Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep...

21
Vroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene Hart ziekenhuis - Anja Rietveld-Verboon, verloskundige - Janneke Hanse, verloskundige - Tjitske van Meeuwen, GGD

Transcript of Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep...

Page 1: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Vroegsignalering in de regio Gouda

Themagroep vroegsignalering1-2-2015

Themagroep bestaande uit:- Remco Nijman, gynaecoloog Groene Hart ziekenhuis- Anja Rietveld-Verboon, verloskundige- Janneke Hanse, verloskundige- Tjitske van Meeuwen, GGD- Dita Treur, RST kraamzorg- Carin Schaaff, Careyn- Barbara Blackstone, huisarts- Jeannette von Lindern, kinderarts

- Monica van Papendrecht, Reos

Page 2: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Inhoud1. Achtergrondinformatie vroegsignalering.................................................................................22. Afspraken in de regio...............................................................................................................2

2.1. Afspraken tussen verloskunde, kraamzorg en JGZ...............................................................22.2. POP poli................................................................................................................................3

2.2.1. Voor wie is de POP polikliniek?.....................................................................................42.2.2. Werkwijze.....................................................................................................................42.2.3. Betrokken hulpverleners..............................................................................................4

3. Protocollen...............................................................................................................................53.1. Protocol verslaafde zwangeren............................................................................................53.2. Protocol licht verstandelijk beperkte zwangeren..................................................................5

4. Knelpunten in de vroegsignalering..........................................................................................6Bijlage 1............................................................................................................................................7Bijlage 2............................................................................................................................................8Bijlage 3............................................................................................................................................9Bijlage 4..........................................................................................................................................12Bijlage 5..........................................................................................................................................15

1

Page 3: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Vroegsignalering regio Gouda1. Achtergrondinformatie vroegsignalering1

Vroegsignalering is het tijdig signaleren van vermoedens van psycho-sociale problemen die de ontwikkeling van het kind bedreigen. Het gaat om zorgwekkende opvoedsituaties. Een vroegsignalering leidt tot een zorgstructuur met passende hulp en ondersteuning.

Onderkenning van een probleem wordt altijd gecombineerd met mogelijke interventies. Voor het invoeren van een signaleringssysteem is het nodig dat er preventieve interventies en verwijzingen naar gespecialiseerde voorzieningen mogelijk zijn.

Zorgwekkende opvoedingssituaties zijn verstoring of bedreiging van lichamelijke of geestelijke gezondheid of ontwikkeling door : problemen van het kind zelf de opvoedingskwaliteiten van een of beide ouders omgevingsfactoren

Er kan een risico van kindermishandeling en verwaarlozing zijn. Dit hoeft niet.Zorgwekkende signalen zijn: De ouder die zelf zorgen uitspreekt of signalen afgeeft Het kind dat signalen afgeeft De professional die 'een niet pluis gevoel' heeft Het bestaan van meerdere risicofactoren en het ontbreken van voldoende beschermende

factoren.

2. Afspraken in de regioHieronder volgt een overzicht van de afspraken die er zijn in de regio Gouda eind 2014 tussen de betrokken ketenpartners (bijlage 1).

2.1. Afspraken tussen verloskunde, kraamzorg en JGZ

Prenataal Stevig Ouderschap

Stevig Ouderschap is een bewezen effectieve methodiek voor ouders met een verhoogd risico op opvoedingsproblemen, bestaande uit circa 6 huisbezoeken gedurende de eerste twee jaar na de geboorte van een kind. De Jeugdgezondheidszorg in zowel de regio Gouda als Leiden werkt al jaren met succes met deze methodiek. In de regio Gouda is begin 2011 gestart met een aanvullende module: Stevig Ouderschap prenataal. In 2014 is dit ook in de regio Leiden gestart. (Stevig Ouderschap en Stevig ouderschap prenataal is door de gemeente Gouda zeer beperkt ingekocht voor 2015.)

Dit houdt in dat zwangere vrouwen vanaf 16 weken na de conceptie verwezen kunnen worden naar de JGZ waarna zij van de, hiertoe opgeleide, SO-verpleegkundige tot maximaal vier huisbezoeken tijdens de zwangerschap kunnen krijgen. Deze worden gepland in overleg met de aanstaande ouder(s) en afhankelijk van het moment van verwijzing, zo mogelijk rond week 24, 30 en 36. Kraamzorg wil zo mogelijk geïnformeerd worden als Stevig Ouderschap prenataal wordt ingezet. Dit kan invloed hebben op de keuze van inzet van een kraamverzorgende. Hier wordt dan een ervaren verzorgende ingezet. Na de bevalling kan de begeleiding worden voortgezet met de reguliere bezoeken tot het kind twee jaar is. Alle ketenpartners kunnen hun zwangere cliënten verwijzen naar deze ondersteuning via www.stevigouderschap.nl/verwijzing.

De huisbezoeken richten zich vooral op het ouderschap. Gespreksonderwerpen tijdens de huisbezoeken zijn onder andere de verwachtingen die ouders hebben van hun kind, zichzelf, en hun eventuele partner, de manier waarop zij hun ouderschap ervaren in relatie tot hun eigen ontwikkelingsgeschiedenis en de steun die ze kunnen krijgen uit hun sociale netwerk. Daartoe behoort ook het zo nodig in contact brengen met aanvullende bronnen van steun. Naast deze vaste onderwerpen zijn de bezoeken cliënt-gericht wat betekent dat alle vragen van ouders zelf bespreekbaar zijn. Stevig Ouderschap is een methode die uitgaat van de eigen kracht van ouders en van de heilzaamheid van een luisterend oor en onbevooroordeelde aandacht. De SO-verpleegkundige staat naast de ouders en werkt met hen samen aan hun diepste verlangen om

1 http://www.cjgrivierenland.nl/Signaleren-Rivierenland-Werkwijze-signaleren

2

Page 4: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

hun kind de best mogelijke opgroei-omstandigheden te kunnen bieden. Vrijwilligheid is dan ook een belangrijke kernwaarde. Ouders worden nooit verplicht om mee te doen aan de huisbezoeken en overleg of overdracht naar ketenpartners vindt altijd plaats met medeweten van ouders.Meer informatie: www.stevigouderschap.nl

Samenwerkingsafspraken verloskunde, kraamzorg en JGZ- Over de wijze waarop tijdens / na afsluiting van het kraambed de overdracht plaatsvindt

van gegevens tussen verloskunde-kraamzorg-jgz, zijn de volgende afspraken gemaakt:o Voor de overdracht worden de volgende documenten gebruikt:

Baringsverslag (ligt bij de ouders thuis) Checklist overdracht gegevens, met bijbehorend format voor de

verloskundige (ingevuld format wordt via Zorgmail naar JGZ gestuurd) Kraamzorgdossier, incl. verslag (ligt bij de ouders thuis)

o Verloskundigen en Kraamzorg nemen onderling telefonisch contact op bij bijzonderheden en/of treffen elkaar bij de ouders thuis. N.B. Kraamzorgmedewerkers van Careyn hebben een intern stappenplan vroegsignalering (zie bijlage 2).

o De overdracht van Verloskundigen naar de Jeugdgezondheidszorg verloopt (beveiligd) via Zorgmail. Er is 1 inbox waar alle overdrachten binnenkomen. Deze gegevens worden opgenomen in het Digitale Dossier JGZ. Binnen de JGZ wordt gezorgd dat het betreffende JGZ-team hier meteen bericht over krijgt. Bij bijzonderheden, wanneer een ‘warme’ overdracht gewenst is, wordt door de verloskundige telefonisch contact gezocht met het JGZ-team.

o De overdracht van Kraamzorg naar de Jeugdgezondheidszorg verloopt via het Kraamzorgdossier, dat bij de ouders thuis ligt. Wanneer het Kraamzorgdossier ontbreekt of de jeugdverpleegkundige heeft het niet kunnen inzien, neemt de jeugdverpleegkundige altijd (met toestemming van de ouders) contact op met de kraamzorg. Bij bijzonderheden, wanneer een ‘warme’ overdracht gewenst is, wordt door de kraamzorg telefonisch contact gezocht met het JGZ-team.

- Voor aanstaande ouders die voor extra ondersteuning tijdens de zwangerschap in aanmerking komen kan de verloskundige Stevig Ouderschap Prenataal adviseren. SO-prenataal wordt uitgevoerd door een speciaal opgeleide jeugdverpleegkundige van de JGZ en bestaat uit (maximaal) 4 extra huisbezoeken. Deze extra ondersteuning kan na de geboorte voortgezet worden. Verwijzing kan online (beveiligd) plaatsvinden via www.stevigouderschap.nl/verwijzing.

- Coördinatie van zorg tijdens de zwangerschap en de kraamperiode heeft betrekking op de zwangere en de pasgeborene. De verloskundige is medisch verantwoordelijk. Wanneer de situatie om meer coördinatie vraagt zal dit per casus afgestemd worden met andere samenwerkingspartners. Wanneer SO-prenataal is ingezet kan bijvoorbeeld de jeugdverpleegkundige de coördinatie op zich nemen.

- Op verzoek van de kraamzorg en/of verloskundige kan de JGZ (in overleg met de ouders) een terugkoppeling geven van de situatie. Als door de kraamzorg/verloskundige risicosignalen zijn doorgegeven wordt altijd (in overleg met de ouders) een terugkoppeling gegeven door de JGZ.

- Om de samenwerking lokaal te borgen wordt afgesproken 1 à 2x per jaar per CJG (gemeentelijk of regionaal) een overleg te organiseren met verloskundigen en JGZ. Daarnaast is er een KVO-overleg (Kraamzorg, Verloskundigen en Jeugdgezondheidszorg) waar beleid wordt afgestemd.

2.2. POP poli In Midden Holland is een POP poli aanwezig. POP staat voor Psychiatrie, Obstetrie (verloskunde) en Pediatrie (kindergeneeskunde). Tijdens de POP bespreking bundelen zorgverleners hun krachten om vrouwen voor en tijdens zwangerschap, bevalling en kraambed bij te staan.

2.2.1. Voor wie is de POP polikliniek?Deze poli is bedoeld voor vrouwen met een kinderwens en zwangeren die: Psychiatrische klachten hebben (gehad). Medicijnen gebruiken tegen psychiatrische klachten. Verslaafd zijn aan alcohol, drugs en/of medicijnen.

3

Page 5: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Zich in een complexe psychosociale situatie bevinden. Een verstandelijke beperking hebbenDe (huis-)arts, verloskundige of psychiater kan vrouwen doorverwijzen naar de POP-poli. Ook kan een vrouw eventueel anoniem besproken worden.

2.2.2. WerkwijzeHet doel van het POP-overleg is om in een zo vroeg mogelijk stadium een goed beeld te krijgen van de situatie waarin het kind geboren gaat worden en worden afspraken gemaakt over wie, waarvoor verantwoordelijk is, zodat de gezondheid en veiligheid van het (ongeboren) kind en de vrouw gewaarborgd zijn.

Nadat de patiënt in overleg met de zorgverlener toestemming heeft gegeven wordt deze besproken in het maandelijkse multidisciplinaire POP overleg. Tijdens dit overleg bespreken de zorgverleners met elkaar welke vorm van begeleiding het beste bij haar situatie past. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van reeds betrokken hulpverleners. Indien noodzakelijk kunnen andere betrokkenen voor het zorgoverleg worden geconsulteerd zoals bv de begeleider van MEE, de zorg coördinator, de gezinsvoogd, de huisarts ed. Er volgt een advies over de behandel- en begeleidingsmogelijkheden. Vervolgens gaat de patiënt in gesprek met de zorgverlener die haar heeft doorverwezen over het advies.

De vertrouwensarts van het VEILIG THUIS is niet aanwezig bij het eerste zorgoverleg, maar kan wel vooraf aan het overleg anoniem worden geraadpleegd (consultatief). Het VEILIG THUIS wordt pas betrokken bij een zorgoverleg, nadat er een melding is gedaan.

2.2.3. Betrokken hulpverlenersEr zijn verschillende hulpverleners bij het zorgtraject betrokken. Dit is afhankelijk van het advies en de aard van de klachten. Bij de POP-polikliniek werken de volgende zorgverleners: gynaecoloog, psychiater, kinderarts, psycholoog, eerste en tweedelijnsverloskundige en medisch maatschappelijk werk.

GynaecoloogDe gynaecoloog bespreekt met de patiënt of zij extra begeleiding of behandeling nodig heeft in de zwangerschap, voor de bevalling en/of het kraambed.

PsychiaterDe psychiater begeleidt zwangere vrouwen in hun psychiatrische problematiek, stelt een noodplan op en bespreekt dit plan met de zwangere. De psychiater bespreekt ook met de zwangere of zij de medicijnen, die gebruikt worden voor de psychische klachten, tijdens de zwangerschap mag gebruiken. Als het nodig is kijkt zij in overleg naar een passend alternatief. Daarnaast kan de psychiater zelf begeleiden of doorverwijzen naar een andere zorgverlener.

KinderartsEen gesprek met de kinderarts al voor de geboorte, kan om verschillende redenen nuttig zijn. Zo kan medicijn- of middelengebruik (zoals drugs) tijdens de zwangerschap van invloed zijn op de nog ongeboren baby. Daarnaast kunnen sommige medicijnen of middelen overgaan in de moedermelk. De kinderarts geeft advies ten aanzien van borstvoeding. Ook kan het noodzakelijk zijn de baby direct na de geboorte een aantal dagen in het ziekenhuis te observeren.

Klinisch psycholoogDe klinisch psycholoog wordt ingeschakeld bij angst-, stemmings- of trauma gerelateerde klachten. In deze situaties kan de klinisch psycholoog kortdurende cognitieve gedragstherapie aanbieden. Cognitieve gedragstherapie gaat erover op welke manier denken (cognities) en doen (gedrag) invloed hebben op gevoel. De behandeling is direct gericht op de specifieke klachten. Ook kan een EMDR behandeling worden aangeboden. Dit is een effectieve, kortdurende behandelmethode om nare ervaringen (bijv. een nare laatste bevalling) te verwerken en daarmee minder angstig te worden, ook voor dat wat komen gaat.

Medisch Maatschappelijk werkerSamen met de medisch maatschappelijk werker wordt de psychosociale situatie van de patiënt in kaart gebracht. Hierbij wordt gekeken naar de draaglast (wat zijn de problemen), draagkracht (hoe wordt hiermee om gegaan) en draagvlak (van wie krijgt patiënt steun). De maatschappelijk werker kan behandelen of, als er voldoende zorgverlening aanwezig is, optreden als contactpersoon tussen de verschillende zorgverleners.

4

Page 6: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

VerloskundigeDe verloskundige begeleidt de zwangere vrouw op medisch en psychosociaal gebied. Indien nodig zal de verloskundige een zwangere inbrengen in het POP-overleg. Aldaar wordt besloten of er sprake moet zijn van een overdracht aan de gynaecoloog of dat de verloskundige de zorg kan continueren in nauwe afstemming met alle bij de POP-poli betrokkenen.

3. Protocollen3.1. Samenwerkingsprotocol verslaafde zwangerenDit protocol heeft als doel om tijdig gezondheidsrisico’s te signaleren bij het ongeboren kind als gevolg van problematisch middelengebruik (alcohol, drugs) door de moeder. Deze risico’s zijn onder andere foetale groeiachterstanden, fysiologische en neurologische afwijkingen en sociaal-emotionele (gedrags-)problematiek op latere leeftijd. Vaak bestaan er ook al sociale problemen binnen het gezin. Aandacht wordt besteed aan hoe de verslaving te signaleren door de hulpverlener.

Voorts wil dit protocol optimale kansen creëren voor een gezamenlijke start van moeder en kind, waarbij ook aandacht is voor de sociale omgeving. Het kind moet in een veilige omgeving op kunnen groeien.

Een stroomdiagram is gemaakt om duidelijk te maken welke route gevolgd kan worden binnen de hulpverlening.

3.2. Samenwerkingsprotocol zwangeren met een licht verstandelijk beperkingZorgverleners krijgen regelmatig te maken met (jonge) vrouwen met een (lichte) verstandelijke beperking, die zwanger zijn (IQ tussen de 50-85, 16% van de bevolking). Naast het hebben van een laag IQ spelen er vaak andere problemen bij zwangeren /ouders met een licht verstandelijk beperkten. Zo hebben zij beperkingen in hun sociaal aanpassingsvermogen en kampen deze gezinnen vaak met problemen als armoede, psychopathologie of een gebrek aan sociale steun. Ook hebben zij een groter risico op verwaarlozing, wat gezondheids-, ontwikkelings- en gedragsproblemen als gevolg kan hebben. Deze complexiteit van sommige licht verstandelijk beperkte gezinnen / zwangeren heeft consequenties voor begeleiding en hulpverlening.Hiervoor is in het protocol een stroomdiagram gemaakt: wanneer verwijzen naar welke hulpverlener, zodat de zorg rondom deze zwangeren /gezinnen geborgd is binnen de keten. Het protocol ligt klaar ter ondertekening.

5

Page 7: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

4. Knelpunten in de vroegsignaleringDe themagroep onderscheidt een aantal knelpunten in de vroegsignalering.

6

Page 8: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Bijlage 1

7

Page 9: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Bijlage 2

8

Page 10: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Bijlage 3

SAMENWERKINGSCONVENANT KRAAMZORG - JEUGDGEZONDHEIDSZORG

Ondergetekenden1. Kraamzorgorganisaties, te weten…………………2. Jeugdgezondheidsorganisatie……………………….

Overwegende dat Alle professionals in de geboortezorg een keten vormen om samen een zo gezond en veilig

mogelijke zorg rond zwangerschap en geboorte te bieden; Om de kwaliteit van de zorgverlening in deze keten te waarborgen en/ of te verbeteren,

goede samenwerkingsafspraken onontbeerlijk zijn; De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onlangs een onderzoek heeft uitgevoerd naar

de kwaliteit van de samenwerking tussen de kraamzorg en de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus);

De IGZ de kwaliteit heeft beoordeeld aan de hand van een aantal normen; De kraamzorg en de JGZ in hun samenwerking in ieder geval de (hoogste) normen van de

IGZ als basis willen nemen; Deze (hoogste) normen in deze samenwerkingsovereenkomst worden vastgelegd en zo

nodig worden aangevuld met aanvullende afspraken; Dit convenant is de eerste stap in het verbeteren van de samenwerking tussen

jeugdgezondheidszorg, kraamzorg en verloskunde. In aansluiting op dit convenant worden gezamenlijke afspraken gemaakt met de verloskunde..

Komen het volgende overeen

Artikel 1 Doel1.1 Het doel van onderhavig convenant is het waarborgen, dan wel verbeteren van de kwaliteit

van zorgverlening en zorgoverdracht in het kader van zwangerschap en geboorte en het waarborgen, dan wel verbeteren van de continuïteit van zorg voor ouder en kind.

1.2 Met het vastleggen van onderhavige samenwerkingsafspraken is duidelijk wat de professionals van de kraamzorg en de JGZ van elkaar mogen verwachten en kan zo vroeg mogelijk worden ingespeeld op kind- en of omgevingsgebonden signalen die een gezonde ontwikkeling van het kind kunnen belemmeren.

Artikel 2 Intake2.1 De kraamzorg draagt ten aanzien van de door haar af te nemen intakes, er onder meer zorg

voor dat zij:a) op de hoogte is van het interventie aanbod van de JGZ;b) bij de JGZ , indien noodzakelijk, een prenataal huisbezoek aanvraagt.

2.2 [Overige afspraken ten aanzien van de intake die relevant zijn voor kraamzorg - JGZ].

Artikel 3 Overdracht3.1 De kraamzorg en de verloskundigen zullen afspreken om gezamenlijk informatie uit het

kraambed over te dragen aan de JGZ, zodat op het consultatiebureau de informatie en de adviezen naadloos kunnen aansluiten op de informatie die is gegeven in de kraamperiode.2

3.2 De JGZ krijgt de gegevens schriftelijk, en waar mogelijk digitaal, aangeleverd en controleert of de gegevens volledig zijn.3 Bij het ontbreken van gegevens neemt de JGZ altijd contact op met zorgverlener van wie de gegevens ontbreken.

3.3 Gegevens die in ieder geval worden overgedragen zijn (zoals opgesomd in het Standpunt gegevensoverdracht van kraamzorg en verloskunde naar JGZ):

Alle algemene gegevens, 2 Zie paragraaf 4.4.3 van het Landelijk indicatieprotocol Kraamzorg, maart 2008. Met betrekking tot de gegevensoverdracht is een onderscheid gemaakt in de gegevens die onder verantwoordelijkheid van de verloskundige dan wel de kraamverzorgende worden overgedragen en gegevens die onder verantwoordelijkheid van beide partijen worden overgedragen. In hoofdstuk 4 van het Standpunt gegevensoverdracht van kraamzorg en verloskunde naar JGZ, NCJ, 2011 is uitgewerkt welke partij verantwoordelijk is voor de overdracht van welke gegevens.3 Zie hoofdstuk 4 van Standpunt gegevensoverdracht van kraamzorg en verloskunde naar JGZ, NCJ, 2011.

9

Page 11: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Alle gegevens over de sociale anamnese en andere gegevens; Alle gegevens over het kind en andere gegevens; alle voedingsgerelateerde informatie en andere gegevens; gegevens over hulpverlening in het gezin,

3.4 De verloskundigen en de kraamzorg zullen ook afspreken dat mogelijke risico’s in een gezin altijd door verloskundige en de kraamverzorgende samen aan de JGZ worden overgedragen. Het gaat daarbij om gegevens die relevant zijn voor de JGZ om gepaste zorg te leveren in het belang van het kind.4

3.5 De kraamzorg en de verloskundigen zullen schriftelijk vastleggen dat zij samen verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de overdracht aan de JGZ.

Artikel 4 Signalering4.1 Het uitgangspunt is dat de kraamzorg naar de cliënt toe transparant is over het melden van

signalen. Onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld ingeval de veiligheid van de kraamverzorgende in het geding is, kan de kraamzorg anoniem signalen doorgeven aan de JGZ. Anonieme meldingen verlopen via de leidinggevende en de persoonsgegevens van de kraamverzorgende worden geheim gehouden. Eens per kwartaal worden in algemene zin de anonieme meldingen besproken .

4.2 De JGZ geeft altijd een terugkoppeling (mondeling of via zorgmail) aan de kraamzorg over gemelde risico’s en legt per kraamzorgorganisatie vast wie hiervoor de contactpersoon is.

4.3 Indien er sprake is van een zwangerschap binnen een risicogezin en de JGZ is daarvan op de hoogte, dan zal de JGZ de kraamzorg, de verloskundige en andere zorgverleners over dit risicogezin informeren.

Artikel 5 Overleg5.1 Tenminste eenmaal per kwartaal zal, op initiatief van de JGZ overleg plaatsvinden tussen de

JGZ en de Kraamzorg op uitvoerend niveau.5.2 Daarnaast zal eenmaal per jaar , op initiatief van de JGZ, op bestuurlijk niveau overleg

plaatsvinden tussen de JGZ en de Kraamzorg.5.3 Bij de in dit artikel genoemde overleggen zullen partijen zorgvuldigheid betrachten bij het

uitwisselen van (persoons)gegevens, conform hetgeen is vastgelegd in de Handreiking gegevensuitwisseling in de bemoeizorg van de KNMG, versie 3.0, april 2005.

Artikel 6 Evaluatie6.1 Tenminste eenmaal per jaar, tijdens het bestuurlijk overleg, zullen partijen de in dit convenant

vastgelegde afspraken evalueren en vaststellen of de wijze van samenwerken leidt tot realisatie van de afgesproken doelstelling.

6.2 Indien een bijstelling en/ of aanvulling van de afspraken wenselijk of noodzakelijk is , dan komen partijen dat schriftelijk overeen. De bijstelling/ aanvulling maakt vervolgens onderdeel uit van onderhavig convenant.

Artikel 7 Bescherming persoonsgegevensPartijen dragen er zorg voor dat de persoonsgegevens van cliënten, medewerkers en derden die al dan niet in het kader van dit convenant aan elkaar ter beschikking worden gesteld, worden beschermd in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.

Artikel 8 Duur en einde8.1 Het convenant wordt gesloten voor de duur van 3 jaar, gaat in op [datum] en eindigt op

[datum], en wordt daarna stilzwijgend verlengd voor een periode van telkens een jaar, tenzij partijen besluiten het convenant te beëindigen.

8.2 Een besluit tot beëindiging wordt schriftelijk overeengekomen in bestuurlijk overleg?].8.3 Een deelnemer kan zijn deelname aan het convenant beëindigen per aangetekend schrijven en

met opgave van redenen aan [penvoerder].8.4 Een deelname van een deelnemer aan het convenant kan in bestuurlijk overleg worden

beëindigd ingeval van:a) Faillissement of surseance van de deelnemer;b) Het niet voldoen aan de gezamenlijk gemaakte en vastgelegde afspraken door deelnemer.

4 Zie hoofdstuk 3 van Standpunt gegevensoverdracht van kraamzorg en verloskunde naar JGZ, NCJ, 2011.

10

Page 12: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Artikel 9 Toepasselijk rechtOp dit convenant is het Nederlands recht van toepassing.

OndertekeningAldus overeengekomen en in [..]voud opgemaakt te [plaats] op [datum].

11

Page 13: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Bijlage 4

Checklist Overdracht gegevensHieronder volgt de checklist overdracht van gegevens. Daar waar achter de gegevens het cijfer 1 staat is de verloskundige verantwoordelijk. Daar waar cijfer 2 staat de kraamverzorgende en daar waar de cijfers 1 en 2 staan zijn beide partijen verantwoordelijk voor de overdracht.Voor de verloskundigen is tevens een format gemaakt voor praktisch gebruik bij de overdracht van de gegevens, die aanvullend zijn op het baringsverslag.

Checklist overdracht gegevens verloskunde-kraamzorg-jgz

NAW-gegevens (1 en 2)Deze gegevens worden overgedragen via een aansluiting op Zorgmail en zijn bij JGZ deels ook bekend vanuit het GBA:Naam moederNaam vader (apart in plaats van naam ouders)Geboortedatum moederAdres/telefoonnummers en e-mailadresTijdelijke verblijfplaats moeder en kindBurgerservicenummer (BSN) moederEtniciteit (geboorteland vader en geboorteland moeder)Overig

Algemene anamnese ouders (1)Alleen in zorgelijke situaties, denk aan: Roken/alcohol/drugsVerslavingPsychiatrische problematiekVerstandelijke beperkingOverig

Kraamzorg (2)Telefoonnummers (eventueel via Zorgmail)E-mailadressen (eventueel via Zorgmail)Deze gegevens staan in het Kraamzorgdossier/verslag:Aantal gegeven kraamzorguren/dagenHerindicatie kraamzorg ja/nee redenOverig

Obstetrische anamnese (1)Miskramen/abortusDood geboren of overleden kinderenVrouwelijke genitale verminking

Sociale anamnese (1 en 2)Alleen in zorgelijke situaties, denk aan:Taalvaardigheid/communicatie beide oudersWoonomstandigheden, werkomstandighedenGezinssituatie (samenstelling/relatie/eventueel adres andere uit huis geplaatste kinderen)Hechting binnen gezin (observatie): goed/niet goedDraagkracht-draaglast vaderDraagkracht-draaglast moederPsychische aandoeningen moederInstabiele gezinssituatieMantelzorgOverig

12

Page 14: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Huidige zwangerschap (1)Bijzonderheden

Partus (1)Deze informatie staat in het baringsverslag en blijft achter voor de Kraamzorg. ZwangerschapsduurConsult/overdracht incl. redenOntsluitingsduurUitdrijvingsduurPlaats geboorte kindWijze geboorte

Bloeduitslagen moeder (1)-

Kind pp. (1)Naam/achternaamGeslachtBSNGeboortedatum/tijdstipApgar-scoreGeboortegewichtGamma immunoglobuline (hep. B)Eerste vaccinatie hep. BTestes ingedaald (li/re)Gevonden afwijkingenPrematuur/dysmatuurPaediatrische betrokkenheid/redenAangeboren afwijkingOverig

Kind (1 en 2)Deze informatie staat in het verslag van de Kraamzorg. Indien er geen kraamzorg is, zorgt de verloskundige voor overdracht:Problemen eerste 24 uurIcterus bilirubine bepaling verricht: ja/nee – uitslagHuisarts betrokkenheid/redenLaagste gewicht ( op welke dag)Gewicht achtste dagHielprik verricht: ja/neeGehoorscreening: ja/neeDag eerste meconiumlozingHuilgedragSlaapgedragBijzonderheden met betrekking tot de navelOverig

Voeding gerelateerde vragen (2)Deze informatie staat in het Kraamzorgdossier. Als er problemen zijn met borstvoeding vindt overleg plaats met JGZ door de verloskundige.Soort voeding: borstvoeding/kunstvoeding/beide – hoeveel – hoe vaakVragen alleen van belang voor borstvoeding: Baby is aangelegd binnen een uur na de geboorte: ja/neeOndersteuning borstvoeding gewenst: ja/neeBaby gaat zonder moeite/hulpmiddelen aan de borst: ja/neeMoeder kent de verschillende voedingshoudingen: ja/neeMoeder kan zelfstandig aanleggen: ja/neeBaby krijgt afgekolfde moedermelk: ja/neeBorsten worden goed leeggedronken: geen harde plekken na het drinken: ja/neeMoeder heeft pijnklachten: ja/neeMoeder maakt gebruik van borstkolf: ja/neeOverig

Actief betrokken hulpverleners/hulpverlening op indicatie (1 en 2)Toevoegen of en met welke hulpverleners contact is geweest in het kader van vroegsignalering

13

Page 15: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Contactpersoon organisatie/hulpverlenerFunctie organisatie/hulpverlenerTelefoon organisatie/hulpverlenerE-mailadres organisatie/hulpverlenerRedenOverig

14

Page 16: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Bijlage 5

Format Overdracht Verloskundige naar JGZ

NAW-gegevensNaam moeder:Naam vader (apart in plaats van naam ouders):Geboortedatum moeder:Adres:Telefoonnummers en e-mailadres:Tijdelijke verblijfplaats moeder en kind:Burgerservicenummer (BSN) moeder:Etniciteit (geboorteland vader en geboorteland moeder):Overig:

Algemene anamnese oudersAlleen in zorgelijke situaties, denk aan: (aanvinken indien van toepassing)□ Roken/alcohol/drugs□ Verslaving□ Psychiatrische problematiek□ Verstandelijke beperking□ Overig:

Toelichting:

Obstetrische anamnese(aanvinken indien van toepassing)□ Miskramen/abortus□ Dood geboren of overleden kinderen□ Vrouwelijke genitale verminking

Toelichting:

Sociale anamneseAlleen in zorgelijke situaties, denk aan:(aanvinken indien van toepassing)□ Taalvaardigheid/communicatie beide ouders□ Woonomstandigheden, werkomstandigheden□ Gezinssituatie (samenstelling/relatie/eventueel adres andere uit huis geplaatste kinderen)□ Hechting binnen gezin (observatie)□ Draagkracht-draaglast vader□ Draagkracht-draaglast moeder□ Psychische aandoeningen moeder□ Instabiele gezinssituatie□ Mantelzorg□ Overig:

Toelichting:

Huidige zwangerschapBijzonderheden:

PartusZwangerschapsduur:Bijzonderheden:

KindNaam/achternaam:Geslacht:BSN:Geboortedatum/tijdstip:Apgar-score:

15

Page 17: Vroegsignalering in de regio Gouda - CPZ · Web viewVroegsignalering in de regio Gouda Themagroep vroegsignalering 1-2-2015 Themagroep bestaande uit: - Remco Nijman, gynaecoloog Groene

Geboortegewicht:Testes ingedaald (li/re):

Bijzonderheden(aanvinken indien van toepassing)□ Gamma immunoglobuline (hep. B)□ Eerste vaccinatie hep. B□ Gevonden afwijkingen□ Prematuur/dysmatuur□ Paediatrische betrokkenheid/reden□ Aangeboren afwijking□ Overig

Toelichting:

Alleen als er geen kraamzorg is:Laagste gewicht ( op welke dag):Gewicht achtste dag:Hielprik verricht: ja/neeGehoorscreening: ja/neeDag eerste meconiumlozing:Soort voeding: borstvoeding/kunstvoeding/beide – hoeveel – hoe vaak

Bijzonderheden(aanvinken indien van toepassing) □ Problemen eerste 24 uur□ Icterus bilirubine bepaling verricht: ja/nee – uitslag:□ Huisarts betrokkenheid/reden□ Huilgedrag□ Slaapgedrag□ Bijzonderheden met betrekking tot de navel□ Overig:

Toelichting:

Voeding(aanvinken indien van toepassing en bij voorkeur mondeling overdragen)Problemen met borstvoeding□ Aanleggen□ Pijnklachten moeder□ (Dreigende) borstontsteking□ Gebruik hulpmiddelen□ Gebruik kolf

Toelichting:

Actief betrokken hulpverleners/hulpverlening op indicatieToevoegen of en met welke hulpverleners contact is geweest in het kader van vroegsignaleringContactpersoon organisatie/hulpverlener:Functie organisatie/hulpverlener:Telefoon organisatie/hulpverlener:E-mailadres organisatie/hulpverlener:Reden:Overig:

16