VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

36
magazine van de vereniging van verf- en drukinktfabrikanten VVVF - 17 - 2011 Conjunctuur: Dal bereikt? Pensioenfonds praat met fusiepartner Nieuwe raamwet stroomlijnt omgevingsrecht Ons beroep op verf en drukinkt: De timmerfabrikant De mens achter… Jan Boerman laat Harry Potter vliegen Gekleurd Verleden: Molyn & Co kroop in WO II door het oog van de naald Onderzoek VNCI: Nederland heeft ‘dubbel beeld’ van chemische industrie Vertrekkende Hans Wijers maakte AkzoNobel topspeler in chemie en coatings Eenhoorn (Stichting Kleur Buiten): ‘kleur bewust toepassen’ Van der Ende trots op verfklus rijksmonument Hollands Spoor

description

2-maandelijks magazine van de VVVF

Transcript of VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

Page 1: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

verf&inktm a g a z i n e v a n d e v e r e n i g i n g v a n v e r f - e n d r u k i n k t f a b r i k a n t e n V V V F - 1 7 - 2 0 1 1

Conjunctuur:

Dal bereikt?Pensioenfonds praat met fusiepartner

Nieuwe raamwet stroomlijntomgevingsrecht

Ons beroep op verf en drukinkt:De timmerfabrikant

De mens achter…Jan Boerman laat Harry Potter vliegen

Gekleurd Verleden: Molyn & Co kroop in WO II door het oog van de naald

Onderzoek VNCI: Nederland heeft ‘dubbel beeld’ van chemische industrie

Vertrekkende Hans Wijers maakteAkzoNobel topspeler in chemie en coatings

Eenhoorn (Stichting Kleur Buiten): ‘kleur bewust toepassen’

Van der Ende trots op verfklus rijksmonument Hollands Spoor

COLORCAN Small batches. Great looks.

Met de COLORCAN versterkt u uw positie in de markt. Middels digitale druktechniek kunnen al uw

producten (met een korte levertijd en in kleine aantallen) in een full colour blikverpakking in de markt

gezet worden. De nieuwste ontwikkeling is het digitaal bedrukken van het deksel. Met uw tekst of

logo op het deksel, draagt het deksel bij aan het verstevigen van uw merknaam. Ook kunt u middels

het deksel de inhoud aangeven, de kleur specificeren, of een gebruiksaanwijzing vermelden. Vanaf

nu communiceert de hele blikverpakking met de eindgebruiker. De COLORCAN betekent optimale

communicatie voor uw product.

Zandvoortstraat 69 1976 BN IJmuiden The NetherlandsT +31 (0)255 510 409 F +31 (0)255 512 801 [email protected] www.hildering.com

01_36 Omslag-Adv1.indd 1 23-06-11 15:26

Page 2: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

ASCOTT ANALYTICALTQCTQC

TQC TQCTQC

Vision on qualitywww.tqc.eu

N E D E R L A N D S E N I G E FA B R I K A N T VA N T E S T- E N M E E TA P PA R AT U U R V O O R D E V E R F I N D U S T R I E

TQC B.V. 2761 JP Zevenhuizen T 31(0)180 - 63 13 44 E [email protected] 14 Nederland F 31(0)180 - 63 29 17 W www.tqc.eu

AUTOMATISCHE FILM APPLICATOR

Voor het aanbrengen van een uniforme, reproduceerbare filmlaag.

• Geschikt voor folies en /of glazen, papieren, metalen ondergronden • Geschikt voor spiraalapplicatoren en / of standaard blok applicatoren• Intuïtieve bediening• Vele instelmogelijkheden

WASBAARHEID / SLIJTVASTHEIDTESTER

Voor het testen van bijv. coatings, inkten, textiel, hout en plastic op slijtvastheid.

• Voor droge en natte testen• Test tot vier proefstalen tegelijk• Dubbele pomp voor simultaantest met twee verschillende testvloeistoffen

AUTOMATISCHE CUPPING TESTER

Voor het testen van coatings bij verschillende stadia van deformatie conform ISO 1520.

• Ergonomisch: tester instelbaar naar werkhouding• Led verlichting instelbaar in kleur en hoek voor optimale beoordeling testplaat• Deformatie vooraf instelbaar in mm

TQC produceert instrumenten en toebehoren voor het testen van onder andere

• viscositeit • densiteit• dekkracht • vloeiing• lopersvorming • maalfijnheid• droogtijd • elasticiteit• slagvastheid • natte laagdikte • adhesie• metamerie

AUTOMATISCHE VISCOSITEITSMETERS

Diverse modellen voor het bepalen van de viscositeit in mPa·s, cP, cSt en KU (Krebs Units).

• Volledig automatisch, dus zeer hoge reproduceerbaarheid• Ook handmatig instelbaar

CORROSIE TESTKASTEN

Voor versnelde corrosietesten.

• Vochtigheids corrosietest• Zoutsproei corrosietest• Cyclische corrosietest• Alle modellen in div. maten leverbaar• Modern vormgegeven• Zeer gebruiksvriendelijk

02_03 Adv_Ons beroep.indd 2 23-06-11 15:27

Page 3: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

17 - 2011verf&inkt 3

ons beroep op verf & inkt

Mathee van de Vin:

“Hout spreekt mij aan. Geen kil materiaal. Uiterlijk is geen enkel stuk hetzelfde. Een echte timmerfabrikant herken je meestal aan zijn passie voor hout. Sterker nog: wij weten niet beter of je maakt het van hout. Toen wij het bedrijf van onze vader overnamen, werden ook trappen, deuren, dakkapellen, spanten, ja zelfs kantoormeubilair van hout gemaakt. Maar toen de bouwrecessie in de jaren tachtig zich aandiende, moesten we keuzen maken, wilden we overleven. Vanaf die tijd hebben we ons gespecialiseerd in kozijnen. En hebben ons sindsdien ontwikkeld tot een to-taaloplosser, die meedenkt vanaf de ontwikkelfase tot het moment van montage op de bouw. Architecten betrekken ons dan ook bewust in het voortraject. Dat gaat vanaf een driedimensionaal ontwerp tot aan de engineering, de pro-

ductie, montage tot en met het onderhoud van het kozijn.”“Als er geen kozijn in de gevel zit, heb je alleen een dichte muur. We verkopen dus als het ware licht en lucht. Maar ver-gis je niet: een kozijn moet topprestaties leveren: hij moet inbraakwerend zijn, isolerend, soms ook brandwerend, ge-luidwerend, licht en luchtdoorlatend zijn en ga zo maar door. Daarnaast blijft het ook een uitdaging om ze in hout te blij-ven maken. Maar hout heeft gelukkig een heleboel voorde-len. Het is zo ongeveer het enige materiaal dat snel is bij te maken: in vijftig jaar heb je een volgroeide boom. Daar kun-nen aardolie of bauxiet niet aan tippen. Bovendien zorgen bossen ook nog eens voor zuurstof. Alleen al daarom ben ik ervan overtuigd dat hout nog een mooie toekomst heeft.”“Verf speelt een cruciale rol in ons bedrijf; er gaat niks

onbewerkt de deur uit, omdat wij van een halffabricaat een eindproduct moeten maken. Dat betekent niet alleen grondverf aanbrengen, maar ook voor- en afl ak. De verfl aag bepaalt voor een belangrijk deel de duurzaamheid van het product. Daarom stoppen we daar in nauwe samenwerking met de verfl everanciers automatisch steeds meer energie in. Uiteraard sterk afhankelijk van de plek waar een kozijn zich bevindt en met welke (weers)invloeden hij te kampen heeft, is de gemiddelde levensduur van verf nu meestal maar een jaar of vier tot acht. Als ik namens de gehele tim-merbranche een wens mag doen, zou ik direct kiezen voor een verf met een langere levensduur. We leveren op dit mo-ment bijvoorbeeld ook producten van gemodifi ceerd hout. De leverancier ervan geeft zelfs vijftig jaar garantie tegen houtrot. Maar dan nog moet ik rond het achtste jaar, of zoveel eerder, mijn kozijn schilderen, omdat de verf verou-derdt door UV-licht. Het wrange is dat ik niet opnieuw moet schilderen omdat dat kozijn dat nodig heeft, nee, ik moet schilderen omdat de verf er op een gegeven ogenblik niet meer uitziet.”“Als timmerindustrie pleiten we voor een certifi catiesys-teem dat de kwaliteit van de verf beter garandeert. Er is wel-iswaar al een begin gemaakt met grondverf, maar wij willen het liefst naar een totaalsysteem, inclusief afl ak. De VVVF durft dat (nog) niet aan en zegt: ‘Wij leveren wel verf maar degene die hem aanbrengt hebben we niet onder controle, en ook niet de omstandigheden waaronder een verf wordt aangebracht.’ Kortom, er zijn nog te veel beïnvloedingsfac-toren. Allemaal goed en wel, maar de concurrentie staat niet stil. We voelen hun hete adem in de nek. De concurrentie doet er alles aan om stukjes van onze markt af te knabbelen. De hoogste tijd dus om in te zien dat we - timmerindustrie, de schilder én de verfi ndustrie - een gezamenlijk belang hebben. We zullen daar samen een antwoord op moeten hebben door met een nog completer industrieel eindpro-duct te komen. ”T e k s t : A n t o n S t i gF o t o : P e t v a n d e L u i j t g a a r d e n

In deze rubriek komen mensen aan het woord die beroepsmatig met verf & drukinkt van doen

hebben en daarover enthousiast vertellen. Deze keer: de timmerfabrikant.

‘De verflaag bepaalt de duurzaamheid van ons

product’

ASCOTT ANALYTICALTQCTQC

TQC TQCTQC

Vision on qualitywww.tqc.eu

N E D E R L A N D S E N I G E FA B R I K A N T VA N T E S T- E N M E E TA P PA R AT U U R V O O R D E V E R F I N D U S T R I E

TQC B.V. 2761 JP Zevenhuizen T 31(0)180 - 63 13 44 E [email protected] 14 Nederland F 31(0)180 - 63 29 17 W www.tqc.eu

AUTOMATISCHE FILM APPLICATOR

Voor het aanbrengen van een uniforme, reproduceerbare filmlaag.

• Geschikt voor folies en /of glazen, papieren, metalen ondergronden • Geschikt voor spiraalapplicatoren en / of standaard blok applicatoren• Intuïtieve bediening• Vele instelmogelijkheden

WASBAARHEID / SLIJTVASTHEIDTESTER

Voor het testen van bijv. coatings, inkten, textiel, hout en plastic op slijtvastheid.

• Voor droge en natte testen• Test tot vier proefstalen tegelijk• Dubbele pomp voor simultaantest met twee verschillende testvloeistoffen

AUTOMATISCHE CUPPING TESTER

Voor het testen van coatings bij verschillende stadia van deformatie conform ISO 1520.

• Ergonomisch: tester instelbaar naar werkhouding• Led verlichting instelbaar in kleur en hoek voor optimale beoordeling testplaat• Deformatie vooraf instelbaar in mm

TQC produceert instrumenten en toebehoren voor het testen van onder andere

• viscositeit • densiteit• dekkracht • vloeiing• lopersvorming • maalfijnheid• droogtijd • elasticiteit• slagvastheid • natte laagdikte • adhesie• metamerie

AUTOMATISCHE VISCOSITEITSMETERS

Diverse modellen voor het bepalen van de viscositeit in mPa·s, cP, cSt en KU (Krebs Units).

• Volledig automatisch, dus zeer hoge reproduceerbaarheid• Ook handmatig instelbaar

CORROSIE TESTKASTEN

Voor versnelde corrosietesten.

• Vochtigheids corrosietest• Zoutsproei corrosietest• Cyclische corrosietest• Alle modellen in div. maten leverbaar• Modern vormgegeven• Zeer gebruiksvriendelijk

Timmerfabrikant Mathee van de Vin (1960) runt samen met zijn broer Anton (1961) het gelijknamige familiebedrijf ‘Van de Vin ramen en kozijnen’ in het Brabantse Heeze. Verantwoordelijk voor commerciële en technische zaken namen zij in 1987 de zaak van hun vader Frans over, de man die het bedrijf in 1960 startte. Het inmiddels in houten kozij-nen gespecialiseerde bedrijf telt 75 medewerkers. Mathee is behalve ondernemer ook (sinds 2004) voorzitter van de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten, waarbij 250 leden zijn aangesloten, merendeels familiebedrijven. De timmerbranche biedt werk aan 12.000 mensen.

02_03 Adv_Ons beroep.indd 3 23-06-11 15:27

Page 4: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

4

inhoudcolofon

Verf&Inkt is een uitgave van de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten VVVF. De VVVF behartigt de belangen van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie. Het blad wordt verspreid onder leden van de branche-organisatie en externe relaties. Verf&Inkt verschijnt zes keer per jaar.Verf&Inkt wil een opinieblad zijn. Dat betekent dat van VVVF-standpunten afwijkende meningen niet uit het blad geweerd worden.

R e d a c t i ePeter Boorsma, Jos de Gruiter (hoofdredactie), Annet Huyser, Dorine van Kesteren, Hans Klip en Anton Stig

R e d a c t i e a d r e sLoire 1502491 AK Den HaagPostbus 2412260 AE Leidschendam070 [email protected]

R e d a c t i e r a a dNienke Groen, Ingeborg van Honschooten, Anja Jessurun, Michel Kranz, Bianca Maton, Leo Reichert, Eli Roodbeen, Frank Somers en Martin Terpstra

V o r m g e v i n gGrafischeZaken, Den Haag

D r u kDeltahage, Den Haag

A d v e r t e n t i e - a c q u i s t i t i eMooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 172551 KS Den HaagTelefoon 070 [email protected]

© V V V FAlle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VVVF.De bij toepassing van art. 16B en 17 Auteurswet 1912 wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 882, 1180 AW te Amstelveen.Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.

Bodem bereikt?De Nederlandse economie krabbelt op. De Nederlandsche

Bank spreekt zelfs van een hoogconjunctuur in 2011 en 2012. Dat verdient wel nuancering: de jaarlijkse

groei komt net boven de twee procent uit. De verf- en drukinktindustrie merkt nog weinig van de opleving, al

lijkt het dal bereikt. De afzet nam in 2010 met 3,6 procent af, vooral door een forse vermindering in eigen land. Het

goede nieuws: de daling was niet zo hevig als in 2009. Pagina 10

Pensioenfonds op weg naar fusieDe Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de

Verf- en Drukinktindustrie is in een vergevorderd stadium van overleg met een groot fonds. Doel van de

onderhandelingen is een fusie per 1 januari 2012. De fusiebesprekingen kwamen in een stroomversnelling

na een voor het fonds dramatisch verlopen jaar, waarin de pensioenuitkering werd verlaagd en de premie

omhoog ging. Bestuurslid Jan van der Laan belicht de achtergronden. Pagina 14

Stroomlijnen omgevingsrechtBegin april kondigde minister Schultz van Infrastructuur

en Milieu aan dat ze nog voor de zomer wil komen met een schets van een nieuwe Raamwet omgevingsrecht

waarin uiteindelijk alle relevante omgevingswetten over milieu, natuur, water en ruimtelijke ordening moeten

worden ondergebracht. Een goede zaak, vindt Jan van den Broek (VNO-NCW/MKB Nederland). Pagina 22

17 - 2011

04_05 Inhoud.indd 4 23-06-11 15:27

Page 5: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

17 - 2011verf&inkt 5

voorwoord

Verder in dit nummer: 3 Beroep op verf & inkt: de timmerfabrikant 5 Voorwoord 7 Branchenieuws17 Dag van de Chemie 18 De mens achter: Jan Boerman 20 Blik op 21 Wijers geeft sterk Akzo

door24 Innovator AkzoNobel: werken aan de toekomst26 Eenhoorn: bewust kleur

gebruiken29 Gespot30 Den Haag HS eerder klaar32 Gekleurd Verleden: Molyn34 VVVF-nieuws

Opkrabbelen…

“Onze economie is aan het opkrab-belen. De Nederlandsche Bank spreekt zelfs van een hoogconjunc-tuur in 2011 en 2012.” Zo begint het verhaal op de volgende pagina’s over de ontwikkelingen in onze branche. Onnodig te zeggen dat wij niet ‘bedrijfstakbreed’ mee-opkrab-belen, maar misschien mogen we voorzichtig concluderen dat we het dieptepunt bereikt hebben en dat sommige bedrijven en sectoren zijn

begonnen aan de weg omhoog. Maar dat één zwaluw nog geen zomer maakt, blijkt uit de rest van het verhaal. En laten we de wijsheid van Blinde Maupie niet vergeten: eerst zien, dan geloven.Per slot van rekening heeft de crisis ons hard getroffen: in 2008 was er nog sprake van een lichte groei van de afzet (nog geen twee procent), maar daarna ging deze fors omlaag, met ruim twaalf procent in 2009 en nog eens bijna vier procent in 2010. Ook de werkgelegenheid is de laatste drie jaar flink afge-nomen; in die tijd verloren de VVVF-leden gezamenlijk duizend werknemers. De schildersbranche verloor en maar liefst drieduizend, al is daar een grote verschuiving naar zzp-ers zichtbaar geweest. Het wordt dus tijd dat we de weg naar boven inslaan. In die zin is de gematigd positieve boodschap van Erik Kruiderink (FOSAG) een goed signaal, maar we moeten ons wel realiseren dat we uit een diep dal komen en dat nog niet iedereen aan het opkrabbelen is. Een verdere verlenging van de regeling voor het verlaagde btw-tarief bij ver-bouwingen zou dan ook geen overbodige luxe zijn. De onlangs aangekondigde verlenging tot 1 oktober is aan de zuinige kant.Maar laat ik naar de verdere toekomst kijken. Al bij de eerste verschijnselen van de crisis heb ik beweerd dat het erna nooit meer zou worden als het was en daar blijf ik bij. Hoe je het ook wendt of keert: duurzaamheid zal een steeds belangrijker rol gaan spelen in de verf- en drukinktbranche en dat lijkt me prima. Ik vind het daarom een goede zaak dat de komende general assembly van CEPE (5-7 oktober in Dublin) in het teken van duurzaamheid staat. We om-armen het zelfs, begrijp ik, als ik kijk naar de thematitel van de bijeenkomst: Embracing Sustainability in a Feasible Way. In a feasible way, inderdaad: het moet uitvoerbaar zijn. Maar dat we die kant opgaan lijkt me onomkeerbaar. Verf is door de aard van het product per definitie duurzaam, want we bescher-men veel zaken om ons heen tegen snelle veroudering en verrotting. Als het product zelf dan ook nog eens duurzaam is, dan maken we toch wel heel mooie dingen. Een vooruitzicht om snel voor op te krabbelen.

Marlies van Wijhe,voorzitter VVVF

04_05 Inhoud.indd 5 23-06-11 15:27

Page 6: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

06_09 Adv. en Branchenieuws.indd 6 24-06-11 10:24

Page 7: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

branchenieuws

7 17 - 2011verf&inkt

De VVVF heeft eind mei een persbericht verspreid waarin ze haar bezorgdheid uit over de sterk verhoogde grondstofprijzen. De grondstofsituatie was al zorgelijk, maar door de onverwacht aantrekkende economie heb-ben grondstofleveranciers leverproblemen. De crisis in de bouw verslechtert de situatie. De VVVF meldt een ‘ongekende prijsstijging’ en op korte termijn schaarste van een aantal grondstoffen. Volgens de VVVF is de oorzaak een sterk toegenomen wereldwijde vraag naar grondstoffen en anderzijds een te sterk gereduceerde productiecapaciteit bij leveranciers. “In 2010 was de grondstofsituatie al zorgwekkend”, zegt VVVF-direc-teur Martin Terpstra,“maar sinds het begin van dit jaar is die alleen maar verslechterd. Procentuele prijsstij-gingen van grondstoffen als harsen, oplosmiddelen en vooral van het in de verfindustrie zeer breed toege-paste witte pigment titaandioxide lopen in de dubbele cijfers.“Terpstra stelt vast dat veel grondstofproducenten als ge-volg van de economische crisis hun productiecapaciteit

Verfindustrie bezorgdover grondstofprijzen

sterk hebben ingekrompen en personeel hebben laten afvloeien. Vervolgens werden zij verrast door het snelle herstel van de wereldeconomie. “Hierdoor kunnen zij, met name vanwege de toegenomen vraag vanuit de op-komende landen, de orders niet aan.”Grondstoffen maken bij verf- en drukinktproducenten vaak meer dan 50 procent uit van de totale kosten. Het zal, zo stelt de VVVF, dan ook geen verbazing wekken dat de gesignaleerde prijsstijgingen en ook de lange lever-tijden een enorme aanslag zijn op het weerstandvermo-gen van de bedrijfstak. Dat weerstandvermogen wordt toch al op de proef ge-steld door de sterk achterblijvende situatie in de bouw. Het grootste deel van de productie van de VVVF-leden wordt daar afgezet. Na een eerdere daling in 2009 is het aantal opgeleverde nieuwe woningen in 2010 (56.000) met nog eens 32 procent afgenomen. Dat vertaalde zich in 2010 voor de verfproducenten in een vermindering van de afzet aan bouwverven met drie procent nadat de afzet in 2009 al met twaalf procent was gedaald.

Per 1 mei is Machiel van Westerhoven toegetreden tot de directie van Ursa Paint, producent van de merken Aquamarijn Natuurverf, RIGOstep, Evert Koning en RigoWandstyling. Samen met broer Toon vormt hij de derde generatie aan de top van het familiebedrijf in IJmuiden. De huidige directeuren Robert en Arnold van Westerhoven zullen de komende jaren het stokje aan hen overdragen. Machiel heeft met een verftech-nische achtergrond en een uitgebreide carrière bij

Machiel van Westerhovenin directie Ursa Paint

verschillende verffabrieken een breed ontwikkelde ervaring en visie op techniek en commercie. In com-binatie met de organisatiekundige en commerciële ervaring van Toon ontstaat door de samenwerking van de twee broers een optimale verbinding tussen de technische en de commerciële activiteiten van het bedrijf, aldus Ursa Paint.Op de foto v.l.n.r.: Machiel, Robert, Arnold en Toon van Westerhoven.

Ondernemerspanel FOSAG:

eind dip lijkt in zicht De bodem van de economische dip komt in zicht. Een rem op de grote omzetdalingen van de afgelopen jaren is waar-neembaar. Maar de weg van omzetstijgingen is nog niet ingezet. Dat blijkt uit een recente meting van het FOSAG Ondernemerspanel. Ruim 70 procent van de ondernemers geeft aan dat de ontwikkeling van de omzet en werkgele-genheid niet verbeterd is ten opzichte van het laagseizoen 2009. In alle onderliggende sectoren is deze ontwikke-ling waarneembaar. De bedrijven noemen als oorzaken de slechte economische omstandigheden, dat er meer bedrij-ven worden gevraagd om een offerte uit te brengen en de toenemende concurrentiedruk.Met betrekking tot het beleid van de rijksoverheid om schil-derwerk vaker in de winter te laten uitvoeren geeft meer dan de helft van de ondernemers aan niets van dit beleid te mer-ken. Hieruit blijkt dat FOSAG de rijksinkopers meer moet on-dersteunen en adviseren bij de uitvoering van werken in de winterperiode. Momenteel overlegt FOSAG met overheids-instanties op rijksniveau en lokaal niveau over een aanpak waarbij de inkopers meer kennis wordt bijgebracht over de het aanbesteden van schilderwerken in de winter.Uit het ondernemerspanel blijkt ook dat 80 procent van de FOSAG-leden gebruikt maakte van de tijdelijke lage btw-regeling. De regeling heeft een belangrijke bijdrage aan het herstel van de sector geleverd. Tot slot geeft 56 procent van de geënquêteerden aan dat zij negatieve ervaringen heb-ben met de 2010-verven. Onderscheid tussen de verschil-lende producenten is niet geconstateerd: met alle merken hebben zij zowel positieve als negatieve ervaringen.

VVVF: regeling lagerbtw-tarief

langer voortzettenOndernemers en consumenten kunnen tot 1 oktober 2011 gebruikmaken van het lage btw-tarief voor renovatie en herstel van de woning. Met deze maatregel komt staats-secretaris Weekers tegemoet aan vragen vanuit de bran-che om een uitloop van de regeling. Voorwaarde is dat de werkzaamheden voor 1 juli moeten zijn begonnen en voor 1 oktober zijn afgerond. De woning moet ouder zijn dan twee jaar. “Er waren veel vragen over de behandeling van uitgelo-pen werkzaamheden. Deze overgangsmaatregel is soepel en helder tegelijk. Vanaf 1 oktober is het loket echt gesloten”, aldus de staatssecretaris.De VVVF noemt het positief dat de regeling wordt verlengd, maar betreurt het dat ze per 1 oktober wordt beëindigd. “De regeling heeft een positief effect op de werkgelegenheid en het is zeer wenselijk deze langer voort te zetten.”

06_09 Adv. en Branchenieuws.indd 7 24-06-11 10:24

Page 8: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

AutomatischefficiëntFocus : Optimaal voeden van mengers en processen

Verzeker uw voorsprongBetrouwbare en economische

oplossingen voor de automatisering

van uw grondstoffen en processen

www.azo.beAZO N.V.Katwilgweg 15B-2050 AntwerpenTel.: +32-3-250 16 00Fax : +32-3-252 90 [email protected]

Bax Chemicals B.V.Pieter Kramerstraat 491461 AE ZuidoostbeemsterThe NetherlandsTel.: +31(0)299 - 45 11 70Fax: +31(0)299 - 45 11 [email protected]

• Our knowhow is ouradvantage

• Our reputation is ourmotivation

• Our strength are our people

The acknowledged professionalchemical distributor!

Bax Adv_0111.indd 1 1/18/11 1:05:16 PM

Uw partner voor kunststof verpakkingen voor: · Pigmentpasta · Watergedragen autoreparatielak · Verf · Drukinkt Zowel standaard potten als speciaalverpakkingen.

Kom voor informatie en voorbeelden van 7 t/m 9 oktober naar naar onze stand 8408 op de Eurofinish 09 in Gent of kijk op www.bema.nl .

Deltastraat 14, Tel. +31 111 418807 4301 RC Zierikzee [email protected]

Zowel standaard potten als nagenoeg restloos leegbare speciaalverpakkingen.

Voor meer informatie en voorbeelden kijk op www.bema.nl

06_09 Adv. en Branchenieuws.indd 8 24-06-11 10:24

Page 9: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

9 17 - 2011verf&inkt

branchenieuws

De wereldwijde urgente vraag naar titaandioxide (TiO2) brengt grondstoffenleverancier DuPont tot flinke investerin-gen in de productie van de stof die ook in verven onmisbaar is. De prijzen voor grondstoffen stijgen. Het meest urgent is de wereldvoorraad titaandioxide, die wegens de gestegen vraag en de door de economische crisis gedaalde productie zelfs de bodem in zicht zou hebben. Grondstofleverancier DuPont kondigde onlangs een uitbreidingsplan aan voor de

AkzoNobel verbreedt wereldwijd netwerk

researchcentra AkzoNobel heeft een nieuw researchlaboratorium in De-venter geopend, dat een cruciale rol zal gaan spelen bij de ambitie van de onderneming om te blijven groeien door baanbrekende innovatie. Met meer dan 200 toponderzoe-kers van Research, Development en Innovation (RD&I) van de onderneming, maakt de faciliteit deel uit van een we-reldwijd netwerk van zes RD&I-centra. Zij werken samen met bedrijfssectoren van de onderneming aan revolutionaire re-search die tot belangrijke innovaties leidt.De zes internationale RD&I-centra omvatten een combinatie van ondernemingsgestuurde R&D-groepen en diverse Expert Capability Groups, die samenwerken met de bedrijfssectoren van AkzoNobel. Hun rol is essentieel voor de realisatie van de doelstelling van de onderneming om in 2015 de bijdrage van grotere en gedurfde innovaties te hebben verhoogd van negen naar vijftien tot twintig procent van de omzet. In 2010 gaf de onderneming bijna twintig procent van het totale R&D-budget uit in Nederland.

FOSAG op zoek naar nieuwe voorzitter

Roland Kortenhorst heeft om privéredenen met onmiddel-lijke ingang zijn voorzitterschap van FOSAG, de branche-organisatie van schilders, beëindigd. Wel zal hij de belangen van FOSAG in met name de politieke omgevingen blijven be-hartigen. Kortenhorst werd in januari 2010 voorzitter van Fo-sag. De brancheorganisatie zegt het vertrek van Kortenhorst te betreuren, maar heeft alle begrip en respect voor diens beslissing. Ruud Maas, eigenaar van Maas Schilderwerken in Tilburg, neemt de functie tijdelijk waar. Maas maakt se-dert 2005 deel uit van het FOSAG-bestuur. Een van zijn taken wordt het zoeken naar een nieuwe voorzitter.

Sikkens start webshop

voor beroepsschilderVerfmerk Sikkens is begonnen met de verkoop van produc-ten aan professionele schilders via het internet. Schilders kunnen dag en nacht bestellen tegen hun eigen over-eengekomen tarieven. Afhalen kan op de dichtstbijzijnde vestiging, of ze kunnen de producten laten bezorgen. De webshop voor professionele schilders, www.sikkensser-vicecenter.nl, heeft het complete assortiment doorlopend online. Schilders loggen op de site in met een eigen code. Vervolgens worden bestelgeschiedenis én eigen kortin-gen weergegeven. Die klantspecifieke prijs wordt bij elke bestelling automatisch meeberekend. De schilder kan zijn eigen bestelgeschiedenis bij Sikkens nakijken en vindt er bovendien alle product- en veiligheidsbladen online.

Crown in handen van Hempel

De Deense verffabrikant Hempel heeft het Britse Crown Paints overgenomen, volgens website SpecialChem voor zo’n 100 miljoen dollar. Crown Paints maakte deel uit van Impe-rial Chemical Industries (ICI) toen AkzoNobel het concern in 2008 overnam. De Europese Commissie besliste toen dat AkzoNobel Crown moest verkopen omdat het concern anders een te machtige positie op de Britse markt zou innemen. Tot aan de overname door Hempel was Crown in handen van in-vesteringsmaatschappij LLC. Crown is sterk in bouwverven en consumentenverven. Hempel is in Nederland vooral bekend om zijn protective coatings.

DuPont voert productie titaandioxide op productie van TiO2. Wereldwijd moet daardoor op middel-lange termijn een extra hoeveelheid van 35.000 ton op de markt kunnen komen. Het plan bestaat uit het opzetten van een compleet nieuwe productielijn in de bestaande fabriek in Altamira, Mexico. Die moet over drie jaar 200.000 ton ex-tra opleveren. De andere 150.000 ton moet worden gepro-duceerd in vijf andere fabrieken die in de komende drie jaar zullen worden verbeterd en uitgebreid.

Nieuw lab AkzoNobel voorbrandvertragende

coatingsAkzoNobel heeft begin deze maand een nieuw laboratorium voor brandbescherming geopend op haar locatie in Felling (Groot-Brittannië). Daarmee was een investering van ze-ven miljoen euro gemoeid. Het laboratorium komt in bedrijf bij AkzoNobel’s Marine & Protective Coatings, leverancier van brandbeschermende coatings voor staalconstructies. De wereldmarkt in dat segment groeit hard door strengere brandveiligheidsvoorschriften. Kenners verwachten dat de

mondiale vraag naar brandvertragende coatings rond 2018 zal zijn verdubbeld.De nieuwe faciliteit is de meest recente in een reeks van in-vesteringen in Research, Development & Innovation (RD&I) op de Felling-locatie, die meer dan 950 medewerkers telt. Eerder dit jaar is er een laboratorium van twee miljoen euro geopend voor poedercoatingpolymeeronderzoek en een wereldwijd researchlaboratorium van 1,4 miljoen euro.

Akkoord overtweejarige cao

Na een maandenlange patstelling hebben bonden en werkgevers een nieuw cao-akkoord voor de verf- en drukinktindustrie gesloten. Vlak voor het ter perse gaan van deze Verf&Inkt bereikten de onderhandelingspartijen overeenstemming over een akkoord met een looptijd van twee jaar (van 1 april 2010 tot 31 maart 2012), dat met een positief advies aan de wederzijdse achterbannen wordt voorgelegd.Belangrijke onderdelen van het akkoord zijn 2,5 procent loonsverhoging per 1 januari 2011 en een eenmalige uit-kering van 100 euro per 1 september 2011.Komend najaar zullen CAO-partijen bijeenkomen om over actuele zaken te praten zoals sociale innovatie, de pensioenvoorziening en evaluatie van het onderhande-lingsproces.

06_09 Adv. en Branchenieuws.indd 9 24-06-11 10:24

Page 10: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

10

De verf- en drukinktindustrie heeft opnieuw een slecht jaar achter de rug. De afzet

nam in 2010 met 3,6 procent af, vooral door een forse vermindering in eigen land.

Het goede nieuws: de daling was niet zo hevig als in 2009 en de bodem van het dal

lijkt bereikt. Al profi teren de VVVF-leden dit jaar amper van de economische groei.

T e k s t : H a n s K l i pF o t o ’ s : P e t v a n d e L u i j t g a a r d e n

In 2010 opnieuw daling van afzet

Is bodem van dal eindelijk

bereikt?Onze economie is aan het opkrabbelen. De Nederlandsche Bank spreekt zelfs van een hoogconjunctuur in 2011 en 2012. Dit begrip verdient wel enige nuancering: de jaarlijk-se groei van het bruto binnenlands product komt net boven de twee procent uit. Naar verwachting is de economie begin volgend jaar terug op het niveau van vóór de kredietcrisis die uitbrak in de zomer van 2007.

A c h t e r i n d e t r e i n

De verf- en drukinktindustrie hobbelt achter deze ontwik-keling aan, zegt Gerben Dijkstra, stafmedewerker Sociale Zaken van de VVVF. “Ik hoor van collega’s uit andere be-drijfstakken dat er licht aan het einde van de tunnel gloort. Maar met de bedrijven in onze branche gaat het nog niet echt beter. Wij lijken wel de bodem van het dal te hebben bereikt.”Deze ontwikkeling komt volgens Dijkstra niet onverwacht. “De verf- en drukinktindustrie zit achter in de trein. Dat was een voordeel toen de crisis begon. Omdat contracten een tijd doorliepen en nieuwbouwprojecten moesten wor-den afgerond, duurde het even voordat onze bedrijven met de volle omvang van de crisis werden geconfronteerd. Nu is het een nadeel. Bij ons zal het herstel verlaat komen.”

S l e c h t j a a r

De verf- en drukinktproducenten zijn toe aan een beetje goed nieuws, want 2010 was nog ronduit een slecht jaar. Dit blijkt uit de afzet- en omzetcijfers die onderzoeksbureau Stratus bij de leden van de VVVF verzamelde (zie tabel 1). De totale afzet ging met 3,6 procent omlaag naar 209.000 ton. De binnenlandse afzet daalde met 4,3 procent en de export met 1,2 procent. De afzet van vluchtige organische stoffen steeg met ruim tien procent.

verf & conjuctuur

10_13 Conjunctuur2.indd 10 23-06-11 15:28

Page 11: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

11 17 - 2011verf&inkt

verf & conjuctuur

Bij de omzet is het beeld op het eerste gezicht wat gun-stiger. De omzet was vorig jaar 4,9 procent hoger, vooral door een stijging van de export met 14,6 procent. De bin-nenlandse omzet nam licht toe met 1,1 procent. In totaal zette de branche 857 miljoen euro om. Dit lijkt een posi-tieve ontwikkeling, maar Dijkstra vertelt een ander verhaal. “De omzet is voornamelijk gegroeid omdat de prijzen van verfproducten zijn gestegen. Dat is omdat de prijzen van een aantal grondstoffen in 2010 met meer dan tien procent omhoog zijn gegaan. Dit is het gevolg van de sterk toege-nomen wereldwijde vraag naar grondstoffen. Je hebt het bijvoorbeeld over het witte pigment titaandioxide dat in de verfi ndustrie breed wordt toegepast. De grondstoffen be-palen 50 tot 60 procent van de prijs van verf. De situatie op de grondstoffenmarkt is in het begin van 2011 alleen nog maar verslechterd.”

B o u w m a l a i s e

De VVVF-leden die bouwverven produceren, hadden het het afgelopen jaar opnieuw erg zwaar. Zij zagen de afzet met 10,1 procent en de omzet met 4,8 procent dalen. De allergrootste teruggang was er bij pleisters. Dijkstra licht toe: “De bouw-

malaise trof veel van onze leden. Want het grootste deel van de afzet in eigen land gaat naar de bouw toe. De daling komt vooral door de slechte situatie op de woningmarkt. Er werden veel minder woningen gebouwd en verkocht. Bij een verhuizing hebben mensen veel verf nodig. Ook hebben wo-ningcorporaties het fi nancieel moeilijk en bezuinigen zij op onderhoud.”Dijkstra ziet de situatie dit jaar nog niet verbeteren. “We mo-gen blij zijn wanneer er evenveel woningen worden gebouwd als in 2010, maar waarschijnlijk zijn het er opnieuw bedui-dend minder. Volgens economen gaat de bouw in 2012 zich herstellen. Ik ben nogal sceptisch. Eerst zien, dan geloven.”

K l e i n e l i c h t p u n t e n

De invoering van het lage btw-tarief voor de professionele schilder bood wel enig soelaas, aldus Dijkstra. Fiscale af-trekbaarheid van de kosten van onderhoud, al is het maar gedeeltelijk, zou volgens hem ook helpen. “Samen met onder meer FOSAG pleit de VVVF hier al twee jaar voor in Den Haag. Zo’n regeling stimuleert het onderhoud en zorgt ervoor dat vakmensen behouden blijven voor dit werk. Een groot voordeel is dat amper iets weglekt naar buitenlandse bedrijven. Bijna alles wat voor onderhoud nodig is, wordt in ons land gemaakt.”Ook voor de producenten van verf voor de scheepsbouw en -reparatie en de staalconservering was 2010 een jaar om snel te vergeten. De productie voor autoreparatie bleef ongeveer gelijk. De producenten voor doe-het-zelvers en industrie zagen hun afzet en omzet wel stijgen. Kleine lichtpunten, vindt Dijkstra. “De bescheiden groei in de doe-het-zelf-markt duidt er bijvoorbeeld op dat particulieren toch iets aan hun huis doen. Omdat ze wat zuiniger zijn, pakken ze vaker zelf de schilderskwast.”

B e d r i e g l i j k

Het is interessant om de ontwikkelingen in 2010 te verge-lijken met die in de twee voorgaande jaren (zie tabel 2). Dat geeft een goede indruk van de ingrijpende gevolgen die de crisis heeft gehad voor verf- en drukinktproducenten. In 2008 daalde de omzet met 3,1 procent en in 2009 verder met 9,2 procent. In 2010 volgde de bedrieglijke toename met 4,9 procent. Er was nog een lichte groei van de afzet met 1,8 pro-cent in 2008, maar daarna ging de afzet fors naar beneden: min 12,2 procent (2009) en min 3,6 procent (2010).Ook de werkgelegenheid is de laatste drie jaar fl ink afge-nomen. In 2008 hadden de VVVF-leden nog 6.300 werkne-mers, in 2009 5.500 en in 2010 5.300. Dijkstra: “Wij hebben dus duizend medewerkers verloren. Dat is een reëel verlies omdat bedrijven in onze branche een kleine fl exibele schil hebben. De grote en middelgrote bedrijven hebben bij re-organisaties mensen moeten ontslaan. Kleine bedrijven zijn vaak familiebedrijven. Zij hebben geprobeerd de teruggang zoveel mogelijk met natuurlijk verloop op te vangen. Soms kon dat echt niet en moesten er medewerkers afvloeien.”

T e r u g h o u d e n d

Hoe kijken ondernemers zelf tegen de nabije toekomst aan? Groeit hun eigen productie of neemt die juist af? Of is er geen verandering? Het Centraal Bureau voor de Sta-

Tabel 1: afzet en omzet 2010 Afzet Afzet Omzet Omzet (tonnen) (verandering in %) (eurobedragen in duizenden) (verandering in %)Bouw 74.814 - 10.1 255.485 - 4.8Doe-het-zelf 38.812 + 1.0 129.158 + 3.9Industrie 13.878 + 3.4 51.828 + 8.0Scheepsbouw en reparatie 13.983 - 4.5 57.140 - 7.2Staalconservering 9.326 - 4.1 34.563 - 6.5Autoreparatie* 5.850 0.0 61.500 + 0.5

Totaal binnenland 156.663 - 4.3 589.674 +1.1Export 52.062 - 1.2 267.249 +14.6Totaal generaal 208.725 - 3.6 856.923 + 4.7

Bron: VVVF Brancherapport 2010, opgesteld door Stratus.

* Dit rapport wordt binnenkort gepubliceerd. De cijfers in de twee tabellen gelden voor de bedrijven die jaarlijks aan de VVVF-statistiek deelnemen (ongeveer 90 procent van de markt). De cijfers zijn defi nitief, behalve die van auto-reparatie. De cijfers van autoreparatie worden nog aangepast en zijn voor één kwartaal gebaseerd op een schatting.

Tabel 2: afzet en omzet in laatste drie jaar (binnenland + export) 2008 2009 2010Afzet (tonnen) 246.503 216.430 208.725Afzet (verandering in %) + 1.8 -12.2 -3.6Omzet (eurobedragen in duizenden) 899.330 816.648 856.923Omzet (verandering in %) -3.1 -9.2 + 4.9

Bron: VVVF Brancherapporten 2008, 2009 en 2010, opgesteld door Stratus.

10_13 Conjunctuur2.indd 11 23-06-11 15:28

Page 12: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

12

verf & conjuctuur

Tij voor grafische branche nog niet gekeerdDe grafische bedrijven zagen hun omzet afgelopen jaar veel forser dalen dan in 2009. Het is onduidelijk of het diepte-punt is bereikt. Drukwerk is met 33 procent de grootste mediacategorie binnen de creatieve industrie in Nederland. De grafische bedrijven verliezen echter terrein ten opzichte van onder meer game- en multimediabedrijven. De omzet van de grafimediabranche daalde in 2010 fors: van 7,5 miljard euro in 2009 naar amper meer dan 7 miljard euro in 2010. Dat was een veel grotere teruggang dan een jaar daarvoor. Toen nam de omzet af met 200 miljoen euro. Het aantal leden van het KVGO (de ondernemingsvereniging voor werkgevers in de communicatie-industrie) vermin-derde in een jaar tijd van 1.929 naar 1.806 bedrijven. Het aantal medewerkers van deze bedrijven daalde nog sterker: van 28.527 (begin 2010) naar 25.194 werknemers (begin 2011). Deze afname lijkt zich door te zetten. Bij 6 procent van de bedrijven was er eind 2010 een personeelsgroei, bij 30 procent kromp het personeelsbestand.

V e r n i e u w i n g e n

KVGO-voorzitter Cees Verweij wijst echter ook op de kracht van de branche. “Zeker: de shake out ging verder. Ook - of wellicht wel: juist - is het in een krimpende markt belangrijk om te blijven zoeken naar vernieuwingen, naar verbete-ringen. Naar kansen en mogelijkheden.”Een voorbeeld daarvan is de sterke groei van digitale, professionele druksystemen. De Nederlandse grafimediabran-che loopt bij deze innovatie voorop, vergeleken met de meeste andere Europese landen. Daarnaast neemt het gebruik van flexotechnieken snel toe. Deze technieken worden steeds meer toegepast in de verpakkingsindustrie. Offset zit ook nog een beetje in de lift, terwijl diep- en zeefdruk minder populair worden.

O n d u i d e l i j k

Is het dieptepunt bereikt? Dat valt te betwijfelen, constateert het KVGO in zijn jaarverslag over 2010: “Ergens raakt de dalende lijn de bodem. Waar die bodem zich bevindt is onduidelijk.” PriceWaterhouseCoopers voorspelt verrassend genoeg dat drukwerk in de komende jaren wereldwijd niet verder terugloopt. Dat komt vooral door groei in opkomende consumentenmarkten. Naar verwachting neemt in ons land drukwerk van boeken en magazines nog toe, maar blijft drukwerk van kranten dalen. De markt van digitale uitgaven is sterk in opkomst. Uitgevers hebben echter nog weinig ervaring opgebouwd met bewezen verdienmodellen. Zij blijven daarom leunen op papieren uitgaven.

Deze feiten en cijfers komen uit het recente rapport Trends in de creatieve industrie en de poster Grafimedia in cijfers 2011. Dit zijn gezamenlijke publicaties van GOC en het A&O Fonds Grafimediabranche (zie www.goc.nl). Ook interes-sant is het jaarverslag 2010 van het KVGO (zie www.kvgo.nl). De branchevereniging Kartoflex is benaderd voor cijfers over de verpakkingsindustrie in 2010, maar die waren nog niet beschikbaar.

tistiek houdt dit bij via een maandelijkse conjunctuurtest. Daarbij worden ook bedrijven die verf, lak, vernis, inkt en mastiek vervaardigen, geënquêteerd. De ondernemers in deze bedrijfsgroep zijn redelijk opti-mistisch. Een derde gaf in mei aan dat de eigen productie in de komende drie maanden groeit, bijna twee derde dat die gelijk blijft. Slechts weinig ondernemers voorzien een daling. Dijkstra hoort andere geluiden: “Ik krijg van onze leden nauwelijks signalen dat het nu beter gaat.”

Hoe gaat het met de bedrijven in nauw verwante branches en wat betekent dit voor verf- en drukinktproducenten? Verf&Inkt vroeg het aan drie vertegenwoordigers van bran-cheverenigingen.

Kruiderink (FOSAG): ‘Eindelijk kentering’Vooral de grote schilders- en onderhoudsbedrijven kregen de afgelopen jaren harde klappen. Er gloort nu licht aan het einde van de tunnel. De bedrijven zien de rest van 2011 ein-delijk wat rooskleuriger in.

In Verf&Inkt 13 van oktober 2010 verwachtte Erik Kruiderink een “moeilijke markt” tot minstens medio dit jaar. “Vóór de tweede helft van 2011 zal er zeker geen herstel zijn”, zei hij toen. De directeur van FOSAG (organisatie voor onderne-mers in de schilders-, onderhouds-, metaalconserverings- en glasbranche) is intussen iets positiever gestemd. “Wij lijken het ergste te hebben gehad. Zo hoor ik van onderne-mers dat hun orderportefeuille verbetert. De schilders- en onderhoudsbranche zit nog duidelijk onder het niveau van een aantal jaren geleden, maar is eindelijk op de weg naar boven. Als deze lijn zich doortrekt, komen we op den duur weer in de plus terecht.”Recent is een meting van het FOSAG Ondernemerspanel gehouden waaraan 550 bedrijven meededen. Daarbij is de situatie in de periode 2010-2011 vergeleken met die van een jaar eerder. De omzet daalde in 2009-2010 bij maar liefst 38 procent van de ondervraagde bedrijven en in 2010-2011 bij nog eens 14 procent. Kruiderink: “De omzetontwikkeling was dus nog steeds negatief, maar er is een kentering. De bedrijven zien de rest van dit jaar vrij rooskleurig in. Zij verwachten dat de omzet met 14 procent stijgt in 2011.”Vooral de grote ondernemingen hebben de laatste jaren harde klappen gekregen. In 2009-2010 ging de omzet

bij 57 procent van de ondervraagde bedrijven omlaag en in 2010-2011 nog eens bij 6 procent. Kruiderink licht toe: “Zij richten zich op de professionele onderhouds-markt waar flink is beknibbeld op onderhoud. Daardoor stonden de prijzen onder druk en nam de onderlinge concurrentie toe. Deze markt trekt nu aan, al zijn er nieuwe bedreigingen. Zo schuiven heel veel gemeenten vanwege de forse bezuinigingen de post onderhoud naar achteren. Wij denken dat het gaat om uitstel en niet om afstel.”De onderhouds- en schildersbedrijven met enkele men-sen personeel hebben minder last van de crisis gehad. Zij moeten het hebben van particulieren. Die markt (on-geveer 40 procent van de totale markt) is redelijk intact gebleven, zegt Kruiderink. “Mensen hebben wat minder geld uitgegeven aan schilderen en onderhoud. Maar er was ook een tegenbeweging. Omdat minder mensen een nieuwe woning kochten, was hun oude huis op een ge-geven moment toe aan een goede beurt. Voor de meeste kleine bedrijven is er eigenlijk weinig aan de hand ge-weest.”

V e r s c h u i v i n g

De crisis had natuurlijk ook gevolgen voor de werkgele-genheid in de schilders- en onderhoudsbranche. In de periode 2009-2010 nam het aantal werkenden met 34 procent af (45 procent bij grote bedrijven), in de peri-ode 2010-2011 met 7 procent (19 procent bij grote be-drijven). De komende periode wordt een groei verwacht van 11 procent (min 3 procent bij grote bedrijven).Volgens Kruiderink is een kanttekening op zijn plaats. “Net als in diverse andere branches is er een verschui-ving van vaste medewerkers naar flexwerkers. De groep van ozp-ers en zzp-ers vind je in deze statistiek niet terug. Het totale aantal arbeidskrachten in onze be-drijfstak is de afgelopen vijf jaar gedaald van 28.000 naar 25.000.”

De Wildt (VVVH): ‘Groothandel toonde veerkracht’De verfgroothandelaren zijn de crisis heel behoorlijk doorgekomen. Zij hebben zich aangepast aan de nieuwe werkelijkheid en kunnen de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.“Ik maak me meer zorgen over onze partners in de bouw-keten dan over de bedrijven in mijn eigen branche”, zegt Ron de Wildt, voorzitter van de Vereniging van Verfgroot-handelaren in Nederland. “De leden van de VVVH hebben een grote veerkracht getoond. Zij bleken gelukkig goed in staat om hun knieën mee te laten buigen met de ont-wikkelingen. Er waren de voorbije jaren weinig faillisse-menten. Het fundament is degelijk.”De Wildt kan dat niet staven met cijfers, ook niet over de periode vóór 2010. “Wij hebben de doorverkoop van verf-producten eigenlijk nooit gemeten. Daar gaan we wat aan doen. We starten dit jaar met een benchmark onder de 55 leden van de VVVH. Hieraan doen ook de grote voorwaarts

10_13 Conjunctuur2.indd 12 23-06-11 15:28

Page 13: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

17 - 2011verf&inkt 1313

verf & conjuctuur

geïntegreerde fabrikanten mee. Het gaat om de Sigma Centers van PPG en de Sikkens Verkoop organisatie van AkzoNobel. De benchmark is zo representatief voor de totale branche.”

H e l e e x e r c i t i e

Cijfers over voorraadvorming ontbreken ook. Volgens De Wildt zijn de voorraden afgebouwd. “De groothandelaren kochten afgelopen jaar minder verf dan ze verkochten. Dat heeft een bijzondere reden. De grossiers moesten van hun oude voorraden af vanwege de VOS 2010 regelgeving. Het voordeel was dat ze een keer goed naar hun eigen voorraad moesten kijken.” De Wildt kijkt met enige bezorgdheid naar de stijgende prijzen van grondstoffen. “Het wordt een hele exercitie om dat volledig door te berekenen in de markt. Vooral wanneer de prijzen van verf al zijn vastgelegd in con-tracten van schildersbedrijven met opdrachtgevers. Schil-ders moeten nu al erg goedkoop werken.”De verfgroothandelaren zien 2011 met vertrouwen tege-moet, besluit De Wildt. “De tijd dat er jaarlijks 80.000 wo-ningen werden gebouwd, komt niet meer terug. Het volume ligt structureel lager. De groothandelaren hebben zich alle-maal aangepast aan deze nieuwe werkelijkheid. Ze kunnen nu weer verder bouwen aan een gezonde toekomst.”

Kattenbroek (NBvT):

‘Nog geen hoezeestemming’Bij de timmerfabrikanten gaat het na een diep dal lang-zaam beter. De fabrieken die de crisis overleefden, hebben voldoende werk.Omzetcijfers over 2010 kan Bert Kattenbroek (marketing en communicatie van de Nederlandse Bond van Timmer-fabrikanten) nog niet geven. “Wij zijn bezig om cijfers te verzamelen. We publiceren ze in 2012.”Volgens Kattenbroek is wel duidelijk dat de weg omhoog is ingeslagen. “Het volume en de prijzen zijn geleidelijk aan het stijgen. Al is er nog geen hoezeestemming. De branche heeft erg slechte jaren achter de rug. Wij zijn de afgelopen jaren 20 procent aan capaciteit kwijtgeraakt. Dan heb je het zowel over het aantal bedrijven als over het aantal werk-nemers. De teruggang is vergelijkbaar met die in de hele bouw. De timmerfabrieken die zijn overgebleven, hebben nu voldoende werk.”

Z w a k k e s c h a k e l

De populariteit van houten kozijnen neemt toe. De pro-fessionele renovatiemarkt kiest na een levenscyclus van kunststof kozijnen weer voor hout. Ook groeit het fabrieksmatig aflakken van deze kozijnen, vertelt Kat-tenbroek. Hij komt met recente cijfers. “Bij professionele

renovatie gaat het intussen om meer dan 50 procent, bij nieuwbouw ongeveer 6 procent.”De NBvT juicht deze ontwikkeling toe, voegt Kattenbroek eraan toe. “Bij het aflakken op de bouwplaats kiest de aannemer vaak voor de schilder die het goedkoopst werkt. De kwaliteit van de verf is op de bouwplaats vaak de zwakke schakel. Er wordt te vaak goedkope rotzooi gebruikt. Een kozijn ziet er een korte periode goed uit en dan moet het onderhoud al beginnen. De consument knapt hierop af. Dit is slecht voor het imago van het hou-ten kozijn. Wij willen als branche inzicht hebben in de verschillende prestaties van bouwverven. We kunnen dan aangeven welke kwaliteit verf we op onze kozijnen willen hebben.”Kattenbroek noemt de opkomst van duurzame onder-houdsconcepten als een andere belangrijke trend. “Veel timmerfabrikanten werken samen met onderhoudsbe-drijven. Zij komen zo tegemoet aan de wensen van klan-ten. Woningbouwverenigingen denken bijvoorbeeld veel meer na over de exploitatie op lange termijn dan vroeger. Verf is dan een belangrijk onderdeel van de totale pres-tatie.” •

Eskens Benelux B.V.T: +31 172 [email protected]

Eskens Benelux N.V.T: +32 15 451500www.eskens.com

Zo goed als nieuw!

afvullen

coaten

dispergeren

doseren

drogen

engineren

granuleren

homogeniseren

malen

mengen

mixen

regenereren

reinigen

verpakken

verwarmen

zeven

Al meer dan 110 jaar uw vertrouwde servicepartner!

nieuw!Bel ons direct

voor meer

informatie en de

voorwaarden.

nieuw!nieuw!

• Gebruikte CPS Color kleurenmeng-machines en andere A-merken volledig gereviseerd• 6 maanden garantie• Zeer aantrekkelijk geprijsd

ESKENS_ADV_0211_1.indd 1 2/4/11 8:59:20 AM

Advertentie

10_13 Conjunctuur2.indd 13 23-06-11 15:28

Page 14: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

14

Pensioenfonds praat over fusieDe Stichting Bedrijfstakpensioenfonds

voor de Verf- en Drukinktindustrie

is in een vergevorderd stadium van

overleg met een groot fonds. Doel van

de onderhandelingen is een fusie per

1 januari 2012. De fusiebesprekingen

kwamen in een stroomversnelling na

een voor het fonds dramatisch verlopen

jaar, waarin de pensioenuitkering werd

verlaagd en de premie omhoog ging.

Bestuurslid Jan van der Laan belicht de

achtergronden.

T e k s t : J o s d e G r u i t e rF o t o : P e t v a n d e L u i j t g a a r d e n

“We zijn niet uniek. Ik denk dat er in de toekomst geen plaats meer is voor kleine pensioenfondsen.” Dat is de overtuiging van Jan van der Laan, werkgeversvoorzitter in het bestuur van het Bedrijfstakpensioenfonds Verf- en Drukinktindustrie. Na de problemen van afgelopen jaar, waarin moest worden besloten tot ‘afstempelen’ en premieverhoging, startte het fonds gesprekken met een ander fonds met het doel tot een fusie te komen. De onderhandelingen zijn in een vergevor-derd stadium en worden, zo hoopt Van der Laan, in de tweede helft van 2011 afgerond, zodat de fusie per 1 januari 2012 zou kunnen ingaan.De geschiedenis is bekend: net als een aantal andere fond-sen kwam het bedrijfstakpensioenfonds voor de verf- en drukinktindustrie tijdens de fi nanciële crisis in grote pro-blemen. Hoewel het vermogen en het rendement op peil bleven, zakte de dekkingsgraad - mede als gevolg van de (lage) gehanteerde rekenrente - van 132 eind december 2007 naar iets meer dan 84 halverwege 2010. Anders gezegd: eind 2007 was 1,32 euro beschikbaar voor elke euro die het fonds moest gaan uitkeren, een jaar geleden was er maar 84 cent. De Nederlandsche Bank (DNB) verplichtte het fonds een herstelplan te maken, waarmee de dekkingsgraad eind 2013 op minimaal 105 zou uitkomen. Eind vorig jaar bleken extra maatregelen nodig: de pensioenuitkeringen werden gekort en de premie ging omhoog.“We zitten nu op 97 procent, dus we hebben een aardige in-haalrace gehad”, stelt Van der Laan, fi nancieel directeur bij drukinktfabriek Van Son in Hilversum tevreden vast. “Maar we zijn een klein fonds. We beheren 160 miljoen euro en ten opzichte van onze verplichtingen hebben we hoge kosten. Grotere fondsen, die miljarden beheren, drukken de kosten uit een procenten van het uitstaande bedrag, bij ons zijn het tientallen procenten. Niet omdat we geld over de balk gooien, maar omdat schaalgrootte ons parten speelt. Voor een actuaris maakt het niet uit of zijn werk betrekking heeft op een portefeuille van miljoenen of van miljarden, de fac-tuur is even hoog.”

N e s t g e u r

Een paar jaar geleden was het bestuur van het fonds er al van doordrongen dat schaalvergroting noodzakelijk was om de continuïteit te waarborgen. Er werden gesprekken gevoerd met zeven fondsen van bedrijfstakken die aan de bouw waren gelieerd. Ze leidden niet tot resultaat. “De nestgeur bleek belangrijker dan het praktisch voordeel dat uit samen-werking gehaald zou kunnen worden”, stelt Van der Laan met spijt vast. De gesprekken die momenteel met een veel gro-tere partner gevoerd worden, lijken wel tot een goed einde te kunnen komen. In elk geval was er zo veel vertrouwen dat

actueel

besloten werd tot een haalbaarheidsonderzoek. Van der Laan taxeert de slaagkans op 90 procent.

Om welke fusiepartner gaat het?“Daarover wil ik in dit stadium nog niets zeggen.”

Een grote?“Het fonds beheert een aantal miljarden euro’s.”

Aan welke voorwaarden moest uw gesprekspartner vol-doen?“Het gekozen fonds heeft een goede reputatie, we vonden dat het actief moest zijn in een industriële omgeving, het moest een zekere omvang hebben en professioneel geleid worden.”

Werd u meteen enthousiast ontvangen door de beoogd fu-siepartner?“Veel grote pensioenfondsen zijn actief in branches waar het aantal actieven terugloopt, dus we werden met open armen ontvangen. Als je onze dekkingsgraad beziet, weet je dat we geen omvangrijke bruidsschat te bieden hadden. Als alles doorgaat, gaan we op in een fonds met een dekkingsgraad die vijftien tot twintig procent hoger ligt. Het haalbaarheids-onderzoek buigt zich over de consequenties daarvan.”

U moet de premie tijdelijk verhogen of de regeling verder versoberen?“We hebben nu een maximale premie van 30 procent en het is de vraag hoelang we op dat niveau moeten blijven. Hoe eerder we de premie kunnen verlagen, hoe beter het is voor de deel-nemers en voor de bedrijfstak. Op termijn gaan we mee met de

‘Geen toekomst voor kleine fondsen’

Jan van der Laan: “Op korte termijn zullen de deelnemers nog even pijnlijden, op langere termijn worden ze er beter van, vooral door de relatieve daling van de kosten.”

14_15 Fusie2.indd 14 23-06-11 15:29

Page 15: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

17 - 2011verf&inkt

Pensioenfonds praat over fusie

15

actueel

regelingen van de fusiepartner. Dan krijgen we te maken met andere maximumbedragen, andere franchise, enzovoorts.”

Een vraag die alle betrokkenen zal interesseren: gaan de deelnemers er daardoor op voor- of achteruit?“Een begrijpelijke vraag. Op korte termijn zullen ze nog even pijn lijden, op langere termijn worden ze er beter van, vooral door de relatieve daling van de kosten.”

Is de verf en inktindustrie een uitzondering of is er geen toe-komst meer voor kleinere pensioenfondsen?“Ik denk niet dat wij uniek zijn.”

Ook niet als het idee van minister Kamp wordt gerealiseerd om de gehanteerde rekenrente bij sterke schommelingen over een aantal jaren uit te smeren?“Dat zou een positief effect op de dekkingsgraad hebben, maar op termijn hebben de grotere fondsen door hun kos-teneffi ciency een voordeel.”

De Nederlandsche Bank heeft u verplicht een herstelplan te maken. Heeft DNB aangedrongen op het zoeken naar een fusiepartner?

“We praten al sinds 2003 over de toekomst van het fonds en daarbij kwam een fusie nadrukkelijk in beeld. De be-sprekingen met de eerder genoemde zeven fondsen lie-pen op niets uit, maar de denkrichting is niet veranderd. De Nederlandsche Bank heeft ons nu een extra impuls gegeven om nieuwe besprekingen te beginnen.”

Het was geen verplichting.“Nee, de opstelling van De Nederlandsche Bank heeft ons misschien wat actiever gemaakt.”

Was De Nederlandsche Bank tevreden over de recente voortgang van het herstelproces?“De contacten zijn goed. We zijn vorig jaar aangesproken op onze resultaten, maar nu de bank ziet dat we fusiebesprekin-gen voeren, is ze duidelijk milder.”

Zonder fusiebesprekingen zou er meer druk zijn van DNB?“Ik denk het wel. De Nederlandsche Bank wil het aantal pen-sioenfondsen verminderen en zou ons zeker hebben aange-moedigd.”

Het bestuur van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Verf- en Drukinktindustrie heeft acht leden. De helft van het bestuur zit er namens de werkgevers. De an-dere helft van het bestuur vertegenwoordigt de werk-nemers. De voorzitter wisselt jaarlijks. Het ene jaar is een werkgeverslid voorzitter, het andere jaar, zoals nu, is er een werknemersvoorzitter. Jan van der Laan is fi nancieel directeur van de Van Son Groep (hoofdkan-toor in Hilversum).In 1992 trad hij toe tot het fondsbestuur. “In die tijd was het een interessante bijbaan, die me drie mid-dagen per jaar kostte”, vertelt hij. “De laatste tijd is het één middag in de week. We zitten natuurlijk in een hectische periode, maar De Nederlandsche Bank heeft ook de criteria voor bestuursleden van pensioenfond-sen aangescherpt. De work load is nu wel erg groot.”Sinds 1 januari 2001 is een zes leden tellende deel-nemersraad actief. De raad is in het leven geroepen om de inspraak van werknemers en pensioengerech-tigden te vergroten. Eén lid wordt voorgedragen door het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenor-ganisaties (CSO), twee leden door FNV Bondgenoten, twee leden door CNV Vakmensen en één lid door De Unie. De deelnemersraad is akkoord gegaan met de fusiebesprekingen.

 

U wilt de fusie per 1 januari 2012 realiseren. Gaat u dat ha-len?“Er moeten nog wat zaken worden uitonderhandeld, maar we streven er wel naar, ook vanwege een praktische compli-catie. Syntrus Achmea Pensioenbeheer verzorgt de admini-stratie en uitbetaling. Dit najaar wordt overgestapt op een nieuw automatiseringssysteem en we willen maar één keer migreren.”

Wat moet u nog uitonderhandelen?“In zijn algemeenheid de belangen van gepensioneerden, actieven en werkgevers: welke premie gaan de werkgevers en deelnemers betalen en hoe ziet de regeling eruit.”

Is er nog ruimte om de verslechteringen van 1 januari 2011 terug te draaien?“Nee. Ondanks het afstempelen hebben we een lagere dekkingsgraad dan de beoogd fusiepartner, dus voor te-rugdraaien is geen fi nanciële ruimte. We streven er wel naar zo snel mogelijk tot indexatie van de uitkeringen over te gaan.” •

14_15 Fusie2.indd 15 23-06-11 15:29

Page 16: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

WORKSHOP Fundamentalsof weathering

Schrijf u vlug in op www.rycobel.nl/fowDe plaatsen zijn beperkt

Uw partner voor testapparatUUr

Lange Amerikaweg 66, Apeldoorn +32 56 78 21 70 PROVEN QUALITY WWW.RYCOBEL.COM

VERWERINGKRASBESTENDIGHEID

KLEURECHTHEIDGLANS

SLIJTAGEHECHTING

KLEURVERGELIJKING

Uw partner voor testapparatUUr

Interesse om een workshop over Verwering te volgen?

Schrijf u snel in viahttp://www.rycobel.be/nl/seminars

Caldic, de distributeur die werkt aan meerwaarde voor al uw grondstoffen.

Wilt u met ons sparren, meer informatie of een offerte? Kijk op www.caldic.com of stuur een e-mail naar [email protected],

wij nemen direct contact met u op.

16_17 adv.DagChemie.indd 16 23-06-11 15:29

Page 17: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

17 - 2011verf&inkt

Nederlanders hebben een tweeslachtig beeld van de che-mische industrie: aan de ene kant zien ze het belang in van de industrie voor zowel de economie als voor de producten die onmisbaar zijn in het dagelijks leven. Aan de andere kant associeert een meerderheid de industrie met milieuvervui-ling en ziet maar een kwart de chemie als een aantrekkelijke werkgever. Opvallend is dat drie op de tien Nederlanders geen beeld heeft of een chemiebedrijf wel of niet een goede werkgever is. Slechts tien procent noemt de branche trans-parant.Dat blijkt uit onderzoek dat de Vereniging van de Nederland-se Chemische Industrie (VNCI) in het kader van het interna-tionaal Jaar van de Chemie liet uitvoeren onder ruim duizend Nederlanders van achttien jaar en ouder. In totaal hebben 1007 respondenten deelgenomen aan het onderzoek. De respondenten zijn afkomstig uit de NetPanel Adviesraad, het online panel van Ruigrok | NetPanel. De steekproef is repre-sentatief wat betreft geslacht, leeftijd en opleidingsniveau.De resultaten werden toegelicht tijdens de jaarvergadering van de VNCI op 15 juni. “Het is de uitdaging voor de komende jaren om dit beeld meer te laten aansluiten bij de werkelijk-heid”, zei VNCI-directeur Colette Alma. “De werkelijkheid is dat de sector de status van ‘grote vervuiler’ ver achter zich heeft gelaten, en dat de chemie als innovatieve topsector een ideale werkgever is voor wie mee wil werken aan oplos-singen voor de toekomst.”Chemie blijft in de toekomst belangrijk voor onze samen-leving, zeggen zes van de tien Nederlanders. De helft van de Nederlanders denkt dat de toepassing van chemische technologie tot meer duurzaamheid leidt (betere recycling, schonere uitlaatgassen en energiezuiniger huizen). Chemi-sche stoffen zijn ook noodzakelijk voor voedselveiligheid, zegt 42 procent van de Nederlanders. Bovendien vindt de helft dat chemiebedrijven innovatief zijn. Daartegenover staat dat circa driekwart van de Nederlanders vindt dat che-mische fabrieken hun luchtvervuiling meer moeten aanpak-ken. Driekwart van de Nederlanders is neutraal of (zeer) positief over chemiebedrijven. Zes van de tien Nederlanders vinden chemiebedrijven belangrijk voor onze economie en zijn van mening dat de samenleving niet zonder chemische stoffen kan. Daarnaast is 60 procent van de Nederlanders positief of neutraal over veiligheidsmaatregelen van chemische fabrie-ken voor omwonenden. Mannen (45 procent) zijn positiever over de bedrijfstak dan vrouwen (21 procent). Vrouwen vin-den fabrieken vaker onveilig en milieuonvriendelijk.De helft van de Nederlanders vindt dat chemische bedrij-ven innovatief zijn. De meerderheid van de Nederlanders

17

verf & imago

VNCI: Uitdaging om imago bij te stellen

Nederland heeft dubbelbeeld van chemie

is het eens met de stellingen dat er kogelwerende vesten zijn dankzij chemische technologie (68 procent), dat auto’s energiezuiniger rijden dankzij chemische materialen (53 procent) en chemische materialen huizen brandveiliger ma-ken (51 procent). Ook ziet bijna de helft van de Nederlanders een rol voor chemie weggelegd om luchtvervuiling aan te pakken en producten beter recyclebaar te maken.

D a g v a n d e C h e m i e

Op 21 mei stond de chemische industrie in het teken van de Dag van de Chemie, onderdeel van het internationaal Jaar van de Chemie. Zeventig chemiebedrijven, onderzoeksinstel-lingen, waterschappen en laboratoria in Nederland open-den hun deuren voor het publiek. De open dag trok 58.000 bezoekers. Tijdens het evenement namen jong en oud een kijkje in de keukens van verschillende chemiebedrijven. Organisaties als Shell, AkzoNobel, Dow en Vitens, maar ook kleinere chemiebedrijven organiseerden workshops, rond-leidingen en demonstraties om de bezoekers kennis te laten maken met hun organisatie.Verffabrikant Van Wijhe presenteerde zich samen met grondstofl everancier DSM in Zwolle. De verfproducent richtte zich voor een belangrijk deel op kinderen. Ze konden aan de slag met verf en kwast (zie foto’s) of blikgooien. De bezoekers konden de informatie op de etiketten vergelijken met de productinformatie- en veiligheidsbladen van het be-drijf. Hoewel het mooie voorjaarsweer aantrekkelijk was voor buitenactiviteiten trok de presentatie duizend bezoekers. •

Foto

: Van

Wijh

e

Foto

: Van

Wijh

e

16_17 adv.DagChemie.indd 17 23-06-11 15:30

Page 18: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

18

‘Ik maak me boos om cowboys die onze producten vernachelen’

Verf van Jan Boermanlaat Harry Potter vliegen

Als tovenaarsleerling Harry Pott er over het bioscoopdoek vliegt om zijn favoriete balspel Quidditch te spelen,

dan is dat mede te danken aan een kleine Westlandse verff abrikant.

Bristal Coati ngs Holland uit Honselersdijk, een familiebedrijf met een ti ental medewerkers, levert verf

aan de Britse fi lmindustrie. Niet slecht voor een bedrijf dat begin vorige eeuw werd gegrondvest

door werkzoekende grootvader Jan.

T e k s t : J o s d e G r u i t e rF o t o : P e t v a n d e L u i j t g a a r d e n

Harry Potter gezien? Op de fi lmset is gebruikgemaakt van de producten van een twaalf man tellend verffabriekje uit Hon-selersdijk. “Het kan raar lopen”, verbaast ook directeur Jan Boerman (60) zich. “Een standbouwer in Engeland was en-thousiast over onze producten. Hij was bekend met de Britse fi lmindustrie en heeft ons daar geïntroduceerd. Sindsdien zijn we een belangrijke leverancier in Londen.”Hij moet er zelf om grinniken. “Soms weet je niet wat werkt en wat niet. We hebben wel eens grote verwachtingen ge-had van onze kansen in het Midden-Oosten. We hadden een agent die ons introduceerde bij interessante partijen, maar op een gegeven moment is de belangstelling doodgebloed. Aan de andere kant hebben we weer wel een vaste afnemer in India.”

O p d e f i e t s

Hij vertelt het verhaal van het familiebedrijf met aanstekelijk enthousiasme in de zonder opsmuk, haast sober ingerichte vergaderkamer van Bristol Coatings Holland BV, zoals de of-fi ciële naam luidt.Dat gebrek aan opsmuk is illustratief voor het bedrijf. Alles ademt Hollandse nuchterheid. “Na ons gesprek loop ik naar beneden en ga mijn broer Martien helpen in de kleurmake-rij”, laat hij zich bijvoorbeeld ontvallen. “Mijn vrouw klaagt wel eens: jij hebt niet één overhemd zonder verfspatten.”Met een verontruste blik buikwaarts: “Deze is toch nog schoon?”Hij is vernoemd naar zijn grootvader. Jan dus. “Die kwam uit Oldebroek, in het oosten van het land”, begint het familie-verhaal. “In het begin van de vorige eeuw was daar weinig

werk. Op aanraden van zijn zus vertrok hij naar het westen en kwam als leerling-schilder terecht in Naaldwijk, centrum-gemeente in het Westland. In 1919 begon hij voor zichzelf als schilder en als verfmaker: Schildersbedrijf J. Boerman was een feit. Later kwam mijn vader in de zaak en werd het J. Boerman & Zn., maar schilderen was nog altijd de belang-rijkste activiteit. Pas in 1947 startte mijn vader met de pro-ductie van verf voor derden, later versterkt met twee jongere broers. Op de fi ets ging hij tuinbouwbedrijven langs om verf te verkopen. De kassen waren in die tijd nog van hout, dus er moest regelmatig geschilderd worden. Later kwamen er stopverf en kitten bij. We hebben duizenden liters kassen-verf en vele tonnen kit geproduceerd en verkocht.”Tijden veranderden en de houten kassen werden vervangen door metalen en kunststof warenhuizen: de markt droogde langzamerhand op. “We zijn daarnaast nog enige jaren ac-tief geweest met productie van drukinkten voor onder an-deren sigarettenverpakkingen.“ Tevens werd met productie van schildersverven aangevangen. “Uiteindelijk hebben we een nieuwe markt aangeboord in de standbouw. In de jaren zestig zag je de opkomst van beurzen. Die werden steeds groter en mooier en wij maakten watergedragen decora-tieve verven met hoge dekkracht, die snel droogden, niet plakten en in alle kleuren leverbaar waren. Daarin hebben we ons gespecialiseerd en dat is tot op heden een succes.”Kleinzoon Boerman rolde als vanzelfsprekend na de ouderwetse HBS en anderhalf jaar dienstplicht het bedrijf in. “Samen met mijn broer Martien. Hij volgde de detailhandelsschool en liep stage bij een verf-groothandel waar hij leerde kleurmaken. Hij is onze

kleurenmaker en regelt de productie. Ik heb hier alles gedaan en sta soms nog aan de machine.” De betekenis van het Westland, de oorspronkelijke habitat van de fabrikant, verminderde weliswaar, maar er bleef vraag naar de coatings van het bedrijf voor verwarmingsbuizen in de kassen. Bristol levert onder meer een verfsysteem dat een kleine tien procent van het warmteverlies tegen-houdt. “Mits goed aangebracht”, vult hij ogenblikkelijk aan. “Kwekers willen niet meer dat er drie of vier lagen worden aangebracht, dus hebben we een verf ontwikkeld die alle ei-genschappen heeft van het vroegere verfsysteem, maar dus al bij één keer aanbrengen nagenoeg de zelfde eigenschap-pen vertoont. Helaas zien we nog wel eens dat die verf op de verkeerde manier wordt aangebracht. Dan heeft het product niet meer de oorspronkelijke werking.”

B l u e s c r e e n i n g

Hij verbaast zich vaker over tekortschietend vakmanschap. “De grote, serieuze bedrijven zul je daarop niet betrappen, maar er lopen ook wat ‘cowboys’ rond, die het niet zo nauw nemen. Het is zonde van het vak: als verfmaker ben je voor 100 procent bezig om een topproduct te maken, maar als je dan ziet hoe het door sommige van die gasten wordt verna-cheld. Ik heb meegemaakt dat ze hun verf te veel verdun-nen om zo veel mogelijk uit een blik te halen. Ze rekenen de hoofdprijs, maar het effect is natuurlijk weg. Daar maak ik me boos om.”Interessant, maar hoe komt een kleine Westlandse verffabri-kant terecht bij fi lmproductiemaatschappijen in Engeland?“We hebben in Engeland een wederverkoper, Bristol UK, die

de mens achter...

18_19 De mens achter.indd 18 23-06-11 15:31

Page 19: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

19

via een standbouwer in contact is gekomen met de fi lmstu-dio’s en die zijn enthousiast over onze kwaliteit en ons as-sortiment. Op de sets wordt veel verf gebruikt, in decorbouw en voor de zogenoemde blue screening of chroma key. Dat is een techniek die vaak wordt gebruikt in de fi lmwereld. Er wordt een onderwerp gefi lmd tegen een groene of blauwe achtergrond en daarna kunnen ze de achtergrond met kleu-renfi lters of computers doorschijnend maken zodat het gefi lmde object voor een andere achtergrond geplaatst kan worden. Uiteraard ben ik eens gaan kijken. Het is een aparte wereld. Zo kwam bijvoorbeeld eens op een oud vliegveld, dat als fi lmstudio was ingericht. De groene of blauwe ach-tergronden staan daar in de buitenlucht en worden smerig. Als dat het geval is, spuiten ze er een nieuwe laag verf op. In Groot-Brittannië zijn we een redelijk grote speler op dit terrein en via Engeland zijn we ook in de fi lmwereld in de Verenigde Staten terechtgekomen. Dus als je kijkt naar een fi lm zoals bijvoorbeeld Harry Potter - deel één tot en met zes - Alice in Wonderland, Arabian Nights, Batman begins, Charlie and the chocolate Factory, Da Vinci Code, Golden Eye, Thunderbirds en vele andere dan hebben wij daarin een zeer decoratieve rol gespeeld.”

G e e n t i j d

Het bedrijf heeft daaraan geen promotionele activiteiten gekoppeld. Zelfs een kort informatief persbericht is ach-terwege gebleven. “Geen tijd”, excuseert Boerman zich. “We houden het niet geheim, maar we hebben de tijd en de mensen niet om zoiets te begeleiden, maar door het goede contact met onze klanten verkoopt het product zich goed.

Het is tegenwoordig gewoon hard knokken om het hoofd bo-ven water te houden en het verplichte papierwerk houdt ons ook wel van de straat. Ik vind dat eigenlijk het vervelendste onderdeel van mijn activiteiten. Ik ben een praktijkman, ik sta graag met mijn handen aan de machine, maar als je ziet met wat voor papierwerk je tegenwoordig wordt volgestopt, het is haast ondoenlijk. Het breekt me wel eens op. Ik ben me bewust van het feit dat je goed moet omgaan met chemie. We knoeien niet en als het toch een keer gebeurt, dan ruimen we het netjes op. Maar het wordt zo overtrokken. Negentig procent van de ambtenaren weet niet waarover ze het heb-ben. Dat leidt tot overtrokken wetgeving. Je kunt verf ma-ken met nul emissie, maar dan is ze niet meer te verwerken. Overigens moeten grote bedrijven daarvoor ook oppassen: ik zie steeds meer mensen de bedrijfstak binnenkomen die nog nooit verf aan hun handen hebben gehad. Ik kan nog voor-doen hoe je een kozijn moet schilderen. Dat is ook prettig voor een klant die met een probleem zit. Ik ben er bij wijze van spreken binnen een uur en ik kan hem vanuit de praktijk adviseren. Maar ik denk dat ik van lieverlee tot een uitster-vend ras ga behoren.”

R e l a t i v e r e n

De grote hoeveelheid werk en de betrokkenheid bij het fa-miliebedrijf eisen wel hun tol, zeker van een man die op vijf minuten lopen van zijn fabriek woont. “Ik ben een fervent motorrijder. Ik bezit een BMW uit 1964 en ik ga er graag met mijn dochter op uit, maar ik kom er minder aan toe dan ik zou willen. Vroeger was het helemaal verschrikkelijk. Dan nam ik veertien dagen vakantie, maar was de eerste week bezig met

ontstressen. Tegenwoordig gaat dat gelukkig beter. Zodra ik op het vliegveld sta, gaat de telefoon uit en ben ik op vakan-tie. Als je ouder wordt, ga je toch relativeren. De continuïteit van het bedrijf is belangrijk, maar het moet niet ten koste van jezelf gaan. En je moet niet denken dat je onmisbaar bent. Ik heb nogal de neiging om alles zelf te willen regelen. Mijn vrouw zegt dan: laat die dingen toch eens wat meer los. Verstandig advies, maar het kost mij moeite. Toch zie ik ge-noeg dingen om me heen die me aanzetten tot relativering. Een oude kameraad die zwaar ziek is geworden, mensen die zijn weggevallen, het helpt je te beseffen dat ook andere za-ken een belangrijk deel van je leven vormen.”In zijn woorden klinkt haast heimwee naar de tijd waarin moeder Boerman zelf de koffi e uitserveerde in de fabrieks-hal en er op aandrong dat de mannen het werk een ogenblik stillegden om te genieten van hun pauze. “Dat waren andere tijden.” Tijden waarin je als kleine jongen nog schrok van een politieagent en snel controleerde of je fi etsverlichting het deed, herinnert hij zich. “Het bedrijf lag ingeklemd tus-sen de tuinbouwbedrijven en er werden druiven geteeld. Die zie je vrijwel nergens meer, het zijn vooral komkommers en tomaten geworden. Het ging er wat gemoedelijker aan toe, alles is harder en zakelijker geworden.”

T o e k o m s t

Hoewel het voor kleine fabrikanten hard knokken is, gaat Boerman ervan uit dat het familiebedrijf zich zelfstandig zal handhaven. “Onze belangrijkste beslissing was dat we op enig moment stopten met de productie van alle ‘moeilijke’ verven en ons toelegden op watergedragen verven. Zonder specialisatie hadden we het niet gered”. Mede dankzij die keuze voorziet hij een mooie toekomst voor het bedrijf. “Als mijn broer en ik er over een paar jaar mee stoppen, zet mijn neef Peter, die nu de fi nanciën doet, het bedrijf voort. Ik stel me voor dat we specifi eke producten blijven maken voor ni-chemarkten en dat we het daarmee redden. Je zult ons niet zien staan in de schappen van de grote bouwmarkten. Voor consumenten die onze producten willen kopen, hebben we een afhaalbalie aan de fabriek. Ons doel is de wat grotere onderhoudsbedrijven voor een goede prijs een goed product leveren. En als een grote afnemer ons bijvoorbeeld vraagt of we latex kunnen leveren die met tien procent water is aange-vuld, dan doen we dat ook . Op die wijze is voor een bedrijf als het onze een goede toekomst weggelegd.”Export speelt daarin een bescheiden rol, weet hij. “We leve-ren aan afnemers in Engeland, België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en op bescheiden schaal aan India. We kregen eens een aanvraag vanuit China. Waarschijnlijk was ie-mand onze naam tegengekomen op internet, maar op onze monsterzending is nooit een reactie gekomen. Volgens mij hebben ze het geanalyseerd om het te kopiëren. Ik sta op het standpunt: als een buitenlandse afnemer iets van ons wil hebben, dan komt hij het maar halen. Wij kunnen het ons niet permitteren om tijd en geld te investeren om mis-schien ooit een paar liter te verkopen in een land ver weg. We zijn een van de oudste bedrijven in het Westland, der-halve blijven wij onze uiterste best doen om als niet grote speler toch van grote betekenis te blijven in de ons bekende verfwereld”.

17 - 2011verf&inkt

de mens achter...

“Ik ben een fervent motorrijder, maar ik kom er minder aan toe dan ik zou willen.”

18_19 De mens achter.indd 19 23-06-11 15:31

Page 20: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

20

blik op

De nieuwe Vlasmarktbrug over de Dender Centrum Dendermonde, België - Pet van de Luijtgaarden - f 8 1/30 sec. ISO 100, 50 mm.

20_21 Blik.Wijers.indd 20 23-06-11 15:32

Page 21: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

17- 2011verf&inkt

President en chief executive offi cer Ton Büchner van de Zwit-serse beursgenoteerde onderneming Sulzer volgt in 2012 Hans Wijers op als ceo van AkzoNobel. Dat heeft de Raad van Commissarissen van Akzo Nobel NV begin juni bekend-gemaakt. Wijers (60) trad in oktober 2002 in dienst bij Ak-zoNobel als lid van de Raad van Bestuur en werd in mei 2003 benoemd tot ceo. De oud-minister van Economische Zaken (in het eerste paarse kabinet) constateerde kort na zijn aantreden dat de diversiteit van AkzoNobel de creatie van langetermijnwaarde voor alle stakeholders in de weg stond. In zijn eerste jaren als ceo verbeterde Wijers de ‘product-pijplijn’ van het pharma-onderdeel, bracht concentratie aan in de activiteiten van chemicals en stimuleerde de groei van de Coatingstak. Na deze strategische veranderingen leidde hij met succes de transformatie van de onderneming door het afstoten van de farmaceutische activiteiten (Organon) en de daaropvolgende overname van het Britse ICI, waar-door effectief het huidige AkzoNobel ontstond: de grootste onderneming van de wereld op het gebied van coatings en gespecialiseerde chemicaliën.De sterke focus op waardecreatie voor alle stakeholders heeft geresulteerd in verbeterde prestaties op het gebied van duurzaamheid, een meer divers en betrokken perso-neelsbestand en een sterke wereldwijde spreiding van de activiteiten. AkzoNobel maakte in september haar nieuwe, middellange termijn strategie bekend met de focus op ver-snelde duurzame groei, een omzetdoel van twintig miljard euro en een jaarlijkse stijging van de EBITDA.Onder Wijers verhuisde het hoofdkantoor van het bedrijf in 2007 van Arnhem naar Amsterdam. In datzelfde jaar riep de beleggersvereniging VEB hem uit tot topman van het jaar. AkzoNobel boekte vorig jaar 754 miljoen euro winst op een omzet van 14,6 miljard euro. Wijers gaf onlangs intern aan de tijd rijp te achten voor een opvolger, nu de integratie van de Britse branchegenoot is afgerond en AkzoNobel er fi nancieel en strategisch goed voor staat.Bij de bekendmaking van het nieuws sprak voorzitter Karel Vuursteen van de Raad van Commissarissen lovende woor-den over de vertrekkend topman. “Hans heeft op basis van zijn leidinggevende en zakelijke kwaliteiten zeer bijzondere prestaties geleverd bij AkzoNobel. De transformatie van de onderneming van een gediversifi eerd conglomeraat in 2003 naar een gefocuste, internationaal toonaangevende onder-neming op het gebied van coatings, specialistische chemi-caliën en duurzaamheid, is in hoge mate te danken aan zijn visie en gedrevenheid. Hij laat zowel operationeel als fi nan-cieel een sterke onderneming achter die in staat is om verder te groeien en echte waarde te leveren aan alle stakeholders.”

I d e a l e k a n d i d a a t

Ton Büchner (45) is op dit moment president en ceo van Sul-zer, een Zwitserse beursgenoteerde leverancier van onder

21

actueel

Ton Büchner volgt vertrekkend ceo op

Hans Wijers maakte AkzoNobel topspeler in chemie en coatings

meer pompen, leidingen, olieplatforms en andere techni-sche producten en diensten. Hij bekleedt deze functie sinds 2007. Büchner startte bij Sulzer in 1994 en heeft binnen de onderneming diverse operationele en leidinggevende func-ties bekleed, waaronder het voorzitterschap van twee divi-sies, Sulzer Turbomachinery Services en Sulzer Pumps. Ook was hij Chief Representative en operationeel verantwoor-delijk voor diverse activiteiten van Sulzer in China. Büchner, die de Nederlandse nationaliteit bezit, heeft aantoonbare successen behaald in de strategische ontwikkeling en aan-zienlijke groei van de ondernemingen die hij heeft geleid, ook onder moeilijke marktomstandigheden. Sulzer wist de nettowinst onder zijn leiding tussen 2007 en 2010 met vijf procent te verhogen, ondanks de terugval door de crisis. De omzet nam af van 3,5 miljard Zwitserse franc in 2007 tot 3,2 miljard franc (2,6 miljard euro) in 2010.“We zijn zeer verheugd dat we Ton Büchner hebben kunnen aantrekken als onze nieuwe ceo. Zijn bewezen strategische ervaring met het leiden van een beursgenoteerde onder-neming en zijn deskundigheid op internationaal industrieel gebied maken van hem de ideale kandidaat voor deze func-tie”, aldus Vuursteen. “Hij heeft een uitstekende staat van dienst in het leveren van sterke resultaten en hij heeft erva-ring met het leiden van ondernemingen in sterk groeiende markten. Wij verheugen ons op de komst van Ton in januari en op een verdere uitbouw van de solide fundering die zijn voorganger heeft achtergelaten.”In de pers wordt Büchner onder meer omschreven als een manager die zware ingrepen niet schuwt. “Hij schrapte 1.400 van de 13.000 banen bij Sulzer “zonder met de ogen te knip-

peren”, aldus de Zwitserse HandelsZeitung. Aan de andere kant zou hij, aldus De Volkskrant, “een goed contact onder-houden met de vakbonden”.De krant wijst er verder op dat Büchner “weet wat overne-men is”: voor Sulzer deed hij er zeventien in de afgelopen vier jaar. De HandelsZeitung noemt zijn stap van Sulzer naar AkzoNobel “een fl inke promotie”: Akzo Nobel is zes keer zo groot als Sulzer. Büchner weet echter wat het is om een internationaal beursgenoteerd bedrijf te leiden. Hij heeft gewoond en gewerkt in voor AkzNobel belangrijke gebie-den als het Verre Oosten. Voor Sulzer zette hij eind jaren ne-gentig de Chinese activiteiten op. Akzo Nobel wil de omzet in China tegen 2015 verdubbelen. Het vertrek van Büchner leidde tot een heftige reactie op de beurs. De koers van het bedrijf zakte na bekendmaking van het nieuws met bijna zeven procent.Het aandeel AkzoNobel reageerde ook positief op het nieuws: een kwartier na de opening van de beurs noteerde het 0,8 procent hoger.De Volkskrant memoreert dat in het geruchtencircuit de namen van ex-Corus-topvrouw Marjan Oudeman en Tex Gunning, beiden lid van de Raad van Bestuur en het execu-tive committee van AkzoNobel, circuleerden als mogelijke opvolger van Wijers. Over de toekomstplannen van Wijers schrijft de krant: “Die zijn nog onduidelijk. Vorig jaar, voor de verkiezingen, was hij spreker op het D66-congres. Dat voedde speculaties dat hij ín zou zijn voor een terugkeer in de politiek. Volgens ingewijden was dat overigens ten on-rechte. Naast diverse maatschappelijke functies is Wijers ook commissaris bij Shell.” •

Büchner (links) geroemd om “bewezen strategische ervaring” volgt Wijers op die “sterke onderneming achterlaat”.

20_21 Blik.Wijers.indd 21 23-06-11 15:32

Page 22: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

22

verf & regelgeving

Begin april kondigde minister Schultz van Infrastructuur en Milieu aan dat ze nog voor de zomer wil komen met een schets van een

nieuwe Omgevingswet waarin uiteindelijk alle relevante omgevingswetgeving over milieu, natuur, water en ruimtelijke ordening

moet worden ondergebracht. Een goede zaak, vindt Jan van den Broek (VNO-NCW/MKB Nederland).

T e k s t : P e t e r B o o r s m aF o t o : P e t v a n d e L u i j t g a a r d e n

Zoals verwacht kondigde minister Schultz van Infrastruc-tuur en Milieu begin april aan dat ze op korte termijn zou komen met de contouren van een Omgevingswet. Deze wet moet (onderdelen van) bestaande wetten op het terrein van omgevingsrecht integreren, het aantal verschillende regels terugbrengen en het omgevingsrecht eenvoudiger en ef-fectiever maken. En ze wil de vaart er in houden, want nog voor het zomerreces moeten de hoofdlijnen van de nieuwe wet bekend zijn.Maar wat betekent dat nu eigenlijk, een Omgevingswet? En wat zijn de voordelen voor bijvoorbeeld de industrie? We hebben toch al de Wabo, de Wet algemene bepalingen om-gevingsrecht. Wat is het verschil?“De Wabo gaat over het samenvoegen van vergunningstelsels en het afstemmen van de voorschriften voor verschillende activiteiten. De Omgevingswet is bedoeld als een nieuw bouwwerk waarin al het relevante omge-vingsrecht wordt ondergebracht”, verduide-lijkt Jan van den Broek, senior legal counsel van de ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland. “Zoiets doe je niet in een paar maanden. Maar het fundament van dat bouwwerk wil de minister al in het voorjaar van 2012 naar de Tweede Kamer sturen. Dan moet duidelijk worden hoe het bouwwerk er in grote lijnen uit komt te zien. Uiteindelijk moeten alle omgevingswetten daarin een plaats vinden, waaronder ook de Wabo.”

Wat is het voordeel van één Omgevingswet?“Laat ik het omdraaien en aangeven wat de nadelen zijn van de situatie nu. De samenhang in de wetgeving ontbreekt, waardoor het zelfs voor ingewijden heel ingewikkeld is. Voor veel projecten - zeker de grotere - is al snel een legertje ju-risten nodig om uit te zoeken welke wetten precies gelden.”Op zich valt het volgens Van den Broek wel te verklaren waarom het nu zo ingewikkeld is. “De eerste wetten van het

cosmetisch zijn. Het moet echt de twee grote problemen van deze tijd, de kenbaarheid en het gebrek aan samenhang, oplossen. Lost de nieuwe wet die problemen op, dan zal dat ook leiden tot een snellere besluitvorming. Want als de wetgeving eenvoudiger wordt, wordt het voor ambtenaren ook makkelijker een besluit te nemen. Ook die hebben nu vaak veel juristen nodig om uit te vinden hoe het precies zit.”Van den Broek verwacht niet dat alle wetten opnieuw ge-schreven moeten worden. “Waarschijnlijk is een groot deel van de bestaande wetgeving goed te gebruiken en in de nieuwe Omgevingswet onder te brengen. Dat is ook ver-standig. Het gaat er vooral om de regelgeving op elkaar af te

stemmen. Vergelijk het met de huisnummers in een straat. Het kan in een bepaalde situatie zinvol zijn de nummering te veranderen. Maar niemand haalt het in zijn hoofd om bijvoor-beeld over te schakelen op een nummering met de letters van het alfabet. De cijfernum-mering op zich voldoet immers.”

In een eerste reactie zei VNO-NCW dat ook de voorbereidingen van een nieuwe Natuurwet onverkort moeten doorgaan. Wat wordt daarmee bedoeld?“Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en In-novatie is bezig met het elkaar schuiven van de Boswet, de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet uit 1998. Dat is een goede zaak. Maar ik zie wel graag dat het één project wordt met de bouw van de Omgevingswet. Natuur en omgeving zijn immers nauw verweven. Stel dat de overheid een natuurgebied wil aanwijzen. Daarvoor moet ook het be-stemmingsplan worden gewijzigd, iets wat te zijner tijd on-der de Omgevingswet valt.”

We werken nu bijna een jaar met de Wabo, de omgevings-vergunning. Wat zijn de ervaringen?“De Wabo werkt goed, maar er zijn wel nog wat kinderziek-

omgevingsrecht dateren van begin jaren zeventig. Toen is besloten niet één allesomvattende wet te maken, maar om voor elk milieuprobleem een daarop toegespitste wet te maken. Zo zijn de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet verontreiniging zeewater er gekomen. Later zijn daar de Afvalstoffenwet, de Wet bodembescherming en vele andere wetten bijgekomen. “Die wetten zijn in 1993 gro-tendeels opgegaan in de Wet milieubeheer en in 2009 in de Waterwet. Maar de Omgevingswet gaat nog een grote stap verder. Dan hebben we uiteindelijk één wet die zo’n zestig wetten vervangt. Ook kan dan de bezem door de vele hon-derden Algemene Maatregelen van Bestuur en Ministeriële Regelingen op basis van die wetten.”Van den Broek vindt wel dat de Omgevingswet een sub-stantiële verbetering moet brengen. “Het mag niet alleen

Nieuw bouwwerk voor relevante omgevingswetten

Nieuwe raamwet stroomlijnt omgevingsrecht

‘Goed dat is besloten ‘Nederlandse koppen’ op Europese regels

achterwege te laten’

22_23 Omgeving.indd 22 23-06-11 15:33

Page 23: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

17 - 2011verf&inkt 23

verf & regelgeving

ten. VNO-NCW heeft een klachtenlijn opgezet waar onder-nemers slechte ervaringen met de Wabo kunnen melden. De meeste klachten betreffen het aanvragen van de ver-gunning. Veel klachten gaan over het systeem. Dat is uit-eindelijk een ict-kwestie die wel moet zijn op te lossen. Het ministerie van I&M is wat dat betreft ook heel actief. Voor de rest horen we niet veel klachten.”

Bij de komst van de Wabo zei u dat er sprake was van een onomkeerbaar proces in de richting van toenemende ver-eenvoudiging van wet- en regelgeving.“Dat klopt. Je kunt niet meer terug. Laatst riep een advo-caat dat de overheid pas op de plaats moet maken met de stroomlijning van de wet- en regelgeving omdat het al-lemaal wel erg snel ging. Maar we moeten juist doorpak-ken. Want met een paar goede cursussen is het heel goed mogelijk ondernemers en ambtenaren duidelijk te maken wat nieuw is. Het is echt geen hogere wiskunde. Professor Frans Tonnaer liet laatst in zijn oratie nog weten dat ook volgens hem het omgevingsrecht de komende jaren geen rustig bezit zal zijn. Maar we moeten er uiteraard wel voor zorgen dat de praktijk goed wordt geïnformeerd en bij kan blijven.”

Wat betekent de Omgevingswet voor verf- en drukinktfa-brikanten?“De Omgevingswet is wel aangekondigd, maar er staat nog geen letter op papier. Dus wat precies de gevolgen zijn voor de verf- en drukinktindustrie, is niet te zeggen. Ik denk wel dat het een vereenvoudiging en versnelling gaat betekenen die ook voor de verf- en drukinktfabrikanten welkom zal zijn.”

Als de Omgevingswet er eenmaal staat, zijn we er dan?“Dan zijn we een eind op weg maar resteert er nog steeds een aantal knelpunten. Zo zou de Elverding-aanpak moeten

worden verbreed en moeten de onderzoekslasten waar mo-gelijk worden verlaagd. Oud-DSM-topman Peter Elverding pleit ervoor mensen in de beginfase van een procedure te horen om problemen later te voorkomen. Dan gaat het om omwonenden, maar ook om milieuorganisaties. Als iemand of een organisatie principieel tegen de komst van een nieu-we verffabriek is, zul je die niet gemakkelijk van het tegen-deel kunnen overtuigen. Maar als het er om gaat de fabriek tien meter naar rechts te verplaatsen of de uitrit elders aan te leggen om op die manier een aantal bijzondere bomen te sparen, valt daar in de beginfase vaak nog wel wat aan

Nieuw bouwwerk voor relevante omgevingswetten

Nieuwe raamwet stroomlijnt omgevingsrecht

‘Permanente Crisis- en herstelwet leidt tot eenvoudige en snellere procedures’

Naast de Wabo, de Omgevingswet en de Natuurwet is er nog meer beweging op het front van de vereenvoudiging van procedures. Zo kwam het ministerie van Infrastructuur en Milieu medio april met een conceptwetsvoorstel om de nu tijdelijke Crisis- en herstelwet permanent te maken. Tot tevredenheid van VNO-NCW en MKB-Nederland. Want dit leidt volgens de centrale ondernemingsorganisaties tot eenvoudiger en snellere procedures. De ondernemersorganisaties kunnen zich goed vinden in de hoofdlijnen van het conceptwetsvoorstel maar zien wel graag dat het ministerie doorpakt. “Het huidige conceptwetsvoorstel voor de Crisis- en herstelwet is al een verbetering. Het leidt tot eenvoud en snellere procedures met behoud van rechtsbescherming voor bedrijven en burgers. Zo wordt bijvoorbeeld de vrijheid van overheden om in beroep te gaan tegen besluiten beperkt. Ook is er meer ruimte voor snellere behandeling van besluiten.”Verder vinden de ondernemersorganisaties het positief dat de uitgebreide procedure (26 weken) voor tijdelijke af-wijking van bestemmingsplannen wordt vervangen door de reguliere (8 weken) procedure. In de praktijk kunnen dan bijvoorbeeld leegstaande kantoorgebouwen snel tijdelijk een andere functie krijgen.VNO-NCW en MKB-Nederland vinden wel dat overheden geen vergunning mogen verlenen waarin iets anders wordt vergund dan de ondernemer heeft aangevraagd. Dat leidt vaak tot meer kosten, aldus de ondernemingsorganisaties. “Overheden mogen best meedenken met een ondernemer bij een vergunningaanvraag, stellen VNO-NCW en MKB-Nederland, maar de overheid mag niet kiezen vóór de ondernemer. Doorgaans zijn er namelijk nog meer alternatieven om het doel, dat de ondernemer voor ogen heeft met de aanvraag van de vergunning, te realiseren. De overheid kan en mag niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten”, aldus de ondernemingsorganisaties.

te doen. Ook de overheid zou bijvoorbeeld sneller een weg aan kunnen leggen, als ze in een vroeg stadium onderzoek doet en mensen hoort.”“Daarnaast moeten we goed kijken naar hoe een en an-der in Europa is geregeld. Driekwart van de wetgeving komt immers uit Brussel. In dat opzicht is het goed dat de minister van I&M heeft besloten ‘Nederlandse koppen’ op Europese regels - waarbij Nederland strengere eisen stelt dan van Europa moet - achterwege te laten in de Omgevingswet. Hetzelfde geldt trouwens voor de nieuwe Natuurwet” •

Nieuwe Omgevingswet moet leiden tot vereenvoudiging en versnelling.

22_23 Omgeving.indd 23 23-06-11 15:33

Page 24: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

24

verf & innovatie

Jan Verlaan is ideation manager bij AkzoNobel

De toekomst als werkterrein

Innovatie is voor moderne bedrijven een sleutel tot

succes. Elke grote onderneming heeft verschillende

afdelingen die nieuwe producten bedenken, ontwikkelen

en in de markt zetten. Zo ook AkzoNobel. Ideation

manager Jan Verlaan over de inhoud van zijn functie, het

innovatieproces en de voordelen van samenwerking met

het midden- en kleinbedrijf. “Succesvolle innovatie komt

altijd tot stand op het snijvlak tussen disciplines.”

T e k s t : D o r i n e v a n K e s t e r e nF o t o : P e t v a n d e L u i j t g a a r d e n

Elk bedrijf heeft behoefte aan een visie voor de lange termijn. Zo’n visie wordt uitgewerkt in concrete beleidsplannen en uiteindelijk vertaald in targets voor de komende maanden of ja-ren. Een ideation manager staat helemaal aan het begin van dat proces. De naam is afgeleid van het Engelse werkwoord to ideate. Dat betekent zoveel als ‘zich een idee vormen van’, in dit geval een idee van de toekomst. Het is de taak van Verlaan om verder in de toekomst te kijken - langer dan tien of vijftien jaar - en in kaart te brengen welke problemen en kansen er voor AkzoNobel in het verschiet liggen en welke mogelijke oplossingen er zijn. “Je mag me ook een futuroloog noemen”, zegt hij gekscherend.De functie is ontstaan vanuit de behoefte om met meer afstand naar trends en ontwikke-lingen in de maatschappij te kijken. Dat betekent niet dat Verlaan zich alleen met abstracte concepten bezighoudt. “Ik sta met beide benen op de grond en in de wereld en probeer te fungeren als ideeëngenerator. Bij vragen over de toekomst gaat het natuurlijk wel om de grote thema’s als biodiversiteit, duurzaamheid en de beschikbaarheid van grondstoffen, maar als ideation manager moet je mensen overtuigen van je visie. Uiteindelijk moeten er wel concrete voorstellen uitrollen. Door mijn meerjarige achtergrond bij onze research & de-velopmentafdelingen weet ik ook aan welke eisen deze voorstellen moeten voldoen.”Om zijn rol als ideation manager te kunnen vervullen, moet Verlaan beschikken over een groot voorstellingsvermogen en een fl inke portie overtuigingskracht. De ervaring heeft hem echter geleerd dat het niet altijd effectief is om iedereen voor zijn standpunt te wil-len winnen. “Ik investeer niet meer in aarzeling. Het is veel effi ciënter om met een groepje enthousiaste mensen te werken aan een idee. Daar komen de beste resultaten uit en goede resultaten spreken altijd voor zich. Dit geldt overigens niet in het hele innovatieproces. Als een bedrijf iets echt wil, kan het nodig zijn om top down een bepaalde richting op te leggen en die richting ook strikt te volgen.”

F a c t o r y o f t h e F u t u r e

Een voorbeeld van een concrete uitwerking van het nadenken over de toekomst, is de Fac-tory of the Future. In dit project werkte Verlaan namens AkzoNobel aan een concept voor de fabriek van 2050, samen met bedrijven als DSM en Cosun. Het concept - bekroond met de prestigieuze prijs Deltavisie 2011, uitgeschreven door beroepsvereniging KNCV - resulteer-de in een computermodel van een fabriek die volledig draait op hernieuwbare energie. “Het Factory of the Future-project is een uitstekende manier om te laten zien welke richting we in de toekomst kunnen opgaan. We maken duidelijk dat een fabriek volledig op hernieuwbare energie kan draaien. Dat is ook nodig, want in de niet al te verre toekomst raken de fossiele brandstoffen gewoon op.”

I n n o v a t i e p r o c e s

Zoals bij iedere multinational zijn ook bij AkzoNobel de fases van het productie- en ontwik-kelingsproces zorgvuldig vastgelegd. Nieuwe ideeën worden tot producten uitgewerkt door

24_25 Verlaan.indd 24 23-06-11 15:34

Page 25: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

17 - 2011verf&inkt 25

verf & innovatie

de r&d-afdelingen, waarna volgens een gestructureerde aanpak meerdere centres of expertise worden ingezet om de producten verder te testen en te verfi jnen. Normaal ge-sproken richt AkzoNobel zich bij het ontwikkelen van nieuwe producten voornamelijk op de grotere klanten. Dit is aan-trekkelijk door de bij deze klanten aanwezige bundeling van technische kennis en het uitzicht op hogere verkoopvolu-mes. Om het product aan hen te kunnen verkopen, moet Ak-zoNobel het product dus in eigen huis al uitgebreid hebben getest: een tijdrovend proces.Bij het ontwikkelen van Perkalite, een synthetisch-orga-nische klei die te gebruiken is als vlamvertrager, vul- of barrièrestof, koos AkzoNobel echter een andere weg. De chemiegigant werkt hier samen met meer dan twintig ver-schillende mkb-bedrijven uit de kunststof- en rubberver-werkende sector, die het product gaan testen en verschil-lende toepassingsmogelijkheden uitproberen. Waarom deze nieuwe tactiek?Verlaan: “Het grote voordeel van deze manier van werken is dat de marktintroductie veel sneller kan gaan. Mkb-bedrij-ven werken met een veel kleinere researchafdeling en daar-om kan de testfase veel vlotter verlopen. Als de introductie van een product normaal gesproken vier tot zeven jaar duurt en we zijn nu een of twee jaar sneller, dan is dat pure winst, ook in fi nancieel opzicht.”

N i e u w e k a n s e n

Volgens Verlaan biedt deze manier van werken veel nieuwe kansen, ook voor het mkb. “Een goede samenwerking le-vert voor beide partijen voordelen op. In dit geval besparen wij dus tijd bij de marktintroductie van een nieuw product en de kleinere bedrijven zitten nu eens op de eerste rij bij de productontwikkeling.” Deze vorm van samenwerking is uniek in Nederland en wordt ook breed gedragen. Dat blijkt wel uit het feit dat het Agentschap NL, een afdeling van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, subsidie verleende. “Zo’n subsidie kan net het nodige duw-tje in de rug geven. Net als de prijs die we hebben gekregen voor de Factory of the Future is het een stimulans om door te gaan. Dit heeft ook een uitstraalfunctie: een subsidie of prijs laat aan anderen zien dat we op de goede weg zijn.”Verlaan gelooft zeker dat dit soort samenwerkingsmodel-len ook in de toekomst kan worden opgezet. “Dit is een heel goede manier van innovatie. Volgens mij worden kleinere bedrijven in dit opzicht een beetje ondergewaardeerd in Nederland. Dat is jammer, want zij brengen allemaal hun eigen expertise en ervaringen mee. En de meest succesvolle innovaties komen altijd tot stand op het snijvlak tussen dis-ciplines.” Voorwaarde voor deze manier van samenwerking is wel dat de brancheorganisaties een coördinerende rol spelen. “Het is immers niet te doen om de productontwikkeling gelijktij-dig te communiceren met twintig verschillende bedrijven. In dit geval, met de Federatie NRK (branchevereniging voor de Nederlandse rubber- en kunststofi ndustrie) is dat bijzonder goed geslaagd. Omdat de Nederlandse infrastructuur voor overleggen en samenwerken uitstekend is, zie ik niet in waarom dat niet ook met andere branches zou kunnen. Bij-voorbeeld ook met de verf- en drukinktindustrie.” •

Verlaan: “Als ideation manager moet je mensen over-tuigen van je visie. Uiteindelijk moeten er wel concrete voorstellen uitrollen.”

24_25 Verlaan.indd 25 23-06-11 15:34

Page 26: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

26

interview

Bas Eenhoorn vertrekt als voorzitter van Stichting Kleur Buiten

‘Geen mozaïek va n ons land maken, wel bewust kl eur toepassen’

Bas Eenhoorn stapt op als voorzitter van de Stichting Kleur Buiten (SKB),

een functie die hij vijf jaar bekleedde. Kleur in de publieke ruimte heeft zijn

bijzondere belangstelling. De SKB heeft mensen aan het denken gezet over

kleurgebruik, blikt hij terug, “al blijft er nog een lange weg te gaan.”

Een afscheidsinterview.

T e k s t : A n t o n S t i gF o t o ’ s : P e t v a n d e L u i j t g a a r d e n e . a .

“We zijn er nog lang niet als het gaat om bewust kleurge-bruik. Mijn allergrootste wens is dat stedenbouwkundigen en architecten tijdens hun studie ten minste één trimester lessen - noem het kleurkunde - zouden kunnen volgen. Want kleur en kleurtoepassing begint meestal bij mensen die ontwerpen en ideeën hebben voor een nieuwe stad, voor de bebouwing in een dorp, of wijk. Als zij zich er niet van be-wust zijn, of er zelfs helemaal niks van vinden, dan wordt het bewust kleurgebruik toch een moeilijk verhaal.”Drs. H.B. (Bas) Eenhoorn is niet alleen waarnemend burge-meester van Alphen aan de Rijn, maar ook voorzitter van de Stichting Kleur Buiten (SKB). Eenhoorn is iemand die kleur al-tijd een warm hart zal blijven toedragen, zo verzekert hij. Ook nu hij die ‘gekleurde’ neventaak door tijdgebrek na meer dan vijf jaar naast zich neerlegt en overdraagt aan een opvolger.

K l e u r m a a k t v r o l i j k

Kleur, zo is zijn overtuiging, maakt het leven niet alleen vro-lijker, maar heeft veel meer eigenschappen. Eigenschappen,

Nog een voorbeeld van kleur in de bouw: Aldo Rossi’s project in Berlijn (Floor van Dusseldorp).

In Alphen aan de Rijn is een bijzondere fi etsenstalling te vinden: de groene ‘Fietsappel.’Eenhoorn: “Elke stad zou een paar van die kleurige land-marks moeten hebben”

26_29 Eenhoorn.indd 26 23-06-11 15:34

Page 27: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

17 - 2011verf&inkt 27

interview

Bas Eenhoorn vertrekt als voorzitter van Stichting Kleur Buiten

‘Geen mozaïek va n ons land maken, wel bewust kl eur toepassen’

die er in het leven ‘aantoonbaar’ toe doen. Ze maken de we-reld leefbaarder, zelfs leesbaarder, maar indirect ook veiliger. Eenhoorn zei dan ook prompt ja toen hij als bestuurslid werd gevraagd om mee te helpen de mens kleurbewuster te maken via een mede door bedrijven uit de Nederlandse verfi ndus-trie gesteunde stichting. Of liever gezegd bewust te maken van de functie van kleur. In de bebouwde omgeving en in de openbare ruimte bijvoorbeeld. Niet in het minst omdat hij zelf ook ooit planoloog is geweest en geografi e studeerde.

K l e u r w e r k t

Kleur werkt echt, zo heeft hij nu ook bestuurlijk kunnen erva-ren. De hoofdstad van Albanië, Tirana, vindt hij een prachtig voorbeeld als het om de effecten van kleur gaat. “Vroeger een typisch communistisch oord met alleen maar van die grijze, betonnen fl ats”, weet Eenhoorn nog. “Vreselijk. Totdat er een nieuwe burgemeester kwam, een kunstzinnig mens dat zei: we gaan al die fl ats een eigen kleur geven en de mensen mogen zelf aangeven welke. Daar zijn prachtige foto’s van. En het interessante was: de verloedering hield op. Mensen kwamen voor het eerst echt op voor hun eigen fl ats. Zo van: die rode daar woon ik. En in die blauwe woont en werkt hij. De fl ats maakten in ieder geval geen deel meer uit van een grote grijze massa. Ook het effect op de sociale veiligheid was heel positief. Nou roep ik niet dat we van Ne-derland dan maar meteen één groot kleurenmozaïek moeten gaan maken, nee, kleurgebruik moet je selectief en bewust toepassen. Op een manier die past bij stedenbouwkundige principes. Tegelijkertijd kan bijvoorbeeld ook alleen een gebouw een bepaalde kleur krijgen omdat het hoort bij de positie en functie van zo’n gebouw.”

K l e u r e n r o u t e s

Hoe is het Nederland vergaan in zijn tijdperk als SKB-voor-zitter? ‘’We zijn eerst begonnen aandacht te vragen voor het kleurgebruik in steden door speciale kleurenroutes te maken”, zo herinnert Eenhoorn zich. Het motto: wat zijn nu eigenlijk de typische, authentieke kleuren van een stad? In Den Haag, weet hij, is dat bijvoorbeeld vooral wit. “Dat heeft te maken met de beschikbaarheid van grondstoffen. Den Haag ligt aan zee. Dus, veel schelpen en kalk in lichte tinten. Maar je hebt ook steden waar veel zwart zit, of waar juist weer donkere kleuren domineren. Zoals in Schiedam,

dat heel vroeger bijna letterlijk zwart zag van de jeneversto-kerijen. Restanten uit die industrie werden ook als grondstof gebruikt om ter bescherming muren mee te behandelen. De kleuren van Dordrecht vind je bijvoorbeeld weer terug in de Dordtse Waaier, een initiatief waar ook wij een actieve rol in hebben gespeeld. Toch associeer ik eigenlijk nog te weinig steden met kleur. In Arnhem hebben we bijvoorbeeld ook een kleurenroute gemaakt. Maar als het om voor de stad typische kleuren gaat, vind ik het daar al ingewikkelder. Datzelfde geldt voor Groningen, dat qua kleurgebruik ook minder uit-gesproken is. Voor de Zaanstreek ligt het beduidend anders, met zijn Zaanse groen. Het hoeft niet altijd één bepaalde kleur te zijn, het kan ook om variaties gaan.”

Z w a r t e g e m e e n t e

Het zou overigens gemakkelijk zijn om zijn huidige werkge-meente Alphen aan de Rijn, zeker na het dramatische schiet-

incident te associëren met zwart, of met een op zijn minst zwart omrande stad. Eenhoorn gaat daar niet in mee. “Treurig genoeg associëren veel mensen Alphen inderdaad met het grote drama. Maar daarnaast ziet men de stad toch wel dege-lijk als wezenlijk onderdeel van het Groene Hart. Ik kan met een gerust hart zeggen dat Alphen een vooral groene stad is, die momenteel weer bezig is het stadshart een upgrading te geven. En ook daar zal ik kritisch naar kijken in de zin van: doen we nog iets met kleur? Laten we niet, zoals helaas vaak het geval is, ons louter concentreren op vorm, of op materi-aal, zoals hout, steen, of kunststof, maar ook en misschien wel juist op kleurgebruik.” Over groen Alphen gesproken. In ‘zijn’ gemeente is een bijzondere fi etsenstalling te vin-den, die bekendstaat als de groene ‘Fietsappel.’ Het gaat om werk van architect en stedenbouwkundige Wytze Patijn en architect Silvian van Tuyl: een stalen blikvanger met een doorsnede van dertig en een hoogte van vijftien meter, die

‘Le Medi’ in Rotterdam naar ontwerp van Geurst & Schulze Architecten/Korteknie Stuhlmacher Architecten kwam als eerste in aanmerking voor de dit jaar voor het eerst uitgereikte Kleur Buiten Prijs. Op deze pagina twee varianten uit dat project (foto’s van Stefan Müller).

26_29 Eenhoorn.indd 27 23-06-11 15:35

Page 28: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

Customer Focus

Sustainability

Paints, Coatings, Adhesives

Omya is a global producer of calcium carbonate. With over 120 years experience in mineral sourcing and production Omya’s knowledge of calcium carbonate and its use is unparalleled. Omya’s Applied Technology Services will help you to improve your performance. We understand your needs. Worldwide. www.omya.com

CALCIUM CARBONATE[in nature, in life]

Printing Inks

tel. +31(0)341 - 42 70 72+31(0)341 - 41 33 00

fax +31(0)341 - 42 49 00

[email protected]

P.O. Box 353840 AA HarderwijkThe Netherlands

kleurenwaaiers kleurkaarten showkaarten pastilles

Kleurenwaaiers volgens

het Ral systeem

tel. +31(0)341 - 42 70 72+31(0)341 - 41 33 00

fax +31(0)341 - 42 49 00

[email protected]

P.O. Box 35P.O. Box 35P.O. Box 353840 AA HarderwijkThe Netherlands

kleurenwaaiers kleurkaarten showkaarten pastillespastilles

NIEUW

British Standard Colors

476 kleuren

vanaf 1000 st. 4,00type 1 7,25 pr. st.

vanaf 1000 st. 10,00

vanaf 29,75

type 3 18,00 pr. st.

viscositeit

Viscositeit Concentratie Dichtheid Refractie Index Reologie

Anton Paar Benelux BVBAMaagd Van Gentstraat 12

B-9050 Gentbrugge+32 (0) 9 280 83 20

Anjerstraat 2A5102 ZA Dongen

+31 (0) 162 319250

[email protected]

26_29 Eenhoorn.indd 28 23-06-11 15:35

Page 29: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

29 17 - 2011verf&inkt

is gecreëerd om het stationsplein een ‘herkenbare identiteit’ te geven. En uiteraard om fi etsen in te stallen. “Eigenlijk zou elke stad een paar van dergelijke gekleurde landmarks moe-ten hebben. Daar zou ik groot voorstander van zijn.”

K l e u r s t e l l i n g e n

De boodschap van de Stichting Kleur Buiten - je bewust worden van de toepassing van kleur - is in het tijdperk van Eenhoorn vooral uitgedragen via congressen, symposia en studiedagen. En in boekvorm dicteert de stichting zelfs een twaalftal concrete kleurstellingen. Met name voor de ste-denbouw. Bijvoorbeeld dat bij de ontwikkeling van nieuwe wijken en gebouwen toch meer gelet moet worden op de geschiedenis van de plek, de stijl en trend als het om kleur-toepassing gaat. En dat wanneer er bij stedenbouwkundige ontwerpen sprake is van concepten waarin ook materialen en kleuren een rol spelen, dit voortaan expliciet in het be-stemmingsplan of in een beeldkwaliteitsplan opgenomen zouden moeten worden. Verder zouden ook eigenaren van maatschappelijk vastgoed, zoals gemeenten, woningcorpo-raties, stations, ziekenhuizen en onderwijsinstellingen, voor de kwaliteit van de leefomgeving hun verantwoordelijkheid moeten nemen met het bevorderen van bewust kleurgebruik. Nu dankzij de stichting SKB kleurenroutes in verschillende steden inmiddels vorm hebben gekregen, zijn er tussen de bedrijven door weer nieuwe promotionele activiteiten ont-wikkeld. Zo is dit jaar voor het eerst de Kleur Buiten Prijs uitgereikt. Met de prijs, vijfduizend euro, wil de stichting het bewust gebruik van kleur in de openbare ruimte stimuleren. Voor de prijs komen projecten in aanmerking “waarvan het kleurgebruik een verrijking is voor de openbare ruimte en daarmee voor de kwaliteit van de leefomgeving.”

K l e u r b e p a l e n d

Eenhoorn ervaart kleur ook persoonlijk als bepalend in het leven. “Ikzelf heb bijvoorbeeld een grijs pak aan omdat ik vind dat die kleur mij heel goed staat. Zou ik een blauw pak aandoen, is er waarschijnlijk meteen iets mis met mijn uitstraling. Dus ik teken voor grijs. Anderzijds is er ook een periode geweest dat ik hardere kleuren droeg. Dat lag aan mijn gezicht; ik had een andere bril en was jonger. Maar die combinaties van toen zouden nu niet meer kunnen en zelfs botsen met mijn uitstraling. Dat wil zeggen: met hoe ik er uit

wil zien, hoe ik over wil komen. Daar hoort grijs absoluut bij. Al geef ik het wel accenten. Een kleurige das bijvoorbeeld.” Kleur kan volgens hem ook spannend zijn. “Ergens op een binnenpleintje in een voor sommigen misschien nietszeg-gende hoek in Amsterdam heb je een aantal huizen dat helemaal in het oranje is gezet. Echt idioot. Dan kun je ook zeggen: ‘Moest dat nou?’ Toch is het op die plek iets bijzon-ders geworden, al moet je zoiets niet in een hele wijk willen. Met kleur is het ook vaak gewoon een kwestie van accenten leggen.”

H e e l e r g n i k s e r i g

Eenhoorn is in zijn bestuurlijke carrière burgemeester ge-weest van meerdere gemeenten. Onder meer van Schier-monnikoog, van Voorburg en sinds een jaar of vijf als waarnemend burgemeester van Lansingerland, Kaag en Braassem en Alphen aan den Rijn. Heeft een burgemeester invloed op (gemeentelijk) kleurgebruik? Eenhoorn meent van wel. “Je wordt uiteraard regelmatig geconfronteerd met uitbreidingsplannen. En heel vaak heb ik geroepen: jongens kan dit plan niet wat frissser, wat origineler? Of: waarom zie ik alleen grauw en grijs? Ik heb me zeer verzet toen we van rood naar gelige steentjes gingen in de nieuwbouw. Dat vond ik heel erg nikserig. Architecten riepen toen jammer genoeg nog: nee geen accenten met andere kleuren, want dan wordt de eenheid verstoord en vormt de wijk niet meer één geheel. Terwijl accenten juist het verschil kunnen ma-ken! Kleur is iets waar ik wel degelijk in geloof. “Heeft de stichting in het tijdperk Eenhoorn iets bereikt? “Tsja, misschien niet in de zin van: kijk maar eens om je heen en je ziet het!”, reageert de man die bijvoorbeeld ook de politiek jarenlang mede kleur gaf als voorzitter van de VVD. “Maar het feit dat in een aantal steden bij de steden-bouwkundige diensten onze kleurenroutes bekend zijn, dat ze met ons hebben meegedacht en onze visie in toenemen-de mate wordt gebruikt bij de upgrading van bijvoorbeeld binnensteden, dan denk ik: ja, we hebben toch werk gedaan dat van betekenis is geweest. Het heeft mensen in elk geval meer aan het denken gezet. Al blijft er nog altijd een lange weg te gaan.” •

29

duurzaam onderhoud

GespotAngst en beven

“Ik ben bang voor het verder afglijden van dit land, en wacht met angst en beven de volgende

verkiezingen af”(Annemieke Nijhof, directeur-generaal Water

op het ministerie van Infrastructuur en Milieu en ex-raadadviseur van premier Balkenende, bij haar

aankondiging niet meer als ambtenaar te willen werken voor een kabinet dat wordt gedoogd door de

PVV)

Verengelsing“Internationalisering betekent bij ons vooral

verengelsing. Anders tel je niet meer mee. De opmars van het Engels in het Nederlandse

universiteits- en bedrijfsleven is illustratief voor ons culturele minderwaardigheidscomplex. We willen zo graag bij de grootste in het gevlei komen, dat we de grootste in alles kopiëren, zonder dat overigens de

grootste ons ziet staan”(Columnist Thomas von der Dunk in De Volkskrant

van 15 juni)

Potsenmakers“Wij stammen af van boeren, vissers en handelaren.

Wij vragen eerst wat iets kost en daarna wat het opbrengt. Daarom zien we kunst als een verdachte activiteit, op andermans kosten uitgevoerd door

vrijgestelden die te beroerd zijn om een nuttig vak uit te oefenen. Rare fratsen en potsenmakers”

(Columnist Bert Wagendorp in De Volkskrant van 11 juni)

Beschaving“Je leest de beschaving van een land feilloos af aan

de mate van bescherming van diegenen die niet naar de stembus gaan en geen geld binnenbrengen: geestelijk gehandicapten, psychiatrische patiënten

en demente bejaarden” (Columniste Aleid Truijens in De Volkskrant

van 15 juni)

Eigenbelang“Het Europese ideaal stoelt op solidariteit en als dit principe de harten niet meer kan bereiken, als

ressentiment en eigenbelang gaan domineren, zal het einde van de EU vroeg of laat in zicht komen”

(Columnist Sylvain Ephimenco in Trouw van 17 juni)

Opwindend“Ik heb vrienden die kunst maken, met van die

paletten met dikke klodders. De geur van verf vind ik bijna opwindend”

(Actrice Loes Luca in NRC Handelsblad van 18 juni)

29

Scheidend voorzitter van de Stichting Kleur Buiten Bas Eenhoorn tekent persoonlijk voor grijs. “Zou ik een blauw pak aandoen, is er waarschijnlijk meteen iets mis met mijn uitstraling.”

Kleur in de openbare ruimte. Het Zuid-Spaanse dorp Júzcar is heel ver gegaan: fi lmmaatschappij Sony opperde het idee om het dorp om te toveren tot smurfendorp voor de première van de 3D-fi lm The Smurfs. Daarvoor was 4.000 liter verf nodig en een handjevol vrijwilligers. Het bergdorpje, met één kerk en voor de rest wat huizen, is nu in blauw gehuld.

26_29 Eenhoorn.indd 29 23-06-11 15:35

Page 30: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

30

verf & renovatie

Rijksmonument Hollands Spoor maanden eerder klaar

Van der Ende trots op verfklusoudste

treinstation Den Haag

Algemeen directeur Peter van der Ende en projectmanager Rokus

Treffers van Van der Ende Straal en Schilderwerken uit Barendrecht

zijn trots een niet-alledaagse verfklus te hebben binnengehaald: het

conserveren van het rijksmonumentaal Station Hollands Spoor, hartje

Den Haag, dat momenteel aan de gang is. Met dank aan onder meer de

verfsystemen van Schaepman’s Lakfabrieken uit Kampen. Het vorig jaar

in opdracht van ProRail gestarte project verloopt dermate voorspoedig

dat het ‘oudste station’ van Den Haag naar verwachting al deze zomer,

in augustus kan worden opgeleverd in plaats van op 1 december.

T e k s t : A n t o n S t i g F o t o ’ s : P e t v a n d e L u i j t g a a r d e n e . a .

Van der Ende vindt de klus om meerdere redenen bijzonder en interessant. “Niet alleen gezien de waarde van de op-dracht, je praat toch al gauw over miljoenen, maar vooral omdat je zeg maar de eer hebt een rijksmonument in al zijn pracht en praal in ere te mogen herstellen. Wat dat betreft hebben we best minder aansprekende en veel saaiere pro-jecten, die wellicht qua omvang van meer importantie zijn, maar die toch een ander gevoel geven. En die ook publicitair niet zo scoren.”

D u i z e n d e n v i e r k a n t e m e t e r s

Bij het project gaat het om het verven van ruwweg 25.000 vierkante meter staal en 12.000 vierkante meter hout, zowel interieur als exterieur, inclusief de constructies. Ook het ver-lagen van bovenleidingen en het vervangen van de boven-leidingdraagconstructies behoorden tot de werkzaamheden onder regie van Van der Ende. Aan de schildersklus wordt dagelijks gewerkt door een ploeg van tien tot vijftien man. Het straal- en conserveringsbedrijf had bij de inschrijving te duchten van een vijftal concurrenten, maar haalde het project binnen op basis van ‘het enige gunningcriterium’: de prijs. Bang dat hij zich heeft verrekend is Van der Ende niet. “Bij aanbestedingen kun je dat gevoel wel eens hebben, om-dat de uitslagen onderling nog wel eens spectaculair kunnen verschillen. Dat was bij dit project trouwens ook zo. Maar we hebben een aantal innovaties kunnen doorvoeren, die in de praktijk ook echt blijken te werken. Daardoor hebben we wat prijs betreft een doorbraak kunnen forceren.”

G e h e i m v a n s m i d

Van der Ende noemt als ‘geheim van de smid’ een ‘me-thodiek van bereikbaarheid.’ “We hebben in nauwe sa-menwerking met de steigerbouwer Harsco Infra Structure een stramien van steigerbouwen bedacht dat we repeterend

30_31 Den Haag HS.indd 30 23-06-11 15:35

Page 31: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

17 - 2011verf&inkt 31

verf & renovatie

kunnen inzetten.” Iets wat volgens het onderhoudsbe-drijf het verschil heeft gemaakt en qua prijs scheelt als de spreekwoordelijke slok op een borrel.Hollands Spoor, het oudste station van Den Haag, werd ge-opend in 1843 toen de Oude Lijn vanuit Amsterdam van Lei-den naar Den Haag werd doorgetrokken. In 1847 werd de lijn verlengd naar Rotterdam. Op het station is sinds 1893 ook een Koninklijke wachtruimte te vinden. In de nacht van 14 op 15 oktober 1989, kort na een restauratie, werd in de stations-restauratie brand gesticht door een inbreker. De brand legde het perrongebouw en -kap in de as. Het gebouw werd later in oorspronkelijke staat hersteld. En niet eens zo lang geleden is de Koninklijke wachtkamer door een ander bedrijf onder handen genomen.Een van de uitgangspunten in het nog lopende project is dat

treinreizigers zo min mogelijk hinder mogen ondervinden van de werkzaamheden. Iets waarbij Van der Ende niets aan het toeval wilde overlaten. “Er is dan ook heel veel buiten het zicht van het publiek gebeurd. Daarom is er bijvoorbeeld vaak ’s nachts gewerkt.” Of de treinreiziger dat heeft meege-kregen is overigens nog maar de vraag. “Want heel Neder-land lijkt soms op een grote bouwput met wegomleggingen, afsluitingen en ga zo maar door. En dus is het publiek er mis-schien ook op een bepaalde manier murw voor”, vermoedt Van der Ende. Desalniettemin kregen orde en veiligheid ook op Hollands Spoor de hoogste prioriteit. “Als je bij zo’n project klachten krijgt over verfspatten of over wat dan ook, dan doe je iets niet goed. Gelukkig hebben we nul incidenten en kunnen met tevredenheid terugblikken op wat inmiddels is bereikt. Althans, tot nu toe, want de feitelijke oplevering

staat natuurlijk nog te gebeuren.” Om het reizigerspubliek bij de restauratiewerkzaamheden te betrekken en erover voor te lichten, heeft Van der Ende op eigen initiatief een aantal lu-dieke billboards laten maken die als blikvangers op een van de perrons in het zicht staan opgesteld. Reclame waarover is nagedacht; weer eens iets anders dan een saai bord waarop meestal alleen maar namen en getallen staan.

G e e n v r e e m d e e e n d i n b i j t

Voor het door Van der Ende’s grootvader in 1929 opgerichte bedrijf, dat 150 man personeel in dienst heeft, passen de werkzaamheden op Den Haag HS ‘exact’ in de portfolio; in het verleden zijn al meerdere treinstations in opdracht van ProRail onder handen genomen, waaronder Lelystad en het Amstelstation in Amsterdam. Ook tal van spoorbruggen en bovenleidingdraagconstructies zijn in uitvoering geweest of worden momenteel onder handen genomen. En ook daarbij is samengewerkt met Schaepman’s Lakfabrieken uit Kampen. “Dat doen we al decennialang en dat bevalt uitstekend. Zij zijn goed ingevoerd, spreken de taal van Prorail, verlenen waar nodig nazorg en zorgen altijd voor een goede ver-slaglegging. Dat zijn zaken die wij erg belangrijk vinden.” Wat niet inhoudt dat Schaepman’s de enige verffabriek zou zijn waarmee wordt samengewerkt. Als één van de grootste staalconserveerders van ons land is Van der Ende op meer-dere fronten thuis. Zo wordt ook met regelmaat gewerkt aan het onderhoud van kunstwerken zoals (spoor)bruggen, sluizen, stuwen, maar ook opslagtanks en petrochemische installaties. Uiteindelijk wordt per project de verfsoort be-paald. Van der Ende: “Je kijkt simpelweg naar het project en naar de verfsystemen die daar het beste bij passen. Het pro-ductaanbod is wat dat betreft overweldigend. En de kwaliteit over het algemeen goed te noemen. Als daar prijstechnisch geen enkele aanleiding voor is, gaan we ook niet altijd op zoek naar dat laatste dubbeltje op een literprijs. Bij de keus spelen uiteraard wel positieve ervaringen een belangrijke rol. Anderzijds heb je ook niet altijd een vrije keuze. Vaak worden in de bestekken voorkeuren uitgesproken. Dan schrijft de opdrachtgever voor welke producten je moet gebruiken. Al zijn er tegenwoordig uiteindelijk nog maar weinig bestekken waarin je geen uitwijkmogelijkheden meer hebt.”

M a r k t t r e k t a a n

De broers Peter (1961) en Oscar van der Ende (1965) zijn niet ontevreden over de in hun ogen aantrekkende orderporte-feuille. Er is veel leven in de brouwerij en de markt is volop in beweging, zo taxeren ze. Peter: “Voor zover er al sprake is geweest van een stagnatie, denk ik dat we vandaag met recht kunnen spreken over een groeiende markt. Er is een enorme achterstand in onderhoud. Zeker bij de (semi)over-heid. Ongeacht of het gaat om bruggen, sluizen, stuwen, spoorbruggen of stationsgebouwen. En dus is het niet de vraag of ze geschilderd moeten worden, maar of er geld en middelen voor beschikbaar zijn. Een vraag overigens, die dezelfde eigenaren zich al twintig jaar stellen. Dan kun je op de vingers van een hand ook wel natellen hoe behoeftig het onderhoud op dit moment is. We zien de toekomst dan ook zeer positief in.” •

Het oudste treinstation van Den Haag: Hollands Spoor met zijn kernmerkende vormgeving.

30_31 Den Haag HS.indd 31 23-06-11 15:35

Page 32: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

gekleurd verleden

XXxxxxx xxxxxxxx

Nederland telde ooit honderden verffabrieken en ambachtelijk

verf- en inktmakers: van kleinschalige familiebedrijven tot

robuuste ondernemingen met industriële potentie. ‘Gekleurd

Verleden’ gaat terug in de tijd en verhaalt op basis van

fragmenten uit vervlogen jaren. In deze tweede afl evering:

verffabriek Premier in Den Haag-Loosduinen.

gekleurd verleden

Van vernisstokerij ’op aarden grond’ tot modern chemisch bedrijf. Dat is de titel van een boek dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw verscheen ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan (1828-1953) van de NV Lak-, Vernis en Verffabriek Molyn & Co in Rotterdam Overschie. De auteur, de Rot-terdamse journalist en letterkundige Jan Willem de Boer, beschrijft in tweehonderd pagina’s en in vier episoden het reilen en zeilen van het toen nog zelfstandige bedrijf. Voor de duidelijkheid: het gaat om het Molyn van vóór de fusie met verffabriek Brink in Groot-Ammers (1970), de overname door Akzo Coatings (1986) en de samensmelting van Brink-Molyn en Trimetal (1996). Zoals bekend maakt het bedrijf onder de naam Trimetal (Bouwverven) al weer jaren deel uit van AkzoNobel Decorative Paints.Oprichter van de oorspronkelijke ‘Molyn & Co’, François Adri-aan Molyn, over wie auteur De Boer schrijft dat hij ‘te grote vleugels had voor zijn nest’, legt op 23-jarige leeftijd in de Eerste Lombardstraat in Rotterdam de basis van het bedrijf. Al langer leeft bij de schilder het plan zijn schildersbedrijf in deze straat te vervangen door een verfwarenhandel, maar dan met een eigen lakken- en vernisstokerij ‘liefst buiten de (vervallen) wallen.’ En aldus krijgt het bedrijf vanaf 1928 vorm.

J o n g s t e p e r i o d e

In Gekleurd Verleden gaat de aandacht vooral uit naar wat in het boek als ‘Jongste Periode’ (1918-1953) van Molyn & Co wordt omschreven. In het bijzonder naar de Tweede Wereldoorlog. Waarbij de auteur aantekent dat die oorlog op het moment van verschijning van het jubileumboek, in 1953, ‘nog te vers in het geheugen ligt om een volkomen onpartijdige beschouwing te mogen vergen, hoe de Neder-landse verfi ndustrie en de verschillende industriëlen zich hebben gedragen en gehouden, hoe ver de collaboratie bij enkelen ging, of waar de zwaarste offers om der wille van het diepgeliefde vaderland zijn gebracht’. Volgens De Boer heeft Molyn & Co, onder meer producent van scheepsverven en coatings, voor het toenmalige ‘ministerie van Marine’ in oorlogstijd in elk geval grote voorraden grondstoffen uit de fabriek in Overschie laten verdwijnen naar ‘veilige schuiloor-den’. Het zou daarbij onder meer gaan om Chinese Houtolie

32

en Papaverolie, die in de ruïne van een jeneverstokerij aan de Havendijk in Schiedam werden verstopt. De locatie lag al snel ‘tot de nok toe’ vol met kostbare grondstoffen. Met deze en andere ‘privé-bezettersbestrijding’ is Molyn & Co telkens door het oog van de naald gekropen, aldus De Boer. Toen de oorlog voorbij was, had de bezetter voor niet meer dan vijfduizend gulden waarde te pakken gekregen en was er ‘voor ver over de 100.000 gulden gered, of op een nuttige, verantwoorde, goed vaderlandse wijze besteed’.

L e v e n s m i d d e l e n

De particuliere levensmiddelensteun voor diegenen die in de fabriek bleven werken, functioneerde volgens de auteur goed. Zelfs toen de stroomvoorziening was uitgevallen, werd er doorgewerkt. Of gedaan alsof! Dat alles om inbeslagne-ming van de fabrieksgebouwen te verhinderen. Lijnolie werd geruild voor brandstoffen en eten. Iets waarbij Molyn & Co ‘een niet genoeg te waarderen hulp’ heeft ondervonden van de oud-secretaris van de gemeente Overschie, de heer W.B. van de Water. Een man die volgens de schrijver ‘als een

onvermoeibare voedselcommissaris’ hiervoor doorlopend aan het werk was bij zijn relaties in de Betuwe. ‘Het gehele personeel van Molyn & Co heeft van zijn gezwoeg de baten ondervonden en genoten’.Omdat er, althans voor de schijn, in oorlogstijd bij Molyn doorgewerkt werd, lieten de bezetters de fabriek met rust. Daarom konden in de fabriek ook machinerieën van andere, minder gelukkige ondernemingen worden verstopt. ‘Molyn & Co had nu eenmaal de naam verworven de vijand buiten de deur te kunnen houden en het bedrijf heeft die naam ten volle gebruikt ten bate van anderen’, aldus De Boer.

L a k b e n z i n e

De auteur maakt in zijn boek nog melding van wat hij om-schrijft als ‘best vertelbare misleidingtruc’. Onder de kruip-vloer van de fabriek lag een grote voorraad ‘Terpentina’.‘Een lakbenzine, waarop auto’s, met een beetje goede wil, uitstekend konden rijden’. Daarom zochten de Duitsers met name tegen het einde van de oorlog pakhuis na pakhuis af om dit product te bemachtigen, uiteraard vooral om hun le-gerwagens rijdend te houden. Onder leiding van het Rijksbu-reau voor Chemische Producten en in overleg met de GG en GD, alsmede de Kamer van Koophandel, werd er in Rotterdam op zeker moment een ‘stookvoorziening’ voor moeders met babies tot en met zes maanden in het leven groepen. Volgens De Boer stelde Molyn, net als een aantal collega-bedrijven ‘nagenoeg zijn hele voorraad Terpentina’ beschikbaar tegen kostprijs. En dat terwijl een vat van het product op de zwarte markt volgens De Boer grif 2.500 gulden opleverde. Molyn wenste echter niet meer dan eenvijfentwintigste deel, 100 gulden per vat te ontvangen. ‘En zo kregen veel in nood ver-kerende Rotterdamse moedertjes materiaal in hun bezit om op te koken. Tegen een zeer lage prijs, want ook de uitgezoch-te distributieadressen maakten geen winst op het artikel’. S c h a a r s t e g r o n d s t o f f e n

Het beschikbaar stellen van de Terpentina-voorraad had echter tot gevolg dat de fabriek na de bevrijding geheel zonder verdunningsmiddelen zat. Of zoals De Boer het omschrijft ‘zonder de onmisbare grondstoffen om bereide verf te maken’. Die schade is later volgens de auteur door

Molyn & Co kroop in de oorlog vaak door het

oog van de naald Nederland telde ooit honderden verffabrieken en ambachtelijke verf- en inktmakers: van kleinschalige familiebedrijven tot robuuste ondernemingen met industriële potentie. ‘Gekleurd Verleden’ gaat terug in de tijd en verhaalt op basis van fragmenten uit de rijke geschiedenis van de Nederlandse verf-industrie. In deze twaalfde afl evering fragmenten uit de bedrijfshistorie van Molyn & Co uit Rotterdam Overschie, toegespitst op de Tweede Wereldoorlog.

Verffabriek Molyn & Co , Rotterdam:

Een enveloppe met daarop de toenmalige naam van het bedrijf als ‘N.V. Sociëteit ter vervaardiging van vernissen en verfwaren’ in 1933 en een briefkaart uit 1924 met daarop een afbeelding van een verfblik met ‘Heizkörperlack’, ofwel radiatorlak (illustratie: collectie Rien de Jong).

32_33 Kleurrijk.indd 32 23-06-11 15:36

Page 33: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

gekleurd verledengeklklk eurd verleden

33 17 - 2011verf&inkt

getracht de mensen van het bedrijf in te lijven en te depor-teren en dit is slechts in enkele gevallen, buiten de schuld der directie, gelukt’, schrijft De Boer. ‘Gemakkelijker was het aan de rekwisitiewoede van de bezetter te ontkomen. Al waren voordturend grote diplomatie en onversaagdheid nodig om de vijand geen resultaten te laten boeken. De vastberadenheid van vrijwel alle medewerkers, een hou-ding die geen krimp gaf, zelfs toen honger, duisternis en andere ontberingen allen zwaar op de proef stelden, is een prachtige steun geweest. Toen het er op aankwam voor zijn overtuiging te lijden, voor zijn geloof te staan en offers te brengen met vaderlandslievend doel voor ogen, is Molyn & Co in niets te kort geschoten, daar het gehele bedrijf wist, van hoog tot laag, dat eens het goede zou zegevieren over het boze’.

Z a k e l i j k o v e r l e v e n

Ook zakelijk heeft Molyn de oorlog goed doorstaan, maakt De Boer duidelijk. ‘De overgeblevenen hebben het probleem van het wegvallen van de export overwonnen door een vol-ledige compensatie in een binnenlandse omzetverhoging: zij hebben de contigenteringen en de distributiemoeilijkheden opgevangen, en met succes olievrije producten gemaakt en kunstharsen doeltreffend bestudeerd. Het gehele complex der oorlogsjaren overschouwend kan men zeggen dat de be-drijfsresultaten bevredigend zijn gebleven’, zo vat de auteur samen. De schaarste aan grondstoffen zet het laboratorium bijvoorbeeld juist aan te experimenteren in het bereiden van kunstharsen, ‘zodat na afl oop van deze gruwelijke periode van onderdrukking Molyn & Co klaar is om zelf die kunsthar-sen te produceren, die zij uit technisch of economisch oog-punt wenselijk acht’. B i j n a o n d o o r k o m e l i j k

Toch is de periode van september tot mei 1945, van Dolle Dinsdag tot Bevrijdingsdag, voor het ‘uitgehongerde en leeggeroofde West-Nederland en ook voor Molyn & Co, bijna niet door te komen’, schrijft De Boer. ‘In die maanden van absolute duisternis, afschuwelijke honger, kerkerge-voelens, onveiligheid en een bijna wanhopig vrijheidsver-langen, was het wegvallen van de export van 1940 al geen

de regering weer goedgemaakt. Met name toen directeur P. Groen in oktober 1945 zijn 25-jarig jubileum vierde. Toen de directie van het Rijksbureau voor Chemische Pro-ducten hem persoonlijk kwam gelukwensen, mocht Groen een extra toewijzing ontvangen ‘voor het gehele kwantum dat door Molyn & Co voor het menslievende doel was af-gestaan’.In het boek wordt overigens nog gememoreerd dat de verf-fabriek in 1942 een kalender uitgaf met de bemoedigende en troostrijke woorden ‘claegh noch versaegh’. De kalen-derbladen van de maanden waarin leden van het Koninklijk Huis verjaarden, waren in oranje uitgevoerd. ‘Dit kon me-nige staatsvijandige NSB-er niet verkroppen’, schrijft De Boer daarover. ‘In meer dan één geval is deze kalender aan stukken gescheurd, en onder schimp en dreigement aan de directie teruggezonden’. Volgens De Boer zou uit diverse aan de verffabriek gerichte brieven in de bezettingsdagen echter zijn gebleken dat Molyn & Co koningsgezinden met dergelijke kalenders wel degelijk een hart onder de riem stak.

H e t g o e d e z a l z e g e v i e r e n

In de Tweede Wereldoorlog is slechts één bedrijfspand van Molyn in het platgebombardeerde Rotterdam totaal verwoest: het fi liaal Goudse Singel. Hoe heeft het bedrijf de oorlog eigenlijk weten te doorstaan? ‘De bezetter heeft

gekleurd verledenLuchtfoto uit april 1958 van Aviodrome Luchtfotografi e Lelystad met de verffabriek van Molyn & Co in het Rotter-damse Overschie.

probleem meer: veel groter was de puzzel hoe na al deze ellende ooit weer een export zou kunnen worden opge-bouwd in een fabriek, welker belangrijkste machinerieën her en der verstopt waren en wier gunstige voorraadpositie van eens belachelijk onvoldoende was. En toch bleef het betrouwen op een wending ten goede’.In de Tweede Wereldoorlog zouden zowel de inwendige als de uitwendige hechtheid van Molyn & Co hun test scherper doorstaan dan ooit, aldus De Boer. ‘Als geheel kwam het die beproeving stralend te boven’, zo luidt dan ook de conclusie in het boek. Al was de ‘nieuwe’ start na de oorlog moeilijk, de winst in 1946 bedroeg ‘reeds 591.000 gulden en in 1947 676.000 gulden, terwijl ook de volgende jaren goede be-drijfswinsten bleven opleveren’.

T e k s t : A n t o n S t i g

Een rekening van de N.V. Lak-, Vernis- en Verffabriek Molyn & Co voor de Ambachtsschool in Winschoten, op een moment dat de Duitse infasie in ons land aanstaande is (illustratie: collectie Rien de Jong).

Reclamebord van Molyn & Co uit vervlogen jaren (foto Mu-seum Rotterdam).

32_33 Kleurrijk.indd 33 23-06-11 15:36

Page 34: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

34

vvvf verenigingsnieuws

De in de VVVF georganiseerde verf- en drukinktindustrie doet een oproep aan pro-ducenten en importeurs om hun afnemers zo vroeg mogelijk te informeren over het al dan niet blijven leveren van grondstoffen. De tweede fase voor registratie van stoffen onder REACh eindigt op 1 juni 2013. Dat lijkt nog ver weg, maar het is belangrijk om nu al na te denken over de gevolgen ervan. Het gaat in de tweede fase om de registratie van stoffen die in een volume van 100 tot 1.000 ton per jaar op de markt worden gebracht door een producent of een importeur.Voor de verf- en drukinktindustrie vallen stoffen die ingezet worden als hulpstoffen, in deze categorie. Omdat het om stoffen in relatief lage volumes gaat, zullen de kosten voor registratie naar verhouding hoog zijn. De verwachting is dat veel (grond)stofle-

VVVF tot grondstofleveranciers:bied snel duidelijkheid over

beschikbaarheid na 1 juni 2013veranciers, gezien deze hoge kosten, zul-len afzien van registratie. De betreffende grondstof zal dan van de markt verdwijnen.Hulpstoffen bepalen voor een belangrijk deel de eigenschappen van verven en druk-inkten (versnelling van de droging, water-afstoting, slijtvastheid en oppervlaktehard-heid). Het is daarom belangrijk dat in een zo vroeg mogelijk stadium wordt nagegaan of de stoffen beschikbaar blijven na 1 juni 2013 en of er mogelijkheden zijn om ze te vervangen.De les van de eerste registratiefase is dat de producenten en importeurs pas in een laat stadium een besluit nemen over registratie. Dit heeft tot gevolg dat downstreamformu-leerders, waartoe de verf- en drukinktindus-trie behoort, lang in onzekerheid verkeren. Dit is een ongewenste situatie, aldus de VVVF.

Europese Commissie werkt aan harmonisatieaanleveren productinformatie aan PoisonCenters (vergiftigingeninformatiecentra)

De CLP-verordening (Classification, Labelling and Packaging - 1272/2008) regelt, naast de etikettering van stoffen en mengsels, ook de productinformatie die aan de zogenoemde Poison Centers of ‘vergiftigingeninformatiecentra’ in de lidstaten ter beschikking moet worden gesteld. In artikel 45 van de verordening is opgenomen dat leveranciers van ge-vaarlijke stoffen en mengsels verplicht zijn om aan de vergiftigingencentra het VeiligheidsInformatieBlad (VIB) en de volledige samenstelling van het meng-sel aan te leveren. In Nederland is dit het NVIC (Nationaal Vergiftigingen Informa-tie Centrum, onderdeel van het RIVM). Doel hiervan is dat artsen en andere ge-zondheidskundige instellingen, in geval van een calamiteit met een product, snel kunnen nagaan welke acties er genomen dienen te worden om schade aan de ge-zondheid te voorkomen of te beperken.

Per 1 mei 2011 is Catelijne Hopmans begon-nen als communicatiemedewerker bij de VVVF. Zij zal de mogelijkheden bekijken om de huidige interne en externe communica-tieprocessen bij VVVF, VVVH en VLK effici-enter te laten verlopen en de communicatie beter te laten aansluiten bij de behoeften van de leden.Hopmans werkte van 2002 tot 2009 als

Catelijne Hopmans communicatiemedewerker bij de VVVF

communicatiecoördinator bij het Europese hoofdkantoor van chemiebedrijf Eastman Chemical Company. Eastman is leverancier aan de verf- en lijmindustrie. Ze was onder meer verantwoordelijk voor de interne com-municatie en de organisatie van activiteiten en evenementen. In 2009 slaagde zij voor het diploma senior communicatieadviseur bij Van der Hilst Communicatieopleidingen.

De Europese industrie heeft een ‘tool’ ont-wikkeld om gegevens uit de bijlage van het Veiligheidsinformatieblad over te hevelen naar het computersysteem van de afnemers. Deze xml-overdracht verloopt via stan-daardzinnen. Met dit initiatief erkent de industrie het belang van geharmoniseerde standaardzin-nen en communicatie over blootstellings-scenario’s onder REACH. Verschillende par-tijen uit de industrie (grondstofleveranciers,

Tool om communicatie onderREACH te vergemakkelijken

afnemers en IT-leveranciers) hebben een systeem ontwikkeld om deze communicatie via standaardzinnen tussen verschillende IT-systemen te laten verlopen. Dit zogenaamde ESCom-pakket is gratis te downloaden als men zich geregistreerd heeft via de website van Cefic.Nadere informatie: http://www.cefic.org/Industry-support/Implementing-reach/IT-Tools/(bron: Chemiezone)

De verplichting veroorzaakt een enorme administratieve last voor de bedrijven. In elke lidstaat van de EU moet de informa-tie worden aangeleverd aan een of meer de vergiftigingencentra. Bovendien is in alle lidstaten de manier van aanleveren en de aan te leveren informatie anders. Er is dus geen sprake van Europese har-monisatie. Dit is een zeer ongewenste situatie, zeker voor die bedrijven die in-ternationaal opereren. De Europese Commissie is gestart met activiteiten om de noodzakelijke harmo-nisatie tot stand te brengen. Leden van de VVVF zijn, via CEPE, de Europese koe-pel voor de verf- en drukinktindustrie, nauw betrokken bij dit proces. Een van de doelstellingen is om een centrale Eu-ropese aanmelding tot stand te brengen. Dit heeft het voordeel dat niet in elke lidstaat apart aanmeldingen behoeven te worden gedaan.

‘Duurzaamheid’ is het thema van de ko-mende conferentie annex algemene vergadering van CEPE (de Europese koepelorganisatie van de verf- en druk-inktindustrie). Plaats van handeling is de Ierse hoofdstad Dublin. De bijeenkomst wordt gehouden van 5 tot en met 7 ok-tober.Onderwerpen die o.a. aan de orde komen zijn:• Hoe komen we tot geharmoniseerde meetmethoden van duurzaamheid?• Hoe is de toekomstige grondstoffen- situatie?

CEPE Annual conference & GeneralAssembly 2011 in teken van duurzaamheid

• Hoe komen we tot ‘groene’ logistiek?• De veranderende positie van Europa in de coatingswereldNederlandse inbreng is er bij de thema’s ‘Duurzaam inkopen van de overheid in Nederland bij staalconservering’ (inlei-der Geert Geelkerken van International Paint Nederland) en ‘Certificatie van duurzaam vastgoed’ (inleider Maarten Dansen van Dutch Green Building Coun-cil). De conferentie is toegankelijk voor alle VVVF-leden. Zie verder de door het VVVF-bureau toegestuurde informatie.

Van 22 tot en met 24 juni werd in Amsterdam de jaarlijkse conferentie van de International Paint & Printing Ink Council (IPPIC) gehou-den. IPPIC is de wereldwijde overkoepelende organisatie van de verf- en drukinktindus-trie. De conferentie zou oorspronkelijk in Ja-pan worden gehouden, maar als gevolg van de aardbeving en tsunami en de problemen met de kerncentrales, werd de bijeenkomst verplaatst naar Amsterdam.Op de agenda stond onder meer het onder-

IPPIC-Conferentiewerp Life Cycle Thinking for coatings.Onderdeel van de conferentie was een bij-eenkomst van het Coatings Care Industry Stewardship Committee. Dit is de commis-sie die waakt over het project Coatings Care. Coatings Care is het wereldwijde veiligheid-, gezondheid- en milieu-initiatief van de verf- en drukinktindustrie. Gesproken werd onder meer over de mogelijkheid om Coa-tings Care onder de paraplu van Duurzaam Ondernemen te brengen.

34_35 VVVFnieuws_Adv.indd 34 23-06-11 15:37

Page 35: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

Uw proces verdient...

...een fit hartVerdringerpompen

Excentrische wormpompen Slangenpompen Membraanpompen Tandwielpompen Schottenpompen Impellerpompen Oscillerende zuigerpompen

Lobbenpompen Rondselpompen

Centrifugaalpompen Open waaier Gesloten waaier Half-open waaier Wervelstroomwaaier

Eénkanaal-waaier Zijkanaalwaaier Schroefkanaalwaaier Turbinewaaier

DoseerpompenVersnijdersService en skidbouw

Kijk voor ons compleet fitnessprogramma op www.wijkboerma.nl of bel 050 549 59 00

Van harte aanbeVolen

AdvWB197x131mm.indd 1 14-02-11 08:43

ADDITIVES • SURFACE MODIFIERS

SPECIAL PIGMENTS • FILLERS

RESINS • SOLVENTS

YOUR SPECIALTY CHEMICALS SUPPLIER FOR PAINTS AND COATINGS

SPECIALTIES

INTEGRATED CHEMICALS

Synergy by Innovation

KANAALSTRAAT 276 • POSTBUS 302 • 2160 AH LISSET 0252-419020 • F 0252-415483

www.IcSPEcIALTIES.NL • [email protected]

34_35 VVVFnieuws_Adv.indd 35 23-06-11 15:37

Page 36: VVVF Verf&Inkt 17 (juni 2011)

verf&inktCOLORCAN Small batches. Great looks.

Met de COLORCAN versterkt u uw positie in de markt. Middels digitale druktechniek kunnen al uw

producten (met een korte levertijd en in kleine aantallen) in een full colour blikverpakking in de markt

gezet worden. De nieuwste ontwikkeling is het digitaal bedrukken van het deksel. Met uw tekst of

logo op het deksel, draagt het deksel bij aan het verstevigen van uw merknaam. Ook kunt u middels

het deksel de inhoud aangeven, de kleur specificeren, of een gebruiksaanwijzing vermelden. Vanaf

nu communiceert de hele blikverpakking met de eindgebruiker. De COLORCAN betekent optimale

communicatie voor uw product.

Zandvoortstraat 69 1976 BN IJmuiden The NetherlandsT +31 (0)255 510 409 F +31 (0)255 512 801 [email protected] www.hildering.com

01_36 Omslag-Adv1.indd 36 23-06-11 15:26