Voorpublicatie van Dit is mijn hof

3
2 SEPTEMBER 2015 37 WWW.KNACK.BE 36 2 SEPTEMBER 2015 VOORPUBLICATIE B Chris De Stoop keert na de dood van zijn broer terug naar de ouderlijke hoeve in de Wase polder, die al erg is aangetast door de havenuitbreiding. Hij volgt hoe het eeuwenoude boeren- land nu ook moet wijken voor nieuwe natuurcompensaties. De laatste pol- derboeren verdwijnen. Knack brengt een voorpublicatie uit zijn nieuwe boek Dit is mijn hof. Een fragment over het eeuwenoude Hof ter Walle dat moet opgaan in het natuurgebied van Putten West. H et is weer zo’n dag van vechtende kraaien en krijsende meeuwen. Het is een dag om binnen te blijven, maar ik kan het in huis niet meer uithouden, ik moet naar buiten, naar de polder. Wanneer ik in Oud Arenberg aan- kom, voel ik de onrust luwen. De trotse herenhoeves, de fabelachtige akkers, dat hele weidse gebeuren, het maakte altijd diepe indruk op me. Ook nu voel ik weer ontzag voor de kracht, zoveel krachtiger dan vroeger, waarmee de zware tractoren voor me uit razen. Mijn broer kwam hier in zijn jeugd de grote polderboeren soms helpen met de oogst omdat hij toen zo graag met de moderne landbouw- machines werkte. Achter in de Arenbergpolder, halverwege tussen Kiel- drecht en Doel, staat nog altijd een afgelegen boerderij, die Hof ter Walle genoemd wordt. De volledig omwalde hoeve, met vooraan een voornaam woonhuis en achteraan een monumentale schuur, kun je als boerenzoon gewoon niet voorbijrijden zonder bewondering te voelen. Als je de oprit over de brede wal opgaat, begrijp je als vanzelf de oude uit- drukking: ‘Alleen boeren en koningen hebben een hof.’ De Putten Nu prijkt het naakte dakgebinte van de schuur als een rauwe ribbenkast tussen uitgestrekte plassen en moerassen. De oude balken, kepers en spanten glimmen spookachtig in de regen. De borden langs de weg leggen uit dat de zoetwa- terkreek, het rietland en het weidevogelgebied rond de hoeve enkele jaren geleden aangelegd werden als de ‘tijde- lijke natuurcompensatie’ Putten West, zo’n honderd hectare groot. Een steenworp verder, aan de andere kant van de dijk, ligt het eeuwenoude natuurgebied de Putten, maar dat zal door de haven worden ondergespoten. ‘En nog nieuws?’ vraagt Roger, de laatste boer van Hof ter Walle, die nog bijna elke dag naar zijn hof komt, dat zijn hof niet meer is. ‘Niets bijzonders’, zeg ik. ‘De akkers langs de Grote Geule worden nu ook natuur. Al tot in Sint-Gillis.’ ‘Is dát natuur?’ vraagt hij en hij gebaart naar wat rond het erf ligt. ‘Dat onkruid? Die moerassen? Die ruige vlakte?’ Toppunt vindt hij het ecoduct, een betonnen tunnel onder een hobbel in het wegdek. De tunnel moet vrije door- gang geven aan de rugstreeppad. Waarschijnlijk een pad met een streep op de rug, denkt Roger. Doodziek wordt hij ervan. Zijn boerderij, een gemengd familiebedrijf, barstte van de natuur. In de schuur broedden elk jaar zwaluwen, uilen en vleermuizen. In de fruitbomen op zijn erf werden de laatste broedende kneutjes van de hele polder door de afbraakwerken verdreven, dat stond zelfs in een protestbrief van een ornitholoog. Ook de bomen zelf werden gerooid, omdat ze de aanvliegroutes van de vogels hinderden. Vooral ganzen hebben kennelijk landingsbanen nodig zoals op Zaventem. Ja, een bloeiende boomgaard, een wiegend korenveld, een weiland met koeien, dat is nu geen échte natuur meer, weet Roger intussen. Hij kijkt mistroostig naar de tractoren die nog altijd door de straat denderen. ‘Kijk, ze zijn weer nieuwe natuur aan het maken.’ HOF TER WALLE Historische hoeve in de Arenbergpolder FENIKS Het oude fresco op de schouw is al door vocht aangetast. DIT IS MIJN HOF De neergang van de Wase polder PUTTEN WEST Het nieuwe natuurgebied rond Hof ter Walle. RUGSTREEPPAD Het paradepaardje van de nieuwe natuur.

Transcript of Voorpublicatie van Dit is mijn hof

Page 1: Voorpublicatie van Dit is mijn hof

2 S E P T E M B E R 2 0 1 5 37WWW.KNACK.BE36 2 S E P T E M B E R 2 0 1 5

VOORPUBLICATIE

B

Chris De Stoop keert na de dood vanzijn broer terug naar de ouderlijkehoeve in de Wase polder, die al erg isaangetast door de havenuitbreiding.Hij volgt hoe het eeuwenoude boeren-land nu ook moet wijken voor nieuwenatuurcompensaties. De laatste pol-derboeren verdwijnen. Knack brengteen voorpublicatie uit zijn nieuweboek Dit is mijn hof. Een fragment overhet eeuwenoude Hof ter Walle datmoet opgaan in het natuurgebied vanPutten West.

Het is weer zo’n dag van vechtende kraaien en krijsendemeeuwen. Het is een dag om binnen te blijven, maarik kan het in huis niet meer uithouden, ik moet naar

buiten, naar de polder. Wanneer ik in Oud Arenberg aan-kom, voel ik de onrust luwen. De trotse herenhoeves, defabelachtige akkers, dat hele weidse gebeuren, het maaktealtijd diepe indruk op me. Ook nu voel ik weer ontzag voorde kracht, zoveel krachtiger dan vroeger, waarmee dezware tractoren voor me uit razen. Mijn broer kwam hierin zijn jeugd de grote polderboeren soms helpen met deoogst omdat hij toen zo graag met de moderne landbouw-machines werkte.

Achter in de Arenbergpolder, halverwege tussen Kiel-drecht en Doel, staat nog altijd een afgelegen boerderij, dieHof ter Walle genoemd wordt. De volledig omwalde hoeve,met vooraan een voornaam woonhuis en achteraan eenmonumentale schuur, kun je als boerenzoon gewoon nietvoorbijrijden zonder bewondering te voelen. Als je de opritover de brede wal opgaat, begrijp je als vanzelf de oude uit-drukking: ‘Alleen boeren en koningen hebben een hof.’

De PuttenNu prijkt het naakte dakgebinte van de schuur als een

rauwe ribbenkast tussen uitgestrekte plassen en moerassen.De oude balken, kepers en spanten glimmen spookachtig inde regen. De borden langs de weg leggen uit dat de zoetwa-terkreek, het rietland en het weidevogelgebied rond dehoeve enkele jaren geleden aangelegd werden als de ‘tijde-lijke natuurcompensatie’ Putten West, zo’n honderd hectaregroot. Een steenworp verder, aan de andere kant van de dijk,ligt het eeuwenoude natuurgebied de Putten, maar dat zaldoor de haven worden ondergespoten.

‘En nog nieuws?’ vraagt Roger, de laatste boer van Hof terWalle, die nog bijna elke dag naar zijn hof komt, dat zijn hofniet meer is.

‘Niets bijzonders’, zeg ik. ‘De akkers langs de Grote Geuleworden nu ook natuur. Al tot in Sint-Gillis.’

‘Is dát natuur?’ vraagt hij en hij gebaart naar wat rond heterf ligt. ‘Dat onkruid? Die moerassen? Die ruige vlakte?’

Toppunt vindt hij het ecoduct, een betonnen tunnelonder een hobbel in het wegdek. De tunnel moet vrije door-gang geven aan de rugstreeppad. Waarschijnlijk een pad meteen streep op de rug, denkt Roger.

Doodziek wordt hij ervan. Zijn boerderij, een gemengdfamiliebedrijf, barstte van de natuur. In de schuur broeddenelk jaar zwaluwen, uilen en vleermuizen. In de fruitbomenop zijn erf werden de laatste broedende kneutjes van de helepolder door de afbraakwerken verdreven, dat stond zelfs ineen protestbrief van een ornitholoog. Ook de bomen zelfwerden gerooid, omdat ze de aanvliegroutes van de vogelshinderden. Vooral ganzen hebben kennelijk landingsbanennodig zoals op Zaventem.

Ja, een bloeiende boomgaard, een wiegend korenveld, eenweiland met koeien, dat is nu geen échte natuur meer, weetRoger intussen. Hij kijkt mistroostig naar de tractoren dienog altijd door de straat denderen. ‘Kijk, ze zijn weer nieuwenatuur aan het maken.’

HOF TER WALLEHistorische hoeve inde Arenbergpolder

FENIKS Het oude frescoop de schouw is al door

vocht aangetast.DIT ISMIJNHOF

De neergang van de Wase polder

PUTTEN WEST Hetnieuwe natuurgebiedrond Hof ter Walle.

RUGSTREEPPAD Hetparadepaardje van de

nieuwe natuur.

Page 2: Voorpublicatie van Dit is mijn hof

2 S E P T E M B E R 2 0 1 5 39WWW.KNACK.BE38 2 S E P T E M B E R 2 0 1 5

VOORPUBLICATIE

B

en alkoofkamer, waar Roger als jongennog zijn grootvader heeft zien sterven.In het achterhuis woonkamer, keuken,kelder, en een opkamer, waar nog delange zwarte jas hangt waarin hijgetrouwd is. Een grote, achttiende-eeuwse schouw is versierd met kleurrijkstucwerk van een feniks, die met gloei-ende vleugels, de bek als een speeromhoog, uit een vlammenzee opstijgtnaar de zon.

Langs een steile, afgesleten trapkomen we op de graanzolder, groot alseen kerk. Loodzware graanzakken heeftRoger zijn vader hier vroeger naarboven weten dragen. Nu liggen erblauwe plastic zakken met droge stek-ken en wortelstokken. ‘Het plantgoedvan de groenen,’ zegt Roger, ‘de nieuwebazen van het hof.’

Bloeiend bedrijfIn de blauwe hardsteen boven de

brede, authentieke voordeur staan deinitialen van boer en boerin, naast hetjaartal 1791. Maar het hof is nog veelouder. Hier voelde Roger zich altijdomringd door zijn voorouders. Dat ver-

leden lijkt de ‘nieuwebazen’ nu echter vooral tehinderen. Het verleden, datis nu meer iets voor deantiek- & retrowinkel in deKemphoek en het oudeambachtenweekend in hetNatuur- huis.

‘Afijn, dat zult ge zelfook nog wel meemaken’,zegt Roger, kijkend naar deafbladderende gevels enramen, ‘hoe rap de dingenkapotgaan.’

‘Niet alleen de dingen,ook de mensen’, zeg ik.

‘Overal in de buurtwoonde familie’, zegt hij

met trillende onderlip. ‘Iedereen kendehier iedereen en hielp elkander. Eenafspraak was nog een afspraak. Maar datis nu anders.’

Het was een schok toen de brief kwammet het onteigeningsbesluit. De akkers enweiden moesten plaatsmaken voor hetnieuwe natuurcompensatiegebied PuttenWest. Vier boerderijen moesten wordengesloopt. Tegen Roger had men eerdernog gezegd dat Hof ter Walle bewaard zou

blijven, omdat het in de inventaris vanbouwkundig erfgoed was opgenomen.

Het was een totale breuk met hetlandschappelijk verleden van dezestreek, die al in de twaalfde eeuw voorhet eerst was ingepolderd en sindsdiennooit iets anders dan landbouw hadgekend. De planners hadden schijnbaarwillekeurig een gebied uitgekozen zon-der rekening te houden met de familiesdie er al eeuwen boerden en tegen hetwater vochten.

Nu werd de nieuwe bestemming ach-ter de tekentafel bedacht door ingenieursen adviesbureaus, die alles langs demeetlat legden, tot de vogels en paddentoe. Natuurontwikkeling was een bloei-end bedrijf geworden. In geen tijd werdeen grote zoetwaterkreek uitgegraven.De vegetatie werd ingezaaid en aange-plant. De mensen die nieuwe natuurschiepen, waren dezelfde die elders oudenatuur vernielden.

Het jaar daarop werden er al veel kie-viten, grutto’s, tureluurs, kluten en zelfsveldleeuweriken gespot. Ze werden uitandere gebieden aangetrokken en stre-ken enthousiast neer in Putten West.Duizenden ganzen kwamen op de kreekaf. Het werkte. Het werkte zoals een voe-derplank die je in de tuin zet en die allevogels uit de buurt lokt.

De kipkarren blijken geen landbouw-producten te vervoeren, zoals ik dacht,maar ladingen zwarte polderaarde, die zeverderop uitgraven om een natuurge-bied langs de Drijdijk aan te leggen. Zestorten de grond in het nooit gebruikteDoeldok, een van de blunders van hetverleden. Het is inmiddels weer voor dehelft gevuld. Je kunt er al met drogevoeten over lopen.

De feniksOok hier in Oud Arenberg werd

enkele jaren geleden de zwarte kleilaagafgeschraapt, en dat maakt het nog zoveelerger, dat maakt het zo onomkeerbaarvoor Roger. Dat het juist de vette klei isdie deze polders tot de meest vruchtbarevan Europa maakt, hebben plaatselijkeboeren al tot vervelens toe in brieven enpetities uitgelegd, zonder gehoor te vin-den. ‘Beseft men nog wel dat men op hon-derd hectare polder jaarlijks graan teeltvoor 417.000 broden, 580.000 kilo aard-appelen, 200.000 kilo suiker, 179.000 kilomais en 46.000 zakjes uien?’

Stil en gespannen toont Roger me dehele boerderij, tot het allerlaatste kalver-hok toe, zoals onder boe-ren gebruikelijk is. Tebeginnen met de halfgesloopte, hoog oprijzendeschuur met vier beuken.In een zijbeuk zijn hetknechtenkamertje, depaardenstal en koeienstal-len, door houten schutselsvan elkaar gescheiden,nog gespaard geblevenvoor de afbraak.

Het grind op het erfknerpt onder onze voeten.We lopen om de woningheen, voorbij het bakhuisen het melkhuis, en gaanvia de achterdeur naarbinnen. Roger knipt het licht aan endraait de kraan open om me het warmewater uit de boiler te laten voelen. Ja,alles werkt nog. De keuken en badkamerheeft hij nauwelijks twintig jaar geledenvernieuwd, toen nog niemand hiergehoord had van Europese vogel- enhabitatrichtlijnen.

Het boerenhuis is ongeveer op de-zelfde manier ingedeeld als het onze, metvooraan ‘beste kamer’, grote slaapkamer

PUTTEN WEST Het nieuwe natuurgebied rond Hof ter Walle.

De natuur -beweging streeddecennialangsamen met deboeren tegen dehavenuitbrei-ding. Toen slotenze onverwachtseen akkoord metde haven.

Maar wat is de betekenis van eennatuurgebied dat geen wortels heeft inhet landschap en de gemeenschap,vraagt Roger zich af. En waarom moetendie tientallen grote en kleine natuurge-bieden uitgerekend in dezelfde streekkomen waar al duizenden mensen wer-den verdreven voor de haven?

Ik weet niet wat ik moet antwoorden.

De laatste oogstDe laatste koe die wordt opgeladen,

de laatste oogst die wordt ingeschuurd,stoppen met boeren, het snijdt zo diep.De hoeve laat Roger niet los en hij laat dehoeve niet los. Hij was erbij toen op eenijskoude ochtend de slopers naar Hof terWalle kwamen. Waarom de afbraak nutoch nodig was? Volgens natuurorgani-saties om een ‘homogeen natuurgebied’te hebben, zonder ‘verstoring’ voor debroedvogels. Blijkbaar storen vogels zichmeer aan huizen en hoeves dan aan dok-ken en fabrieken.

Het draaide uit op een veldslag tussenactievoerders en agenten. Een bulldozerramde het oude hek en legde de zijmurenvan de schuur plat. De laatste demon-stranten werden uit het eikenhouten dak-gebinte geplukt. Het werk moest snelworden geklaard, want het broedseizoenvan de kievit begon al op 15 maart. Maar

omdat er zoveel protest bleef komen,werd de afbraak uiteindelijk stopgezet,in afwachting van een onderzoek naar deerfgoedwaarde van het hof.

We verlaten de gebrandmerkte boer-derij. Roger gaat terug naar de nieuw-bouwwijk in Kieldrecht, waar nog andereonteigende boeren wonen, in fraaie hui-zen met alle moderne gemakken. Somsmet een paard van polyester of een oudeploeg op het gazon.

Hof ter Walle werd na het erfgoedon-derzoek beschermd. De schuur moetworden heropgebouwd. Maar Rogergelooft er niets van. Bijna alle oude, waar-devolle boerderijen, die het geheugenvan de polder vormden, zijn de afgelopenjaren verdwenen. ‘En ook dit hof zullenze gewoon laten vervallen, dan lost hetprobleem zich vanzelf op.’

Wanneer hij vertrokken is, zie ik ineen prikkeldraad rond het natuurgebiedeen dode gans hangen, die blijkbaar delandingsroute slecht heeft ingeschat. Ver-derop lopen honderden ganzen te grazen.Nog vijfhonderd meter verder zie ik,ondanks het ruwe weer, al springerig veebuiten rond de enige boerderij die hiernog actief is, in de bocht van de weg, aande Pillendijk.

Ik krijg het nare gevoel dat ik dekoeien van mijn broer herken

* * * * *Maanden later keer ik terug naar Hof terWalle, waar de avondconcerten van derugstreeppad zijn begonnen. Ik hoordevan Roger dat Natuurpunt er een pad-denexcursie organiseert. Hij vernam hetuit de pers. Vorige winter vond er al eenganzenexcursie plaats onder de naamGanzondag. Verder is het hof altijd leegen verlaten.

De wallen rond de hoeve staan nu volriet. Aan het oude hek hangt een span-doek: ‘Betere natuur, we maken er hierwerk van.’ Wanneer ik het erf op rij,passeert een boer op een tractor door destraat. Bekijkt hij me als een verrader?Gelukkig zie ik Roger niet. Ik treed bin-nen in zijn intimiteit. Zijn voetstappenstaan nog in de klei.

Het verval slaat hier nog erger toe danop onze boerderij. Een barst in de gevelvan het historische huis wordt groter engroter. Tientallen dakpannen liggenkapot op de grond. En het gebinte vande indrukwekkende schuur, die nu hele-maal is ingestort, ligt in een hok weg terotten.

In de ‘beste kamer’ zie ik dat de feniksop de schoorsteen al erg door vocht isaangetast. Het eeuwenoude, pastelkleu-rige fresco zit vol blazen en ruikt naarzwammen. Er zijn standjes opgesteld metbrochures over padden en vogels. Degrote kamer staat vol stoelen en banken,maar er is, naast de organisatoren, slechtseen dozijn bezoekers komen opdagen.Johan, de verantwoordelijke, met sik enpaardenstaart, is ontgoocheld. De excur-sie, die al maanden in de pers werd aan-gekondigd, is in samenwerking met dehaven georganiseerd. Alle havenbedrij-ven zijn aangeschreven, maar niemandvond het de moeite waard om te komen.

Een win-winsituatieOp de muur wordt een powerpoint-

presentatie geprojecteerd: ‘Van conflictnaar samenwerking.’ Johan vertelt hoede milieugroepen vroeger samen met depolderbewoners en boeren tientallenprocessen voerden, met succes. Vooralhet stilleggen van het Deurganckdokdoor de Raad van State was in 2001 eenmijlpaal. Vervolgens sloot Natuurpuntonverwachts een samenwerkingsak-koord met de haven. In het havengebiedzou vijf procent van de oppervlakte

Page 3: Voorpublicatie van Dit is mijn hof

2 S E P T E M B E R 2 0 1 5 41WWW.KNACK.BE40 2 S E P T E M B E R 2 0 1 5

gereserveerd worden voor ecologischeinfrastructuur, en daarbuiten zou samenworden gezocht naar de nodige compen-satiegebieden. De Vlaamse regering gingdaarna nog een stap verder door eenlange reeks natuurgebieden vast te leg-gen in een nooddecreet, dat elke juridi-sche inspraak onmogelijk maakte.

Johan is een van de drie medewerkersvan Natuurpunt die daarna een salarisvan de haven kregen. Natuurpunt kreeglater ook een zetel in de raad van bestuurvan het havenbedrijf. De voormaligetegenstrever werd medebestuurder. Allebezwaar tegen de verdere havenuitbrei-ding werd gestaakt.

Het resultaat? Tien jaar samenwer-king heeft meer opgeleverd dan dertigjaar strijd voordien, vindt Natuurpunt.De haven, de kerncentrale, Electrabel, dechemiebedrijven: zij sponsoren nu alle-maal graag natuurprojecten, en duswerkt Natuurpunt graag met hen samen.‘Een win-winsituatie’ wordt datgenoemd, ook al hebben polderbewo-ners en boeren het liever over een ‘ver-lies-verliessituatie’.

Natuurpunt heeft niet voor het ‘ver-wevingsmodel’ tussen natuur en land-bouw gekozen, want dat zou nergensgoed werken, luidt het. Landbouw blijftimmers een ‘woestijn voor natuur’,ondanks de strengere normen en contro-les. Met als grootste boosdoener nogaltijd de mest.

Het bondgenootschap met de haven isnu wel op een eerste tegenslag gestoten.Het nieuwe bestemmingsplan, waarin dehaven- en natuurontwikkeling wordenvastgelegd, is voorlopig geschorst doorde Raad van State. Een van de argumen-ten is precies de geplande vernietigingvan het oude natuurgebied van de Put-ten. Bijna alle besturen en organisatiesuit de streek zijn naar de Raad van Stategestapt, maar Natuurpunt niet.

Is het opgeven van de Putten dan nieteen te hoge prijs? ‘Nee, de ecologischewaarde is al erg verminderd door hetgestegen waterpeil’, zegt Johan. ‘Het isgeven en nemen.’

En het onteigenen van completegehuchten zoals Ouden Doel en Rapen-burg voor natuur? ‘Voor ons is dat nietnodig, maar de overheid ziet daar eenveiligheidsprobleem.’

En Hof ter Walle? Dat werd aanvan-

gaan de kluten naar de kloten’, lacht eenlid van Natuurpunt wrang.

Het is nu donker genoeg. We stekende weg over en komen bij een grote poel.Op een afstand horen we de padden zin-gen, al lijkt het meer op ronken. Rrr. Rrr.Rrr. Ik heb mijn zaklamp vergeten en zienauwelijks waar ik mijn voeten zet.

Splasj, is dat er één?Johan richt een krachtige lichtstraal

op het water en nu zie ik ze overal glim-men als glazen knikkers. Enkele tiental-len bruine padden, met opgezettekeelblaas, grote puilogen, veel wratten,en inderdaad een gele streep over de rug.Hij pakt er twee op, die boven op elkaarzitten, elkaar stevig onder de okselsklemmend, knorrend en kraalogend.Zelfs met een koevoet zou je ze niet uitelkaar krijgen. Amplexus wordt ditstandje door kenners genoemd.

Ik vind geen woordenom de kwabbige beestjeste beschrijven. MaarJohan helpt me uit denood: ‘Het zijn schitte-rende, unieke dieren.’

De rugstreeppad is hetparadepaardje gewordenvan de nieuwe natuur inde haven. Volgens eenexpert uit Wageningenmoet het linkeroeverge-bied een rugstreeppad-populatie vanachthonderd zingendemannetjes tellen, zegtJohan. Daarvoor zoudenmeer dan vijftig poelenmoeten worden gegra-

ven, op kosten van de haven.Het is een vochtige, tochtige nacht,

maar ik vergeet de kille regen, ik vergeetde flikkerende haven, ik vergeet degesloopte boerderijen, en beschut in mijnbodywarmer, bedekt door het wazigedonker, bedwelmd door het permanentegeronk, voel ik me opgaan in het land alseen rietstengel in de wind. Amplexus.

Chris De Stoop

VOORPUBLICATIE

B

kelijk gezien als een verstoring voor debroedvogels, maar werd nog op het nip-pertje gered, zegt Johan. Hij vertelt erniet bij dat de drie hoeves ernaast welwerden afgebroken. Misschien wordt devernielde schuur weer opgebouwd alsvogelobservatiepost, met een kijkwandin het dak. Of als decor voor teambuil-ding voor bedrijfsmensen.

AmplexusWe lopen over het erf, wachtend op

het donker. In de stallen tel ik vijf nestenvan boerenzwaluwen, die ook deze legeboerderij nog niet in de steek hebbengelaten. We turen door een telescoop naarhet leven in de plassen: een rosse grutto,een zwarte ruiter, twee bergeenden.Alleen hier broedt een kolonie visdiefjes.De zon gaat onder en het laatste avond-licht strijkt over het water en het riet.

Toch gaat het hier niet goedmet die broedvogels die menjuist wil beschermen. Voort-durend worden er ingrijpendeaanpassingen gedaan. Nieuwerietstekken worden geplant,broedeilandjes worden aange-legd, de oevers van de zoet-waterkreek worden schuinafgegraven. Een tijd geledenliep de kreek ineens leeg zoalseen bad waar de stop uitge-trokken wordt. Aan de noord-kant werd een lek ontdekt.

‘Het probleem is dat weonze aantallen moeten halen’,zegt Johan zorgelijk. ‘Maarroofdieren maken dat moeilijk.’

Hij wijst naar de vijfstroomdraden die rond het hele natuur-gebied werden gespannen, om de vostegen te houden. De afschrikmethode,die ook in twee andere natuurgebiedenwordt toegepast, blijkt dit broedseizoenmislukt. De vos is langs het ecoduct voorpadden toch binnengeraakt en heeft erzijn rosse buik volgegeten. Verder heefthet gebied last van de ganzen, die anderevogels verdringen, het jonge riet afvretenen het water met uitwerpselen vervuilen.Daarom worden ze regelmatig afgevan-gen en ‘geëuthanaseerd’.

Vooral de kluut delft nu het onderspitvoor de vos, wat blijkbaar niet graagwordt uitgelegd aan het publiek: dat hetene troeteldier het andere opeet. ‘En zo

De woelige acties van bozeboeren in heel Europa bereikenvolgende week hun climax meteen internationale manifestatiein Brussel, waar de Landbouw-raad bijeenkomt. Het roeptherinneringen op aan de legen-darische betoging in 1971, toenhonderdduizend boeren eenspoor van vernieling doorBrussel trokken en er een dodeviel. Het was een protest tegenhet plan van Europees com-missaris Sicco Mansholt omgrootschalige bedrijven naarAmerikaans model na te stre-ven: ‘Get big or get out.’ Degezinsbedrijven waren ergloeiend tegen, maar nadienging de landbouw toch deindustriële toer op.

Het gevolg is dat de boerennu massaal bulkproductenleveren tegen minimale prijzenen dat er miljoenen boeren ver-dwenen zijn, zegt professorMarjolein Visser (ULB). Zij

groeide op in een dorpje nabijNinove, waar ze als meisje opboerderijen ging helpen. Sinds1996 doceert ze landbouwsys-temen en agro-ecologie. Metverbijstering hoorde ze vorigeweek dat de Europese Com-missie de landbouw nog méérop export en de wereldmarktwil oriënteren. ‘De echte crisisis veel structureler dan dezeminicrisis nu, maar dat willenze niet toegeven. Een soortzelfverblinding. Tot het sys-teem ineenstuikt. En dat is nubegonnen.’

Volgens professor Visserheeft ruim een halve eeuwEuropees landbouwbeleid toteen ravage en een sociaalkerkhof geleid. ‘Miljoenen boe-ren zijn gestopt die niet wildenstoppen. Dat is een sociaaldrama waaraan veel te weinigaandacht wordt gegeven. Eenimmens verlies van kennis enervaring. We zijn bezig met de

laatsten der Mohicanen. Defundamentele vraag is of wenog wel landbouwers willen?Zo nee, dan moeten we hen datduidelijk zeggen. Zo ja, danmoeten we hen kansen bieden.Op de eerste plaats door eer-lijke prijzen. Als we een duur-zame landbouw willen, is ergeen één boer te veel meer,integendeel. Er zijn er nogamper 25.000 in Vlaanderen.Maar ik vrees dat de afvalracegewoon zal voortgaan.’

Feit is dat er met steedsminder boeren steeds meergeproduceerd wordt. ‘Dat wasde keuze voor schaalvergro-ting, mechanisatie en chemi-sche inputs. Amerika achterna,waar er al pikdorsers redenterwijl er hier nog met zeis ensikkel werd geoogst. Boven-dien speelde de honger mee uitde oorlog: Europa wilde zelf-voorzienend zijn. Dat is alvastniet gelukt: we hebben zwaarop vleesproductie ingezet,maar moeten daarvoormassa’s soja invoeren. Om nogte zwijgen over de milieu- engezondheidskosten van de pes-ticiden en meststoffen. Devraag is dus: waarom blijvenwe zo hardnekkig in dat pro-ductivisme geloven?’

WegwerpproductDe boer werd steeds minder

baas op eigen erf: ‘Hij raakte inde val tussen industriële toele-veranciers en industriële afne-mers. Hij werd een producentvan grondstoffen. Daarmeeging dan de voedselindustrieaan de slag. Die hele keten

heeft systematisch de prijzenverscherpt op de rug van deboeren. In het begin kregen zenog bijna de helft van de prijs,nu nog pakweg een tiende. Elkjaar bleven hun kosten stijgenen hun winstmarges dalen. Enzo zijn we nu aanbeland in desituatie dat ze 25 cent voor eenliter melk krijgen, die hen min-stens 32 cent kost. Onhoud-baar.’

In onze dolgedraaide con-sumptiemaatschappij daaldende voedselprijzen tot eenbespottelijk niveau: ‘De consu-ment is eraan gewoon gewor-den en kent de waarde vanvoedsel niet meer. Het is gede-gradeerd tot een wegwerppro-duct. Aan de andere kant is erde distributiesector die de boe-ren uitperst tot ze met verliesmoeten werken. Intussen heb-ben ze zich laten ringelorendoor de consulenten en finan-ciële adviseurs die hen scrupu-leloos in veel te hoge schuldendreven. Op dat vlak heeft hetgezond boerenverstand hen inde steek gelaten. De boerenwerden de verliezers van devooruitgang.’

Zelfs nu durft de Vlaamseoverheid nog te beslissen dezoogkoeienpremie af te pakkenals een boer minder dan twintigkalveren per jaar heeft. Visser:‘Het beleid, de markt, de ban-ken, de bonden en zelfs demilieureglementering pushennaar grootschaligheid. Hoe kunje voor een kleine stal andersdie investeringen voor sanitaireen ecologische normenopbrengen? Het is een mirakeldat landbouw hier nog steedsfamiliaal is. Dat toont hoe diemensen verknocht zijn aan eenmanier van leven die elders inde maatschappij is verlorengegaan. Maar de sociale enpsychische prijs is verschrik-kelijk hoog. Dat zal zo blijventot we de koers van het Euro-pees landbouwbeleid radicaalomgooien.’

BOERENACTIE ‘De boeren zijn de verliezers van de vooruitgang.

Chris De Stoop, Dit is mijn hof, De Bezige Bij,Amsterdam/Antwerpen,286 blz., €19,90.

C H R I S D E S T O O P

Dit ismijn hof

Ja, eenbloeiendeboomgaard,een wiegendkorenveld, eenweiland metkoeien, dat is nu geen échtenatuur meer,weet Rogerintussen.

‘De afvalrace gaat voort’In 1971 was er een woeste boerenbetoging in Brussel.Volgende dinsdag is het weer zover. De Landbouwraad buigt zich over de crisis. CHRIS DE STOOP

Europese landbouwcrisis