Voorproef-dichtbundel
-
Upload
vincent-de-haar -
Category
Documents
-
view
213 -
download
1
description
Transcript of Voorproef-dichtbundel
1
Als je maar lang genoeg wacht
Bernard Pelle
Gedichten 1996 - 2012
2
Als je maar lang genoeg wacht
Bernard Pelle
Als je maar lang genoeg wacht
Gedichten 1996-2012
ApeldoornSkimO2012
Copyright © 1996-2012 SkimO, ApeldoornGrafisch ontwerp door Vincent van de Haar
ISBN 978-90-820182-0-2
INHOUD
voorwoord 7bij gebrek aan foto’s 8wens 9het is gedaan 10zegt meer 11 fietsen 12 ijstijden 13 kruispunt 14zwerm 15 stofjes 16 autumn reality 17natgeregend zand 18vlinders ook 19muzen 20 lijflied 21 golven 22 pleinvrees 23nazomerherfst 24refrein 25 verder 26 welkom thuis 27lust 28 later 29 oranjepark n 30blauws 31 herfstst 32 moment 33 nieuws 34 heide 35 sailing home 36vonkjes 37 credo 38
Voor allen die ons lief zijn
7
voorwoord
kom bij me enzeg me dat ik dit bendat ik dit nietgeweest benof nooit waszeg me dat ik mij isen blijf bij melaat me alleen zijn en met je bestaan
8
bij gebrek aan foto’s
of allerlei andere dingen, misschien de wijn
of een zinderend mooibaskisch zomeravondtafereelbedient de sterren van repliek
of het omzetten van het gelach van de meisjes in muziek,
er is iets
en ik kom er
dichter dichter dichterbij
een wereld mooie wereld
maar heel even buiten mij
9
wens
Zolang de wereld nog geen gevolg is van factorenzolang er nog geweend wordt wanneer je bent geborenzolang er tere zielen nog op aarde zijn en levenzolang een man nog lief zijn lief een bloemetje kan gevenzolang er nog gedroomd wordt van ideaal en wenszolang de poëzie bestaat overleeft de mens
10
het is gedaan
Het is gedaan, het is gedaan,voor drie weken was het aan,samen wandelen onder de maan:het is gedaan.
Het is gedaan, het is gedaan,niet gedacht dat het zo snel zou gaan.vrijen onder een straatlantaarn:het is gedaan.
11
zegt meer
Ik wil je schrijvenen tekenen en dichtenik wil je lijf en je genen en gezicht enals jij niets in mij ziet ik zal van je dromenliefde hoeft niet van twee kanten te komen
12
fietsen
waar dennennaalden paden leggen een dichter wreed zijn sporen grieft stilte zegt wat hij wil zeggendoodsheid ombuigt naar verliefd
afstand uitgedrukt in tijd of honger dorst of witte schimmen dromerig een dal beklimmen - spiegelen van eeuwigheid -
geduwd door onbestemde wrokeen foto inkleuren met zwart spelen met een bruine lok een beeld dat het object verwart
gelukkig zoeken en het vindenin het water van de lucht wolken trachten vast te bindeningeademd - uitgezucht
13
ijstijden
waterspiegel, drijf op de stroombevries of breek los met de tijd
een tak ziet hoe steeds verder wegde hemel haar tegemoet komt
een witte streephet vliegtuig dat daar vloogen de wind doet haar werk
lang en soms voor evenhet ijs dat de grond bezatsneeuw als een zomerse regen
mens ziet zich staanhoe hij staart en verdrinkt in een zucht- deze winter is hier nog geschaatst -
water lucht en licht tot rustmaar niet tot stilstand gekomen
eens zal voor altijd alles slapennooit zal er niets te dromen zijn
14
kruispunt
zij gevleugeld als een vogelboven op de aarde ik
toegelachen te geduldig- woorden waren van de lucht -
ze heeft zich weggeschilderduit de wolken weggevaagd
tot de kim haar overspoeldesindsdien nog niet weer gezien
15
zwerm
de dag komt onsachterop metegemoet,de horizon door,alles komt goedwestwaarts per spoor
lange wolken morgenrood belichtliefdevol de ochtend schrijft zichzelf tot een gedicht
alleeneen zwerm spreeuwenzwermt er doorheen
de polders worden licht binnen verwelkt langzaamhaar slapende gezichtin het raam
16
stofjes
de winter die je ogen niet verlaat
je wasverzachter huid en perzik haar zijn bij mij fijne stofjes
waar narcissen de middenberm en meesterschilders’ penselen de wolken weer bevolken
mag ik even in jouw blik? het donkbevroren ijs en vieze koude wintertakken klieven
en deze middag jou in een golvende IJsseluiterwaard ongenadig madelieven
17
autumn reality
mijn fiets en ik, koude handenop zo’n laan der seizoenenplassen weerspiegelen schaduwde zon heeft vrij spel, kale takken
maar ze komt nietdaagt in de ijzige wind
nergens een rennend kind, geen ruziesiedereen en alles naar binnen blijft de leegte op straat, dan de dood van esdoornblad overal
erlangs, of eroverheen rijden:niet stilstaan hier, bijhoe echt alles echt is,zo zwijgzaam en guur,
zo alleen met zichzelfals het nog winter worden moet
18
natgeregend zand
ik kus je wangen zacht en glad en even verderop verstrengelen jouw vingers
en mijn hand en onze lijven onze levens wrijven warmte aan elkaar ik zeg ik vind jou liefen jij zegt lief en ik zeg maar
durf je, verlang je genoeg om te durven te kunnen, te willen, te smachten, te gaan?
te lachen, te dichten, te kussen en zwijgen en stil zijn en lief te hebben, verlangen
durf je naar mij te verlangen?durf je op me te wachten?dan wacht ik nog even op jou
19
vlinders ook
foto’s lachen niet en vlinders ook
maar mensen zijn liefop de maan zijn ook zeeën geweestzegt een stem met de klank van een toondie je even niet plaatstdat komt door dat feestje van laatst, jazo’n ding dat hakt er bij zo’n type alsik ben best wel in, ach, emotioneel, melancholiek, en dan een mindere daginmiddels gaat het al weer beter
foto’s lachen nieten vlinders ook
waarom praat je altijd zo abstractmaar laatst zei ik toch dat ik zes reeëngezien had, in de zin van zes keer een reeniet dat je denkt van de week hele kamergepoetst en vliegen gevangen die vliegen nu geen vliegen meer achternaja zo kom ik dan soms heel spitsvondigineens uit de hoek
foto’s lachen nieten vlinders ook
20
muzen ’s ochtendsen als de nachtgeen nacht was
het plan was eenoude meesterte gaan dwarsfluiten
en er werdgelachen
in het raamvan een bovenwoningspeelde een jongevrouw met rode wijneen foto van fotonaar schilderij
en jij met jemuziek maakte (lief)van bloemen (en geuren)een infinitief
mij de regelsjou de stem
en er werd gelachen om haar, jouen om hem
21
lijflied
meigroen gemiddeldwant zoveel en zo intensblijf ik achter in mijn mens
zelfs de laatste sneeuw laatst zelf nog weggetrapt
aan wonderen wennendwordt een woord een woordeen man een man
brembloei, in een geestige exercitie gekwadrateerd, bij tot verwondering uitdagendeluchten
in mijn bloedeigen maand blijf ik het steeds verliezen van wat geen naam hebben mag
22
golven
in adem zoekennaar mooie woorden
ontluisterd door rumoer werd het stil aan toch maar dag
vervlogen liefkozingeneen streepje zon op de zeegewoon, en als altijd muziek
gisteren sprak je van liefdevannacht met moeite verstaannu pas begrepen, te laat maardag is het, laat maar
het is dag
23
pleinvrees
langzaam wankelendronken en geil en glad mensen op elkaar af en terwijlhet licht nog verlegen de hemel beminten mag komen zoek ik half verloren het kind dat ik was, ben geweest, misschien nooit meer zal zijn- zij met mijen ik met haar spelend bestrijden we elkaar -en voltrekt zich de nacht op dit ijdele plein
24
nazomerherfst
Bevriest bij verhitting, ontdooid van de kou.
Ze zou gewoon, gewoon een poosje komen om te wonen in je dromen,
en kwam op een wolk uit de mist.
Met een kus kuste gekust.
En voor je het wist:de zomer gemist.
De spreeuwen gevlogengesmolten de sneeuw en weggesleten profiel van m’n banden.
Dat als dit wit was dat je dan ook dit niet las.
Dat je je wekker bekijkt.Je wekker jou.
Bij haar zijn wezen wou.
25
refrein
Sterren verblekende nacht baadtalreeds in een zeevan kunstlicht
En ik ben iken slaap wakendga zo naar de morgenvan morgen
van morgen
26
verder
de vrijheid is iets om alleen te vierenzoals in een verlate avondtreineen enkeltje met schrijfgerei en rijm-dichtend om een ander te plezieren
voert taal me verder, verder van de pijn - leidt me weg van waar jij het begonen af van wat ik toen niet hebben kon -ben ik waar ik ooit had gewild te zijn
steeds weer word ik naar jou teruggevoerd‘k weet niet hoe vaak ik jou al ben vergeten‘k weet niet hoe vaak ik zo al heb gezetenmelancholie die wederom ontroert
of eigenlijk dat steeds is blijven doenaltijd hetzelfde liedje dat je schrijfthet enige dat niet hetzelfde blijft:ben jij, je komt en gaat met het seizoen
een beeld verkleurt: het licht van een gedachte:vannacht is alles rood, zoals jij bentde maan vermaakt de liefde een moment,mijn hele wereld ligt op jou te wachten
27
welkom thuis
beknoptversteendvereeuwigdcv:je placht te lachen wanneer je een boek las
en de afstand leek groterwanneer ik je zagen jouw kleur waspastelzacht lavendel
(ik verbloem het verdrietdat ik had want zoals ik dan dacht:jij kende slechts vreugde)
word een met de aarde, jouw aarde, stijg open ik weet als het regent:jouw tranen
28
lust
een doezelige avond bij Romehoogzomer, nog voor de rosévermoeid sluimer je weg ze neemt je mee
je slurpt passie uit wijnstopt hartstocht in pasta:basilicum, oregano, tijmen rozemarijn
mijmerloos piekerend,struikelend, rollend, duikelendglijend van heuvels door valleien, de maan tegemoet zeilen
dronken van rusthaar langzaam gekust
29
later
Het verschil met vroeger, laterdan werd hij beroemd, een plein en een pechvolle garage totstadion en doel benoemd, ishet officiële.
Hoekvlaggen.
Niet de rauwe blikkenin de koppen van de spelers.
Niet de trucjes, stiftjes, poortjes,niet het jochie dat geen bal raakt,als laatste gekozen, en thuis aan tafeltoch lekker gespeeld.
Het plein is nooit een stadion geworden.
Het publiek hoeft geen kaartje te kopen:is ook massaal toegestroomd.Twee buurmeisjes van toen - voor hemwas een goal altijd een zoen -de reling niet eens gezien, ofniet begrepen, tussen de reserves in.
Verpozen, sms’en een sms:ben op de voetbal 2-0 voor 1x frenkie xx
30
oranjepark n
een stickie gedichtjesprikt in je dij
twee blondjes erbij in de fonteinen eentje in je hand van dan tot dan als je niet schrijft
want een autodief of een defect -alarmvoorziet een nergens naar klinkend liedvan een blauwgekielde muzikantvan een refrein
nu de wind is gaan liggen bij de man de eendjes
het water in probeert te drijven de eendjes in het wateren brood maakt van eendjesgieren zwaluwen door je hoofden zwaluwen door de lucht
ommuurdwas het hierpsychiatrie op z’n puurst
eromheen evenwel helaas en zo te zienauto’s en soms bussen
31
blauws
droevig zeker niet, naargeestig welwant blauw is niet een tint om bij te huilendroef is het papier als ik het kwelde schone lijnen daarmee te bevuilen
‘t begin is een besef, niet een gevoelen wel ’t besef herhaald’lijk te beseffenvan denken is besef het hoogste doeldat ik het liefst alzo vermijd te treffen:
dat narcissen de middenbermen lentegeel de narcissenbevolken, verheugt me
zoals ik mij verblijd in eenzaamheid
van steenkool en grafietmaak ik met liefdevolle handnog een blote griet
32
herfstst
Hun liefde is een zachte herfst met op hun herfstst gekleurde bossen.Die liefdevol hun liefde afstaanaan de aarde, waar zij zij aan zij zo het hoort wachten op de winter.Nu zijn hand haar fascineerten hij haar niet loslaat en zij zijn arm streelt en hij met haar haar speelt, beginnen ze te beminnen, ze willende binnenste stilte vinden.
33
moment
van een bijna verlaten wegwaar je de auto laat staanlangs de herbergtussen de runderendoor het stroompjeopwaarts volgenvoel je adem en je bloedwaar het pad ophoudtde bergwei opklauteren, pas opde prachtige bloempjesin de ochtendzonzoek het water weerweet dat liefde leven isnu gaat het rapomhoog en goedeschoenen zijn niet overbodigomhoog klimmen leidt steedsnaar het goede pad, laat de boomgrens achter jeschiet een plaatjewant alles gaat voorbijde laatste sneeuw doorde rotsen in een klimzwoeg, bijt, hijg en zwijgleef, sterf, ontwaaklach, zing, zie waar je bentplaats, tijd, jijmoment.
34
nieuws
In de schaduwis het koel. In de schaduw van gedichtjes slaaptgevoel. Een vogeltjetsjilpt. Is dus eenmus. Wit is wit,min min plus.
Er is een puntdaar komen wolkenvandaan. Even geduldverderop komt de maanvannacht staan.
Wat regent?Het is de regen.De regen regent.De regen regent zacht.
35
heide
bij elke zuchtbij elke lachbij elke mailbij elke ramp
bij elke klikbij elke oorlogbij elk verdrietom wat dan ook of wie
bij elke gast in dewereld draait dooren met Koninginnedag en ook als je weer eens naar huis rijdt
en als je er bentomdat je iets zoektwat daar niet isomdat je denkt
omdat je denktop de heiis de hei de hei de hei
de hei
36
sailing home
het geluid van een fietsbandop een doods stille straat
af en toe in de verte een stemmeestal gesmoord in de mond
onbruikbaar, ontoereikendonbereikbaar bericht
een gezicht op de weg ofeen lijf in de lucht
vannacht is uniek maarmorgen hetzelfde als altijd
ondertussen, denk ikblijven sturen
37
vonkjes
kijk eens hoe de sneeuwvlokjes neerdwarrelen is dat niet mooi?
het zijn net vonkjes zoals ze oplichten bij die straatlantaarn
je hebt je gloeiende gezicht omhoog gericht en kijkt me aan
en ik zie plotseling hoe mooi het is om te bestaan
38
credo
in elke leegte is God