mondharp en de tinwhistle. Het is pas de jongste jaren, onder lichte dwang van wijlen Walter De Buck, dat hij ook ging zingen. “Instrumentale muziek heeft geen bood- schap, iedereen vult dat in zoals hij zelf wil. Een instrument staat tussen jou en de luiste- raar. Als je zingt, valt dat weg. Vóór ik zong, kreeg ik nooit zoveel commentaar vanuit het publiek als nu – goede en slechte commen- taar. Een stem raakt mensen op een veel die- per niveau dan een instrument. Speel je instrumentale muziek, dan is ’t altijd goed. Vaak zijn mensen al onder de indruk dat je kúnt spelen.” Toch, zo stelt hij, zijn er muzikanten die hun stem niet nodig hebben om hun per- soonlijkheid te tonen. “Mijn maat Wouter Vandenabeele kan al zijn emoties in zijn viool leggen. Ik niet. Mensen zeer diep raken met een instrument is enkel de allergroot- sten gegeven. Daarvoor moet je die extra muzikaliteit hebben die niet valt te verkla- ren. Waarom was Toots Thielemans zo’n grote muzikant? Dat weten we niet. “Soms word ik aangekondigd als de beste accordeonist van België. Dan schaam ik mij dood”, lacht hij. “Er zijn er zeer veel die véél beter spelen dan ik. Ik moet het hebben van mijn veelzijdigheid.” Wat is muziek? Om de twee weken proberen we samen met een muzikant uit eender welk genre te achterhalen waarom muziek ons zo raakt. Folkmuzikant Wim Claeys speelt oude muziek op een nieuwe manier ‘Een stem raakt mensen dieper dan een instrument’ Bestaat er een typisch Belgische folkstijl? Soms schrijft hij zelf songs, vaak speelt hij een cover van Walter De Buck, maar het liefst van al grasduint Claeys in de schat aan oude Gentse liedjes. “Mijn hoofdding nu is Gentse folk”, knikt hij. Die folk is enkel Gents door de taal van de liedjesteksten. “Gent heeft niet echt een folkstijl. Er is zelfs geen traditionele Belgische folkstijl, in tegenstelling tot de uitgesproken Ierse stijl met zijn eigen melodische idioom. De echt goede stijlen zitten in de randgebieden van het continent. De muziek kreeg er vrij spel om zich in zijn eigen richting te ontwikkelen.” In Vlaanderen was de folk dood vóór de revival van de jaren 60, 70. “Als je pure Vlaamse muziek wilt spelen, speel je muziek uit boeken. Die is niet van generatie op generatie doorgegeven, ze kon niet evolu- eren, waardoor ze nu gedateerd klinkt.” Tegenwoordig gebeurt er wel iets dat typisch Vlaams is. “Wij spelen alle stijlen door elkaar: we mixen Spaanse muziek met Turkse en Scandinavische. Onze generatie leerde al die muziek kennen en je ziet de grenzen nu vervagen.” ‘Folk is het enige genre waarin ik me volledig kan uitdrukken’, zegt Claeys. © TOM LAGAST Is folk oude muziek, of is vernieuwing mogelijk? Wim Claeys (45) verdiepte zich in Ierse tra- ditionals, ging in Zweden de lokale volksmu- ziek bestuderen en nu speelt hij Gentse folk. Op zijn cd Een schuune bende uit 2016 staan oude tot zeer oude liedjes, maar rockende gitaren begeleiden de traditionele instru- menten. Is dat dan nog folk? “Folk laat zich heel gemakkelijk mengen met andere genres”, grijnst Claeys. “Met oude liedjes vertel ik een heden- daags verhaal”, zegt hij. “Al is dat een eeuwig gevecht binnen de folk. Traditionalisten vinden dat de muziek niet mag evolueren, dat je geen modern geluid mag hebben. Al mijn hele leven verzet ik mij daartegen. Folk is het enige genre waarin ik me volledig kan uitdrukken. Dat is de taal waarin ik muziek maak. Wat ik in mijn kruiwagen leg, is oude, traditionele muziek, maar ik benader het op een nieuwe manier, met toffe arrangementen.” Tegen zijn moeder en zijn kinderen spreekt Claeys plat Gents, maar hij legt er zich bij neer dat het typische stadsdialect verdwijnt. Net zoals hij niet gelooft dat je oude muziek- stijlen kunstmatig in leven kunt houden. “Dan maak je museummuziek en daar keer ik mij van af. Je moet muziek laten leven. Je kunt enkel doorgeefluik spelen en er je eigen goesting mee doen. Als die oude muziek na mij ver- dwijnt, komt er wel iets in de plaats dat even geestig of misschien nog geestiger zal zijn.” Zoals haast iedere muzikant gebruikt Claeys muziek om te communiceren. “Je wilt een emo- tie oproepen en doorgeven aan je publiek. Je kunt ontroeren zonder zelf ontroerd te zijn. Je hoeft zelf niet vrolijk te zijn om vrolijke muziek te spelen, al helpt het wel. Als muzikant kun je je laten leiden door de emotie in de zaal. Als het publiek uitzinnig wordt, zal ik mij ook meer laten gaan. Folk leent zich daar heel goed toe.” Toch leeft in de Europese folk een traditie die je niet ziet in andere muziekgenres: samen musiceren zónder publiek. “In de folk speelt de melodie een centrale rol – in pop en rock is dat minder het geval, daar vormt het ritme de basis. Als je Ierse of Zweedse muziek bestudeert, dan studeer je melodieën. Als wij jammen met muzi- kanten, zitten wij bijeen rond een tafel, drinken we pinten en spelen we melodietjes. Dat is de max.” Ieder jaar gaat hij naar een open plek in een Zweeds bos waar telkens tweeduizend mensen verzamelen. “Enkel muzikanten. Iedereen pakt zijn viool, gitaar of accordeon en speelt. Overal zitten groepjes mensen samen te musiceren, het hele weekend lang. In de folk is dat samenspelen de basis. Folk is gedeelde, gemeenschappelijke muziek. Wij weten niet wie al die melodieën heeft geschreven. Who cares? De belangrijkste vraag is of het toffe muziek is. Aan die gemeen- schappelijkheid kun je je individuele wagonne- tje hangen. Hoe meer melodieën je kent, hoe geestiger.” Hebben muzikanten altijd een publiek nodig? ‘Je kunt ontroeren zonder zelf ontroerd te zijn. Je hoeft zelf niet vrolijk te zijn om vrolijke muziek te spelen’

Transcript of Wat is muziek? Om de twee weken proberen we samen met een ... · “Met oude liedjes vertel ik een...

Page 1: Wat is muziek? Om de twee weken proberen we samen met een ... · “Met oude liedjes vertel ik een heden-daags verhaal”, zegt hij. “Al is dat een eeuwig gevecht binnen de folk.

18 DeMorgen.VRIJDAG 28/07/2017cult.opvrijdag

Naast de trekzak bespeelt WimClaeys nog zes andere traditioneleinstrumenten. Als hij zingt, is dat in zijn volkse Gents. Hij houdt van oude volksliederen, maar een folkmuzikant hoeft ze niet te spelen zoals vroeger. ‘Ik keer mijaf van museummuziek.’TIM F. VAN DER MENSBRUGGHE

Hoe belangrijk is eenstem voor de muziek?De accordeon is Claeys’ hoofdinstrument, hijspeelt ook zeer veel viool. Daarnaast zijn erde doedelzak, de mondharmonica, de piano,de mondharp en de tinwhistle. Het is pas dejongste jaren, onder lichte dwang van wijlenWalter De Buck, dat hij ook ging zingen.“Instrumentale muziek heeft geen bood-schap, iedereen vult dat in zoals hij zelf wil.Een instrument staat tussen jou en de luiste-raar. Als je zingt, valt dat weg. Vóór ik zong,kreeg ik nooit zoveel commentaar vanuit hetpubliek als nu – goede en slechte commen-taar. Een stem raakt mensen op een veel die-per niveau dan een instrument. Speel jeinstrumentale muziek, dan is ’t altijd goed.Vaak zijn mensen al onder de indruk dat jekúnt spelen.”

Toch, zo stelt hij, zijn er muzikanten diehun stem niet nodig hebben om hun per-soonlijkheid te tonen. “Mijn maat WouterVandenabeele kan al zijn emoties in zijnviool leggen. Ik niet. Mensen zeer diep rakenmet een instrument is enkel de allergroot-sten gegeven. Daarvoor moet je die extramuzikaliteit hebben die niet valt te verkla-ren. Waarom was Toots Thielemans zo’ngrote muzikant? Dat weten we niet.

“Soms word ik aangekondigd als de besteaccordeonist van België. Dan schaam ik mijdood”, lacht hij. “Er zijn er zeer veel die véélbeter spelen dan ik. Ik moet het hebben vanmijn veelzijdigheid.”

Wat is muziek? Om de twee weken proberen we samen met een muzikant uit eender welk genre te achterhalen waarom muziek ons zo raakt.

Folkmuzikant Wim Claeys speelt oude muziek op een nieuwe manier

‘Een stem raakt mensendieper dan een instrument’

Bestaat er een typischBelgische folkstijl?

Soms schrijft hij zelf songs, vaak speelt hijeen cover van Walter De Buck, maar hetliefst van al grasduint Claeys in de schat aanoude Gentse liedjes. “Mijn hoofdding nu isGentse folk”, knikt hij. Die folk is enkel Gents door de taal van de liedjes teksten.“Gent heeft niet echt een folkstijl. Er is zelfs geen traditionele Belgische folkstijl, in tegenstelling tot de uitgesproken Ierse stijlmet zijn eigen melodische idioom. De echtgoede stijlen zitten in de randgebieden van het continent. De muziek kreeg er vrij spel om zich in zijn eigen richting te ontwikkelen.”

In Vlaanderen was de folk dood vóór de revival van de jaren 60, 70. “Als je pureVlaamse muziek wilt spelen, speel je muziekuit boeken. Die is niet van generatie op generatie doorgegeven, ze kon niet evolu-eren, waardoor ze nu gedateerd klinkt.”

Tegenwoordig gebeurt er wel iets dattypisch Vlaams is. “Wij spelen alle stijlendoor elkaar: we mixen Spaanse muziek metTurkse en Scandinavische. Onze generatieleerde al die muziek kennen en je ziet de grenzen nu vervagen.”

► ‘Folk is het enige genrewaarin ik me volledig kan uitdrukken’, zegt Claeys. © TOM LAGAST

Is folk oude muziek, of isvernieuwing mogelijk?

Wim Claeys (45) verdiepte zich in Ierse tra-ditionals, ging in Zweden de lokale volksmu-ziek bestuderen en nu speelt hij Gentse folk.Op zijn cd Een schuune bende uit 2016 staanoude tot zeer oude liedjes, maar rockendegitaren begeleiden de traditionele instru-menten. Is dat dan nog folk? “Folk laat zichheel gemakkelijk mengen met andere genres”, grijnst Claeys.

“Met oude liedjes vertel ik een heden-daags verhaal”, zegt hij. “Al is dat een eeuwiggevecht binnen de folk. Traditionalisten vinden dat de muziek niet mag evolueren,dat je geen modern geluid mag hebben. Al mijn hele leven verzet ik mij daartegen. Folk is het enige genre waarin ik me volledigkan uitdrukken. Dat is de taal waarin ikmuziek maak. Wat ik in mijn kruiwagen leg, is oude, traditionele muziek, maar ikbenader het op een nieuwe manier, met toffe arrangementen.”

Tegen zijn moeder en zijn kinderenspreekt Claeys plat Gents, maar hij legt erzich bij neer dat het typische stadsdialect verdwijnt. Net zoals hij nietgelooft dat je oude muziek-stijlen kunstmatig in levenkunt houden. “Dan maak jemuseummuziek en daar keerik mij van af. Je moet muzieklaten leven. Je kunt enkeldoorgeefluik spelen en er jeeigen goesting mee doen. Alsdie oude muziek na mij ver-dwijnt, komt er wel iets in de plaats dat even geestig of misschien nog geestigerzal zijn.”

Zoals haast iedere muzikant gebruikt Claeysmuziek om te communiceren. “Je wilt een emo-tie oproepen en doorgeven aan je publiek. Jekunt ontroeren zonder zelf ontroerd te zijn. Jehoeft zelf niet vrolijk te zijn om vrolijke muziekte spelen, al helpt het wel. Als muzikant kun je jelaten leiden door de emotie in de zaal. Als hetpubliek uitzinnig wordt, zal ik mij ook meerlaten gaan. Folk leent zich daar heel goed toe.”

Toch leeft in de Europese folk een traditie dieje niet ziet in andere muziekgenres: samenmusiceren zónder publiek. “In de folk speelt demelodie een centrale rol – in pop en rock is datminder het geval, daar vormt het ritme de basis.Als je Ierse of Zweedse muziek bestudeert, danstudeer je melodieën. Als wij jammen met muzi-

kanten, zitten wij bijeen rond een tafel, drinkenwe pinten en spelen we melodietjes. Dat is de max.”

Ieder jaar gaat hij naar een open plek in eenZweeds bos waar telkens tweeduizend mensenverzamelen. “Enkel muzikanten. Iedereen paktzijn viool, gitaar of accordeon en speelt. Overalzitten groepjes mensen samen te musiceren, hethele weekend lang. In de folk is dat samenspelende basis. Folk is gedeelde, gemeenschappelijkemuziek. Wij weten niet wie al die melodieënheeft geschreven. Who cares? De belangrijkstevraag is of het toffe muziek is. Aan die gemeen-schappelijkheid kun je je individuele wagonne-tje hangen. Hoe meer melodieën je kent, hoegeestiger.”

Hebben muzikanten altijd een publiek nodig?

‘Je kunt ontroeren zonderzelf ontroerd te zijn. Je hoeft

zelf niet vrolijk te zijn omvrolijke muziek te spelen’