Titel: Ik ben de sterksteAuteur: Christian Frascella

Opdracht 1

a. Wat was je eerste reactie na het lezen van het boek?

Nadat ik heb boek gelezen had, was ik erg verast over het einde. Er moesten voor mij nog een heleboel dingen gebeuren of afgemaakt worden. De vader van de hoofdpersoon ondergaat een operatie, waarbij hij 70 procent kans heeft dat hij het niet overleeft. Er wordt beschreven dat de zoon wegloopt van zijn werkplaats en dat hij daarna aangekomen bij het ziekenhuis te weten krijgt of zijn vader nog in leven is. Echter, het eindigt anders. Het verhaal stopt terwijl de hoofdpersoon aan het rennen is.

Daarnaast vroeg ik me af hoe het afloopt met Chiara. Chiara is het meisje waarop de ik-persoon gedurende het boek verliefd op is. Nadat ze samen uiteindelijk de liefde hadden bedreven, zou ze de hoofdpersoon in het ziekenhuis op komen zoeken. Het moment in het ziekenhuis heeft niet plaats gevonden, hierdoor weet de lezer dus ook niet hoe het met de twee geliefden af gaat lopen. Ik vraag me bijvoorbeeld af: Ontmoeten de jongeren elkaar nog een keer? Krijgen ze misschien een relatie? of Krijgen ze weer ruzie en passen ze toch niet bij elkaar?

Tot slot had ik na het lezen van het boek geen idee over de naam van de hoofdpersoon. Misschien heeft de schrijver met opzet geen naam genoemd of er zat een bedoeling achter.

b. Welke vragen en/of opmerkingen had je bij het boek?

Mijn opmerkingen zijn: Ik vond het een vermakelijk boek. Het bevatte namelijk spannende delen en aandachttrekkende delen, die mij ertoe brachten om door te lezen. Ik vond wel, dat het soms iets te langdradig was. Dit was met name in de gedeeltes waar zijn werkplek werd beschreven. Hij werkt namelijk in een fabriek, genaamd de Trak. Er wordt vertelt hoe zwaar het werk is en wie er allemaal werkzaam zijn. Iedereen en alles word erg uitgebreid beschreven. Dit geeft wel verduidelijking, maar het verhaal wordt er wel minder interessant van.

Het boek heeft geen duidelijk slot, het heeft een openeind en dit levert bij mij een paar vragen op die ik eerder in vraag 1a. heb benoemd. Verder is het boek in een aparte vorm geschreven, waarbij de naam van de ik-persoon niet wordt genoemd.

c. Kende je de auteur? Wat wist je al van hem/haar?

De naam van de auteur is: Christian Frascella. De schrijver was mij nog niet bekent. Ik heb wat onderzoek gedaan naar de hem en zijn andere geschreven boeken, maar ook daarvan had ik nog nooit eerder gehoord.

“Ik ben de sterkste’ was zijn eerste boek, hij maakte hiermee zijn debuut. Twee andere boeken van Frascella zijn: De woedeuitbarsting van Beth en Zeven kleine criminelen.

Opdracht 2 (herhaling stof klas 4)Je mag het boekje “Literaire begrippen”erbij gebruiken.

a. Verklaar de titel en eventueel het motto van je boek.

Titel: Ik ben de sterkste

De titel ‘Ik ben de sterkste’ gaat over de hoofdpersoon, ook wel de ik-persoon in het boek. De hoofdpersoon is een zestienjarige jongen die samenwoont met zijn vader en zijn zus. In het begin wordt de vechtpartij beschreven tussen de ik persoon en een klasgenoot, genaamd Riccardo (bijnaam is Schwarzy). De hoofdpersoon denkt dat hij erg sterk is, stoer is en iedereen kan verslaan. Dit is niet het geval, hij wordt namelijk vaak verslagen of neergeslagen.

“Ik had toegelaten dat hij mij die twee of drie schopjes gaf, omdat ik hem zielig vond. Ergens voelde ik toch al aan dat de vent volkomen gaar was. Ik zou zonder twijfel binnen een paar tellen overeind zijn gekomen en hem hebben afgemaakt.”

In dit citaat zie je dat hij is ingemaakt en op de grond ligt. Hij denkt zelf dat het anders zit, hij voelt zich sterk en de winnaar. Een andere keer probeert de jongen weer een gevecht aan te gaan met de sterkste en bekendste jongen van de stad: Tony Champion. En ook hier denkt hij dat hij alles aan kan, maar toch beland hij in het ziekenhuis.

“Nu ram ik jóú in elkaar, Tony,’ schreeuwde ik, ‘en ik vind je zo zielig dat ik die driehonderdduizend lire wel naar het ziekenhuis kom brengen, zodra ik mijn loon krijg.’ “

“Ik kan alleen maar zeggen dat ik het ene moment nog op mijn benen stond, met mijn klassieke grijs en zeker van mezelf, gezond van lijf en geest, en een ogenblik later vier meter verder naar achteren lag, gevloerd door een schouderstoot die tussen mijn neus en mijn voorhoofd was terecht gekomen en me tegen de grond had geslingerd, zonder dat ik een lettergreep had uitgesproken, zonder dat ik er iets van had begrepen. “

Hij denkt van zichzelf dat hij de sterkste is en hij vertelt, dat hij altijd kan winnen met gemak, maar wanneer hij midden in een gevecht zit verliest hij elke keer.

Motto: En je voelt wie je bent

Door je aderen stromenDe grijp je je vastAan het leven dat je hebt

Ligabue, licht

Het gaat waarschijnlijk over de eigenschappen van de ik-persoon. Hij wordt namelijk snel boos en is erg kort af. Deze eigenschap voelt hij en stroomt door zijn aderen. Hij heeft eigenlijk altijd ruzie met zijn zus en beledigd haar vaak. Wanneer zijn vader in het ziekenhuis ligt begint hij meer respect te krijgen voor zijn zus en voor de vriendin van zijn vader. Met Chiara heeft hij ook vaak ruzie, omdat hij vaak gelijk wil hebben en omdat hij erg egoïstisch is. Nadat ze hebben toegegeven dat ze verliefd zijn op elkaar, beginnen ze elkaar te begrijpen en te veranderen. Hij grijpt zich meer vast aan het leven dat hij heeft en laat zijn woede en zijn trots niet meer in de weg staan. Hij ziet het ligt en niet meer de negativiteit.

b. Bespreek twee belangrijke motieven in je boek; benoem eerst de motieven en gebruik daarna verhaalgegevens om de motieven toe te lichten.

Verlangen en eenzaamheid zijn twee belangrijke motieven volgens mijn mening. Ten eerste verlangen, omdat de ik-persoon graag verschillende dingen wil bereiken. Hij wil graag dat de delicatesse juf van hem houd. Want hij verlangt vaak naar haar. Dit wordt ook vaak genoemd in het boek.

“Alleen jou,’ herhaalde ik. Mijn stem was klankloos. Ik liet haar hand los, en zij zag niet de kans schoon om bij de buren hulp te gaan halen. Ze bleef waar ze was .’Zet het maar uit je hoofd,’ zei ze.

“Ik dacht aan Chiara, en ik voelde me overspoeld door een geluk dat me als een drug opzweepte.”

“Op het pleintje stonden motoren geparkeerd met namen die deden denken aan wiskundige formules, en patserbakken. Die van Chiara stond er ook. Mijn hart begon te bonken in mijn borst, maar ik liep verder.”

Hij wil ook graag laten zien dat hij overal goed in is. Hij solliciteert bij een bedrijf om er daarna mee op te scheppen en hij gaat gevechten aan om te laten zijn dat hij sterk is. Hij verlangt hier naar mensen die hem zien staan en naar het overal goed in zijn. Dit heeft dan ook een verbinding met het tweede motief, eenzaamheid.

Doordat hij zichzelf zo geweldig vindt en andere mensen minder vindt dan hem zelf, krijgt hij vijanden. Veel mensen uit zijn stad vertellen verhalen over zijn familie en over hem. Daarnaast heeft hij geen vrienden en met zijn familie heeft hij ook niet een erg goede band. Hij is eigenlijk dus best wel eenzaam.

“Ik heb het je gezegd. Ik vind je niet leuk. Je bent een ruziezoeker. Ga weg,‘ “

Chiara ziet hem dus niet staan, omdat hij een ruziezoeker is. Andere hebben hetzelfde gevoel over hem daarom is hij eenzaam. De vader van de ik-persoon wordt ook wel ‘Baas’ genoemd. Je ziet hier dat de vader en zoon niet erg interesse in elkaar hebben en dat ze slechte/matige band hebben. En ook dit geeft aan dat hij er vaak alleen voor staat.

“ ‘Je hebt alleen maar je plicht gedaan, rotzakje. En het zal ongetwijfeld een flutbaantje zijn.’ ‘afgunst, dat is waar mensen aan ten onder gaan, Baas.’ “

c. Bespreek uitvoerig één van de volgende aspecten: ruimte of tijd.

Ruimte:

Bij ruimte wordt er in het boek gebruik gemaakt van de omgeving en van de weersomstandigheden. Het boek speelt zich af in Italië, de stad of plaats wordt niet genoemd. Een groot deel van het verhaal speelt zich af in het huis van de hoofdpersoon. Hij woont in een klein huisje met twee verdiepingen, het huisje was van de ouders van zijn vader geweest. De ik-persoon vond het het lelijkste huis van de buurt en van het dorp. In het boek werd duidelijk verteld hoe het huis er uit zag. De muren, de ramen met horren, het balkon en de rest van het huis werd beschreven. Ook vertelde hij over de tuin die helemaal verwilderd was. Zijn vader, die in het begin van het boek alcoholist was, lag in de hangmat. Het huis en het huishouden van de familie was niet erg geordend.

Later in het verhaal veranderd de setting. Vader ontmoet een vrouw, krijgt een baan en hierbij knapt hij ook heel het huis op. Het slordige leven veranderd gedurende het boek steeds meer in een geordend leven (dus ook de ruimte).

Een andere plek die vaak benoemd wordt is de fabriek. De firma was een grote loods met een paar ingebouwde kantoortjes. Het gebouw is als lawaaierig en groot beschreven. Er werken veel mensen, die allen hun eigen functie hebben.

De laatste plek die vooral aan het einde van het boek wordt genoemd, is het ziekenhuis. Hier beland hij na het gevecht met Tony en hier komt hij terecht als zijn vader een bloeding in zijn lever krijgt. Hetgeen wat me erg opviel waren de weersomstandigheden toen vader in het ziekenhuis lag. Het was een regenachtige nacht en stormde. Nadat hij zijn vader had bezocht ging de ik-persoon roken. De ruimte waar hij stond, die werd beschreven, kwam echt negatief, verdrietig en hulpeloos over.

“De smaak van die sigaret ben ik nooit meer vergeten, evenmin als het donkere hoekje voor de ingang van het ziekenhuis waar ik stond te roken. Ik herinnerde me de regendruppels die opspatten in de modderplassen en het licht van de lantarens dat zich door de duisternis langs de rijksweg even verderop boorde.”

Er viel me bij een volgende gebeurtenis nog een bepaalde weersomstandigheid op. Het was de nacht dat er niemand thuis was. Het regende en onweerde weer. De ik-persoon wilde naar Chiara omdat hij anders helemaal alleen was. Ook hier geeft de regen en het onweer een treurige omstandigheid aan.

“Ik legde mijn hand op de portierkruk. Stromend water gutsten langs de ruiten en de nacht was weinig aanlokkelijk, wat voor plannen iemand ook had. En Chiara en haar familie om drie uur ’s nachts storen was echt een heel slecht plan.”

Opdracht 3

a. Beschrijf uitvoerig begin en einde van je boek. Geef aan welke literaire middelen de auteur gebruikt om spanning te veroorzaken (denk aan perspectief, open vragen, tijd en ruimte).

Begin:

In het begin van het boek wordt het gevecht tussen de ik-person en Schwarzy beschreven. Ze waren beide verliefd op het zelfde meisje, Elena. Mensen hadden zich om hen heen verzameld om het gevecht van dichtbij te bekijken. De ik-persoon vertelde hoe hij al zijn vechttalenten had geleerd van zijn idool, Oscar Moya. Hij vertelde alsof hij aan de winnende hand was, maar eigenlijk werd hij helemaal in elkaar geslagen. Hij belandde op de grond en om spanning te creëren gaf de schrijver veel details over hoe hij zich voelde toen hij op de grond lag zonder te vertellen hoe de hoofdpersoon er nu echt aan toe was. Het volgende citaat laat dit zien.

“Ik kon niets meer zien, het stof waaide in mijn ogen.” Uiteindelijk eindigde hij met een paar schaafwonden en blauwe plekken. Schwarzy eindigde de dag later in het ziekenhuis met hersenletsel, terwijl hij eigenlijk het duel had gewonnen. De ik-persoon werd geschorst.

De spanning wordt veroorzaakt doordat het boek is geschreven met een ik-verteller. Je hoort het verhaal alleen maar uit zijn perspectief en je weet dus alleen wat hij weet. In dit geval weet je allen wat de persoon verteld en niet wat er feitelijk aan de hand is.Einde:

De dag nadat de hoofdpersoon te weten is gekomen dat zijn vader 70 procent kans heeft om te overleiden, gaat hij gewoon naar zijn werk. Na zijn werk zou hij naar het zieken huis gaan om te weten te komen hoe zijn vader er aan toen is. Op zijn werk zou hij een contract aangeboden krijgen als hij een bepaalde taak goed heeft uitgevoerd. Hij moest per uur 600 platen persen. Het was hem aan het einde van de dag gelukt en hij mocht het contract ondertekenen. De ik-persoon begon opeens te rennen. Hij rende de fabriek uit zonder ook maar iets te zeggen of te ondertekenen. Hij werd nog kort achternagerend door een

personeelslid. En daarna geeft het personeelslid op en blijft de jongen doorrennen. Het volgende citaat is de laatste zin van het boek.

“ ‘ik stop hier, begrepen? Ik stop hier…’‘Ik niet’ “

Er wordt spanning veroorzaakt door hetgeen wat er speelt met de vader van het ik persoon. Ik had al een tijdje in mijn hoofd dat ik bijna te weten kreeg hoe het zou aflopen met vader maar de afloop is nooit gekomen.

Er is dus een openeinde. Je weet niet hoe het met de vader van de jongen in het ziekenhuis afloopt. Je weet niet hoe het met Chiara afloopt en je weet niet hoe het met hem afloopt. Dit alles veroorzaakt ook een spanning na het lezen van het boek. Je bent namelijk nieuwsgierig en je vraagt je af: Hoe gaat het verder? Ook de onduidelijkheid over het rennen levert spanning op. Je vraagt je af waarom de persoon aan het rennen is en waarnaartoe.

b. Vond je het slot van het boek bevredigend? Motiveer je antwoord.

Nee, ik vond het boek niet bevredigend. Ik had een hele hoop vragen nadat ik het boek had gelezen. De vragen heb ik in de opdrachten hiervoor duidelijk benoemd. Ik houd er niet van als er geen duidelijkheid is op het einde van het boek. Bij dit openeinde moet ik zelf bedenken wat er zou kunnen gebeuren en dat geeft voor mij dus geen duidelijkheid.

c. Werden de verwachtingen die aan het begin van het boek gewekt werden aan het eind ingelost? Welke verwachtingen waren dat?

Nee, Ik had meer verwachtingen over de slechte thuissituatie die in samenvattingen in de bibliotheek benoemd. De vader die een alcoholist was en de zus die zwaar christelijk was kwamen niet heel terug in het boek. In het begin vertelde de ik-persoon wel over zijn vader die in zijn hangmat bier aan het drinken was, maar daar werd maar een keer iets over gezegd. En zijn zus, Fransisca, werd ook wel ‘de Non’ genoemd, maar ook bij haar kwam verder niets terug over haar geloof. Ik had verder eigenlijk geen verwachtingen of ideeën over hoe het boek zou verlopen.

Opdracht 4Was de wereld zoals die in je boek werd beschreven al voor jou bekend? Welk onderwerp (bijvoorbeeld ziekte, oorlog of discriminatie) werd er in je boek aan de orde gesteld? Is het mogelijk dat je mening over dit onderwerp na het lezen veranderd is? In deze opdracht beschrijf je hoe het boek je mening of kennis over het onderwerp na het lezen heeft aangevuld of veranderd.

o Formuleer eerst kort het onderwerp van het boeko Geef vervolgens aan hoe je eerst over het onderwerp dacht voordat je

het boek ging lezen en hoe je daar nu –na het lezen – over denkt.o Probeer ook aan te geven waardoor het komt dat je kennis is

toegenomen of je mening is veranderd..

o Heeft de auteur gegevens uit zijn eigen leven verwerkt? Zo ja, welke?

Het onderwerk van het boek is vooral het ouder en volwassen worden. Bij het ouder en volwassen worden dacht ik aan een baan zoeken, je familie steeds meer achter je laten en meer je eigen leven op gang brengen.

Na het lezen van dit boek, zie ik dat niet alleen die paar dingen erbij horen. Bij de ik-persoon hoorde bij het volwassen worden, ook het veranderen van je slechte eigenschappen. Bij hem was het het geval dat hij meer respect en begrip moest hebben voor mensen en zijn woede niet de overhand moest laten nemen. Ten tweede had ik niet gedacht aan het harde werk wat sommige mensen uit moeten voeren. In de fabriek ging het er zwaar aan toe en er was ook veel concurentie. Je moest ook beter zijn dan de ander om je plekje in het bedrijf te verdienen, anders kon je makkelijk je baan verliezen. Tot slot zag je dat de hoofdpersoon moeite had met de mensen om hem heen die relaties kregen. Hij moest de nieuwe vrouw van de Baas accepteren. Dit gebeurde pas toen zijn vader op sterven lag. Ook zijn zus kreeg een relatie met iemand, die hem niet beviel. Pas op het einde begon hij ook hem te accepteren.

Je ziet in het verhaal duidelijk het verschil bij de ik-persoon, als je kijkt naar het begin en het einde van het boek. Wanneer je nadenkt en vergelijkt, zie je dat dat eigenlijk ook een belangrijk aspect is van het volwassen worden.

Er is zowel in het boek als op internet niets bekent over of de auteur gegevens uit zijn eigen leven heeft verwerkt.

Opdracht 5

Het schoolblad van Odulphus heeft je gevraagd de rubriek boeken te verzorgen. In die rubriek worden literaire werken die geschikt zijn voor de bovenbouw besproken. Je schrijft een kort stukje van ongeveer 300 woorden waarin je het boek dat je gelezen hebt al dan niet aanprijst. In het stukje moet je duidelijk je leeservaringen (zowel positieve als negatieve) laten blijken.

Het boek ‘Ik ben de sterkste’ van Christian Frascella is volgens mijn mening een literair werk dat geschikt is voor leerlingen in de bovenbouw. Het speelt zich af in een dorpje in Italië. De hoofdpersoon is een egoïstische, onbeschofte en agressieve jongen, die je vanuit zijn perspectief, zijn verhaal verteld. Ondanks deze slechte eigenschappen, heb je toch begrip voor hem en leef je toch met hem mee. De hoofdpersoon zet je ook aan het denken, met als gevolg dat je nieuwsgierig blijft.

Het verhaal is op een makkelijke en humoristische manier geschreven die voor iedereen te begrijpen is. Er is gebruik gemaakt van een eenvoudige manier van schrijven waar geen moeilijke woorden in worden gebruikt. Het is ook een overzichtelijk boek, die niet te veel vervelende onduidelijkheden brengt. Echter, het taalgebruik kan soms grof en ruw overkomen voor de lezer.

Er werden erg veel details gegeven in het boek. Dit was voor mij zowel positief als negatief. Het was positief, want hierdoor krijg je een beeld in je hoofd en zie je voor

je wat er gebeurd. Doordat het verhaal een ik- verteller heeft leef je met de details nog meer mee met de hoofdpersoon. Door de vele details was er wel een hele hoop duidelijk en dit is voor veel mensen fijn om gemakkelijk door een boek heen te lezen. Het nadeel is dat het in sommige gevallen een beetje langdradig en saai werd. Dit was gelukkig niet altijd het geval, maar die kun je wel zien als negatief.

Ik vind, ondanks dat er niet hele speciale dingen gebeuren, het verhaal toch vermakelijk en makkelijk leesbaar. Het is namelijk een realistisch verhaal, waardoor het boek boeiend is voor mij.

Opdracht 6

Wat vond je zelf de mooiste passage uit je boek? Leg zo goed mogelijk uit waarom je dat vond. (Maak een kopie van de desbetreffende bladzijden)

De ik-persoon was net neergeslagen door Tony Champion. Tony stond op het moment om hem nog eens te slaan en op dat moment hoorde hij een stem die ‘NEE’ riep. Het was Chiara. Ze redde hem volgens de hoofdpersoon van de dood. Ze was bezorgd om de ik persoon en liet zien dat ze toch om hem gaf. Ook al is hij is het boek afgebeeld als een afschuwelijk persoon toch wil je dat hij gered wordt. Ik vond het mooi omdat je zag dat er toch ondanks dat ze ruzie hadden een beetje liefde in haar zat. Ze heeft hem daarna gered en naar het ziekenhuis gebracht. In het boek geeft de delicatesse juf vaak aan dat de jongen onvolwassen in en dat hij te jong voor haar is. Toch blijft de hoofdpersoon haar leuk vinden en op dit moment geeft ze eigenlijk toe dat ze toch om hem geeft. Ze redt hem uit een erg heftige situatie. Hierdoor kies ik deze passage als mooiste uit het boek.

.