Voorwoord - Hilvarenbeek

27

Transcript of Voorwoord - Hilvarenbeek

Page 1: Voorwoord - Hilvarenbeek
Page 2: Voorwoord - Hilvarenbeek

2

Voorwoord Geachte Lezer, Voor u ligt het uitvoeringsbeleid 2019 - 2022 van de gemeente Hilvarenbeek. Met dit beleid wordt aangesloten op de huidige wet- en regelgeving (wijzigingen in het Besluit omgevingsrecht) en de praktijk op het gebied van vergunningverlening. De thema's van het programma-akkoord 2018 - 2022 dienen onder andere als leidraad voor dit beleid. Voorliggend beleid bevat voor een periode van drie jaar de voorgestelde beleidsdoelen op het gebied van vergunningverlening. Het beleidsstuk is in samenwerking met de gemeenten Oisterwijk, Goirle en Loon op Zand tot stand gekomen. Met deze gemeenten werken wij reeds samen om tot de invulling van de VTH-kwaliteitscriteria (Vergunningen Toezicht en Handhaving) te komen. De kwaliteitscriteria gaan over vakmanschap (kritieke massa), transparantie en bestuurlijke vastlegging (procescriteria) en de minimale ondergrens binnen werkprocessen (inhoudelijke eisen en prioriteitstelling). Door middel van dit beleid wil de gemeente komen tot een transparante, effectieve en efficiënte inzet van de beschikbare middelen. Door kennis te nemen van dit beleid is het voor een ieder mogelijk om inzicht te krijgen in de wijze waarop de gemeente haar middelen inzet om uitvoering te geven aan de gestelde regels. Met vriendelijke groet, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek

Page 3: Voorwoord - Hilvarenbeek

3

Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave 2 Hoofdstuk 1 Inleiding 3

1.1 Inleiding 3 1.2 Wettelijk kader 3 1.3 Definitie & Reikwijdte 4 1.4 Leeswijzer 7

Hoofdstuk 2 Uitvoeringsbeleid: een programmatische aanpak 8

2.1 Inleiding 8 2.2 Beleidskader vergunningenbeleid 8

Hoofdstuk 3 Probleemanalyse en omgevingsanalyse 10 3.1 Inleiding 10 3.2 Soorten probleemanalyse 10 3.3 Aantallen probleemanalyse 10 3.4 Prioritering probleemanalyse 11 3.5 beginselen omgevingsanalyse 11 3.6 (Landelijke) ontwikkelingen omgevingsanalyse 12 3.7 Bestuurlijke visie en wensen omgevingsanalyse 14 Hoofdstuk 4 Vergunningverlening: een strategische aanpak 16 4.1 Inleiding 16 4.2 Doelstellingen 16 4.3 Strategische uitvoering: doelstellingen en prioriteiten 17 4.4 Vooroverleg en omgevingsoverleg 20 Bijlagen 21

5.1 Toetsingsmatrix 21 5.2 Proces vergunningverlening 23 5.3 Uitwerking proces vergunning verlening 24 5.4 Proces advisering vergunningverlening 26

Page 4: Voorwoord - Hilvarenbeek

4

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het wettelijk kader voor dit beleidsstuk beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op de definitie van vergunningverlening en reikwijdte van dit beleid. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een leeswijzer. 1.2 Wettelijk kader De samenleving verwacht dat de overheid op een professionele wijze aansturing geeft aan de fysieke leefbaarheid van de samenleving, de fysieke leefomgeving. Daartoe heeft de overheid een instrumentarium van wet- en regelgeving ter beschikking. Grondwet De grondwettelijke basis is te vinden in artikel 21 van de Grondwet, dat luidt: "De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu." Voor de aansturing van de (fysieke) leefbaarheid van de samenleving heeft de overheid sinds 2010 onder andere de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, met name hoofdstuk 5) ter beschikking en het daaruit voortvloeiende Besluit omgevingsrecht (Bor, met name hoofdstuk 7) en de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor). De terreinen waar bovenstaande wetgeving betrekking op heeft zijn onder meer ruimtelijke ordening, bouw, sloop, milieu en brandveiligheid. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht In 2016 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gewijzigd. Het doel van deze wijziging is het verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van de Vergunningverlening, Toezicht en Handhavingstaken (hierna VTH-taken). Op deze manier wordt gestreefd naar een veilige en gezonde leefomgeving. Kwaliteitscriteria De kwaliteitscriteria gaan over vakmanschap, transparantie en bestuurlijke vastlegging en de minimale ondergrens binnen werkprocessen. De kwaliteitscriteria maken inzichtelijk welke kwaliteit men kan verwachten bij de uitvoering of de invulling van de VTH-taken. Op basis van de kwaliteitscriteria is een drietal zaken van belang:

- Vakmanschap (kritieke massa); - Transparantie en bestuurlijke vastlegging (procescriteria); en - De minimale ondergrens binnen werkprocessen (inhoud en prioriteiten).

Vakmanschap - Kritieke massa Het fundament van kwaliteit is het afleveren van een goed product. Hiervoor is vakmanschap nodig. De criteria voor kritieke massa adresseren dit vakmanschap in termen van:

- voldoende opleiding, - ervaring, - kennis en - het onderhouden en borgen van het bovenstaande.

Page 5: Voorwoord - Hilvarenbeek

5

Organisaties die aan deze criteria voldoen, moeten in de kern in staat zijn om kwalitatief goede producten te leveren. Voorliggend beleid beperkt zich tot de procescriteria en inhoud en prioriteiten. Het onderdeel “kritieke massa” is in de eerste plaats een managementvraagstuk en valt buiten het bestek van dit beleid. Wel is er in het uitvoeringsprogramma een opgave gedaan van de capaciteit. Transparantie en bestuurlijke vastlegging - Procescriteria De procescriteria beschrijven de eisen die gesteld worden aan de beleidscyclus. Het voldoen aan de procescriteria borgt een gesloten cyclus, die begint met het opstellen van het beleid (het strategisch beleidskader) en via de uitvoering eindigt met het bijstellen van beleid. Voorbeelden zijn een strategisch beleidskader voor prioriteitenstelling en meetbare doelstellingen voor toezicht en handhaving en het borgen van personele en financiële middelen. De minimale ondergrens binnen werkprocessen - Inhoud en prioriteiten De eisen voor de inhoudelijke kwaliteit en prioriteiten zijn verwerkt in de procescriteria. Voor de inhoud en prioriteiten is een inhoudelijke ondergrens vastgesteld. Het uitvoeringsbeleid dient ten minste inzicht te geven in:

- de prioriteitenstelling met betrekking tot de uitvoering; - de methodiek om te bepalen hoe de gestelde doelen worden bereikt; - de objectieve criteria voor het beoordelen van aanvragen voor en beslissingen over een

omgevingsvergunning en het afhandelen van meldingen; en - de werkwijze bij vergunningverlening en het afhandelen van meldingen.

Besluit omgevingsrecht Naast de Wabo is op 1 juli 2017 ook het Besluit omgevingsrecht (Bor) gewijzigd. Het Bor geeft uitvoering aan de VTH-taken. Samen geven deze wetten een transparant kader met bijbehorende voorwaarden voor handhaving en uitvoering. Wet Revitalisering Generiek toezicht Op grond van de Wet Revitalisering Generiek toezicht is de provincie de enige verticale toezichthouder op de gemeente op het gebied van o.a. de fysieke leefomgeving (hieronder vallen de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving). Het Rijk blijft toezichthouder van de gemeente op het gebied waar de provincies geen taak en expertise hebben, bijvoorbeeld de Drank- en horecawet. Op grond van voorgenoemde wet wordt er vanuit gegaan dat het eigen bestuur zoveel mogelijk zelf controleert, hiertoe heeft de gemeenteraad eerstelijns toezicht op het college en de burgemeester. De provincie heeft het tweedelijnstoezicht. 1.3 Definitie & Reikwijdte Definitie Onderhavig beleid gaat geheel over de het begrip vergunningverlening. Om dit begrip beter te kunnen begrijpen wordt in deze paragraaf de definitie besproken.1 Vergunning Een vaste omschrijving van het begrip 'vergunning' ontbreekt. Wel zijn er in diverse wet- en regelgeving diverse begrippen die ordening brengen en richting geven voor het begrip vergunning: • Vrijstelling: een besluit waarbij een uitzondering op een wettelijk verbod of gebod wordt

gemaakt voor een categorie van gevallen;

1 <https://www.ensie.nl/rijksinspecties/handhaving> alsmede <https://www.ensie.nl/rijksinspecties/toezicht>, beide bezocht op 19-6-2018.

Page 6: Voorwoord - Hilvarenbeek

6

• Ontheffing: een beschikking waarbij in een individueel geval een uitzondering op een wettelijk verbod of gebod wordt gemaakt;

• Vergunning: een beschikking waarbij een bepaalde handeling wordt toegestaan;

Erkenning: een beschikking waarbij wordt vastgesteld dat een persoon of instelling aan bepaalde eisen voldoet.

Een vergunning is een officiële (noodzakelijke) toestemming van de gemeente om een bepaalde in principe verboden activiteit uit te voeren. Een vergunning is een beschikking: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan (zie: art 1.3, lid 2, Awb). In de wet is vastgelegd aan welke voorwaarden men moet voldoen om een vergunning te krijgen. Condities van de vergunningverlening zijn vastgelegd in de vergunning. Vergunningen zijn te zien als formele beleidsinstrumenten. Ze worden op landelijk niveau vastgelegd in wet- en regelgeving en op lokaal niveau uitgevoerd vooral door middel van verordeningen die door de gemeenteraad vastgesteld dienen te worden. Vergunningen zijn verder indirecte beleidsinstrumenten omdat de overheid niet zelf een (uitvoerende) taak op zich neemt, maar overige maatschappelijke actoren toestaat bepaald gedrag te vertonen. Onder de taak vergunningverlening zal in dit beleidsstuk ook de melding worden geschaard. Een melding is een kennisgeving aan het bevoegde gezag. Het bevoegd gezag kan dan de melding accepteren. Reikwijdte Dit beleid heeft betrekking op de (Wabo gerelateerde) vergunningverlening. De vergunnende taak waar geen directe relatie met de fysieke leefomgeving aanwezig is, zal geen deel uitmaken van deze beleidsnota (bijvoorbeeld op het gebied van belastingen, leerplicht, het sociaal domein etc.). Hieronder worden enkele soorten beschikkingen waar dit beleid op ziet (kort) nader omschreven: 1. Wabo vergunningen In landelijke wet- en regelgeving zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Besluit omgevingsrecht (Bor) en Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor), is bepaald in welke gevallen burgers, bedrijven en instellingen een omgevingsvergunning nodig hebben. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning kan digitaal bij het landelijke omgevingsloket (OLO) aangevraagd worden. Er geldt daarbij een procedure waarop een besluit volgt voor mogelijk meerdere activiteiten. Bij vergunningverlening worden activiteiten preventief getoetst. Hierbij worden de wettelijke (indienings)eisen van onder andere de Bor, Mor en de Wabo gehanteerd. Onderdeel milieu Alle milieutaken van het wettelijke basistakenpakket worden voor de gemeente Hilvarenbeek uitgevoerd door de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB). Daarbij geldt dat het college altijd het bevoegd gezag is en blijft voor deze taken. De van toepassing zijnde wet- en regelgeving heeft betrekking op milieuwetgeving uit de Wabo, de Wet milieubeheer, het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en specifiekere besluiten zoals het Besluit bodemkwaliteit, het Vuurwerkbesluit en het Besluit mobiel puin breken. Ook voert de OMWB als plustaak werkzaamheden uit op het gebied van asbestverwijdering.

Page 7: Voorwoord - Hilvarenbeek

7

Namens het college neemt de OMWB aanvragen om omgevingsvergunning voor de activiteit milieu in behandeling en bereidt deze voor. Tevens behandeld de OMWB meldingen in het kader van het activiteitenbesluit namens de gemeente Hilvarenbeek. Jaarlijks wordt in samenwerking met de deelnemende gemeenten een uitvoeringsprogramma opgesteld en wordt gerapporteerd over de uitgevoerde werkzaamheden. Onderdeel brandveiligheid Om de kans op brand in gebouwen, en de gevolgen daarvan, te beperken worden aan gebouwen en het gebruik ervan brandveiligheidseisen gesteld. Deze eisen zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012. De brandweer adviseert in het geval van vergunningen en meldingen brandveilig gebruik, niet alleen bij bouwwerken maar ook bij bijvoorbeeld evenementen. In het geval van bouwaanvragen en brandveilig gebruik gaat het om compartimentering van het gebouw om ontstane branden te isoleren en daarnaast om brandblusmiddelen en maatregelen die ervoor moeten zorgen dat personen in het geval van brand zo snel en veilig mogelijk kunnen vluchten. 2. Algemene Plaatselijke Verordening Algemene Plaatselijke Verordening De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om regels te stellen voor de openbare ruimte in het kader van leefbaarheid en openbare orde en veiligheid. De Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) wordt door de gemeenteraad vastgesteld en is grotendeels gebaseerd op de modelverordening van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). De APV is opgebouwd uit een zestal hoofdstukken met (diverse) bijbehorende afdelingen:

- Algemene bepalingen; - Openbare orde; - Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.; - Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de

gemeente; - Andere onderwerpen betreffende huishouding van de gemeente; en - Straf-, overgangs- en slotbepalingen.

In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is de gemeentelijke regelgeving opgenomen. Voor verschillende activiteiten bestaat een vergunningplicht of een bevoegdheid voor college of burgemeester om ontheffing te verlenen van een in de APV gesteld verbod. Het gaat met name om onderwerpen en activiteiten die in de openbare buitenruimte plaatsvinden: grote evenementen, collectevergunningen, plaatsen van containers, etc.. Regelmatig moet de APV worden aangepast omdat de landelijke regelgeving gewijzigd is of omdat de situatie hierom vraagt en inzichten gewijzigd zijn. De APV wordt door de gemeenteraad vastgesteld en is grotendeels gebaseerd op de modelverordening van de VNG 3. Drank- en Horecawet De burgemeester is het bevoegd gezag als het gaat om het verstrekken van vergunningen op grond van de Drank- en Horecawet (DHW). Horecabedrijven waar alcohol verstrekt wordt voor gebruik ter plaatse (cafés, restaurants, sportkantines, etc.) mogen niet in werking zijn zonder vergunning. Dat geldt ook voor slijterijen waar sterk alcoholische drank (meer dan 15% alcohol) verkocht wordt. Daarnaast worden er ook ontheffingen verleend, bijvoorbeeld in verband met het tijdelijk verstrekken van alcohol. Dit gaat vaak samen met evenementen. Het toetsingskader voor aanvragen op grond van de DHW is vastgesteld in de wet. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de Wet Bibob en worden er eisen gesteld aan de verplichte opleiding sociale hygiëne (SHV) en de inrichting zelf.

Page 8: Voorwoord - Hilvarenbeek

8

4. Bijzondere wetten/overige Naast vergunningen in bovenstaande domeinen worden ook vergunningen en toestemmingen verleend op grond van bijzondere wetten en lokale regelgeving zoals:

- Wet op de kansspelen; - De Zondagswet; - De Winkeltijdenwet; - De Wet Bibob; - De Leegstandswet;

- Standplaatsen op grond van de Marktverordening en het standplaatsenbeleid; en - diverse parkeervergunningen en –ontheffingen verleend. 1.4 Leeswijzer Aangeraden wordt om eerst de inhoudsopgave te lezen. De inhoudsopgave geeft een goed inzicht in de opbouw van onderhavig beleid. Indien een bijlage van toepassing is, wordt daar in het stuk naar verwezen. De bijlagen kunt u achteraan dit stuk vinden. Het beleid is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2: wordt uiteengezet hoe de uitvoering van dit uitvoeringsbeleid

programmatisch plaatsvindt. In hoofdstuk 3 wordt een probleemanalyse en een omgevingsanalyse gemaakt. De

probleem analyse wordt gebaseerd op aantallen. De omgevingsanalyse wordt gebaseerd op landelijk niveau (beginselen, landelijke ontwikkelingen) en op gemeentelijk niveau (bestuurlijke wensen).

In hoofdstuk 4 worden de probleemanalyse en de omgevingsanalyse, uit hoofdstuk 3,

verwerkt tot een strategie.

Page 9: Voorwoord - Hilvarenbeek

9

Hoofdstuk 2 Uitvoeringsbeleid: een programmatische aanpak 2.1 Inleiding Uitvoering van dit uitvoeringsbeleid vindt programmatisch plaats. Programmatisch wil zeggen een planmatige, cyclische aanpak. De processtappen van dit beleid worden weergegeven in onderstaand geprojecteerde figuur, de dubbele regelkring of ook wel Big-8 genoemd. In het omgevingsrecht worden regels gesteld waar de overheden zich aan moeten houden bij het uitvoeren van vergunningverleningstaken. Deze regels zijn opgesteld om de risico’s voor mens en natuur te beperken, zodat de veiligheid en gezondheid niet in het geding komt. 2

Door het toepassen van de Big-8 wordt vormgegeven aan een Plan-Do-Check-Act-cyclus. De bovenste kring vormt het beleid, en de onderste kring de uitvoering en monitoring. Documenten op basis van regelgeving De cyclus van de Big-8 zal uiteindelijk tot drie samenhangende documenten leiden. Het uitvoeringsbeleid (onderhavig beleid, eens per vier jaar), een uitvoeringsprogramma en een evaluatie (beide jaarlijks). 2.2 Beleidskader vergunningenbeleid Om tot een uitvoeringsbeleid te komen dienen een aantal stappen genomen te worden. Op basis van de kwaliteitscriteria moet het bevoegd gezag handelen op grond van een probleemanalyse om sturing te geven aan haar inspanningen op het gebied van vergunningverlening en het afhandelen van meldingen. De probleemanalyse vormt dan ook de basis voor het stellen van prioriteiten en het formuleren van doelstellingen voor het beleid en het uiteindelijk vaststellen van de uitvoeringsprogramma’s.

2<https://vng.nl/files/vng/brieven/2015/attachments/20150707_bijlage_spoorboekje-kwaliteit-de-big-8-stap-voor-stap.pdf>, bezocht op 19-6-2018.

Page 10: Voorwoord - Hilvarenbeek

10

Daarnaast is een omgevingsanalyse van belang. De omgevingsanalyse biedt inzicht in de beginselen waar we rekening mee moeten houden. Wat de (landelijke) ontwikkelingen zijn op het gebied van vergunningverlening en afsluitend zal gekeken worden wat de bestuurlijke visie is.

In de strategie worden doelstellingen gesteld die zich focussen op hetgeen wat in het analytische gedeelte naar voren is gekomen. Daarnaast wordt de uitvoeringsstrategie besproken. Hoe komen wij tot de doelstellingen en hoe zijn de vergunningverlenende handelingen geborgd. Het Bor zegt daarover in zijn toelichting: "Het bevoegd gezag handelt op grond van een strategie en objectieve criteria om over een omgevingsvergunning en over het afhandelen van meldingen" […] "In de strategie is vastgelegd welke vormen van vergunningverlening worden onderscheiden en wat de basiswerkwijze daarbij".

Page 11: Voorwoord - Hilvarenbeek

11

Hoofdstuk 3 Probleemanalyse en omgevingsanalyse 3.1 Inleiding Zoals in hoofdstuk 2 aangegeven vindt in dit hoofdstuk een analyse plaats op het gebied van vergunningverlening. Zowel de probleemanalyse als de omgevingsanalyse komen aan bod. Allereerst wordt een probleem analyse gemaakt op basis van aantallen. Vervolgens wordt een omgevingsanalyse gemaakt op landelijk niveau (beginselen, landelijke ontwikkelingen) en op gemeentelijk niveau (bestuurlijke wensen. Deze analyses leiden in het volgende hoofdstuk tot een strategie. 3.2 Soorten probleemanalyse Op basis van de kwaliteitscriteria moet het bevoegd gezag handelen op grond van een probleemanalyse om sturing te geven aan haar inspanningen op het gebied van vergunningverlening en het afhandelen van meldingen. De probleemanalyse vormt dan ook de basis voor het stellen van prioriteiten en in samenhang met de omgevingsanalyse de basis voor het formuleren van doelstellingen voor het beleid en het uiteindelijk vaststellen van de uitvoeringsprogramma’s. De probleemanalyse heeft een aantal verplichte onderdelen: 1. aantal te verwachten vergunningaanvragen en meldingen; 2. inzicht in type bouwwerk/aard van de inrichting; 3. aard en complexiteit van de aanvragen; 4. benodigde capaciteit. Bovenstaande gegevens worden gebruikt voor de raming van de benodigde capaciteit uitgaande van de taken en de benodigde kritieke massa.3 Tevens wordt op basis van deze gegevens het uitvoeringsprogramma voor vergunningverlening opgesteld. Op deze manier kan er sturing worden gegeven aan de vergunningverlening. 3.3 Aantallen probleemanalyse Wabo Met het herstel van de economie de afgelopen jaren, is het aantal bouwinitiatieven fors toegenomen. In 2018 werden in totaal 108 vooroverleggen ingediend. In totaal werden er in 2018 322 aanvragen omgevingsvergunning ingediend. Er zijn 141 sloopmeldingen ingediend waarvan het in 88 gevallen sloop in combinatie met asbest. In 2018 zijn 9 milieuvergunningen ingediend en 39 meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit ingediend. In 2018 zijn 4 meldingen brandveiligheid ingediend.

3 Let wel de cijfers zijn een leidraad en fluctueren per jaar

Page 12: Voorwoord - Hilvarenbeek

12

APV & Bijzondere wetten Voor de volledigheid zijn ook niet wabo-gerelateerde vergunningen opgenomen. Soort Aanvraag verleend 2018 APV Bruikbaarheid / veiligheid weg 0 APV Evenement 95 APV Exploitatie 8 APV Terras 8 APV kap (Wabo) 84 APV uitweg (Wabo) 31 APV reclame 8 APV parkeren 0 APV Snuffelmarkten 8 APV standplaats 4 APV collecte 20 Drank en horeca 8 Markt 11 Kansspelen 15 3.4 Prioritering probleemanalyse In kwantitatieve zin kan er geen prioritering plaatsvinden. Vergunningverlening is een vraag gestuurd proces waar de gemeente geen invloed op heeft. Een ingekomen vergunningaanvraag moet nu eenmaal binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld. De basis voor de doelen en de prioriteiten die gesteld worden is te vinden in de risicoanalyse. De wetgever schrijft ook voor dat er een risicoanalyse ten grondslag moet liggen aan het beleid (art. 7.2, Besluit Omgevingsrecht). De analyse geeft inzicht waar de risico’s zich voordoen en geeft op deze wijze een handvat voor het maken van keuzes in zowel toetsing als toezicht en handhaving. Risico’s behoren beheersbaar en controleerbaar te zijn. Het vaststellen van de niveaus (de diepgang) waarop vergunningsaanvragen dienen te worden getoetst, de aspecten waarop dient te worden getoetst en het vastleggen daarvan in protocollen maken die risico’s beheersbaar. Hierover meer bij de doelstellingen en de uitvoeringsstrategie. 3.5 Beginselen omgevingsanalyse Algemeen In het kader van de vergunningverlening spelen twee beginselen een noemenswaardige rol:

- lex siclencio positivo; en - scheiding van taken.

Deze beginselen worden hieronder toegelicht.4 'Lex silencio positivo' In het kader van vergunningverlening speelt het begrip de lex silencio positivo (hierna: LSP) een belangrijke rol. De LSP is de van rechtswege verleende vergunning: als een gemeente bij een vergunningaanvraag te laat of niet reageert, dan wordt de vergunning stilzwijgend verleend. Doel van de invoering van de LSP is de regeldruk verminderen en de dienstverlening aan bedrijven en burgers verbeteren.

4 <https://europadecentraal.nl/onderwerp/diensten-richtlijn/vergunningstelsels-en-eisen/lex-silencio-positivo/>, <http://www.stibbeblog.nl/all-blog-posts/environment-and-planning/geen-vergunning-van-rechtswege-in-de-omgevingswet/>, beide bezocht op 19-6-2018 alsmede ABRvS 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:209.

Page 13: Voorwoord - Hilvarenbeek

13

In de Omgevingswet zal de LSP niet meer bestaan. Onder de Omgevingswet kan men gebruik maken van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, om een bestuursorgaan, dat niet of te laat reageert, tot besluitvorming te bewegen. 'Scheiding van taken' Voor de uitvoering van de VTH-taken voldoet de gemeente aan de wettelijke eisen betreffende de scheiding tussen vergunningverlening en handhaving. Op grond van het Bor is functiescheiding op persoonsniveau vereist tussen de processen vergunningverlening enerzijds en toezicht en handhaving anderzijds. 3.6 (Landelijke) Ontwikkelingen omgevingsanalyse Algemeen In deze paragraaf worden ontwikkelingen besproken die invloed hebben op de VTH-taken. De ontwikkelingen die recent hebben plaatsgevonden worden even kort aangestipt. De toekomstige ontwikkelingen zullen uitgebreider aan bod komen. Recente ontwikkelingen In 2014 1. Vergunningsvrijbouwen (Bor), 2014:

Minder vergunningen voor bouwen, gevolg wel meer informatieverstrekking naar de burger. In 2016 1. Vierde tranche activiteitenbesluit en activiteitenregeling milieubeheer, 2016:

Verschuiving van categorieën van inrichtingen. Dit heeft invloed op het aantal te verwachten vergunningsaanvragen en het aantal te verwachten meldingen.

In 2017 1. Wet natuurbescherming, 2017:

De natuuronderdelen in de Wabo worden getoetst door de provincie Noord-Brabant. In 2018 1. Besluit Brandveilig gebruik en basishulpverlening, 2018:

Het Besluit Brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen treedt op 1 januari 2018 inwerking en komt voor een overgroot deel in de plaats van de gemeentelijke brandbeveiligingsverordening. Dit besluit heeft ook betekenis voor de evenementen en het evenementenbeleid.

2. Schaarse vergunningen ABRvS, 2018 Vergunningen waar een 'limiet' opzit

een gemeentelijke verordening niet kan worden gebruikt om de regels zo toe te snijden op een concrete situatie dat het er feitelijk op neer komt dat er maar één van tevoren beoogde ondernemer voor vergunning in aanmerking komt;

bij verordening mededingingsruimte wel kan worden beperkt maar niet worden uitgesloten;

vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van aanvragen mogelijk is, de uitspraak sluit geen manieren van verdeling uit;

daar waar sprake is van een beperkt aantal vergunningen, waarbij het aantal gegadigden het aantal vergunningen overtreft (de schaarse vergunningen), vergunningen voor onbepaalde tijd in beginsel niet zijn toegestaan;

bij schaarse vergunningen openbaarheid en transparantie verplicht is zodat alle potentiële gegadigden een eerlijke kans hebben mee te dingen naar de vergunning;

Page 14: Voorwoord - Hilvarenbeek

14

In 2018 is heeft de Raad van State voorgaande betreffende schaarse vergunningen aangevuld met:

Een gemeentelijk bestemmingsplan, een provinciaal of rijks inpassingsplan, een uitwerkingsplan, een wijzigingsplan - behalve in het geval daarin een herverdeling van milieugebruiksruimte plaatsvindt - en een provinciale ruimtelijke verordening zijn geen besluiten die schaarse rechten toebedelen. Wel kunnen zij het gebruik van de gronden territoriaal en kwantitatief beperken. Voor zover deze beperkingen betrekking hebben op een dienst als bedoeld in de Dienstenrichtlijn, zijn zij ‘verdachte’ eisen in de zin van artikel 15, tweede lid, onder a, van de richtlijn en moeten zij kunnen worden gerechtvaardigd op grond van artikel 15, derde lid. Zij moeten daarom niet-discriminatoir zijn en evenredig in het licht van een dwingende reden van algemeen belang.

Toekomstige ontwikkelingen 1. Omgevingswet, 2029

Deze omvangrijke wetgevingsoperatie, die zoals met de bestuurlijke partners is afgesproken in 2029 volledig zal zijn afgerond, wordt stapsgewijs opgebouwd. Dat gaat via drie sporen: het hoofdspoor, het invoeringsspoor en de aanvullingssporen. Uiteindelijk zouden deze alle drie moeten zorgen voor een samenhangend en coherent vernieuwd omgevingsrechtelijk stelsel.

In het hoofdspoor wordt het nieuwe wetgevingsstelsel gebouwd: de in maart 2016 door de Eerste Kamer aangenomen Omgevingswet, met bijbehorende uitvoeringsregelgeving. Dit zijn vier Algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) en de Omgevingsregeling:

I.Het Omgevingsbesluit (Ob). Dit bevat zowel algemene als procedurele bepalingen die voor alle doelgroepen relevant zijn, dus voor zowel burgers en bedrijven als overheden;

II.Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Dit stelt inhoudelijke normen aan het handelen van bestuursorganen;

III.Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hierin worden algemene, rechtstreeks werkende regels vastgelegd over met name milieubelastende activiteiten en lozingsactiviteiten in de leefomgeving. Dit besluit is gericht op iedereen die deze activiteiten uitvoert, maar met name op bedrijven;

IV.Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) bevat algemene, rechtstreeks werkende regels aan bouwwerk gerelateerde activiteiten in de leefomgeving. Ook dit besluit is gericht op iedereen die deze activiteiten uitvoert, met name burgers en bedrijven.

De nieuwe AMvB’s bundelen een groot aantal bestaande AMvB’s en de verwachting is dat ze alle vier rond de zomer van 2018 in het Staatsblad worden gepubliceerd.

Dan is er ook de Omgevingsregeling. Deze vormt het sluitstuk van het hoofdspoor en bevat vooral uitvoeringstechnische en administratieve bepalingen ter uitvoering van de Omgevingswet en de vier AMvB’s.

2. Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Ook de bouwplantoetsing en het bouwtoezicht is in ontwikkeling. Het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen is 21 februari 2017 aangenomen door de Tweede Kamer. Het wetvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. De plenaire behandeling vond plaats op 4 juli 2017. De stemming over het voorstel is op 11 juli 2017 op verzoek van de minister van BZK aangehouden en in juli 2018 weer op de agenda voor behandeling van de Eerste Kamer gezet.

Page 15: Voorwoord - Hilvarenbeek

15

De VNG is vooralsnog kritisch en vindt het onuitvoerbaar voor gemeenten. Kern van het wetsvoorstel:

Kleine bouwwerken en verbouwingen vrij van toets Bouwbesluit 2012. De gemeente controleert of een aannemer werkt met een goedgekeurde methode voor kwaliteitsbewaking.

De toetsing aan het Bouwbesluit 2012 van nieuwbouw en verbouw bij de vergunningverlening door de gemeente vervalt.

Private partijen ontwikkelen methodes voor kwaliteitsbewaking om te zorgen dat aannemers zich houden aan de bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit 2012.

Een onafhankelijke publieke toelatingsorganisatie oordeelt of een voorgestelde methode voor kwaliteitsbewaking voldoet aan de eisen.

3. EPC wordt BENG, 2020

De energieprestatie van een nieuw gebouw geeft aan hoe energiezuinig de woning of het utiliteitsgebouw is. De eisen aan de energieprestatie worden regelmatig aangescherpt. De energieprestatie wordt nu nog uitgedrukt in de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Per 1 januari 2020 wordt de EPC voor nieuwbouw vervangen door BENG-eisen.

4. Stoppersmaatregelen

Boeren die meedoen aan de stoppersmaatregelen zijn boeren die vóór 1 januari 2020 stoppen met de pluimvee-of varkenstak of die niet voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting. Na 1 januari 2020 mag een stopper doorgaan met de tak die wél aan het Besluit emissiearme huisvesting voldoet. Dit betekent dat het komende jaar veel boeren een aanvraag in gaan dienen om hun hun stal te laten voldoen aan de wet- en regelgeving óf hun omgevingsvergunning in te laten trekken.

3.7 Bestuurlijke visie en wensen omgevingsanalyse Algemeen De gemeente Hilvarenbeek ligt omringd door Tilburg, Goirle, Oisterwijk, Oirschot, Reusel de Mierden, Bladel en de Belgische gemeente Poppel in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Hilvarenbeek bestaat uit 5 kernen met c.a. 15.350 inwoners en bestrijkt een gebied van 9.649 hectare, waarvan 156 hectare aan plassen, sloten en andere wateren. Nabij Esbeek is het Natura-2000 gebied " Regte Heide en Riels Laag" gelegen. Tevens valt een gedeelte van het Natura-2000 gebied ‘’Kempenland- West’’ binnen de gemeente Hilvarenbeek. De gemeente is gelegen aan de N269 (deze ligt tussen Hilvarenbeek en Diessen in) en aan de N395 (deze ligt tussen Diessen en de gemeentegrens met Oirschot in). De gemeente Hilvarenbeek is van oudsher een agrarische gemeente. Ondanks de ligging nabij Tilburg en de Kempen heeft Hilvarenbeek toch een eigen zelfstandige identiteit. Visie Uit het college-akkoord 2018 – 2022 komt de visie van de gemeente Hilvarenbeek naar voren. ‘’ Onze zes dorpskernen vormen het hart van de gemeente Hilvarenbeek. De gemeente streeft naar veilige en leefbare woonomgevingen waar zowel jong als oud zich thuis voelt. Dat betekent een school dichtbij, een ontmoetingsplek in elke kern, binding voor de jongeren, de juiste woonvoorzieningen en bereikbaarheid. Ook nemen we het initiatief en ondersteunen we initiatieven die de leefbaarheid en het welzijn stimuleren en ondersteunen. We willen woningen die aansluiten bij de vraag van onze inwoners. Dat betekent dat we betaalbare huur- en koopwoningen bouwen voor starters, senioren en middeninkomens in alle kernen van onze gemeente.

Page 16: Voorwoord - Hilvarenbeek

16

We vinden het belangrijk dat we zuinig zijn op ons erfgoed en dat we bewaren wat waardevol is. Een mooie cultuurhistorische leefomgeving maakt onze gemeente aantrekkelijk voor recreanten en toeristen en draagt bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven en winkels.’’ Wensen Een gezond en bloeiend bedrijfsleven is noodzakelijk voor behoud en versterking van de werkgelegenheid. De gemeente Hilvarenbeek streeft tevens een voldoende gevarieerd voorzieningenniveau na. De gemeente Hilvarenbeek vindt het belangrijk om ruimte te bieden aan economische initiatieven en geen onnodige barrières op te werpen. Evenals de voorgaande jaren zal ook de komende jaren het accent van het beleid liggen op het beheersbaar houden en terugdringen van de bestaande grotere omgevingsrisico’s en het voorkomen van nieuwe grotere omgevingsrisico’s. De gemeentelijke inzet zal zich concentreren op deze meest risicovolle situaties. Door aandacht te geven waar nodig zetten wij ons het meest dienstbaar in. De gemeente heeft de wens om de dialoog met de omgeving verder in te zetten bij ruimtelijke initiatieven en helder te communiceren bij de behandeling van vergunningen en het afhandelen van meldingen. Bij omvangrijke c.q. complexe initiatieven neemt de gemeente het initiatief tot persoonlijke consultatie met initiatiefnemers om de plannen in een zo vroeg mogelijk stadium te optimaliseren. Visie vergunningverlening & duurzaamheid Een grote rol in duurzaamheid heeft de afdeling Ruimte van de gemeente Hilvarenbeek. Vanuit deze afdeling moeten voorstellen van regels c.q. een visie komen om de duurzaamheid te bevorderen. De raad is dan aanzet om deze regels vast te stellen. Bij de beoordeling van initiatieven wordt getoetst of er voldoende aandacht wordt besteed aan duurzaamheidsaspecten.

Page 17: Voorwoord - Hilvarenbeek

17

Hoofdstuk 4 Vergunningverlening: een strategische aanpak 4.1 Inleiding In hoofdstuk 3 zijn de probleemanalyse en de omgevingsanalyse aan bod gekomen. Deze analyses leiden tot een strategie. In dit hoofdstuk wordt de strategie door middel van doelstellingen en prioriteiten uiteen gezet. 4.2 Doelstellingen Uit de analyses blijkt wat belangrijk wordt gevonden ten aanzien van vergunningverlening. Kijkend naar de analyses kunnen de volgende doelstellingen geformuleerd worden: Processen Efficiënt werken 1. Gekeken kan worden of meer in mandaat kan worden verleend zodat de procedure tijd ingekort

kan worden. 2. De verleende omgevingsvergunningen blijven bij bezwaar en/of beroep in stand. 3. Er wordt gemonitord of er beleid of deregulering nodig is op ruimtelijke vraagstukken. 4. Er wordt gewerkt met een toetsingsformulier én een toetsingsmatrix. Geen grote omgevingsrisico's: 1. Geen van rechtswege vergunningen. 2. De OMWB, Brandweer en constructeur adviseren indien de aangevraagde activiteit hierom

vraagt. 3. Het Bibob-beleid wordt, na vaststelling, actief toegepast. 4. Bij aanvragen om veehouderijen wordt een advies van de GGD gevraagd.

Heldere communicatie: 1. Er wordt, afhankelijk van de doelgroep, op een begrijpelijke, heldere en overzichtelijke wijze

gecommuniceerd volgens een vastgestelde ‘schrijfstijl’. 2. Bij omgevingsvergunningen waarbij (buitenplans) wordt afgeweken van het bestemmingsplan is

het voeren van een omgevingsoverleg met de buurtbewoners verplicht gesteld. De uitkomst van het omgevingsoverleg is daarbij niet leidend, maar biedt wel vroegtijdig inzicht in mogelijke bezwaren en oplossingen waar de initiatiefnemer rekening mee heeft gehouden.

3. Initiatief nemen tot persoonlijke consultatie met initiatiefnemers om plannen te optimaliseren Duurzaam Een grote rol in duurzaamheid heeft de afdeling Ruimte van de gemeente Hilvarenbeek. Vanuit die richting moeten voorstellen van regels komen om de duurzaamheid te bevorderen. De raad is dan aan zet om deze regels vast te stellen. Bij de beoordeling van initiatieven wordt getoetst of er voldoende aandacht wordt besteed aan duurzaamheidsaspecten, zoals: 1. Extra aandacht bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor energienormen. 2. De diepte voor het toetsings- en toezicht protocol voor de EPC norm waar nodig aanpassen en

uitvoeren.

Page 18: Voorwoord - Hilvarenbeek

18

4.3 Strategische uitvoering: doelstellingen en prioriteiten Nu in dit hoofdstuk doelstellingen zijn geformuleerd wordt in deze paragraaf ingegaan op de aanpak, binnen welke kaders voeren wij de taken uit? (strategisch operationeel). Daarnaast wordt in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma's dieper ingegaan op de uitvoering van de doelstellingen. Besproken wordt: Wabo 1. De algemene basis voor verlening van de omgevingsvergunning 2. Toetsingsprotocol omgevingsvergunning 3. Melding sloop en asbest verwijdering 4. Bodem, bouwstoffen en grondstromen 5. Natuurbescherming, flora en Fauna 6. Bouwleges 7. Aanleg uitrit, vellen houdopstand 8. Brandveilig gebruik

1. Algemene basis voor verlening omgevingsvergunning Uitgangpunt bij de verlening van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen en het beoordelen van meldingen is dat burgers en bedrijven verantwoordelijk zijn voor het indienen van goede en volledige aanvragen. De aanvraag vormt immers de basis voor de vergunning, ontheffing of vrijstelling (hierna: vergunning). We houden ons bij de taakuitvoering aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en toetsen met objectieve richtlijnen. We hebben de taak om de verschillende belangen vanuit de verschillende disciplines te coördineren. Bij elke aanvraag heeft één behandelend ambtenaar de regie (hierna: casemanager). De klant beschikt hierdoor over één vast aanspreekpunt. Het eerste aanspreekpunt zorgt voor adviezen vanuit de betrokken disciplines en ziet toe op het integrale karakter van de vergunning. De formele juridische basis voor het verlenen van vergunningen is vastgelegd in wetgeving. Met de inwerkingtreding van het gewijzigde Besluit omgevingsrecht, zijn meerdere activiteiten inmiddels vergunningsvrij en zijn de (wettelijke) afwijkingsmogelijkheden aanzienlijk verruimd (artikel 4 bijlage II Bor). Er wordt gestreefd naar meer ruimte voor ondernemerschap en een vermindering en vereenvoudiging van regels en meer flexibele bestemmingsplannen. Als een aanvraag niet past binnen het geldende bestemmingsplan, wordt de aanvraag in een omgevingsoverleg met de afdeling Ruimte besproken en getoetst. Bij een positieve uitslag wordt geadviseerd hoe aan de aanvraag verder medewerking kan worden verleend. Dit kan plaatsvinden door aanpassing van het betreffende bestemmingsplan, het toepassen van een (uitgebreide) afwijkingsprocedure, zoals het toepassen van de kruimelgevallen (artikel 4 bijlage II Bor) en eventueel aanpassing van andere relevante gemeentelijke (beleids)kaders op dit gebied. Indien een aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen voldoet aan het bestemmingsplan of middels een ontheffing kan worden vergund, wordt het plan voorgelegd ter advisering aan de commissie Ruimtelijke Kwaliteit. De commissie toetst aan redelijke eisen van welstand. Uiteraard alleen voor zover eisen van welstand van toepassing zijn m.b.t. bouwactiviteiten en welstand plichtige gebieden.

Page 19: Voorwoord - Hilvarenbeek

19

De basiswerkwijze voor het verlenen van een omgevingsvergunning is vastgelegd in de backofficeapplicatie (Key2Vergunningen/ OVX), waarbij de processtappen worden doorlopen en wordt aangegeven wie waarvoor verantwoordelijk is.

2. Toetsingsprotocol Toetsingsformulier In het toetsingsformulier wordt vastgelegd waar een casemanager aan moet toetsen bijvoorbeeld: bestemmingsplan en welstand. Daarnaast kun je inzichtelijk maken welke adviezen zijn uitgezet en wat het resultaat daarvan is. Toetsingsmatrix De gemeente is in de meeste gevallen verantwoordelijk voor het afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. In dat kader wordt een bouwplan onder andere getoetst aan de technische voorschriften van het bouwbesluit. Er kunnen ten aanzien van de toetsing van (bouw)- vergunningaanvragen gemotiveerd keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. Alle eisen toetsen is onmogelijk maar ook onwenselijk. Niet ieder bouwwerk vraagt om dezelfde toetsing en niet alle voorschriften zijn van toepassing op ieder bouwwerk. Op dit moment zijn deze niveaus van diepgang van toetsing nog niet geborgd. De gemeente Hilvarenbeek gebruikt deze beleidsperiode om deze toetsingsprotocollen, welke gebaseerd zijn op de risicomatrix, digitaal te borgen. De gemeente wil voor de toetsing aan het bouwbesluit de Landelijke Toetsmatrix Bouwbesluit gaan gebruiken. Deze matrix is tot stand gekomen door een samenwerking tussen gemeenten en de Vereniging Bouw en Woningtoezicht. Kort gezegd wordt voor elke gebruiksfunctie een toets niveau vastgesteld. Dat toetsniveau kan liggen op niveau 0,1,2,3 of 4. In dit kader staat toetsniveau 0 voor geen toetsing en toetsniveau 4 voor volledige toetsing. Voor het toetsen gelden 4 toetsingsniveaus. Dit zijn:

Niveau 1 - Sneltoetsen: Kloppen de uitgangspunten? Bevatten de stukken voldoende informatie over de uitgangspunten? Indien deze stukken niet zijn bijgevoegd, dan wordt de aanvraag/vergunning op dit onderdeel niet aangehouden of geweigerd.

Niveau 2 - Visueel toetsen: Kloppen de uitgangspunten en lijken de uitgangspunten aannemelijk? Gecontroleerd wordt of de stukken die moeten worden aangeleverd om het betreffende aspect te kunnen toetsen, aanwezig zijn en of deze in de juiste vorm zijn. Indien deze stukken niet zijn bijgevoegd, dan wordt de aanvraag aangehouden.

Niveau 3 - Representatief toetsen: Controle van de belangrijkste onderdelen. Gecontroleerd wordt of de uitgangspunten op de stukken in de juiste vorm zijn. Van ieder te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten aannemelijk zijn. De belangrijkste berekeningen worden gecontroleerd dan wel nagerekend.

Opgemerkt dient te worden dat niveau 4 (integrale toetsing) slechts in twee situaties (zie het onderdeel Constructief) voorkomt, zodat dit niveau verder onbesproken blijft.

Page 20: Voorwoord - Hilvarenbeek

20

Het toetsen van een bouwplan vergt specifieke kennis en ervaring. Een ervaren en goed opgeleide casemanager kan bij veel toets-aspecten op een lager toetsniveau al conclusies trekken over het wel of niet aannemelijk zijn dat voldaan wordt aan het bouwbesluit. De scores zijn afgestemd op het gewenste niveau. Daarbij wordt rekening gehouden met het element duurzaamheid dat dieper getoetst zal worden. De gelijkwaardige oplossing zal, indien van toepassing, altijd op niveau 4 worden getoetst. Het kan voorkomen dat er periodiek meer aanvragen worden ingediend dan in de uitvoeringsplanning is voorzien. In dat geval zal worden overgestapt op een ander toets-niveau om toch structuur en inzicht in de manier van toetsing te houden.

3. Toetsing aan Bouwverordening Een aantal regels voor de activiteit bouwen zijn opgenomen in de vastgestelde bouwverordening. Het aantal regels in de bouwverordening is nog minimaal. De verwachting is dat de bouwverordening op termijn helemaal zal verdwijnen. De aspecten die de gemeente met deze verordening probeert te regelen zullen zoveel mogelijk worden ondergebracht in de bestemmingsplannen en/of omgevingsplannen en bijbehorende regelgeving die onder het regime van de nieuwe Omgevingswet een groot aantal ruimtelijke plannen en verordeningen zullen gaan vervangen. Zolang echter de bouwverordening bestaat zal iedere aanvraag aan de daarin opgenomen regels worden getoetst.

4. Beoordelingskader monumenten Aanvragen omgevingsvergunningen voor het wijzigen van monumenten vraagt bijzondere aandacht om te voorkomen dat onomkeerbare schade wordt toegebracht aan cultuurhistorisch erfgoed. Dergelijke aanvragen worden altijd ter advisering voorgelegd aan de monumentencommissie of/en Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Verder wordt aangesloten bij de activiteit bouwen, aangezien voor vrijwel alle veranderingen aan een monument ook een dergelijke activiteit vereist is.

5. Meldingen sloop en asbestverwijdering De beoordeling van sloop- en asbestmeldingen wordt gedaan door de OMWB als plustaak.

6. Bodem, bouwstoffen en grondstromen Voor deze aspecten wordt advies gevraagd bij de OMWB. Als het om zelfstandige aanvragen of meldingen gaat dan worden deze in mandaat in behandeling genomen door de OMWB.

7. Natuurbescherming, flora en fauna Indien een aanvraag betrekking heeft op de activiteit Handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden dan dient hiervoor een verklaring van geen bedenkingen te worden aangevraagd bij de provincie. De activiteit maakt onderdeel uit van de vergunning. De inhoudelijke toetsing ten aanzien van natuurbescherming en/of flora en fauna vindt plaats door de provincie. De provincie Noord-Brabant heeft deze taak ondergebracht bij de Omgevingsdienst Brabant-Noord. De verklaring van geen bedenkingen wordt meegenomen in het uiteindelijke besluit.

8. Bouwleges De gemeente heft leges voor de behandeling van aanvragen om omgevingsvergunningen. Ook voor andere vergunningen worden leges in rekening gebracht, zoals besluiten op grond van de APV zoals bij evenementen. De hoogte van de leges is geregeld in de legesverordening. De gemeente neemt, bij aanwezigheid van een aannemersovereenkomst, de opgegeven bouwsom als basis voor de legesberekening, mits deze kosten reëel zijn. Bij het ontbreken van een aannemersovereenkomst worden de bouwkosten vastgesteld aan de hand van de vastgestelde bouwkostentabel. In geval van een geweigerde vergunning worden de leges bepaald op de helft van het legesbedrag.

Page 21: Voorwoord - Hilvarenbeek

21

9. Aanleggen van een uitrit, vellen van een houtopstand

Voor aanvragen om omgevingsvergunningen op grond van de Wabo, die als wettelijke basis in lokale verordeningen zijn geregeld, zoals de Algemene Plaatselijke Verordening, vindt toetsing plaats op grond van de bepalingen in de lokale verordening. Uitrit Naast deze publiekrechtelijke toetsing dienen ook privaatrechtelijke afspraken gemaakt te worden als de activiteiten plaatsvinden op publieke gronden. Dit is met name het geval bij het aanleggen van uitritten. In het geval van uitritten wordt de aanvraag getoetst aan het bestemmingsplan en wordt advies gevraagd aan een van de verkeersdeskundigen. Vellen van houtopstand In Hilvarenbeek geldt een vergunningplicht voor het vellen van houtopstand. Bij iedere aanvraag hiervoor wordt advies gevraagd aan de groenbeheerder van het team Openbare Werken die indien nodig ter plaatse gaat kijken en vervolgens advies uitbrengt aan de casemanager.

10. Brandveilig gebruik De toets op de brandveiligheidsaspecten, voor de activiteit ‘bouwen’ en/of ‘brandveilig gebruik’ worden uitgevoerd door de regionale brandweerorganisatie die onderdeel is van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. De eenvoudiger gevallen worden getoetst en beoordeeld door de casemanager. Deze toets vindt plaats op grond van het Bouwbesluit 2012. Samenwerking in vergunningverlening Vergunningaanvragen worden beoordeeld vanuit verschillende disciplines. Het overhevelen van het basistakenpakket naar de OMWB betekent voor de gemeente dat een deel van de VTH (milieu)taken extern wordt uitgevoerd. Toetsing van de brandveiligheidsaspecten vindt plaats door de regionale brandweer. Bouwplannen worden indien vereist voorgelegd aan de commissie Ruimtelijke Kwaliteit en aanvragen voor monumenten worden voorgelegd aan de monumentencommissie en/of Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Afsluitend In de bijlage is de toetsingsmatrix opgenomen en is het proces van Wabo-vergunningverlening schematisch weergegeven. 4.4 Vooroverleg en omgevingsoverleg Goed vooroverleg met de klant is minstens zo belangrijk als de tijdigheid van een beslissing. Hiermee kunnen onduidelijkheden, geschillen en conflicten worden voorkomen. Het bespaart tijd, kosten en administratieve lasten. Het leidt vaak tot een win-win situatie. Het omgevingsoverleg maakt hierbij de inspanningen van betrokkenen zichtbaar. Bij omvangrijke c.q. complexe initiatieven neemt de gemeente het initiatief tot persoonlijke consultatie met initiatiefnemers om de plannen in een zo vroeg mogelijk stadium te optimaliseren.

Page 22: Voorwoord - Hilvarenbeek

22

Bijlagen

5.1 Toetsingsmatrix

Page 23: Voorwoord - Hilvarenbeek

23

Page 24: Voorwoord - Hilvarenbeek

24

5.2 Proces vergunningverlening

Page 25: Voorwoord - Hilvarenbeek

25

5.3 Uitwerking proces vergunning verlening

Omgevingsvergunning regulier huidige situatie

1. Omgevingsvergunning regulier huidige

situatie

2. Aanvraag komt binnen via OLO

Rollen

Administratie

3. Binnenhalen stukken FileZilla

Rollen

Administratie

4. Inboeken OVX (Dossiernummer)

Rollen

Administratie

5. Inboeken Corsa

Rollen

Administratie

6. Stempelen Autoview

Rollen

Administratie

7. Ontvangstbevestiging generen OVX en

versturen

Rollen

Administratie

8. Verdelen plannen

Rollen

Team ROV

9. Procesbrief genereren en verzenden

Rollen

Administratie

10. Aanvraag verdelen OVX werkvoorraad

Rollen

Administratie

11. Ontvankelijkheidtoets

Rollen

Vergunning verlener

12. Aanvraag volledig?

14. Adviezen nodig?

16. Adviezen opslaan Corsa dossier

Rollen

Vergunning verlener

17. Verlengen beslistermijn gewenst? 6 weken

19. Opstellen omgevingsvergunning

Rollen

Vergunning verlener

20. Verwerken adviezen in beschikking

Rollen

Vergunning verlener

21. klaarzetten bijlagen behorend bij besluit

Autoview

Rollen

Vergunning verlener

22. besluit plannen op administratie

Rollen Deelnemers

Vergunning verlener

1

Page 26: Voorwoord - Hilvarenbeek

26

23. Vergunning klaarleggen ter ondertekening

Rollen

Administratie

24. stempelen bijlagen autovieuw

Rollen

Administratie

25. bijlagen op USB

zetten

26. verzenden besluit

Rollen

Administratie

27. doorzetten vergunning OVX op handhaving

Rollen

Administratie

28. Publiceren besluit

Rollen

Administratie

29. Omgevingsvergunning regulier huidige

situatie

30. verwerken verdaging OVX

Rollen

Vergunning verlener

31. brief verdaging genereren OVX

Rollen

Vergunning verlener

32. brief verdaging versturen

Rollen

Vergunning verlener

33. Publicatie verdaging

Rollen

Administratie

35. Mailen adviesinstanties/ collegas

Rollen

Vergunning verlener

36. wachten op adviezen

38. brief verzoek aanvullingen genereren OVX

Rollen

Vergunning verlener

39. minimaal 4 weken opschorten beslistermijn

40. Aanvullingen tijdig binnen?

41. Aanvullingen in OLO ophalen

Rollen

Administratie

42. Binnenhalen stukken Filezilla

Rollen

Administratie

43. Inboeken aanvullingen Corsa

Rollen

Administratie

44. Stempelen aanvullingen Autoview

Rollen

Administratie

46. brief buiten behandeling stellen genereren

OVX

Rollen

Vergunning verlener

47. Publicatie buiten behandeling stellen

Rollen

Administratie

Page 27: Voorwoord - Hilvarenbeek

27

5.4 Proces advisering vergunningverlening