Waardig sterven in het ziekenhuis

1
PALLIUM MULTIDISCIPLINAIR TIJDSCHRIFT OVER PALLIATIEVE ZORG JAARGANG 15 – NUMMER 3 – JUNI 2013 27 Gratis E-pal-abonnement: www.netwerkpalliatievezorg.nl/zeeland, ‘Nieuwsbrieven’. nische ziekten had geen invloed op de antwoor- den. De schrijvers constateren dat ‘zich kunnen voorstellen’ meer is dan een algemene opvat- ting, maar minder dan een wens. Commentaar De in 2008-2009 oudere groep was in 2001- 2003 de jongere groep. Kennelijk verandert in de tijd deze groep ouderen als geheel niet erg van mening. De toename van het aantal ja-zeg- gers zit in de nieuwe jongere groep. Het zou interessant zijn de meting over circa 7 jaar te herhalen. Waarschijnlijk zal men zich nog meer kunnen voorstellen dat men om euthanasie vraagt of een levenseindepil wil. De toetsings- commissies constateren een flinke stijging van het aantal gemelde euthanasiegevallen. Dit alles heeft consequenties voor het gehele werkveld. Frank van den Berg, huisarts Waardig sterven in het ziekenhuis Sleeman K, Collis E: Caring for a dying patient in hospital. BMJ 2013;346:f2174. Dit betreft een artikel in de serie ‘competent novice’ in het segment van BMJ gewijd aan de medische praktijk. Samenvatting In het Verenigd Koninkrijk overlijdt ruim de helft van de mensen in een ziekenhuis, waar het vaak jonge artsen zijn die de zorg voor deze stervenden op zich nemen. Al wordt het belang van waardig sterven tegenwoordig erkend, toch schiet de kwaliteit van de zorg in de laatste levensdagen vaak tekort. Bij meer dan de helft van de klachten tegen een ziekenhuis gaat het om de zorg voor stervenden. Vaardigheden in het deskundig begeleiden van stervenden dra- gen niet alleen bij aan een waardig levenseinde voor de patiënt, maar bevorderen ook de kwali- teit van het werk van de artsen. De meeste Britse ziekenhuizen gebruiken tegenwoordig het Liverpool Care Pathway (LCP) om de zorg voor stervenden te stroomlijnen. Dit pad wordt ingeslagen na een zorgvuldige beoordeling dat de patiënt in de laatste dagen of uren van het leven is gekomen. Het is een multidisciplinair protocol ontleend aan hospices en het voorziet in zo goed mogelijke fysieke, psychische, soci- ale en spirituele zorg voor de stervenden. Nut- teloze interventies worden gestopt en vervan- gen door een frequente evaluatie van de toe- stand, gericht op comfort en waardigheid. De familie wordt nauwgezet geïnformeerd en betrokken bij de te nemen stappen. Onderzocht wordt of de patiënt een wilsbe- schikking heeft en wensen over de plaats van overlijden. De patiënt en diens familie kunnen betrokken worden bij het zorgproces, waarbij het palliatief team in het ziekenhuis ondersteu- ning kan bieden. Bij te verwachten problemati- sche rouwverwerking kan professionele hulp geboden worden. Angst is een veelvoorkomend probleem bij stervenden. Soms is medicatie of psychologi- sche ondersteuning nodig. Spiritualiteit is voor veel stervenden erg belangrijk en omvat meer dan religie alleen. Ondersteuning door geeste- lijk verzorgers kan hierbij zinvol zijn. Commu- nicatie is cruciaal. Vooral voor jonge artsen kan praten met stervenden en hun familie moeilijk zijn. Door observatie, simulatie, oefening, feed- back en reflectie kunnen zij hun vaardigheid hierin ontwikkelen, maar ook door het bijwo- nen van slechtnieuwsgesprekken door oudere artsen. Voldoende tijd en gunstige omstandig- heden (niet gestoord worden) zijn belangrijk voor het welslagen van een gesprek. Alle jonge dokters komen in aanraking met de zorg voor stervende patiënten. De minimale voorwaarden voor een waardig sterven zijn het herkennen van de stervensfase, zeer goede communicatievaardigheden en aandacht voor het somatisch, psychisch, sociaal en spiritueel lijden. De verschuiving van cure naar pallia- tieve zorg is een uitdaging voor de arts, maar is noodzakelijk voor een waardig en vredig sterf- bed van de patiënt. Bovendien wordt het rouw- proces van de nabestaanden gunstig beïnvloed. Dame Cicely Saunders, de stichtster van de hospicebeweging, zei het al: ‘how we die remains in the memory of those who live on’. Commentaar In Nederland begint het belang van een goede palliatieve zorg en stervensbegeleiding ook door te dringen in de ziekenhuizen. Dit artikel geeft in vijf pagina’s een helder en compleet overzicht van goede zorg voor de in het zieken- huis stervende patiënt, inclusief praktische richtlijnen met betrekking tot symptoomver- lichting en verwijzingen naar nuttige bronnen en e-learningmodules. Al is dit artikel gericht op jonge artsen, ik denk dat juist veel oudere artsen er hun voordeel mee kunnen doen. Het citaat van Cicely Saunders betreft niet alleen de patiënt en de nabestaanden, maar geldt ook voor de artsen. Die moeten immers ook verder leven met hun ervaringen. Coen Albers, huisarts het afgesproken beleid in de palliatieve en ter- minale fase. Zij moeten goed geïnformeerd zijn over het beleid en voldoende geschoold om spe- cifieke symptomen te herkennen van hypo- en hyperglykemie bij kwetsbare ouderen. De prak- tijkverpleegkundige kan hierin een sturende en begeleidende rol hebben. Commentaar In dit artikel worden praktische handvatten gegeven voor een goede diabeteszorg voor kwetsbare ouderen in de palliatieve/terminale fase. Een belangrijk aandachtspunt is ook hier weer: communicatie. Het wijzigen van een dia- betesbehandeling kan voor patiënt en familie ingrijpend zijn. Goed dat er aandacht gevraagd wordt voor scholing van verzorgenden en ver- pleegkundigen. Ik denk dat praktijkverpleeg- kundigen (POH) eerst zelf bijgeschoold moeten zijn over de richtlijn ‘Verantwoorde Diabetes- zorg voor kwetsbare ouderen’, voordat zij colle- ga’s kunnen begeleiden en aansturen. Petra Schot, verpleegkundige in het BIT-team (bereikbaarheid- en instructieteam)

Transcript of Waardig sterven in het ziekenhuis

Page 1: Waardig sterven in het ziekenhuis

PALL IUM • MULTIDISCIPLINAIR TIJDSCHRIFT OVER PALLIATIEVE ZORG JAARGANG 15 – NUMMER 3 – JUNI 2013 27

Gratis E-pal-abonnement:

www.netwerkpalliatievezorg.nl/zeeland,

‘Nieuwsbrieven’.

nische ziekten had geen invloed op de antwoor-den. De schrijvers constateren dat ‘zich kunnenvoorstellen’ meer is dan een algemene opvat-ting, maar minder dan een wens.

CommentaarDe in 2008-2009 oudere groep was in 2001-2003 de jongere groep. Kennelijk verandert inde tijd deze groep ouderen als geheel niet ergvan mening. De toename van het aantal ja-zeg-gers zit in de nieuwe jongere groep. Het zouinteressant zijn de meting over circa 7 jaar teherhalen. Waarschijnlijk zal men zich nog meerkunnen voorstellen dat men om euthanasievraagt of een levenseindepil wil. De toetsings-commissies constateren een flinke stijging vanhet aantal gemelde euthanasiegevallen. Dit allesheeft consequenties voor het gehele werkveld.

Frank van den Berg, huisarts

Waardig sterven in het ziekenhuisSleeman K, Collis E: Caring for a dying patientin hospital. BMJ 2013;346:f2174. Dit betreft een artikel in de serie ‘competentnovice’ in het segment van BMJ gewijd aan demedische praktijk.

SamenvattingIn het Verenigd Koninkrijk overlijdt ruim dehelft van de mensen in een ziekenhuis, waar hetvaak jonge artsen zijn die de zorg voor dezestervenden op zich nemen. Al wordt het belangvan waardig sterven tegenwoordig erkend, tochschiet de kwaliteit van de zorg in de laatstelevensdagen vaak tekort. Bij meer dan de helftvan de klachten tegen een ziekenhuis gaat hetom de zorg voor stervenden. Vaardigheden inhet deskundig begeleiden van stervenden dra-gen niet alleen bij aan een waardig levenseindevoor de patiënt, maar bevorderen ook de kwali-teit van het werk van de artsen. De meesteBritse ziekenhuizen gebruiken tegenwoordighet Liverpool Care Pathway (LCP) om de zorgvoor stervenden te stroomlijnen. Dit pad wordtingeslagen na een zorgvuldige beoordeling datde patiënt in de laatste dagen of uren van hetleven is gekomen. Het is een multidisciplinairprotocol ontleend aan hospices en het voorzietin zo goed mogelijke fysieke, psychische, soci-ale en spirituele zorg voor de stervenden. Nut-teloze interventies worden gestopt en vervan-gen door een frequente evaluatie van de toe-stand, gericht op comfort en waardigheid. Defamilie wordt nauwgezet geïnformeerd enbetrokken bij de te nemen stappen.Onderzocht wordt of de patiënt een wilsbe-schikking heeft en wensen over de plaats vanoverlijden. De patiënt en diens familie kunnenbetrokken worden bij het zorgproces, waarbijhet palliatief team in het ziekenhuis ondersteu-ning kan bieden. Bij te verwachten problemati-sche rouwverwerking kan professionele hulpgeboden worden.Angst is een veelvoorkomend probleem bijstervenden. Soms is medicatie of psychologi-sche ondersteuning nodig. Spiritualiteit is voor

veel stervenden erg belangrijk en omvat meerdan religie alleen. Ondersteuning door geeste-lijk verzorgers kan hierbij zinvol zijn. Commu-nicatie is cruciaal. Vooral voor jonge artsen kanpraten met stervenden en hun familie moeilijkzijn. Door observatie, simulatie, oefening, feed-back en reflectie kunnen zij hun vaardigheidhierin ontwikkelen, maar ook door het bijwo-nen van slechtnieuwsgesprekken door oudereartsen. Voldoende tijd en gunstige omstandig-heden (niet gestoord worden) zijn belangrijkvoor het welslagen van een gesprek. Alle jonge dokters komen in aanraking met dezorg voor stervende patiënten. De minimalevoorwaarden voor een waardig sterven zijn hetherkennen van de stervensfase, zeer goedecommunicatievaardigheden en aandacht voorhet somatisch, psychisch, sociaal en spiritueellijden. De verschuiving van cure naar pallia-tieve zorg is een uitdaging voor de arts, maar isnoodzakelijk voor een waardig en vredig sterf-bed van de patiënt. Bovendien wordt het rouw-proces van de nabestaanden gunstig beïnvloed.Dame Cicely Saunders, de stichtster van dehospicebeweging, zei het al: ‘how we dieremains in the memory of those who live on’.

CommentaarIn Nederland begint het belang van een goedepalliatieve zorg en stervensbegeleiding ookdoor te dringen in de ziekenhuizen. Dit artikelgeeft in vijf pagina’s een helder en compleetoverzicht van goede zorg voor de in het zieken-huis stervende patiënt, inclusief praktischerichtlijnen met betrekking tot symptoomver-lichting en verwijzingen naar nuttige bronnenen e-learningmodules. Al is dit artikel gerichtop jonge artsen, ik denk dat juist veel oudereartsen er hun voordeel mee kunnen doen. Hetcitaat van Cicely Saunders betreft niet alleen depatiënt en de nabestaanden, maar geldt ookvoor de artsen. Die moeten immers ook verderleven met hun ervaringen.

Coen Albers, huisarts

het afgesproken beleid in de palliatieve en ter-minale fase. Zij moeten goed geïnformeerd zijnover het beleid en voldoende geschoold om spe-cifieke symptomen te herkennen van hypo- enhyperglykemie bij kwetsbare ouderen. De prak-tijkverpleegkundige kan hierin een sturende enbegeleidende rol hebben.

CommentaarIn dit artikel worden praktische handvattengegeven voor een goede diabeteszorg voorkwetsbare ouderen in de palliatieve/terminalefase. Een belangrijk aandachtspunt is ook hierweer: communicatie. Het wijzigen van een dia-betesbehandeling kan voor patiënt en familieingrijpend zijn. Goed dat er aandacht gevraagdwordt voor scholing van verzorgenden en ver-pleegkundigen. Ik denk dat praktijkverpleeg-kundigen (POH) eerst zelf bijgeschoold moetenzijn over de richtlijn ‘Verantwoorde Diabetes-zorg voor kwetsbare ouderen’, voordat zij colle-ga’s kunnen begeleiden en aansturen.

Petra Schot, verpleegkundige in het BIT-team(bereikbaarheid- en instructieteam)