Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

38

Transcript of Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Page 1: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.
Page 2: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Hoofdstuk 2Endogene en exogene processenParagraaf 6 t/m 8

Page 3: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

inhoud• Gesloopt gesteente (par. 6)• Verweringsmateriaal in beweging (par. 7)• De opbouw van het laagland (par. 8)

Page 4: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Verwering

• Het uiteenvallen van gesteente

Page 5: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Chemische en fysische verwering

Page 6: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Insolatie

Page 7: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

12-04-23 7

Vorstwerking

uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en klimaat

Met water gevulde scheur

Bevriest tot ijs -> zet uit

Gesteente valt uit elkaar

Page 8: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

12-04-23 8

Biologisch-fysische verwering

Page 9: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Chemische verwering Fysische verwering

Een dikke verweringslaag die steeds dikker wordt

Verbrokkeld gesteente rolt en valt naar beneden

Wat zijn de gevolgen van verwering?

Page 10: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Chemische verwering verloopt sneller als-de temperatuur …-de vochtigheid …-het gesteente …

Fysische verwering verloopt sneller als-de temperatuur …-de temperatuur …-het gesteente …

Chemische verwering verloopt sneller als- de temperatuur hoog is- de vochtigheid hoog is- het gesteente bedekt is

Fysische verwering verloopt sneller als- de temperatuur sterk wisselt- de temperatuur regelmatig de 0°C passeert- het gesteente bloot ligt

Verwering wordt beïnvloed door het klimaat…

Page 11: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Op welke plaats of plaatsen vindt nauwelijks fysische verwering plaats?

A B C D

B en D

Verwering wordt beïnvloed door het klimaat…

Page 12: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Op welke plaats of plaatsen vindt de sterkste chemische verwering plaats?

A B C D

D

Verwering wordt beïnvloed door het klimaat…

Page 13: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Op welke plaats of plaatsen vindt zowel chemische als fyschische verwering plaats?

A B C D

A

Verwering wordt beïnvloed door het klimaat…

Page 14: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Op welke plaats of plaatsen vindt de sterkste fysische verwering plaats?

A B C D

C

Verwering wordt beïnvloed door het klimaat…

Page 15: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

20˚NB

75˚NB

50˚NB

D Zowel chemische als fysische verwering

C De sterkste chemische verwering

B Sterke fysische verwering

A De dikste verweringslaag

(2x)

Bij welke breedteligging horen de volgende uitspraken?

Verwering van de tropen tot de polen

Page 16: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

20˚NB

75˚NB

50˚NBD Zowel chemische als fysische verwering

A De sterkste chemische verwering

B Sterke fysische verwering

C De dikste verweringslaag

B Sterke fysische verwering

Verwering van de tropen tot de polen

Page 17: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Gesteente brokkelt af, verweert en komt door het reliëf direct in beweging…

het valt

Alle verplaatsingen van verweringsmateriaal worden aardverschuivingen genoemd.

het rolt

het glijdt

Verweringsmateriaal in beweging

Page 18: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Vier soorten aardverschuivingen:

1 Vallend gesteente

2 Bergstorting

3 Puinlawine

4 Modderstroom

►Losse stenen/rotsblokken vallen

►Rotsblokken glijden

►Een mengsel van losse stenen rolt en glijdt

►Een verweringslaag verzadigd met water vloeit naar beneden

Verweringsmateriaal in beweging

Page 19: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Al het gesteente dat naar beneden valt, glijdt, rolt of vloeit, hoopt zich op onder aan de helling…

Puinhelling of

puinwaaier

Verweringsmateriaal in beweging

Page 20: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Door langdurige neerslag raakt de grond oververzadigd met water.

Deze grond laag vloeit langs de helling naar beneden.Een modderstroom

De vorming van een modderstroom langs de Engelse zuidkust

Page 21: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Bij laag water vervoert deze rivier nauwelijks sediment

Bij hoog water verandert deze rivier in een kolkende stroom die in staat is om naast zand en klei ook grind en hele boomstammen te vervoeren…

…maar al dat sediment zie je pas bij laag water liggen.

Sedimenttransport door rivieren

Page 22: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Rivieren transporteren enorme hoeveelheden verweringsmateriaal. Dit geeft de rivier veel kracht…

Sedimenttransport door rivieren

Page 23: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Rivierwater is in staat om dalen uit te schuren maar kan dat alleen dankzij….

Rivierwater is in staat om dalen uit te schuren maar kan dat alleen dankzij het sediment dat het gesteente uitschuurt

Terwijl het water hier doorheen kolkt schuren de zand- en grindkorrels langs het gesteente.

Riviererosie

Page 24: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

1 Een rivier snijdt zich in, er ontstaat een V-dal

2 Het klimaat verandert en het hooggebergte vergletsjert

3 Door het gletsjer-ijs wordt het dal veel breder.

4 De gletsjer vervoert van alles nog wat, van grote stenen tot fijn materiaal.

Dalvormen

Page 25: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Het V-vormige dal is gevormd door een zich insnijdende rivier.

Een U-dal is gevormd door en gletsjer, toen het hele dal gevuld was met gletsjer-ijs.

De rivier als mes De gletsjer als ijslepel

Dalvormen

Page 26: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

De bomen op de helling zorgen er voor dat het regenwater infiltreert in de grond, de verweringslaag.

Het grondwater sijpelt heel langzaam naar de rivier.

Wat gebeurt er met een verweringslaag?

Page 27: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Maar wat gebeurt er met de verweringslaag en de rivier als de bomen worden gekapt?1 het regenwater infiltreert niet meer en stroomt over de grond snel naar de rivier.

2 een groot deel van de verweringslaag spoelt weg en komt terecht bij de rivier

3 de rivier krijgt na een regenbui heel snel water aangevoerd waardoor de rivier snel buiten zijn oever treedt.

Wat gebeurt er met een verweringslaag?

Page 28: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

In welk deel van de rivier komen de volgende foto’s voor?

Riviererosie

Page 29: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

bovenloop benedenloop

Riviererosie

Page 30: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

In de benedenloop stroomt de rivier door een overstromingsvlakteIn de benedenloop stroomt de rivier door een overstromingsvlakte

Van de bergen naar de zee

Page 31: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Het overstromingswater stroomt traag of staat stil waardoor al het vervoerde materiaal sedimenteert…

Sedimentatie na elke overstroming

Page 32: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

dikke pakketten sedimentlagen

Doordat overstromingsvlakten vaak ook langzaam wegzakken gaat de sedimentatie door en vormen zich dikke pakketten.

Sedimentatie in de overstromingsvlakte leidt tot…

Page 33: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Zodra de rivier in zee stroomt laat deze al het sediment vallen. Er bouwt zich geleidelijk nieuw land op in zee, een delta.

Delta’s

Page 34: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Zodra de rivier in zee stroomt laat deze al het sediment vallen. Er bouwt zich geleidelijk nieuw land op in zee, een delta.

Sedimentatie na elke overstroming

Page 35: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

De kustlijn, van zandbank tot duin

Page 36: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

Stroming langs de kust zorgt voor aanvoer van zand; de golven die het strand op spoelen leggen het zand op het strand, de zandbank wordt zo hoger.

De kustlijn, van zandbank tot duin

Page 37: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.

De wind doet vervolgens de rest…

Het zand op het strand wordt opgewaaid en vormt duinen

De kustlijn, van zandbank tot duin

Page 38: Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8.