Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het...

39
Aardrijkskunde Samenvatting Toetsweek 1 Havo 5

Transcript of Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het...

Page 1: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

Aardrijkskunde

Samenvatting

Toetsweek 1

Havo 5

Page 2: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

2

Inhoud Aarde Systeem Aarde ............................................................................................................................. 3

Hoofdstuk 1 - Ons eiland in de ruimte ............................................................................................... 3

§1 – Planeet aarde .......................................................................................................................... 3

§2 – Drijvende continenten ............................................................................................................ 4

§3 – Bewegingen van platen .......................................................................................................... 5

§4 – De aarde brandt en beeft ....................................................................................................... 7

Hoofdstuk 2 - Afbraak en opbouw van het landschap ...................................................................... 8

§1 – Systeem aarde ......................................................................................................................... 8

§2 – Exogene processen aan het aardoppervlak ........................................................................... 9

§3 – Water, ijs en wind ................................................................................................................. 10

Hoofdstuk 3 – Klimaat & landschapszones ...................................................................................... 11

§1 – De atmosfeer: een omhulsel van gas ................................................................................... 11

§2 – Warmtetransport door wind en zeestromen ....................................................................... 12

§3 – Natuurlijke landschapszones ................................................................................................ 14

§4 – Veranderingen in landschapszones door menselijke activiteiten ....................................... 16

Afbeeldingen ......................................................................................................................................... 18

Aantekeningen KAR .............................................................................................................................. 33

Page 3: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

3

Aarde Systeem Aarde

Hoofdstuk 1 - Ons eiland in de ruimte

§1 – Planeet aarde De derde planeet

- De aarde is één van de negen planeten die rond de zon draaien

- De zon heeft een diameter van ongeveer 1.500.000 km

- De zon is slechts één van de miljarden sterren waaruit dit zonnestelsel, het Melkwegstelsel.

- Mercurius, Venus, de aarde en Mars vormen de binnenplaneten van ons zonnestelsel.

Tijdschalen

- De ouderdom van de aarde wordt geschat op 4,6 miljard jaar.

- Ze hebben deze jaren verdeeld in een geologische tijdschaal

- Aanvankelijk was er alleen een relatieve tijdschaal. De volgorde van de tijdperken was

bekend, maar de werkelijke ouderdom in jaren kon niet worden vastgesteld.

- Later kon er een vrij nauwkeurige schatting worden gemaakt van het geologisch materiaal.

Door deze absolute ouderdomsbepaling was het mogelijk jaartallen te koppelen aan de

relatieve tijdschaal.

Opbouw van de aarde

- De aarde is opgebouwd uit een aantal bolschillen: de kern, de mantel en de korst. Die

bolschillen worden van binnen naar buiten steeds lichter en ze gaan vrij abrupt in elkaar

over.

- Binnen in de aarde zit de kern: die bestaat uit een mengsel van nikkel en ijzer. De kern is vast.

- Om de kern heen ligt de mantel, die ruwweg uit twee delen bestaat: de binnen- en de

buitenmantel. De binnenmantel is vast en de buitenmantel is taai-vloeibaar of plastisch.

- Boven de steenachtige afgrenzing van de buitenmantel ligt aardkorst. De aardkorst bestaat

uit gesteenten die grotendeels verbindingen van zuurstof met ijzer, calcium, magnesium,

natrium en aluminimum zijn. De dikte van de aardkorst varieert tussen de 7 en 10 kilometer.

Onder de continenten is de aardkorst meestal zo’n 35 tot 40 kilometer dik. Onder grote

gebergten kan de dikte echter ook wel oplopen tot 70 kilometer

- De grens tussen de korst en de mantel wordt de Moholaag genoemd.

- De zuurstofrijke gesteenten van de korst en de zuurstofarme gesteenten van het vaste

buitenste deel van de mantel vormen samen de lithosfeer (steenschaal), is 100-150 km dik)

en wordt onderverdeeld in de continentale korst en de oceanische korst.

- Continenten bestaan uit graniet en oceaanbodems bestaan uit basalt. Dit is een zwaarder

gesteente

Page 4: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

4

§2 – Drijvende continenten Catastrofe of niet?

- Principe van het actualisme: het heden is de sleutel tot het verleden.

Alfred Wegener

- Alfred kwam met nieuwe aanwijzingen dat de aarde zou drijven op het magma.

- Volgens hem waren de continenten grote eilanden van relatief lichter gesteente, die dreven

op iets in de diepe ondergrond dat min of meer vloeibaar was.

Bewijzen

- Paleomagnetisme, het aardmagnetisme uit het verre verleden. Sinds de uitvinding van het

kompas heeft men gebruikgemaakt van een eigenschap van een eigenschap van ijzer.

- In Engeland ontdekte men dat een kaart van het magnetisch veld van Europa uit een

bepaalde tijd naadloos aansluit bij dat van Noord-Amerika.

- De huidige inzichten en feiten bevestigen dus de hypothese van Wegener.

Page 5: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

5

§3 – Bewegingen van platen Asthenosfeer en convectiestromingen

- De lithosfeer bestaat niet uit één geheel, maar uit zes grote en een stuk of tien kleinere

platen. Die platen drijven op het deel van de buitenmantel dat taai-vloeibaar is en

asthenosfeer wordt genoemd. Daarin komen blijkbaar allerlei stromingen voor.

- De motor achter de beweging van de asthenosfeer is de inwendige warmte van de aarde

- Convectiestromingen: kringlopen van vloeibaar mantelmateriaal. Door de

convectiestromingen bewegen de platen van de lithosfeer.

Soorten bewegingen

- De platen kunnen op verschillende manieren ten opzichte van elkaar bewegen. Platen

kunnen van elkaar af of naar elkaar toe bewegen en ze kunnen ook langs elkaar heen

bewegen.

Divergentie

- Platen kunnen van elkaar af bewegen. Je noemt dit divergentie. Deze beweging vindt plaats

op de bodem van de oceanen. De aardkorst ontstaat hier als het ware. Het materiaal komt

naar boven en stroomt naar twee zijden weg. Zo ontstaan onderzeese gebergteketens, de

midoceanische, met in het midden een laagte. Het vulkanisme dat hiermee gepaard gaat, is

niet explosief maar vrij rustig.

Convergentie

Bij convergentie bewegen twee platen naar elkaar toe. Hierbij is een drietal variaties mogelijk.

- Ten eerste kan een oceanische plaat tegen een continentale plaat botsen. Het materiaal van

de oceanische plaat (basalt) heeft een grotere soortelijke massa dan dat van de continentale

plaat (graniet). Daardoor duikt de oceanische plaat altijd onder de continentale en zinkt hij in

de mantel. Dit gebeurt ook onder invloed van een neerwaartse convectiestroming. Het

gebied waar dit gebeurt, noem je een subductiezone. Deze zone is aan het aardoppervlak te

herkennen als een diepzeetrog. Je vindt bij subductiezones behalve een trog ook altijd een

gebergte en vulkanisme.

- Een tweede mogelijkheid bij convergerende platen is dat er een botsing plaatsvindt tussen

twee oceanische platen. De oudste van de twee platen duikt dan onder de jongere plaat. De

oudste plaat is immers het meest afgekoeld en dus zwaarder. Het gevolg is een vulkanische

eilandenboog met daarnaast een diepzeetrog.

- Tenslotte kunnen ook twee stukken continentale korst tegen elkaar botsen. Op deze

continentale platen liggen schilden. Dit zijn uitgestrekte, geologisch stabiele delen van de

aardkorst. Door de botsing van beide continentale korsten hebben zich tussen de schilden

plooiingsgebergten gevormd

Page 6: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

6

Transforme beweging

- De derde beweging is dat platen langs elkaar schuiven. Je noemt dit een transforme

plaatgrens. Op de plekken waar dit gebeurt, wordt de lithosfeer dus niet afgebroken, maar

ook niet opgebouwd. Dit langs elkaar schuren gaat in de praktijk met horten en stoten. De

scheidslijn tussen de twee platen wordt dan ook altijd goed in de gaten gehouden.

- Bij een breuk zijn door spanningen in de aardkorst gesteenten langs breukvlakken gebroken.

Er ontstaan zo diverse blokken gesteente die langs de breuken kunnen verschuiven. Behalve

genoemde horizontale verschuiving, kunnen ook opschuivingen en afschuivingen

plaatsvinden. Op deze manier kan een serie naast elkaar gelegen relatief hoge zones horsten

en relatief lage delen slenken ontstaan. De gebergten die ontstaan in een gebied met een

breukactiviteit, worden breukgebergten genoemd.

Page 7: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

7

§4 – De aarde brandt en beeft Vulkanisme

- Bij een eruptie (vulkaanuitbarsting) komt doorgaans gesmolten gesteente (magma) naar

buiten. Het herkomstgebied van het magma noem je de haard. Hoe dieper de haard ligt en

hoe groter de druk is, des te heftiger de uitbarsting kan zien. Zodra het magma aan het

aardoppervlak, heet het lava. Deze lava koelt vervolgens af tot vulkanisch gesteente.

- Een klein deel van de vulkanen ligt een eind van de plaatranden af. Dit type verschijnsel heeft

te maken met mantelpluimen. Hete pluimen (meestal basaltisch) materiaal komen uit het

onderste deel van de mantel naar boven. Uiteindelijk smelt het materiaal dwars door de

lithosfeer heen. De top van de gesmolten pluim noem je de hotspot. Boven zo’n hotspot

ontstaat een vulkaan die langzaam wegdrijft met de bewegende plaat die eroverheen gaat.

Daardoor ontstaat er een hele rij vulkanen die in het verlengde van elkaar liggen.

Soorten vulkanen

- Schildvulkaan: de lava heeft een grote vloeibaarheid en kan daardoor ver weg stromen

voordat het stolt. Bij zo’n effusieve uitbarsting, die dus vrij rustig van aard is, worden

verschillende dunne lavastromen over elkaar heen afgezet. Schildvulkanen hebben een

brede basis en zeer flauwe hellingen.

- Ook spleeterupties zijn een voorbeeld van een effusieve eruptie.

- Samengestelde of stratovulkanen zijn de mooiste dodelijke vulkanen. De lava van

stratovulkanen is taai-vloeibar en vormt daardoor kegels met een kleine doorsnede en steile

wanden. Ze zijn opgebouwd uit afwisselende lagen van lava en vulkanische as. De

uitbarstingen van dit vulkaantype, dat vooral te vinden is bij subductiezones, zijn vaak zeer

explosief.

- Een caldeira ontstaat als het dak van de vulkaan door een grote explosie instort.

Aardbevingen

- Het punt waar de aardbeving ontstaat, wordt het hypocentrum genoemd. De plaats

loodrecht aan het aardoppervlak erboven, waar deze trillingen het meest voelbaar zijn, het

epicentrum.

- Aardbevingen vinden het meeste plaats aan de randen van platen. De meeste komen voor bij

botsende platen.

- Aardbevingen kunnen ook ontstaan door bewegingen langs kleinere breukvlakken →

aardbeving Groningen 2003

Page 8: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

8

Hoofdstuk 2 - Afbraak en opbouw van het landschap §1 – Systeem aarde De aarde is opgebouwd uit 4 sferen:

- Atmosfeer: lucht

- Lithosfeer: vast gesteente

- Hydrosfeer: water

- Biosfeer: leven

Deze sferen vallen ook weer te onderverdelen. De motor achter de sferen is de zon, en de sferen

hebben invloed op elkaar. Er is sprake van een wisselwerking tussen de sferen. Als er iets gebeurt in

een sfeer, heeft dat dus altijd gevolg op een of meerdere andere sferen.

In de gesteente kringloop gaat men ervan uit dat er drie soorten gesteente zijn. Stollingsgesteenten,

sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten. Elk soort kan worden gevormd uit de andere twee.

- Stollingsgesteenten worden gevormd door het stollen van magma. Ze vormen 95% van de

aardkorst. Basalt en graniet zijn voorbeelden van stollingsgesteenten.

- Sedimentgesteenten ontstaat door het afzetten van materiaal door lucht, water of ijs. Ze

bedekken ruim 75% van de aarde. Voorbeelden zijn kalksteen en zandsteen.

- Metamorfe gesteenten zijn stollings- en sedimentgesteenten die onder druk of temperatuur

een gedaanteverwisseling ondergaan. Marmer (was kalksteen) en Leisteen (was kleisteen) zijn

voorbeelden van metamorfe gesteenten.

De hydrologische kringloop is de waterkringloop die zich afspeelt op het land, in de lucht en in de

oceanen. Het is een kringloop van neerslag, verdamping, condensatie en transport van water.

Verdamping op open water wordt evaporatie genoemd, bij planten heet het transpiratie.

Als laatste heb je nog de koolstof kringloop.

Page 9: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

9

§2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer en planten. Het gesteente blijft

vaak ter plekke liggen. Ook bij de verwering zijn er weer drie soorten te onderscheiden:

- Mechanische verwering, gesteente verweert zonder dat de scheikundige samenstelling van

het gesteente verandert. Spleetvorst is hier een bekend voorbeeld van, water komt in spleten

tussen gesteente, bevriest en zet uit waardoor het gesteente verweert.

- Bij Chemische verwering verandert de scheikundige samenstelling wel. Dit komt vooral voor in

warme vochtige gebieden, waar bepaalde mineralen in gesteente reageren op stoffen in de

grond en regenwater. Denk aan het oplossen van kalksteen door zuur regenwater.

- Organische verwering is de laatste. Deze verwering is het gevolg van mens en dier,

bijvoorbeeld als er wortels door gesteente heen groeien of bacteriën die inwerken in de

gesteenten.

Verwering is dus sterk afhankelijk van het klimaat. Ook hangt de verwering af van de hardheid van de

steensoort, en de duur van de verwering.

Massabeweging komt voor als verwering door zwaartekracht naar beneden glijdt. Er zijn drie

factoren die inspelen op de soort massabeweging namelijk de:

- Aard van het materiaal, rond of hoekig?

- Steilheid van de helling

- Natheid

Modderstromen, lawines, maar ook slechts een paar vallende stenen is massabeweging. Een

aardverschuiving is een groot oppervlakte grond wat plots verschuift.

Page 10: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

10

§3 – Water, ijs en wind

Het stroomgebied van een rivier is het gebied van waar het water naar de rivier toestroomt, dus niet

alleen de plek waar de rivier zelf is, de grens tussen stroomgebieden wordt gevormd door een

waterscheiding. We verdelen een rivier in de bovenloop, waar veel erosie plaatsvindt, de

middenloop, waar transport het belangrijkst is en de benedenloop, waar de rivier hoofdzakelijk

sedimenteert. Door de erosie in de bovenloop ontstaat er een V-vormig dal. Als een rivier van de

berg in een dal komt, sedimenteert hij vaak het erosiemateriaal, dit wordt een puinwaaier genoemd.

Zwaardere deeltjes sedimenteren eerder dan lichtere. Doordat de rivier in de binnenbochten erosie

veroorzaakt gaat een rivier meanderen (slingeren).

Een gletsjer is een ijsmassa die door zwaartekracht beweegt. De alpienegletsjer kan variëren tussen

minder dan 1 tot tientallen kilometers. Door de erosiekracht verandert een gletsjer het V-vormige dal

in een U-vormig dal. De tweede soort gletsjer is veel groter, zoals in canada en Groenland. Het

gesteente dat de gletsjer meesleept wordt morenemateriaal genoemd. Aan het eind wordt dit puin in

een boog afgezet: de eindmorene.

In de afgelopen 2,5 miljoen jaar hebben we glacialen en interglacialen gekend. In een glaciaal rukt

het ijs op en daalt de temperatuur, in een interglaciaal is het warmer. De zee doet ook aan erosie,

met name aan de kust en het liefst klifkusten. Ook sedimenteert ze bij aanslibbingskusten. Denk aan

zandstranden en duinen. Ook de wind kent erosie en sedimentatie.

Page 11: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

11

Hoofdstuk 3 – Klimaat & landschapszones

§1 – De atmosfeer: een omhulsel van gas

Atmosfeer

• De atmosfeer werd gevormd toen de aarde na haar ontstaan lang geleden, begon af te

koelen. In de loop van de tijd ontstond een gasvormig omhulsel dat de aarde als een deken

bedekt. De zwaartekracht zorgt ervoor dat de gassen niet verdwijnen in de ruimte.

→ hoe dichter bij de aarde hoe meer gassen, hoe verder hoe minder

Er zijn vier lagen in de atmosfeer

1. Onderste laag: troposfeer, je kunt stellen dat je met elke 100 meter die je stijgt de

temperatuur met 0,6 graden daalt. Dit noem je de temperatuurgradiënt. Afwijkingen hangen

af van de luchtvochtigheid. Hoe droger de licht hoe groter de temperatuurgradiënt. In de

troposfeer speelt zich het weer af.

2. Tussen tropopauze en stratopauze: temperatuur constant → laag na de stratopauze heet

stratosfeer, deze laag bevat veel ozongas. Dit gas filtert voor de mens schadelijke

ultraviolette straling van het zonlicht.

3. Mesosfeer

4. Thermosfeer

Stralingsbalans

• Aarde maakt deel uit van het planetenstelsel waarvan de zon het stralende middelpunt is.

• Aangezien de aarde niet voortdurend warmer of kouder wordt, moet er een evenwicht

bestaan tussen de hoeveelheid straling die de aarde bereikt en de hoeveelheid straling die de

atmosfeer weer verlaat. Dit heet de stralingsbalans of energiebalans.

• Energie van de zon die de atmosfeer bereikt:

- 20% weerkaatst door wolken

- 4% weerkaatst door het aardoppervlak

- 6% verstrooid door gasdeeltjes

De albedo is 30%

→ albedo is het weerkaatsingsvermogen van een object

- in de troposfeer wordt nog 23% van de energie door wolken en door waterdamp

geabsorbeerd

→ in totaal bereikt dus 47% v/d kortgolvige zonnestraling het aardoppervlak

Variaties in de stralingsbalans

• Weerkaatsing van het zonlicht verschilt van gebied tot gebied, polen weerkaatsen meer

zonlicht dan bossen.

• Verschil tussen land en zee, land warmt sneller op dan zee

Page 12: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

12

§2 – Warmtetransport door wind en zeestromen

Wet van Buijs Ballot

• De wint waait van een hoog naar een lagedrukgebied en krijgt daarbij een afwijking:

Naar rechts op het noordelijk halfrond

Naar links op het zuidelijk halfrond

• Dat komt door de draaiing van de aarde om zijn eigen as waardoor het corioliseffect ontstaat

Luchtbeweging hoge- en lagedrukgebieden

Hogedrukgebieden:

- Vanaf grote hoogte stroomt (koude) lucht toe

- Dus een overschot aan lucht

- Lucht draait in en wordt warmer (wolken

verdampen)

- Aan aardoppervlak stroomt lucht weg

- Daarom helder, droog weer

Lagedrukgebieden:

- Lucht stroomt toe

- Stijgt op en koelt af (condensatie dus

wolkvorming)

- Stroomt op grote hoogte weer weg

- Daarom bewolking en neerslag

Factoren die temperatuur en neerslag van een

regio bepalen

- Breedteligging - Ligging hoge- en lagedrukgebieden - Wind/luchtstromen - Verdeling land/zee - Zeestromen - Hoogteligging -

Strategie om klimaat te verklaren

- Waar liggen de hoge/lagedrukgebieden → bepalen windrichting

- Waar komt de wind vandaan? Over land/zee>

- Evt. warme of koude zeestroom

- Liggen er gebergten, dus is er sprake van loef/lijzijde

- Let ook op hoogteligging/breedteligging voor de temperatuur

Page 13: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

13

Afwijkingen van het mondiale windsysteem

- Door de schuine stand van de aardas vindt de loodrechte zonnestand niet het hele jaar op de

evenaar plaats. Deze beweegt zich tussen de twee keerkringen. Aangezien de laagste

luchtdruk wordt gemeten waar de temperatuur het hoogst is, beweegt de zone van

equatoriale lage luchtdruk, de intertropische convergentiezone (ITCZ) mee. De verschuiving

beperkt zich niet tot het gebied rond de evenaar. Het hele windsysteem verschuift in juli naar

het noorden en in januari naar het zuiden.

- Doordat de verschillen in temperatuur tussen zomer en winter boven de continenten het

grootst zijn, is de verschuiving daar het sterkst.

- Door de afwijking naar rechts die de wind op het noordelijk halfrond krijt, zuigen de

lagedrukgebieden boven deze continenten vochtige zeelucht aan. De aanlandige moessons

brengen een paar maanden van het jaar veel neerslag. Rond januari, als de ITCZ op het

zuidelijk halfrond ligt, waait er een aflandige droge moesson uit het noordoosten.

Zeestromen

- Ook zeestromen krijgen op het noordelijkhalfrond een afwijking naar rechts en op het

zuidelijkhalfrond een afwijking naar links.

- Binnen elke oceaan bevindt zich een hoofdcirculatie die bestaat uit meerdere stromen. Op

het noordelijkhalfrond draait zo’n circulatiepatroon met de wijzers v/d klok mee en op het

zuidelijkhalfrond tegen de wijzers van de klok in.

- Twee soorten zeestromen: warme en koude zeestromen

Warme zeestromen brengen warm water naar de polen

Koude zeestromen zorgen ervoor dat koud water naar lagere breedtes stroomt

Thermohaline circulatie

- Oceaanstroming die wordt aangedreven door de dichtheidsverschillen van het oceaanwater,

heet de thermohaline circulatie.

- Dit thermohaline (warmte en zoutgehalte) circulatiesysteem werkt als een geweldige

diepwaterpomp die warm water uit de tropische streken naar het noorden stuwt en dan

weer retour via die diepte van de oceanen

Page 14: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

14

§3 – Natuurlijke landschapszones

Kenmerken van de landschapszones op aarde

- Landschapszones worden niet alleen gevormd door het klimaat. Een ingewikkeld samenspel

van veel factoren is verantwoordelijk voor de rijke schakering aan landschapszones die de

aarde kent. Er is hier sprake van geofactoren. De belangrijkste natuurlijke spelbepalers zijn

het klimaat, de gesteenten en het reliëf.

Landschapszones

Tropische zone:

- Altijd warm en vochtig. De

luchtvochtigheid is constant hoog

en daalt niet onder de 80%.

Bomen groeien hele jaar door en

bos is altijd groen. Het bos

bestaat grofweg uit drie etages

- Bodem is niet erg vruchtbaar→

Schimmels en bacteriën breken

afgestorven planten en dode

dieren onmiddellijk af (door

warm en vochtig klimaat)

- Bodems zijn wel sterk

roodgekleurd. Door de grote

hoeveelheid neerslag en de hoge

temperatuur is de humuslaag erg

dun.

Page 15: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

15

Subtropische zone:

- De subtropische zone ligt tussen de tropen en de gematigde zone. In de subtropen is het wat

koeler dan in de tropen

- Kan hele jaar door neerslag vallen of kent een droog seizoen

- Vegetatie heeft zich aangepast aan de klimaatomstandigheden

Gematigde zone

- De loofbomengordel die de gematigde zone kenmerkt, is alleen te vinden op het noordelijk

halfrond. Op het zuidelijk halfrond ligt geen land op de breedtegraden waar de loofbomen

kunnen voorkomen. Hoewel de gemiddelde zomertemperatuur boven de 15℃, kent het

klimaat in deze zone vele variaties.

Boreale zone

- Wordt gekenmerkt door lange, koude winters en korte, koele zomers.

- De zomertemperatuur schommelt tussen de 10 en 15℃

- De naaldbomen overheersen

Polaire zone

- De zon valt schuin in, met als gevolg dat de gemiddelde jaarlijkse temperatuur benden de

10 ℃ blijft

- Er groeien geen bomen

- Het toendragebied vormt als onderdeel van de polaire zone het overgangsgebied tussen de

boreale bossen en de ijsvlakten

Aride zone

- Niet de temperatuur, maar de hoeveelheid neerslag bepaalt namelijk de begrenzing van deze

zone.

- Jaarlijkse neerslag in de woestijnen is 250 mm of minder

- Neerslag valt meestal in de vorm van hevige stortbuien

- Grensgebied tussen de aride en meer gematigde zone wordt gevormd door de

steppegebieden, de jaarlijkse neerslag ligt hier tussen de 250 en 500 mm. Vanwege de hoge

vruchtbaarheid van de steppebodems is veel van het oorspronkelijke landschap verdwenen

en omgezet in cultuurgrond. De steppegebieden zijn de graanschuren van de wereld

geworden.

- Materiaal van de bodems is löss

Page 16: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

16

§4 – Veranderingen in landschapszones door menselijke activiteiten

- Landdegradatie/bodemdegradatie: het verlies aan biologische en economische

productiecapaciteit van het land - Verwoestijning of desertificatie is een vorm van landdegradatie die plaatsvindt in aride en

semi-aride gebieden op aarde. - Door een slechte irrigatie kan in aride en semi-aride gebieden verzilting ontstaan, hiermee

wordt de toename van het zoutgehalte in de bodem bedoeld. Dit gebeurt als er te veel

irrigatiewater wordt gebruikt. → overtollig water zakt de grond in → gebeurd jaren achter

elkaar → grondwaterpeil stijgt → water verdampt en zout blijft achter → verzilting

→ oplossing hiervoor is het water sneller afvoeren d.m.v. een drainage of gebruik van

druppelirrigatie - Derde vorm van landdegradatie is bodemerosie. Door bodemerosie verdwijnt het voor de

plantengroei onmisbare bovenste deel van de verweringslaag. De landbouw ondervindt er

dus veel schade van.

Twee soorten bodemerosie: bodemerosie door water en bodemerosie door wind

Water bodemerosie: Komt vooral voor in warme gebieden waar veel regen valt. Bodemerosie

door water ontstaat vaak door ontbossing.

Bodemerosie door wind ontstaat vaak onder twee voorwaarden: de bodemdeeltjes moeten

losliggen en de bodem mag niet beschut zijn door begroeiing.

Page 17: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

17

Page 18: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

18

Afbeeldingen

Afbeeldingen hoofdstuk 1 en 2 staan hier apart, de afbeeldingen van hoofdstuk 3 zijn indien nodig

verwerkt in de samenvatting

Page 19: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

19

← Geologische tijdschaal

Page 20: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

20

Opbouw van de aarde ↓

Page 21: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

21

Doorsnede door de aardkorst en de bovenmantel ↓

Doorsnee van de Midden-Atlantische Rug ↓

Page 22: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

22

Convergentie van een continentale en een oceanische plaat ↓

Convergentie van oceanische platen ↓

Page 23: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

23

Convergentie van continentale platen ↓

Schematische afbeelding van een slenk met twee horsten ↓

Page 24: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

24

De beweging van de Pacifische plaat over de Hawaii hotspot ↓

Page 25: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

25

Stratovulkaan ↓ Schildvulkaan ↓

Page 26: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

26

Het hypo- en epicentrum van een aardbeving ↓

Het ontstaan van een tsunami ↓

Page 27: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

27

↑ Systeem Aarde

↑ Gesteenten kringloop

Page 28: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

28

↑ Hydrologische kringloop

↑ Het verband tussen verwering en klimaat

Page 29: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

29

↓ Koolstofkringloop

Page 30: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

30

↓ Erosie en sedimentatie door een rivier

Page 31: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

31

↓ Meanderen van een rivier

↓ Doorsnede van een gletsjer

Page 32: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

32

↓ Kustvorming

Page 33: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

33

Aantekeningen KAR

Aantekeningen Karkdijk van hoofdstuk 1 en 2, aantekeningen hoofdstuk 3 zijn verwerkt in dien nodig

in de samenvatting

Page 34: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

34

Geologie: Bestuderen van de aardkorst

- Bestudeert de aardkorst: ontstaan en de veranderingen/processen

- Gaat uit van naturalisme, evolutionisme en actualisme:

- Naturalisme: alles is ontstaan door de werking van de natuurwetten, tijd en toeval

- Evolutionisme: leven heeft zich geleidelijk ontwikkeld vanuit eencelligen tot huidige

levensvormen

- Actualisme: het heden is de sleutel tot het verleden. Zoals en zo snel als processen nu gaan,

gingen ze vroeger ook.

Geologische tijd

Met behulp van het voorkomen van fossielen is in de 19e eeuw een relatieve geologische tijdschaal

opgesteld. Drie principes:

• De jongere gesteentelagen liggen boven de oudere;

• Met behulp van gidsfossielen* is de relatieve ouderdom van de gesteentelagen te bepalen;

• Het actualisme (het heden is de sleutel tot het verleden).

*gidsfossielen zijn fossielen die alleen in bepaalde lagen en dus perioden voorkomen en dus voor die

periode kenmerkend zijn

Sinds de twee helft van de 20e eeuw ‘absolute’ ouderdomsbepaling’

Uitkomst: een aarde die 4600 miljoen jaar oud is, op basis van de aannames van de

ouderdomsbepaling van gesteenten.

De krachten achter platentektoniek

De lithosfeer beweegt mee op de stroming in de mantel.

Bij deze convectiestroming beweegt vast gesteente heel langzaam.

Deze stroming ontstaat door:

- De zwaartekracht die werkt via ridge push en slab pull

- De verwarming bij de kern en de afkoeling bij de korst waardoor convectiestromen ontstaan.

Page 35: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

35

Divergente bewegingen, resultaten:

In de oceaan:

- Midoceanische rug

- Aangroei van de platen

Als dit in een continent gebeurt

(in Oost-Afrika):

- Breuken (horsten en

slenken) ->

breukgebergte

- Vulkanisme

- Langzame vorming

nieuwe oceaan

Bij subductie:

- Oceanische plaat duikt onder een andere plaat

- Trog

- Eilandenbogen als de ene oceanische plaat onder de andere duikt

- Hypocentra duiken schuin de mantel

in

- Aardbevingen, tsunami’s

- Vulkanisme (caldera’s,

stratovulkanen, pyroklastische

stromen)

Hotspot-vulkanisme

Hotspot: plek waar een hete magmapluim

opstijgt vanaf buitenste kern en tegen/door

aardkorst gaat.

Verschijnselen:

- Dome ontstaat (opzwellen aardkorst)

- Vulkanisme (schildvulkanen) en vulkanische verschijnselen (effusief vulkanisme)

- Evt. ontstaan breuken, horsten en slenken en /midoceanische ruggen

Page 36: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

36

Page 37: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

37

Page 38: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

38

Page 39: Voorpagina | Scholieren.com - Aardrijkskunde · 2019. 11. 3. · §2 – Exogene processen aan het aardoppervlak Verwering is het afbreken van gesteente onder invloed van het weer

39

Puinwaaier is geen puinhelling