Wastepoint in generatie e

1
10 GENERATIE e ° OKTOBER 2012 ° N°3 11 N°3 ° OKTOBER 2012 ° GENERATIE e ° ENERGIE VAN DE KLANT doen is de eigenaar adviseren om het te melden. Dan maken we een plan om het spul veilig weg te krijgen. En dat is waar voor ons de lol zit. Dan gaan we bijvoorbeeld kijken of we een douane- scanner kunnen inzetten om te kijken of het spul inderdaad gestold is en hoe we het met een koelwagen weg kunnen krijgen naar de juiste verwerker.’ Nuchtere kooplui De mannen hebben opvallend wei- nig zendingsdrang op het gebied van duurzaamheid. Jan-Jaap: ‘Tja, we staan er pragmatisch en nuchter in. Onze MKB-klanten kijken vooral naar de kos- ten.’ ‘Laatst adviseerden we een grote financiële dienstverlener met 400 kan- toren in Nederland. Dan buitelen de aanbieders over elkaar heen, de een met een nog mooier verhaal over hoe duurzaam ze werken dan de ander. Dat mag wel een onsje minder,’ vindt Guus. Hun drijfveren zijn wat aardser: ‘Ik vind het leuk om creatieve, deugde- lijke oplossingen te bedenken die voor de klant houdbaar zijn,’ geeft Jan-Jaap aan. Guus weet nog een mooi voor- beeld. ‘We zorgen nu voor de verwer- king van filterstof uit rookgassen van crematoria. Daar zit immers kwik in uit het amalgaam van tandartsvullingen.’ Toch weer een stukje milieuwinst. ‘Je moet wel zorgen dat er geen wagen van het Afval Energie Bedrijf op de oprijlaan staat als de nabestaanden arriveren voor het afscheid,’ merkt Jan- Jaap droogjes op. Heeft deze klant nog wat te wensen van AEB, wil Generatie E tot slot weten. ‘Ach,’ zegt Guus, ‘Bij puur commerciële organisaties wordt de telefoon soms wat eerder opgenomen, maar wij zijn dermate kind aan huis bij AEB dat we precies weten hoe de dingen hier gaan.’ Jan-Jaap is het roerend met hem eens. ‘Toen er een tijd geleden wat gedoe was met de logistiek, is dat professio- neel opgelost. En daar gaat het om.’ ° ‘W e zijn een stel hoogopge- leide vertegenwoordigers,’ legt Guus uit. ‘De eenvou- dige bulkafvalstromen kan iedereen afvoeren en verwerken. Wij zijn goed in het vinden van bedrijven met gevaar- lijke of lastige afvalstoffen. Die bieden we vervolgens in hapklare brokken aan verwerkers als AEB aan.’ Zijn de man- nen van WastePoint eigenlijk veredelde werkvoorbereiders? Daar kunnen ze wel om lachen. ‘Misschien eerder een reisbureau in afval!’ grapt Guus. ‘Het is een soort kralen rijgen. We knopen alles aan elkaar.’ Even serieus: WastePoint neemt het gevaarlijke afval in eigendom over, wat betekent dat ze de risico’s dragen voor wat er verder mee gebeurt. Het is dus heel belangrijk dat ze weten wat er in het vat zit. ‘Daar komt ook organo- leptisch onderzoek van het afval bij kij- ken,’ stelt Guus. Organowát? ‘Gewoon ergens je neus in steken. Bij slib moet je bijvoorbeeld aantonen of er chroom in zit.’ En als de neus onvoldoende uit- sluitsel geeft, komt er een chemische analyse aan te pas. Vaste relaties, meerdere partners ‘Met de verwerkers van het afval bou- wen we aan langdurige, vaste relaties,’ benadrukt Jan-Jaap. ‘Je zoekt spelers die iets heel goed kunnen.’ Wat kan AEB heel goed volgens WastePoint, willen we weten. ‘Grote partijen medi- cijnen verwerken, bijvoorbeeld,’ vindt Jan-Jaap. ‘Het is ook een voordeel dat AEB een gemeentelijk bedrijf is. Onze klanten zien dit als een teken dat het afval veilig en zeker wordt verwerkt.’ Voor WastePoint is daarnaast zakelijke betrouwbaarheid erg belangrijk. ‘In onze wereld moet je opletten dat een ander er niet met de handel vandoor gaat, en dat doet AEB niet,’ consta- teert Guus. Jan-Jaap valt hem bij: ‘Wij shoppen zelf ook niet. Tegelijkertijd doen we er niet geheimzinnig over dat we ook andere partners hebben. Het is tenslotte maar een klein wereldje.’ ‘Onze klanten blijven bij ons omdat we ontzettend gemotiveerd zijn om ze bij te staan. En we voelen ons nergens te goed voor,’ beaamt Guus. Eerlijk zaken doen is niet alleen een kwestie van moraal, het is ook zakelijk verstandig. ‘Je reputatie te grabbel gooien is het domste wat je kan doen,’ knikt Jan-Jaap. ‘Daarom waren wij blij met de invoering van de wet- en regel- geving rond het melden van bedrijfsaf- valstoffen en gevaarlijke stoffen. Hoe strenger hoe beter, anders kan ieder- een met een vrachtauto gaan rond- rijden en zich VIHB-bedrijf noemen.’ (Vervoerders, Inzamelaars, Handelaars en Bemiddelaars van afvalstoffen; red.) Dreiging en gevaar Cowboypraktijken binnen de bran- che motiveerden WastePoint om een rechtszaak te beginnen tegen een par- tij die zich zonder de benodigde papie- ren op de markt stortte. ‘Dat heeft ons dreigtelefoontjes opgeleverd en veel geld gekost,’ zegt Guus, maar de zaak is uiteindelijk gewonnen. ‘De regels zijn streng en als de overheid die hand- haaft, is het goed voor het milieu en de veiligheid,’ knikt Jan-Jaap tevreden. Guus constateert dat klanten er steeds meer begrip voor hebben dat hij ze aanspreekt op onveilige situaties. ‘We hadden laatst te maken met methacryl- zuur, dat wordt gebruikt bij de pro- ductie van plexiglas,’ vertelt hij. ‘Dat spul is beperkt houdbaar, want er zit een stabilisator in die op een gegeven moment stolt. Als het dan weer boven een bepaalde temperatuur komt, is er explosiegevaar. Kom ik in zo’n magazijn - laten we zeggen ergens midden in het land in een lieflijk dorpje - waar een hef- truckchauffeur met een sjekkie op zijn lip aan het werk is tussen de vaten met logen en zuren. Het eerste wat we dan WastePoint pakt kansen Energieke ondernemers, dat lijkt ons een prima typering voor Guus Rang (44) en Jan-Jaap Koopman (46) van WastePoint Afvalbeheer uit Amers- foort. Sinds 2004 struinen deze gedreven ingenieurs de markt af, op zoek naar partijen potjes waar rare tekens en symbolen op staan. Hun missie is om bedrijven en organisa- ties van gevaarlijk afval af te helpen. Een machtig mooi spel, waarbij de regels heilig zijn en de uitdaging is om steeds met creatieve oplossingen te komen. GUUS RANG (LINKS) EN JAN-JAAP KOOPMAN

description

 

Transcript of Wastepoint in generatie e

Page 1: Wastepoint in generatie e

10 GENERATIE e ° OKTOBER 2012 ° N°3 11N°3 ° OKTOBER 2012 ° GENERATIE e

° ENERGIE VAN DE KlANT

doen is de eigenaar adviseren om het te melden. Dan maken we een plan om het spul veilig weg te krijgen. En dat is waar voor ons de lol zit. Dan gaan we bijvoorbeeld kijken of we een douane-scanner kunnen inzetten om te kijken of het spul inderdaad gestold is en hoe we het met een koelwagen weg kunnen krijgen naar de juiste verwerker.’

Nuchtere koopluiDe mannen hebben opvallend wei-nig zendingsdrang op het gebied van duurzaamheid. Jan-Jaap: ‘Tja, we staan er pragmatisch en nuchter in. Onze MKB-klanten kijken vooral naar de kos-ten.’ ‘Laatst adviseerden we een grote financiële dienstverlener met 400 kan-toren in Nederland. Dan buitelen de aanbieders over elkaar heen, de een met een nog mooier verhaal over hoe duurzaam ze werken dan de ander. Dat mag wel een onsje minder,’ vindt Guus. Hun drijfveren zijn wat aardser: ‘Ik vind het leuk om creatieve, deugde-lijke oplossingen te bedenken die voor de klant houdbaar zijn,’ geeft Jan-Jaap aan. Guus weet nog een mooi voor-beeld. ‘We zorgen nu voor de verwer-king van filterstof uit rookgassen van crematoria. Daar zit immers kwik in uit het amalgaam van tandartsvullingen.’ Toch weer een stukje milieuwinst. ‘Je

moet wel zorgen dat er geen wagen van het Afval Energie Bedrijf op de oprijlaan staat als de nabestaanden arriveren voor het afscheid,’ merkt Jan-Jaap droogjes op.Heeft deze klant nog wat te wensen van AEB, wil Generatie E tot slot weten. ‘Ach,’ zegt Guus, ‘Bij puur commerciële organisaties wordt de telefoon soms wat eerder opgenomen, maar wij zijn

dermate kind aan huis bij AEB dat we precies weten hoe de dingen hier gaan.’ Jan-Jaap is het roerend met hem eens. ‘Toen er een tijd geleden wat gedoe was met de logistiek, is dat professio-neel opgelost. En daar gaat het om.’ °

‘We zijn een stel hoogopge-leide vertegenwoordigers,’ legt Guus uit. ‘De eenvou-

dige bulkafvalstromen kan iedereen afvoeren en verwerken. Wij zijn goed in het vinden van bedrijven met gevaar-lijke of lastige afvalstoffen. Die bieden we vervolgens in hapklare brokken aan verwerkers als AEB aan.’ Zijn de man-nen van WastePoint eigenlijk veredelde werkvoorbereiders? Daar kunnen ze wel om lachen. ‘Misschien eerder een reisbureau in afval!’ grapt Guus. ‘Het is een soort kralen rijgen. We knopen alles aan elkaar.’ Even serieus: WastePoint neemt het gevaarlijke afval in eigendom over, wat betekent dat ze de risico’s dragen voor wat er verder mee gebeurt. Het is dus heel belangrijk dat ze weten wat er in het vat zit. ‘Daar komt ook organo-leptisch onderzoek van het afval bij kij-ken,’ stelt Guus. Organowát? ‘Gewoon ergens je neus in steken. Bij slib moet je bijvoorbeeld aantonen of er chroom in zit.’ En als de neus onvoldoende uit-sluitsel geeft, komt er een chemische analyse aan te pas.

Vaste relaties, meerdere partners‘Met de verwerkers van het afval bou-wen we aan langdurige, vaste relaties,’ benadrukt Jan-Jaap. ‘Je zoekt spelers die iets heel goed kunnen.’ Wat kan AEB heel goed volgens WastePoint,

willen we weten. ‘Grote partijen medi-cijnen verwerken, bijvoorbeeld,’ vindt Jan-Jaap. ‘Het is ook een voordeel dat AEB een gemeentelijk bedrijf is. Onze klanten zien dit als een teken dat het afval veilig en zeker wordt verwerkt.’ Voor WastePoint is daarnaast zakelijke betrouwbaarheid erg belangrijk. ‘In onze wereld moet je opletten dat een ander er niet met de handel vandoor gaat, en dat doet AEB niet,’ consta-teert Guus. Jan-Jaap valt hem bij: ‘Wij shoppen zelf ook niet. Tegelijkertijd doen we er niet geheimzinnig over dat we ook andere partners hebben. Het is tenslotte maar een klein wereldje.’ ‘Onze klanten blijven bij ons omdat we ontzettend gemotiveerd zijn om ze bij te staan. En we voelen ons nergens te goed voor,’ beaamt Guus. Eerlijk zaken doen is niet alleen een kwestie van moraal, het is ook zakelijk verstandig. ‘Je reputatie te grabbel gooien is het domste wat je kan doen,’ knikt Jan-Jaap. ‘Daarom waren wij blij met de invoering van de wet- en regel-geving rond het melden van bedrijfsaf-valstoffen en gevaarlijke stoffen. Hoe strenger hoe beter, anders kan ieder-een met een vrachtauto gaan rond-rijden en zich VIHB-bedrijf noemen.’ (Vervoerders, Inzamelaars, Handelaars en Bemiddelaars van afvalstoffen; red.)

Dreiging en gevaarCowboypraktijken binnen de bran-che motiveerden WastePoint om een rechtszaak te beginnen tegen een par-tij die zich zonder de benodigde papie-ren op de markt stortte. ‘Dat heeft ons

dreigtelefoontjes opgeleverd en veel geld gekost,’ zegt Guus, maar de zaak is uiteindelijk gewonnen. ‘De regels zijn streng en als de overheid die hand-haaft, is het goed voor het milieu en de veiligheid,’ knikt Jan-Jaap tevreden. Guus constateert dat klanten er steeds meer begrip voor hebben dat hij ze aanspreekt op onveilige situaties. ‘We hadden laatst te maken met methacryl-zuur, dat wordt gebruikt bij de pro-ductie van plexiglas,’ vertelt hij. ‘Dat spul is beperkt houdbaar, want er zit een stabilisator in die op een gegeven moment stolt. Als het dan weer boven een bepaalde temperatuur komt, is er explosiegevaar. Kom ik in zo’n magazijn - laten we zeggen ergens midden in het land in een lieflijk dorpje - waar een hef-truckchauffeur met een sjekkie op zijn lip aan het werk is tussen de vaten met logen en zuren. Het eerste wat we dan

WastePoint pakt kansen

Energieke ondernemers, dat lijkt ons een prima typering voor Guus Rang (44) en jan-jaap Koopman (46) van WastePoint Afvalbeheer uit Amers-foort. Sinds 2004 struinen deze gedreven ingenieurs de markt af, op zoek naar partijen potjes waar rare tekens en symbolen op staan. Hun missie is om bedrijven en organisa-ties van gevaarlijk afval af te helpen. Een machtig mooi spel, waarbij de regels heilig zijn en de uitdaging is om steeds met creatieve oplossingen te komen.

GUUS RANG (lINKS) EN jAN-jAAP KOOPMAN