Voortgangsrapportage 2013 Vraaggestuurd Programma Gezonde ...

123
in novation for life TNO-rapport TNO 2014 Rt03t1 Thema 3. Voeding VP Gezonde en Veilige Voeding Voortgangsrapportage 201 3 Datum Auteur(s) Exemplaarnummer Oplage Aantal pagina's Aantal bijlagen Regievoerder Projectnaam Projectnummer Autorisatie Dr. N 28 januari 2014 Dr. G. Houben lr. N. Clabbers Dr. R. Visschers Dr. lng. J.P. van der Lugt, MBA 124 Ministerie van Economische Zaken Gezond Leven Utrechtseweg 48 3704 HE Zeist Postbus 360 3700 AJ Zeist www.tno.nl T +31 88 866 60 00 F +31 88 866 87 28 [email protected] Functie (.-*\ane Handtekenin i- ) J_ Alle rechten voorbehouderlr. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd eniof openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. lndien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplíchtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het rNo-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan. o 2014 TNO O pirector Healty Living

Transcript of Voortgangsrapportage 2013 Vraaggestuurd Programma Gezonde ...

in novationfor life

TNO-rapport

TNO 2014 Rt03t1Thema 3. VoedingVP Gezonde en Veilige VoedingVoortgangsrapportage 201 3

Datum

Auteur(s)

ExemplaarnummerOplageAantal pagina'sAantal bijlagenRegievoerderProjectnaamProjectnummer

Autorisatie Dr. N

28 januari 2014

Dr. G. Houbenlr. N. ClabbersDr. R. VisschersDr. lng. J.P. van der Lugt, MBA

124

Ministerie van Economische Zaken

Gezond LevenUtrechtseweg 483704 HE ZeistPostbus 3603700 AJ Zeist

www.tno.nl

T +31 88 866 60 00F +31 88 866 87 [email protected]

Functie (.-*\aneHandtekenin i- )J_

Alle rechten voorbehouderlr.Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd eniof openbaargemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke anderewijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO.

lndien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten enverplíchtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar deAlgemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel debetreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst.Het ter inzage geven van het rNo-rapport aan direct belang-hebbendenis toegestaan.

o 2014 TNO

O

pirector Healty Living

3.3

3.43.53.63.7

44.1

4.24.34.44.54.64.7

3.1

3.2

5

5152

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 2t 123

I nhoudsopgave

lnhoudsopgave............. ...............2

Inleiding VP Gezonde en Veilige Voeding .......................4

Topsector AgroFood Thema 1: Valorisatie van zijstromen, grondstoffen enmest.......... .................6Enkele highlights uit 2013 ................. ..............6Korte inleiding op Topsector Agri & Food Thema 1: Valorisatie van zijstromen,grondstoffen en mest...... .............8Overzicht type projecten 201 3 ..... ... .. .... ..... .. . 1 1

Uitvoering in 2013, Resultaten ......................11Samenvatting per project.................. ............12Output en kennisoverdracht ......1Slnnovatie Programma's................ ..................15

AgroFood Thema 6: Gezondheid.............. ......................12Enkele highlights uit 2013 .........12Korte inleiding op AgroFood Thema 6: Ge2ondheid................ ............19Overzicht type projecten 2013 ......................21Uitvoering in 2013, Resultaten ......................22Samenvatting per project.................. ............24Output en kennisoverdracht..... .....................47lnnovatie Programma's................ ...........,.....47

Ag roFood Thema 7: Prod ucttech nologie & Duu rzame maaktechnolog ie........ 48Enkele highlights uit 2013 .........48Korte inleiding op Topsector Agri & Food Thema 7 & 9: Producttechnologie &Duurzame maaktechnologie: Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en mest ..... 50Overzicht type projecten 201 3 ... .. ... ... ... ...... .. 54Uitvoering in 2013, Resultaten ......................SsSamenvatting per project.................. ............56Output en kennisoverdracht ......78lnnovatie Programma's................ ..................T8

AgroFood Thema 8: Voedselveiligheid.... ......................80Enkele highlights uit 2013................. ............80Korte inleiding op AgroFood Thema 8: Voedselveiligheid ....................82Overzicht type projecten 2013 ... .. ...... .... ..... .. BsUitvoering in 2013, Resultaten ......................86Samenvatting per project.................. ............87Output en kennisoverdracht ....106lnnovatie Programma's ................ .............. 106

5.35.45.5

5.65.7

6

6.1

6.2

6.36.46.56.66.7

7

7.1

7.27.37.4

AgroFood Thema 9: Processing...Enkele highlights uit 2013 ................. ..........107Korte inleiding op TopsectorAgri & Food Thema 9: Processing. . . . ...........108Overzicht type projecten 2013 ....................111Uitvoering in 2013, Resultaten ....................111

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 31123

2

TNO-rapport I TNO 2014 R1031 I 4t123

lnleiding VP Gezonde en Veilige Voeding

Kofte inleiding op het Vraag gestuurde Programma Voeding

De overheid heeft zich als doel gesteld kennis en innovatie beter te koppelen aan

maatschappelijke vraagstukken bij de totstandkoming van vernieuwende producten

en diensten. Deze aanpak is in 2012 ingevuld door middel van Topsectorenbeleid,

waarbij in vraagsturing tot stand komt in de gouden driehoek overheid-

Kennisinstellingen-Bedrijfsleven. De Topsector roadmap wordt gebruikt voor de

jaarlijkse invulling van de VP strategie, de afstemming hierover vindt plaats in de

verschillende themacommissies in de Topsector. Een belangrijke leidraad bij het

vaststellen van het jaarprogramma2013 is daarbij het programma van eisen van de

overheid. ln het programma van eisen voor 2013 heeft de overheid bij monde van

de kennisarena Voeding aangegeven welke kennisvragen en kennisbehoefte zij

had met betrekking tot het rhema Voeding. Tevens zijn in 203 de eerste pps-en

van start gegaan die door middel van het call proces in het rKl AgroFood was

georganiseerd. Binnen TNo Gezond Leven, VP Voeding, wordt hier vanuit 3

proposities aandacht aan besteedt. Het gaat daarbij om de proposities:

. Gezonde voeding;

¡ Voedselkwaliteit en productie;

. Voedselveiligheid.

TNO heeft met haar proposities een heldere koppeling met de verschillende

thema's in de Topsector Agri&Food en op verzoek van de Topsector wordt langs

deze Thema's de rapportage opgesteld. Eind 2013 zijn rapportages opgesteld over

de verschillende afzonderlijke projecten. ln dit document wordt een rapportage

gegeven op propositie niveau. Deze rapportage heeft tot doel de betrokken

Ministeries en de Topsector Agri&Food op hoofdlijnen te informeren over de

voortgang en resultaten van de proposities.

Onderlinge afstemming en samenwerking

Vanuit het Ministerie van EZ wordt het onderzoek afgestemd en het TKI overleg en

met DLO. Beide instituten nemen allen een specifieke plaats in binnen het

toegepaste Voedingsondezoek in Nederland.

TNO voert voedingsonderzoek uit in een breed kennisportfolio Gezonde Voeding,

Voedselveiligheid en Voedingsproductie. Het afgelopen jaar is er vanuit de

verschillende kennisinstellingen verder gewerkt om de verschillende beleids-

terreinen bij elkaar te brengen en daarbij ook afstemming te bereiken in de

onderlinge samenwerking tussen de instituten. De vooziene projectsamenwerking

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 5t123

met DLO is echter nog niet ingevuld door onderlinge verschillen in aansturing en

richtlijnen vanuit het Ministerie van Ez op het gebied van contractzaken.

onduidelijkheid in de werkwijze van TNo binnen het rKl is weggenomen door de

Memorandum of Understanding die is afgesloten met het TKl. Ook de transitienota

die door de verschillende partijen is opgesteld zal in 2014 gaan leiden tot een

verdere verbetering in de afstemming en samenwerking tussen TNO en DLO.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 6t123

3

3.1

3.1.1

J^, ^"

Topsector AgroFood Thema 1: Valorisatie vanzijstromen, grondstoffen en mest

Enkele highlights uit 2013

VEIlesS A4 voor KIP rappoftage en FND-update

ln 2014 is het FND-project VETtesS

afgerond, een samenwerkingsverband

tussen VION, Euroma, TNO en Marel

(voorheen Stork). Doelstelling van het

project was het ontwikkelen van een

nieuwe generatie voorgebakken producten

voorzien van een laag beslag, zoals

kipnuggets en schnitzels, met een

aanzienlíjk lager vetgehalte maar met

behoud van de door consumenten zeer gewaardeerde eigenschappen, zoals

krokantheid en smaak. Deze producten worden in de praktijk industrieel

voorgebakken in frituurolie. Ze worden door de consument vlak voor consumptie

afgebakken in een heteluchtoven of nogmaals gefrituurd.

Het project heeft vooral het industriële voorbakken onder handen genomen.

Belangrijke resultaten zijn dat een optimalisatie van de samenstelling van het

beslag kan zorgen voor 15 tot25o/o reductie van het vetgehalte van het eindproduct,

met tegelijkertijd een aanzienlijke verbetering van de knapperigheid. Daarnaast is

vastgesteld dat met het gebruik van een nieuw bakproces op basis van oververhitte

stoom, het zogenaamde impingement stoomfrituren ook op industriële schaal in een

continu proces kan worden uitgevoerd. Naast duidelijke verbetering van de

gezonde samenstelling is dit alternatief voor de industrie aantrekkelijk, omdat voor

het afbakken geen olie meer nodig is.

Het project heeft zich gericht op de relatie tussen de samenstelling van het beslag,

de vetopname tijdens voorfrituren en de resulterende krokantheid, de belangrijkste

parameter van de productkwaliteit. ln een zogenaamd Experimental Design zijn de

verbanden vastgelegd; dit inzicht is ook voor bestaande productielijnen te benutten.

Dit geldt voor de onderzochte producten, maar tevens voor diverse andere

producten waarin beslag of deeg wordt gefrituurd. Het uiteindelijke vetgehalte en de

producteigenschappen zijn bepaald in een praktijksituatie, dus na bevroren opslag

en afbakken in een heteluchtoven. Een duidelijke relatie is vastgesteld tussen het

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 7t123

vochtgehalte van de batter en de vetopname; hoe minder water in de batter, hoe

minder vetopname. Minder water geeft een dikker beslag. om dit te kunnen

venryerken zijn aangepaste aanbrengtechnieken ontwikkeld. Op deze manier kan in

de praktijk worden gewerkt met een beslagsamenstelling waarin minder vetopname

in bestaande voorbakprocessen plaatsvindt. Daarnaast kan de krokantheid

aanzienlijk worden verhoogd. Dit gaat uiteindelijk ten koste van het verlaagde

vetgehalte, maar op basis van de opgedane kennis is deze verhouding

klantspecifiek en gericht te optimaliseren.

Een tweede ontwikkellijn betrof het vervangen van voorfrituren door bakken in

oververhitte stoom of zeer vochtige lucht, die met hoge snelheden, impingement, op

het gebatterde product wordt geblazen. Hiermee is het mogelijk om het beslag te'zetten' en, na afbakken in een oven, een goede krokantheid te bewerkstelligen. Dit

proces resulteert dus in een krokant product met een vetvrij beslag. De hiervoor

noodzakelijke aanpassingen van de procesvoering zijn in een pilot baklijn

gerealiseerd en vraagt om doorontwikkeling naar industriële schaal. Dit resultaat

kon alleen behaald worden door intensieve samenwerking tussen de deelnemende

bedrijven en TNo. Marel was verantwoordelijk voor het vormen van de nuggets, het

aanbrengen van het beslag en de pilot bakapparatuur, Euroma leverde de

verschillende beslagsamenstellingen en speelde een belangrijke rol in de ontwik-

keling daarvan, VloN heeft als penvoerder opgetreden en was als potentiële

producent van verbeterde kipnuggets en schnitzels geTnteresseerd.

300

3,,ob zoo

a

ärt!eðJ¿ 1OO

o.aè{s0(J

0

. Crispiness (sound events)

! oil (% db)

Figuur 1: Krokantheid en

vetopn ame va n ve rsch il len de

be sl ag sa m e n stel I i n g e n.

De eerste 4 resultaten betref-

fen frituren, waarb| het vet-

gehalte gereduceerd kan

worden en/of de krokantheid

verhoogd.

Het laatste resultaat is van

impingement stoomfrituren,

dus geen toegevoegd vet en

toch een hoge krokantheid.

ot"t

oro"nu "r"'t

3.2

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 8l '123

Figuur 2: Proefopstelling voor

frituren en impingement stoom-

frituur oven.

Referentieproducten en de in VETlesS ontwikkelde producten, vetarm gefrituurd,

extra krokant gefrituurd en volledig vetvrij gebakken, zijn begin 2014 aan diverse

marktpartijen voorgelegd. Ze bieden interessante aanknopingspunten voor

aantrekkelijke nieuwe producten en productiewijzen.

Korte inleiding op Topsector Agri & Food Thema 1: Valorisatie vanzijstromen, grondstoffen en mest

De toenemende wereldbevolking leidt tot een snel toenemende vraag naar voedsel.

Daarnaast leidt het toenemende welvaartsniveau in niet-Westerse landen, zoals

China en lndia, tot een sterke toename in de vraag naar voedingsproducten die van

oudsher een hoge carbon footprint hebben, zoals vlees en zuivel. Een derde

probleem is de wereldwijde toename overgewicht en diabetes als gevolg van de

verandering in de voedselconsumptie. De hieruit voortvloeiende voedselschaarste,

gezondheids- en milieuproblematiek kunnen alleen worden afgewend indien er iets

verandert aan de huidige manier van voedselproductie en -consumptie. Enerzijds

zullen productieprocessen efficiënter moeten worden, zowel wat betreft energie- als

materiaalgebruik. Dit betekent dat huidige ketens tot hogere valorisatie van

zijstromen moeten komen. ln veel gevallen zullen er geheel nieuwe processen

ontwikkeld moeten worden en zullen productieketens efficiënter moeten worden.

Anderzijds zal er meer gekeken moeten worden naar alternatieve voedingsbronnen

met een lagere carbon footprint. Hierbij kan gedacht worden aan plantaardige

eiwitten en materialen, geproduceerd met behulp van biotechnologie zoals algen en

schimmels. Om deze nieuwe materialen om te zetten in producten die aantrekkelijk

zin voor consumenten, is meer kennis over de eigenschappen van deze

ingrediënten nodig en zullen er nieuwe processen nodig z\n. De voedsel

gerelateerde gezondheidsproblematiek tenslotte vereist dat er aangepaste produc-

ten ontwikkeld worden die leiden tot een verbeterde gezondheid zonder af te doen

aan de smaakbeleving waar de consument vraagt en waar de industrie naar op

zoek is.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 9t123

3.2.1

Het Vraaggestuurde Programma van TNO sluit goed aan bij de doelstellingen uit

Thema 1 van de deelpropositie 'Processing'. Voor het overzicht wordt hieronder het

totale VP EOP kort weergegeven.

O n derzoe kslij n Processi ng

Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde processingmethoden waarmee een brede

variëteit aan primaire grondstoffen omgezet kan worden in voedingsbestanddelen

of -producten met een hoge toegevoegde waarde. De nieuwe technologie zal erop

gericht zijn een zeer hoge mate van controle te hebben over het materiaal en de

procescondities waaraan het wordt blootgesteld. De producteigenschappen en

functionaliteiten kunnen op deze w¡ze zeer nauwkeurig beTnvloedt worden.

Aansluitend bij de trends binnen de voedingsindustrie zullen de te ontwikkelen

methoden kosteneffectief zijn door het efficiënt gebruik van zowel energie als

grondstoffen. Verder zal de technologie een hoge mate van flexibiliteit bevatten

waardoor het mogelijk zal zun om snel te wisselen tussen verschillende

grondstoffen, recepturen en producten. Concrete uitwerking van dit doel vindt plaats

op de volgende onderdelen die vallen onder Topsectorthema's 1 (Valorisatie van

reststromen) en 9 (Duurzame Maaktechnologie):

a) Ontwikkeling van nieuwe en verbeterde processing-equipment, die efficiënter

en duurzamer gebruik van grondstoffen en energie mogelijk maakt;

b) ln-silico methoden om de invloed van samenstelling en productieproces op

kwaliteitsparameters snel te kunnen voorspellen;

c) opschaalbaarheid van processen en equipment naar pilot plant of productie;

d) Modellen en concepten die de implementatie van resultaten blj klanten

bespoedigen.

O nde rzoe ksl ij n Kwal iteit

Bepalen en verbeteren van de kwaliteit van voedselproducten in relatie tot de

gekozen ingrediënten, processing en organoleptische eigenschappen. Dit is

belangrijk voor de kwaliteit die consumenten ervaren bij het bepalen van hun

voedselkeuze. ln samenwerking met wuR en RlvM worden de grenzen van de

gezondheidswinst die mogelijk is op basis van herformulering bepaald. ln dit

programma bepalen we de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door

consumenten geaccepteerd worden. Hiervoor ondezoeken we de relatie tussen de

ingrediëntsamenstelling, processing en textuur van voedingsmiddelen zoals snoep-

goed, vleeswaren etc. De focus is beperkt tot het beheersen van de essentiële

producteigenschappen en het vaststellen van de relatie tot de organoleptische

kwaliteit. Deze kennis zal worden gebruikt om bestaande technologieên zodanig

aan te passen dat onderdelen van het ontwikkelingstraject beter op elkaar aan-

3.2.2

TNO-rapport I TNO 2014 R1031 1 10 t 123

sluiten. Micromodellen van voedsel worden veel gebruikt voor specifieke

ontwikkeltrajecten, waardoor het moeilijk is om de technologie te vertalen naar

generieke inzichten. Het gebruik van deze micromodellen zal universeler worden

door de technologieën beter op elkaar aan te laten sluiten. Concrete uitwerking

vindt plaats op de volgende onderdelen die vallen onder Topsectorthema 7

(Product Technologie):

a) Ontwikkeling van screeningstools die kunnen worden ingezet om de humane

fysiologische respons op gezonde ingrediënten te kunnen optimaliseren m.b.t.

proces condities en samenstelling;

b) Verbetering van (high-throughput) analysemethoden die de aanwezigheid van

versterkers van smaak en geurstoffen en de fysische eigenschappen zoals

viscositeit kunnen kwantificeren;

c) Methoden die de microstructuur van voedsel kunnen bepalen en daarbij

relateren aan organoleptische eigenschappen;

d) Methoden om textuur, geur en smaak beter te bepalen op grond van de

fysische en chemische eigenschappen van ingrediënten en producten;

e) Vaststellen van de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door

consumenten geaccepteerd worden (in samenwerking met WUR / RIVM).

3.2.3 Onderzoekslijn ingrediënten

Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde ingrediênten die gezonder en functioneler

zijn en die voldoen aan moderne randvoonryaarden met betrekking tot clean label,

natuurlijke en duurzame venruerking. Door meer kennis over de chemische en

fysische eigenschappen van biopolymeren in voedsel te ontwikkelen, kunnen

ingrediênten worden ontworpen en geproduceerd die beter voldoen aan de eisen

van de moderne consument. Als voorbeeld kunnen chemische modificaties die nu

gebruikt worden om de kwaliteit van zetmeel te verhogen worden vervangen door

milde fysische processen als er voldoende kennis is over de structuur-functie

relaties van het zetmeel ingrediënt. Soortgelijke kennis kan ook gebruikt worden om

gezonde ingrediënten zoals prebiotica te verbeteren. Concrete uitwerking vindt

plaats op de volgende onderdelen die voornamelijk vallen binnen de

Topsectorthema's 7 (Product Technologie) en 9 (Duurzame Maaktechnologie):

a) ldentificatie van relevante bronnen en materialen;

b) Ontwikkeling kennis relatie materiaal - processing / treatment;

c) ldentificatie van relevante processing condities m.b.t. tot de gezondheid en

functionaliteit;

d) Ontwikkeling van hoogwaardige voedingscomponenten en -producten.

TNO-rapporl I TNO 2014 R1031'l 't1 I 123

Het TNO programma Efficiente Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig Voed-

sel draagt bij aan het Topsector thema "Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en

mest". Voor 2013 ztjn de Topsector doelstellingen opgenomen in het lnnovatie-

contract versie 22 maart2012, terug te vinden op de website van de Topsectoren:

(

Food 2013-10-01 9.pd0.

De PPS GAIA waarin gewerkt aan de bioraffinage van algen tot food en non-food

ingrediënten draagt bij aan de volgende specifieke doelstellingen van dit Thema:

. Een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde creëren voor AgroFood bedrijven

door het efficiënte gebruik van dierlijke en plantaardige zijstromen en groene

grondstoffen, richting zo hoog mogelijke waarde van specifieke componenten

en inhoudsstoffen;

. Het ontwikkelen van nieuwe en aangepaste groene grondstoffen, gericht op

realisatie van kansen van de AgroFood sector in de biobased economy;

. Ontwikkeling van kleinschalige decentrale bioraffinage concepten voor dierlijke

en plantaardige grondstoffen en zijstromen die aansluiten op een centrale, meer

grootschaligere bioraffinage infrastructu u r.

Ook het project Flying Food en het doorlopende kennisinvesteringsproject

Sustainable Food Production dragen bij aan de doelstellingen van dit Thema. De

voortgangsrapportage van deze projecten wordt echter vermeld bij Thema 7 of

Thema 9, zoals weergegeven in de volgende overzichtstabel.

3.3 Overzicht type projecten 2013

Programma EOP Type project TKI.AFThema*

# Partners

Programmamanagement, kiemprojecten TNO kennisinvestering Nvt (1) 0

Deelprogramma C: lngredients

Getting Algae lngredients Applied TNO cofìnanciering 1 5* Vena/jst naar doelstellingen binnen het innovatiecontract Topsector Agri&Food versie 2012.

Uitvoering in 2013, Resultaten

Management oordeel

3.4.1.1 Voorbereiding20l3

De voorbereiding van het programma Efficiënte Ontwikkeling en Productie van

Hoogwaardig Voedsel 2012 (e.v.) op basis van vraagsturing is goed voorlopen.

3.4

3.4.1

INO-rapport I TNO 2014 R10311 12 I ',123

De vraagarticulatie door en afstemming met de overheid was vergelijkbaar met het

voorgaande jaar georganiseerd. De interne voorbereiding verliep efficiënt. Alle

projecten waren tijdig voorbereid en konden op 1 januari2013 van start.

3.4.1.2 Bijstelling programma en voorbereiding 2013 e.v.

ln 2013 is actief bijgedragen aan de vraagsturing, programmering en voorbereiding

voor de kennis- en technologieontwikkeling binnen Nederland voor 2014 en verder.

TNO vezorgt voor het TKI Agri&Food het voorzitterschap van de themacommissie,

waarin door het bedrijfsleven de uitwerking van het innovatiecontract met

betrekking tot Thema kwaliteit en Thema processing aangestuurd wordt. Ook vindt

afstemming plaats met de Topsector Chemie met betrekking tot de Biobased

Economy en met Tuinbouw en Uitgangsmaterialen met betrekking tot uitgangs-

materialen en reststromen. Het programma is optimaal voorgesorteerd op de

prioritaire Thema's die op nationaal en Europees niveau voorzien worden door

onder andere de participatie in het Food Manufuture project.

3.4.1.3 Uitvoering en resultaten

De planning en uitvoering van het programma en de projecten in 2013 is door de

projectteams goed vormgegeven en op hoofdlijnen conform planning gerealiseerd.

Het faillissement van de firma lngrepo en het daardoor stilvallen van het

gezamenlijke project heeft tot aanzienlijke vertraging geleid in de ontwikkeling van

de bio raffinage technologie. Deze vertraging is echter weer voor een deel

ingelopen door het aanhaken van Algae Food en Fuels. De verwachting is dat de

pilot bio raffinage installatie in april 2014 operationeel zal zijn. De projecten zijn op

hoofdlijnen positief te beoordelen qua realisatie van resultaten, kwaliteit en

doelgerichtheid. De financiële realisatie is op hoofdlijnen volgens planning verlopen.

Alle projecten waren tijdig en adequaat gerapporteerd. ln 2013 is opnieuw tijd

geïnvesteerd in afstemming met de Topsector Agri&Food.

3.4.1.4 Conclusie en advies

Op grond van bovenstaande overwegingen wordt geconcludeerd dat het TNO

Onderzoeksprogramma voor Efficiënte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig

Voedsel 2013 succesvol is voorbereid, uitgevoerd en gerapporteerd.

3.5 Samenvatting per project

ln het hierna volgende wordt per project aangegeven welk type project het betreftl,

wat de doelen van het project zijn, wat de belangrijkste beoogde mijlpalen en

resultaten voor 2013 waren, of en in hoeverre deze gerealiseerd zijn en wat de

output aan rapporten, artikelen, voordrachten e.d. was. Voor nadere details ten

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 13 t 't23

aanz¡en van individuele projecten, zoals financiële details, doelgroepen en

samenwerking met stakeholders, kennistoepassing en -disseminatie, en details ten

aanzien van de output, wordt ven¡vezen naat de rapportages van de individuele

projecten.

t Met type project wordt bedoeld:

EU-EFRO: Project met voonruaarden Europees Fonds Regionale Ontwikkeling

EU-fp7: Project met voorwaarden volgens EU-fp7

TIFN: Project met voon¡vaarden volgens Top lnstituut Food & Nutrition

TNO Cofinanciering: Project met voonruaarden volgens regeling TNO

TNO KIP: TNO Kennis lnvesteringsProject (doorlopend programma)

STW: Project met voonryaarden volgens Stichting Toegepaste Wetenschappen

3.5.1 Deelprogramma Algemeen

Het programmamanagement project voor de heft betrekking op het complete

vraag gestu urde programma. De samenvattin g wordt h ieronder weergegeven.

3.5.1.1 Programmamanagement, Kiemprojecten

Proiect Titel: Proqrammamanaqement. KiemproiectenI voe' TNO-KIPAgri&Food Call2012

N.v.t

Doel Dit project omvat het Management voor het ProgrammaEfficiente Ontwikkeling van Hoogwaardig Voedsel en deaansturing / initiatie van ad hoc / KIEM-projecten Ivernieuwing, in het bijzonder het verkennen en opstarten vanpps-en in het kader van het Topsectorbeleid. Tot dit laatstebehoorde een uitvoerige verkenning en voorbereiding voorhet opzetten van Shared Research Programma's die in 2014opqestart zullen worden.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Jaarrapportage over 2012', goedgekeurd (bijgesteld) meer-jarenprogramma; verkenning mogelijkheden / draagvlak vooropzetten SRP's Voedselallergie; goedgekeurd jaarplan 2014;goedgekeurde KIP-plannen 2014; goedgekeurde KIP-rapportaqes over 2013.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

TNO-rapport I TNO 2014 Rl031l 14 I 123

3.5.2 DeelprogrammaC:lngredients

3.5.2.1 Getting Algae lngredients Applied (GAIA)

GAIA is een voortzetting van het TERM Bioraffinage project dat in 2012 gelopen

heeft. Er wordt in dit project internationaal samengewerkt met 5 partners. Het

project beoogt verschillende toepassingen van algen-ingrediënten mogelijk te

maken in samenspraak met de productietechnologie. Door de kwaliteitseisen van

de ingrediënten vanuit de toepassing te definiëren, zal het voor het eerst mogelijk

worden om diverse ingrediëntenstromen vanuit algenbiomassa te valoriseren. Het

project heeft inmiddels een S-tal partners. ln 2013 is gewerkt aan een mobiele

pilotplant die op verschillende locaties ingezet kan worden om de bioraffinage van

algenbiomassa te optimaliseren. Deze pilot zal in april 2014 operationeel zijn.

Proiect Titel: GAIATvoe TNO Cofinancierino. 5 oartnersAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Dit project resulteert in aangetoonde haalbaarheid van hetproduceren van food en non-food ingrediënten uit algenbio-massa.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Link cell wall type to industrial disruption technology plusoptimized conditions;

. Link molecular presence to separation mechanisms;

. Lab-scale separation of inqredients of interest DONE.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Link algae genome to algae family, cell wall type anddisruption technology. POSTPONED Due to absence ofselected algae in library;

. Grey box model for selected disruption technologiesDELAYED;

. Link disruption technology to ingredient functionalityDELAYED;

. Boundary conditions for process conditions based upon

spoilage POSTPONED ls given a lower priority;. Lab-scale cascade separation of at least two ingredients

of interest CANCELED Combinations of chains will bedone on pilot scale and not on lab scale.

Output o Poster presentation at 6th international algae conferencein Rotterdam;

. Article called "Hogere waarde uit algen", Agro&Chemie;

. Presentation at Protein Summit, 25 SeptemberRotterdam;

o lnterview on radio 5 concerning the production of meatreolacer from aloae.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

3.6 Output en kenn¡soverdracht

Voor het totale TNO programma Efficiente ontwikkeling en productie van

hoogwaardige voeding werd de volgende totaaloutput gerealiseerd:

15 t 123

3.7

Voor nadere details t.a.v. de output wordt verwezen naar de rapportages van de

individuele projecten.

De resultaten van de kennisontwikkeling worden voornamelijk gebruikt voor directe

opdrachten vanuit de levensmiddelenindustrie. ln enkele gevallen worden ook in

opdracht van de overheid rapporten aangeleverd, zoals over de mogelijkheden voor

het winnen en gebruik van planteneiwitten. Ook treden experts regelmatig op als

deskundigen, o.a. voor onderzoekscommissies van de Tweede Kamer en bij

juridische geschillen.

Kennisoverdracht heeft plaatsgevonden door:

. Het leveren van bijdragen aan workshops en symposia of congressen (zoals

georganiseerd door FN D);

. Artikelen voor en met deze doelgroepen (wetenschappelijk peer reviewed en

populair wetenschappelijk). Zie uitvoering en resultaten.

lnnovatie Programma's

Deelname aan grotere innovatie Programma's gebeurt in eental gevallen met een

bredere doelstelling dan die van thema 1 van de Topsector. ln 2013 werd vanuit de

propositie Efficiënte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig Voedsel

deelname aan de volgende nationale en internationale onderzoekprogramma's die

ook relevant zijn voor thema 1 toeoekend:

. ENTHALPY

De zuivelindustrie is een van de belangrijkste onderdelen van de Europese

agrarische economie.

Met een productie van 152 miljoen ton melk is de sector verantwoordelijk voor

15o/o van de omzet. De vraag naar zuivel neemt nog steeds toe en omdat de

Publicaties. position oaÞers. oroefschriften: 12

Presentaties: 18

Raooorten: Ilnterviews / oersberichten e.d. >10

Octrooiaanvraoen: 3

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 16 I 123

productie van zuivelproducten veel energie kost is een verdere besparing

noodzakelijk. Het ENTHALPY project heeft als doel om technologische

doorbraken voor de sector beschikbaar te maken. Hieronder vallen:

- Efficiente voorbehandeling van melk;

Verbetering van droogprocessen door reductie van kleine deeltjes,

terugwinnen van warmte en water en efficiënt reinigen.

De ENTHALPY partners uit 8 Europese landen streven naar een reductie van

60% in energieverbruik en 15% reductie in watergebruik. Hiermee komen de

doelen van het Europese 2020 beleid (20o/o reductie) in beeld. Het Project

wordt door TNO gecoördineerd. htto://www.enthaloy-fo7.eu/

ln 2013 werd geparticipeerd in de volgende nationale en internationale

ondezoeksprogramma's die ook relevant zijn voor thema 1 qecontinueerd:

. TIFN (zie thema 7 voor rapportage)

Participatie in het Topinstituut Food & Nutrition (TIFN) TNO participeert

langdurig in de Publiek Private Samenwerking TIFN, het grootste

Nederlandse PPS op het gebied van voedselinnovatie. Vanuit dit

programma wordt geparticipeerd in het Thema "Structure" en wordt

concreet gewerkt in de projecten "Protein Functionality", "Fat Functionality"

en " Food Chain Sustainability". http://www.tifn. n I

ln 2013 werd participatie in de volgende nationale en internationale onderzoeks-

programma's die ook relevant zijn voor thema 1 afoerond:

. Food Manufuture (zie thema 7 voor rapportage)

De belangrijkste doelstelling van FoodManufuture is het definiêren van een

visie en een conceptueel ontwerp voor een cross-disciplinaire kennisinfra-

structuur op het gebied van voedselproductie, die zullen bijdragen aan het

versterken van de innovatie, concurrentiepositie en productiviteit van de

Europese voedings- en productie-industrie. Hiervoor zal FoodManufuture een

gestructureerde, pan-Europese dialoog organiseren met relevante stake-

holders in de voedings- en productie-industrie. Gebaseerd op de visies,

behoeften en uitdagingen van deze sectoren zal FoodManufuture een aantal

scenario's ontwikkelen over hoe een versterkte Europese kennisinfrastructuur

kan worden geïmplementeerd, en zal FoodManufuture oplossingen aandragen

voor een verbeterde kennisuitwisseling tussen onderzoeksinstellingen en

industriële technologie-gebruikers. Op deze manier beoogt FoodManufuture bij

te dragen aan het creëren van een leidende positie van Europese

onderzoeksinstellingen en industrie op het gebied van voedselproductie.

( htto ://food m a n uf u tu re. e u/)

4

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 17 r 123

AgroFood Thema 6: Gezondheid

Enkele highlights uit 2013

Highlight 1: Publiek Private Samenwerking "Food4Life"

Probleem: Er is een verband tussen de microbiota in de neus / keelholte en

infecties van de bovenste luchtwegen. Dit geldt voor zowel kalveren als voor baby's

van mensen. Een goede conditie van de microbiota in de bovenste luchtwegen

heeft een beschermend effect op het ontstaan van bovenste luchtweginfecties. Dit

soort infecties komen staan zowel bij kinderen als kalveren hoog op het lijstje van

veel voorkomende aandoeningen en worden bijv. veroorzaakt door het RSV,

respectievel|k BRSV virus. Zo is in Azië 70o/o van alle doktersbezoeken voor

kinderen gerelateerd aan dit soort problemen.

Oplossing: Doel van deze publiek private samenwerking is het optimaliseren van de

microbiota in de bovenste luchtwegen met behulp van (kinder)voeding om bovenste

luchtweginfecties bij kinderen en kalveren te voorkomen. Hiertoe worden

innovatieve technologieên op het gebied van microbiota-analyse en computer-

modelleren samengevoegd.

lmpact: Bij kinderen moet d¡t project leiden tot lagere ziektelast. Bij de

kalverhouderij ook specifiek tot vermindering van antibioticagebruik. Verder kunnen

de technieken die gebruikt en ontwikkeld worden, in de toekomst worden ingezet op

andere gebieden waar de interactie tussen de microbiota en de gastheer positief

kan worden beïnvloed door voeding, bijv. de mond of darm.

4.1

4.1.1

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 't8 t 123

4.1.2 Highlight 2: De PhenFlex challenge onthult de veerkracht van het lichaam als maatvoor gezondheid

Probleem: Gezondheid wordt door TNO gezien als het vermogen van het lichaam

zich aan te kunnen passen aan veranderde omstandigheden, zoals voldoende

veerkracht kunnen bieden onder condities van fysieke en emotionele verstoringen

waaraan we blootgesteld worden. ln Europa hebben 37-57% van de vrouwen en

51-70o/o van de mannen overgewicht of obesitas. Dit suggereert een serieus

gezondheidsprobleem, omdat mensen met deze conditie een significant hoger

risico hebben op chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten en type 2 diabetes.

Voedingsonderzoek heeft grote moeite om aan te tonen dat bepaalde

voedingsproducten kunnen bijdragen aan het verbeteren van de gezondheid. De

visie van TNO is dat het uitdagen (challenging) van de metabole veerkracht de

gezondheid zichtbaar te maken en dus ook de effecten van voeding op de

gezondheid te onderzoeken.

Oplossing: Gebaseerd op literatuur en eerdere studieresultaten heeft TNO in 2011

de PhenFlex challenge test ontworpen. De bedoeling is dat deze "stressor" de

standaard wordt in voedingsonderzoek. De PhenFlex challenge is een hoog vet,

hoog calorisch drankje, zodanig samengesteld dat het de metabole veerkracht van

de belangrijkste organen die een rol spelen in de ontwikkeling van obesitas

gerelateerde chronische ziekten, zichtbaar kan maken. Dit wordt gedaan door naar

de reactie van diverse bloed parameters te kijken na het nuttigen van de PhenFlex

challenge.

lmpact: Verschillende grote publiek private samenwerkingen die in 2013lopen, zijn

gebaseerd op het idee van het TNO challenge concept. Dit concept wordt

vanzelfsprekend getest in het PhenFlex project, een samenwerking tussen TNO,

lLSl en de voedingsindustrie. Binnen PhenFlex zal de PhenFlex challenge bijv.

worden toegepast op een dwarssnede uit de Nederlandse bevolking variërend van

optimaal gezond tot hoog risico op ontwikkelen van chronische ziekte(n) om de

individuele metabole gezondheidsstatus te kunnen duiden. Ook voor het kunnen

starten van de PPS'en Whole Grain Resilience en Probe is de unieke expertise van

TNO op het gebied van het meten van gezondheid essentieel geweest.

TNO-rapporl I TNO 2014 R1031 1 19 I 123

Gut w. Fructose, iÞgþ"S.e / XyglSig

. MG, DG

\ . _Lest![, un_"ffi*,"iv

¡ ¡r '/: ndex

Lactate, beta-alan¡ne

4.2

Rd: . . LiverlR lndex . Musclê lR index

L",t#l:'tn . Liver lS index . Branched chain amino acids & der¡vativesnotrsponding 1-mêthylhistidine,3-methylhistidine

. 4-hydroxyproline, 4-oxoproline

Korte inleiding op AgroFood Thema 6: Gezondheid

De AgroFood sector zorgt voor gezond, veilig en lekker eten. Daarmee voorziet zij

in de dagelijkse behoeften van ieder mens. Het vervullen van deze behoeften leidt

tot een hogere bijdrage aan de economie en volksgezondheid.

Toekomstvisie gezondheid Topsector; waar gaan we heen?

. Verstevigen van de pro-actieve rol in het bevorderen van een gezond

voedingspatroon en leefstijl van de Nederlandse bevolking door het ontwikkelen

van producten die bijdragen aan een gezonder voedingspatroon (bijv. minder

zout, suiker, verzadigde vetten of meer vezels via herformulering);

. Bieden van uniforme, transparante productinformatie over voeding en

gezondheid, en streven naar internationale harmonisatie daarvan;

. Een significante inspanning om de kwaliteit van leven met als resultaat een

bijdrage in het reduceren van de kosten van de (gezondheids)zorg.

Om optimaal in te spelen op de behoefte van de consument heeft de Topsector

Agri&Food een vijftal innovatieve 'springboards' geformuleerd, waarvan de eerste,

'Voeding en Gezondheid', nauw aansluit bij de propositie 'Voeding en Gezondheid'

binnen TNO. ln dit eerste springboard is speciale aandacht voor kennis- en

productontwikkeling die bijdragen aan hart- en vaatgezondheid, gewichts-

beheersing, darmgezondheid, mondgezondheid, gezond ouder worden en optimale

ontwikkeling van ons brein. De algemene doelen worden beschreven in de 3

hoofdopgaven van de Topsector.

TNO-rapport ITNO 2014 R10311 20 t 123

De drie hoofdopgaven om vraag en aanbod van gezonde voedselproducten beter

op elkaar af te stemmen, zijn:

. Ontwikkelen van een nieuwe methodologie om de gezondheid van mensen te

meten en de effecten van dieet op de gezondheid van consumenten te meten

en om EFSA regulering en goede claimonderbouwing te bewerkstelligen;

. Ontwikkelen en toepassen van kennis waarmee gezondheidsmarkers de

fysiologische processen voorspellen op korte en lange termijn (incl. gebruik van

nutrigenomics);

. Het bepalen van effecten van gezonde voedselproducten en nieuwe

ingrediënten op gezondheid.

Verder is een verdeling gemaakt in de onderstaande 6 programmalijnen om voor de

nodige focus te zorgen binnen het Thema Gezondheid.

6a Hart- en Vaatgezondheid

6b Gewichtsbeheersing

6c Gastro-intestinale gezond heid

6d Mondgezondheid

6e Gezond Ouder worden

6f Food, cognition en behavior

4.2.1 Aansluiting TNO vraag gestuurde programma op Topsector Agri&Food

Zoals vermeld sluit het innovatieve Topsector springboard Voeding en Gezondheid

goed aan bij de propositie 'Voeding en Gezondheid' binnen TNO. Het vraag

gestuurde programma Gezonde Voeding voor TNO's strategieperiode 2011-2014

heeft tot overall doel de samenleving gezonder te maken door te helpen om

gezonde voedingsconcepten te introduceren in de markt en gemakkelijk

toegankelijk te maken. Hierdoor nemen overgewicht en andere voeding

gerelateerde aan-doeningen zoals diabetes, hart en vaatziekten en een

verminderde weerstand af. Dit is positief voor mensen en voor de nog steeds

oplopende kosten van de gezondheidszorg. Het doel is bovendien dat de waarde

en bruikbaarheid van deze concepten worden erkend door overheden en

bedrijfsleven zodat deze concepten echt bijdragen aan de ontwikkeling en de

marktintroductie van nieuwe gezonde concepten (producten, maar ook bijv. ideeën

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 2'l I't23

die bijdragen aan gezond eetgedrag). Hierdoor zal ook het bedrijfsleven profiteren

indien zij kiezen voor een gezond aanbod.

De propositie Gezonde Voeding is in 2013 binnen TNO opgedeeld in drie

subproposities:

1. Meten van Gezondheid;

2. Verzadiging en Gezond Gewicht;

3. Darmgezondheid.

4.3 Overzicht type projecten 2013

De door de overheid gefinancierde projecten die binnen de propositie Gezonde

Voeding zijn uitgevoerd in 2013, worden gerapporteerd volgens de lijnen van de

Topsector Agri&Food. De indeling hiervan is als volgt:

Programma Gezonde Voeding Type projectlTKI.AFThema*

Deelprogramma: Management

1.1 Programmamanagement,Communicatie & PR

Doorlopend project Nvt.

Deelprogramma: A. Meten van Gezondheid

1.2 EU verplichtingen, NuAge,Bioclaims en NutriTech

Doorlopend project EU 6, hoofdopgave

1.3 TIFN Card¡ovascular Health -

Relevance of Vascular. Func-tionMarkers and Vascular lnflammation

Doorlopend project

TIFN6 A: Hart- en Vaatgezondheid

1.4 ADMIT: dietary modulation ofinflammatory tone

Doorlopend project

FND6, hoofdopgave

1 9 Nutritional databaseDoorlopend projectKIP

6, hoofdopgave

EZ 1702 PHENFLEX - Phenotypicflexibility and diet-related health

Doorlopend project(EZ-co SMO, 25% fase)

6, hoofdopgave

PPS PROBE: ProteTne enverandering van levensstijl voorspierbehoud in obese type 2 diabetespatiënten

Doorlopend project

PPS (EZ-co SMO, mix tussen25o/o en 50% fase)3 private partiien

6 B: Gewichtsbeheersing6 E: Gezond Ouderworden

PPS RESILIENCE: "Combining

innovation with tradition: improvingresilience with essential nutrients andwhole wheat bread" (TKI-AF 12083)

Doorlopend project

PPS (EZ-co SMO, mix tussen25o/o en 50% fase)3 private partijen

6 A: Hart- en Vaatgezondheid,hoofdopgave

Deelprogramma: B. Verzadiging en Gezond Gewicht

1.5 TIFN Nutrient SensingDoorlopend project

ÏIFN6 B: Gewichtsbeheersing6 F: Food, cognition en behavior

1 .1 0 Stuurgroep Alcohol Research:van uitvoerend naar coördinerend

Doorlopend projectKIP

6 F: Food, cognition en behavior

TNO-rapport ITNO 2014 R10311 22 t 't23

Uitvoering in 2013, Resultaten

Management oordeel

ln 2013 is het Vraaggestuurde Programma Gezonde Voeding over het algemeen

naar behoren verlopen. De vraagarticulatie door en afstemming met de Topsector

via de themacommissie verliep voorspoedig en naar het oordeel van TNO

betrokkenen efficiênt.

Een aantal PPS-en is door de grief van een call proces binnen het TKI Agrifood

echter later dan gepland van start gegaan. Oorzaken hiervoor worden door het TKI

geh a nteerde tijd sschema's.

4.4

4.4.1

1 .1 1 VLAG (AlO): How our mouthfeeds our brain: modulation of sweetand fat taste intensity and rewardvalue by (endo)cannabinoids

KP6 B: GewichtsbeheersingF: Food, cognition en behavior

1.14 Endocannabinoid analysis in

human saliva by LC-MSKP

6 B: GewichtsbeheersingF: Food, cognition en behavior

1 16 Voeding en cognitie bij kinderen KP 6 F: Food, cognition en behavior

PPS WHOLEGRAIN SATIETYWholegrain bread, breakfast cerealsand satiety

Doorlopend project

PPS (EZ-co SMO, mix tussen25o/o en 50% fase)2 private partijen

6 B: Gewichtsbeheersing

Deelprogramma: C. Darmgezondheid

1 .6 Verplichtingen DarmgezondheidDoorlopend project

TrFN, CCC6 C: Gastro-intestinale gezondheid

1.7 TIFN Oral HealthDoorlopend projectTIFN

1.8 MicroFlexHuman Gut Microbiota Dynamics:How Flexible is our ExtendedPhenotype?

KP 6 C: Gastro-intestinale gezondheid

1 12 Development lnfant ScreeningsPlatform Microbiologie

KP 6 F: Food, cognition en behavior

1.13 Marktpositie verbeteren van TIMen lnTESTine voor Voeding

KP 6 C: Gastro-intestinale gezondheid

1.1 5 Ontwikkeling Darmbarrièreassay m.b.v. lnTESTine

KP 6 C: Gastro-intestinale gezondheid

EZ 1811 STREPLESS: Alternatievenvoor antibioticumgebruik in devarkenshouderij

Doorlopend project(EZ-co SMO, 25o/ofase)

6 C: Gastro-intestinale gezondheid,

hoofdopgave

PPS Food4LiveSolutions:Neusholteflora in relatie totluchtweginfecties

Doorlopend project(EZ-co SMO, mix tussen 255 en

505 fase)2 Private oartiien

6 Hoofdopgave,C: Gastro-intestinale gezondheid

* Venruijst naar doelstellingen binnen het innovatiecontract Topsector Agri&Food versie 201 3.

TNO-rapporl I TNO 2014 R10311 23 I ',123

4.4.2

ln 2013 was er, evenals in 2012, sprake van één operationeel manager voor het

hele VP (de Business Line Manager Voeding en Gezondheid). De drie hoofdlijnen

dan wel subproposities werden in 2013 inhoudelijk gecoördineerd door drie

subpropositiemanagers die verantwoordelijk waren voor de inhoudelijke voortgang

en vernieuwing alsmede de business development van zijn of haar deel. Voor 2013

is, net als in 2012 ervoor gekozen alle projecten met overheidsfinanciering te laten

coördineren door één overall projectleider. Vrijgevallen middelen zijn effectief en op

tijd geheralloceerd binnen de kaders van het VP. ln de hierna volgende paragrafen

wordt een nadere onderbouwing gegeven voor deze managementbeoordeling.

Uitvoering en resultaten

Het overgrote deel van de geplande resultaten (deliverables) is gehaald. Ook de

financiële realisatie is op hoofdlijnen volgens planning verlopen. Verder zijn alle

projecten tijdig en adequaat gerapporteerd. De projecten zijn op hoofdlijnen positief

te beoordelen qua realisatie van resultaten, kwaliteit en doelgerichtheid.

Bijstelling programma en voorbereiding 2014

ln 2011 is een start gemaakt met het uitrollen van de strategieperiode 2011-2014

en in 2013 is voortgebouwd op de goede resultaten van 2012. Door de wens nauw

aan te sluiten bij de Topsector Agri&Food zijn de kennisinvesteringen voor 2013, in

samenspraak met de themacommissie van deze Topsector, ook gevormd naar dit

criterium. Majeure bijstellingen waren niet aan de orde in 2013. Door de later dan

geplande start van PPS'en met SMO financiering hebben sommige projecten enige

vertraging opgelopen en andere personele veranderingen ondergaan. De

verschuivingen van de daardoor vrijgekomen middelen zijn nauwkeurig bijgehouden

en worden gerapporteerd in de management KIP 1.1. Een deel van de vrijgevallen

middelen is ingezet voor nieuwe projecten. Deze projecten zijn gericht geweest op

het uitvoeren van een aantal kleinere onderzoeken, gericht op het snel (start en

afronding in 2013) bijdragen aan de kennispositie en doelstellingen van de

propositie Gezonde Voeding.

4.4.3

4.4.4 Samenwerkingenkennistoepassrng

4.4.4.1 Samenwerking

lnterne samenwerking is onder andere tot uiting gekomen dor het samen met het

thema Biomedische lnnovaties van TNO acquireren en boeken van het EU

programma'Qualify', met als thema persoon lijke gezondheid.

Naar buiten toe heeft TNO met diverse partners belangrijke samenwerkings-

verbanden. Zo is, binnen de subpropositie Darmgezondheid en via het TIFN

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 24 I 123

programma Oral Health een nauwe samenwerking ontstaan met ACTA

(Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam). Deze samenwerking heeft in

2013 geleid tot het gezamenlijk kunnen binnenhalen van een 100% betaalde

opdracht voor een humane studie op het gebied van mondgezondheid.

Met de WUR wordt op verschillende vlakken samengewerkt. Op het belangrijke

gebied van het TNO challenge concept wordt bijvoorbeeld samengewerkt in de

PPS Whole Grain Resilience. Hierin neemt de WUR de uitvoer van de humane

studie voor zijn rekening. Deze studie is innovatief genoeg om te passen bij de

missie van de WUR, waardoor de WUR ook een deel van de kosten op zich kan

nemen. Verder wordt er via VLAG een gezamenlijke AIO gefinancierd, die zich zal

bezighouden met verzadiging en de rol van endocannabinoïden. TNO is blijven

investeren in meerdere TIFN programma's en draagt, door het leveren van een

AlO, bij aan Carbohealth, een PPS die voortbouwt op het Carbohydrate

Competence Gentre CCC.

4.4.4.2 Kennistoepassrng INO in 2013

Bij de volgende selectie van projecten heeft TNO in 2013 een belangrijke rol

gespeeld in de kennisopbouw. Hier is de kennis van TNO duidelijk zichtbaar

geweest.

. Starten van meerdere PPS'en in het kader van de Topsector Agri&Food met

bedrijven en andere kennisinstellingen;

. Invulling blijven geven aan de coördinatie en het kennisdeel in de gekoppelde

projecten EU Nutritech en EZ-co PhenFlex, beide gericht op het meten van

gezondheid en het challenge test concept;

. Toekenning van 4 nieuwe EU programma's met een inhoudelijke rol voor TNO,

namelijk Enrichmar, Qualify, Lignofood en MyNewGut;

o Meerdere artikelen en lezingen op het gebied van voeding en gezondheid;

. Meerdere keynote lectures van TNO boegbeelden, bijv. op het gebied van

darmgezondheid, verzadiging en meten van gezondheid;

. TIFN Energy Harvesting: themaleider en invullen kennisdeel;

o lnvullen kennisdeel en themaleiderschap in TIFN Oral Health;

. lnvullen kennisdeel en themaleiderschap TIFN Nutrient Sensing.

Samenvatting per project

ln het hierna volgende wordt per project aangegeven welk type project het betreft1,

wat de doelen van het project zijn, wat de belangrijkste beoogde mijlpalen en/of

resultaten voor 2013 waren, of en in hoeverre deze gerealiseerd zijn en wat de

output was aan rapporten, artikelen, voordrachten e.d. Voor nadere details ten

4.5

TNO-rapport ITNO 2014 R10311 25 t 123

aanzien van individuele projecten, zoals financiele details, doelgroepen en

samenwerking met stakeholders, kennistoepassing en -disseminatie, en details ten

aanzien van de output, wordt venryezen naat de rapportages van de individuele

projecten.

t Met type project wordt bedoeld:

EU-EFRO: Project met voonruaarden Europees Fonds Regionale Ontwikkeling

EU-fp7: Project met voonryaarden volgens EUJpT

TIFN: Project met voonruaarden volgens Top lnstituut Food & Nutrition

TNO Cofinanciering: Project met voon¡vaarden volgens regeling TNO

TNO KIP: TNO Kennis lnvesteringsProject (doorlopend programma)

STW: Project met vooruvaarden volgens Stichting Toegepaste Wetenschappen

4.5.1 Deelprogramma: Management

4.5.1.1 Programmamanagement, Communicatie & PR

Project Titel: 1.1 Programmamanagement, Communicatie & PR

Type KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Management van het vraaggestuurde programma GezondeVoeding. Dit behelst het overall management, waarinuitnutting van het budget met behoud van kwaliteit vooropstaat. ln dit programma zijn verder de posten voorkennisdisseminatie (deel van communicatie) en PR

opgenomen.Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Werkplan: geplande werkzaamheden

'1. Management binnen de Business Line Gezonde VoedingDe Business Line Manager draagt zorg voor:

. bewaking van uitvoering van hetonderzoeksprogramma, als interne opdrachtgever;

. aansturing programmeringsproces en evt. bijstelling;

. sturing van de totstandkoming en bijstelling van hetprogramma;

. inhoudelijke afstemming met de andere propositiesin het innovatiegebied Gezonde en Veilige Voeding,o.a. over de ontwikkeling van kennis, technologieënen producten;

. overleg met de belangrijkste stakeholders over dehoofdlijnen van het programma (ministeries, EZ-coprojecten, Topsectoren, topinstituut TIFN, NMC);

. verdere uitwerking en invulling van het programmavoor de jaren 2014-2Q15;

. rapportage aan de directeur van het innovatiegebied.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 26 I 123

2. CommunicatieDe resultaten van veelbelovende kennisinvesteringenworden gepresenteerd in publicaties en via congressen,workshops, stakeholderbijeenkomsten, klantbezoeken e.d.

3. TOP Sectorenln 2013 is budget vrijgemaakt voor het schrijven van devolgende PPS voorstellen met partners uit het bedrijfsleven:

1. Food4life Solutions is een projectvoorstelgeschreven en ingediend in samenwerking metFrieslandCampina en de van Driel Groep;

2. PPS Health Maintenance lnitiative is eenprojectvoorstel geschreven en ingediend in samen-werking met FrieslandCampina, Vitalinq, NBC,UMCG, WUR.

4. Do lt Yourself Human lntervention StudyDoel: Een non-invasief in-home interventie onderzoek vaneen voedingsproduct in samenwerking met een industriëlepartner. Nieuwe methodologie waarbij TNO sneller engoedkoper wetenschappelijk gefundeerd bewijs leveren vande effecten van dit product.

5. Strategy for Europe on nutrition, ovenrueight and obesityhealth related issues.Evaluatie van EU rapport over deeffectiviteit van de Europese strategie met betrekking totvoeding, overgewicht en aan obesitas gerelateerde zaken.051.02710 - 2 EU - Evaluatie EU project

6. Biosynthetische [14C]-LPS als een gevoelige marker voorhet meten van darmpermeabiliteit.Afronding LPS SMO project van 2013 middels een follow upproject.

7. Extra KIP ideeên

Gedurende de loop van 2013 zijn SMO middelen die in

eerste instantie gereserveerd waren voor PPS projecten,geheralloceerd naar de management KIP toen bleek datdeze projecten niet of later zouden starten.Hiermee kwamen middelen vrij voor het uitvoeren van eenaantal kleine projecten, gericht op het bereiken van impactdoelstellingen.Door projectleiders zijn hiervoor project ideeën aangedragen.Deze voorstellen zijn door het management van GezondeVoeding (propositie-manager, subpropositiemanager enporfoliomanager) gerankt en voor een aantal zijn SMOmiddelen ter beschikking gesteld. Voor de volgendevoorstellen is tenslotte groen licht gegeven:

A. Publicatie Groente-exercise studieB. TIM Demonstratorsc.N

TNO-rapport ITNO 2014 R103'11

4.5.2 Deelprogramma A: Meten van Gezondheid

27 I 123

D.E.F.

G.H.t.

SomalogicPublicatie Standardised protocol for in-vitro digestionPublicatie Vette KIPD-Score MuisWorkshop Toepassing ModellenPublicatie; Modulation of the lntestinal Flora ofNewborns

J. PublicatieOrganoïdenK. PublicatiePompoenstudie

Gereal iseerde deliverables:1. Beoordeling en verslaglegging KIP rapportages 20122. Adequate uitvoering vanonderzoeksprogramma3. Programma op hoofdlijnen geactualiseerd4. Aansluiting bij Publiek Private Samenwerkingen (bijv.

TIFN, NMC) op grond van propositie GezondeVoedingsconcepten

5. Budgetteringonderzoeksprogrammagereednaaronderdelen en KIP 2014

6. KIP 2014 voorstellen gereed, goedgekeurd door lBC,projecten geopend

7. Afstemming met productmanagers /technologiemanagers, sales / markt managers.Rapportage aan directeur innovatiegebied

8. Operationeel en inhoudelijk projectmanagement KIPprojecten

9. Voortgangsrapportage aan ministerie M¡VS10. Managementrapportages (6-wekelijks)11. KIP Rapportages 201312. KIP lmoact Raooortaoes

Niet gerealiseerde

mijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output . EU Rapport;. Meerdere artikelen ingediend op basis van de extra

middelen. maar noo oeen oublicatie in 2013.

Project Titel: EU verplichtingen: NuAge, Bioclaims en NutriTechType' EU-FP7

Agri&Food Call

2012N.v.t.

TNO-rapport I TNO 201 4 R1 031 1 28 I '123

Doel Participatie infinanciering.. Bioclaims;. Nutritech;. NuAge.

EU FP7 projecten met de volgende

Korte omschrijving van de doelen:

1. NutriTechToepassen van nieuwe technologiën en methoden van

onderzoek voor voedingsonderzoek. Het onderzoeken van de

TNO-ideeën op het gebeid van het challenge concept en de

fenotypische flexi biliteit.

2. BioclaimsBiomarkers voor de robuustheid van de metabolehomeostase voor Nutrigenomics gerelateerdegezondheidsclaims. Ondezoeken van het challenge conceptmet als doel het kunnen maken van gezondheidsclaims in

het kader van de interactie tussen genen en voeding.

3. NuAgeNieuwe dieet strategieën voor de gezond ouder wordendepopulatie in Europa. Loopt van 1 mei 2011-1 mei 2016.

Uiteindelijk doel is een specifieke voedselpiramide voor 65plussers.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

1. NutriTechDe activiteiten van TNO in Nutritech zijn tweevoudig:. coördinatie en het beheer van het project;. leiden van WP7 - lntegratie activiteiten.

De coördinatie van NutriTech was gericht op 2 belangrijkeondenrverpen in 2013:

. minimaliseren van de vertraging in de interventie-studie;

. eerste officiele verslag aan de EU.

Ten gevolge van vertragingen bij de werving vanproefpersonen en de technische complexiteit van het

onderzoek zal de humane studie pas in januari 2014 voltooid

worden, in plaats van begin 2013. Naast de vertraging heeftdit geen verdere gevolgen voor het project.

Het eerste officiële verslag van Nutritech over de maanden 1-

18 werd op 22 augustus 2013 aan de EC voorgelegd.De feitelijke beoordeling vond plaats in Brussel op 23 oktober2013. Na beantwoording van enkele vragen is de

venvachting dat het verslag goedgekeurd gaat worden.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 29 I 123

WP 7 - data-integratieDe eerste pilot-analyses zijn gedaan, op basis van de in de

database verzamelde data.

2. BIOCLAIMS. Uploaden van BIOCLAIMS studiegegevens (uit in totaal

22 studies) in de TNO Nutritional Phenotype databank.De upload van enkele andere studies kan plaatsvinden

na de afronding daarvan.. Opstellen biomarker prioriteitensysteem (1-3 punten)

gebaseerd op de volgende I criteria:

- lngebed in fysiologisch proces, wat essentieel is vooreen gezondheidseindpunt;

- Specifiek voor de kwantificering van homeostatischerobuustheid;

- Mechanistisch ondersteund;

- Oorzakelijk i causaal;

- Reageert op challengetest;

- Gevalideerd in diermodellen / menselijke studies;

- Toegankelijkheid weefsel bij de mens;

- Prijs van assay.. Op basis van deze scoring kan een ranglijst van alle

biomarkers worden gemaakt.. lntegrale analyse van biomarkers, waarbij nieuwe

connecties tussen biomarkers gevonden kunnen worden.

HEÂLTHYAGEINGCARDIO VASCTJLAR HEALTH

KIDNEY HEALTH

AOIPOSE TISSUE HEÄLTHSYSÎEMIC HEALÎH

3. NUAGETNO's werkzaamheden in dit grote multidisciplinaireconsortium (31 partners uit 17 EU landen, waaronder 13

voedingsbedrijven en de brancheorganisatie CIAA) bestaanvoornamelijk uit het begeleiden van de promovendus Dulce

Calcada, die de meeste werkzaamheden uitvoerd.

TNO-rapport l TNO 2014 R10311 30 / 123

Geplande resultaten1. NutriTech: first offìcal report2. Bioclaims: publication on data

integration2. Bioclaims: all studies (minimally

design) uploaded in dbNP

2. Bioclaims: prioritized list ofendpoints for integrative networkanalysis

3. NuAge: fìrst publication of PhD

student

Opmerking(en)Ja

Publicatie in draft

Ja

Ja

Ja

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Opmerking(en)Uitgesteld tot2014

Output 'Phenotypic Flexibility' symposium (4-6 February 2013 in

Madrid, Spain), met BIOCLAIMS (FP7-project), NuGO enhet PhenFlex project. Ca 160 bezoekers;The role of low-grade inflammation and metabolicflexibility in aging and nutritional modulation thereof: a

systems biology approach. Dulce Calçada, Dario Vianello,Enrico Giampieri, Claudia Sala, Gastone Castellani,Albert de Graaf, Bas Kremer, Ben van Ommen, Edith

Feskens, Aurelia Santoro, Claudio Franceschi, JildauBouwman. ln review;

ldentification of plasma biomarkers for mitochondrialdensity as marker for adipose tissue healthThomas Kelder, Eveft van Schothorst, Martien Caspers,Jaap Keijer, Marijana Radonjic (Publication draft);Network analyses: the key to understand relationsbetween food and health

Marijana Radonjic (Food and Nutrition product sheet);Network Biology assessment of Phenotypic FlexibilityThomas Kelder, Andre Boorsma, Marijana RadonjicPhenotypic Flexibility Symposium, El Escorial, Madrid,

Spain, February 4th-7th 2013 (Poster Presentation);Data integration empowers discovery of biomarkers forhealth effect of nutrientsThomas Kelder(Course lecture on data integration, Tarragona, Spain);Transcriptional regulatory network underlying adiposetissue adaptation to high-fat dietDavina Derousl,2, Thomas Kelderl, Evert M. vanSchothorst2, Anja Voigt3, Susanne Klaus3, Jaap Keijer2,

Marijana Radonjicl(NuGO week 2013, Munich October 2013, oralpresentation);

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 31 t 123

Transcriptional reg ulatory network u nderly¡ n g ad iposetissue adaptation to high-fat dietDavina Derous, Evert M. van Schothorst, MarijanaRadonjiclnternship report HAP-70424 WUR;NETWORK BIOLOGY AND SYSTEMS BIOLOGYAPPLICATIONS IN NUTRITIONThomas Kelder, Ben van Ommen and Marijana Radonjic(lUNS, Granada September 2013, oral presentation);Update on WP5 integration activities and resultsMarijana RadonjicWP5_7th BIOC LAI MSmeeting_Granada_Septem be 2,01 3,

oral presentation.

Project Titel: TIFN Cardiovascular Health - Relevance of VascularFunction Markers and Vascular lnflammation

Typel TIFN

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doe Eerste doel is het vinden van biomarkers die gerelateerd zijnaan de vaatfunctie en die informatie geven over het risico opcardio-vasculaire aandoeningen. Ook het ontrafelen van deinvloed van het dieet op deze markers in inzet vanonderzoek.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

o Definitie van de effecten van epicatechin op vroege faseatherosclerose;

. Definitie van de effecten van epicatechin op late faseatherosclerose;

o Analyse van de effecten van polyfenolen op metaboolgeïnduceerde ontstekingen in CRP muizen;

o Analyse van de effecten van polyfenolen op NFkB in vivo. Preparatie van manuscript.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 32 I 123

Output Effects of chocolate supplementation on metabolic andcardiovascular parameters in ApoE3L mice fed a high-cholesterol atherogenic diet. G.K.Yakala, P.Y.Wielinga, J

Keijer, J.M. van Golde, G.Molema, R.Kleemann,T.Kooistra, P.Heeringa. Mol Nutr Food Res, 2013;Alternating diets and dietary regimen in improvingphenotypic flexibility. R. Kleemann (invited lecture).Phenotypic Flexibility Symposium. 2013, Madrid, Spain;Metabolic inflammation and role of epicatechin in thedevelopment of atherosclerosis. P.Wielinga, M.Morrison(invited lecture). Wageningen University. 2013, Madrid,Spain;Alternating diets and dietary regimen in improvingphenotypic flexibility. R. Kleemann (invited lecture).Phenotypic Flexibility Symposium. 2013, Madrid, Spain;ln vitro models of inflammation and anti-inflammatory roleof polyphenols. M.Morrison (invited lecture). SpaarneZiekenhuis, Sept 2013;Anti-inflammatory and anti-atherosclerotic effects ofepicatechin in atherosclerosis; M.Morrison et al.submitted to Atherosclerosis.

Project Titel: ADMIT: dietary modulation of inflammatory toneTvpe' FND

Agri&Food Call

20't2N.v.t.

Doel Doel in deze fase van het project was een studie die kan

aantonen dat gezonde proefpersonen nóg gezonder wordendoor het volgen van een optimaal dieet. De uitdaging ligt in

het kunnen meten van deze subtiele verschuiving, doormiddel van een challenge en m.b.v. geavanceerde

analytische methoden.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Protocol van de Proof of Concept studie gereed.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Door problemen met de recrutering is in gezamenlijk overlegmet de industriële sponsor, de uitvoerende CRO en

AgentschapNl besloten de studie stop te zetten hen hetresterende budget anders in te zetten. De plannen

hieromtrent zijn nog niet gefinaliseerd.

Geplande resultaten

Proof of concept studieData analyse PoC

studie.

Analyse en statistiekStudie raport

Opmerking(en)Nee, studie gestopt

Nee, studie gestopt

Nee, studie gestopt

Nee, studie gestopt

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 33 I 123

Output | . Boelsma, E et al. Assessment and comparison ofinflammatory responses upon challenges with glucose, fat,

and a combination of glucose and fat. TNO rapportnummer: V9248,2013;

. Wopereis, S. et al. Assessment of inflammatory resiliencein healthy subjects using dietary lipid and glucosechallenges. BMC Medical Genomics 2013,6:44.

Project Titel: Nutritional DatabaseType' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel De 'Database Nutritional Phenotype' is een harmonisatie-project waarin data van humane studies verzameld engecodeerd wordt op een manier die het delen van dataoptimaliseert. Een groot voordeel hiervan is dat ondezoeks-consodia veel makkelijker kunnen leren van elkaars studies,waardoor betere studies kunnen worden ontworpen en(Nederlandse en Europese) middelen doelmatiger kunnenworden besteed.

De doelen zijn als volgt weergegeven:1. Faciliteren van het formen en uitvoeren van het Europese

dbNP project;2. Faciliteren van het delen van data van meerdere nutrition

research projects (nutritional' intervention studies met'high density data') in Europa;

3. Ontwikkelen van specifieke software hiervoor.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

o Data management en training voor de phenotypedatabase;

o Proof of concept paper;. Raport over additional requirements JPI en NINO;. Onwikkeling van ontologiën voor'omics';. Link naar ontwikkelde SOPs in EURO-DISH en andere

EU programma's;. Ontwikkeling van ontologiën voor behandeling en

challenges samen met EU FP7 programma EURO-DISH;. Ontwikkeling van 'heat map visualization';. Helpdesk functie voor de uoload van data.

Niet gerealiseerde

mijlpalen en/ofresultaten

Oprichting van de'Phenotype Foundation'.

Output Eén artikel in voorbereiding; indiening in 2014.

TNO-rapport I TNO 2014 R1031'1 34 I 123

Project Titel: EZ 1702 PHENFLEX - Phenotypic flexibility anddiet-related health

Type TNO CofinancieringAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel "Phenotypic Flexibility and Diet-Related Health" (PhenFlex) iseen onderzoeksproject van TNO met het doel gezondheid ende effecten van voeding op gezondheid op een anderemanier meetbaar te maken, d.m.v. algemeen geaccepteerdemethodes. De gebruikte definitie van gezondheid is:"Gezondheid is het vermogen tot aanpassen aan de fysieke,emotionele en sociale uitdagingen van het leven". ln hetproject wordt 'de gezondheid' uit evenwicht gebracht, waarbijde reactie van het lichaam in zijn poging terug te keren naarde uitgangssituatie een maat is voor de gezondheid. Dit wordthet 'challenge concept' genoemd. PhenFlex is eenconsortium met de volgende partners, naast TNO; lLSl, DSM,Nestle, Friesland Campina, Danisco - Dupont en Abbott.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geplande resultatenReduced adaptability studieHealthy ranges studieAnalytical platforms voor dechallenge testReproduceerbaarheid van dechallenge testldentified reduced adaptabilityto the challenge

Een pragmatische setparameters

Acceptability strategy

Ja, wordt nog aangepastaan uitkomsten HealthyRanges studieDoorlopende activiteit

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Literature review submitted: Draft begin 2014;

. Scientific paper reduced adaptability (draft): Eerste draftbegin 2014;

. Scientific oaoer healthv ranqes studv: ls in 2014 qeoland

Output . Bakker et al. Biomarkers for phenotypic flexibility asevalauted in healthy and diabetic subjects. Posterpresented at NUGO, September 2013;

. Dutman and Dupont.Stakeholderinterviews PhenFlex.Phenotypic flexibility een project van TNO, in

samenswerking met lLSl en voedingsmiddelenindustrie.TNO rapport, Oktober 2013;

. Pellis et al. Biomarkers for phenotypic flexibility asevaluated in healthy and diabetic persons. Posterpresented at SB@NL2013 congres. Egemond aan Zee.November 201 3;

. PhenFlex. Phenotypic flexibility and diet-related health.TNO project leaflet. February 2013;

TNO-rapport I TNO 2014 R1031'l 35 t 't23

Prezi presentation Phenotypic flexibility voor disseminatie(bijv. workshop, maar ook voor website) en acquisitie.2013;Wopereis. An omics based high fat standardized liquiddiet as biomarker strategy to quantify multiple aspects ofphenotypic flexibility. Oral presentation at Phenotypicflexibility symposium, Madrid, February 2013.

Project Titel: PPS PROBE: Prote'ine en verandering vanlevensstijl voor spierbehoud in obese type 2 diabetespatiënten

Type' TNO CofinancieringAgri&Food Call2012

Agri&Food Call2012

Doel ln de PPS Probe, wordt in samenwerking met het

bedrijfsleven en de Hogeschool van Amsterdam gekeken

naar het effect van speciale voeding en bewegen opspierverlies bij oudere diabetespatiënten die afslanken. Dmvchallenge testen (onder andere een doe-het-zelf Orale

Glucose Tolerantie Test) wordt gekeken naar de(veranderende) gezondheidsstatus van deze mensen.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Deze PPS is vanwege contractonderhandelingen en tevolgen procedures later gestart (oktober 2013) danoorspronkelijk gepland.

Beoogde resultatenOpzet klassieke OGTT voorsubtypering DM

Opzet DIY OGTT in PROBE

Opzet fasting challengeOpzet AccQTag methode

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Ontwikkelen Dry Blood Spot methode minder ver dangepland;

o Studieprotocol indienen b¡j METC.

Output Persbericht PROBE door TKI Agri&Food (oktober 2013),€ 1,1 miljoen voor onderzoek naar behoud van spiermassa in

obese oudere diabetespatiënten tijdens afuallen.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

4.5.3 Deelprogramma B: Verzadiging en Gezond Gewicht

36 I 123

Project Titel: PPS RESILIENCE: "Gombining innovation withtradition: improving resilience with essential nutrientsand whole wheat bread" (TKI-AF 12083).

Type' TNO CofinancieringAgri&Food Call2012

Agri&Food Call2012

Doel Fase 1 van een 2-fasen PPS met TNO Cofinanciering, waarinde gezondheidsaspecten van volkorenbrood wordenonderzocht met innovatieve manieren om de gezondheid temeten. Deze eerste fase richt zich op het vinden van eenverband tussen de nutriëntenstatus en optimale flexibiliteit,als maat voor gezondheid.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Kick-off meeting;

. WP1-voorstel;

. WP2-Overzicht van geschikte studies en relevantemetingen van essentiele nutriënten;

o WP2-correlatie tussen essentiële nutriënten status engezondheidsstatus;

. WP3-Keuze voor fysiologische eindpunten engerelateerde processen voor fase 2;

. WP3-Selectie van relevante processen en biomarkersvoor fase 2;

. Overzicht van de lessons learnt van de afgewezen engeaccepteerde EFSA claims gerelateerd aan 'volkoren'.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

lndiening project voorstel voor fase 2 br.¡ TNO IBC gepland injanuari 2014.

Output O

a

Presentatie van het project op de HealthGrain ForumWorkshop, 6-7 November2Ql3 in Helsinki, Finland;Persbericht start fase 1.

Project Titel: TIFN Nutrient SensinqType' TIFNAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Doel van dit TIFN project is nieuwe aangrijpingspunten teidentificeren die kunnen worden gebruikt om honger enverzadiging te manipuleren met voeding. TNO levert deprojectleider. Het projectleiderschap zal bijdragen aan deinternationale erkende positionering van TNO op dit gebied.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Humane studie in l5 vrijwilligers om het concept van deileal brake te onderzoeken met verschillende nutriënten;Biopsieën van verschillende locaties in de humane darmvoor karakterisatie van receptoren voor'nutrient sensing';Optimalisatie van de in vitro darmsegmenten systeem omverzadigingshormonen te kunnen meten die ontstaanonder invloed van eiwit, koolhydraten en zoetstoffen.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 37 1',123

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

ln het eerste jaar van het project zijn verschillende pogingenondernomen om de activiteit van de nervus vagus te metenbij varkens, afhankelijk van de blootstelling aan nutriënten. Ditwas niet succesvol. Deze onderzoekslijn is dan ook verlatenen deliverables die hiermee samenhingen zijn venruijderd.

Ook een andere methode.

Output Artikelen (2). Endogenous CCK regulates satiation independently of the

abdominalvagal nerve at liquid meal feeding in pigs.

Ripken D, van der Wielen N, van der Meulen J,

Schuurman T, Witkamp RF, Hendriks HFJ, Koopmans SJ,

Submitted to PLoS One (Annex 1);

o A new flexible plug and play scheme for modeling,simulating, and predicting physiological behavior appliedto satiety related gastric emptying. Krishnan S, vanAvesaat A, Troost FJ, Hendriks HFJ, de Graaf A.

Submitted to Theoretical Biology and Medical Modeling(Annex 2).

Papers in preparation (working titles), to be submitted in2013 (3). Cross species comparison of genes related to nutrient

sensing mechanisms expressed along the intestine. vander Wielen N, Witkamp RF, de Wit NJW, van Avesaat A,

Masclee A, Boekschoten AV, Hendriks HFJ, Meijerink J;. lleal brake by carbohydrates and proteins. van Avesaat A,

Troost F, Ripken D, Hendriks HFJ, Masclee A;. The effect of localjejunal and ileal stimulation with various

nutrients on satiety hormone response using an intestinalpig model. Ripken D, van derWielen N, Wortelboer H,

Hendriks HFJ.

Lezing (1)o ls neural regulation of satiation more important than

hormonal regulation of satiation? Presented by DinaRipken. Authors: Ripken D, van derWielen N, van derMeulen J, Schuurmans T, Witkamp R, Hendriks H,

Koopmans SJ. European Congress on Obesity, Liverpool,United Kingdom,l2-15 May 2013.

Wetenschappelijke presentaties incl. posters (10). Cross species comparison of genes related to nutrient

sensing mechanisms expressed along the intestine.Presented by Nikkie van derWielen. Authors: van derWielen N, de Wit NJW, Hendriks HFJ, Witkamp RF,

Meijerink J. Wageningen University PhD tour, Sydney andMelbourne Australia, 14-25 Oktober 2013,

. The role of the intestinal endocannabinoid system in

glucagon like peptide (GLP-1) release. Poster presentedby Dina Ripken. Authors: Ripken D, van der Wielen N,

Witkamo R. Hendriks HFJ. 23'd Annualsvmoosium of the

TNO-rapport I TNO 2014 R1031,1 38 I 123

lnternational Cannabinoid Research Society. VancouverCanada, 21 -26 June, 2013;Distribution of nutrient sensing receptors in the porcine

intestine. Poster presented by Nikkie van der Wielen.Authors: van derWielen N, Hendriks HFJ, Meijerink J.

Nutrient sensing from brain to gut. Hamburg-BlankenesseGermany, 25-29 May 2013;First results of the BaroSense ACE stapler procedure forthe treatment of morbid obesity: effect on food intake and

satiety. Poster presented by Mark van Avesaat. Authors:van Avesaat M, Paulus G, Conchillo JM, Bouvy ND,

Masclee AA. Digestive Disease Week. Orlando FloridaUSA, 18-21 May2013;First results of the BaroSense ACE stapler procedure forthe treatment of morbid obesity: effect on food intake and

satiety. Oral presentation by Mark van Avesaat. Authors:van Avesaat M, Paulus G, Conchillo JM, Bouvy ND,

Masclee AA. Netherlandse Vereniging GastroEnterologie, Veldhoven, Netherlands, 3-4 October 2013;Nociception induced by duodenal capsaicin infusion in

healthy volunteers: a potential protective role forserotonin? Poster presentation by Mark van Avesaat.Authors: Keszthelyi D, van Avesaat M, Troost F, JonkersD, Dekker J, Masclee A. Netherlandse Vereniging GastroEnterologie, Veldhoven, Netherlands, 3-4 October 2013;Does colonic transit time predict the result of colonicmanometry in patients with chronic obstipation? Oralpresentation by Mark van Avesaat. Authors: van AvesaatA, van Hoboken EA, Rinsma NF, Masclee AA.

Netherlandse Vereniging Gastro Enterologie, Veldhoven,Netherlands, 3-4 October 2013;Gastroscopic reduction of the stomach with the

BaroSense ACE stapler in morbid obesity. Posterpresentation by Givan Paulus. Authors: Paulus GF, vanAvesaat M, Conchillo JM, Masclee AA, Bouvy ND.

Society of American Gastroenterologic and EndoscopicSurgeons, Baltimore, USA, 17-20 April, 2013;

The importance of hormonal versus neural regulation ofsatiation in pigs. Dina Ripken. Dutch Nutrition Days,

Deurne, Netherlands, 10-11 October, 2013;

Distribution of nutrient sensing genes along the intestine.Nikkie van der Wielen. Dutch Nutrition Days, Deurne,

Netherlands, 10-1 1 October, 201 3.

TNO-rapport ITNO 2014 Rl03'1'l 39 I 123

Project Titel: 1.10 Stuurgroep Alcohol Research: van uitvoerendnaar coördinerend

Type TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doe De Stuurgroep Alcohol Research heeft zich de afgelopentientallen jaren succesvol ingezet om de positieve effectenvan matige alcoholconsumptie op de lichamelijke gezondheid(hart- en vaatziekten, diabetes) wetenschappelijk teonderbouwen. Dit onderzoek, veelal uitgevoerd door TNO,heeft geleid tot acceptatie van deze gunstige effecten op degezondheid door de overheid.Gedurende de jaren 2013 en 2014 is het lopende AIOonderzoek gericht op matige alcoholconsumptie en stress /stemming afgerond en zullen nieuwe onderzoeksinitiatievenworden ontwikkeld (nieuwe coördinerende rol). Door middelvan deze overbruggingsperiode wordt het onderzoekuitgevoerd in samenwerking met de Stuurgroep AlcoholResearch van uitvoerend naar coördinerend.

Gerealiseerdem'rjlpalen en/ofresultaten

. Poster presentatie British Drinking and Feeding Group;

. Poster / oral presentatie lnternational CannabinoidResearch Society;

. Artikel 1: Alcohol, mood en endocannabinoids;¡ Artikel2: Alcohol en stress;. Artikel 3: Alcohol en reward;. Artikel4: Alcohol en insuline oevoelioheid.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Artikelen (3). Schrieks lC, Ripken D, Stafleu A, Witkamp RF, Hendriks

HFJ. Effect of ambiance and moderate alcoholconsumption with a mealon mood and plasmaendocannabinoids in humans. Submitted;

. I Schrieks, l, A Stafleu, V Kallen, M Grootjen, R Witkamp,H Hendriks. The Biphasic Etfects of Moderate AlcoholConsumption with a Mealon Ambiance induced Moodand Autonomic Nervous System Balance: A RandomizedCrossover. Accepted for publication in PLOS One;

. MM Joosten, lC Schrieks and HFJ Hendriks. Effect ofModerate Alcohol Consumption on Fetuin-A Levels in

Men and Women. Submitted.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 40 I 123

Project Titel: VLAG (AIO): How our mouth feeds our brain:modulation of sweet and fat taste intensity and rewardvalue by (endo)cannabinoids

Tvoe' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel AIO project gestart in 2013. Het doel van dit project is omzicht te krijgen op de rol van endocannabinoïden bij eten en'beloning' (food-reward).

Dit project zal TNO in staat stellen het gebied van verzadi-ging en gezond gewicht verder te ontwikkelen in de richting

van de effecten van voedinq op reward mechanismen.Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Succesvolle start project.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen tot dusverre

Project Titel: Endocannabinoid analysis in human saliva by LC-MS.

Tvoe' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Het opzetten van een analyse methode (m.b.v. LC MS) voorhet identificeren en kwantificeren van verschillendeendocannabinoïden aanwezig in speeksel.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Lopende gevoelige LC-MS analyse voor I endocanna-binoïden ; Beschrijvin g extractiemethode endocan nabinoïdenuit speeksel; Analyse speeksel monsters.

Niet gerealiseerde

mijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen

Project Titel: Voeding en cognitie bij kinderenType' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel De manier waarop de relatie tussen voeding en cognitie kan

worden onderzocht bij kinderen van verschillende leeftijden /ontwikkelingsniveaus en op welke wijze deze kennis kanworden ingezet bij het oplossen van vragen vanuit hetbedrijfsleven of de overheid, is het doel van deze KlP.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Propositie voeding en cognitie bij kinderen, voor gebruikrichting klanten; Powerpoint presentatie bruikbaar vooracquisitie.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Eventueel Nederlandse of Engelstalige publicatie.

Output Geen

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

4.5.4 Deel prog ra m m a C: D armg ezondh eid

41 I 123

Project Titel: PPS WHOLEGRAIN SATIETYWholegraln bread, breakfast cereals and satiety

Type' TNO CofinancieringAgri&Food Call2012

Agri&Food Call2012

Doe Het kunnen bepalen van de verzadigende werking van eenvoedingsmiddel, zonder humaan onderzoek te doen.Door het combineren van een voor dit doel geoptimaliseerdeTNO TIM (TNO lntestinal Model) systeem (o.a. met eenmaagcompartiment dat viscositeit kan meten), ex vivodarmsegmenten voor het meten van hormonen en eencomputermodel kan verzadiging in de toekomst wordenvoorspeld.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Start in 2013; Viscositeitsmetingen uitgevoerd in nieuwe TIMmet verschillende vloeistoffen als proof of concept; Userrequirements gedefinieerd in samenwerking met bedrijven;UPLC methode voor het in line metingen van calorischedichtheid opgezet; Operationalisatie van TNO lnTESTinemethode voor het bepalen van verzadigingshormonen.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Poster op de lnternational Food Technology conferentie;Persbericht TKI bii start oroiect.

a

a

Project Titel: Verplichtingen DarmgezondheidTvpe' TtFN & CCCAgri&Food Call

2012N.v.t.

Doel Combinatie van 5 projecten op het gebied vandarmgezondheid:1. TIFN - NCSB project korte keten vetzuren metabolisme in

de darmHet ontwikkelen van een computermodel dat het mogelijkmaken om de intestinale SCFA productie en afgeleidemetabole processen in de gastheer te voorspellen, metbehulp van de kennis over de samenstelling van dedarmflora en het substraat;

2. TIFN GH004 moleculaire interactieOndezoeken van afbraakpatronen van specifieke vezelsen prebiotica met behulp van TIM 2, eengestandaardiseerd menselijke dikke darm;

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 421 't23

3. TIFN GH003 Energiebalansln vitro modellen kunnen toepassen om te onthullen hoeinterventies invloed hebben op de individuele colon-microbiota;

4. CCC- projectCarbohydrate Competence Centre. Het vergelijken vanmicrobiële fermentatie door een inheemse Afrikaansemicroblota vergeleken met die van een Nederlandse /Europese microbiota in TIM-2;

5. AIO incentive project GH004Dit project beoogt het verschil in fermentatie teonderzoeken tussen de verschillende darmflora vanslanke en obese individuen.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

2. TIM-2 experimenten om de degradatie van een selectievan 'TIFN vezels' in de tijd te laten zien. Samen met deWUR;

4. Effect van Baobab knollen op microbiota activiteitEffect van Baobab knollen op microbiota compositiem.b.v. NGS;

5. Testen van het effect van standaardisatie van microbiotaop enterotype / microbiota compositie & activiteit;Selecteren van vezels voor TIM-2 experimenten terevaluatie van de energie extractie (in termen vanproductie van microbiële metabolieten); Selecteren vaneen 'defined consortium of cultivable micro-organisms'.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Manuscript voor publicatie 13C analyses inuline, starch enlactose fermentatie TIM-2; Manuscript voor publicatie fluxbalance model voor consortium van minimaal 2 microorganismen (beiden in afrondende fase);

TIM-2 experiments to determine time-resolved fibredegradation of selection of TIFN fibres (collaboration withWUR); Effect of samples from TIM-2 on GPCR reportercells;

TIFN GH003 is voortijdig gestopt in verband met het nietkunnen voldoen aan de eisen van een specifiekonderzoeksmodel (TNO's lnTESTine) aan devoonraarden van het onderzoek;

Geen;

Functionele vergelijking van fecale en gedefinieerdemicrobiota in TIM-2; Pilot experimenten met fecale enmicrobiële metabolieten op cell culture assays.

1

2

3

5

Output Geen

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 43 I 123

Project Titel: TIFN Oral HealthType' TIFNAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Het TIFN Oral Health project heeft als ambitie om biologischeprocessen te identificeren die betrokken zijn bij het behoudenvan onze mondgezondheid. Kennis over deze processen is

op dit moment grotendeels afwezig. De verwachting is datkennis over deze natuurlijke processen kansen biedt omnieuwe concepten / producten te ontwikkelen voor stimulatievan mondgezondheid. Op dit moment wordt mondgezondheidgezien als een situatie van afirvezigheid van mond ziekten(b.v. caries, parodontitis). De huidige kennis over natuurlijkprocessen een positieve bijdrage hebben op mondgezond-heid is qrotendeels afi¡veziq.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

1 WP 1: Verzamelen van FFQ questionaires voor deklinische studie.

2 WP 1: Praktische ondersteuning gedeelde PhD (metACTA)in metagenomics;3 WP 1: Sequencing samples klinische studie.4 WP 1: Metabolome analyse van samples klinische studie.5 WP 3: Netwerk model (raw data storage).6 WP 3: Data clustering van proefpersonen in klinischestudie (raw data storage & cleaning).7 WP 3: Set van biomarkers (variables van verschillende -

omics datasets);I WP 3: Opzetten van datawarehouse systeem voor hetklinische orale ecosysteem.I WPl: technische ondersteuning in saliva peptide MALDIanalvse.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Artikel(1). lmangaleyev, S., Keijser, B.J.F., Crielaard, W.,

Tsivtsivadze, E. Online Semi-Supervised Learning:Alqorithm and Aoplication in Metaqenomics. IEEE 2013.

Project Titel: MicroFlexHuman Gut Microbiota Dynamics: How Flexible is ourExtended Phenotype?

Type' TNO KIP

Agri&Food Call

2012N.v.t.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 44 I 123

Doel TNO KIP project dat parallel loopt aan het EU NutriTechproject en beoogd de microflora te onderzoeken van de deproefpersonen van de 12 weken interventiestudie (20%caloriereductie) in het Nutritech project.

Dit zal ons in staat stellen de individuele verschillen tussende deelnemers te onderzoeken.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Collectionstoolsamples;

. Sample processing en sequencing;

. Sequence data analysis (lllumina amplicon tagsequencing).

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen

Project Titel: Development lnfant Screenings PlatformMicrobiologie

Tvpe TNO KIP

Agri&Food Call

2012N.v.t.

Doe Vanuit de markt komen vragen om zeer specifieke voedings-producten te onderzoeken in samenhang met zeer specifiekemicrobiota. ln dit onderzoeksproject wordt gekeken hoe voordit soort vragen een stabiel onderzoeksplatform gerealiseerdkan worden. Verder wordt gekeken naar het kunnen vindenvan specifieke peptiden die de interactie tussen voeding enmicrobiota kunnen beïnvloeden.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Verbeterde compositie groeimedium.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Proof of concept studie voor peptide opzuivering gestopt(na overleg experts en industriële stakeholders);

o Verbeterde resolutie Bacteroides (protocol uitgezocht,niet meer getest).

Output Geen

Project Titel: Marktpositie verbeteren van TIM en lnTESTine voorVoeding

Type' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doe Om de TIM-systemen beter te kunnen inzetten vooronderzoeksvragen is de wens om de systemen efficiënter tekunnen gebruiken en de verbinding met andere TNOsystemen te versterken.

Dit kan bijv. door:o Monster bewerking en data venverking na een TIM-run

automatiseren;

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 45 I 123

. Onderzoek naar de meenruaarde van het inTESTinemodel bij gebruik voor metingen aan de absorptie vanmineralen en vitamines en het effect van bioactivecompounds op het darmfunctioneren.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Geautomatiseerde sampling, dataprocessing engestandaardiseerde en geoptimaliseerde studie uitvoerwaardoor kostenreductie voor uitvoer TIM studies;

. Demonstrator studie van de absorptie van tlzer uitgedigesteerde voeding gemeten mbv lnTESTine modelvergeleken met het Caco-2 cel model;

¡ Demonstrator studie van het effect van bioactivecompounds op darmfunctioneren;

. Set van 4 slides & update product sheet lnTESTine voorBD activiteiten t.a.v. mineraalabsorptie;

. Set van 4 slides & update product sheet lnTESTine voorBD activiteiten t.a.v. effect van bio-active compounds.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen

Project Titel: Ontwikkeling Darmbarrière assay mbv lnTESTineType' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t

Doel ln dit project zal een demonstrator studie met lnTESTineuitgevoerd worden om te bestuderen of we de darmbarrièrefunctie reversibel in lnTESTine kunnen verstoren c.q. teherstellen, zodat we een robuuste en betrouwbare in vitroassay hiervoor kunnen ontwikkelen voor de markt.

Gerealiseerdemrjlpalen en/ofresultaten

¡ Demonstrator studie van de verstoring van dedarmbarrière gemeten mbv lnTESTine model;

. Set van 2 slides & update product sheet lnTESTine voorBD activiteiten t.a.v. darmbarrière.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Darmbarrière verstoring met behulp van een of meer van decondities / stoffen was niet succesvol.

Output Geen

Project Titel: STREPLESS: Alternatieven voor antibioticum-gebruik in de varkenshouderij

Type' TNO CofinancieringAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doe TNO beoogt in dit project nieuwe in vitro methoden teontwikkelen om de werking van diëten en ingrediënten snelen etficiënt te kunnen voorspellen. Het succesvol ontwikkelenvan deze nieuwe technologie zal bijdragen aan het streven

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 46 t 123

Algemene conclusie en advies

Met inachtneming van de hierboven beschreven punten kan worden geconcludeerd

dat het vraag gestuurde programma "Gezonde Voeding" in 2013 succesvol is

voorbereid, uitgevoerd en gerapporteerd. Zoals reeds vermeld is deze rapportage

allereerst een verantwoording van de vraag gestuurde programma's op hoofdlijnen.

De onderliggende projecten zijn allemaal in meer detail gerapporteerd aan de

Business Line Manager Voeding en Gezondheid en lnnovatiedirecteur Gezonde en

Veilige Voeding.

4.5.5

naar een verlaging van het antibioticumgebruik in deveehouderij om de resistentievorming door bacteriën tegen tegaan. Daarnaast zal het bevorderen van de diergezondheidleiden tot minder uitval en een meer rendabele bedrijfs-voeflng.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Samenstelling van de microbiele flora op basis van 454sequentie analyses (ca. 250 samples);

. Totale bacteriële load en absolute aantallen van S. suis,E. colien lactobacilli met qPCR.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Genoom typering van 10 S. suis stammen, zoals die wordenaangetroffen in zieke varkens.

Output Geen

Project Titel: Food4liveSolutions: Neusholteflora in relatie totluchtweginfecties

Type' TNO CofinancieringAgri&Food Call2012

Agri&Food Call2012

Doel Er is een verband tussen de microbiota in de neus / keelholteen infecties van de bovenste luchtwegen. Dit geldt voorzowel kalveren als baby's. Doel van dit programma is hetoptimaliseren van deze microbiota met behulp van(kinder)voeding, om bovenste luchtweginfecties in kalverenen kinderen te voorkomen. Bij kinderen moet dit leiden totlagere ziektelast. Bij de kalverhouderij moet dit ook leiden totvermindering van antibioticagebruik.

Gerealiseerdemrjlpalen en/ofresultaten

. Dier Ethische Commissie goedkeuring voor studie;o Demonstrator experiment kalveren uitgevoerd;¡ Literatuur studie en bioinformatics studie naar lipases.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen

TNO-rapport I TNO 2014 R'10311 47 I 123

4.6 Output en kenn¡soverdracht

ln de paragraaf 4.4.5 is per project aangegeven welke output en kennisoverdracht

is gerealiseerd. Voor het totale programma werd de volgende totaaloutput en

ken n isoverd racht gerealiseerd :

Publicaties: 14

Presentaties en/of lezinoen: 15

Posterpresentaties: IRapporten: 3

Svmoosia: 1

Nieuwsberichten en anders: 7

lnnovatie Programma's

Vanuit dit programma wordt bijgedragen aan het lnnovatie Programma Food and

Nutrition Delta (FND), CCC en TIFN. Het gehele vraaggestuurde programma

Gezonde Voeding sluit verder aan op Thema 6, Gezondheid, van de Topsector

Agri&Food.

4.7

TNO-rapport ITNO 2014 R10311

5 AgroFood

48 I ',123

Thema 7: Producttechnologie &

5.1

5.1.1

I,., ,l 1\'-

Du urzame maaktechnolog ie

Enkele highlights uit 2013

VEIlesS A4 voor KIP rappoftage en FND-update

ln 2014 is het FND-project VETlesS

afgerond, een samenwerkingsverband

tussen VION, Euroma, TNO en Marel

(voorheen Stork). Doelstelling van het

project was het ontwikkelen van een

nieuwe generatie voorgebakken producten

voorzien van een laag beslag, zoals

kipnuggets en schnitzels, met een aanzien-

lijk lager vetgehalte maar met behoud van

de door consumenten zeet gewaardeerde eigenschappen zoals krokantheid en

smaak. Deze producten worden in de praktijk industrieel voorgebakken in frituurolie.

Ze worden door de consument vlak voor consumptie afgebakken in een

heteluchtoven of nogmaals gefrituurd.

Het project heeft vooral het industriele voorbakken onder handen genomen.

Belangrijke resultaten z¡n dat een optimalisatie van de samenstelling van het

beslag kan zorgen voor 1 5 lot 25% reductie van het vetgehalte van het eindproduct

met tegelijkertijd een aanzienlijke verbetering van de knapperigheid. Daarnaast is

vastgesteld dat met het gebruik van een nieuw bakproces op basis van oververhitte

stoom, het zogenaamde impingement stoomfrituren, ook op industriële schaal in

een continu proces kan worden uitgevoerd. Naast duidelijke verbetering van de

gezonde samenstelling is dit alternatief voor de industrie aantrekkelijk, omdat voor

het afbakken geen olie meer nodig is.

Het project heeft zich gericht op de relatie tussen de samenstelling van het beslag,

de vetopname tijdens voorfrituren en de resulterende krokantheid, de belangrijkste

parameter van de productkwaliteit. ln een zogenaamd Experimental Design zijn de

verbanden vastgelegd en dit inzicht is ook voor bestaande productielijnen te

benutten. Dit geldt voor de onderzochte producten, maar tevens voor diverse

andere producten waarin beslag of deeg gefrituurd wordt. Het uiteindelijke

vetgehalte en de producteigenschappen zijn bepaald in een praktijksituatie, dus na

bevroren opslag en afbakken in een heteluchtoven. Een duidelijke relatíe is

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 49 I 123

vastgesteld tussen het vochtgehalte van de batter en de vetopname, hoe minder

water in de batter, hoe minder vetopname. Minder water geeft een dikker beslag.

Om dit te kunnen venruerken zijn aangepaste aanbrengtechnieken ontwikkeld. Op

deze manier kan in de praktijk gewerkt worden met een beslagsamenstelling waarin

minder vetopname in bestaande voorbakprocessen plaatsvindt. Daarnaast kan de

krokantheid aanzienlijk worden verhoogd. Dit gaat uiteindelijk ten koste van het

verlaagde vetgehalte, maar op basis van de opgedane kennis is deze verhouding

klantspecifiek en gericht te optimaliseren.

Figuur 1: Krokantheid en

vetop n a me va n ve rsch il le n de

beslag sa me n stel I i nge n.

De eerste 4 resultaten betref-

fen frituren, waarbij het vet-

gehalte gereduceerd kan

worden en/of de krokantheid

verhoogd.

Het laatste resultaat is van

impingement stoomfrituren,

dus geen toegevoegd vet en

toch een hoge krokantheid.

Een tweede ontwikkellijn betrof het vervangen van voorfrituren door bakken in

oververhitte stoom of zeer vochtige lucht, die met hoge snelheden, impingement, op

het gebatterde product wordt geblazen. Hiermee is het mogelijk om het beslag te

'zetten' en, na afbakken in een oven, een goede krokantheid te bewerkstelligen. Dit

proces resulteert dus in een krokant product met een vetvrij beslag. De hiervoor

noodzakelijke aanpassingen van de procesvoering zijn in een pilot baklijn

gerealiseerd en vraagt om doorontwikkeling naar industriêle schaal. Dit resultaat

kon alleen behaald worden door intensieve samenwerking tussen de deelnemende

bedrijven en TNO. Marelwas verantwoordelijk voor het vormen van de nuggets, het

aanbrengen van het beslag en de pilot bakapparatuur, Euroma leverde de

verschillende beslagsamenstellingen en speelde een belangrijke rol in de

ontwikkeling daarvan, VION heeft als penvoerder opgetreden en was als potentiele

producent van verbeterde kipnuggets en schnitzels geïnteresseerd.

3,.ob zoo

É

ä.t!ÊõJ¿ 1oo

ocÀ'g 50IJ

0

I

I

l

II

Ì

l

1

i

l

j

I

ot"t

oro'ou or*'t* ."t'o d

INO-rapport I TNO 2014 R'10311 50 I '.123

Figuur 2: Proefopstelling

voor frituren en impinge-

ment stoomfritu ur oven.

Referentieproducten en de in VETlesS ontwikkelde producten, vetarm gefrituurd,

extra krokant gefrituurd en volledig vetvr'rj gebakken, zijn begin 2014 aan diverse

marktpartijen voorgelegd. Ze bieden interessante aanknopingspunten voor

aantrekkelijke nieuwe producten en productiewijzen.

5.2 Korte inleiding op Topsector Agri & Food Thema 7 & 9: Producttechnologie &Duurzame maaktechnologie: Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en mest

De toenemende wereldbevolking leidt tot een snel toenemende vraag naar voedsel.

Daarnaast leidt het toenemende welvaartsniveau in niet-Westerse landen, zoals

China en lndia, tot een sterke toename in de vraag naar voedingsproducten die van

oudsher een hoge carbon footprint hebben, zoals vlees en zuivel. Een derde

probleem is de wereldwijde toename van overgewicht en diabetes als gevolg van

de verandering in voedselconsumptie. De hieruit voortvloeiende voedselschaarste,

gezondheids- en milieuproblematiek kunnen alleen worden afgewend indien er iets

verandert aan de huidige manier van voedselproductie en -consumptie. Enerzijds

zullen productieprocessen efficiënter moeten worden, zowel wat betreft energie- als

materiaalgebruik. Dit betekent dat huidige ketens tot hogere valorisatie van zij-

stromen moeten komen. ln veel gevallen zullen er geheel nieuwe processen

ontwikkeld moeten worden en zullen productieketens efficiënter moeten worden.

Andezijds zal er meer gekeken moeten worden naar alternatieve voedingsbronnen

met een lagere carbon footprint. Hierbij kan er gedacht worden aan plantaardige

eiwitten en materialen, geproduceerd met behulp van biotechnologie zoals algen en

schimmels. Om deze nieuwe materialen om te zetten in producten die aantrekkelijk

zin voor consumenten is meer kennis over de eigenschappen van deze

ingrediënten nodig en zullen er nieuwe processen nodig zijn. De voedsel

gerelateerde gezondheidsproblematiek tenslotte, vereist dat er aangepaste

producten ontwikkeld worden, die leiden tot een verbeterde gezondheid zonder af

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 51 I 123

5.2.1

te doen aan de smaakbeleving waar de consument vraagt en waar de industrie

naar op zoek is.

Het Vraaggestuurde Programma van TNO sluit goed aan bij de doelstellingen uit

Thema 7 van de deelpropositie 'Processing'. Voor het overzicht wordt hieronder het

totale VP EOP kort weergegeven.

O nde rzoe ksl ij n P rocessin g

Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde processingmethoden waarmee een brede

variëteit aan primaire grondstoffen omgezet kan worden in voedingsbestanddelen

of -producten met een hoge toegevoegde waarde. De nieuwe technologie zal erop

gericht zijn een zeer hoge mate van controle te hebben over het materiaal en de

procescondities waaraan het wordt blootgesteld. De producteigenschappen en

functionaliteiten kunnen op deze wijze zeer nauwkeurig worden beïnvloedt.

Aansluitend bij de trends binnen de voedingsindustrie zullen de te ontwikkelen

methoden kosteneffectief zijn door het efficiënt gebruik van zowel energie als

grondstotfen. Verder zal de technologie een hoge mate van flexibiliteit bevatten

waardoor het mogelijk zal zijn om snel te wisselen tussen verschillende

grondstoffen, recepturen en producten. Concrete uitwerking van dit doel vindt plaats

op de volgende onderdelen die vallen onder Topsectorthema's 1 (Valorisatie van

reststromen) en 9 (Duurzame Maaktechnologie):

a) Ontwikkeling van nieuwe en verbeterde processing-equipment die efficiënter

en duurzamer gebruik van grondstoffen en energie mogelijk maakt;

b) ln-silico methoden om de invloed van samenstelling en productieproces op

kwaliteitsparameters snel te kunnen voorspellen;

c) Opschaalbaarheid van processen en equipment naar pilot plant of productie;

d) Modellen en concepten die de implementatie van resultaten bij klanten

bespoedigen.

O n dezoeksl ijn Kwal iteit

Bepalen en verbeteren van de kwaliteit van voedselproducten in relatie tot de

gekozen ingrediënten, processing en organoleptische eigenschappen. Dit is

belangrijk voor de kwaliteit die consumenten ervaren bij het bepalen van hun

voedselkeuze. ln samenwerking met WUR en RIVM worden de grenzen van de

gezondheidswinst, die mogelijk is op basis van herformulering, bepaald. ln dit

programma bepalen we de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door

consumenten geaccepteerd worden. Hiervoor onderzoeken we de relatie tussen de

ingrediëntsamenstelling, processing en textuur van voedingsmiddelen zoals

snoepgoed, vleeswaren etc. De focus is beperkt tot het beheersen van de

5.2.2

TNO-rapport I TNO 2014 R'10311 52 I 123

essentiële producteigenschappen en het vaststellen van de relatie tot de

organoleptische kwaliteit. Deze kennis zal worden gebruikt om bestaande

technologieën zodanig aan te passen dat onderdelen van het ontwikkelingstraject

beter op elkaar aansluiten. Micromodellen van voedsel worden veel gebruikt voor

specifieke ontwikkeltrajecten waardoor het moeilijk is om de technologie te vertalen

naar generieke inzichten. Het gebruik van deze micromodellen zal universeler

worden door de technologieën beter op elkaar aan te laten sluiten. Concrete

uitwerking vindt plaats op de volgende onderdelen die vallen onder Topsectorthema

7 (Product Technologie):

a) Ontwikkeling van screeningstools die kunnen worden ingezet om de humane

fysiologische respons op gezonde ingrediënten te kunnen optimaliseren m.b.t.

proces condities en samenstelling;

b) Verbetering van (high-throughput) analysemethoden die de aanwezigheid van

versterkers van smaak en geurstoffen en de fysische eigenschappen zoals

viscositeit kunnen kwantificeren;

c) Methoden die de microstructuur van voedsel kunnen bepalen en daarbij

relateren aan organoleptische eigenschappen;

d) Methoden om textuur, geur en smaak beter te bepalen op grond van de

fysische en chemische eigenschappen van ingrediënten en producten;

e) Vaststellen van de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door

consumenten geaccepteerd worden (in samenwerking met WUR / RIVM).

5.2.3 3. Onderzoekslijn ingrediënten

Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde ingrediënten die gezonder en functioneler

zijn en die voldoen aan moderne randvoon¡vaarden met betrekking tot clean label,

natuurlijke en duurzame ven¡verking. Door meer kennis over de chemische en

fysische eigenschappen van biopolymeren in voedsel te ontwikkelen kunnen

ingrediënten worden ontworpen en geproduceerd die beter voldoen aan de eisen

van de moderne consument. Als voorbeeld kunnen chemische modificaties die nu

gebruikt worden om de kwaliteit van zetmeel te verhogen, worden vervangen door

milde fysische processen als er voldoende kennis is over de structuur-functie

relaties van het zetmeel ingrediënt. Soortgelijke kennis kan ook gebruikt worden om

gezonde ingrediënten zoals prebiotica te verbeteren. Concrete uitwerking vindt

plaats op de volgende onderdelen die voornamelijk vallen binnen de

Topsectorth ema 7 (Product Technolog ie) en 9 (Duu zame Maaktech nolog ie):

a) ldentificatie van relevante bronnen en materialen;

b) Ontwikkeling kennis relatie materiaal- processing / treatment;

c) ldentificatie van relevante processing condities m.b.t. tot de gezondheid en

functionaliteit;

TNO-rapport I TNO 2014 R1031 I s3 I 123

d) Ontwikkeling van hoogwaardige voedingscomponenten en -producten.

Het TNO programma Efficiënte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig Voed-

sel draagt bij aan het Topsectorhema "Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en

mest". Voor 2013 zijn de Topsector doelstellingen opgenomen in het lnnovatie-

contract versie 22 maart.2012,lerug te vinden op de website van de Topsectoren:

Food 2013-10-01 9.odf.

De PPS GAIA gerapporteerd onder thema 1 waarin gewerkt aan de bioraffinage

van algen tot food en non-food ingrediënten draagt bij aan de volgende specifieke

doelstellingen van dit Thema:

. Een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde creëren voor AgroFood bedrijven

door het efficiênte gebruik van dierlijke en plantaardige zijstromen en groene

grondstoffen, richting zo hoog mogelijke waarde van specitieke componenten

en inhoudsstoffen;

. Het ontwikkelen van nieuwe en aangepaste groene grondstoffen gericht op

realisatie van kansen van de AgroFood sector in de biobased economy;

. Ontwikkeling van kleinschalige decentrale bioraffinage concepten voor dierlijke

en plantaardige grondstoffen en zijstromen die aansluiten op een centrale, meer

g rootscha I igere bio raff i nag e i nfrastructu u r.

Ook het project Flying Food en het doorlopende kennisinvesteringsproject

Sustainable Food Production dragen bij aan de doelstellingen van dit thema. De

voortgangsrapportage van deze projecten wordt echter vermeld bij Thema 9 zoals

weergegeven in de volgende overzichtstabel.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

5.3 Overzicht type projecten 2013

54 I 123

Programma EOP Type project TKI.AFThema*

# Partners

Programmamanagement, kiemprojecten TNO kennisinvestering Nvt (1) 0

Deelprogramma: A. Processing

VetLess PPS (FND) 7 3

Food Manufuture EU fp7 7 EU

Performance EU fp7 7 EU

Extraction of Hydrophobic Proteins STW 7

lnnovative Food Structuring TNO cofinanciering 7 1

Deelprogramma: B. Quality

KIP Quality: Fermentation TNO kennisinvestering 7 0

KIP Quality: Preservation2.0 TNO kennisinvestering 7 0

KIP Quality: Synergie TNO kennisinvestering 7 0

KIP Quality; Multitexture TNO kennisinvestering 7 0

KIP Quality: Cleanlabel TNO kennisinvestering 7 0

KIP Quality: 3DFoodTexture TNO kennisinvestering 7 0

Kl P Quality: Herformuleren Structureren TNO kennisinvestering 7 0

Meervoudig Herformuleren TNO cofinanciering 7 7

TA Coast PPS (STW/NWO) 7

TIFN Protein Functionality PPS (T|FN 201 1) 7 3

TIFN Food Chain Sustainability PPS (T|FN 2012) 7 4

TIFN Fat Functionality PPS- (T|FN 2011) 7 3

Reductie Antibioticumgebruik (RedAnt) TNO cofinanciering 7 1

EU-HealthBread EU fp7 7 >10

Go Without Salt EFRO EU-rp7 2012) 7 5

Hygiene van de Toekomst TNO cofìnanciering 7 1

Flying Food TNO cofinanciering 7 >20

Carbohydrate Competence Center PPS-CCC 7 3

VBZ lnnovaties in de bakkerij TNO cofinanciering 7 >10

Zoutreductie in Hoog Aw producten TNO cofinanciering 7 1

St. Nederland Schoon TNO cofinanciering 7 ,|

Deeloroqramma C: lnoredients

KIP New Technologies TNO kennisinvestering 7 0

. Venivijst naar doelstellingen binnen het innovatiecontract Topsector Agri&Food versie 2012.

TNO-rapport I INO 2014 R10311 55 I 123

5.4 Uitvoering in 2013, Resultaten

5.4.1 Management oordeel

5.4.1.1 Voorbereiding 2013

De voorbereiding van het programma Efficiente Ontwikkeling en Productie van

Hoogwaardig Voedsel 2012 (e.v.) op basis van vraagsturing is goed voorlopen. De

vraagarticulatie door en afstemming met de overheid was vergelijkbaar met het

voorgaande jaar georganiseerd. De interne voorbereiding verliep efficient. Alle

doorlopende projecten waren tijdig voorbereid en konden op l januari 2013 van

start.

5.4.1 .2 Bijstelling programma en voorbereiding 2013 e.v.

ln 2013 is actief bijgedragen aan de vraagsturing, programmering en voorbereiding

voor de kennis- en technologieontwikkeling binnen Nederland voor 2014 en verder.

TNO verzorgt voor het TKI Agri&Food het voorzitterschap van de themacommissie

waarin door het bedrijfsleven de uitwerking van het innovatiecontract met

betrekking tot Thema kwaliteit en Thema processing wordt aangestuurd. Ook vindt

afstemming plaats met de Topsector Chemie met betrekking tot de Biobased

Economy en met Tuinbouw en Uitgangsmaterialen met betrekking tot

uitgangsmaterialen en reststromen. Het programma is optimaal voorgesorteerd op

de prioritaire Thema's die op nationaal en Europees niveau voorzien worden door

onder andere de participatie in het Food Manufuture project.

5.4.1.3 Samenwerking en kennistoepassing

Het jaar 2013 stond in het teken van continuering van de interactie en

samenwerking met stakeholders alsmede het opbouwen van nieuwe relaties met

het oog op de onderzoekslijnen voor 2015 ev. Met name is sterk geïnvesteerd in

het voorbereiden van Europese samenwerkingen en operationele samenwerking

met DLO zoals dat nu o.a. plaatsvindt in het GO-efro project en het project

Meervoudig Herformuleren.

5.4.1.4 Uitvoering en resultaten

De planning en uitvoering van het programma en de projecten in 2013 is door de

projectteams goed vormgegeven en op hoofdlijnen conform planning gerealiseerd.

Niet uitgevoerde projecten zijn:

o PPS Eindeloos, hier is geen overeenstemming bereikt met de industriële

partners over de inhoudelijke deliverables;

5.5

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 56 I 123

Dutch drying lnstitute, dit nationale initiatief is uiteindelijk vanwege gebrek aan

financiering stopgezet, een deel van de doelstellingen wordt mogelijk binnen het

lnstitute for Sustainable Process Technology (ISPT) uitgewerkt;

ResFood, D¡t EU Íp7 project is wel ingediend en goedgekeurd, maar

ondergebracht in het Thema Chemie van TNO waar het ook gerapporteerd

wordt;

. Milde conservering, clean label strategies & flexible sourcing zullen opgaan in

de nieuwe programmering die in 2014 verder uitgewerkt zal worden.

5.4.1.5 Conclusie en advies

Op grond van bovenstaande ovenregingen wordt geconcludeerd dat het TNO

Onderzoeksprogramma voor Efficiënte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig

Voedsel 2013 succesvol is voorbereid, uitgevoerd en gerapporteerd.

5.5.1

Samenvatting per project

ln het hierna volgende wordt per project aangegeven welk type project het betreft1,

wat de doelen van het project zijn, wat de belangrijkste beoogde mijlpalen /

resultaten voor 2013 waren, of en in hoeverre deze gerealiseerd zijn en wat de

output aan rapporten, artikelen, voordrachten e.d. was. Voor nadere details ten

aanzien van individuele projecten, zoals financiële details, doelgroepen en

samenwerking met stakeholders, kennistoepassing en -disseminatie, en details ten

aanzien van de output, wordt verwezen naat de rapportages van de individuele

projecten.

t Met type project wordt bedoeld:

EU-EFRO: Project met voonruaarden Europees Fonds Regionale Ontwikkeling

EU-fp7: Project met voonvaarden volgens EU-fp7

TIFN: Project met voonruaarden volgens Top lnstituut Food & Nutrition

TNO Cofinanciering: Prolect met voorwaarden volgens regeling TNO

TNO KIP: TNO Kennis lnvesteringsProject (doorlopend programma)

STW: Project met voorwaarden volgens Stichting Toegepaste Wetenschappen

Deelprog ramma A: Processing

5.5.1.1 VEILeSS

Dit FND project met een looptijd van 4 jaar is op 1 februari 2010 formeel gestart en

in 2013 nagenoeg afgerond. Het doel van dit project was om een nieuwe generatie

van voorgebakken producten te ontwikkelen die voldoen aan de kwaliteitseisen van

de consument met betrekking tot smaak en structuur en tegelijkertijd in vetgehalte

TNO-rapport I TNO 2014 R1031 1 57 I 123

significant zijn verlaagd. Het probleem is dat dit niet meer berelkt kan worden door

technologische vernieuwing die zich uitsluitend op onderdelen richt, zoals de

samenstelling van batters of het proces. Om dit doel te bereiken moeten twee

belangrijke technologische ontwikkelingen met betrekking tot de productie van deze

producten worden samengebracht:

. Er moeten nieuwe batter-samenstellingen worden ontwikkeld welke, zonder

het gebruik van olie in de voorbakstap, een goede hechting en een

krokante en smakelijke korst opleveren. Dit geldt zowel voor tempura

batters als voor adhesiebatters met paneermeel (ook ontwikkeling van

nieuwe typen paneermeel welke resulteert in een lagere vetopname

behoort hiertoe);

. Het voorbakken zal niet langer plaatsvinden in alleen olie, maar tevens of

alleen in een ander, vetloos medium. Bakken in oververhitte stoom of SHS,

lijkt het beste perspectief te bieden voor een proces waarin krokant bakken

mogelijk is, zonder het nadeel van vetopname. ln dit project is bekeken

welk proces het meest geschikt is voor de voorbakstap.

Proiect Titel: VETlesSI voe' PPS IFND)Agri&Food Call2012

N.v.t

Doel Dit project resulteert in verlaging van het vetgehalte in

oefrituurde oroducten die voorzien ziin van een coatino.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Batterhoudervoorbakexperimenten;¡ Effectbattersamenstelling;o Effect processing;. lntegratie battersamenstelling en processing;o Pilotoroces.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output "Towards healthy deep-fried battered snacks: relationshipamong oil uptake, texture and morphology papei'qeoresenteerd oo het lnside Food Svmoosium.

5.5.1.2 FoodManuFuture

De belangrijkste doelstelling van FoodManufuture is het definiêren van een visie en

een conceptueel ontwerp voor een cross-disciplinaire kennisinfrastructuur op het

gebied van voedselproductie, die zullen bijdragen aan het versterken van de

innovatie, concurrentiepositie en productiviteit van de Europese voedings- en

productie-industrie. Hiervoor zal FoodManufuture een gestructureerde, pan-

Europese dialoog organiseren met relevante stakeholders in de voedings- en

productie-industrie. Gebaseerd op de visies, behoeften en uitdagingen van deze

INO-rapport I TNO 2014 R10311 58 I 123

sectoren zal FoodManufuture een aantal scenario's ontwikkelen over hoe een

versterkte Europese kennisinfrastructuur kan worden geïmplementeerd, en zal

FoodManufuture oplossingen aandragen voor een verbeterde kennisuitwisseling

tussen onderzoeksinstellingen en industriële technologie-gebruikers. Op deze

manier beoogt FoodManufuture bij te dragen aan het creëren van een leidende

positie van Europese onderzoeksinstellingen en industrie op het gebied van

voedselproductie. Belangrijkste deliverable voor 2013: voor het verkrijgen van

feedback op de resultaten zal TNO, in samenwerking met Food & Nutrition Delta

(het Nederlandse NTP voor ETP Food for Life), een nationaal 'consultation event'

organiseren waarvoor verschillende stakeholders, worden uitgenodigd.

5.5.1.3 Pefformance

Doel van het Performance project is de ontwikkeling van een geïntegreerde

voedselbereidingslijn waarin maaltijden voor de kwetsbaren in de maatschappij

gemaakt kunnen worden. ln dit specifieke geval gaat het over maaltijden voor

mensen met kauw en slikproblemen. Door middel van printtechnologie kunnen

geTndividualiseerde maaltijden geproduceerd worden, waarbij de samenstelling van

de producten afgestemd is op de dieetbehoefte van de betrokken persoon. Hierbij

moet gedacht worden aan structuur, hardheid en samenstelling van het product

(nutriënten). Hiervoor ontwikkelt TNO de infrastructuur benodigd voor het printen

van de maaltijden.

Proiect Titel: Food ManufutureTvpel EU-1o7

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doe Het definiëren van een visie en een conceptueel ontwerp voor

een cross-disciplinaire kennisinfrastructuur op het gebied vanvoedseloroductie

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Indeling en prioritering van gaps;

. Uitwerking van TNO gerelateerde technische gaps;

. Bijdrage aan conceptual design report;

. Deelname aan European stakeholder events;

. Organisatie van een 'national dissemination event' n.a.v.

het eindresultaat.

Niet gerealiseerdemrjlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Zie htto://foodmanufuture. eul

Proiect Titel: PerformanceDoel Methoden voor duurzame productie van algenbiomassa ten

behoeve van waardevolle qrondstoffen voor de lndustrie.

Tvoe EUJoT

Agri&Food Call2012

N.v.t

Gerealiseerdemrjlpalen en/ofresultaten

a Kick off, Nomenclature;Draft mixing deliverable;Draft printing deliverable;Draft control deliverable;Draft 3D motion deliverable.

a

a

a

a

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Zie htto://www. oerform anc e-lo7 .eul

TNO-rapport I TNO 2014 R1031 1 59 I 123

5.5.1.4 STW Extraction of hydrophobic proteins

Dit project is een samenwerking tussen TNO / DLO en STW en is in 2012 ingediend

in de STW call industriële eiwitten. Het project is in 2013 gestart. De

probleemstelling van dit project komt voort uit het gegeven dat bij de winning van

Rubisco een groot gedeelte van het eiwit uit het blad of alg, niet wordt gebruikt.

Deze eiwitten zijn vooral de membraam gebonden eiwitten, die deel uitmaken van

het de thylakoiden waar de zonne-energie in wordt gevangen. Deze eiwitten zijn

daarom ook groen gekleurd door de aanwezigheid van de aan het eiwit geboden

chlorofyl. De doelstelling van het project is het mild isoleren en ontkleuren van

membraameiwitten, zodat ze functionele eigenschappen hebben die kunnen

worden gebruikt voor verschillende voedingstoepassingen.

Proiect Titel: Extraction of Hvdrophobic ProteinsDoe Mild isoleren en ontkleuren van membraameiwitten , zodat ze

functionele eigenschappen hebben die kunnen wordenqebruikt voor verschillende voedinqstoepassinqen.

I voe' STWAgri&Food Call2012

N.v.t.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. lsolatie membraaneiwitfractie;

. Ontkleuring van membraameiwitten;

. Massabalans.Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Zieez-en-stw-voor-e iwitin novaties-va n-sta rt

5.5.1.5 lnnovative Food Structuring

Het innovative Food Structuring project richt zich op het verder ontwikkelen van 3D

printtechnologie voor voedingsapplicaties. Er wordt samengewerkt met een

multinational die zich op een specifiek applicatiegebied wil richten. ln 2013 is de

25% fase afgerond en is een extra partner gevonden die aan de 50% fase mee

gaat doen. Deze is inmiddels gestart.

ïNO-rapport I TNO 2014 R1 031 1 60 I 123

Deelprog ram ma B: Quality

Fermentation, Preservation 2.0, Synergie, MultiTexture, Clean Label, 3d Food-

Texture, HeÍormuleren en Structuur Meten

Om verdere innovaties op het gebied van voedselkwaliteit te bewerkstelligen, zijn in

2013 een aantal kennisinnovatie projecten uitgevoerd die zich gericht hebben op de

verbetering van textuur, houdbaarheid en de relatie daar tussen. ln het project

fermentation is gekeken naar de toepassing

van fermentatie op tomatenproducten als een

voorbeeld voor veel bredere toepassing. Het

doel was aan te tonen dat deze technologie

kan worden toegepast op het gebied van

natuurlijke conserveermiddelen (organische

zuren), antimicrobiêle middelen, maar ook de

mogelijke valorisatie van reststromen (in dit

5.5.2

5.5.2.1

Proiect Titel: lnnovative Food Structurinq1

I vpe' TNO Cofinancierinq 10o/o en 25o/o faseAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Dit project onderzoekt de mogelijkheden om met behulp vanzogenaamde additive manufacturing technology voedsel-producten te maken. Het doel is aan te tonen in welke mateverschillende technologieën geschikt zijn om 3d foodstructuren te vervaardigen door ze laag voor laag op tebouwen.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Dedicated small-scale multi-nozzle FDM research setupwith climate chamber;

. Shapes made with this research setup;

. lmproved PBP process suitable for various products;

. Possible lP on AM of food.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output . Diaz, Jerome. A guide on how to print your own food. Theworld of food ingredients. November 2013. - A generaldescription of the printing activities and technologies;

. On SLS the following patent is filed:NP P101504EP00Title: Method for the production of edible objects usingSLS and food products;

. De TNO technologie voor het foodprinten kreeg in 2013buitengewoon veel media-aandacht.

gevaltomato pomace).

TNO-rapport I TNO 2014 R'l0311 61 I 123

ln het project preservation 2.0 is onderzocht wat de bijdrage is van de verschillende

stappen in een productieproces op de gehele levenscyclus (energieconsumptie,

waarde). Met behulp van een life cycle assessment (LCA) is in kaart gebracht wat

de invloed is van conserveringsprocessen op de gehele productieketen en tevens

waar de meeste winst valt te behalen. ln het project Svneroie is onderzocht hoe het

mogelijk is om ingrediënten met een synergistisch antimicrobieel effect te

identificeren. ln het project Multitexture is gekeken naar nieuwe eetbare

ingrediënten die vochtmigratie voorkomen en procestechnologie om vochtbarrières

aan te leggen.

Vanuit de industrie is er een groeiende belangstelling voor concepten rondom

Clean Label Technologie. Consumenten worden steeds kritischer met betrekking tot

de inhoudsdeclaraties op voedingsmiddelen. Ter voorbereiding op een groter

samenwerkingsproject is er een beperkt onderzoek uitgezet naar mogelijke Clean

Label concepten. Dit heeft geresulteerd in een aantal overzichten en benaderingen

die gepubliceerd zijn. Met printtechnologie is het in principe mogelijk om on-demand

voedsel te bereiden dat is afgestemd op de individuele wens van consumenten. Om

dit mogelijk te maken moet de printtechnologie verder ontwikkeld worden en

moeten de eigenschappen van voedselingrediënten hierop afgestemd worden. ln

het project 3DFoodTexture is gekeken naar de relaties tussen ingrediënten,

samenstelling, printtechnologie en uiteindelijke structuur en textuur. Herformulerinq

en structuur meten (verbeteren van de nutriënt-samenstelling) van voedings-

middelen heeft momenteel hoge prioriteit. Het is een grote uitdaging om sterke

verbeteringen te realiseren, met behoud van organoleptische kwaliteit. Dit laatste is

een vooruaarde om te komen tot producten die door de consument geaccepteerd

zullen worden. Toename van welvaartsziekten is o.a. gerelateerd aan het dieet.

Een verbetering van de samenstelling van het voedselaanbod kan een belangrijke

bijdrage hebben aan het tegengaan van welvaartsziekten.

Proiect Titel: FermentationTvoe' TNO KennisinvesterinoAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Toepassing van fermentatie op tomaten-producten als eenvoorbeeld voor veel bredere toepassing op het gebied vannatu u rlijke conserveermiddelen (organ ische zu ren ), antim icro-biële middelen, maar ook de mogelijke valorisatie van rest-stromen lin dit oeval tomato oomace).

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Beschikbaarheid stammencollectie met brede diversiteit;

. Overzicht kweekmethoden voor breed panel vanstammen;

. Overzicht analysemethoden voor interessante ingre-diênten:

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 62 I 123

. Werkplanfermentatiedemonstrator;

. Demonstrator conservering op basis van microbiëlefermentatie.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen

Proiect Titel: Preservation 2.0

Tvpe' TNO KennisinvesterinoAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Demonstrator die de belangr¡kste aspecten van conserveringverbindt en waar tevens een start is gemaakt om een nieuweLife Cvcle benaderinq (Quadro P) oo te zetten.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Showcase die het effect van verschillende conserverings-strategieën op de product kwaliteitsaspecten (Fl) enmicrobiolog ische aspecten demonstreert;

. Model LCA analyse gebaseerd op de door Fl ontwikkeldemodel-tomatensaus.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Outout Geen

Proiect Titel: SvneroieTvoel TNO KennisinvesterinqAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Nieuwe strategieën voor conservering maken het mogelijk omtraditionele ingrediënten zoals zout en suiker te vervangen.Door ingrediënten met een synergistisch antimicrobieel effectte identificeren, zijn lagere hoeveelheden nodig, waardoorsmaak minimaal beïnvloedt wordt, tenruijl microbiële stabiliteitgegarandeerd blijft. Momenteel zijn methoden om ditsynergistisch effect snel en efficient te meten nog nietbeschikbaar. ln de huidige situatie kunnen we één-op-ééninteracties tussen stoffen meten, een aanpak die bij meeringrediënten exponentieel toeneemt in tijd en uitvoering vanhet experiment. ln het platform wat beoogd wordt binnen ditproject, is het mogelijk om synergie tussen 2 tot 5 stoffen in

verschillende combinaties of onder verschillende conditiesbinnen I experiment te screenen. Hierdoor wordt het bepalenvan synergistische combinaties en condities sneller enefficiënter.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Screeningsplatform voor synergie, waarin het effect van 5ingrediënten simultaan gemeten kan worden;

. Proof of Concept voor Beverages;

. Klantoresentatie.

TNO-rapport I TNO 2014 R1031'1 63 I 123

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen

Proiect Titel: Multitexture1

lvoe' TNO KennisinvesterinqAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Nieuwe eetbare ingrediënten die vochtmigratie voorkomen en

orocestechnoloqie om vochtbarrières aan te leqqen.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Physical-chemical characterization of physically modifiedbiopolymer;

o First identification of physical-chemical modificationresponsible for en hanced moisture barrier fu nctional ity;

. ldentification of potential technology for industrial produc-

tion of film;. Demonstrator (presentation) of texture design for crispy

m icrowaved multi-textu re prod ucts.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Modulating state transition and mechanical properties ofviscoelastic resins from maize zein through interactions withplasticizers and co-proteins.D.P. Erickson (1), S. Renzetti (2), A. Jurgens (2), O. H.

Campanella (1), B. R. Hamaker (1)

(1) Purdue University, West Lafayette, lN, U.S.A.; (2)TNO,Expertise Group Functional lngredients, Zeist, TheNetherlandsThe paper was awarded the first prize as Best ResearchPaper at AACC meeting 2013, Albuquerque, New Mexico,

US.

Proiect Titel: Clean Label1

I voe' TNO KennisinvesterinqAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Developing technologies and concepts for use in clean labelproducts.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

a Clean labelconcept;Clean label publications.a

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output . Diaz, J. Clean up your label- part 1. The world of food

ingredients, June 201 3;

¡ Diaz, J. Clean up your label-part 2. The world of food

ingredients, July 201 3;

. Clean uo vour label consortium concepts:

TNO-rapport J TNO 2014 R10311 64 I 123

a

a

Clean up your label flyers, brief, presentations;Clean up your label, Verkleij T, Voedingsindustrie juni

2013.

5.5.2.2 M ee ruoudig He¡form ul e re n

Binnen het project "Meervoudig Herformuleren van ingredient naar consument"

wordt gewerkt aan het ontwikkelen en implementeren van (nieuwe) strategieen

t.b.v. een gezondere ingrediëntsamenstelling. Zowel ingrediéntfunctionaliteit, als

productkwaliteit en perceptie door de consument, komen in dit project aan de orde,

en daarmee zal dit project een centrale positie in de voorgenoemde propositie

innemen. Gezien het aantal deelnemende bedrijven en de maatschappelijke

Proiect Titel: 3DFoodTextureI voe' TNO KennisinvesterinoAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Verder geschikt maken van Powder Bed Printing andSelective Laser Sinterinq voor voedselprinten.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Equipment with 3 high viscous capable printheads for the3D food texture experiments;

. Use case for 3D food texturizing;

. Formulation and cookino reoime.Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Diaz J, How to print your own food. The world of foodinqredients. October 2013 issue.

Proiect Titel: Herformuleren. Structureren. MetenDoel Vergelijken van verschillende methodieken om de (micro)

structuur van verschillende productmatrices te bepalen.Opzetten en gebruiken van (reeds bestaande) beeldanalyse-programma's om belangrijke structuurparameters tekwantificeren.

Tvoe TNO KennisinvesterinoAgri&Food Call2012

N.v.t.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Aansluiten bij COST action F41001 'The application ofinnovative fu ndamental food-structure-propertyrelationships to the design of foods for health, wellnessand pleasure';

. Deelname aan inside food symposium april 2013 Leuven(state of the art);

o Demonstrator case.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Outout Geen

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 65 I 123

aandacht voor gezonde productsamenstelling van zowel burgers als overheid, mag

veruvacht worden dat dit project belangrijke impact zal hebben: uitstraling en

voorbeeldfunctie voor de industrie, gezonde en smakelijke voeding voor

consumenten.

Doel van dit project is om de voedingsindustrie in staat te stellen een aantal

producten op de markt te zetten met een gezondere nutriëntsamenstelling.

Om dit doel te bereiken is het begrijpen van de keten ingrediêntfunctionaliteit

- productkwaliteit - consumentenacceptatie, en het ontwikkelen van kennis op het

gebied van meervoudig herformuleren essentieel. Vanuit de 'state of the art' blijkt

dat de integrale aanpak van herformuleren in de keten, én het concept van

meervoudig herformuleren onontgonnen gebied is. De beoogde vernieuwing zit dan

ook in deze twee aspecten. ln dit project wordt ingezoomd op de volgende

aspecten: het vertalen van meervoudig herformuleringsconcepten in model-

systemen naar producten, het generaliseren en valideren van generieke kennis

over ingrediëntfunctionaliteit en interacties in 4 verschillende modelsystemen en

producten, acceptatie en implementatie van geherformuleerde producten in de hele

keten van leveranciers - producent - retailer - consument.

Proiect Titel: Meervoudiq HerformulerenI voe' TNO CofinancierinoAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel De voedingsindustrie in staat te stellen producten op de marktte zetten met een gezondere nutriëntsamenstelling op basisvan doorbraken m.b.t. meervoudio herformuleren.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. lnventarisatie huidige ingrediënten en procesmethodenon-site en identificatie van quick-wins;

. Definitie modelsystemen;

. Vervangen huidige ingrediënt door verrijkt ingredient;

. Combineren enkelvoudig vervangen door meervoudig;

. Maken van een matrix van ingrediëntfunctionaliteit;o Vertalen van modelsysteem naar product;. Profilering producten op smaak en mondgevoel;. Selectie van producten voor consument studie;o Uitvoeren consumenten test;. Onderzoek naar suikervervanging (20.);. Disseminatie van kennis onder de partners;. lnteractie tussen de verschillende partners.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Bespreken selectie van ingrediënten producten enmarktkennis.

Output ln overleg met de industriële partners werd over het projectnoo niet oeoubliceerd.

TNO-rapport I TNO 2014 R'|0311 66 I 123

5.5.2.3 TA Coast

Dit NWO project heeft als doel de ontwikkeling van PTR-MS technologie om

specifieke vluchtige moleculen zeer nauwkeurig te detecteren en te bepalen. Deze

technologie kan onder andere worden toegepast voor smaak en geur in voedsel.

ln 2013 is een eerste werkzame versie van het instrument gemaakt, echter de

gevoeligheid bleef achter bij de verwachtingen. Vervolgens is er in 2013 gewerkt

aan het optimaliseren van het systeem via ontwerpen en maken van nieuwe

hardware. ln het bijzonder is gewerkt aan een ion-funnel voor het focusseren van

de gegenereerde ionen om beoogde gevoeligheidswinst t.o.v. bestaande systemen

te bereiken. Resultaten van deze nieuwe ion-funnelzijn beschikbaar in Q1 2014.

Naast hardware ontwikkeling is er gewerkt aan software voor het automatisch

verwerken van de continue datastroom die een PTR-MS machine oplevert. Doel

van de software is het herkennen van 'sample pulses' (bijv. uitademen over een

langere tijd), de spectra in de sample pulses te verwerken, te middelen en op te

slaan in een generiek data formaat voor verdere statistische analyse.

Er is een plan gemaakt voor het uitvoeren van een Oral Glucose Tolerance Test bij

een aantal vrijwilligers om relevante componenten in adem te vinden (bijv. die

correleren met glucose concentratie in bloed). Omdat de eerste versie van het

systeem niet de vereiste gevoeligheid heeft, is dit nog niet uitgevoerd.

Proiect Titel: TA CoastI VDE' PPS (STW/ NWO)Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doe Dit NWO project heeft als doel de ontwikkeling van PTR-MStechnologie om specifieke vluchtige moleculen zeernauwkeurig te detecteren en te bepalen. Deze technologiekan onder andere worden toegepast voor smaak en geur in

voedsel.Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

a Eerste werkzaam prototype;Statistische analyse.a

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Oral glucose tolerance test

Outout Geen

5.5.2.4 TIFN Protein Functionality

Het TIFN project "Engineering Protein Functionality" ontwikkelt kennis met

betrekking tot eiwitaggregatie; het beheersen van de functionaliteit van

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 67 I 123

geaggregeerde eiwitten; de relatie tussen lengteschalen en macroscopische

functionaliteit waarbij textuur en waterbindend vermogen belangrijke factoren zijn;

eiwitmodificatietechnologie (enzymatisch, chemisch, fysisch); bevorderen van

specifieke functionele aggregatievormen, zoals fibers en de synergie in

eiwitmengsels. Voor TNO zijn met name de werkpakketten waarin modelsystemen

worden ontwikkeld om nieuwe functionaliteiten aan te tonen interessant, aangezien

hiermee de kennisbasis van de propositie met betrekking tot kwaliteit kan worden

versterkt. Deelname vanuit het programma in dit TIFN project is in 2011 geborgd.

Er wordt zowel op senior als op junior niveau door TNO aan dit project gewerkt. De

eerste experimentele invulling is na de zomer van 2011 opgestart. Voor TNO is van

belang dat de ontwikkelde kennis doorvertaald kan blijven worden naar de industrie.

lnhoudelijke deliverables voor 2014 worden vanuit het TIFN project geformuleerd.

Voor TNO is de aansluiting via regelmatige updates en overleggen van belang.

TIFN Food Chain Sustainability

Sustainability vraagstukken vanuit een keten perspectief, worden door de industrie

steeds nadrukkelijker naar voren geschoven. Verschillende deelprojecten in de

portfolio richten zich op efficiency verbeteringen van individuele processtappen met

betrekking tot energie en grondstofgebruik. Reduce spoilage of fresh and chilled

products (SD003). De projecten zijn in de loop van 2012 van start gaan. De

combinatie van gezond en duurzaam krijgt hierbij in het bijzonder aandacht.

Belangrijkste deliverable voor 2014: Aansluiting houden en TIFN sustainability

programma borgen en implementatie van de daar opgebouwde kennis.

5.5.2.5

Proiect Titel: TIFN Protein Functionalitv1

lvpe' PPS (TIFN 2011

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel De probleemstelling ligt in de vraag hoe je door processingverschillende eiwitstructuren kunt maken van plantaardigeeiwitten en wat de functionaliteit is van deze nieuweeiwitstructuren. De doelstelling voor dit door TNO uitgevoerdeonderdeel was om een aantal plantaardige eiwitten tezuiveren om er vervolgens met verschillende methodeseiwitdeelties van te maken.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

a lsoleren van plantaardige eiwitten;Maken van eiwitdeeltjes.a

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Zie TIFN oublicaties

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 68 I 123

Proiect Titel: TIFN Food Chain SustainabilitvDoel ldentificatie van microbiële biomarkers met een voorspellende

waarde voor shelf life van vers gesneden groentenvoorsoellen.

1

I voe' PPS ITIFN 2OI2)

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Relation initial bacterial population and shelf life;o Microbial population dynamics in fresh cut lettuce

depending on environmental conditions;o Predictive model describing relations between

environmental conditions and microbioloqical status.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output EvgeniTsivtsivadze, Eveline Lommen, Roy Montijn, and Jos

van der VossenSemi-supervised Multi-view Gaussian Processes for Microbial

Growth Predictionlntelligent Systems for Molecular Biology (ISMB/ECCB), 2013

EvgeniTsivtsivadze, Eveline Lommen, Roy Montijn, and Josvan der VossenMulti-View Gaussian Processes for Modeling MicrobialGrowthAnnual Belgian-Dutch Conference on Machine Learning(BEN ELEARN), 20'13

Evgeni Tsivtsivadze, Jos van der VossenMulti-task Kernel Canonical Correlation Analysis for Microbial

dataBioinformatics 201 3 (submitted)

5.5.2.6 TIFN Fat Functionality

Het structureren van een eetbare hydrofobe fase als vet kent, in tegenstelling tot

het structureren van een waterig systeem, zeer beperkte mogelijkheden. Daarbij is

het de vraag of het structureren met nieuwe methoden de gewenste theologie kan

opleveren. Participatie in het TIFN Fat functionality project beoogt de volgende

doelen:

. Opzetten van methoden voor het analyseren van de vet en deegtheologie onder

elongatiedeformatie (toerproces) ;

. Opzetten van methoden voor het bepalen van structuurherstel en de kinetiek

daarvan in vetten;

. Vastleggen van relatie tussen de vetstructuur in de verschillende processtappen

en condities;

. ldentificeren van kritische stappen in het proces in relatie tot de kwaliteit van het

eindproduct.

TNO-rapport I TNO 2014 R1031 1 69 I 123

Belangrijkste deliverables voor 2013 waren:

¡ Definiëren van de gewenste meetmethoden voor theologie van vet en deeg;

. Vaststellen kritische fysische eigenschappen van vet in relatie tot

veteigenschappen.

Reductie Antib ioticu mgeb ru i k

TNO wil met dit project de identificatie van natuurlijke voederingrediënten mogelijk

maken die als alternatief voor antibiotica gebruikt kunnen worden om de

darmgezondheid van dieren te bevorderen. Dergelijke ingrediênten kunnen zowel

direct werken op pathogene organismen als indirect hun effect uitoefenen door de

samenstelling van de natuurlijke darmflora zo te beïnvloeden dat pathogene

organismen zich niet kunnen vermeerderen. Daartoe zal in het project een nieuw

screeningsplatform worden ontwikkeld. Daarin kunnen de directe en indirecte

effecten van voederingrediënten op complexe ecosystemen, zoals die van de darm

worden gemeten. De meting van die effecten wordt gebaseerd op de activiteit van

specifieke genen (transcriptomics) die voorkomen in specifieke bacteriestammen

(genomotyping), die geactiveerd worden onder invloed van voederingrediënten en

waarbij die activatie niet geremd wordt door het natuurlijke ecosysteem. Die

specifieke genen die als voorspellende markers gaan fungeren in het Minidarm Plus

Platform, moeten geïdentificeerd worden op basis van biostatistische correlaties

tussen expressie van die specifieke genen van de te bestrijden ziektevenruekker en

de reductie daarvan zonder een gezonde samenstelling van de darmflora aan te

tasten. Het project is in 2013 afgerond met een rapportage. Aan een publicatie

wordt nog gewerkt.

5.5.2.7

Proiect Titel: TIFN Fat FunctionalitvDoel Develop technology for mild extraction and isolation of the

hydrophobic, membrane bound proteins from sugar beetleaves and stems as representative rest stream.

Tvoe' PPS- (TIFN 2011)Agri&Food Call2012

N.v.t.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Fat compositions defined;

. Fats produced;

. Fat Properties;¡ Renorf

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Outout Zie TIFN oublicaties

TNO-rapporl I TNO 2014 R10311 70 I 123

Proiect Titel: Reductie Antibioticumqebruik (RedAnt)

Doel TNO wil met dit project de identificatie van natuurlijkevoederingredienten mogelijk maken die als alternatief voorantibiotica gebruikt kunnen worden om de darmgezondheidvan dieren te bevorderen.

1

I voe' TNO cofinancierinqAgri&Food Call2012

N.v.t.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Flora Analysis of 150 chicken intestine samples fromhealthy and unhealthy farms;

. Degree of growth inhibition of E. coli and Clostridiumcaused by a set of 50 formulations / compounds whichmight have a positive effect on the intestine health;

. ln vitro screenings tool to access the degree of growthinhibition of E. coli in a model chicken intestine flora (forhealthy and unhealthy animals);

. Report.Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output . Schuren, dr. F.H.J., Rapportage RedAnt, TNO-rapport2013;

o Lukovac, dr. S. en Schuren, dr. F.H.J., Microbiotadynamics and composition of broiler developing intestine,Manuscript in oreparation. 2013.

5.5.2.8 Healthbread

ln 2011 is een aanvraag ingediend voor het Europese KBBE programma Research

for the Benefits of SME's. Hierin wordt de kennis uit het Healthgrain EU-KPO project

die betrekking heeft op herformuleren van producten met meer gezonde vezels

beschikbaar gemaakt voor het MKB. TNO is algeheel coördinator en betrokken bij 3

WPs. Het project is in 2013 inhoudelijk gestart.

Proiect Titel: EU-HealthbreadDoel The HealthBread project will, based on SME and consumer

oriented approach, develop whole grain and white breadswith further improved nutritional and product quality byapplying scientific and technological knowledge from the EU

FP6 HEALTHGRAIN project into production and marketing ofcommerciallv viable. healthier bread.

Tvoe EU fo7

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Overall Project coordination;

. WP coordination of 3 WPs;

. Development of nutritionally improved breads with highproduct quality and consumer claims;

. Dissemination.Publications.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 7',t I 123

Go Without Salt

Een consortium van Oost Nederlandse bedrijven gaat zout vervangende systemen

voor voedingsproducten ontwikkelen, met als doel op termijn een vermindering van

ten minste 50% van het keukenzout in voedingsproducten te realiseren, zonder dat

dat kwaliteit, veiligheid en vooral smaak inboeten. Het project 'Go without salt' zal

bovendien extra werkgelegenheid opleveren in Oost-Nederland. Terugbrengen van

de hoeveelheid zout zonder aantasting van de smaak en houdbaarheid is een

ingewikkeld proces. onder regie van TNo moet naar vele varianten gekeken

worden. Het project stimuleert de kennisuitwisseling tussen de verschillende

spelers, waardoor de economische kracht van deze bedrijven en de positie van de

kennisinstellingen in Oost Nederland versterkt wordt. Het is de bedoeling dat er aan

het einde van het project een (grotendeels ) zout vervangend systeem ontwikkeld is

dat betrokken partijen in hun producten kunnen gebruiken, waarbij consumenten

enthousiast zijn over de smaak en de kwaliteit.

5.5.2.9

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Noort, M.W.J. and Flander, L., HealthBread first results,HealthGrainForum, 6 November 2013, Helsinki, Finland;Kamp, JW van der, HealthBread - attractive breadproducts with high nutritional value, Press conference, 25September 2013, Parma, ltaly;Kamp, JW van der, and Noort, M.W.J. THEHEALTHBREAD EU PROJECT, NEW OPTIONS FORNATURAL, NUTRITIONALLY ENRICHED ANDSENSORY ATTRACTIVE BREAD, 7th lnternational Flour-Bread Congress, 16-18th October2013, Opatija, Croatia;Funk, C. and Kamp, JW van der, EU-Projekt HealthBread

- erste Ergebnisse, Bakery Technology Conference, 12-14 Nov. 2013- Detmold, Germany;Folloni, S., Ranieri, R. and Kamp, J.W. Van der, "llprogetto HealthBread", poster at 9th AISTEC conference"Un mondo di cereali. Potenzialità e sfide" ("A world ofcereals. Potential and challenges"), Bergamo, llaly 12-14June 20'13;

Zie ook htto://www.healthbread.eu/.

5.5.2.10

TNO-rapport I TNO 2014 Rl03l1 72 I 123

Hygiene van de Toekomst

De huidige gouden standaard voor analyse van micro-organismen in de

voedingsmiddelenindustrie is momenteel de kweek van micro-organismen op

voedingsbodems. Deze analyses kunnen zeer kosten-efficiënt en routinematig

worden uitgevoerd volgens standaardvoorschriften, waarbij deze analyses zich

meestal richten op specifieke, vooraf geselecteerde micro-organismen. De

belangrijkste beperkingen van de huidige werkwijze zijn het gebrek aan snelheid en

details. Een standaardanalyse duurt minimaal 1 tot enkele dagen, waardoor directe

sturing op resultaten onmogelijk is en producten langere tijd moeten worden

opgeslagen voordat duidelijk is of ze microbiologisch in orde zijn. Verder levert een

microbiologische analyse alleen resultaat op voor vooraf geselecteerde doel-

organismen en moet voor elk doelorganisme een andere analyse worden uit-

gevoerd. Ook de informatie die wordt verkregen is beperkt: op zijn best kan een

soortnaam worden verkregen.

Moleculaire analyses maken het in principe mogelijk om binnen enkele uren

resultaten op te leveren en daarbij, indien gewenst, ook meer details te verkrijgen.

Proiect Titel: Go Without SaltDoel Een vermindering van ten minste 50% van het keukenzout in

voedingsproducten te realiseren, zonder dat dat kwaliteit,veiliqheid en vooral smaak inboeten.

Tvoe' EU-fo7 2012Agri&Food Call2012

N.v.t.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

2 projectrapportages aan EFRO (aprilen oktober)

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Outout Geen

Proiect Titel: Hvqiêne van de toekomstDoel Doel van het project is het ontwikkelen van een in-factory

microbiologische screening tool voor de voedingsmiddelen-markt. Om hiertoe te komen, moet eerst een combinatie-methode worden ontwikkeld. Met deze combinatiemethodemoeten dode en levende micro-organismen van dezelfdesoort van elkaar onderscheiden kunnen worden, evenals lagebesmettingsniveaus van micro-organismen kunnen wordenaanqetoond.

I voe' TNO cofinancierinqAgri&Food Call2012

Ja

Gerealiseerdemiiloalen en/of

. Werkende DNA isolatiemethode uit sap;

. Werkende lllumina methode oo DNA uit sao samoles:

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 73 I 123

resultaten . Werkende data analyse (pipeline) voor data verkregenm.b.v. lllumina;

. Bepalen van ondergrens detectie voor relevante micro-organrsmen;

. Onderscheid tussen levende en dode micro-organismenm.b.v. PMA in oroduct-relevante condities.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output ln overleq met de partner wordt noq niet qeoubliceerd.

5.5.2.11 Flying Food

ln Afrika, en met name in Kenia en Uganda is het grootste deel van de bevolking

voor hun voedselvoorziening afhankelijk van kleinschalige producties. Deze vorm

van productie is essentieel maar slaagt er niet in de producenten van voldoende

inkomen te voorzien. Ook wordt onvoldoende hoogwaardig voedsel geproduceerd.

Om hierin verandering te brengen moet de productieketen verbeterd worden

waarbij duurzame productie, opslag en processing naast hoogwaardige kwaliteit,

distributie en marketing de belangrijkste uitdagingen zijn.

Met het Flying Food initiatief wordt de productie en consumptie van krekels op deze

wijze aangepakt. ln potentie zun krekels een hoogwaardige bron die op

kleinschalige wijze geproduceerd kunnen worden.

Proiect Titel: Flvinq FoodDoel lnsecten het hele jaar door beschikbaar maken voor

consumptie in Afrika.1

I vpe' TNO confinancierinqAgri&Food Call2012

Ja

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Check on technical feasibility (done);

. First design of rearing unit, manual (2012,2013).

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Veel belangstelling van de media voor dit aansprekendeproject. We ontwikkelen een communicatie beleid en zijn welterughoudend in te veel publiciteit, waardoor venruachtingen

te hooq komen te liqqen, en te vroeq in de tiid.

5.5.2.12 Carbohydrate Compete nce Center

Deelname aan het privaat-publieke samenwerkingsverband Carbohydrate

Competence Center (CCC) is belangrijk voor de kennis en technologie positie van

Nederland op het gebied van de koolhydraat modificatie. Dit leidt tot een vergroting

van de zichtbaarheid naar de markt, een versterking van de reputatie en een

verbreding van de kennis die aangeboden wordt aan de markt. Het doel van dit

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 74 I 123

specifieke project is om de flora in het darm te herstellen nadat de persoon een

antibiotica kuur heeft ondergaan of vooraf de darmflora 'voor te bereiden' op een

antibiotica kuur. Een specifiek micro-gut screening platform zal hiervoor ingericht

worden op basis van kennis van de ontwikkeling van een vergelijkbaar basis

platform.

VBZ lnnovaties in de Bakkerij

lnnovaties binnen de bakkerij en zoetwaren productgroepen zijn essentieel voor de

bedrijven binnen deze sector. De brancheorganisatie VBZ heeft de ambitie om door

middel van zowel technische als sociale innovatie dusdanige stappen te zetten, dat

er tussen nu en 2 jaar een sector staat, welke gezonde(re) producten produceert en

welke aantrekkelijk is om in te werken. Het Branche lnnovatie Contract, wat

5.5.2.13

Proiect Titel: Carbohvdrate Gompetence CenterDoel Develop technology for mild extraction and isolation of the

hydrophobic, membrane bound proteins from sugar beetleaves and stems as reÞresentative rest stream.

1

I voe' PPS-CCCAgri&Food Call2012

N.v.t.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

a

a

Toepassing in interventiestudies;GOS effect op microflora in vivo.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Ladirat SE, Schols HA, Nauta A, Schoterman MH, KeijserBJ, Montijn RC, Gruppen H, Schuren FH. High{hroughputanalysis of the impact of antibiotics on the humanintestinal microbiota composition.J Microbiol Methods.2Q 1 3 Mar ;92(3) : 387-97 ;

Ladirat SE, Schuren FH, Schoterman MH, Nauta A,

Gruppen H, Schols HA. lmpact of galacto-

oligosaccharides on the gut microbiota composition and

metabolic activity upon antibiotic treatment during in vitrofermentation. FEMS Microbiol EcoL 2014 Jan;87(1):41-51;

Ladirat S.E., Schoterman M.H.C., Nauta 4., Rahaoui H.,

Mars M., Schuren F.H.J., Gruppen H. Schols H.A. Effectsof the intake of galacto-oligosaccharides on the gutmicrobiota of healthy adults receiving amoxicillintreatment. Submitted for publication;

Ladirat S.E., Schols H.A. , Nauta 4., Schoterman M.H.C.,

Schuren F.H.J., Gruppen H;

lmpact of Galacto-Oligosaccharides and its specific size-fractions on non-treated and amoxicillin{reated humaninoculum. Submitted for publication.

INO-rapport ITNO 2014 R10311 75 I 123

kennisoverdracht inhoudt, is in de volgende werkpakketten opgedeeld: Kick off

meeting, Project 1, Natriumreductie in bakkerijproducten, Project 2, Verrijking, een

kans om te innoveren?!, Workshop met presentatie resultaten en vaststelling laatste

twee projecten, Project 3: Verrijking van producten die voldoen aan de eisen

gesteld voor het voeren van IKB logo om daar mee te innoveren en dit zo mogelijk

te claimen en project 4: Op welke wijze kan ICT bijdragen aan verbeteren van de

bedrijfsvoering. Het project is in 2013 afgerond.

Zoutreductie in Hoog Aw producten

Zowel in Nederland als in de rest van de westerse wereld is de gemiddelde

zoutinname van consumenten te hoog. Volgens de Gezondheidsraad is de huidige

gemiddelde inname van zout (natriumchloride) ongeveer negen gram per dag,

terwijl de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid ligt op 6 gram per dag. Bij een te hoge

consumptie van natrium neemt het risico op het ontstaan van een verhoogde

5.5.2.14

Proiect Titel: lnnovaties in de BakkeriiDoe Vergelijken van verschillende methodieken om de (micro)

structuur van verschillende productmatrices te bepalen.Opzetten en gebruiken van (reeds bestaande) beeldanalyse-programma's om belangrijke structuurparameters te kwanti-ficeren.

I VDe' TNO cofinancierinoAgri&Food Call2012

N.v.t.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

De functionaliteiten van Natrium in bakkerijproductengezondheidseffecten van Natrium;Consequenties (organoleptisch / technologisch / micro-biologische en fysische stabiliteit) van natriumreductie in

bakkerijproducten;Beschikbare oplossingen in de markt;

Oplossingsroutes en beperkingen voor aanpassen vanrecepturen;Wet- en regelgeving inzake het verrijken van productenen claims (door TNO);Mogelijkheden van claims (door TNO);Kansen voor verrijking en claims voor VBZ specifiekeproductgroepen (Door VBZ i.s.m. TNO);Marketing kansen voor verrijkte producten en claims(Door VBZ -Ton Baas);Technologische consequenties en toepasbaarheid (doorTNO);Overdracht kennis ICT;Disseminatie van oeoevens.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Outout Geen in 2013

TNO-rapport I TNO 2014 R1031 1 76 I 123

bloeddruk en als gevolg daarvan hart- en vaatziekten, toe. De gezondheidsraad

adviseert om de dagelijkse consumptie van 9 naar 6 gram zout per dag terug te

brengen. Aangezien 80% van de zoutinname uit voedingsproducten komt (en 20%

uit het zoutvaatje op tafel), zal verlaging van het zoutgehalte in voedselproducten

hieraan een belangrijke bijdrage geven. ln dit project staat de verlaging van zout in

sauzen en soepen centraal. Dit zijn producten met een hoog Aw gehalte. Naast

broodproducten (25%) en vlees met vleesproducten (18%), draagt de consumptie

van sauzen en soepen voor 10% bij aan de dagelijkse zoutinname (RIVM rapport

VCP-3 (1997t1998) (rapport V98 807).

De uitdaging bij het verlagen van zout in voedingsproducten is het behouden van

de huidige zoutperceptie voor de consument. Vooral bij soepen en sauzen is de rol

van zout voornamelijk die van smaakmaker, meer dan die van houdbaarheid of

texturant, zoals bij brood en vlees wel het geval is. ln dit project wordt gestreefd

naar het verlagen van het zoutgehalte in soepen en sauzen met 33%, omdat

volgens de wetgeving het product dan het label 'laag zout' mag dragen.

Doelstelling: Het doel van het project is het ontwikkelen van een nieuwe strategie

om zout te reduceren in vloeibare producten, die gebruik maakt van zowel

moleculaire interacties tussen zout en biopolymeren als textuur-smaak interacties.

De uitdaging van het project ligt enerzijds in het binden van zout, het gebonden

houden ervan tijdens shelf life en het vrijkomen van zout in de mond, zodat het

geproefd wordt. Anderzijds ligt de uitdaging in het sturen van de textuur-smaak

interacties door middel van biopolymeren.

Proiect Titel: Zoutreductie in hooq Aw ProductenDoel Het ontwikkelen van een nieuwe strategie om zout te

reduceren in vloeibare producten, die gebruik maakt vanzowel moleculaire interacties tussen zout en biopolymeren alstextuur-smaak interacties.

Tvoe' TNO Cofinancierinq met I PartnerAgri&Food Call2012

N.v.t

Gerealiseerdemrjlpalen en/ofresultaten

. Kwalitatieve bepaling van zoutbinding aan biopolymeren;

. Relatie tussen eigenschappen biopolymeer, textuur enafbraak van textuur;

o Zoutbinding aan koolhydraten;o Afbraak koolhydraten met o amylase;o RaoÞortaqe.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Timmermans, J Zoutverlaging in hoog aw producten, TNOraooort V.

TNO-rapport I TNO 2014 R'10311 77 I 123

5.5.2.15 Stichting Nederland Schoon - Niet plakkende kauwgom

Kauwgom afual is een van de grootste zwertafval problematieken in Nederland. Het

venruijderen kost veel geld en een oplossing voor dit probleem is dus zeer gewenst.

ln 2012 werd duidelijk dat TNO technologie voor de modificatie van zetmeel

ingrediënten mogelijk zou kunnen resulteren in een beter afbreekbare, natuurlijke

basis voor kauwgom. Om dit verder te kunnen onderzoeken is samen met de

stichting Nederland Schoon een project opgezet. Dit project is in 2013 succesvol

afgerond.

Proiect Stichtinq Nederland Schoon - Niet plakkende kauwqomDoel Het ontwikkelen van een afbreekbare gum-base voor

kauwqom op basis van qemodificeerd zetmeel.Tvoe' ïNO CofinancierinqAgri&Food Call2012

N.v.t.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Ontwikkelen analyse methoden voor het bepalen van

desintegratie en kleverigheid van kauwgom;. Het ontwikkelen van additieven d.m.v. fysische modificatie

van koolhydraten;. Het testen van de additieven in de applicatie en het

evalueren oo basis van desinteqratie en kleveriqheid.Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Model ontwikkelen dat desintegratie van kauwgom kan

voorspellen.

Output Twee patenten zijn ingediend betreffende het modificeren van

koolhydraten.. New proces for making resistant maltodextrines;. Thermallv modified starches.

5.5.3 Deel prog ra m m a C : I ng red ie nts

De verdere afstemming met innovatiecontract van de strategie in de periode 2015-

2018 is door verschillende werkgroepen uitgevoerd. Het resultaat hiervan wordt in

de loop van 2014 aan de Topsector gepresenteerd.

Proiect KIP New TechnoloqiesDoel Afstemmen van 10 technologieportfolio's op de nieuwe

strateqie en wiiziqinqen binnen de Toosector.IVôE' Doorlooend oroiectAgri&Food Call2012

N;v.t

Gerealiseerdemiiloalen/resultaten

Beschrijvingen Technologielijnen in relatie tot innovatie-contract Aorifood.

Niet gerealiseerdem iiloalen/resu ltaten

Geen

Outout Geen

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

5.6 Output en kenn¡soverdracht

5.7

78 I ',123

Voor het totale TNO programma Efficiënte ontwikkeling en productie van

hoogwaardige voeding werd de volgende totaaloutput gerealiseerd:

Voor nadere details t.a.v. de output wordt venryezen naar de rapportages van de

individuele projecten.

De resultaten van de kennisontwikkeling worden voornamelijk gebruikt voor directe

opdrachten vanuit de levensmiddelen industrie. ln enkele gevallen worden ook in

opdracht van de overheid rapporten aangeleverd, zoals over de mogelijkheden voor

het winnen en gebruik van planteneiwitten. Ook treden experts regelmatig op als

deskundigen, o.a. voor onderzoekscommissies van de Tweede Kamer en bij

juridische geschillen.

Kennisoverdracht heeft plaatsgevonden door:

. Het leveren van bijdragen aan workshops en symposia of congressen (zoals

georganiseerd door FND);

. Artikelen voor en met deze doelgroepen (wetenschappelijk peer reviewed en

populair wetenschappelijk). Zie uitvoering en resultaten.

lnnovatie Programma's

ln 2013 werd vanuit de propositie Efficiente Ontwikkeling en Productie van

Hoogwaardig Voedsel deelname aan de volgende nationale en internationale

onderzoekprogramma's die relevant zijn voor Thema 7 voorbereid en inqediend:

. CIBUS-Food

Het doel van het CIBUS project is te onderzoeken in hoeverre Additive

Manufacturing (AM) ingezet kan worden voor duurzame productie van voedsel.

Het zogenaamde 3D printen wordt aangeduid als de 3" industriële revolutie en

wordt nu al volop gebruikt voor prototyping en productie van objecten van

plastic, keramiek, metaal en biocampatibele materialen. AM van voedsel-

producten zal de voedingssector transformeren omdat het een hoge mate van

etficiency, "zero-waste" mogelijk zal maken. Niet alleen materiaalgebruik, maar

Publicaties. oosition DaDers. oroefschriften: 12

Presentaties: 18

Raooorten: 9

lnterviews, persberichten e.d. >10

Octrooiaanvraoen: 3

TNO-rapport I TNO 201 4 R'1 031 I 79 I 123

ook de personalisatie van de productie zal er voor zorgen dat voedsel

afgestemd kan worden op de individuele behoefte van doelgroepen zoals

ouderen. Het project is in 201'3 ingediend en goedgekeurd en zal in 2014

starten. httos://www. susfood-era. neU

ln 2031 werd geparticipeerd in de volgende nationale en internationale

onderzoeksprogramma's toegekend dan wel qecontinueerd:

Participatie in het Topinstituut Food & Nutrition (TIFN) TNO participeert

langdurig in de Publiek Private Samenwerking TIFN, het grootste Nederlandse

PPS op het gebied van voedselinnovatie. Vanuit dit programma wordt

geparticipeerd in het Thema "Structure" en wordt concreet gewerkt in de

projecten "Protein Functionality", "Fat Functionality" en "Food Chain

Sustainability". htto://www.tifn. n I

HEALTHBREAD

Een Europees samenwerkingsverband dat zich wil richten op

gezondheidsaspecten van de consumptie van volkorenbrood en vezels

(ingediend voor call K888.2012.2.3-02: Exploitation of Framework Program

project resu lts i n food ). htto : //www. hea lth bread. eu/

PERFORMANCE

Een Europees samenwerkingsverband dat zich wil richten op de mogelijkheden

om op individuele basis voedsel te produceren en te distribueren, met name

voor ouderen. htto ://www. performa nce-fo7. eu/

Carbohydrate Com petence Center

Een publiek privaat samenwerkingsplatform waarin WUR, RUG, UMCG en TNO

samen met een groot aantal Nederlandse industriële partners kennis op het

gebied van koolhydraten genereren, ontwikkelen en delen om innovatie te

bevorderen en bij te dragen aan een gezonde en duurzame samenleving.

htto ://www. cccresearch. n I

6.1

6.1.1

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 80 I í23

6 AgroFood Thema 8: Voedselveiligheid

Enkele highlights uit 2013

Ondezoek naar allergiersrbo's van insecten als alternatieve eiwitbron in voeding

Probleem: Gezien de groeiende wereldbevolking en de beperkte eiwitvoorraden zal

er de komende jaren een steeds grotere vraag zijn naar alternatieve eiwitbronnen

(b[v. insecten, algen of genetisch gemodificeerde organismen). Voor ieder

voedingsmiddel geldt dat de veiligheid ervan zeer belangrijk is. Een van de

belangrijkste aspecten van de veiligheid van eiwitten betreft het risico op het

ontstaan van allergieën. Voedselallergieën hebben een grote impact op de kwaliteit

van leven en leefomgeving van de allergische patiënt en kunnen zelfs

levensbedreigend zijn. De Verenigde Naties zien insecten als deeloplossing tegen

ondervoeding in de wereld. Hoewel in de Westerse samenleving het eten van

insecten nu nog relatief ongebruikelijk is, bieden insecten veel voordelen als

alternatieve en duuzame eiwitbron. Er wordt op dit moment door overheid en

bedrijfsleven geïnvesteerd in ondezoek naar de toepassing van insecten als

alternatieve voedingsbron. Meelwormen, de larven van de meelwormkever, zijn een

serieuze kandidaat om gebruikt te worden als duuzame alternatieve eiwitbron voor

kip, rund en varkensvlees. Echter, er is nauwelijks iets bekend over de mogelijke

allergeniciteit van meelwormeiwitten.

Oplossing: ln de afgelopen jaren is TNO samen met het Universitair Medisch

Centrum Utrecht (UMC Utrecht) en de Wageningen Universiteit een pilot ondezoek

gestart naar de potentiele allergeniciteit van meelworm eiwitten. Dit onderzoek heeft

aangetoond dat mensen met een schaaldier- en huisstofmijtallergie mogelijk een

risico lopen op een allergische reactie als ze meelwormen gaan eten. Dit ondezoek

is recent gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. Echter, het is niet bekend

of mensen daadwerkelijk op meelwormen

een allergische reactie zullen vertonen.

TNO en UMC Utrecht zijn daarom een

vervolgondezoek gestart in samen-

werking met de Nederlandse Voedsel- en

Warenautoriteit (NMÂ/A). ln het onder-

zoek van TNO en UMC Utrecht worden

mensen met een schaaldier- en

huisstofmijtallergie;of mensen met een 1

meelwormallergie (doordat zij met meelwormen werken), geprovoceerd met een

TNO-rapport J TNO 2014 R1031'l 81 t'123

meelwormproduct in een dubbel-blind placebo-gecontroleerde voedselprovocatie.

Bt1 de voedselprovocatie krijgen de personen een oplopende hoeveelheid

meelwormen te eten. Gedurende de provocatie wordt gekeken of er een allergische

reactie optreedt.

lmpact: Met de resultaten uit dit onderzoek over risico's op allergische reacties door

meelwormen wordt er een belangrijke stap gezet in het beoordelen van de

veiligheid van insecten als toekomstig eiwitbron in onze voeding. Uitkomsten van dit

ondezoek moet de diverse partijen ondersteunen en informeren. Primair ten

behoeve van allergische consumenten, maar ook producenten die meelwormen

toepasbaar maken voor humane consumptie en overheden die over de regelgeving

gaan, zijn bijde resultaten gebaat.

6.1.2 HydroChip

Probleem: Ons oppervlaktewater wordt voor verschillende doeleinden gebruikt,

zoals voor drinkwatenivinning, visserij en recreatie. Het is dan ook van groot belang

dat ons oppervlaktewater van voldoende kwaliteit is en deze kwaliteit nauwgezet

gemonitord wordt. De huidige manier van monitoren is het nemen van water-

monsters, welke geanalyseerd worden door per individueel monster de diatomeeën

te tellen met behulp van lichtmicroscopie. Dit is een zeer kostbaar en tijdrovend

proces; in sommige gevallen kan het nemen van het watermonster tot de analyse

een half jaar duren. Daardoor is de monitoring van oppervlaktewater niet actueel en

kan er niet direct op waterkwaliteit worden gestuurd. Voor de winning van veilig

drinkwater en voedselveiligheid is dit een probleem.

Oplossing: Samen met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, STOWA,

Vitens en Waternet heeft TNO binnen een EU LIFE project de HydroChip ont-

wikkeld. De HydroChip is een DNA chip met daarop de genetische informatie van al

75 van de 150 belangrijkste diatomeeën, die kenmerkend zijn voor de kwaliteit van

Nederlandse wateren. Deze zogenaamde DNA probes bevinden zich op de

HydroChip en kunnen door specifieke, complementaire bindingsreacties met de

DNA sequenties van de relevante diatomeeên paren vormen. De probes die ge-

paard zijn met een bijbehorende sequentie geven een signaal, waardoor een

patroon ontstaat dat de aanwezigheid van verschillende diatomeeën weergeeft. Dit

kan digitaal worden uitgelezen en geeft de aanwezigheid en hoeveelheid van de

diatomeeën in het watermonster weer. Dit wordt vertaald naar een kwaliteitsmaat

voor het oppervlaktewater.

Deze manier van analyseren kost slechts 2 uur vanaf het moment van

monstername en kan met meerdere monsters tegelijkertijd worden uitgevoerd.

TNO-rapport I TNO 2014 R1031 1 82 I 123

lmpact: Met de komst van de HydroChip kan niet alleen de analyse van de

oppervlaktewaterkwaliteit veel sneller en goedkoper worden uitgevoerd, ook zal de

monitoring van oppervlaktewater actueler worden. Dit geeft mogelijkheden tot het

direct sturen van waterbeheer op basis van gemeten oppervlaktewaterkwaliteit.

Waterbeheer wordt hierdoor beter uitvoerbaar, wat de kwaliteit van oppervlakte-

wateren en daarmee de veiligheid van ons drinkwater, ten goede zal komen. De

HydroChip is momenteel toegespitst op de Nederlandse situatie, maar kan op

relatief eenvoudige wijze ook voor andere typen wateren worden aangepast. Op die

manier is het mogelijk om de HydroChip ook buiten de landsgrenzen in te zetten

voor actief beheer van water.

Hydrochip

6.2 Korte inleiding op AgroFood Thema 8: Voedselveiligheid

De internationale voedselproductie staat voor grote uitdagingen. Dreigende

tekorten aan grondstoffen en voeding, en de toename in voeding-gerelateerde

ziekten vragen om sterke innovaties in voeding, zoals ontwikkeling en gebruik van

nieuwe bronnen, grondstoffen, productiesystemen en productconcepten. De

veiligheidsbeoordeling die hiervoor nodig is, vormt echter een belangrijke

bottleneck. We hebben onvoldoende etficiënte, maatschappelijk verantwoorde en

geaccepteerde methoden voor de veiligheidsbeoordeling van grote aantallen

onbekende bestanddelen, die doorgaans in relatief lage concentraties aanwezig

zijn in complexe voedingsmatrices. Voor wat betreft risico's van hoogmoleculaire

voedselbestanddelen zijn de risico's en gezondheidslast door allergeniciteit van

eiwitten een groot maatschappelijk probleem. Methoden voor het beoordelen van

de risico's van allergeniciteit van nieuwe eiwit of peptiden houdende producten zijn

onvoldoende beschikbaar. Gezien het feit dat introductie van nieuwe eiwitbronnen

voor voeding een zeer grote bijdrage kan gaan leveren aan duurzamere

voedselproductie, zijn adequate methoden voor het beoordelen van de risico's van

allergeniciteit van nieuwe eiwit- of peptiden hsudende produeten van groot belang

INO-rapport I TNO 2014 R10311 83 I 123

Maar ook de risico's van bestaande voeding vragen aandacht. Strategieën voor het

voorkomen of genezen van voedselallergie zijn niet beschikbaar. Het voorkomen

van contact met allergenen in voeding is derhalve de belangrijkste strategie ter

bescherming van de voedsel-allergische consument. Risicobeoordelings- en risico-

management benaderingen dienen daartoe verder ontwikkeld te worden. ln onze

voeding komen honderdduizenden stoffen voor. Van het overgrote deel van die

stoffen kennen we de identiteit niet (denk aan acrylamide tot voor kort!) en weten

we weinig of niets van de toxicologische risico's. Een ander belangrijk aandachts-

gebied betreft potentiële microbiologische risico's, o.a. voortkomend uit veranderde

wijzen van primaire productie, herkomst van grondstoffen en processing. Deze

kunnen leiden tot veranderende ecologie van voedingsproducten met het risico op

nieuwe microbiële gevaren. Onder de risico's vallen nieuw emerging ziekte-

venruekkers, parasieten en virussen, maar evenzeer veranderde resistenties tegen

antibiotica en desinfectiemiddelen en -regimes. Geschikte tools voor identificatie,

detectie en karakterisering van zulke gevaren ontbreken veelal, waardoor snelle

interventies niet goed mogelijk zijn.

Ondanks de inspanningen voor het signaleren van gevaren wordt de maatschappij

nog frequent getroffen door (doorgaans internationale) voedselincidenten en

-crises, en daarmee door maatschappelijke onrust; gezondheidsrisico's en econo-

mische schade. Een toenemende intensivering en globalisering van de

voedselproductie, handel en transport zet de veiligheid verder onder druk en maakt

dat incidenten al snel uitgroeien tot internationale crises. lnformatie m.b.t. mogelijke

(relevante) gevaren wordt vaak niet of te laat gegenereerd en/of is onvoldoende

beschikbaar. lnadequate of inconsistente informatievoorziening over allergenen

blijkt een frequente oorzaak van recalls waarvoor oplossingen nodig zijn.

ln Thema I (Voedselveiligheid) van het lnnovatiecontract voor de Topsector

Agri&Food zijn innovatieopgaven en doelstellingen geformuleerd die een antwoord

dienen te leveren voor uitdagingen zoals hierboven beschreven. Een programma is

voorgesteld dat de volgende benodigde resultaten dient op te leveren:

a) Risico's chemische bestanddelen:

- een geaccepteerde strategie en methoden voor het opsporen en

beoordelen van de chemische veiligheid / risico's van complexe

voedselproducten en nieuwe product- en productieconcepten;

- snelle, mobiele- en in- en at-line detectie-technologie voor het opsporen of

monitoren van gevaren.

b) Risico's allergeniciteit:

- risicoanalyse-instrumenten voor voedselallergenen: analytische metho-

den, actiegrenzen voor etikettering en beheersing van allergenen;

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 84 I 123

- een geaccepteerde strategie en methoden voor het beoordelen van de

risico's van allergeniciteit van (nieuwe) eiwitten en peptiden in producten.

c) Risico's mícro-organismen:

- kennis en methoden voor het voorspellen van gedrag en gevaar van

micro-organismen, inclusief resistentie-ontwikkeling en gen verspreiding;

- instrumenten voor het efficient detecteren, identificeren, beheersen en

bestrijden van microbiële gevaren.

d) Risicomanagementen crisispreventie

- instrumenten en systemen voor het identificeren en traceren van (nieuwe)

gevaren en optimale risicoanalysebenaderingen en beheersing van

logistieke processen met tracking & tracing systemen;

- kennis van gedrag van de consument en optimalisatie communicatiestra-

tegie over technologische ontwikkelingen, risico's en incidenten / crises.

De programmalijn Voedselveiligheid van TNO richt zich op in het innovatiecontract

geformuleerde innovatieopgaven en het ontwikkelen van diverse van boven-

genoemde beoogde resultaten. De TNO Programmalijn Voedselveiligheid is gericht

op het ontwikkelen van:

a) Risico's chemische bestanddelen:

- een geaccepteerde strategie en methoden voor het beoordelen van de

chemische veiligheid / risico's van complexe voedselproducten;

- in- en at-line detectie-technologie voor het opsporen of monitoren van

chemische gevaren.

b) Risico'sallergeniciteit:

- risicoanalyse-instrumenten voor bekendevoedselallergenen;

- een geaccepteerde strategie en methoden voor het beoordelen van de

risico's van allergeniciteit van (nieuwe) eiwitten en peptiden en (nieuwe)

eiwit en peptiden houdende producten.

c) Risico's micro-organismen:

- detectie- en karakteriseringstechnologie voor het opsporen en monitoren

van microbiële gevaren en het voorspellen van het gedrag en gevaar van

mrcro-organrsmen.

d) Risicomanagementen crisispreventie:

- methoden om informatie m.b.t. mogelijke gevaren etficiënt op te sporen en

beschikbaar te maken ((re)emerging risk identification) en kaders en

instrumenten voor risicomanagementañrvegingen en het omgaan met

risico's.

TNO-rapporl I TNO 2014 R10311

6.3 Overzicht type projecten 2013

85 I 123

Programma Voedselveil igheid Type project TKI.AFThema'

VP W Programmamanagement envernteuwtnq

TNO KIP I

Deelprogramma A: Risico's chemische bestanddelen

Chemische analyse TNO KIP 8a

Methoden veiligheidsbeoordeling TNO KIP 8a

Geur- en smaakafwijkingen inkuilvoer - fase 2 haalbaarheid

TNO Cofinanciering 8a

Authenticiteit - TEGGS TNO KIP 8a

Publieke-private samenwerking non-selective extracts

TNO Cofinanciering 8a

Deelprogramma B: Risico's allergeniciteit

Biologische en fysisch chemischeparameters

TNO KIP 8b

TNO-UMCU-NVWA project:allergeniciteiten insecten

TNO KIP met matching 8b

Risico's van allergeniciteit TNO KIP 8b

iFAAM: lntegrated approaches tofood allergen and allergy riskmanaqement

EU-fp7 8b

Kruiscontaminatie met allergenen inde droge productie-omgeving, hetontwikkelen van A-Cross, eenallergenen kruiscontaminatie model:25o/o en 50% fase

TNO Cofinanciering 8b

Deelprogramma C: Risico's micro-organismen

NanoNext 5A TNO KIP met matching 8c

EU LIFE EU 8c

Challenge test based ontranscriptonomics

TNO Cofinanciering 8c

VITA FAST Snelle detectiemethodoloqie voor viabilitv controle

TNO Cofinanciering 8c

BioDiversiteit in Drinkwater TNO Cofinanciering 8c

Genomics technologieontwikkelingvoor voedselveiligheid & applicatie-ontwikkelino

TNO KIP 8c

Mould spoilage and safety ÏNO KIP 8c

TIFN Biofllm Lifecycle TIFN 8c

TIFN Detection TIFN 8c

Deelprogramma D: Risicomanagement en crisispreventie

ERIS - Emerging Risk ldentificationSupport & Manaqement

TNO KIP 8d

EU project (FP7): Connect4Action EU-fp7 8d

lntern Testproject Emerging Riskldentificatie Voedselveilioheid

TNO KIP 8d

" Verwijst naar doelstellingen binnen het innovatiecontract Topsector Agri&Food versie 2012.

TNO-rapport I TNO 2014 Rl031l 86 I 123

6.4 Uitvoering in2013, Resultaten

6.4.1 Management oordeel

6.4.1.1 Bijstelling programma en voorbereiding 2013 e.v.

De voorbereiding van het TNO Onderzoeksprogramma Voedselveiligheid 2013

(e.v.) op basis van vraagsturing is goed voorlopen. ln voorgaande jaren heeft onder

regie van ministeries en de NMIVA een afstemming met andere kennisinstellingen

plaatsgevonden ter voorkoming van overlap en voor identificatie en realisatie van

mogelijkheden tot samenwerking. Deze afstemming is bij het implementeren van

het Topsectorbeleid gecontinueerd. Bij het uitwerken van de programmaplannen is

sterk ingespeeld op aansluiting op Topsector-prioriteiten en is tevens gebruik

gemaakt van input van publieke en private stakeholders verkregen bij het opstellen

van diverse roadmaps. Er was geen aanleiding tot substantiële bijstelling van het

programma. De interne voorbereiding van de projecten verliep efficiënt. Alle

projecten waren tijdig voorbereid en konden op 1januari2013 van start.

6.4.1.2 Samenwerking en kennistoepassing

Het jaar 2013 stond in het teken van continuering van de interactie en

samenwerking met stakeholders, alsmede het verder opbouwen van nieuwe

relaties met het oog op de samenwerking in Topsectorverband. Hierbij is

ingespeeld op de ontwikkeling van de positie van TNO in het (inter)nationale

kennisnetwerk en een positionering van ïNO als lnnovation Gatalyst, waarbij TNO

innovatie-ecosystemen bouwt en samen met bedrijven en overheden

samenwerking creêert in de vorm van Shared Research Programs en daarin

oplossingen ontwikkelt die te complex zijn om door de markt te worden opgelost. ln

lijn hiermee en in afstemming met stakeholders zijn de eerste voorbereidingen

getroffen voor het opzetten van een Shared Research Program Voedselallergie.

De ontwikkelde kennis en technologie zal met name toegepast worden voor het

beoordelen en waarborgen van de veiligheid van (nieuwe) technologie en

processen en (nieuwe) producten (denk ook aan biotechnologie, nieuwe eiwitten,

eiwitmodificatie, nanotechnologie e.d.) en voor het vroegtijdig identificeren of

traceren en karakteriseren van gevaren in (geïmporteerde) producten. Toepassing

gericht op nieuwe technologie en processen en liry producten is met name ook

bedoeld om bedrijven vroegtijdig bij innovaties te ondersteunen en daarmee hun

in novatiepotentie te versterken.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

6.4.1.3 Uitvoering en resultaten

De uitvoering van het programma en de projecten in 2013 is doorde projectteams

goed vormgegeven en op hoofdlijnen conform planning gerealiseerd. Er hebben

zich geen noemenswaardige niet-oplosbare knelpunten voorgedaan. De projecten

zijn op hoofdlijnen positief te beoordelen qua realisatie van resultaten, kwaliteit en

toepassingsgerichtheid. De financiële realisatie is op hoofdlijnen volgens planning

verlopen. Alle projecten waren tijdig adequaat gerapporteerd. Zowel ministeriële als

overige stakeholders (N\ ¡r/A, andere kennisinstellingen, bedrijven, branche-

organisaties) waren over het algemeen zeer positief over het programma. Er was

geen aanleiding tot tussentijdse substantiële aanpassingen in het programma.

6.4.1.4 Algemene conclusie en advies

Op grond van bovenstaande ovenrvegingen wordt geconcludeerd dat het TNO

Onderzoeksprogramma Voedselveiligheid 2013 succesvol is voorbereid, uitgevoerd

en gerapporteerd.

Samenvatting per project

ln het hierna volgende wordt per project aangegeven welk type project het betreftl,

wat de doelen van het project zijn, wat de belangrijkste beoogde mijlpalen / resul-

taten voor 2013 waren, of en in hoeverre deze gerealiseerd zijn en wat de output

aan rapporten, artikelen, voordrachten e.d. was. Voor nadere details ten aanzien

van individuele projecten, zoals financiële details, doelgroepen en samenwerking

met stakeholders, kennistoepassing en -disseminatie, en details ten aanzien van de

output, wordt verwezen naar de rapportages van de individuele projecten.

t Met type project wordt bedoeld:

EU-EFRO: Project met voorwaarden Europees Fonds Regionale Ontwikkeling

EU-fp7: Project met voonvaarden volgens EU-fp7

TIFN: Project met voorwaarden volgens Top lnstituut Food & Nutrition

TNO Cofinanciering: Project met voon¡vaarden volgens regeling TNO

TNO KIP: TNO Kennis lnvesteringsProject (doorlopend programma)

STW: Project met voorwaarden volgens Stichting Toegepaste Wetenschappen

87 I 123

6.5

I

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

6.5.1 VP VV Programmamanagement en vernieuwing

6.5.2 Deelprogramma A: Risico's chemische bestanddelen

88 I '123

Proiect Titel: VP W Proqrammamanaqement en vernieuwinqTvoe TNO KIP

Agri&Food Call

2012N.v.t.

Doel Dit project omvat het Management voor het ProgrammaVoedselveiligheid en de aansturing / initiatie van ad hoc /KIEM-projecten / vernieuwing, in het bijzonder het verkennenen opstarten van pps-en in het kader van hetTopsectorbeleid. Tot dit laatste behoorde een uitvoerigeverkenning en voorbereiding voor het opzetten van een

Shared Research Program Voedselallergie, welke in 2013 is

oestart en in 2014 oecontinueerd zullen worden.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Jaarrapportage over 2012; goedgekeurd (bijgesteld) meer-jarenprogramma; verkenning mogelijkheden / draagvlak vooropzetten SRP Voedselallergie; goedgekeurd jaarplan 2014;goedgekeurde KIP-plannen 2014 goedgekeurde KIP-raooortaoes over 2013.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen

Proiect Titel: Chemische analvseI voe' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doe Het doel van dit project is het ontwikkelen van duurzame en

innovatieve multi analyse technieken en procedures die in

staat zijn om complexe (dier)voedingsproducten te analy-seren op de aanwezigheid van bekende en ook onbekende(nieuwe) chemische componenten en mogelijk nieuwe(re)emerging risico's. ln 2013 is een nieuw onderdeel in dezekip ondergebracht dat zich richt op authenticiteit. Er is eengroeiende behoefte om de authenticiteit van voedings-middelen te kunnen onderbouwen.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Analyse protocol voor generieke LC / GC methoden voorkwantificering onbekende stoffen in ca. 3 voedingsmatriceszoals niet selectieve voedingsextracten; analyse protocol

holistische screening voor papier / karton; analyse protocol

holistische screening voor plastic verpakkingen; analyseprotocollen specifieke screening (afhankelijk van type matrixen gap analyse) voor eenvoudige matrices; protocol voor eengenerieke vertaling van response naar concentratie;tussentijdse resultaten TA-Coast project; protocollen targetmethoden voor alle stoffen uit te sluiten in stap 2 van het TTCraamwerk ge-update met klassen van verbindingen die nieuwqenoemd worden in de recente EFSA ooinie over TTC,

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 89 I 123

overzicht van verschil in remming tussen verschillendeorganofosfaten en carbamaten m.b.v. een commerciële assayen inventarisatie ter vereenvoudiging van de assay; evaluatievan vluchtige verbindingen relevant in voedingsmiddelen entoepasbaarheid photo-akoestische detectie (PAS).TI-COAST project is een doorlopend project wat goed

verloopt, maar waarbij in 2013 geen concrete mijlpaal /resultaat is behaald. Dit zal in 2014 gebeuren. Publicatiegebruik concept voor papier / karton is gerealiseerd en het

concept is opgenomen in een draftversie van de warenwetom NIAS in voedselcontactmaterialen te kunnen evalueren.Dit liqt ter evaluatie bii de Europese Commissie.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Publicatie gebruik concept voor plasticverpakkingsmaterialen.

Output NB. Aangezien project 1 en 2 nauw samenhangen ispubliciteit over het veiligheidsbeoordelingsconcept voorcomplexe matrices in beide verslagen opgenomen.

Publicaties (4). Houben, G., Blom, M, van Bilsen, J and Krul, L. Chapter

X: New developments in food safety assessment:innovations in food allergy and toxicological safetyassessment. Springer Book Series Pharma-Nutrition- anoverview (accepted for publication);

. Koster et al. (2013). A novel safety assessment strategyfor NIAS in carton FCM. Geaccepteerd voor publicatie in

Food additives and Contaminants;. Leeman WR, Krul L, Houben GF. Complex mixtures:

Relevance of combined exposure to substances at lowdose levels. FCT. 201 3;58:141-148;

. Spies, E., Krul, L. Koster, S.'Risicobeoordelingvoedselcontactmaterialen; andere invalshoek voorbeoordeling van NIAS' 2013 VMT 5, p.22-24.

Presentaties (6). Analytical strategy to evaluate the safety of FCM with a

focus on NIAS. European meeting on the toxicologyForum, Brussels, October 222013;

. A novel safety assessment strategy for non-intentionallyadded substances (NIAS) in carton food contact mate-rials. lnternational symposium on worldwide regulation offood packaging, Baltimore, USA, June 4-6, 2013;

. Complex food matrix safety assessment strategy. NVTsymposium on TTC, RIVM, April 2013;

. lntegrated analytical chemistry / toxicological / riskassessment approach to evaluate the safety of NIAS inFCM, Swiss Food Science Meeting, Neuchatel,Switzerland, June 27 -28 2Q13;

. Safety assessment of complex mixtures. Relevance oforal exoosure to substances at low dose levels. Eurotox.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 90 I 123

a

September 2013;Safety assessment of Food Contact Materials: use of theThreshold of Toxicological Concern principle. AOACLowlands, Breda November 2013.

Proiect Titel: Methoden veiliqheidsbeoordelinq1

IVÞE' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel De doelstellingen van dit project zijn:1. het door ontwikkelen van een nieuwe veiligheidsbeoor-

delingssystematiek waarmee op een etficiëntere (snelleren slimmer) en valide manier de veiligheid van nieuwe enbestaande (dier)voedingsproducten beoordeeld en onder-bouwd kunnen worden;

2. het vastleggen van alle relevante benodigde kennis endatabronnen in een geautomatiseerd expertsysteem tenbehoeve van het waarborgen van een efficiënteveil igheidsbeoordelin g;

3. het creëren van draagvlak voor de vernieuwde beoorde-linosmethodiek bii zowel bedriifsleven als overheid.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Wetenschappelijke publicatie inzake cumulatieve effecten bij

lage blootstelling; aangepast protocol betreffende generiekeblootstellingsscenario's; up{o-date expertsysteem voor veilig-heidsbeoordeling voedingsmiddelen en een afgerondemarktverkenning ten aanzien van externe positionering vanhet systeem; up-to-date kennis van nieuwe relevante TTContwikkelingen; publicatie ingediend voor acceptatie betref-fende Cramer klasse lll herstructurering en gevolgen voorTTC limieten; deelname NVT bestuur sectie risicobeoor-deling, lLSl werkgroep NIAS en Food Contact Materials,Nanodeskundigenplatform en VCP begeleidingscommissie;publiciteit beoordelingsstrategie middels congressen (zieoutput); rapportage inzake haalbaarheid innovaties opimmunolooische risicobeoordelino.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Rapportage / publicatie accumulerende stoffen in relatie totbeoordelingsconcept (venrvacht Q1-Q2 2üÐ; publicatie TTCkortdurende blootstelling versus langdurende blootstelling(verwacht Q1-Q2 2014\.

Output NB. Aangezien project 1 en 2 nauw samenhangen ispubliciteit over het veiligheidsbeoordelingsconcept voorcomplexe matrices in beide verslagen opgenomen.

Publicaties (4). Houben, G., Blom, M, van Bilsen, J and Krul, L. Chapter

X: New developments in food safety assessment:innovations in food allergy and toxicological safetyassessment. Springer Book Series Pharma-Nutrition- anoverview (accepted for publication);

r Koster et al. (2013). A novel safety assessment strategyfor NIAS in carton FCM. Geaccepteerd voor publicatie in

Food additives and Contaminants,

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 91 I 123

Leeman WR, Krul L, Houben GF. Complex mixtures:Relevance of combined exposure to substances at lowdose levels. FCT. 201 3;58:141-148',Spies, E., Krul, L. Koster, S.'Risicobeoordelingvoedselcontactmaterialen; andere invalshoek voorbeoordeling van NIAS' 2013 VMT 5, p.22-24.

Presentaties (6). Analytical strategy to evaluate the safety of FCM with a

focus on NIAS. European meeting on the toxicologyForum, Brussels, October 222013;

. A novel safety assessment strategy for non-intentionallyadded substances (NIAS) in carton food contactmaterials. f nternational symposium on worldwideregulation of food packaging, Baltimore, USA, June 4-6,2013;

. Complex food matrix safety assessment strategy. NWsymposium on TTC, RIVM, April2013;

. lntegrated analytical chemistry / toxicological / riskassessment approach to evaluate the safety of NIAS in

FCM, Swiss Food Science Meeting, Neuchatel,Switzerland, June 27 -28 2Q13;

o Safety assessment of complex mixtures. Relevance oforal exposure to substances at low dose levels. Eurotox.September 2013;

. Safety assessment of Food Contact Materials: use of theThreshold of Toxicological Concern principle. AOACLowlands, Breda, November 2013.

Project Titel: Geur- en smaakafwijkingen in kuilvoer - fase 2haalbaarheid

I voe' TNO CofinancierinoAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Doel van dit project is het ontwikkelen van een instrument omgeur- en smaakañruijkingen snel en objectief vast te stellenalsook om inzicht te verkrijgen in de oorzaken van dezeafwijkingen. Als de oorzaken bekend zijn kunnen mogelijk ookmaatregelen genomen worden om minder kuilvoer verloren telaten qaan.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

4 gevalideerde markers die gebruikt worden in Wp2 en WP3;een ontwikkelde demonstrator / labopstelling PAS-QCL.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Bepaling minimale set van markers en optimalisatie van dedemonstrater (zal in 2014 plaatsvinden).

Output Geen

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

6.5.3 Deelprogramma B: Rrslco's allergeniciteit

92 t 123

Proiect Titel: Autheniticiteit - TEGGSI voe' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Het vinden van een bruikbare marker om biologische eierente kunnen identificeren.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Twee ionositol isomeren zijn geïdentificeerd als bruikbaremarkers waarmee niet eenvoudig gefraudeerd kan worden;publicatie voor het blad Pluimveehouderij is geschreven,maar moet nog geaccepteerd worden; workshop georgani-seerd om belangrijkste stakeholders in de eierbranche teinformeren over uitkomsten van het proiect.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Outout Geen

Project Titel: Publieke-private samenwerking non-selectiveextracts

a

I voe' TNO CofinancierinoAgri&Food Call2012

Ja

Doel Haalbaarheid en efficiëntie van het door TNO ontwikkeldeinnovatieve veiligheidsbeoordelingsconcept aantonen in

voedingsmatrices, namelijk een tweetal non-selective extracts(NSEs) uit pompoen en vlierbes die als extract toegevoegdworden aan voedingsmiddelen als frisdranken en snoep. Doelvan het project is om een vergelijking te maken tussen devers geperste sappen en de sappen na processing (deNSE's) waarbij een voedingskleurstof wordt verkregen. Hierbijzal worden bestudeerd of de processing stap die wordttoegepast leidt tot nieuwe stoffen of stoffen die toenemen in

concentratie tijdens processing en die een gevaar voor deqezondheid kunnen vormen.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Het project is naar tevredenheid afgerond en het is geblekendat het veiligheidsbeoordelingsconcept zich er goed voorleent om de veiligheid van de NSEs op een pragmatischemanier te onderzoeken en beoordelen.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Publicatie van het project. De rapportage / publicatie wordt in

Q1 van 2014 afgerond.

Output Geen

Proiect Titel: Bioloqische en fvsisch chemische oarameters1

lvpe' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Dit project heeft tot doel fysisch chemische en biologischeparameters en methoden te identificeren om de allerqeniciteit

INO-rapport ITNO 2014 R10311 93 I 123

van eiwitten en peptiden te voorspellen. Het maakt onderdeeluit van een groter programma waarin een toolbox wordtontwikkeld met daarin biologische- en fysisch-chemischeparameters, om een goede risicobeoordeling voor allergenici-teit te kunnen uitvoeren voor nieuwe eiwitten, peptiden ennieuwe eiwit / oeotiden houdende voedinosproducten.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Conceptmodel allergeniciteit opgesteld; lijst met fysischchemische en biologische parameters in databasegecontroleerd en beschikbaar voor statistische analyse enallergeniciteits{oolbox; rapportage relatieve allergeniciteit,inclusief potentieel lage allergeniciteit, van een set bekendeallergenen; afronding literatuur onderzoek naar functionaliteiteiwitten; nieuwe methode(n) voor het bepalen van parame-ters voor het voorspellen van allergeniciteit uitgezocht eneerste pilots, zoals DC Tcell interactie in dier, mens, transportover darmcellen; allergeniciteits diermodel opgezet. eenliteratuurstudie over eiwittransport over de darm als reviewpaper geaccepteerd; publicatie met partners over validatievan het hypo-allergeniciteitsmodel; start STW project Nutrallen het bijwonen van de projectmeetings; stakeholderacceptatie, netwerken in relevante (inter)nationale groepen,zoals formuleren van PPS-en Cost Action voortel opgezet;bijhouden van literatuur en nieuwe ontwikkelingen op gebiedvan allergenen en allergeniciteit; diverse publicaties overallerqeniciteit en bioloqische oarameters.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Een voorkeurs-set aan fysisch chemische en biologischeparameters identificeren, publicatie en rapportage metabolo-mics, publicatie metabolomics onderzoek, publicatie pindadigestie: verschoven naar 2014 i.v.m. prioritering van onder-zoek naar allergeniciteit insecteneiwitten. PPS-en in overlegmet BL niet ingediend als PPS, onderdeel in SRP opzet in

2014.Output Publicaties (4)

. Havenaar, de Jongh, Koenen, van Bilsen 2013 Journal ofAgricultural and Food Chemistry 61 (31) , pp.7636-7644Gastric and small-intestinal digestibility of transglutami-nase cross-linked caseinate versus native caseinate in an

in vitro multi-compartmental model simulating young childand adult gastrointestinal conditions;

. van Esch BC, van Bilsen JH, Jeurink PV, Garssen J,

Penninks AH, Smit JJ, Pieters RH, Knippels LM.

Accepted in Toxicol Lett. 2013 Apr 22. lnterlaboratoryevaluation of a mouse model for cow's milk allergy to

assess the allergenicity of hydrolysed cow's milk basedinfant formulas;

. L.J. Masthoff*, R. Hoff-, K.C.M. Verhoeckx H. van Os-Medendorp A. Michelsen- Huisman J.L. Baumert, S.G.

Pasmans Y. Meijer A.C. Knulst Allergy. 2013 Aug;68(8):983-93. A systematic review of the effect of thermalprocessing on the allergenicity of tree nuts;

. @ Léon MJ Knippels, André H

Penninksl, Willem F Nieuwenhuizenl,3, Harmen HJ De

Jongh1,4 and Stef J Koppelmanl,5 Clinical and

Translational Allergy 2013, 3:36The protein structuredetermines the sensitizino caoacitv of Brazil nut 2S

TNO-rapport ITNO 2014 R1031'l 94 I 123

albumin (Ber e1) in rat food allergy model.Lezingen / presentaties (1). Kit!g!þ¡þg(4 Harm Jansen, lrene Nooijen, Geert

Houben, Heleen Wortelboer INFO GEST 6-8 March 2013Madrid ls protein transport a supplementary approach in

the prediction of allergenicity of (novel) food proteins?

Posters (2)o B.C.A.M. van Esch, J.H.M. Van Bilsen, P.V. Jeurink2, J.

Garssen, K.C.M. Verhoeckx, J. J. Smit, R.H.H. Pieters,L.M.J. Knippels Multicenter validation of a mouse modelfor cow's milk allergy to assess the allergenicity ofhydrolysed cow's milk based infant formulae Clinical andTranslational Allergy 201 3, 3(Suppl 3):P142;

o B.C.A.M. van Esch, J.H.M. van Bilsen, P.V. Jeurink2, J.

Garssen, K.C.M. Verhoeckx, J.J. Smit, R.H.H.Pieters,L.M.J. Knippels Multicenter validation of a mouse modelfor cow's milk allergy to assess the allergenicity ofhydrolysed cow's milk infant formulae: Fase lll EAACI2013, Milan.

Rapporten (5). Predictive modeling of allergenicity. The effect of food

allergens on the epithelial cells of the small intestine andthe underlying immune cells. Stage verslag;

. Allergenicity assessment of food proteins in femaleC3H/He(OU)J mice. TNO TriskelionV20276. Dr. GJD vanMierlo;

. ln vitro studie DC-T cells TNO. IRAS. Dr. J. Smits;

. ln vitro DC-T cell exp TNO 2. IRAS. Dr. J. Smits;

. Physiochemical Parameters of proteins; experimentalanalysis of l3 proteins. TNO report (concept)drAard deJon

Project Titel: TNO-UMCU-NVWA project : allergeniciteiteninsecten

Tvpe' TNO KIP met matchinqAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Dit project richt zich op het demonstreren van een strategievoor de risicobeoordeling van de allergeniciteit van nieuwevoedinqseiwitten en is qericht oo meelworm.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Publicatie in vitro studie geaccepteerd; METC aanvraagingediend, start werving en selectie van patiënten en uitvoervan het klinisch deel van het onderzoek.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

N.v.t.

Output Publicaties (1)q K!lty-Ql[þt@(¡, Sarah van Broekhoven, Constance

F. den Hartog-Jager, Marco Gaspari, Govardus A.H. deJonq. Harrv J. Wichers, Els van Hoffen. Geert F. Houben.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 95 I 123

André C. Knulst Food and ChemicalToxicology online: 9-JAN-2014 House dust mite (Der p 10)and crustaceanallergic patients may react to food containing Yellowmealworm proteins.

Lezingen / presentaties (2)o Kittv Verhoeckx SUPRO -2, Sept Wageningen Hoe veilig

zijn meelworm eiwitten?. reIh.ggg[X,_reM, van Broekhoven, S, Broekman, HCHP,

den Hartog Jager, CF , Gaspari, M , de Jong, GovardusAH., Wichers, H , van Hoffen, E , Houben, GF , Knulst,

AC June EAACI 2013, Milan Are House dust mite orshellfish allergic patients at risk when consuming foodcontaining mealworm proteins.

Posters (2). !ft¡h-g@, S. van Broekhoven, M. Gaspari, S.C. de

Hartog-Jager, G. de Jong, H. Wichers, E. van Hoffen, G.

Houben, A.C. Knulst House dust mite (Derp 10) and

crustacean allergic patients may be at risk whenconsuming food containing mealworm proteins. Clinicaland Translational Allergy 2013, 3(Suppl 3):P48;

. !ft¡@[4, S. van Broekhoven, M. Gaspari S. C. deHartog-Jager, G. de Jong , H. Wichers, E. van Hoffen, G.

Houben, A.C. Knulst House dust mite (Derp 10) and

crustacean allergic patients may be at risk whenconsuming food containing mealworm proteins. EurotoxSeptember 201 3, lnterlaken.

Publicatie in nieuwskranten / websites (3). lnterview in Volkskrant vrijdag 5 juli Risico eten van

meelworm;. lnterview VMT/Bloomberg vrijdag 5 juli Risico eten van

meelworm;. Nieuwsbericht op TNO website 05 juli 2013 TNO en UMC

Utrecht zien alleroie-rísico voor insecten.

Proiect Titel: Risico's van allerqeniciteitTvoe TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doe De doelstelling van dit project is het ontwikkelen vanmethoden voor het beoordelen van de veiligheid / risico's van(potentiele) allergenen in voeding: het afleiden van actie-limieten voor may contain labeling van allergenen en hetontwikkelen van een geaccepteerde strategie voor hetbeoordelen van de risico's op allergeniciteit van (nieuwe)eiwitten en oeotiden houdende oroducten.

Gerealiseerdemijlþalén en/ofresultaten

Publicatie(s) m.b.t. methode en toepassing Risicobeoor-delingsystematiek en/of drempelwaarden, voor zover mogelijkin samenwerking met derden; Bijdrage aan de stakeholder-acceptatie (mede-orqanisatie van biieenkomst(-en), voorbe-

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 96 I 123

reiding van een presentatie en/of publicatie); literatuuronder-zoek naar drempelwaarde gegevens en data aangevuld; lijstvan mogelijke centra voor ontbrekende drempelwaarden;METC aanvraag voor walnootstudie goedgekeurd, rekruteringeerste walnoot patiënten, en project bijeenkomst; eersteconcept model voor het voorspellen van allergeniciteit vaneiwitten is gegenereerd; database voor allergeniciteits gege-vens is gebruiksvriendelijker gemaakt, aangevuld en gecon-troleerd; rapportage relatieve allergeniciteit, inclusief poten-tieel lage allergeniciteit, van een set bekende allergenen; 2officiele samenwerkingsverbanden zijn getekend, en projec-ten inzake drempelwaarden gestart, verschillende andereinternationale samenwerkingen zijn geïnitieerd; activiteitenvoor PR en imoact: oublicaties en lezinqen.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

N.v.t.

Output Publicaties (6)o Dambacher WM, de Kort EH, Blom WM, Houben GF, de

Vries E. Double-blind placebo-controlled food challengesin children with alleged cow's milk allergy: prevention ofunnecessary elimination diets and determination ofeliciting doses. Nutr J. 2013 8,12:22;

. Taylor SL, Baumert JL, Kruizinqa AG, Remington BC,

Crevel RW, Brooke-Taylor S, Allen KJ; The AllergyBureau of Australia & New Zealand, Houben G

Establishment of Reference Doses for residues ofallergenic foods: Report of the VITAL Expert Panel. FoodChem Toxicol. 201 4;63:9-17 :

. Allen KJ, Remington BC, Baumert JL, Crevel RW,Houben GF, Brooke-Taylor S, Kruizinqa AG, Taylor SL.Allergen reference doses for precautionary labeling(VITAL 2.0): Clinical implications. J Allergy Clin lmmunol.2014133,1, Pages 156-164;

. Gibert A, Kruizinqa AG, Neuhold S, Houben GF, CanelaMA, Fasano A, Catassi C. Am J Clin Nutr. 2013Jan;97(1):109-16. doi: 10.3945/ajcn.112.047985. Epub2012 Nov28. PubMed PMID: 23193005. Mightglutentraces in wheat substitutes pose a risk in patients withceliac disease? A population-based probabilisticapproach to risk estimation;

o Kruizinqa AG, Klein Entink RH. Blom WM, Houben GF,Van Bilsen JHM. Toxicol Lett221:5124 The scaling ofallergenic products for the hazard characterisation of newproteins;

. Crevel RWR, Baumert J, Baka A, Houben G, Knulst A,

Kruizinga A, Luccioli S, Taylor S, Madsen C.

Development and evolution of risk assessment for foodallergens - ingediend bij Food ChemicalToxicology.

Lezingen / presentaties (3). Bþro Leven met voedselallergie - Hoe is het risico op

een allerqische reactie te verminderen? Patiënten Vereni-

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 97 I 123

ging Stichting Voedselallergie Amersfoort, October 201 3;

o Prior knowledge in predictive models Rinke Klein Entink -UCFA meeting 26 September, Utrecht;

. Kruizinqa en van Bilsen The scaling of allergenicproducts for the hazard characterisation of new proteins.

UCFA June 2013, Utrecht.

Posters (4). A Michelsen, HV Os-Medendorp, A Versluis, A Kruizinqa,

J Castenmiller, H Noteborn, G H-gg,æ4, A Knulst

Unexpected allergic reactions to food, a prospective studyClinical and Translational Allergy 2013,3(Suppl 3):P143(25 July 2013);

. B. C. Remington, W. M. Blom, @þg!, A. C.

Knulst, J. L. Baumert, S. L. Taylor. Legume Allergy:clinical threshold doses in legume-allergic individualsClinical and Translational Allergy 2013, 3(Suppl 3):P141(25 July 2013);

o A Versluis, A Knulst, A Kruizinqa, A Michelsen, G

Houben, J Baumert, H Van Os-Medendorp.Frequency,severity and causes of unexpected allergic reactions tofood, a systematic literature review.Clinical and

Translational Allergy 2013, 3(Suppl 3):P134 (25 July2013);

. Kruizinqa AG. Klein Entink RH. Blom WM. Houben GF.

van Bilsen JHM The scaling of allergenic products for thehazard characterization of new proteins. Eurotox Sept2013 lnterlaken.

Populair wetenschappelijk (4). Blom WM Houben GF 2013 Actiegrenswaarden voor een

mogelijke kruisbesmetting van een levensmiddel metallergenen Nederlands Tijdschrift voor Astma en Allergie13:74-80;

. [email protected]!-!!ou@ GF 2013 waarschuwingslabels voorvoedselallergenen in kaart (interview en artikel) MedischContact April 2013;

. Blom WM Houben GF 2013 Oplossing voor "kan sporenbevatten van ..."Allergie en Voeding2013l4p 12-14;

o Houben GF Vital 2.0 Een grote hulp bij uw allergenen-beheer. Foodindustry Feb 2013 p22-23.

Nieuwsbericht (1)

o Allergische reacties in kaart door onderzoek 10 jan 2013.

https://www.tno. n l/content.cfm?context=overtno&content=n ieuwsberich t&laag 1 =37 &laag2=2&item_id=20 1 3-0 1 - 1 0

14:02:52.0

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 98 I 123

Project Titet: iFAAM : lntegrated approaches to food allergen andallerqv risk manaqement

I vne' EUJoTAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel De doelstelling van het meerjarige EU project iFAAM is om:Wetenschappelijk onderbouwde benaderingen en instrumen-ten te ontwikkelen voor het beheersen van allergenen in

voeding en integratie van kennis uit de toepassing ervan inallergenen management en dieetadvisering door gezond-heidszorg beoefenaars. TNO is coördinator van WP 5 (Risico-analyse) met als doel: een gevalideerde stapsgewijze risico-beoordeling en een wetenschappelijk onderbouwde bena-dering van risicomanagement voor voedselallergenen in devoedselketen te ontwikkelen. Subdoelen zijn: Het afleiden envalideren van referentiewaarden voor allergenen op de EU-lijst op basis van individuele drempelwaarden van patiënten;formuleren van representatieve consumptie modellen voorrisicobeoordeling van allergenen in Europa; het ontwikkelenvan allergeen kruiscontaminatie scenario's voor de belang-riikste oroductieorocessen.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Kick off van WPS; diverse meetings met consortium en/ofwerkpakket leden; afstemming tussen WPs en binnen WP;eerste basis opgezet van de risk assessment benadering;promotie student op consumptie gegevens en probabilistischerisicobeoordeli nosmodel oestart.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Nieuwe referentiedoseringen vertraagd door vertraagdelevering europrevall drempelwaarde data (EU project 2007-2012).

Output Publicatie in nieuwskranten / websites (1). Nieuwsbericht op TNO website 28 maart 2013. TNO

actief in grootste onderzoek naar voedselallergie terwereld.

Project Titel: Kruiscontaminatie met allergenen in de drogeproductie-omgeving, het ontwikkelen van A-Gross, eenalleroenen kruiscontaminatie model:. 25% en 50% fase

Tvoe' INO CofinancierinqAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Dit project heeft tot doel het ontwikkelen van eenvoorspellend model voor het kruiscontaminatiepatroon vanallergenen in de voedselproductielijnen. Voor dezeontwikkeling is uitgegaan van de case study van drogeoroductie van droqe soepen en sauzen en het allergeen melk.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

6.5.4 Deel p rog ra m m a C : Rrslco 3 m icro-orga n isme n

99 I 123

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

ldentificatie van productiestappen in de productie van drogesoepen en sauzen. ldentificatie van risicoparameters bij elkeproductiestap voor kruisbesmetting met allergenen.Praktische analyse informatie is verzameld; een A-Crossmodel ontwikkeld dat de kruiscontaminatie op basis van eenaantal parameters berekent. De model parameters ztJngeverifieerd op basis van analyse resultaten van 2productielocaties.

Kick off van 50% fase van het oroiect in december 2013.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

N.v.t., met de opmerking dat de verificatie zich heeft gerichtop het meng onderdeel van het productieproces vanwegepraktische problemen.

Output Rapport (1):Voogt J et al. Development of A-Cross, a cross contaminationmodelfor allergens at dry production lines. TNO 2014R1 0233.

Proiect Titel: NanoNext 5ATvoe TNO KIP met matchinq

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Het realiseren van snelle at-line detectiesystemen dieooint of care diaqnostiek en bronopsporinq moqeliik maken

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

lsotherme amplificatie procedure voor Campylobacfer in kip.

Niet gerealiseerdem'rjlpalen en/ofresultaten

Geen

Outout Geen

Proiect Titel: EU LIFETvpe' EU

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doe Ontwikkeling en implementatie van een moleculairemethodiek ("De Hydrochip") om snel en betrouwbaar dekwaliteit van het oppervlaktewater vaststellen via desamenstellinq van de diatomeeën populatie.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Opstellen van een communicatieplan; Voortgangsrapportage"Biomarker Composition"; Eerste versie van gestandaardi-

seerde protocollen; Training van laboratoriummedewerkers;Bepalen van representatieve bemonsterings-locaties in

Nederland; Evaluatie voortgangsrapportages; lnceptionReport richting de EC; Goedkeuring vanuit EC om door teoaan oo basis van het lnceotion reoort.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 '100 I 123

Output I Lezingen / presentaties (1). Frank Schuren. Determining water quality with diatom

DNA barcodes. 7th Central European Diatom Meeting(CE-Diatom), Thonon-les-Bains, France, 18-20

september 2013.

Media optredens (1):¡ Nominatie Waterinnovatieprijs 2013.

Nieuwsberichten (4)

Over Nominatie Waterinnovatieprijs 2013 op diverse websites(december 2013):. TNO website;. Milieufocus.nl;. Waternieuws.blogspot.nl;. Nuiii.nl.

Proiect Titel: Ghallenoe test based on transcriotonomicsTvpel TNO CofinancierinqAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Het opzetten van een meetsysteem dat de klassiekechallengetest, ter validatie van de microbiologische stabiliteitvan voedingsmiddelen, kan vervangen met daarbij een

significante tijdwinst voordat een indicatie van houdbaarheidkan worden afoeoeven.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Dit project is eind 2013 gestart en nog geen van de geplande

resultaten is in dit kofte tijdsbestek gerealiseerd.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen

Project Titel: VITA FAST Snelle detectie methodologie voorviabilitv controle

1

I voe' ïNO Cofinancierino

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Het verbeteren van de RTV technologie en het daardoorbreder toepasbaar maken voor vraagstukken op het gebied

van voedselveiliqheid en oroductkwaliteit.Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Resultaat van de RTV assays op 5 soorten schimmels en

schimmelsporen met probes zoals gevonden in 2012;resultaat van de RTV assays op 5 mengsels van schimmelsen schimmelsporen met probes zoals gevonden in 2012;protocollen voor voorbewerking van 2 troebele media opbasis van filtratie en centrifugatie; resultaten voor RTV assaysvan een micro-orqaRisme=anweziq in een troebel medium.

Niet gerealiseerdemiiloalen en/of

lmage analyse voor single-cell fluorescente signalen opqeconcentreerde cellen en vaststellinq van de maximale

TNO-rapport I TNO 2014 R103'11 101 I 123

resultaten gevoeligheid van de assay (gepland in vervolg EZ Coproject); correlatieanalyse van RTV uitlezing met 2

performance indicatoren voor 3 micro-organismen bij relatiefhoqe concentraties (qeoland in vervolq EZ Co oroiect).

Output Rapporten (1):. TNO Rapport2013 R11001 "VITA FAST: Snelle

methodoloqie voor viabilitv controle."

Proiect Titel: BioDiversiteit in DrinkwaterI voe' TNO CofinancierinqAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Het in kaart brengen van de biodiversiteit van drinkwater-systemen van bron tot kraan en het toetsen van een doorTNO ontwikkelde nieuwe DNA concentratiemethode optoepasbaarheid voor online monitoring in de drinkwatersector.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Diepgaande inventarisatie van de microbiële diversiteit in

drinkwaterdistributiesystemen van twee waterleid ing bedrijven;aangetoond dat de microbiële diversiteit zeer sterk samen-hangt met het type grondwater en dat deze diversiteit in detijd zeer stabiel is; de nieuw ontwikkelde DNA concentratie-methode is uitvoerig getest in het lab en biedt mogelijkhedentot octrooierinq.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen

Project Titel: Genomics technologieontwikkeling voorvoedselveilioheid & aoolicatieontwikkelino

Tvoe TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doe Ontwikkelen van snelle, mobiele- en in- en at-linedetectiemethoden voor:. High througput genome sequencing van nieuwe voedsel

pathogenen of bederf micro-organismen;. Differentiatie van micro-organismen op basis van pan-

genomische sequentie informatie (taxonomie,pathogeniciteit, antibiotica resistenties, endemiciteit,epidemiciteit, herkomst Iinfectiebron]);

o Risico voorspellend meetsysteem op basis vangecombineerde pan-genomische en -phenotypische datazoals hierboven benoemt;

. Gerichte uitlezing van het gedrag van organismen in

processing, desinfectie, conserveringsreg imes engezondheid;

. Gebruik van micro-organismen als meetsysteem omprocessen en beheersreqimes te beoordelen en zelfs

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 102 t 123

relaties te leggen tussen veranderingen in de microbiëlepopulatie en milieuveranderingen en gezondheidsveran-deringen bij mens en dier.

Ondersteuning professoraat aan de VUA: kennisnetwerkenen kennisdisseminatie.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Het opzetten van een pan-genoom array voor Listeriam o n ocytog enes; Demon strator v oor Leg io nel/a biof i I ms

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Proof of principle viruskweek op darmorganoïden: Op basisvan een literatuurstudie is geconcludeerd dat de kennispositievan TNO op dit gebied ontoereikend is om hiermee op kortetermijn voortgang te boeken. De activiteiten rondom dit onder-werp zijn daarom gestopt; Uitgewerkte uitbraakcase voedsel-veiligheid met pan-genoom aanpak: Er is gepoogd aan te

haken bij diverse uitbraakcases die zich voordeden in 2013;

bedrijven blijken hier in zo'n situatie zeer terughoudend;Publicatie over E coli pan-genoom en twee publicaties overgenomotyping van Legionel/a stammen uit Spanje en ltaliê:

Afrondino v ooriaar 201 4.

Output Publicaties (3):. Sybesma W, Molenaar D, van lJcken W, Venema K, Kort

R. Genome instability in Lactobacillus rhamnosus GG.

Appl Envi ro n M icro b iol. 20 1 3 Apr ;7 9 (7 ):2233-2239;. van der Hoeven-Hangoor E, van derVossen JM, Schuren

FH, Verstegen MW, de Oliveira JE, Montijn RC, HendriksWH. lleal microbiota composition of broilers fed variouscommercial diet compositions. Poult Sci. 201392(10):2713-23;

o Den Boer JW, Euser SM, Nagelkerke NJ, Schuren F,

Jarraud S, Etienne J. Prediction of the origin of French

Legionella pneumophila strains using a mixed-genomemicroarray. BMC Genomics. 2013 14:435.

Lezingen / presentaties (3):o G. Roeselers, Hygiëne van de toekomst: snelle detectie

en karakterisering van microbiële besmettingen, 28

November 2013, EHEDGA/MT Symposium, Maarsen;o G. Roeselers, De impact van moleculaire diagnostica op

microbiologische veiligheid, 16 January 2014,Sym posium Ketenverantwoordelij kheid, De Bilt;

. Remco Kort, lnternational Conference and Workshop on

the Microbiome and Probiotics. 19-21 November,2013.lnternational Livestock Research lnstitute (lLRl), Nairobi,Kenva.

Proiect Titel: Mould spoilaqe and safetyTvoe' TNO KIP

Agri&Food Call2012

Ja

Doel Een methode ontwikkelen om het transcriptoom van schim-mels die een risico vormen voor de voedselveiliqheid

TNO-rapport I TNO 2014 R1031'1 103 I 123

qedetailleerd in kaart te brenqen.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Er is een functional RNAseq platform voor schimmels en

schimmelsporen opgezet; er zijn markers voor detectie van

hitteresistente schimmelsporen geïdentificeerd; er is over de

resultaten van dit project een PowerPoint rapportage terondersteuning van salesactiviteiten gemaakt; er is een eersteaanzet voor een publicatie gedaan; eerste contact met een

oroot levensmiddelenconcern over dit onden¡verp is qeleqd.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Geen

Proiect Titel: TIFN Biofilm Lifecvcle1

I vpe' ÏIFNAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Genereren van mechanistische kennis omtrent factoren die

bijdragen aan biofilmformatie en -behoud, teneinde biofilm-vorming en (re)contaminatie van voedingsproducten beter tekunnen controleren.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Lab modelsysteem biofilmvorming met thermofielesporenvormers.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Publicaties (2):. Zhao Y, Caspers MP, Metselaar Kl, de Boer P, Roeselers

G, Moezelaar R, Nierop Groot M, Montijn RC, Abee T,

Kort R. Abiotic and microbiotic factors controlling biofilm

formation by thermophilic sporeformers. Appl EnvironMicrobiol. 201 3. Sep;79(1 8):5652-60;

. Caspers MP, Boekhorst J, Abee T, Siezen RJ, Kort R.

Complete genome sequence of Anoxybacillusfl avith e rm u s TNO-09. 006, a thermoph ilic sporeformerassociated with a dairy-processing environment. GenomeAnnounc. 201 3 Jan;1(1 ).

Lezingen / presentaties (l):o Remco Kort, Evaluation and optimization of bar-coded

amplicon sequencing for the characterization of spoilagemicrobiota in food products, 1 July 2013, Spoiler2013,Quimoer France.

Proiect Titel: TIFN DetectionI voe' TIFNAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Ontwikkeling van een geïntegreerde benadering voor de

detectie en evaluatie van microbiële contaminaties.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

6.5.5 Deelprogramma D: Risicomanagement en cr¡s¡sprevent¡e

'104 I 123

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen, TIFN heeft in overleg met TNO-MSB besloten om ditproject af te ronden en de resterende middelen en mens-kracht onder te brengen in het lopende TIFN project BiofilmI ifecvcle

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

De detectiemethode voor inactivatie met geïmmobiliseerdebacteriën kon niet worden gerealiseerd, want doorimmobilisatie vindt interferentie met cell viability plaats endaardoor is deze wiize van meten niet moqeliik.

Outout Geen

Project Titel: ERIS - Emerging Risk ldentification Support &Manaoement

I vpe' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Ontwikkeling van ERIS en het toepasbaar maken vooroverheid en industrie.Marktgerichte doorontwikkeling van (re)emerging riskidentificatie support (ERIS) systeem, met in het bijzonderaandacht voor (1) filtering en selectie van ERIS-output en (2)

evaluatie / beoordeling van ERIS-output aan de hand vantransparante criteria, om te komen tot een overzichtelijkepresentatie en werkbare hoeveelheid ERIS-resultaten voor degebruiker. Daarnaast versterking van de ontologie voormicrobiolooische voedselveiliqheid.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Werkwijze voor filtering en selectie van ERIS-output; werk-wijze voor beoordeling van gefilterde ERIS-output; weten-schappelijke publicatie over filtering en beoordeling vanERIS-output; up{o-date ERIS Ontologie o.g.v. microbiolo-oische oevaren: uo-to-date lT-infrastructuur voor ERIS.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output Publicaties (5):. Brug F.J. van de, N.B. Lucas Luijckx, H.J. Cnossen, G.F.

Houben. Early Signals for Emerging Food Safety Risks:from Past Cases to Future ldentification. Food Control 39(2014) 75-86; 2013; Doi:10.1016/j.foodcont.2Ol 3.10.038;

. Heeres, H.L., 2013. Gebruik aroma's vastgelegd. VMT2013, editie 6, pagina 31;

. Heeres, H.L., 2013. Additieven voor vleesbereidingen.Nieuw systeem voor gebruiksmogelijkheden additieven.VMT 2013, editie I 1, pagina: 22-23;

o Heeres, H.L., 2013. Claims en wetgeving in de EuropeseU nie. Voed ingsindustrie 20(7 ): 23;

. Heeres, H.L., 2013. Vreemde voorwerpen enaansprakelijkheid. VMT 2013 editie 25, pagina 25-26.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 105 I 123

Lezingen / presentaties (4):. Lucas Luijckx, N.8., F.J. van de Brug, H.J. Cnossen, G.F.

Houben, ldentification of Food Safety Risks for EmergingTechnologies in Food. Presentatie voor het 4e MoniQAlnternationale Congres, Boedapest, Hongarije, 26februari-1 maart2013

. Lucas Luijckx, N.8., F.J. van de Brug, H.J. Cnossen, G.F.Houben, E. Tielemans. Emerging Risk ldentification - Thecase of food safety and occupational health.Presentatie voor het 5e iNTeg-Risk congres, Stuttgart,Duitsland, 21 -22 mei 2013;

. Cnossen, H.J., E. Voogd, F.J. van de Brug, S. Spaan, E.

Tielemans. Early signals for emerging risks in

occupational safety and health. Presentatie voor CostModernet international vergadering, Parijs, Frankrijk, 16-18 October2013;

o Lucas Luijckx, N.B., et al., Early signalling guide / tool forConnexct4Action Toolbox. Presentatie gehouden opsatelliet-workshop Connect4Action van het EFFOST-

na. ltalië. 12 November2013.

Proiect Titel: EU proiect lFPTl: Gonnect4ActionI voe' EUJoTAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel ln dit project is de cofinanciering van Connect4Actiongeregeld. Connect4Action is een EU project gericht op hetidentificeren van nieuwe technologieen in de voedselproduc-tie en de gevoeligheden bij (alle) stakeholders. Het project wilde communicatie tussen stakeholders vormgeven. TNOvervult een kleine rol door de toepassing van ERIS terealiseren voor het identificeren van emerging technologiesen de sentimenten. Connect4Action wordt in 2014 afqerond.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Maken van een specifieke ontologie voor deze toepassing;inregelen van queries en rules; genereren van de eersteresultaten als testcase.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

N.v.t.

Outout Geen

Project Titel: lntern Testproject Emerging Risk ldentificatieVoedselveiliqheid

Tvoe' TNO KIP

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Meeruvaarde van het ontwikkelde ERIS instrument aantonendoor het instrument feitelijk toe te passen op basis vaninterne vraagstellingen, gebaseerd op in de klantenpraktijklevende issues, op gebied van voedselveiligheid, in hetbiizonder microbioloqie, allerqeniciteit en toxicoloqie.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Notitie / rapport over (re)emerging risico's en selectiecriteriao.g.v. microbiologie, allergeniciteit en toxicologie; feedbacknaar project ERIS - Emerging Risk ldentification Support &Management t.b.v. nadere ontwikkeling / verfijning ERIS;wetenschappelijk artikel over (re)emerging risico's o.g.v.voedselveiligheid (ie mic, all, tox): opgenomen in publicatieBruq et a|.2013 (zie oroiect hierboven).

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Demo- en showcases diverse resultaten: er zijn lijstenopgesteld met meest interessante hits, niet geschikt alsdemo- en showcase. Deze hebben vooral waarde vooronderzoek en strategie; Congrespresentatie: geen passend

conqres in 2013.Output Zie bij project ERIS - Emerging Risk ldentification Support &

Manaqement.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

Output en kennisoverdracht

ln paragraaf 6.4 is steeds per project aangegeven welke output en kennisover-

dracht is gerealiseerd. Voor het totale programma werd de volgende totaaloutput en

kennisoverd racht gerealiseerd :

lnnovatie Programma's

Vanuit dit programma wordt bijgedragen aan het lnnovatie Programma Food and

Nutrition Delta. D¡t betreft een bijdrage aan 2 TIFN projecten en de

cofinancieringsprojecten. Het programma sluit aan op Thema 8: Voedselveiligheid,

van de Topsector Agri&Food.

106 t 123

6.6

6.7

Publicaties: 25

Presentaties en/of lezinoen: 21

Posterpresentaties: IRaooorten: 7

N ieuwsberichten en/of mediaoptredens: 10

Populainryetenschapoelii ke ou blicaties: 4

7.1

7.1.1

TNO-rapport I TNO 2014 R1031 1 107 t 123

7 AgroFood Thema 9: Process¡ng

Enkele highlights uit 2013

Food Manufuture

Afgelopen december is na 2 jaar het FoodManufuture project afgerond en heeft het

consortium een blauwdruk gepresenteerd voor een pan Europees samenwerkings-

verband voor de Food sector. ln deze zogenaamde Research lnfrastructure komen

bedrijven, kennisinstellingen en universiteiten bij elkaar om de behoeften vanuit de

industrie te koppelen aan onderzoeksonderwerpen. Dit platform kan op deze wijze

input leveren aan de Europese Unie voor ondezoeksprogramma's, partijen bij

elkaar brengen voor open innovatie samenwerkingen of business to business

project voor rechtstreeks ontwikkeling.

I '-=-- --.'ll-þuo-I t'..- ---'-::-l!'b| \__t-, I

,

llr¡¡r¡dc Plrrlc¡n sli...rrh ¡nta.t¡rcrtr¡

r llra$e¡r of Rl: corrrornigr. gihr næ frcloricr, ¡ilot

- Þt"ntì rê!ÉËrdr ¡ñ*rtitutrônrr a!tÊ- froñ Íood õdrn¿wfacturino tEctor

r Furtls¡r¡¡lo-¡n¡¡ {nonnrmber, tg, Fr¡grnhr)

- mffng tr¡. of acìl'/ill¡¡ ¡¡rd r¡rvlcÚ cl R¡ pbÚorm

r_-_1 Lrnl.l.ñ..¡t. / R¡ t .ü1t.. nÊêdêd ¡o| fill grpr ¡n Ep.çifrc lopic or regiori

Figuur 7; Sysfemafrsche weergave van de Research lnfrastructure.

De leden van het Food Factory of the future network definiëren de onderwerpen en

sturen deze bij omdat de ondenuerpen van vandaag niet hetzelfde zijn als die over

5 jaar. Hieruit volgen sub platforms rond onderzoeksonderwerpen vanuit waar

projecten en samenwerkingen opgezet kunnen worden. Door middel van dit

netwerk hebben bedrijven makkelijk en snel toegang tot verschillende onderzoeks-

faciliteiten. Bedrijven kunnen via dit netwerk door een contactpunt in contact komen

met een brede Europese kennisinfrastructuur.

7.2

TNO-rapport I TNO 2014 R1031'1 108 I 123

Het Foodmanufuture project heeft gelopen van 1 januari 2012 Um 31 december

2014 en ín deze periode is doormiddel van een scenario analyse van de Food

sector en identificatie van de huidige behoeftes van deze sector en mogelijke

oplossingen vanuit de maakindustrie de blauwdruk voor de Reseacrh lnfrastructure

tot stand gekomen. Meer informatie over het project is te vinden op:

htto://foodman ufuture. eu/

Korte inleiding op Topsector Agri & Food Thema 9: Processing

De toenemende wereldbevolking leidt tot een snel toenemende vraag naar voedsel.

Daarnaast leidt het toenemende welvaartsniveau in niet-Westerse landen zoals

China en lndia tot een sterke toename in de vraag naar voedingsproducten die van

oudsher een hoge carbon footprint hebben, zoals vlees en zuivel. Een derde

probleem is de wereldwijde toename overgewicht en diabetes als gevolg van de

verandering in de voedselconsumptie. De hieruit voortvloeiende voedselschaarste

gezondheids- en milieuproblematiek kunnen alleen worden afgewend indien er iets

verandert aan de huidige manier van voedselproductie en -consumptie. Enerzijds

zullen productieprocessen efficiënter moeten worden, zowel wat betreft energie- als

materiaalgebruik. Dit betekent dat huidige ketens tot hogere valorisatie van

zijstromen moeten komen. ln veel gevallen zullen er geheel nieuwe processen

ontwikkeld moeten worden en dat productieketens efficiënter moeten worden.

Anderzijds zal er meer gekeken moeten worden naar alternatieve voedingsbronnen

met een lagere carbon footprint. Hierbij kan er gedacht worden aan plantaardige

eiwitten en materialen geproduceerd met behulp van biotechnologie zoals algen en

schimmels. Om deze nieuwe materialen om te zetten in producten die aantrekkelijk

zijn voor consumenten is meer kennis over de eigenschappen van deze ingre-

diënten nodig en zullen er nieuwe processen nodig zijn. De voedsel gerelateerde

gezondheidsproblematiek tenslotte, vereist dat er aangepaste producten ontwikkeld

worden die leiden tot een verbeterde gezondheid zonder af te doen aan de

smaakbeleving waar de consument vraagt en waar de industrie naar op zoek is.

Het Vraaggestuurde Programma van TNO sluit goed aan bij de doelstellingen uit

Thema 1 van de deelpropositie 'Processing'. Voor het overzicht wordt hieronder het

totale VP EOP kort weergegeven.

O nderzoe ksl ijn P rocessi n g

Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde processingmethoden waarmee een brede

variéteit aan primaire grondstoffen omgezet kan worden in voedingsbestanddelen

of -producten met een hoge toegevoegde waarde. De nieuwe technologie zal erop

gericht zijn een zeer hoge mate van controle te hebben over het materiaal en de

7.2.1

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 109 I 123

procescondities waaraan het wordt blootgesteld. De producteigenschappen en

functionaliteiten kunnen op deze w1ze zeer nauwkeurig beïnvloedt worden.

Aansluitend bij de trends binnen de voedingsindustrie zullen de te ontwikkelen

methoden kosteneffectief zijn door het efficient gebruik van zowel energie als

grondstoffen. Verder zal de technologie een hoge mate van flexibiliteit bevatten

waardoor het mogelijk zal zin om snel te wisselen tussen verschillende

grondstoffen, recepturen en producten. Concrete uitwerking van dit doel vindt plaats

op de volgende onderdelen die vallen onder Topsectors Thema 1 (Valorisatie van

reststromen) en Thema 9 (Duurzame Maaktechnologie):

a) Ontwikkeling van nieuwe en verbeterde processing-equipment die efficiënter en

duurzamer gebruik van grondstoffen en energie mogelijk maakt;

b) ln-silico methoden om de invloed van samenstelling en productieproces op

kwaliteitsparameters snel te kunnen voorspellen;

c) Opschaalbaarheid van processen en equipment naar pilot plant of productie;

d) Modellen en concepten die de implementatie van resultaten bij klanten

bespoedigen.

7.2.2 OnderzoekslijnKwaliteit

Bepalen en verbeteren van de kwaliteit van voedselproducten in relatie tot de

gekozen ingrediënten, processing en organoleptische eigenschappen. Dit is

belangrijk voor de kwaliteit die consumenten ervaren bij het bepalen van hun

voedselkeuze. ln samenwerking met WUR en RIVM worden de grenzen van de

gezondheidswinst die mogelijk is op basis van herformulering bepaald. ln dit

programma bepalen we de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door

consumenten geaccepteerd worden. Hiervoor onderzoeken we de relatie tussen de

ingrediëntsamenstelling, processing en textuur van voedingsmiddelen zoals

snoepgoed, vleeswaren etc. De focus is beperkt tot het beheersen van de

essentiële producteigenschappen en het vaststellen van de relatie tot de

organoleptische kwaliteit. Deze kennis zal worden gebruikt om bestaande

technologieen zodanig aan te passen dat onderdelen van het ontwikkelingstraject

beter op elkaar aansluiten. Micromodellen van voedsel worden veel gebruikt voor

specifieke ontwikkeltrajecten waardoor het moeilijk is om de technologie te vertalen

naar generieke inzichten. Het gebruik van deze micromodellen zal universeler

worden door de technologieën beter op elkaar aan te laten sluiten. Concrete

uitwerking vindt plaats op de volgende onderdelen die vallen onder Topsector 7

(Product Technologie):

a) Ontwikkeling van screeningstools die kunnen worden ingezet om de humane

fysiologische respons op gezonde ingrediêitén te kunnen optimaliseren m.b.t.

proces condities en samenstelling;

TNO-rapport I TNO 2014 R1031 1 '110 I 123

b) Verbetering van (high-throughput) analysemethoden die de aanwezigheid van

versterkers van smaak en geurstoffen en de fysische eigenschappen zoals

viscositeit kunnen kwantificeren;

c) Methoden die de microstructuur van voedsel kunnen bepalen en daarbij

relateren aan organoleptische eigenschappen;

Methoden om textuur, geur en smaak beter te bepalen op grond van de

fysische en chemische eigenschappen van ingrediënten en producten;

Vaststellen van de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door

consumenten geaccepteerd worden (in samenwerking met WUR / RIVM).

7.2.3 Onderzoekslijn ingrediënten

Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde ingrediênten die gezonder en functioneler

zijn en die voldoen aan moderne randvoonryaarden met betrekking tot clean label,

natuurlijke en duurzame verwerking. Door meer kennis over de chemische en

fysische eigenschappen van biopolymeren in voedsel te ontwikkelen, kunnen

ingrediênten ontworpen en geproduceerd worden die beter voldoen aan de eisen

van de moderne consument. Als voorbeeld kunnen chemische modificaties, die nu

gebruikt worden om de kwaliteit van zetmeel te verhogen, worden vervangen door

milde fysische processen als er voldoende kennis is over de structuur-functie

relaties van het zetmeel ingrediënt. Soortgelijke kennis kan ook gebruikt worden om

gezonde ingrediënten zoals prebiotica te verbeteren. Concrete uitwerking vindt

plaats op de volgende onderdelen die voornamelijk vallen binnen de Topsector

Thema's 7 (Product Technologie) en Thema 9 (Duurzame Maaktechnologie):

a) ldentificatie van relevante bronnen en materialen;

b) Ontwikkeling kennis relatie materiaal - processing / treatment;

c) ldentificatie van relevante processing condities m.b.t. tot de gezondheid en

functionaliteit;

d) Ontwikkeling van hoogwaardige voedingscomponenten en -producten.

Het TNO programma Efficiënte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig Voed-

sel draagt bij aan het Topsector thema "Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en

mest". Voor 2013 zijn de Topsector doelstellingen opgenomen in het lnnovatie-

contract versie 22 maar|2012, terug te vinden op de website van de Topsectoren:

Food 2013-10-01 9.odf.

d)

e)

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 1't1 I 123

De PPS GAIA waarin gewerkt aan de bioraffinage van algen tot food en non-food

ingrediênten draagt bij aan de volgende specifieke doelstellingen van dit Thema:

. Een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde creëren voor AgroFood bedrijven

door het efficiënte gebruik van dierlijke en plantaardige zijstromen en groene

grondstoffen, richting zo hoog mogelijke waarde van specifieke componenten

en inhoudsstoffen;

o Het ontwikkelen van nieuwe en aangepaste groene grondstoffen gericht op

realisatie van kansen van de AgroFood sector in de biobased economy;

. Ontwikkeling van kleinschalige decentrale bioraffinage concepten voor dierlijke

en plantaardige grondstoffen en zijstromen die aansluiten op een centrale, meer

grootschaligere bioraffinage infrastructu ur.

Ook het project Flying Food en het doorlopende kennisinvesteringsproject

Sustainable Food Production dragen bij aan de doelstellingen van dit Thema. De

voortgangsrapportage van deze projecten wordt echter vermeld bij Thema 7 of

Thema 9 zoals weergegeven in onderstaande overzichtstabel.

7.3 Overzicht type projecten 2013

Programma EOP Type project TKI.AFThema*

# Partners

Programmamanagement, kiemprojecten TNO kennisinvestering Nvt (1) 0

Deelprogramma A: Processing

KIP Processing: Kleinschalige Bioraffinage TNO kennisinvestering I 0

KIP Processing: DroogTechnologie TNO kennisinvestering I 0

KIP Processing: SHS behandeling Bloem TNO kennisinvestering I 0

KIP Processing Solvent lmpregnated Resins TNO kennisinvestering I 0

Dense Dispersion Droplet Drying PPS (FND) 9 1

Natuurlijke Conservering TNO cofinanciering I 1

Ontzouten ZonderZoul TNO cofinanciering I 1

Deelproqramma C: lnqredients

Hydrothermally Modifi ed Starches TNO cofinanciering I 2

* Venruijst naar doelstellingen binnen het innovatiecontract Topsector Agri&Food versie 2012.

Uitvoering in 2013, Resultaten

Management oordeel

Voorbereiding 2013

De voorbereiding van het programma Efficiênte Ontwikkeling en Productie van

Hoogwaardig Voedsel 2012 (e.v.) op basis van vraagsturing is goed voorlopen. De

vraagarticulatie door en afstemming met de overheid was vergelijkbaar met het

7.4

7.4.1

7.4.2

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 112 I 123

7.4.3

voorgaande jaar georganiseerd. De interne voorbereiding verliep efficient. Alle

projecten waren tijdig voorbereid en konden op 1 januari2013 van start.

Bijstelling programma en voorbereiding 2013 e.v.

ln 2013 is actief bijgedragen aan de vraagsturing, programmering en voorbereiding

voor de kennis- en technologieontwikkeling binnen Nederland voor 2014 en verder.

TNO verzorgt voor het TKI Agri&Food het voorzitterschap van de themacommissie

waarin door het bedrijfsleven de uitwerking van het innovatiecontract met

betrekking tot Thema kwaliteit en Thema processing aangestuurd wordt. Ook vindt

afstemming plaats met de Topsector Chemie met betrekking tot de Biobased

Economy en met Tuinbouw en Uitgangsmaterialen met betrekking tot uitgangs-

materialen en reststromen. Het programma is optimaal voorgesorteerd op de

prioritaire thema's die op nationaal en Europees niveau voorzien worden door

onder andere de participatie in het Food Manufuture project.

Samenwerki ng e n ke n n istoepassi ng

Het jaar 2013 stond in het teken van continuering van de interactie en

samenwerking met stakeholders alsmede het opbouwen van nieuwe relaties met

het oog op de onderzoekslijnen voor 2015 ev. Met name is sterk geïnvesteerd in

het voorbereiden van Europese samenwerkingen en operationele samenwerking

met DLO zoals dat nu o.a. plaatsvindt in het GO-efro project en het project

meervoudig herformuleren.

Uitvoering en resultaten

De planning en uitvoering van het programma en de projecten in 2013 is door de

projectteams goed vormgegeven en op hoofdlijnen conform planning gerealiseerd.

Niet uitgevoerde projecten zijn:

. PPS Eindeloos, hierover is geen overeenstemming bereikt met de industriële

partners over de inhoudelijke deliverables;

o Dutch Drying lnstitute, dit nationale initiatief is uiteindelijk vanwege gebrek aan

financiering stopgezet, een deel van de doelstellingen wordt mogelijk binnen het

lnstitute for Sustainable Process Technology (ISPT) uitgewerkt;

. ResFood, dit EU fp7 project is wel ingediend en goedgekeurd, maar

ondergebracht in het Thema Chemie van TNO waar het ook gerapporteerd

wordt.

7.4.4

7.4.5

7.5

TNO-rapport I TNO 2014 Rl031l 1',13 I 123

7.4.6 Conclusie en advies

Op grond van bovenstaande ovenrvegingen wordt geconcludeerd dat het TNO

Onderzoeksprogramma voor Efficiénte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig

Voedsel 2013 succesvol is voorbereid, uitgevoerd en gerapporteerd.

Samenvatting per project

ln het hierna volgende wordt per project aangegeven welk type project het betreft1,

wat de doelen van het prolect zijn, wat de belangrijkste beoogde mijlpalen /

resultaten voor 2013 waren, of en in hoeverre deze gerealiseerd zijn en wat de

output aan rapporten, artikelen, voordrachten e.d. was. Voor nadere details ten

aanzien van individuele projecten, zoals financiële details, doelgroepen en

samenwerking met stakeholders, kennistoepassing en -disseminatie, en details ten

aanzien van de output, wordt ven¡¡ezen naar de rapportages van de individuele

projecten.

t Met type project wordt bedoeld:

EU-EFRO: Project met voonruaarden Europees Fonds Regionale Ontwikkeling

EU-fp7: Project met voon¡vaarden volgens EU-fp7

TIFN: Project met voorwaarden volgens Top lnstituut Food & Nutrition

TNO Cofinanciering: Project met voonraarden volgens regeling TNO

TNO KIP: TNO Kennis lnvesteringsProject (doorlopend programma)

STW: Project met voorwaarden volgens Stichting Toegepaste Wetenschappen

7.5.1 Deelprogramma A: Processing

7.5.1.1 Keinschalige Bioraffinage

Het doel van dit project is om de technische en economische kansen aan te geven

van kleinschalige bioraffinage in de efficiënte en duurzame valorisatie van relatief

natte biomassastromen naar humane voeding, bio-based producten, veevoer en bio

energie. Hierbij was de insteek om binnen de PPS kleinschalige bioraffinage samen

met de WUR en ruim 30 MKB-bedrijven een drietal specifieke ondenruerpen te

bestuderen, namelijk zeÏne productie in combinatie met bioethanol productie,

limonene venrvijdering uit biogas van GFT biovergistings installaties en de

bioraffinageketen van suikerbietenblad. Er zijn nog problemen met de contractuele

afstemming tussen TNO en DLO.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 '114 I '123

Proiect Processinq: Kleinschaliqe Bioraffinaqe1

I vpe' Doorlopend proiect

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel De technische en economische kansen aan te geven vankleinschalige bioraffinage in de efficiënte en duurzamevalorisatie van relatief natte biomassastromen naar humanevoedinq, bio-based producten, veevoer en bio enerqie.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

lnventarisatie mogelijke ondenrverpen voor samenwerking.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

lnhoudelijke samenwerking met DLO.

Outout Geen

7.5.1.2 Droogtechnologie

Doel is om innovatieve (droog)processen te ontwikkelen die op duurzame wijze

hoge kwaliteit poeders kunnen produceren, onder andere gebaseerd op nieuwe

versproeiingstechnologieên, zoals die eerder zijn ontwikkeld door TNO. Speciale

aandacht zal uitgaan naar de mogelijkheden om met HVJ naar hogere droge

stofgehaltes te gaan, vanwege de grote voordelen voor energiebesparing. De Pilot

droger zal gebruikt worden om aan de industrie vernieuwende droogprocessen aan

te bieden en om aan te tonen dat hogere kwaliteit en andere eigenschappen

kwaliteiten geproduceerd kunnen worden met monodisperse verprinten, tenvijl

minder nadelige effecten ontstaan, die efficiency verhoging tegenwerken. Hieronder

vallen bijvoorbeeld fines en ongewenste agglomeratie van poeders.

Proiect Processinq : DrooqTechnoloqieTvoe' Doorlopend proiect

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel lnnovatieve (droog)processen ontwikkelen die op duurzamewijze hoge kwaliteit poeders kunnen produceren, onderandere gebaseerd op nieuwe versproeiingstechnologieënzoals die eerder ontwikkeld ziin door TNO.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

a

a

Temperatuur monitoring systeem filterhuis;Karakterisatie opwarmgedrag droogtoren ;

Druppelvisualisatie systeem in droogtoren;Verificatie orintqedraq in drooqtoren.

a

a

Niet gerealiseerdem'rjlpalen en/ofresultaten

Geen

Output . RBJ Koldeweij, RJ Houben et al, Producing well-definedpowders by inkjet tèchnology, Partec 2013;

. RBJ Koldeweij, HC van Deventer et al, High quality

oowders bv inkiet technoloqv, ECCE 2013.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 1'15 I ',123

7.5.1.3 SHS behandeling bloem

SHS behandeling kan de eigenschappen van ingrediënten verbeteren. Het nadeel

bij de SHS behandeling van mengsels van koolhydraten en eiwitten is dat er eerst

waterige suspensies gemaakt moeten worden om de ingrediënten goed te mixen.

Deze waterige mengsels moeten worden gedroogd omdat de SHS behandeling

alleen met vaste materialen kan worden uitgevoerd en niet met vloeistoffen. Door

het suspenderen en weer drogen ontstaan extra kosten. Het lijkt daarom een goed

alternatief om relatief goedkope commerciële poeders te gebruiken die zowel eiwit

als ook koolhydraat bevatten en die nu in diverse voedingsmiddelen worden

gebruikt. Dit zijn commerciële bloemen zoals tanvebloem en sojabloem. Zowel de

eiwitten als ook het type koolhydraat is bij beide bloemen geheel anders waardoor

het goed is beide soorten bloem te testen.

Proiect Processinq: SHS behandelinq bloemTvoe' Doorlopend proiect

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Optimaliseren van productverbetering bij SHS behandelingvan bloem.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. Variatie van procescondities;

. Variatie van de divers bloemen;o Reologische karakterisering;o Moleculaire analyse (degradatie, cross-linking,

heteropolvmeervorminq.Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Gebruik van gemodificeerde bloemen in modelapplicaties.

Outout Geen

7.5.1.4 Kleinschalige bioraffinage

Het doel van dit project is om de technische en economische kansen aan te geven

van kleinschalige bioraffinage in de efficiënte en duurzame valorisatie van relatief

natte biomassastromen naar humane voeding, bio-based producten, veevoer en bio

energie. Hierbij was de insteek om binnen de PPS kleinschalige bioraffinage samen

met de WUR en ruim 30 MKB-bedrijven een drietal specifieke ondenrerpen te

bestuderen, namelijk zeïne productie in combinatie met bioethanol productie,

limonene verwijdering uit biogas van GFT biovergistings installaties en de

bioraffinageketen van suikerbietenblad. Er zijn nog problemen met de contractuele

afstemming tussen TNO en DLO.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 116 I 123

7.5.1.5 Dense Dispersion Droplet Drying

Dit is een FND samenwerking met Corbion, voorheen Purac, waarin de

mogelijkheid om dense dispersion droplets (druppels met een hoog droge stof

gehalte) effectief met betrekking tot energiegebruik en productkwaliteit te kunnen

drogen. ln 2013 is aangetoond wordt dat energieverbruik verder gereduceerd kan

worden door implementatie van nieuwe droogtechnologie. Het project is in 2013

nagenoeg afgerond en zal in 2014 door de penvoerder gerapporteerd worden.

Proiect Titel: Dense Disoersion Droolet DruinoTvoe' FND subsidietraiect met 1 industriële partner

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Druppels met een hoog droge stof gehalte effectief drogenbetrekkinq tot enerqieqebruik en oroductkwaliteit.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

¡ Print Calcium Lactate droplets with small crystals;. Print dense calcium citrate suspension;o Generate 1 kq/h of oowder.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Geen

Output ln overleg met de industriële partner wordt over het projectnoq niet qeoubliceerd.

7.5.1.6 Natuurlijke Conservering

Doel van het project is om kennis te ontwikkelen over de conserverende werking en

de chemische samenstelling van natuurlijke kruiden en specerijen. Het is op dit

moment nog onduidelijk of de antimicrobiële eigenschappen van deze stoffen op

moleculair niveau gescheiden kunnen worden van de smaakeigenschappen. Ook

het effect van processing op deze eigenschappen wordt nog niet begrepen.

Proiect Processinq: Kleinschaliqe BioraffinaqeI voe', Doorlooend oroiectAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doel De technische en economische kansen aan te geven vankleinschalige bioraffinage in de efficiënte en duurzamevalorisatie van relatief natte biomassastromen naar humanevoedinq, bio-based producten, veevoer en bio enerqie.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

lnventarisatie mogelijke onderuverpen voor samenwerking.

Niet gerealiseerdemijlpalen eniofresultaten

lnhoudelijke samenwerking met DLO.

Outout Geen

TNO-rapporl I TNO 2014 R10311 1't7 I 123

Daarnaast is het nog onbekend in hoeverre verschillende ingrediënten elkaars

antimicrobiële werking kunnen versterken (synergie).

Het25% MicroTaste project is in 2013 afgerond met werkzaamheden op het gebied

van scheiden van smaak en antimicrobiële activiteit en synergie. De resultaten laten

zien dat de smaakcomponent van een kruid ook veelal de component is met anti-

microbiële activiteit en dat deze dus niet van elkaar gescheiden kunnen worden.

Met verschillende kruiden fracties (i.p.v. hele kruiden) zijn meerdere synergetische

effecten geïdentificeerd tegen I bederforganisme. Het bleek echter niet mogelijk om

aan de hand van de transcriptoom profielen synergistische effecten te voorspellen.

De synergie resultaten hebben tot een vervolg in de 50% fase geleid.

ln de 25o/o fase is gebleken dat specifieke kruiden een antimicrobieel effect hebben

tegen de relevante spoilage organismen Z. bailii, L. plantarum en B. cereus.

Daarnaast is gebleken dat specifieke mengsels van kruidenextracten een

synergistische antimicrobiële werking hebben tegen L. plantarum, wat een grote

doorbraak betekent. Het voorspellende model dat was opgenomen in de 25% fase

is niet haalbaar gebleken. Het doel van de 50% fase is om deze opgebouwde

kennis over de antimicrobiêle werking van kruiden en kruidenextracten uit te

breiden en de vertaalslag naar product-relevante condities te maken, zodat

natuurlijke kruiden en specerijen ingezet kunnen worden als natuurlijke conser-

veringsmiddelen. Uiteindelijk moet dit resulteren in een demonstrator voor het

verkrijgen van synergistische antimicrobiële effecten tegen spoilage organismen

met behulp van kruiden en specerijen in een praktijk product. Wanneer we dit

bereiken zal dit een doorbraak zijn en een grote bijdrage leveren aan onze

marktpositie in dit segment.

Proiect Titel: Natuurliike Conserverinq 25o/o FaseI voe' TNO CofinancierinqAgri&Food Call2012

N.v.t.

Doe Demonstratie van synergistische antimicrobiële effectentegen spoilage organismen met behulp van kruiden en

soeceriien in een praktiik product

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

¡ Welke screeningsmethode het meest geschikt is voorvaststellen van antimicrobiële werking van kruiden en

speceflJen;o Welke kruiden en specerijen hebben wel en geen

antimicrobiële werking;o Via welk werkingsmechanisme beïnvloeden actieve

kruiden en specerijen de groeivan bederforganismen;¡ lnzicht in de mogelijkheid om smaak en antimicrobiële

componenten van elkaar te scheiden;. lnzicht in effecten van processing op smaak en

antimicrobiële comoonenten:

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 118 I 123

7.5.1.7 TNO-Co ontzouten van productstromen (25%)

De voedingsmiddelenindustrie heeft productstromen waaruit zouten moeten worden

verwijderd omdat er vraag is naar zoutvrije ingrediênten. Voor de cofinancierder

FrieslandCampina geldt dit bij de productie van babyvoeding uit koemelk.

Conventioneel gebeurt het ontzouten in grote kolommen gevuld met

ionenwisselaars. Bij de regeneratie ontstaat, naast de zoutstroom die moet worden

venrvijderd, een extra zoutstroom die 2-3 maal zo groot is. Dit zout wordt geloosd

naar het milieu, wat door zowel de voedingsmiddelenindustrie als regelgevende

overheden wordt gezien als een belangrijk duurzaamheidprobleem.

Dit onderzoek richt zich op het ontzouten van productstromen, zonder de zoutlast

van de agro-procesindustrie te vergroten. De nieuwe technologie maakt daartoe

gebruik van adsorbentia die scheiden op grootte en/of lading van moleculen (size-

en/of ion-exclusie).

De nieuwe technologie zal kostenefficiënt zijn, door toepassing van kleine deeltjes.

Deze materialen verkorten de weglengte voor massaoverdracht, waarmee de

installatie een factor 75 wordt verkleind. Daarnaast moet de technologie robuust

zijn, wat vraagt om fundamentele thermodynamische kennis van het gedrag van

componenten in een complexe, veranderende productstroom..

o lnzicht in synergetische effecten tussen verschillendekruiden en soeceriien.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Het opstellen van een model om synergetische effecten tevoorspellen bleek niet mogelijk.

Output ln overleg met de industriële partner wordt over het project

noo niet oeoubliceerd.

Proiect Titel: Natuurliike Conseruerinq 50% Fase1

I vpe' TNO Cofinancierino

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doe Demonstratie van synergistische antimicrobiële effectentegen spoilage organismen met behulp van kruiden en

soeceriien in een oraktiik oroduct.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Overzicht van combinaties kruidenextracten, die een

synergistisch antimicrobieel effect hebben op drie spoilageorganismen en op een cocktail van spoilage organismen in

standaard kweekmedia.Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Het project loopt door in 2014.

Output ln overleg met de industriele partner wordt over het project

noq niet qeoubliceerd.

TNO-rapport I TNO 2014 R10311 1',19 I 123

7.5.1.8 T NO-Co Hyd rotherm ally Modified Sfarches (2 5%)

Het ontwikkelen van een proces voor het maken van clean label gemodificeerde

zetmelen door middel van fysische modificatie van zetmeel. Momenteel wordt

hiervoor op industriële schaal door het bedrijf lngredion, het thermally inhibition

proces voor toegepast. lngredion is hier For runner in dit veld van technologie. Het

blijkt voor andere bedrrjven moeilijk te zijn om dit proces na te bootsen of te

implementeren. Bovendien blijkt dat de kwaliteit van de producten die door

lngredion maakt nog steeds achter blijft op die van de chemisch gemodificeerde

zetmelen.

TNO heeft uit eerder ondezoek een hypothese opgesteld die gebaseerd is op de

verbetering van het huidige proces namelijk: Wat is de invloed van de methode van

dehydratie op het inhibitie proces dat opeenvolgend plaatsvind in droge toestand.

De 25o/o fase is succesvol afgerond en de 50% fase zal begin 2014 worden gestart.

ProiectTitel Ontzouten van oroductstromen (25%l1

I vpe' TNO cofinancierino met 1 industriële oartner

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Druppels met een hoog droge stof gehalte effectief drogenbetrekkinq tot enerqieqebruik en productkwaliteit.

Gerealiseerdemijlpalen eniofresultaten

¡ De reinigbaarheid van size- en ion-exclusie materialen;. Maat voor de mechanische sterkte van adsorptie-

materialen en hoe deze vertaald wordt in een advies vooreen operationele druk;

. lnvloed van de operationele druk op de kolomdimensies;

. Maat voor de levensduur van size- en ion-exclusiematerialen in een SMB-opstelling met korte schakeltijden;

. Richtlijn voor het'doodvolume'van een SMB-installatie en

de locatie van het'doodvolume';. De technisch minimale schakeltijd op lab-schaal en

industriële schaal;. Aantonen technische haalbaarheid verkleinen SMB

proces met factor 75;. Mogelukheid om de binding van zouten aan grote eiwitten

te voorsoellen oo basis van de orimaire structuur.Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Methode voor het identificeren van processen die van belangzijn tijdens het ontzouten van een eiwitoplossing.

Output Boon MA, Bussmann PJTh, Vercauteren FF, Vroon RC.

2012. Design of a new technology for desalting of product

streams. TNO-report.l.v.m. octrooi aanvraag zijn er geen openbare publicaties.Voor de ECCE9 is een abstract ingediend voor eenpresentatie. Deze is niet gehonoreerd. Er is geen postergepresenteerd.

7.6

TNO-rapport I TNO 2014 R'10311 '120 I 123

Output en kenn¡soverdracht

Voor het totale TNO programma Efficiënte ontwikkeling en productie van

hoogwaardige voeding werd de volgende totaaloutput gerealiseerd:

Voor nadere details t.a.v. de output wordt venryezen naat de rapportages van de

individ uele projecten.

De resultaten van de kennisontwikkeling worden voornamelijk gebruikt voor directe

opdrachten vanuit de levensmiddelen industrie. ln enkele gevallen worden ook in

opdracht van de overheid rapporten aangeleverd, zoals over de mogelijkheden voor

het winnen en gebruik van planteneiwitten. Ook treden experts regelmatig op als

deskundigen, o.a. voor onderzoekscommissies van de Tweede Kamer en bij

juridische geschillen.

Kennisoverdracht heeft plaatsgevonden door:

. Het leveren van bijdragen aan workshops en symposia of congressen (zoals

georganiseerd door FND);

o Artikelen voor en met deze doelgroepen (wetenschappelijk peer reviewed en

populair wetenschappehjk). Zie uitvoering en resultaten.

ProiectTitel Hvdrothermallv Modified Starches |25%lTvoe TNO cofinancierino met 1 industriële oartner

Agri&Food Call2012

N.v.t.

Doel Druppels met een hoog droge stof gehalte effectief drogen

betrekkinq tot enerqieoebru ik en prod uctkwal iteit.

Gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

. lnvloed methode van dehydratie op inhibitie;

. lnvloed initiële pH op inhibitie;

. Karakterisatiedehydratie;o Functionaliteitsbeoalino in aoolicatie.

Niet gerealiseerdemijlpalen en/ofresultaten

Experimental design (volgt in volgende fase).

Output . 2 patentvragen;o Hydrothermally modified starch; P6042452EP;. Thermallv modified starch: P6044933EP.

Publicaties. oosition papers, proefschriften: 12

Presentaties: 18

Raooorten: Ilnterviews en/of oersberichten e.d. >10

Octrooiaanvraqen: 3

TNO-rapport I INO 2014 R'10311

7.7 Innovatie Programma's

121 I 123

ln 2013 werd vanuit de propositie Efficiënte Ontwikkeling en Productie van

Hoogwaardig Voedsel deelname aan de volgende nationale en internationale

onderzoekprogramma's die relevant zijn voor thema 9 ooedqekeurd:

. ISPT-CMS

Doel van het ISPT-CMS project binnen het lnstitute for Sustainable Proces

Technology is om de adsorptieve zuivering van complexe moleculen zoals

eiwitten uit verschillende grondstoffen te verbeteren en economisch rendabeler

te maken. Het project zal in het voorjaar van 2014 starten.

. ENTHALPY

De zuivelindustrie is een van de belangrijkste onderdelen van de Europese

agrarische economie. Met een productie van 152 miljoen ton melk is de sector

verantwoordelijk voor 15o/o vân de omzet. De vraag naar zuivel neemt nog

steeds toe en omdat de productie van zuivelproducten veel energie kost is een

verdere besparing noodzakelijk. Het ENTHALPY project heeft als doel om

technologische doorbraken voor de sector beschikbaar te maken. Hieronder

vallen:

- Efficiente voorbehandeling van melk;

Verbetering van droogprocessen door reductie van kleine deeltjes,

terugwinnen van warmte en water en etficient reinigen.

De ENTHALPY partners uit I Europese landen streven naar een reductive van

60% in energieverbruik en 15% reductive in watergebruik. Hiermee komen de

doelen van het Europese 2020 beleid (20% reductie) in beeld. Het Project

wordt door TNO gecoordineert. htto://www.enthalov-fo7.eu/

ln 2031 werd geparticipeerd in de volgende nationale en internationale

onderzoeksprogramma's die relevant zijn voor thema 9 oecontinueerd:

o TIFN (zie Thema 7)

Participatie in het Topinstituut Food & Nutrition (TIFN) TNO participeert

langdurig in de Publiek Private Samenwerking TIFN, het grootste Nederlandse

PPS op het gebied van voedselinnovatie. Vanuit dit programma wordt

geparticipeerd in het Thema "Structure" en wordt concreet gewerkt in de

projecten "Protein Functionality", "Fat Functionality" en "Food Chain

Susta i nabi I ity". h!!g/¡lvtlyt4li[U]

TNO-rapport ITNO 2014 R1031'l 122 I 123

ln 2013 werd participatie in de volgende nationale en internationale onderzoeks-

programma's afoerond:

. Food Manufuture

De belangrijkste doelstelling van FoodManufuture is het definiëren van een visie

en een conceptueel ontwerp voor een cross-disciplinaire kennisinfrastructuur op

het gebied van voedselproductie, die zullen bijdragen aan het versterken van de

innovatie, concurrentiepositie en productiviteit van de Europese voedings- en

productie-industrie. Hiervoor zal FoodManufuture een gestructureerde, pan-

Europese dialoog organiseren met relevante stakeholders in de voedings- en

productie-industrie. Gebaseerd op de visies, behoeften en uitdagingen van deze

sectoren zal FoodManufuture een aantal scenario's ontwikkelen over hoe een

versterkte Europese kennisinfrastructuur kan worden geïmplementeerd, en zal

FoodManufuture oplossingen aandragen voor een verbeterde kennisuitwisseling

tussen onderzoeksinstellingen en industriële technologie-gebruikers. Op deze

manier beoogt FoodManufuture bij te dragen aan het creëren van een leidende

positie van Europese onderzoeksinstellingen en industrie op het gebied van

voedsel prod uctie. ( http://food man ufutu re. eu/)

TNO-rapport I TNO 2014 R10311

I Ondertekening

Zeist,

Datum: 28februari2014

123 I 123

Dr. lng. J.P. van der Lugt MBAManaging Director Food and Nutrition