Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

492
Bestemmingsplan Defensie-eiland Woerden Gemeente Woerden Bijlagenboek

description

Het voormalige Defensie-eiland (Wilhelminaweg 146) in Woerden zal worden herontwikkeld. Doel is om het voormalige militaire terrein te herontwikkelen tot een hoogwaardig deel van de binnenstad van Woerden met het hoofdaccent op wonen. De Wasserij met schoorsteen en enkele andere karakteristieke gebouwen blijven staan. In totaal worden tussen de 240 en 274 woningen en circa 400 – 800 m² aan culturele voorzieningen gerealiseerd.

Transcript of Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Page 1: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

BestemmingsplanDefensie-eiland WoerdenGemeente WoerdenBijlagenboek

Page 2: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 3: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

BRO Hoofdvestiging

Postbus 4

5280 AA Boxtel

Bosscheweg 107

5282 WV Boxtel

T +31 (0)411 850 400

F +31 (0)411 850 401

E [email protected]

BestemmingsplanDefensie-eiland WoerdenGemeente WoerdenBijlagenboek

Rapportnummer: 211X04759. 064345_2

Datum: 5 oktober 2011

Contactpersoon opdrachtgever: De Wasserij CV

Projectteam BRO: Gineke Schalken, Grietje Pepping

Concept: 28 september 2011

Voorontwerp: 5 oktober 2011

Ontwerp:

Vaststelling:

Bron foto kaft: Hollandse Hoogte (4)

Beknopte inhoud: -

Page 4: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 5: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Inhoudsopgave Bijlagenboek

Bijlage 1: Nota van Uitgangspunten (BRO, 2011)Bijlage 2: Bomeninventarisatie (2007)Bijlage 3: Verkeersgeneratie (BRO, 2011)Bijlage 4: Saneringsplan fase 1 ( Sita Remediation BV, 2010)Bijlage 5: Saneringsplan fase 2 (Sita Remediation BV 2011)Bijlage 6: Quick scan flora en fauna (Bureau Viridis 2007)Bijlage 7: Oplegnotitie flora en fauna (BRO, 2011)Bijlage 8: Tussentijdse memo flora en fauna (Staro, 2011)Bijlage 9: Archeologie veldonderzoek (SOB Researc, 2007)Bijlage 10: Bouwhistorische verkenning (dhr. Van der Meule, 2001)Bijlage 11: Akoestisch onderzoek (Cauberg Huygen, 2009)

Page 6: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 7: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 1:Nota van Uitgangspunten (BRO, 2011)

Page 8: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 9: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Nota van Uitgangspunten Bestemmings-plan Defensie-eiland WoerdenGemeente Woerden

Page 10: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 11: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

BRO

Hoofdvestiging

Postbus 4

5280 AA Boxtel

Bosscheweg 107

5282 WV Boxtel

T +31 (0)411 850 400

F +31 (0)411 850 401

Nota van Uitgangspunten Bestemmings-plan Defensie-eiland WoerdenGemeente Woerden

Rapportnummer: 211X04759.065264_1_8

Datum: 08 september 2011

Opdrachtgever: De Wasserij CV

de heer J. van Lier

Projectteam BRO: Gineke Schalken, Grietje Pepping

Concept: 7 april 2011

21 april 2011

16 mei 2011

Vaststelling:

Trefwoorden: Nota van Uitgangspunten, Bestemmingsplan, Defen-

sie-eiland Woerden.

Bron foto kaft: Hollandse hoogte (4)

Beknopte inhoud: -

Page 12: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 13: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Inhoudsopgave 1

Inhoudsopgave pagina

1. INLEIDING 3

1.1 Aanleiding en doel 3

1.2 Ligging en begrenzing plangebied 3

1.3 Huidige juridische status plangebied 5

2. RUIMTELIJKE UITGANGSPUNTEN 7

3. UITGANGSPUNTEN MILIEU 9

3.1 Bodem 9

3.2 Bedrijven en milieuzonering 10

3.3 Geluid 10

3.4 Externe veiligheid 10

3.5 Kabels en leidingen 11

3.6 Luchtkwaliteit 11

4. UITGANGSPUNTEN WAARDEN 13

4.1 Flora en fauna 13

4.2 Waterhuishouding 14

4.3 Archeologische waarden 14

4.4 Cultuurhistorische waarden 16

5. JURIDISCHE VERTALING 17

5.1 Inleiding 17

5.2 Systematiek 17

6. ECONOMISCHE UITGANGSPUNTEN 21

7. MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID 23

7.1 Inleiding 23

7.2 Inspraak 23

7.3 Overleg 23

Page 14: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

2

BIJLAGEN

Bijlage 1: Parkeernormen

Bijlage 2: Spelregelkaart

Fig. 1. Globale begrenzing van het bestemmingsplangebied

Page 15: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 1 3

1. INLEIDING

1.1 Aanleiding en doel

Het voormalige defensie-eiland aan de Wilhelminaweg 146 te Woerden zal worden

herontwikkeld. Doel is om het voormalige militaire terrein te herontwikkelen tot

een hoogwaardig deel van de binnenstad van Woerden met het hoofdaccent op

wonen. In totaal worden circa 240 woningen en circa 400 – 800 m² aan culturele

voorzieningen gerealiseerd.

Om de herontwikkeling en de sanering van het ‘Defensie-eiland’ te realiseren, is

door de gemeente Woerden een aanbestedingsprocedure gevolgd. Deze procedure

is winnend afgesloten door de combinatie van Blauwhoed en VORM Ontwikkeling.

Deze partijen hebben ‘De Wasserij CV’ opgericht, de entiteit die het ‘Defensie-

eiland’ gaat herontwikkelen.

De herontwikkeling van het defensie-eiland is op basis van het vigerend bestem-

mingsplan ‘Binnenstad 1978’ niet mogelijk. Om de herontwikkeling mogelijk te ma-

ken zal het vigerend bestemmingsplan worden herzien. In de voorliggende nota

worden de belangrijkste uitgangspunten geformuleerd die gehanteerd worden bij

het opstellen van het bestemmingsplan ‘Defensie-eiland Woerden’.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied is gelegen in de Singel van Woerden, ten zuiden van het stadscen-

trum en nabij het spoor.

De exacte begrenzing van het plangebied voor het bestemmingsplan wordt bepaald

door de omliggende bestemmingsplannen ‘Woerden Binnenstad’ en ‘Honthorst’. De

grenzen van deze bestemmingsplannen vormen namelijk de begrenzing van onder-

havig plangebied, met uitzondering van de nieuwe ontsluitingen van het plange-

bied. Deze ontsluitingen ofwel bruggen zijn op basis van het vigerend bestem-

mingsplan niet mogelijk. Het bestaande kasteel ligt in het plangebied van het be-

stemmingsplan ‘Woerden Binnenstad’ en wordt derhalve niet meegenomen in het

onderhavig bestemmingsplan. Dit betekent dat de plangrens strak rondom het ei-

land komt te liggen, met uitzondering van de nieuwe ontsluitingen, bebouwing die

deels boven het water zijn gesitueerd en de inrichting van de ruimte rondom het

kasteel (zie figuur 1). De bebouwing die over het water is gesitueerd, 'hangt' in feite

over het water zodat kade ( het rijksmonument) zichtbaar is. De ligging van de ont-

Page 16: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 14

sluitingen en bebouwingsdelen over het water worden gebaseerd op de kaart, zoals

weergegeven in figuur 2.

Fig. 2. Globale ligging ontsluitingen en overbouwingen

Page 17: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 1 5

1.3 Huidige juridische status plangebied

Voor het plangebied vigeert het bestemmingsplan ‘Binnenstad 1978’, vastgesteld

door de gemeenteraad van Woerden op 29 juni 1978 en goedgekeurd door Gedepu-

teerde Staten op 18 december 1979. Voor het plangebied zijn onderstaande be-

stemmingen van toepassing:

• Militaire doeleinden (MD);

• Openbaar groen, plantsoen of berm;

• Haven;

• Bijzondere doeleinden kasteel (BDKA);

• Erf (E).

Fig. 3. Uitsnede plankaart vigerend bestemmingsplan

Page 18: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 16

Fig. 4. Spelregelkaart voor het bestemmingsplan

Page 19: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 2 7

2. RUIMTELIJKE UITGANGSPUNTEN

De Spelregelkaart van 8 september 2011 zal als uitgangssituatie dienen voor het

bestemmingsplan (zie figuur 4). Daarnaast dient voldaan te worden aan de parkeer-

normen. De parkeernormen zullen indirect het maximum aantal wooneenheden

bepalen. Wanneer het bestemmingsplan meer wooneenheden toelaat dan de par-

keernorm, is de parkeernorm (zie bijlage) leidend en kaderstellend in het maximum

aantal wooneenheden.

Het stedenbouwkundige plan geeft een impressie van de mogelijke situering van de

woningen/ appartementen en een invulling van het openbare gebied. De invulling

van het bouwvlak in het zuidelijk deel van het plangebied is nog niet concreet. Hier-

voor zal in het bestemmingsplan een zekere flexibiliteit gehanteerd worden (zie

verdere info voor de juridische vertaling in hoofdstuk 5).

Page 20: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 28

Page 21: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 3 9

3. UITGANGSPUNTEN MILIEU

Bij de afweging van het al dan niet toelaten van ruimtelijke functies dient te worden

onderzocht welke milieuhygiënische aspecten daarbij een rol spelen. In deze para-

graaf wordt achtereenvolgens ingegaan op de bodemkwaliteit, bedrijven en milieu-

zonering, geluid, externe veiligheid, kabels en leidingen, luchtkwaliteit.

3.1 Bodem

In het kader van de bestemmingsplanprocedure vormt de bodemkwaliteit bij de

ontwikkeling van ruimtelijke functies een belangrijke afweging. In het verleden zijn

diverse bodemonderzoeken uitgevoerd voor het plangebied. Het Defensie-eiland

heeft jarenlang gediend voor militaire doeleinden. Door gebruik van ondergrondse

opslagtanks en chloorhoudende oplosmiddelen voor de chemische wasserijen is bo-

demverontreiniging ontstaan. Sanering wordt noodzakelijk geacht, zodat:

• de verontreinigde bodem in ieder geval geschikt gemaakt wordt voor de ge-

bruiksfunctie;

• het risico van verspreiding van de verontreiniging zoveel mogelijk beperkt

wordt;

• de nazorg en gebruiksbeperkingen zoveel mogelijk beperkt wordt.

Voor de saneringswerkzaamheden is een werkgroep Sanering Defensie-eiland

Woerden ingesteld1. De sanering is opgedeeld in vier fasen, namelijk:

1. sanering bovengrond (immobiele verontreinigingen en verontreinigingen mine-

rale olie);

2. sanering werkgebieden (tot 20 m-mv) mobiele verontreinigingen met vluchtige

gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl). Voorafgaande aan de sanering van deze

werkgebieden wordt ter plaatse eerst een pilot sanering uitgevoerd;

3. sanering verontreinigingspluim diepere grondwater met VOCl en benzeen op en

ten noordwesten van het Defensie-eiland;

4. sanering verontreinigingspluim diepere grondwater met VOCl ter hoogte van

het NS-station Woerden.

De sanering van fase 1 en 2 worden onder verantwoordelijkheid van De Wasserij CV

uitgevoerd en fase 3 en 4 onder verantwoordelijkheid van de gemeente Woerden.

In het bestemmingsplan worden de conclusies van de diverse bodemonderzoeken

opgenomen, waaruit blijkt dat de bodem geschikt wordt gemaakt voor de voorge-

nomen ontwikkeling.

1 Deze werkgroep bestaat uit de gemeente Woerden, Provincie Utrecht, Milieudienst Noord-West

Utrecht, De Wasserij CV, Sita Remediation BV en MWH BV.

Page 22: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 310

3.2 Bedrijven en milieuzonering

Er gelden bepaalde afstandzones die aangehouden moeten worden tussen bedrij-

ven/voorzieningen en gevoelige gebouwen, zoals woningen. Op basis van de VNG-

brochure ‘Bedrijven en Milieuzoneringen 2009’ zal een beoordeling plaatsvinden ten

aanzien van de hinderzones van bedrijven en voorzieningen in het plangebied en in

de omgeving van het plangebied.

3.3 Geluid

In de Wet geluidhinder (Wgh) is vastgesteld, indien in het plangebied geluidgevoe-

lige functies (zoals woningen) zijn voorzien binnen de invloedssfeer van weg- en

railverkeerslawaai, akoestisch onderzoek uitgevoerd dient te worden.

In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is reeds een akoestisch onderzoek

uitgevoerd (september 2009)2. Het stedenbouwkundig plan is in de tussentijd op

enkele punten gewijzigd (ligging van de gevels). Het akoestisch onderzoek zal daar-

om in het kader van de bestemmingsplanprocedure geactualiseerd worden. Daar-

naast zijn de gehanteerde verkeersgegevens in het onderzoek uit 2009 gedateerd.

Tot slot dient bij een akoestisch onderzoek de situatie 10 jaar na realisatie berekend

te worden. Dit zal op zijn vroegst 2021 zijn, terwijl in het onderzoek wordt uitge-

gaan van 2020.

Het akoestisch onderzoek zal plaatsvinden wanneer het ontwerp bestemmingsplan

gereed is. Dit omdat dan de bouwvlakken op de verbeelding bekend zijn. De ge-

meente Woerden heeft aan De Wasserij CV aangegeven medewerking te verlenen

aan het bijstellen c.q. aanpassen van haar geluidambities indien dat noodzakelijk

mocht blijken, mits in de planuitwerking wordt voldaan aan de wettelijke geluidei-

sen en normen.

3.4 Externe veiligheid

Bij externe veiligheid gaat het om het beheersen van de veiligheid van personen in

de omgeving van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het vigerende beleid is vast-

gelegd in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen. In het externe veiligheidsbeleid

staan twee doelen centraal: de bescherming van individuen tegen de kans op over-

lijden als gevolg van een ongeluk, en de bescherming van de samenleving tegen het

ontwrichtende effect van een ramp met een groter aantal slachtoffers; respectieve-

lijk het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).

2 1

e Beoordeling verkeerslawaai Defensie-eiland te Woerden, Caubergh-Huygen september 2009.

Page 23: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 3 11

Aan de hand van de risicokaart van de provincie Utrecht zal onderzocht worden of

er sprake is van belemmeringen. Op basis van een eerste inventarisatie is er sprake

van een risicovolle inrichting in de nabijheid van het plangebied. Daarnaast vindt er

vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over het spoor.

Door de gemeente Woerden zal actuele informatie aangeleverd worden. Op basis

van deze informatie zal blijken of nader onderzoek naar externe veiligheid noodza-

kelijk zal zijn. Daarnaast zal het document ‘Verantwoording groepsrisico vervoer van

gevaarlijke stoffen per spoor in Woerden’3 als leidraad dienen.

3.5 Kabels en leidingen

Door de gemeente Woerden is aangegeven dat in het plangebied geen hoofdtrans-

portleidingen aanwezig zijn.

3.6 Luchtkwaliteit

De hoofdlijnen voor regelgeving rondom luchtkwaliteitseisen staan beschreven in de

Wet milieubeheer. Er is een algemene maatregel van bestuur ‘Niet in betekenende

mate’ (Besluit NIBM) en een ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) vastgesteld.

Het begrip ‘niet in betekenende mate' is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde

voor NO2 en PM

10. Indien aannemelijk kan worden gemaakt dat het geplande project

NIBM bijdraagt aan de luchtkwaliteit, kan toetsing van de luchtkwaliteit achterwege

blijven. In het Besluit NIBM zijn categorieën van gevallen aangewezen die NIBM zijn

en dus niet getoetst hoeven te worden aan de luchtkwaliteitsnormen. Dit is onder

andere de categorie woningbouwproject tot 1500 woningen. In dit plan worden

circa 240 woningen gerealiseerd, wat betekent dat de woningen voldoen aan deze

categorie.

Daarnaast worden culturele voorzieningen gerealiseerd. Om te bepalen of de ont-

wikkeling voldoet aan de luchtkwaliteitsnormen, dient de verkeersgeneratie in

beeld te worden gebracht. De verkeersaantrekkende werking van de realisatie

wordt in beeld gebracht. Hierbij wordt gekeken naar zowel de huidige als de toe-

komstige situatie, om het verschil in verkeersaantrekkende werking in beeld te krij-

gen. De berekeningen voor de verkeersgeneratie worden, voor zover kengetallen

voor de beoogde functies bestaan, uitgevoerd op basis van CROW publicatie 2564 en

publicatie 2725. Wanneer functies gepland zijn, waarvoor geen kengetallen bestaan,

wordt gebaseerd op (bedrijfs)gegevens over aantallen gebruikers en/of bezoekers.

3 Vastgesteld, d.d. 27 augustus 2007

4 CROW publicatie 256, Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden, oktober 2007

5 CROW publicatie 272, Verkeersgeneratie voorzieningen, december 2008

Page 24: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 312

Indien aannemelijk gemaakt kan worden dat het geplande project NIBM bijdraagt,

kan toetsing van de luchtkwaliteit achterwege blijven. Op basis van de verkeersge-

neratie van het eiland zal beoordeeld worden of het plan NIBM is. Indien het plan

NIBM bijdraagt zal vervolg onderzoek noodzakelijk zijn.

Page 25: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 4 13

4. UITGANGSPUNTEN WAARDEN

4.1 Flora en fauna

In het kader van de voorgenomen herontwikkeling van het defensie-eiland is in

2007 reeds een verkennend flora- en faunaonderzoek6 uitgevoerd. Uit het onder-

zoek blijkt dat het plangebied geschikt is voor vleermuizen. Om vast te stellen of er

daadwerkelijk vaste verblijfplaatsen van vleermuizen in de bebouwing aanwezig

zijn, is het nodig om het plangebied nader te onderzoeken met een bat-detector.

Dit onderzoek dient te worden uitgevoerd conform het ‘vleermuisprotocol’. De

planning kan volgens verschillende scenario’s worden gevolgd. Initiatiefnemer heeft

aangegeven het volgende scenario in gang te willen zetten:

Maand Werkzaamheden

Mei 2011 Uitwerking mitigerende maatregelen in periode mei – augustus; indien nodig al

voorbereidende maatregelen uitvoeren

Mei 2011 Inventarisatieronde

Juni 2011 Inventarisatieronde

Sept 2011 Inventarisatieronde

Mitigatieplan afronden; afspraken vastleggen, indien nodig voorbereidende

maatregelen uitvoeren

Het aanvragen van een ontheffing is formeel niet nodig omdat Dienst Regelingen

deze toch zal weigeren via een zgn. ‘positieve afwijzing’ (mits de mitigerende maat-

regelen ‘passend’ zijn). Hiermee wordt 2 maanden proceduretijd bespaard. Een posi-

tieve afwijzing is wel een vorm van goedkeuring van Dienst Regelingen; sommige

gemeenten vragen hier wel om. Voorwaarde bij dit scenario is daarom in vroeg sta-

dium met de gemeente (bv. de gemeentelijke ecoloog) de te volgen werkwijze af te

stemmen. In dat geval is het risico op vertraging zeer klein. Bovendien werkt het feit

dat je al vroeg maatregelen voor vleermuizen meeneemt in je plan positief in de

beeldvorming.

Voor het bestemmingsplan zal het bestaande flora- en faunaonderzoek geactuali-

seerd worden middels een oplegnotitie. Het vleermuizenonderzoek zal in september

afgerond zijn. Het bestemmingsplantraject loopt gewoon door. Een eerste inschat-

ting is dat er sprake zal zijn oplosbare belemmeringen. Bij de sloopaanvraag (aan-

vraag omgevingsvergunning) dient het vleermuizenonderzoek afgerond te zijn en

eventuele maatregelen moeten eveneens in acht genomen zijn.

6 Quick scan defensie-eiland, Bureau Viridis, projectnummer 2007-5, d.d. februari 2007.

Page 26: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 414

4.2 Waterhuishouding

Een waterparagraaf vormt een belangrijk onderdeel van ieder ruimtelijk plan. Ge-

zien het feit dat het plangebied aan alle zijden wordt omgeven door water is het

vanzelfsprekend dat er in het plan rekening wordt gehouden met de waterhuis-

houdkundige aspecten. In het bestemmingsplan zal een waterparagraaf opgenomen

worden, waarin beschreven wordt welke waterhuishoudkundige aspecten aanwezig

zijn en hoe hiermee in het plan wordt omgegaan.

Uitgangspunten zijn:

• geen toename van het verhard oppervlak;

• afvoer moet goed geregeld zijn;

• indien hemelwater geloosd wordt op het oppervlaktewater, dan kunnen geen

uitloogbare materialen worden toegepast in daken en goten.

Het waterschap zal nauw betrokken worden bij de bestemmingsplanprocedure.

4.3 Archeologische waarden

In het kader van de voorgenomen herontwikkeling van het defensie-eiland is reeds

een archeologisch onderzoek7 uitgevoerd. Dit onderzoek is destijds afgekeurd door

het toenmalig bevoegd gezag, de Provincie Utrecht. De provincie achtte de onder-

zoeksmethode niet voldoende om uitspraken te kunnen doen over de aan- of afwe-

zigheid van de Romeinse limesweg. De gemeente en de provincie hebben vervolgens

op 23-5-2007 afspraken gemaakt met betrekking tot het vervolgonderzoek, namelijk

een proefsleuvenonderzoek. Met het van kracht worden van de Wet op de Archeo-

logische Monumentenzorg in september 2007 is inmiddels de gemeente Woerden

bevoegd gezag voor archeologie geworden. Naar aanleiding van de plannen en de

meest actuele kennis over vervuiling dient opnieuw bekeken te worden of de lig-

ging van de proefsleuven nog de meest optimale is (zie figuur 5).

Vindplaatsen

Naar aanleiding van het onderzoek zijn de volgende vindplaatsen te onderscheiden:

1. bewoningsresten uit de Middeleeuwen of Nieuwe Tijd in het NO-deel van het

defensie-eiland (zie rode zone op afb. in Nota van Inlichtingen);

2. resten van het 17e eeuws retranchement (onderdeel van de vestingwerken);

3. stort van puin en vondsten in de kasteelgracht;

4. de limesweg kan mogelijk aanwezig zijn, dit is niet voldoende onderzocht; deze

wordt verwacht in de omgeving van boring 14 (tussen boring 12 en 15).

7 Inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen Defensie-eiland, Woerden, SOB

Researc, projectnummer 1211-0601, d.d. januari 2007.

Page 27: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 4 15

Vervolgonderzoek

Bij verstoring van de zones waarin de bovengenoemde vindplaatsen liggen, dient

vervolgonderzoek plaats te vinden, namelijk bij vindplaats:

1. proefsleuvenonderzoek, indien daadwerkelijk bewoningsresten worden aange-

troffen gevolgd door een opgraving

2. proefsleuvenonderzoek, mogelijk in het veld uit te breiden tot een opgraving

3. begeleiding van ontgravingswerkzaamheden

4. booronderzoek of proefsleuvenonderzoek; bij aantreffen limesweg vervolgon-

derzoek

Fig. 5. Ligging proefsleuven, indicatief (d.d. 23-5-2007, Bron: gemeente Woerden)

Page 28: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 416

NB. indien de verstoring in het NO-deel minimaal is, kan wellicht worden afge-

zien van onderzoek of het onderzoek beperkt worden tot een archeologische

begeleiding.

Aandachtspunt bij dit vervolgonderzoek is de vervuiling. Indien dit het proefsleu-

venonderzoek op sommige locaties verhindert, dient bekeken te worden of het ar-

cheologisch onderzoek gecombineerd kan worden met de sanering. Hier dient in

overleg tussen gemeente (bevoegd gezag), ontwikkelaar en de saneerder een vorm

voor gevonden te worden.

Bestemmingsplan

Voor het bestemmingsplan betekent dit voor vindplaats:

1. een archeologische dubbelbestemming, tenzij de rode zone al voldoende on-

derzocht is door middel van een proefsleuf en/of opgraving;

2. na onderzoek hoeft het retranchement niet met een dubbelbestemming op de

kaart komen te staan;

3. een dubbelbestemming, tenzij de kasteelgrachten al onder archeologische be-

geleiding zijn ontgraven;

4. na onderzoek hoeft hier geen dubbelbestemming voor te worden opgenomen.

Voor de bestemmingsplanregels zijn 30 cm -maaiveld en 50 m2 (oppervlakte versto-

ringen) zinnige ondergrenzen voor de archeologische dubbelbestemming, die aan-

sluiten bij het bestemmingsplan Binnenstad en de WABO. Het PvE wordt inmiddels

opgesteld.

4.4 Cultuurhistorische waarden

De aanwezige rijksmonumenten binnen het plangebied worden beschermd door de

Monumentenwet. De aanwezige gemeentelijke monumenten worden vaak be-

schermd door de gemeentelijke verordening. In de toelichting van het bestem-

mingsplan zal een beschrijving/overzicht gegeven worden van de rijksmonumenten

en gemeentelijke monumenten. In de regels en op de verbeelding zullen de monu-

menten en – indien aanwezig – karakteristieke panden aangeduid worden.

Daarnaast zijn er in het plangebied volgens de gemeente geen cultuurhistorische

waardevolle bomen gevestigd.

Binnen het plangebied bevinden daarnaast een tweetal herdenkingsmonumenten.

De monumenten hebben geen officiële status. Het is wenselijk dat de bouwwerken

behouden blijven en geïntegreerd worden in de openbare ruimte. Mocht dit niet

mogelijk zijn, dan heeft de gemeente de mogelijkheid om vervangende ruimte te

vinden.

Page 29: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 5 17

5. JURIDISCHE VERTALING

5.1 Inleiding

De juridische vertaling van de geplande ontwikkeling ofwel het stedenbouwkundig

plan vindt plaats in de verbeelding en planregels van het bestemmingsplan. Bij de

overwegingen over de gewenste opzet van het bestemmingsplan is er enerzijds be-

hoefte aan een concreet beeld en anderzijds moet het plan flexibel zijn om op toe-

komstige ontwikkelingen in te kunnen spelen. Dit laatste is voor onderhavige ont-

wikkeling essentieel. Daarom is voor het bestemmingsplan Defensie-eiland Woerden

gekozen voor een combinatie: voor het noord-oostelijke gedeelte van het plange-

bied een systematiek die meer flexibiliteit biedt voor bijvoorbeeld de situering van

de te ontwikkelen woningen en voor het overige gedeelte van het plangebied een

systematiek die concreet laat zien waar de woningen bijvoorbeeld komen. ANDERS-

OM?! Gemeente Woerden heeft eerder aangegeven om eventueel aan te sluiten bij

de systematiek van de bestemmingsplannen ‘Snel en Polanen’ of ‘Snellerpoort’. Het

bestemmingsplan ‘Snel en Polanen’ zal als uitgangspunt dienen voor de bestemmin-

gen die minder flexibiliteit behoeve, zoals Groen, Verkeer, Water en Wonen. Voor

de bestemming die meer flexibiliteit behoeft, namelijk de bestemming Woongebied,

zal daar waar mogelijk is ook aangesloten worden bij bestemmingsplan ‘Snel en

Polanen’. Deze bestemming zal echter meer flexibiliteit bieden. Onderstaand wordt

hier dieper op ingegaan. Het ‘bestemmingsplan Snellerpoort’ is een nog uit te wer-

ken plan. Daarom zal qua systematiek niet bij bestemmingsplan Snellerpoort aan-

gesloten worden.

5.2 Systematiek

Bestemming ‘Woongebied’

Voor een aantal nieuw te ontwikkelen woningen waarbij enige flexibiliteit gewenst

is, wordt de bestemming ‘Woongebied’ gehanteerd (figuur 7 geeft een indicatie van

de ligging van deze bestemming). Deze bestemming geeft niet concreet de ligging

van de geplande woningen weer, maar omvat een ruimer gebied. Binnen deze be-

stemming zijn namelijk ook wegen, paden, groen, parkeervoorzieningen etc. toege-

staan. Binnen deze bestemming is de ligging van de woningen niet gedetailleerd

vastgelegd. Voor het onderbouwen van het plan kan dit nadelig zijn. Immers, met

het uitvoeren van de onderzoeken dient rekening te worden gehouden met het feit

dat de woningen mogelijk anders gesitueerd worden dan is aangegeven in het

bouwplan.

Page 30: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 518

Fig. 6. Globale ligging bestemming ‘Woongebied’

Page 31: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 5 19

Daarnaast biedt deze systematiek voor de omwonenden/ belanghebbenden van het

plan geen concreet beeld van de juridische-planologische mogelijkheden. Om deze

nadelen voor een groot deel te ondervangen wordt een aantal aspecten in de be-

stemming ‘Woongebied’ vastgelegd te leggen, te weten:

• Het type woningen, te weten aaneengebouwd en gestapeld;

• Het maximum aantal wooneenheden per type. Tevens zal in de algemene bouw-

regels het maximum aantal wooneenheden binnen het plangebied (de bestem-

mingen ‘Woongebied’ en ‘Wonen’ tezamen) aangegeven worden;

• Bebouwingspercentage;

• De goot- en nokhoogte.

• Diepte van de woningen.

Bestemming ‘Wonen’

De overige woningen worden waar weinig flexibiliteit in is zullen de bestemming

’Wonen’ krijgen. De woningen zullen binnen een bouwvlak in de vorm van een

bouwstrook gesitueerd worden. Daarnaast worden de volgende aspecten in het

bestemmingsplan vastgelegd:

• Het type woningen;

• Het maximum aantal wooneenheden per bouwvlak. Tevens zal in de algemene

bouwregels het maximum aantal wooneenheden binnen het plangebied (de be-

stemmingen ‘Woongebied’ en ‘Wonen’ tezamen) aangegeven worden;

• De (goot- en) nokhoogte;

• De gevellijn, zodat duidelijk is op welke zijde de voorgevels van de woningen

gesitueerd worden;

• De parkeergarage onder de woningen aan de oostkant van het plangebied zal

aangeduid worden.

Bestemming ‘Verkeer’

De verkeer- en verblijfsvoorzieningen worden voorzien van de bestemming ‘Ver-

keer’. Hierin worden onder andere wegen, straten, paden, water, groenvoorzienin-

gen etc. toegestaan. Deze bestemming wordt toegekend aan de gronden met de

verkeer- en verblijfsfunctie, dit geldt tevens voor de gronden naast het kasteel. Bin-

nen deze bestemming wordt tegemoet gekomen aan de gewenste flexibiliteit.

Bestemming ‘Groen’

De gronden met evidente groenvoorzieningen krijgen de bestemming ‘Groen’. Dit

betreft de noordelijke hoek van het plangebied en de punt nabij de brug in het oos-

telijk deel van het plangebied en een klein deel op de zuidpunt.

Page 32: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 520

Bestemming ‘Water’

De gedeeltes van de gracht die binnen het plangebied liggen krijgen de bestemming

‘Water’. De bruggen en aanlegplaatsen die het plangebied ontsluiten voor de ple-

ziervaart worden op de kaart aangeduid.

Bestemming ‘Gemengd’

Het gebouw dat centraal op het eiland is gesitueerd (de Wasserij) krijgt een ge-

mengde invulling. Er dient namelijk horeca, culturele activiteiten en wonen op de

verdieping mogelijk te worden gemaakt. Deze functies zijn gelijkwaardig aan el-

kaar, daarom is gekozen voor de bestemming ‘Gemengd’.

Dubbelbestemming ‘Waarde-archeologie’

De gemeente heeft aangegeven dat de volgende vindplaatsen te onderscheiden zijn

(zie ook paragraaf 4.3):

1. bewoningsresten uit de Middeleeuwen of Nieuwe Tijd in het NO-deel van het

defensie-eiland (zie rode zone op afb. in Nota van Inlichtingen);

2. resten van het 17e eeuws retranchement (onderdeel van de vestingwerken);

3. stort van puin en vondsten in de kasteelgracht;

4. de limesweg kan mogelijk aanwezig zijn, dit is niet voldoende onderzocht; deze

wordt verwacht in de omgeving van boring 14 (tussen boring 12 en 15).

Ter bescherming van de archeologische waarden in de gronden zal ter plaatse van

de vindplaatsen de dubbelbestemming ‘Waarde – archeologie’ worden opgenomen.

Indien bij vindplaats 1, 2 en 4 een proefsleuvenonderzoek heeft plaatsgevonden

en/of vindplaats 3 onder archeologische begeleiding is ontgraven zal de dubbelbe-

stemming niet opgenomen worden. Aan deze dubbelbestemming is een omgevings-

vergunning gekoppeld voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of

van werkzaamheden.

Monumenten

De aanwezige rijksmonumenten binnen het plangebied worden beschermd door de

Monumentenwet. Op de verbeelding zal tevens inzichtelijk worden gemaakt welke

monumenten het betreft, namelijk de oorspronkelijke Wasserij en schoorsteen. Zij

zullen de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – monument’ krijgen. De karakte-

ristieke bebouwing, te weten gebouw C, zal de aanduiding ‘karakteristiek’ krijgen.

In de regels wordt er een regeling aan gekoppeld.

Voor de Singel als rijksmonument geldt, dat de kade zichtbaar moet blijven. Een

overbouw is wel mogelijk. Er komt een regeling om deze voorwaarde te waarbor-

gen.

Page 33: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 6 21

6. ECONOMISCHE UITGANGSPUNTEN

Gelet op het stelsel van de Wet ruimtelijke ordening moet de gemeenteraad een

exploitatieplan vaststellen of een overeenkomst sluiten met de initiatiefnemer voor

gronden waarop een bij Algemene maatregel van bestuur (= Besluit ruimtelijke or-

dening) aangewezen bouwplan is voorgenomen.

De realisatie van het defensie-eiland wordt als zodanig genoemd in het Besluit ruim-

telijke ordening. CV de Wasserij BV is met de gemeente Woerden een anterieure

overeenkomst aangegaan.

In het kader van de voorgenomen ontwikkeling zal een planschade risico analyse

opgesteld worden.

Page 34: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 622

Page 35: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 7 23

7. MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID

7.1 Inleiding

De procedures voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever

geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties waar no-

dig overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie

gelegd kan worden. Daarnaast is er de gelegenheid om in het voortraject belang-

hebbenden te laten inspreken conform de gemeentelijke verordening. Pas daarna

wordt de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestem-

mingsplan opgestart (artikel 3.8 Wro).

7.2 Inspraak

De Wro bevat geen procedurevoorschriften met betrekking tot de inspraak, en is in

Wro zelf niet verplicht gesteld. Dat neemt niet weg dat het de gemeente vrij staat

toch inspraak te verlenen bijvoorbeeld op grond van de gemeentelijke inspraakver-

ordening. In relatie daarmee bepaalt artikel 150 van de Gemeentewet onder meer

dat in een gemeentelijke inspraakverordening moet worden geregeld op welke wij-

ze bovenbedoelde personen en rechtspersonen hun mening kenbaar kunnen maken.

Inspraak zal plaatsvinden volgens de in de inspraakverordening opgenomen proce-

dure. Daarnaast zal een inspraakavond plaatsvinden voor belangstellenden. Het

resultaat van de inspraak zal worden verwoord in een inspraakverslag.

7.3 Overleg

Het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1) geeft aan dat burgemeester en wet-

houders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg voeren met de be-

sturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provin-

cie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn

met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. De instanties

die in kennis gesteld moeten worden van het bestemmingsplan zullen worden geïn-

formeerd. De reacties van deze instanties zullen in het bestemmingsplan verwerkt

worden.

Page 36: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Hoofdstuk 724

Page 37: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

BIJLAGEN

Page 38: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 39: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 1:Parkeernormen

Page 40: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 41: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Minimum eisen

Parkeernorm:• toepassing CROW publicatie “parkeerkencijfers – basis voor parkeernormering”

(juni 2003), behorend bij de prijscategorie van de woning en de te realiserenvoorzieningen, uitgaand van schil/overloopgebied:

• parkeernorm woningen:

Prijscategorie woningAantal parkeerplaatsen per woning(inclusief 0,3 parkeerplaats/woning voor bezoekers)

Goedkope koopwoning tot € 181.512,- v.o.n. (prijspeil 2007) of huurwoning met eenmaximale huurprijs tot € 621 (prijspeil 1 juli 2007)1,4 parkeerplaats per woning

Middeldure woning € 181.512,- tot € 299.275,- v.o.n. (prijspeil 2007) ) of huurwoningmet een huurprijs vanaf € 621 (prijspeil 1 juli 2007)1,6 parkeerplaats per woning

Dure woning ≥ € 299.275,- v.o.n. (prijspeil 2007)1,7 parkeerplaats per woning

• parkeernorm voorzieningen: is afhankelijk van de te realiseren voorzieningen.• bij de bepaling van het aantal parkeerplaatsen voor bezoekers mag rekening

worden gehouden met de uitwisselbaarheid van parkeren voor bezoekers vanwoningen en gebruikers/personeel van de overige voorzieningen. De aanwezig-heidspercentages volgens de CROW publicatie “parkeerkencijfers – basis voorparkeernormering” (juni 2003) mogen hierin worden betrokken. Middels een par-keerbalans moet aangetoond worden dat er voldoende parkeerplaatsen wordengerealiseerd.

Openbare collectieve parkeervoorziening:• Parkeren voor bezoekers van de woningen en gebruikers/personeel van de voor-

zieningen wordt gerealiseerd in een gebouwde openbare collectieve voorziening;• de openbare collectieve parkeervoorziening is te gebruiken en te beheren als een

aparte voorziening;• de gemeente koopt de openbare collectieve parkeervoorziening van de ontwik-

kelaar. De eisen die de gemeente stelt aan de parkeervoorziening zijn opgeno-men in de vraagspecificatie behorend bij de Basisovereenkomst Parkeergarage.

• Indien deze parkeervoorziening onder een VvE valt, dient de ontwikkelaar mini-maal 1 jaar hoofdbestuurder te zijn van de vereniging.

Page 42: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bewonersparkeren:• Parkeren voor bewoners van de woningen wordt gerealiseerd nabij de woningen

in een nietopenbare parkeervoorziening.• De maximale loopafstand tussen parkeerplaats en woning is 100 meter;• Per woning dient minimaal één parkeerplaats te worden meeverkocht en juridisch

te worden gekoppeld.

Additionele wensen

n.v.t.

Verplichte opties

• De realisatie van minimaal 60 extra parkeerplaatsen in de openbare collectieveparkeervoorziening ten opzichte van het in de parkeerbalans opgenomen aantal.In de parkeerbalans moet een berekening gemaakt worden van het minimaalaantal vereiste openbare parkeerplaatsen volgens de genoemde parkeernorm ende aanwezigheidspercentages.

Page 43: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 2:Spelregelkaart

Page 44: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 45: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

b

r

u

g

b

l

o

k

R

1

3

-

1

5

E

G

W

d

i

e

p

t

e

1

2

m

g

o

o

t

h

o

o

g

t

e

1

2

,

5

mn

o

k

h

o

o

g

t

e

1

4

m

z

o

e

k

g

e

b

ie

d

s

p

e

e

lp

le

k

d

o

o

r

g

a

n

g

d

o

o

r

g

a

n

g

b

lo

k

1

a

p

p

a

rte

m

e

n

te

n

:

m

in

. 2

2

- m

a

x

. 3

0

h

o

o

g

te

2

4

m

8

b

o

u

w

la

g

e

n

bouwdichtheid 65 %

goothoogte 9.5m

nokhoogte 12.5m

max. 32 EGW

of max. 63 MGW

g

e

b

o

u

w

I

m

a

x

.

4

w

o

n

i

n

g

e

n

+

v

o

o

r

z

i

e

n

i

n

g

e

n

h

o

o

g

t

e

1

1

m

b

l

o

k

C

7

E

G

W

o

f

1

3

M

G

W

h

o

o

g

t

e

8

.

5

m

b

l

o

k

B

1

0

E

G

W

o

f

1

9

M

G

W

h

o

o

g

t

e

8

,

5

-

9

,

0

m

gebouw 7

9-12 appartementen

4 lagen

hoogte 12,5m

gebouw 6

17-25 appartementen

7 lagen

hoogte 21m

m

a

x

.

5

.

0

0

m

a

x

. 5

.0

0

b

lo

k

3

m

a

x

. 4

5

e

e

n

h

e

d

e

n

b

o

u

w

h

o

o

g

te

m

a

x

.1

3

.5

m

m

a

x

. 4

b

o

u

w

la

g

e

n

, v

a

ria

tie

in

b

o

u

w

h

o

o

g

te

m

a

x

.

5

.

0

0

blo

k T

10-12 E

G

W

die

pte 12m

goothoogte

9.5m

nokhoogte

13,5m

b

l

o

k

2

B6

-

1

2

w

o

n

i

n

g

e

n

d

i

e

p

t

e

1

2

m

g

o

o

t

h

o

o

g

t

e

=

n

o

k

h

o

o

g

t

e

=

1

2

m

4

b

o

u

w

l

a

g

e

n

b

lo

k

Q

1

2

-1

6

E

G

W

d

ie

p

te

1

3

m

g

o

o

th

o

o

g

te

1

0

.5

m

n

o

k

h

o

o

g

te

1

4

m

4

b

o

u

w

la

g

e

n

,w

a

a

rv

a

n

d

e

4

ev

e

rd

ie

p

in

g

e

e

nv

e

rb

ijz

o

n

d

e

rin

g

is

b

lo

k

2

A

m

a

x

.

2

6

a

p

p

a

r

t

e

m

e

n

t

e

n

h

o

o

g

t

e

2

4

m

8

b

o

u

w

la

g

e

n

8

.

0

0

8

.0

0

bestemming wonen

woongebied: tuin

woongebied:

bebouwing en tuinen

bestemming groen

waarde - archeologie

verkeer- en verblijfsgebied

balkons

woongebouw niet op

maaiveld (zie blok 2A)

legenda

droogloop (afdak)

bestaande bebouwing

bestemming wonen

optionele uitbreiding

woongebied

verdeellijn woongebieden

aanlegplaats pleziervaart

bestaande bebouwing

bestemming gemengd

versterking / herinrichting

groen

datum: formaat: blad:

status:

tekeningnummer:

schaal:

S165

uitgangspuntenkaart

Defensie eiland Woerden

PLN 005 SO 1 : 1000

08.09.2011 A2 1/1

c

o

n

c

e

p

t

Page 46: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 47: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 2:Bomeninventarisatie (2007)

Page 48: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 49: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

J Gemeente Woerden

Inventarisatie 'Defensie Eiland

Rapport 5A191

Gemeente Woerden 06.012554

04/10/2007Registratiedatum:Behandelend afdelingAfgehandeld door/op:

Kantoor :Adres :Opnamedatum :Opgenomen door:

VAN JAARSVELD/ VAN SCHERPENZEEL

Overeind 42, 3998 JB Schalkwijk30 januari 2006M.J.M. Massop (vakbekwaam controleur boomveiligheid)

•• H.A. Vcjn Scherpenzeel

Boomtechnisch adviseur

••

I

•Het is niet toegestaan het rapport of delen van het rapport te vermenigvuldigen en/of openbaar te maken, anders dan bedoeldvoor intern gebruik, zonder schriftelijke toestemming van adviesbureau Van Jaarsveld/Van Scherpenzeel.

Page 50: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

VAN JAARSVELD/ VAN SCHERPENZEEL

2.0 Inleiding

In opdracht van gemeente Woerden, heeft boomtechnisch adviesbureau VANJAARSVELD/ VAN SCHERPENZEEL een boominventarisatie uitgevoerd op het 'defensieeiland' te Woerden.

De aanleiding van het onderzoek is het feit dat het voormalig defensieterrein in detoekomst zal worden heringericht.

3.0 Doelstelling

Tijdens de inventarisatie is het volgende opgenomen:

t Boomsoort.

i Beoordelen van de huidige conditie, kwaliteit en levensverwachting van debomen met een diameter groter dan 30cm en bewust aangeplante bomen meteen kleinere diameter.

f Evt. noodzakelijke beheermaatregelen.

Groenstrook vnl. bestaande uit elzen; noordwestzijde terrein Een gevarieerd bomenbestand; de 'kop' van het def. eiland

5A191 gemeente Woerden, boominventarisatie 'defensie eiland' 12

Page 51: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

VAM JAARSVELD/ VAN SCHEBPENZEEl

4.0 Conclusie

I Conditie:

i

Totaal aantalNormaal (0-0,5)Verminderd (0,6-1)Sterk verminderd (1,1 -2)Zeer slecht (2,1-3)

l Kwaliteit:Totaal aantalGoedRedelijkMatigSlecht

I Levensverwachting:Totaal aantalGoedRedelijkMatigSlecht

45 bomen40 bomen

1 boom4 bomen0 bomen

45 bomen6 bomen9 bomen

21 bomen9 bomen

45 bomen13 bomen

7 bomen15 bomen10 bomen

100%88,9 %

2,2 %8,9 %

0 %

100%13,3 %20,0 %46,7 %20,0 %

100%28,9 %15,6 %33,3 %22,2 %

Rij van 6 platanen; centrale deel terrein Groenstrook gezien vanuit de westzijde

5A191 gemeente Woerden, boominventarisatie 'defensie eiland' 13

Page 52: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

••

MAM JAARSVELD/ VAN SCHERPENZEEt

5.0 Wijze van onderzoek

•••

De conditie is beoordeeld volgens de kronenstructuur van Dr. A. Roloff, hierbij isgelet op de scheutlengte ontwikkeling en vorming van dood hout. De conditie isin de volgende klassen ingedeeld:

0 Normaal:De conditie is goed. Op middellange termijn (10 tot 15 jaar)worden geen problemen verwacht.

1 Verminderd:De conditie is verminderd, maar op korte termijn (< 5 jaar)worden ten aanzien van de fysiologische toestand van deboom geen problemen verwacht.

2 Sterk verminderd:De conditie is duidelijk verminderd. De fysiologischetoestand van de boom is slecht, maar herstel van de boom iseventueel mogelijk.

3 Zeer slecht:De conditie en levensverwachting van de boom is minimaal.De mechanische en/of fysiologische toestand van de boomis dusdanig slecht dat 'herstel' van de boom niet ofnauwelijks mogelijk is.

Door middel van visuele waarnemingen is de kwaliteit van de bomen beoordeeld.Hierbij is gelet op de mechanische opbouw van stamvoet, stam en kroon, dediktegroei, knopzetting, eventuele aantastingen, verdikkingen enverzwakkingssymptomen. De kwaliteit is ingedeeld in: Goed/Redelijk/Matig/Slecht.

t Door middel van visuele waarnemingen is de levensverwachting van de bomenbeoordeeld. Hierbij is gelet op conditie, kwaliteit, mechanische opbouw en huidigestandplaats van de bomen. De indeling is als volgt:

Goed: ten aanzien van de mechanische e/o fysiologische toestand van de boom worden binneneen termijn van >15 jaar geen problemen verwacht.

Redelijk: ten aanzien van de mechanische e/o fysiologische toestand van de boom worden binnen eentermijn van 10-15 jaar geen problemen verwacht.

Matig: de mechanische en/of fysiologische toestand van de boom is duidelijk verminderd,verwacht mag worden dat 'herstel' van de boom eventueel mogelijk is.

Slecht: de mechanische en/of fysiologische toestand van de boom is minimaal of nihil, verwacht wordtdat 'herstel' van de boom niet of nauwelijks mogelijk is.

5A191 gemeente Woerden, boominventarisatie 'defensie eiland' 14

Page 53: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

-mm

6.0 Bevindingen Bomen

VAM JAABSVELD/ VAN SCHERPENZEEl

Nr.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

Boomsoort

Platanus acerifolia

Platanus acerifolia

Platanus acerifolia

Platanus acerifolia

Platanus acerifolia

Platanus acerifolia

Acer pseudoplatanus

Salix sep. 'Chrysoc.'

Acer pseudoplatanus

Aesculus hippocast.

Salix sep. 'Chrysoc.'

Carpinus betulus

Carpinus betulus

Aesculus hippocast.

Sorbus

Acer platanoides

Acer platanoides

Acer pseudoplatanus

Acer platanoides

Alnus glutinosa

Stam0(cm)

± 3 0

± 3 0

± 10

± 15

± 4 0

± 4 0

± 6 0

± 9 0

±35

± 9 0

± 125

±75

± 6 0

± 8 0

± 6 0

± 5 0

± 4 0

± 3 0

±75

± 4 0

Conditie

(Roloff)

0,3

0

0

0

0,3

0,3

0,5

0,5

0,2

0,3

0,8

0,2

0,2

1,5

1,5

0,5

0,2

0

0,2

0

Kwaliteit

goed

goed

goed

goed

goed

goed

redelijk

slecht

matig

mat.-red.

matig

slecht

matig

matig

slecht

slecht

matig

matig

redelijk

redelijk

Levens-

verwacht.

goed

goed

goed

goed

goed

goed

redelijk

slecht

goed

redelijk

matig

slecht

goed

slecht

slecht

matig

goed

goed

goed

redelijk

Opmerking \

(schadebeelden en advies)

Groeiplaats verbeteren

Platanen zijn bewust aangeplant

Verplanten, bewust aangeplant

Bewust aangeplant

Bewust aangeplant

Groeiplaats verbeteren

dubbele kop, scheefstand, klimopverwijderen, dood hout verwijderenBoom is gekiept en kroon forsingenomen. Kroon compact houden dankan de boom nog jaren mee als markant'exemplaar'

Meervoudige toppen, krooncorrectiebinnen 3 jaarMeervoudige toppen, dood hout,afgebroken takken, boom volgen ivmbloedingsziekte, tzt krooncorrectieZware arm uitgebroken, krooncorrectieen reductie binnen een V4 jaar uitvoerenMeervoudige toppen, dood hout, boomis niet duurzaam te handhaven,verwijderen binnen 2 jaar tot die tijd deboom volgenEenzijdig ontwikkelde kroon,krooncorrectie binnen 3 jaarBloedingsziekte, dood hout,meervoudige toppen, conditie van deboom volgenDood hout, boom niet duurzaam tehandhaven, vellen binnen 3 jaarMeervoudige toppen, scheefstand, doodhout, dood hout snoei, krooncorrectiebinnen 2 jaarIjle kroon dood hout, dood hout snoei,krooncorrectie binnen 2 jaarGeen doorgaande spil, hederaverwijderenScheefstand, dood hout, elleboogtak,dood hout snoei, krooncorrectie < 1 jaarHedera verwijderen

5A191 gemeente Woerden, boominventarisatie 'defensie eiland' 15

Page 54: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

VAN JAARSVELD/ VAN SCHERPENZEEL

BIJLAGE I Tekening

5A191 gemeente Woerden, boominventarisatie 'defensie eiland' 19

Page 55: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

I•

VAN JAARSVELD/ VAN SCHERPENZEEL

ft

0

••t

5A191 gemeente Woerden, boominventarisatie 'defensie eiland' 20

Page 56: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 57: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 3:Verkeersgeneratie (BRO, 2011)

Page 58: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 59: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Verkeersgeneratie defensie-eiland Woerden 1

Verkeersgeneratie defensie-eiland Woerden

Datum : 5 oktober 2011

Opdrachtgever : De Wasserij CV

Projectnummer : 211x04759

Opgesteld door : L. van Oort

i.a.a. : G. Schalken

Uitgangspunten:

• De kern Woerden is een matig-stedelijke woonplaats, gebaseerd op het aantal inwoners

(35.263 inwoners per 01-01-2011, www.woerden.nl) en CBR-categorisering (www.statline.nl).

• Huidige situatie plangebied: terrein voor militaire doeleinden, gedurende geruime tijd niet

meer als zodanig in gebruik

• Toekomstige situatie plangebied:

- 274 woningen, waarvan 4 lofts in cultureel casco

- 411 m² horeca in cultureel casco

- mogelijkheid tot realisatie van 650 m² bvo detailhandel en/of kleinschalige bedrij-

vigheid (diamantvormig gebouw in middengedeelte van plangebied)

• Berekening verkeersgeneratie ‘wonen’ op basis van CROW publicatie 256 (Verkeersgeneratie

woon- en werkgebieden, oktober 2007) en bijbehorende online-rekentool

(www.crow.nl/verkeersgeneratie), met de volgende parameters voor functie ‘wonen’:

- Ligging in stedelijk gebied: centrum-stedelijk overig en buiten-centrum overig

- Autobezit per woning: 0,7 (bron: www.cbsinuwbuurt.nl)

- Ligging t.o.v. OV-knooppunten en/of snelwegaansluitingen: sec. of IC-knooppunt < 1 km

en snelweg < 2 km

Bij de realisatie van 650 m² op de begane grond van het diamantvormig gebouw in het mid-

dengedeelte, wordt de mogelijkheid tot het realiseren van woningen in het pand terugge-

bracht tot de tweede en derde bouwlaag (van in totaal drie bouwlagen). Met andere woor-

den, het aantal woningen wordt teruggebracht met 1/3 deel van 45 woningen, tot 45-15 = 30

woningen.

• Berekening verkeersgeneratie ‘cultureel casco – horeca 411 m² bvo’ op basis van CROW publi-

catie 256 (Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden, oktober 2007), met de volgende ken-

getallen voor horeca, gemiddeld aantal motorvoertuigbewegingen per 100 m² vvo:

- per werkdagetmaal: 81 mvtgbew per 100 m² vvo

- per zaterdagetmaal: 269 mvtgbew per 100 m² vvo

- verhouding verdienend oppervlak: niet-verdienend oppervlak, 1 : 0,6 (bron: Horeca Ne-

derland (Koninklijk Verbond van Ondernemers in het Horeca- en Aanverwante bedrijf,

www.horeca.org, maart 2008)

Page 60: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Verkeersgeneratie defensie-eiland Woerden 2

• Berekening verkeersgeneratie ‘detailhandel en kleinschalige bedrijvigheid’ op basis van

CROW publicatie 272 (Verkeersgeneratie voorzieningen, december 2008) en bijbehorende

online-rekentool (www.crow.nl/verkeersgeneratie) met de volgende parameters voor functie

‘winkelen en boodschappen’:

- Type voorziening: stadsdeelcentra (dit i.v.m. het uitsluiten van de functie supermarkt en

het lagere, voor deze ontwikkeling passende percentage supermarkt in het kengetal

‘stadsdeelcentra’)

- Ligging in stedelijk gebied: schil centrum

Bij de realisatie van 650 m² op de begane grond van het diamantvormig gebouw in het mid-

dengedeelte, wordt de mogelijkheid tot het realiseren van woningen in het pand terugge-

bracht tot de tweede en derde bouwlaag (van in totaal drie bouwlagen). Met andere woor-

den, het aantal woningen wordt teruggebracht met 1/3 deel van 45 woningen, tot 45-15 = 30

woningen.

Page 61: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Verkeersgeneratie defensie-eiland Woerden 3

Verkeersgeneratie toekomstige situatie

Wonen

Aantal woningen binnen plangebied 274 woningen

Resultaat www.crow.nl/verkeersgeneratie:

Verkeersgeneratie gemiddelde weekdag (mvtg-

bew/etm, incl. vrachtverkeer)

1111

Verkeersgeneratie gemiddelde werkdag (mvtg-

bew/etm, incl. vrachtverkeer)

1170

Factor vrachtverkeer (vrachtautobewegingen per

woning per werkdagetmaal)

0,02 CROW publicatie 256

Aantal vrachtautobewegingen per etmaal 0,02*274 = 5,48

Percentage vrachtverkeer 5,48/1170 = 0,47%

Cultureel casco – 411 m² horeca

Horeca 411 m² bvo

Verdienend oppervlak 0,6*411 = 247 m² vvo Uitleg zie boven

Verkeersgeneratie gemiddelde werkdag (mvtg-

bew/etm)

(247/100)*81 = 200

Verkeersgeneratie gemiddelde zaterdag (mvtg-

bew/etm, excl. vrachtverkeer)

(247/100)*269 = 664

Verkeersgeneratie gemiddelde weekdag (mvtg-

bew/etm, excl. vrachtverkeer)

((200*5)+(664*2))/7 =

333

Factor vrachtverkeer (vrachtautobewegingen per 100

m² vvo per etmaal)

0,7 CROW publicatie 256

Aantal vrachtautobewegingen per etmaal 0,7*(247/100) = 1,7

Detailhandel en kleinschalige bedrijvigheid

Detailhandel en kleinschalige bedrijvigheid 650 m² bvo

Resultaat www.crow.nl/verkeersgeneratie:

Verkeersgeneratie gemiddelde weekdag (mvtg-

bew/etm, incl. vrachtverkeer)

298 15 woningen -> 122 mvtg-

bew/etm

Verkeersgeneratie gemiddelde werkdag (mvtg-

bew/etm, incl. vrachtverkeer)

321 15 woningen -> 128 mvtg-

bew/etm

Factor vrachtverkeer (vrachtautobewegingen per 100

m² vvo per etmaal)

0,7 CROW publicatie 256

Aantal vrachtautobewegingen per etmaal 0,7*(650/100) = 4,55

Toename verkeer als gevolg van ontwikkeling

Gemiddelde weekdag (mvtgbew/etm) 1111+333+1,7+298-122

+4,55 = 1627

Percentage vrachtverkeer weekdag (mvtgbew/etm) (5,48+1,7+4,55)/1627 =

0,7%

Gemiddelde werkdag (mvtgbew/etm) 1170+200+1,7+321-

128+4,55 = 1570

Page 62: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 63: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 4:Saneringsplan fase 1 ( Sita Remediation BV, 2010)

Page 64: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 65: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

1

Postadres Postbus 270 2600 AG DELFT Nederland T +31(0)15 7512300 F +31(0)15 2625365

Bezoekadres Delftechpark 9 2628 XJ DELFT Nederland www.mwhglobal.nl

KVK Haaglanden 27 18 43 23 ING Bank Delft 65 93 74 331 IBAN NL 63 ING B 0659 374331/BIC INGBNL2A MWH is ISO 9001:2008 en VCA* gecertificeerd

Deelsaneringsplan

(fase 1)

Defensie-eiland Woerden

Definitief

In opdracht van Sita Remediation B.V.

Opgesteld door MWH B.V.

Projectnummer M10A0260

Documentnaam S:\data\project\M10\M10A0260\2 (T ) Inhoudelijk - Technisch\T4

Deliverables - op te leveren producten\T4.2 Controlled -

extern\m10a0260.r04.docx

Datum 2 september 2010

Page 66: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

2

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Page 67: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

3

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Inhoudsopgave

1 Inleiding 5 1.1 Algemeen 5

1.2 Aanleiding en doel 5 1.3 Projectgegevens 6 1.4 Projectcontext 7 1.5 Toetsingskader 10

1.6 Leeswijzer 11

2 Beschikbare onderzoeksgegevens 13 2.1 Uitgevoerde bodemonderzoeken 13

2.2 Historische gegevens 14 2.3 Bodemopbouw en geohydrologie 16 2.4 Verontreinigingssituatie 17 2.5 Definiëring probleemgebieden 20

2.6 Potentie voor natuurlijke afbraak 21 2.7 Ernst en spoedeisendheid 21

2.8 Gevalsdefinitie 22

3 Fasering en plannen herontwikkeling Defensie-eiland 23

3.1 De herontwikkeling op hoofdlijnen 23 3.2 Details herontwikkeling 27

4 Beleidskader en projectspecifieke afspraken 29

4.1 Algemeen beleidskader 29 4.2 Provinciaal beleidskader 32

4.3 Lokaal beleid 32 4.4 Projectspecifieke afspraken 32

5 Saneringsdoelstelling en saneringsvarianten 35 5.1 Algemene saneringsdoelstelling 35

5.2 Fasering en verantwoordelijkheden sanering 36 5.3 Randvoorwaarden sanering immobiele verontreiniging fase 1 37

5.4 Randvoorwaarden sanering mobiele verontreiniging fase 1 38 5.5 Afbakening sanering fase 1 40 5.6 Geselecteerde saneringsvarianten 41

6 Uitgangspunten en randvoorwaarden 43

7 Voorbereidende werkzaamheden 47 7.1 Benodigde vergunningen, goedkeuringen en beschikkingen 47 7.2 Voorbereidende werkzaamheden 48 7.3 Verzekering 48 7.4 Voorlichting en start 48

Page 68: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

4

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

8 Uitwerking saneringsvarianten 49 8.1 Verwijderen van opslagtanks 49 8.2 Saneren van immobiele verontreinigingen 50 8.3 Saneren van 5 oliespots 52 8.4 Grondstromen en toepassing en hergebruik van grond op locatie 53

8.5 Invloed van bemalingen 56

9 Organisatie en veiligheid 59 9.1 Directievoering 59

9.2 Milieukundige begeleiding 59 9.3 Veiligheidskundige aspecten 60

10 Terugvalscenario fase 1 63

11 Nazorg fase 1 65

12 Externe communicatie, procedures en uit te voeren acties 67 12.1 Externe communicatie 67

12.2 Procedures 68 12.3 Acties 70

13 Planning 73

Bijlage 1.1: Overzichtskaart

Bijlage 1.2: Kadastrale gegevens

Bijlage 2.1: Situatietekening met ligging gebouwen

Bijlage 3: Verontreinigingssituatie grond met minerale olie, aromaten en VOCL

Bijlage 4.1: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 0-5 m-mv

Bijlage 4.2: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 5-20 m-mv

Bijlage 4.3: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 20-37 m-mv

Bijlage 4.4: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 37-55 m-mv

Bijlage 5: Werkgebieden sanering fase 2

Bijlage 6.1: Bodemgebruikswaarden (BGW) m.b.t. zware metalen en PAK bovengrond

(maaiveld tot 0,5 m-mv)

Bijlage 6.2: Bodemgebruikswaarden (BGW) m.b.t. zware metalen en PAK bovengrond

(0,5- 1,5 m-mv)

Bijlage 7.1: Overzicht te slopen gebouwen

Bijlage 7.2: Fasering opstalontwikkeling

Bijlage 7.3: Herontwikkeling locatie

Bijlage 7.4: Grondgebruik locatie na herontwikkeling

Bijlage 8: Sanering immobiele verontreiniging

Bijlage 9: Locaties ontgravingen

Bijlage 10: Planning sanering fase 1 en 2 en ontwikkeling locatie

Page 69: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

5

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

1 Inleiding

1.1 Algemeen

De Wasserij CV heeft Sita Remediation B.V. opdracht gegeven voor het opstellen van een deelsane-

ringsplan voor de locatie Defensie-eiland te Woerden. MWH B.V. heeft deze werkzaamheden voor

Sita Remediation uitgevoerd.

Op de locatie is sprake van meerdere immobiele en mobiele verontreinigingen. Voor de sanering

van het gehele geval van bodemverontreiniging is onderscheid gemaakt in de volgende fasering:

Fase 1: Bovengrond (immobiele verontreinigingen en oliespots);

Fase 2: Mobiele brongebieden (VOCL) tot een diepte van circa 17 m-mv;

Fase 3: Sanering diepere grondwater, pluim met VOCL en benzeen op en ten (noord)westen van

het Defensie-eiland in het eerste watervoerende pakket;

Fase 4: Sanering diepere grondwater, oostelijke pluim met VOCL in het eerste watervoerend

pakket ter hoogte van NS-station Woerden.

De ontwikkeling en sanering van fase 1 en 2 wordt onder verantwoordelijkheid en voor risico van de

ontwikkelaar gerealiseerd. De derde en vierde fase van de sanering worden onder verantwoordelijk-

heid en voor risico van de gemeente Woerden uitgevoerd. De omschreven werkzaamheden in dit

plan hebben betrekking op de sanering van fase 1.

1.2 Aanleiding en doel

Ter plaatse van de locatie (zie bijlage 1 en 2) is sprake van zowel immobiele (zware metalen en

PAK) als mobiele verontreinigingen (minerale olie, vluchtige aromaten en gechloreerde koolwater-

stoffen). Deze verontreinigingen zijn ontstaan door activiteiten die in het verleden op de locatie heb-

ben plaatsgevonden.

De gemeente Woerden is voornemens om de locatie te laten herontwikkelen tot een hoogwaardig

deel van de binnenstad van Woerden met het hoofdaccent op wonen. De herontwikkeling van de

locatie is aanleiding om de locatie te saneren om deze geschikt te maken voor het toekomstige ge-

bruik.

De ontwikkeling van de locatie zal gefaseerd plaatsvinden. Dit is ook de reden dat de sanering van

de locatie gefaseerd uitgevoerd zal worden.

Het doel van het deelsaneringsplan is meerledig:

het vastleggen van de algemene kaders (o.a. saneringsdoelstelling) waarbinnen de sanering zal

plaatsvinden;

de afbakening van de te saneren verontreinigingen;

het vastleggen van de uitgangspunten en fasering van de benodigde werkzaamheden over een

meerjarige periode waarbinnen de bodemverontreiniging wordt aangepakt;

Page 70: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

6

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

het uitwerken van de saneringswerkzaamheden voor fase 1. Voor de sanering van de mobiele

verontreinigingen die tot fase 1 behoren worden nog uitvoeringsplannen opgesteld waar de de-

tails van de saneringswerkzaamheden verder in worden uitgewerkt;

het beschrijven van de relatie tussen de herontwikkeling van de locatie en de saneringswerk-

zaamheden;

het waarborgen van de kwaliteit, doelgerichtheid en efficiëntie van de uit te voeren werkzaamhe-

den;

het vastleggen van de globale planning van de werkzaamheden die behoren tot de sanering van

fase 1 en 2 en de herontwikkeling van de locatie. Fase 1 is uitgewerkt in dit deelsaneringsplan,

voor fase 2 wordt een doorkijk gegeven;

het aanvragen van een beschikking bij het bevoegd gezag op dit deelsaneringsplan.

Het plan vormt de basis van waaruit de bodemproblematiek wordt aangepakt tijdens de ontwikkeling

van de locatie. Hierbij is het einddoel een milieuhygiënische eindsituatie die acceptabel is voor de

gemeente Woerden, het bevoegd gezag en de projectontwikkelaar.

1.3 Projectgegevens

In tabel 1 zijn de algemene gegevens van het project weergegeven. Bij de betrokken partijen staat

aangegeven welke partijen bij de sanering van fase 1 en 2 zijn betrokken en wat hun rol is binnen

het project. Indien in de tekst wordt gesproken over de saneerder dan wordt gedoeld op de ontwik-

kelaar.

Tabel 1 Algemene projectgegevens

Projectnaam Deelsaneringsplan (fase 1 en 2) Defensie-eiland te Woerden

Grondeigenaar Gemeente Woerden

WBB-code UT0632/00048

Locatie Ligging; Zie bijlage 1 en 2

Oppervlakte; 33.135 m2

Aanwezige opstallen: Ja, meerdere gebouwen waarvan een groot deel gesloopt gaat worden

Kabels en leidingen: Ja

Grondwaterbeschermingsgebied: Nee

Kadastrale gegevens Adres: Wilhelminaweg 146 te Woerden

Kadastrale gemeente: Gemeente Woerden

Kadastrale sectie: C

Perceelnummers: 2919: grootste deel Defensie-eiland 2162: noordelijke punt Defensie-eiland

Kadastrale kaart: Zie bijlage 1.2

Coördinaten Kaartblad: 31 B/G

X: 120820

Y: 455256

Bestemming Huidige bestemming en gebruik: Bestemming: bedrijfsterrein Gebruik: parkeren, en tijdelijk gebruik van ge-bouwen en terreinen

Toekomstige bestemming: Wonen met bijbehorende voorzieningen (o.a. parkeerruimte en groenvoorzieningen)

Betrokken partijen Opdrachtgever sanering: Gemeente Woerden

Adviseur opdrachtgever sanering: Milieudienst Noord-West Utrecht

Bevoegd gezag: Provincie Utrecht

Ontwikkelaar en saneerder locatie: De Wasserij CV 1)

Beschikkinghouder sanering fase 1 en 2: De Wasserij CV 1)

Page 71: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

7

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Uitvoerend aannemer sanering locatie: Sita Remediation B.V.

Uitvoerend aannemer bouwrijpmaken Van Gelder B.V.

Adviseur uitvoerend aannemer: MWH B.V. 1) De Wasserij CV is de commanditaire venootschap waarin Blauwhoed B.V. en VORM Holding B.V. hun samenwerking voor de ontwikkeling van

de locatie gestalte hebben gegeven.

De locatie Intendance Woerden is in de periode 1880-2001 als militair complex in gebruik geweest.

In 1873 kreeg het kasteel in opdracht van het departement van Oorlog een nieuwe bestemming als

Centraal Magazijn van kleding en uitrusting. Vanaf 1880 werd begonnen met de bouw van onder

meer een wasserij met ketelhuis, diverse loodsen en een werkplaats voor het sorteren van textiel.

1.4 Projectcontext

De gemeente Woerden is op 13 december 2005 de eigenaar geworden van het perceel en de op-

stallen aan de Wilhelminaweg 146 te Woerden. De vorige eigenaar van de locatie was de Staat der

Nederlanden (Dienst der Domeinen). Doel van de overname van de locatie was het perceel te laten

herontwikkelen tot een hoogwaardig deel van de binnenstad met het hoofdaccent op wonen.

Bij de overname was bekend dat de bodem verontreinigd was door activiteiten uit het verleden. Dit is

reden geweest voor de gemeente Woerden om plannen te ontwikkelen om de locatie gelijktijdig te

laten ontwikkelen en saneren.

De basis voor de plannen voor sanering zijn de twee volgende bodemonderzoeksrapporten van de

locatie:

Woerden, Defensie-eiland, Actualisatie-onderzoek en aanvullend onderzoek brongebieden,

Tauw, projectnummer 4492634, 8 februari 2007;

actualisatie saneringsonderzoek Defensie-eiland Woerden, Grontmij, projectnummer 210859, 9

augustus 2007.

Deze twee rapporten dienen als uitgangspunt voor de beschrijving van de verontreinigingssituatie en

de aanpak van de bodemsanering.

Zoals aangegeven in paragraaf 1.1 is de volgende fasering in de sanering gemaakt:

Fase 1: Bovengrond (immobiele verontreinigingen en oliespots);

Fase 2: Mobiele brongebieden (VOCL) tot een diepte van circa 17 m-mv;

Fase 3: Sanering diepere grondwater, pluim met VOCL en benzeen op en ten (noord)westen van

het Defensie-eiland in het eerste watervoerende pakket;

Fase 4: Sanering diepere grondwater, oostelijke pluim met VOCL in het eerste watervoerend

pakket ter hoogte van NS-station Woerden.

De gemeente Woerden heeft besloten om de ontwikkeling van de locatie en de sanering van de eer-

ste en tweede fase van de sanering van de verontreiniging te laten plaatsvinden middels een Euro-

pese aanbestedingsprocedure. De ontwikkeling en sanering van fase 1 en 2 dient voor eigen reke-

ning (verantwoordelijkheid) en risico van de ontwikkelaar te worden gerealiseerd. De derde en vierde

fase van de sanering worden in opdracht, onder verantwoordelijkheid en voor risico van de gemeen-

te uitgevoerd.

Voorafgaand aan de Europese aanbesteding is op 11 september 2007 tussen de gemeente Woer-

Page 72: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

8

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

den en de Provincie Utrecht het “Convenant milieumaatregelen vml. Defensieterrein „Intendance

Woerden‟ “ afgesloten (bron 6). Als basis voor dit convenant zijn de opgestelde bodemonderzoeken

van de locatie gebruikt. In dit convenant zijn afspraken vastgelegd met betrekking tot de sanering en

ontwikkeling van de locatie over o.a.;

Fasering en planning van de sanering;

verantwoordelijkheden tijdens de sanering.

De aanbestedingsprocedure is in oktober 2007 gestart middels een prekwalificatie. Uiteindelijk heb-

ben een aantal geselecteerde partijen een planvisie en grondbieding ingediend. Blauwhoed B.V. en

VORM B.V. hebben gezamenlijk ingeschreven. Bij de inschrijving zijn Sita Remediation en MWH als

respectievelijk uitvoerend aannemer van de sanering en hun adviseur betrokken.

Onderdeel van de aanbesteding was het “Programma van eisen bodemsanering. Defensie-eiland

Woerden” (bron 7). In dit programma van eisen voor de bodemsanering wordt ingegaan op het on-

derdeel sanering uit het werk “Sanering en herontwikkeling van het Defensie-eiland”. Hierin is opge-

nomen welk deel van de sanering deel uitmaakt van het werk. Tevens wordt hierin ingegaan op de

doelstelling, aanpak, uitwerking, planning en de te hanteren randvoorwaarden voor de sanering.

Blauwhoed en VORM hebben de prijsvraag gezamenlijk winnend afgesloten. Dit heeft ertoe geleid

dat het project door de gemeente Woerden in december 2008 is gegund aan Blauwhoed en VORM.

Blauwhoed en VORM hebben hun samenwerking gestalte gegeven in een commanditaire venoot-

schap onder de naam ”De Wasserij CV”.

Op 4 juni 2008 is door de provincie Utrecht de beschikking ernst en spoedeisendheid Defensie-

eiland te Woerden (nummer: 2008TNT221167; code: UT0632/00048) afgegeven. In de beschikking

stellen de Gedeputeerde Staten het volgende vast:

er is sprake van een ernstige bodemverontreiniging;

dat spoedige sanering van de bodem noodzakelijk is;

dat binnen 4 jaar (uiterlijk 4 juni 2012), na afgifte van de beschikking, met de sanering moet wor-

den begonnen;

voorafgaand aan de sanering dient een tijdelijke beveiligingsmaatregel te worden getroffen.

Tussen de gemeente Woerden en De Wasserij zijn op 17 december 2008 o.a. een ontwikkelings-

overeenkomst en saneringsovereenkomst voor het Defensie-eiland getekend. De saneringsover-

eenkomst (bron 9) is onderdeel van de “Ontwikkelingsovereenkomst Herontwikkeling Defensie-

eiland Woerden‟‟ (bron 8).

In de saneringsovereenkomst is de saneringsverplichting van de saneerder en zijn financiële afspra-

ken tussen beide partijen vastgelegd.

27 mei 2009 wordt als de datum van de formele gunning van de werkzaamheden gezien. De sa-

neerder zorgt ervoor uiterlijk 17 december 2010 een beschikking op tenminste één saneringsplan te

hebben verkregen.

Om invulling te kunnen geven aan de tijdelijke beveiligingsmaatregel is op 12 januari 2009 het “Mo-

nitoringsplan Defensie-eiland Woerden (projectnummer: C08060; TTE)” opgesteld.

De tijdelijke beveiligingsmaatregel bestaat uit het periodiek monitoren van de grondwaterverontreini-

Page 73: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

9

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

ging. De eerste monitoringsronde is in 2009 uitgevoerd. De resultaten van de eerste monitoringsron-

de zijn op 26 oktober 2009 gerapporteerd in “Resultaten monitoring Defensie-eiland Woerden (pro-

jectnummer: C09506; TTE).

De conclusies zijn:

in het ondiepe grondwater is de verontreinigingssituatie qua omvang ten opzichte van de situatie

in 2006 nauwelijks gewijzigd. De concentraties VOCL en benzeen zijn in individuele peilbuizen in

de bron toegenomen en in de pluim afgenomen of gelijk gebleven;

er kan nog geen betrouwbare uitspraak worden gedaan over de horizontale en verticale grond-

waterstroming.

Voor de gemeente Woerden staat bij (her)ontwikkeling duurzaamheid hoog in het vaandel. Het De-

fensie-eiland maakt onderdeel uit van de spoorzone in Woerden. In dit gebied zullen de komende

jaren woningen en kantoren worden gebouwd. In de spoorzone wil de gemeente Woerden Warmte-

en koudeopslag (WKO) gaan toepassen. Om hier verdere invulling aan te geven is door de gemeen-

te Woerden het Duurzaam Dienstenbedrijf Woerden (DDW) opgericht. De WKO in de spoorzone

dient in samenhang met de aanwezige bodemverontreinigingen toegepast te worden. Uit de studie

“Voorlopig ontwerp Spoorzone Woerden, d.d. 23 maart 2009 (projectnummer: C08060; TTE)” blijkt

dat de belangrijkste verontreiniging in deze zone de verontreiniging op het Defensie-eiland is.

In deze studie is gekozen voor een integrale variant waarbij WKO en sanering/beheersing van fase 3

en 4 van het Defensie-eiland met elkaar wordt gecombineerd. De Wasserij zal warmte- en koude-

vraag gaan betrekken van het DDW.

De periode tussen december 2008 en juni 2010 is door de partijen, als gevolg van de crisis, gebruikt

voor de planoptimalisatie van de ontwikkeling van de locatie.

Als onderdeel hiervan is op 8 juli 2009 een workshop georganiseerd met alle betrokken partijen om

een eerste aanzet te geven voor de optimalisatie van de bodemsanering van de locatie. Deze work-

shop heeft niet geleid tot aanpassingen in de aanpak en de saneringsdoelstelling.

Voor de saneringswerkzaamheden is de werkgroep Sanering Defensie-eiland Woerden ingesteld.

De partijen die deel uitmaken van deze werkgroep zijn: Gemeente Woerden, Provincie Utrecht, Mili-

eudienst Noord-West Utrecht, De Wasserij, Sita Remediation en MWH.

Op 17 juni 2010 is de werkgroep voor de eerste maal bij elkaar gekomen. Een tweede overleg heeft

plaatsgevonden op 26 augustus 2010. Een belangrijk gespreksonderwerp tijdens de eerste bijeen-

komsten van de werkgroep waren de mogelijkheden om op 17 december 2010 een (of meerdere)

beschikt(e) saneringsplan(nen) voor de locatie gereed te hebben.

Tijdens het tweede overleg van 26 augustus 2010 zijn afspraken gemaakt met betrekking tot het op-

stellen van deelsaneringsplannen. De volgende deelsaneringsplannen worden opgesteld:

deelsaneringsplan fase 1;

deelsaneringsplan pilot fase 2;

deelsaneringsplan fase 2.

Dit onderliggende deelsaneringsplan heeft betrekking op de saneringswerkzaamheden van fase 1.

Dit is de start voor de saneringswerkzaamheden die onder de verantwoordelijkheid van de ontwikke-

laar van de locatie vallen. Hierna volgen o.a. de werkzaamheden voor het opstellen van de deelsa-

Page 74: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

10

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

neringsplannen van fase 2. De planning voor de saneringswerkzaamheden van fase 1 en 2 en de

ontwikkeling van de locatie en de onderlinge samenhang tussen deze werkzaamheden is verder uit-

gewerkt in hoofdstuk 13.

De saneringswerkzaamheden van fase 1 en 2 en de ontwikkeling van de locatie worden onderling

op elkaar afgestemd. Hierbij is de ontwikkeling van de locatie leidend voor de planning van de sane-

ring van fase 1 en 2.

De sanering van fase 3 en 4 wordt onder verantwoordelijkheid van de gemeente Woerden uitge-

voerd. Deze werkzaamheden zullen later van start gaan. Er zijn contractueel afspraken gemaakt

tussen de ontwikkelaar en de gemeente Woerden over de afstemming tussen de sanering van fase

1 en 2 enerzijds en de sanering van fase 3 en 4 anderzijds.

Samenvatting

Dit deelsaneringsplan heeft betrekking op het Defensie-eiland Woerden. De locatie is verontreinigd met zowel immobiele als mobiele componenten.

In het saneringsonderzoek is de volgende fasering in de sanering gemaakt:

Fase 1: Bovengrond (immobiele verontreinigingen en oliespots);

Fase 2: Mobiele brongebieden (VOCL) tot een diepte van circa 17 m-mv;

Fase 3: Sanering diepere grondwater, pluim met VOCL en benzeen op en ten (noord)westen van het Defensie-eiland in het eerste watervoerende

pakket;

Fase 4: Sanering diepere grondwater, oostelijke pluim met VOCL in het eerste watervoerend pakket ter hoogte van NS-station Woerden.

Er zijn meerdere betrokken partijen bij dit project van belang. De direct betrokkenen zijn:

Gemeente Woerden: grondeigenaar en opdrachtgever

Provincie Utrecht: bevoegd gezag

Milieudienst Noord-West Utrecht: adviseur gemeente Woerden

De Wasserij: ontwikkelaar en saneerder

Sita Remediation: uitvoerend aannemer sanering

MWH: adviseur uitvoerend aannemer sanering

In dit deelsaneringsplan zijn alleen de werkzaamheden die betrekking hebben op de sanering van fase ,1 die onder verantwoordelijkheid van de project-

ontwikkelaar valt, beschreven.

De onderlinge samenhang tussen de sanering van fase 1 en 2 en de ontwikkeling van de locatie is in dit plan beschreven.

De sanering van fase 1 is onderdeel van de gehele sanering (fase 1 t/m 4) van de locatie.

Voor het project zijn zowel privaatrechterlijke (contractueel) als bestuursrechterlijke (beschikking) gemaakte afspraken tussen de betrokken partijen van

belang voor de uitvoering van de sanering.

De gemaakte afspraken dienen mee genomen te worden in het deelsaneringsplan.

Het deelsaneringsplan dient de belangen van alle betrokken partijen bij het project te waarborgen.

Naast de sanering en ontwikkeling van de locatie zijn ook ontwikkelingen gaande op het gebied van WKO. Hiervoor gaat de voorkeur uit naar een inte-

grale variant waarbij WKO en sanering/beheersing van fase 3 en 4 van het Defensie-eiland met elkaar worden gecombineerd.

Voor de saneringswerkzaamheden is met de direct betrokkenen de werkgroep Sanering Defensie-eiland ingesteld. In de werkgroep is afgesproken dat

voor meerdere deelactiviteiten deelsaneringsplannen worden opgesteld. Dit betreft deelsaneringsplannen voor:

Saneringswerkzaamheden fase 1;

Pilot fase 2;

Saneringswerkzaamheden fase 2.

Vanwege contractuele afspraken tussen de betrokken partijen dient op 17 december 2010 een beschikking op tenminste één saneringsplan afgegeven

te zijn.

1.5 Toetsingskader

De analyseresultaten van de grond worden vanaf 1 oktober 2008 getoetst aan de Achtergrond-

waarde 2000 (AW2000), zoals opgenomen in de „Regeling bodemkwaliteit‟ (bron 1) behorende bij

het „Besluit bodemkwaliteit‟ (bron 2 tot en met 4). De interventiewaarden voor grond en de streef- en

Page 75: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

11

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

interventiewaarden voor grondwater zijn opgenomen in de Circulaire bodemsanering 2009 (bron 5).

In dit rapport wordt de volgende terminologie voor grond gehanteerd:

kleiner of gelijk aan de achtergrondwaarde 2000 (AW2000) of detectiegrens: geen sprake van

een verhoogde concentratie; niet verontreinigd;

groter dan AW2000, kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde (T): licht verhoogde concentratie;

licht verontreinigd. Voor de tussenwaarde (T) geldt de volgende berekening: (achtergrondwaarde

2000 + interventiewaarde)/2;

groter dan T, kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (I): matig verhoogde concentratie;

matig verontreinigd;

groter dan I: sterk verhoogde concentratie; sterk verontreinigd.

De terminologie voor grondwater is als volgt:

kleiner of gelijk aan de streefwaarde (S) of detectiegrens: geen sprake van een verhoogde con-

centratie; niet verontreinigd;

groter dan de streefwaarde (S), kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde (T): licht verhoogde

concentratie; licht verontreinigd. Voor de tussenwaarde (T) geldt de volgende berekening:

(streefwaarde + interventiewaarde)/2;

groter dan T, kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (I): matig verhoogde concentratie;

matig verontreinigd;

groter dan I: sterk verhoogde concentratie; sterk verontreinigd.

1.6 Leeswijzer

Dit deelsaneringsplan is van toepassing op de werkzaamheden voor saneringsfase 1. De samen-

hang tussen de activiteiten voor fase 1 en 2 en de geplande ontwikkeling van de locatie worden in dit

plan beschreven.

Hoofdstuk 2 beschrijft de beschikbare onderzoeksgegevens. Deze gegevens tezamen met de fase-

ring en de plannen voor de herontwikkeling (hoofdstuk 3) zijn de basis voor het saneringsplan.

Op basis van het beleidskader gecombineerd met projectspecifieke afspraken (hoofdstuk 4) is een

saneringsdoelstelling voor de locatie geformuleerd. Bij de saneringsdoelstelling is onderscheid ge-

maakt in de immobiele verontreinigingen en de organische verontreinigingen op de locatie. Deze

saneringsdoelstelling is weergegeven in hoofdstuk 5.

In een eerder uitgevoerd saneringsonderzoek zijn voor saneringsfase 1 en 2 een aantal mogelijke

saneringsvarianten beschreven en afgewogen. De geselecteerde saneringsvarianten per fase be-

schrijven we in hoofdstuk 5. De uitgangspunten en voorbereidende werkzaamheden staan beschre-

ven in respectievelijk hoofdstuk 6 en 7.

Een uitwerking van de geselecteerde saneringsvarianten op hoofdlijnen is opgenomen in hoofdstuk

8. De organisatie en veiligheidsaspecten van de sanering worden toegelicht in hoofdstuk 9.

In hoofdstuk 10 en 11 gaan we in op het terugvalscenario en de nazorg van de sanering.

Het rapport eindigt met de procedures en uit te voeren acties (hoofdstuk 12) en een planning (hoofd-

stuk 13) van de gecombineerde herontwikkeling en sanering van de locatie.

Page 76: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

12

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Page 77: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

13

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

2 Beschikbare onderzoeksgegevens

In dit hoofdstuk gaan we in op de beschikbare gegevens van de locatie. We beperken ons vooral tot

de gegevens die van belang zijn voor het verder uitwerken van de sanering van fase 1 en 2 op de

locatie. De gegevens uit dit hoofdstuk zijn vooral gebaseerd op bodemonderzoeken 25 en 26 (zie

tabel 2). Deze gegevens zijn voor alle partijen de basis voor de saneringswerkzaamheden van fase

1 en 2. In het convenant milieumaatregelen (bron 6) heeft de Provincie Utrecht ook aangegeven dat

deze beide onderzoeken voldoen aan alle gestelde vereisten van de Wet bodembescherming. De

daarin beschreven verontreiniging en bijbehorende terugsaneerwaarden bieden volgens de Provin-

cie een actuele basis om de sanering (fase 1 en 2) nader te kunnen uitwerken in saneringsplannen.

De beschreven onderzoeksgegevens zijn niet geïnterpreteerd door MWH.

De gegevens van de monitoring uit 2009 (bodemonderzoek 29) zijn bij onderstaande beschrijving

niet meegenomen. De monitoring heeft zich vooral gericht op het diepere grondwater (> 20 m-mv).

Deze verontreiniging is onderdeel van fase 3 en 4. Uit de monitoring is ook gebleken dat de veront-

reinigingssituatie in het ondiepere grondwater (< 20 m-mv) ten opzichte van 2006 nauwelijks (qua

volume) is gewijzigd.

2.1 Uitgevoerde bodemonderzoeken

In tabel 2 is een overzicht gegeven van de uitgevoerde bodemonderzoeken op de locatie. Uitgangs-

punt is dat de Milieudienst Noord-West Utrecht alle onderzoeksrapporten in haar bezit heeft en dat

de rapporten daar ingezien kunnen worden.

Tabel 2 Overzicht uitgevoerde bodemonderzoeken

Nummer Titel Adviesbureau Projectnummer/

kenmerk

Datum

1 Uitgebreid indicatief onderzoek CSO WOE.B05.10 30/8/1990

2 Nader onderzoek grond en grondwater zestal locaties Tukkers 1863 26/5/1992

3 Nader onderzoek fase 1 in de Singel te Woerden Grontmij 646 Maart 1993

4 Nader bodemonderzoek fase 1 Tauw 3315665 November 1994

5 Aanvullend historisch onderzoek Tauw 3358216 Augustus 1995

6 Nader bodemonderzoek fase 2 Tauw 3397696 Juni 1995

7 Bodemonderzoek omgeving NS station Tauw 3436039 1/10/1995

8 Nader bodemonderzoek, fase 3 Tauw 3504980 10/12/1996

9 Saneringsonderzoek Tauw 3560007 Maart 1997

10 Nader bodemonderzoek, fase 4 Tauw 3557472 November 1998

11 Plan van aanpak Tauw 3503410 November 1998

12 Aanvullend grondwateronderzoek nabij riolering Tauw 3645452 11/6/1998

13 Kerk Bonaventura Tauw 3696855 Oktober 1998

14 Monitoring 1998 Tauw 3636968 April/oktober 1998

15 Onderzoek onverdachte terreindelen Tauw 3711447 April 1999

16 Onderzoek natuurlijke afbraak Tauw 3711439 April/september

1999

17 Aanvullend onderzoek Tauw 3755584 Juni 1999

18 Waterpassing Tauw 3756068 Juni 1999

19 Alternatieve modellering stoftransport Tauw 3766276 Oktober 1999

20 Natuurlijke afbraak Intendance Woerden Tauw 3711439 Maart 2000

Page 78: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

14

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Nummer Titel Adviesbureau Projectnummer/

kenmerk

Datum

21 Geohydrologische monitoring Tauw 363968 6/3/2000

22 Monitoring grondwater juli en december 2001 Tauw 3834670 26/9/2002

23 Verkennend bodemonderzoek (parkeerterrein) Grondslag 7800 12/5/2003

24 Saneringsonderzoek Grontmij 137120 Juni 2004

25 Woerden, Defensie-eiland; Actualisatieonderzoek en

aanvullend onderzoek brongebieden

Tauw 4492634 8/2/2007

26 Actualisatie saneringsonderzoek Defensie-eiland

Woerden

Grontmij 210859 9/8/2007

27 Monitoringsplan Defensie-eiland Woerden TTE C08060 12/1/2009

28 Voorlopig ontwerp Spoorzone Woerden TTE C08060 23/3/2009

29 Resultaten monitoring Defensie-eiland Woerden TTE C09056 26/10/2009

Van de uitgevoerde bodemonderzoeken is voor dit saneringsplan vooral gebruik gemaakt van bo-

demonderzoek 25 en 26.

2.2 Historische gegevens

De locatie Intendance Woerden (Defensie-eiland) is in de periode van 1880-2001 als militair com-

plex in gebruik geweest. In 1873 kreeg het kasteel in opdracht van het departement van Oorlog een

nieuwe bestemming als Centraal Magazijn van kleding en uitrusting. In 1921 kocht het Ministerie van

Oorlog het eiland van de gemeente Woerden.

De locatie is vooral in gebruik geweest voor het wassen, drogen, spoelen, repareren en opslaan van

militaire goederen van textiel (uniformen, tenten etc.) door de afdeling Intendance van de Koninklijke

Landmacht.

Het kasteel bleef tot 1980 in gebruik bij het Ministerie van Defensie. In 1980 werd het kasteel ver-

kocht aan de Stichting Het Kasteel van Woerden. Het kasteel is in de periode van 1985 t/m 1998

gerestaureerd.

Tabel 3 geeft een overzicht wanneer de verschillende gebouwen op de locatie zijn geplaatst. In 1880

is gestart met het plaatsen van houten gebouwen. Later bouwde men in steen. De gebouwen zijn op

tekening weergegeven in bijlage 2.1.

Tabel 3 Overzicht functie en bouwjaar gebouwen locatie

Gebouw Functie Start bouw

I’ Wasserij 1916

U Schoorsteen, gebouw voor zeepopslag, wasserij en ontsmettingsruimte Circa 1911

D en T Loodsen Circa 1921

C Werkplaats voor sorteren van textiel Circa 1931

F Garage 1938

B Tenten- en kleermakerij 1940

Q Schilderwerkplaats/beitserij ?

I, J en U Wasserijen ?

K Ketelhuis 1975

Page 79: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

15

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Vanaf 1972 is de locatie aangesloten op de gemeentelijke riolering. Daarvoor werd het afvalwater,

via ondergrondse rioolleidingen, geloosd op de Singelgracht.

Tussen 1916 en 1936 is de binnengracht langs de Prins Hendrikkade over een breedte van circa 15

m aan de Intendance-zijde gedempt. Gedeelten van gebouwen B, C en E zijn gebouwd op de ge-

dempte binnengracht.

Ook de strook, die grenst aan de zuidzijde van het kasteel, is een gedempte gracht. Dit deel is tus-

sen 1943 tot 1956 gedempt.

Textielreiniging is een belangrijke voormalige activiteit geweest op de locatie. In de chemische was-

serij werd textiel met behulp van trichlooretheen (TRI) en, vanaf 1980, gereinigd met tetrachloor-

etheen (PER). De wasserij is gedurende haar bestaan driemaal verplaatst (zie tabel 4).

Tabel 4 Overzicht locaties chemische wasserij (bron: bodemonderzoek 26)

Gebouw Periode Toelichting/opmerkingen

U 1949-1976 Wasserij met twee chemische wasmachines. Alleen gebruik van TRI via vaten. Kleine opslag van maximaal 2

vaten.

I 1976-1991 Wasserij met twee chemische wasmachines. In de periode van 1976 tot 1980 werd alleen met TRI gewerkt en in

de periode van 1980 tot 1991 met PER. Aan de buitenkant van het gebouw (zuidoosthoek) was een boven-

grondse opslagtank aanwezig.

In 1982 heeft hier een calamiteit plaatsgevonden. Onbekend is of is gemorst bij de tank of dat sprake was van

lekkage van de riolering. In 1982 heeft een grondsanering plaatsgevonden, waarvan de details onbekend zijn.

Volgens de vergunningaanvraag (1984) werd jaarlijks 10.780 liter PER gebruikt.

J 1991-circa 2001 De geheel gemoderniseerde wasserij is verplaatst in 1991. De PER-tank is geplaatst tegen de buitengevel van

gebouw I’ (noordwesthoek).

Op de locatie zijn verschillende ondergrondse en bovengrondse opslagtanks in gebruik geweest.

Deze tanks werden vooral gebruikt voor de opslag van olieproducten. Tabel 5 geeft een overzicht

van deze tanks. De locaties zijn in bijlage 2.1 op kaart weergegeven.

Tabel 5 Overzicht ondergrondse en bovengrondse opslagtanks

Nr. Locatie Aantal tanks Volume (m3) Status

1 Tussen gebouw U en V 1 x ondergrondse dieseltank 3 Mogelijk nog aanwezig

2 Tussen gebouw K en V 2 x ondergrondse stookolietanks 25 Mogelijk nog aanwezig

3 Westgevel gebouw Q 1 x ondergrondse HBO-tank

1 x bovengrondse tank

3

Onbekend

Verwijderd

Verwijderd

4 Nabij gebouw G/H 1 x ondergrondse benzinetank

1 x ondergrondse benzinetank

Onbekend

Onbekend

Aanwezig (vol met zand)

Verwijderd

5 Tussen gebouwen E,G,H en I 2 x ondergrondse benzinetanks

2 x ondergrondse dieseltanks

12

12

Mogelijk nog aanwezig

Mogelijk nog aanwezig

6 Zuidoosthoek I (tot 1991), noord-

westgevel gebouw I’

1 x bovengrondse PER-tank 6 Mogelijk nog aanwezig

De locatie is thans buiten gebruik. Enkele leegstaande gebouwen worden in het kader van anti-kraak

aan particulieren verhuurd. Het middengedeelte is in gebruik als parkeerterrein. Gebouw U is recen-

telijk gesloopt.

Page 80: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

16

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

2.3 Bodemopbouw en geohydrologie

In tabel 6 is een overzicht gegeven van de geologische en hydrologische opbouw van Woerden.

Tabel 6 Geologische en hydrologische opbouw van Woerden

Geohydrologie Lithologie Stratigrafie Diepte (m NAP)

Deklaag Klei, fijn zand en veen Formatie van Echteld (klei en

zand) en Formatie van Nieuwkoop

(veen)

0 tot -10

WVP 1 Matig fijn tot matig grof zand Formatie van Boxtel, Formatie van

Kreftenheye en Formatie van

Sterksel

-10 tot -35

SDL 1c (lokaal aanwezig) Klei Formatie van Sterksel en Formatie

van Stramproy

-35 tot -40

WVP1 Matig fijn tot matig grof zand Formatie van Peize/Waalre

Formatie van Maassluis

-40 tot -50

SDL1 Klei -50 tot -60

WVP2 Matig fijn tot grof zand -60 tot -165

Geohydrologische basis Klei en fijn zand Top -150 / -170

WVP = watervoerend pakket; SDL = scheidende laag

Het maaiveld op de locatie varieert globaal van NAP + 0,3 tot NAP + 0,9 m.

Op basis van de beschikbare gegevens uit de bodemonderzoeken is in tabel 7 de lokale bodemop-

bouw weergegeven.

Tabel 7 Lokale bodemopbouw Defensie-eiland

Diepte (m-mv) Samenstelling Geohydrologische eenheid

0-3 Zand, klei en zavel Deklaag

3-10 Fijn tot matig grof zand, soms kleilaagje Eerste watervoerend pakket

10-19 Afwisselende laagjes zand, klei en soms veen

19-55 Matig grof tot grof zand, soms sterk grindig

Voor de regionale grondwaterstroming in het eerste watervoerende pakket zijn regionaal drie ele-

menten aanwezig die bepalend zijn. Dit zijn de Utrechtse Heuvelrug, de polders ten noordwesten

van Woerden (polder Groot-Mijdrecht, polder Nieuwkoop, polder Vierambacht en Haarlemmermeer

polder) en de Lek. De invloed van de polders is bepalend. Er is sprake van een noordwestelijke

stromingsrichting.

De freatische grondwaterstand op de locatie bevindt zich globaal op circa NAP – 1,5 m. De stijg-

hoogte in het eerste watervoerende pakket bevindt zich gemiddeld op circa NAP -1,6 m. Er is sprake

van een infiltratiesituatie.

De stromingsrichting van het eerste watervoerende pakket wordt beïnvloed door seizoensinvloeden.

Over de Singel loopt een waterscheiding. Het grondwater op het Defensie-eiland zal in westelijke

richting stromen. Ten oosten van de Singel heerst een zuidoostelijke stroming.

In het verleden zijn vier grondwateronttrekkingen maatgevend geweest voor de wijze waarop de

verontreinigingen zich vanaf het Defensie-eiland hebben verspreid. De maatgevende onttrekkingen

zijn:

drinkwaterwinning Kamerik van Oasen (pompstation De Hooge Boom); periode 1949-nu;

Page 81: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

17

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

industriële onttrekking van LMF (Mona-fabriek); periode 1971-1998;

bouwputbemaling aanleg parkeergarage Eilandenkade (in de wijk Snel en Polanen); periode

1999-2000;

bouwputbemaling aanleg spoorviaduct nabij NS-station Woerden; periode 1992-1993.

2.4 Verontreinigingssituatie

De beschrijving van de verontreinigingssituatie is vooral gebaseerd op de bodemonderzoeken 25 en

26 uit tabel 2. Bij de beschrijving van de verontreinigingssituatie maken we onderscheid in:

1) Immobiele verontreinigingen; alleen aanwezig in de grond. De gegevens zijn gebaseerd op

meerdere onderzoeken die zijn uitgevoerd in de periode van 1992-1999;

2) Mobiele verontreinigingen. Aanwezig in zowel grond als grondwater. De gegevens zijn vooral

gebaseerd op bodemonderzoek 25. Bij de mobiele verontreinigingen maken we weer verder on-

derscheid in:

a) Verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten. Vooral aanwezig in het dieptetraject

van 0-5 m-mv;

b) Verontreiniging met (vooral) VOCL en benzeen. Aanwezig in het dieptetraject van 0-55 m-

mv.

Voor een uitgebreide omschrijving van de verontreinigingssituatie verwijzen we naar bodemonder-

zoek 25 en de overige onderzoeksrapporten uit tabel 2.

2.4.1 Immobiele verontreinigingen De immobiele verontreinigingen op de locatie hangen vooral samen met de aanwezigheid van puin,

slakken en kolengruis. Er is sprake van een heterogeen verontreinigingsbeeld (diffuse verontreini-

ging). De bijmengingen komen voor tot een maximale diepte van 1,5-2,0 m-mv.

Algemeen

Wanneer het definitieve ontwerp van de herontwikkelingsplannen gereed is en de uitvoering van

grondverzet aan de orde komt, is aanvullend onderzoek noodzakelijk om de milieuhygiënische kwali-

teit van nog niet onderzochte gebieden ten behoeve van herontwikkeling in kaart te brengen.

Asbest

Tot op heden zijn geen analyses uitgevoerd op asbest. Bij de tot nu toe uitgevoerde bodemonder-

zoeken is zintuiglijk in of op de bodem geen asbest aangetoond. Op basis hiervan wordt de locatie

niet als asbestverdacht beschouwd.

Door de opdrachtgever is aangegeven dat de locatie als asbestverdacht wordt beschouwd na sloop

van de gebouwen op de locatie. De meeste gebouwen op de locatie dateren van voor 1940. Voor

1940 werd nog geen asbest toegepast in gebouwen. Uit asbestinventarisaties van de gebouwen

blijkt dat later (beperkt) asbest is aangebracht in de gebouwen. De sloop van de gebouwen zal ech-

ter op een dusdanige manier en conform wettelijke voorschriften en richtlijnen plaatsvinden dat geen

verspreiding van asbest kan plaatsvinden. Opgemerkt wordt dat ook na sloop de locatie daarom niet

verdacht is voor asbest. Na sloop van de gebouwen zal een visuele inspectie plaatsvinden naar de

aanwezigheid van asbest op maaiveld.

Page 82: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

18

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Zware metalen

Verspreid over de locatie zijn op een aantal plaatsen licht verhoogde gehaltes aan zware metalen

aangetoond. Ter plaatse van de gracht zijn streefwaardeverschrijdingen aangetoond voor koper,

lood, zink en kwik tot maximaal 3 m-mv. Ook zijn op het noordelijk en zuidelijk deel van de locatie

plaatselijk licht verhoogde gehaltes, van voornoemde zware metalen, aangetoond.

Op basis van de beschikbare gegevens zijn in bijlage 6.1 (bovengrond: 0,0-0,5 m-mv) en bijlage 6.2

(ondergrond: 0,5-1,5 m-mv) de beschikbare gegevens getoetst aan de bodemgebruikswaarden

(BGW) weergegeven. Op het zuidoostelijke deel van de locatie zijn overschrijdingen van de BGWII

aangetoond. Voor het overige voldoet de gehele locatie aan de BGWI en/of BGWII.

Opgemerkt wordt dat binnen het huidige beleid niet meer getoetst wordt aan de bodemgebruiks-

waarden. De toetsing aan de bodemgebruikswaarden is overgenomen uit het saneringsonderzoek

(bodemonderzoek 26) en geeft een indicatie van de verontreinigingsgraad en hergebruiksmogelijk-

heden van vrijkomende grond.

PAK

Afhankelijk van de mate van bijmenging is de bovengrond licht tot sterk verontreinigd met PAK. Ter

plaatse van één boring (ten zuidoosten van gebouw E) is een sterk verhoogd gehalte PAK in de bo-

vengrond (0,0-0,5 m-mv) aangetoond. Daarnaast zijn op het zuidelijk deel van de locatie op een vier-

tal plaatsen matig verhoogde gehalten aan PAK aangetoond tot een maximale diepte van 1,8 m-mv.

2.4.2 Mobiele verontreinigingen De verontreinigingssituatie is op kaart weergegeven in bijlage 3 (grond) en bijlage 4 (grondwater).

Minerale olie en vluchtige aromaten Op 5 verschillende deellocaties zijn in de grond en/of het grondwater sterk verhoogde gehaltes aan-getoond: 1) D; Hobbyruimte en werkplaats (chemicaliënopslag): diepte 0,1-0,5 m-mv;

2) E, F, G/H en I:

Ondergrondse tanks ten noordwesten van gebouw E: diepte tot 3 á 3,5 m-mv

Gebouw G: opslagplaats voor oliën in flessen en vaten: diepte tot 4 á 5 m-mv

Pompeiland voor brandstoffen ten oosten van gebouw I: diepte tot 4 á 5 m-mv

3) Q: Schilderwerkplaats/beitserij: t.p.v. ondergrondse HBO-tank: diepte tot 3,05 m-mv;

4) Ten noorden van gebouw Q: diepte 1,0-2,5 m-mv;

5) Fietsenstalling gebouw U: diepte 1,5 -3,0 m-mv.

In onderstaande tabel is per deellocatie aanvullende informatie weergegeven. De deellocaties zijn in

bijlage 9 op kaart weergegeven.

Tabel 8 Informatie verontreinigingen met minerale olie en vluchtige aromaten per deellocatie

Deellocatie Beschrijving verontreinigingssituatie

1 Het betreft een verontreiniging met sterk verhoogde gehaltes minerale olie in de bovengrond (0,1-0,5 m-mv). In het grondwater is geen

verontreiniging aangetoond. Kleinschalige oliespot met een maximale omvang van 25 m3 sterk verontreinigde grond.

2 Algemeen

Tussen de gebouwen E, F, G/H en I is sprake van tenminste 2 verontreinigingsbronnen met minerale olie en aromaten. De verontrei-

nigingscontouren van beide brongebieden lopen in elkaar over. De omvang van de verontreiniging boven de tussenwaarde wordt

ingeschat op 2.000 m3.

Page 83: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

19

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Deellocatie Beschrijving verontreinigingssituatie

Gebouw E: vulpunten en ondergrondse tanks

Zowel grond als grondwater is matig tot sterk verontreinigd met minerale olie en aromaten. De grond is tot de maximaal onderzochte

diepte van 3,0 m-mv matig verontreinigd met xylenen en licht verontreinigd met minerale olie. Het grondwater is in het traject van 2,0-

4,0 m-mv sterk verontreinigd met minerale olie.

De omvang van het sterk verontreinigd grondwater tot een diepte van 5 m-mv is ingeschat op circa 400 m3.

Gebouw G/H: voormalig boshok en pompeiland voor benzine en diesel

In de jaren ’90 zijn in het grondwater hoge gehaltes (mogelijk drijflaag) met lichte olieproducten vastgesteld. Tot een diepte van 5 m-

mv is een sterke benzinegeur waargenomen. Tijdens het laatste bodemonderzoek (nummer 25) zijn nog sterk verhoogde gehaltes

aangetoond maar t.o.v. eerder onderzoek zijn de gehaltes met een factor 10-20 gedaald.

De grond ter plaatse van het pompeiland is sterk verontreinigd met minerale olie. Het grondwater was tijdens het laatste onderzoek

matig verontreinigd met minerale olie en licht verontreinigd met naftaleen. Ook hier is het gehalte minerale olie zeer sterk gedaald (van

130.000 naar 343 µg/l).

Diep grondwater

Het diepere grondwater vanaf 5,5 m-mv is sterk verontreinigd met benzeen. De pluim in het grondwater heeft zich vooral in het traject

van 20-40 m-mv in zowel noordwestelijke als zuidoostelijke richting ontwikkeld. In 2001 is op een diepte van 49 m-mv nog een gehalte

benzeen van 1.000 µg/l aangetoond.

3 Dit betreft een inpandige verontreiniging met alleen minerale olie. In de grond zijn in het traject van 1,8-2,5 m-mv sterk verhoogde

gehaltes en in het traject van 2,5-3,0 m-mv matig verhoogde gehaltes minerale olie aangetoond. Het grondwater is licht tot sterk ver-

ontreinigd met minerale olie.

De verontreiniging in zowel grond als grondwater is globaal afgeperkt.

De verwachting is dat de verontreiniging in oostelijke richting doorloopt tot aan de Singel.

Het volume met licht verhoogde gehaltes bedraagt circa 1.000 m3 (500 m2; diepte 1,8-3,5 m-mv). Het totaal volume met gehaltes

boven de tussenwaarde is ingeschat op 300 m3.

4 De grond is in het traject van 1,0-2,5 m-mv plaatselijk matig verontreinigd met minerale olie, de omvang met gehaltes boven de tus-

senwaarde is ingeschat op 150 m3. Het totaalvolume met verontreinigde grond is ingeschat op circa 400 m3. Het grondwater is niet

verontreinigd.

Tevens is een beperkte verontreiniging met VOCL in het traject van 2,9-3,4 m-mv aangetroffen.

5 Hier is de grond plaatselijk matig tot sterk verontreinigd met minerale olie (traject 2,0-3,0 m-mv). Het betreft een olie bestaande uit

zware oliefracties. Het grondwater is niet verontreinigd. De verontreiniging bevindt zich ter plaatse van de gedempte gracht. Deze is in

periode tussen 1940 en 1960 gedempt.

De maximale omvang van de totale verontreiniging bedraagt circa 1.500 m3. Het totaalvolume grond met gehaltes boven de tussen-

waarde is ingeschat op circa 600 m3.

Overig terrein Naast de bovengenoemde oliespots zijn plaatselijk in de grond licht verhoogde gehaltes aangetoond.

Aan de westzijde van gebouw U is een verontreiniging met licht verhoogde gehaltes olie in de grond aangetoond (traject 1,5-3,0 m-mv;

volume 240 m3). Deze verontreiniging is niet afgeperkt.

VOCL

Op de locatie is sprake van drie brongebieden waar zowel de grond als het grondwater sterk zijn

verontreinigd met VOCL:

Gebouw I;

Gebouw J;

Gebouw U.

In tabel 9 is per brongebied een samenvatting van de relevante informatie weergegeven. NB. Deze

brongebieden zijn later (zie tabel 13) verder afgebakend in werkgebieden die gesaneerd dienen te

worden.

Page 84: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

20

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Tabel 9 Samenvatting verontreinigingssituatie brongebieden met VOCL

Brongebied Samenvatting verontreinigingssituatie

I In de zuidoosthoek van gebouw I (ter plaatse van de vmg. uitpandige PER-tank) zijn over een oppervlakte van 200 m2

sterk verhoogde gehaltes VOCL in de grond aangetoond. De hoogste gehaltes in de grond (PER: 7.200 mg/kg ds) zijn

aangetoond in het traject van 1,5-2,0 m-mv. De grondverontreiniging is tot minimaal 4,0 m-mv aanwezig.

Het grondwater is ook sterk verontreinigd met VOCL. De grootste vracht aan verontreiniging is vooral aanwezig in de laag

van 7-16 m-mv. In het traject van 10-15 m-mv zijn klei/leemlenzen aanwezig. Op basis van de resultaten van de uitge-

voerde MIP-sonderingen is de verwachting dat in het traject van 10-15 m-mv puur product aanwezig is. Vanuit de bronzo-

ne vindt vooral verspreiding van CIS en VC naar de diepte plaats.

De verontreinigingen in het watervoerend pakket bestaan hoofdzakelijk uit de afbraakproducten CIS en VC.

Door een menging met de aanwezige VOCL-verontreiniging heeft benzeen zich tot een diepte van meer dan 20 m-mv

kunnen verspreiden.

In de bron is de 10*interventiewaardecontour afgeperkt op circa 30 m-mv. Tot op de top van de scheidende laag (49 m-

mv) zijn sterk verhoogde gehaltes VC aangetoond. De verontreiniging heeft zich in westelijke richting tot over een afstand

van minimaal 150 m verspreid.

De omvang van de pluim is niet afgeperkt. De verontreiniging met benzeen heeft zich over een vergelijkbare afstand en

volume verspreid.

J Op de volgende twee plekken zijn sterk verhoogde gehaltes VOCL aangetoond:

Voormalige bovengrondse PER-tank (gevel gebouw I’);

Tussen gebouw A en J.

De grond ten zuidwesten van de voormalige PER-tank (traject 3,3-3,5 m-mv) is over een beperkt oppervlakte sterk veront-

reinigd met CIS.

Tussen gebouw A en J is een sterke verontreiniging aanwezig over een geschat oppervlakte van maximaal 600 m2. In de

bronzone ten westen van gebouw J en noordelijk van de PER-tank is de grond sterk verontreinigd (traject 1,6-2,2 m-mv).

De verwachting is dat in de diverse klei/leemlaagjes in de trajecten van 4-6 en 13-17 m-mv puur product aanwezig is. Er

zijn geen aanwijzingen dat onder gebouw J of rond de voormalige PER-tank puur product aanwezig is.

De verontreiniging heeft zich tot 35 m-mv in noordwestelijke richting verspreid. Er is sprake van een pluim met beperkte

omvang. De pluimen (gehaltes grondwater > interventiewaarde) van gebouwen I en J lijken niet met elkaar in verband te

staan.

U In de zuidoosthoek van gebouw U zijn in de grond tot 4,0 m-mv sterk verhoogde gehaltes VOCL aangetoond (maximaal

gehalte TRI 26.000 mg/kg ds; traject 1,8-2,0 m-mv). De geschatte omvang van de sterk verhoogde gehaltes bedraagt

circa 1.000 m3. Mogelijk is de grond langs het oude riool en het lozingspunt bij de Singel ook verontreinigd.

De bron in het grondwater bevindt zicht vooral in het traject van 4 tot 10 m-mv, bovenop een klei/leemlaag (9-10 m-mv). Er

zijn hier geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van puur product.

Vanaf gebouw U is een pluim van CIS en VC waarneembaar die zich over een afstand (onder invloed van de onttrekking

van de LMF) van circa 500-600 m in oostelijke richting heeft verspreid.

Naast bovengenoemde brongebieden is ten noorden van gebouw Q plaatselijk een sterk verhoogd

gehalte CIS aangetoond. Deze verontreiniging in de grond is in voldoende mate afgeperkt. De oor-

zaak van deze verontreiniging is niet bekend. Geconcludeerd is dat deze verontreiniging beperkt van

omvang (< 100 m3) is.

2.5 Definiëring probleemgebieden

Op basis van de aangetoonde verontreiniging, in combinatie met de toekomstige functie van de loca-

tie, kan de noodzaak voor de aanpak van de bodemverontreiniging als volgt worden onderverdeeld:

blootstellingsrisico‟s;

verspreidingsrisico‟s.

Page 85: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

21

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Op basis van de risico‟s is in tabel 10 een samenvatting gegeven van de verschillende probleemge-

bieden op de locatie.

Tabel 10 Definiëring probleemgebieden

Risico Locatie Verontreinigingen

Blootstelling Bovengrond (contactlaag) over een

groot deel van het Defensie-eiland.

Verontreinigingen in de grond met PAK, zware metalen, minerale olie, aromaten en VOCL.

Verspreiding Zuidoosthoek gebouw I Brongebied met VOCL in zowel grond als grondwater. Ook benzeen aanwezig tot op grote

diepte. Bronlocatie met grootste vracht aan verontreiniging. Waarschijnlijk puur product

aanwezig.

Tussen gebouw A en J Brongebied met VOCL in zowel grond als grondwater. Waarschijnlijk puur product aanwe-

zig.

Zuidoosthoek gebouw U Brongebied met VOCL in zowel grond als grondwater.

Gebouw D Beperkte grondverontreiniging met minerale olie.

Tussen gebouw E, F, G/H en I Grond- en grondwaterverontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten

Gebouw Q Beperkte grondverontreiniging met minerale olie en VOCL.

Gebouw U en gedempte gracht ten

zuiden van het kasteel

Beperkte grondverontreiniging met minerale olie (ook immobiele verontreinigingen: zware

metalen en PAK).

Diep grondwater Grondwaterverontreiniging met VOCL en in geringe mate benzeen.

2.6 Potentie voor natuurlijke afbraak

Brongebieden

Uit de resultaten van de redoxkarakterisering blijkt dat de redoxomstandigheden in de bronnen over

het algemeen redelijk tot gunstig zijn voor de omzetting van de gechloreerde koolwaterstoffen. Dit

wordt bevestigd door de berekende chloride-indexen. De aanwezigheid van een gelimiteerde hoe-

veelheid substraat ten opzichte van het aanwezige sulfaat maakt de duurzaamheid van de natuurlij-

ke afbraak echter onzeker.

Pluimgebieden

In de pluimen zijn, in verhouding tot het aanwezige substraat, hoge gehalten sulfaat aanwezig die in

combinatie met de beperkte hoeveelheid DOC (substraat) de duurzaamheid van de natuurlijke af-

braak onzeker maken.

2.7 Ernst en spoedeisendheid

Per beschikking (code UT0632/00048) is op 4 juni 2008 het volgende vastgesteld met betrekking tot

de ernst en spoedeisendheid:

Ernst: er is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 1 en artikel

29 van de Wbb.

Spoedeisendheid: Gelet op het huidige en het beoogde gebruik van deze ernstige verontreinig-

de bodem is sprake van zodanige risico‟s voor verspreiding van de verontreiniging dat spoedige

sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wbb noodzakelijk is. Met de sanering dient zo spoedig

mogelijk, maar uiterlijk 4 jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking, te worden begonnen.

Page 86: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

22

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Daarnaast is o.a. het volgende vastgelegd in de beschikking:

met de sanering dient zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk vier jaar (4 juni 2012) na de inwerking-

treding van deze beschikking, te worden begonnen;

voorafgaande aan de sanering dient een tijdelijke beveiligingsmaatregel te worden getroffen.

2.8 Gevalsdefinitie

Ter plaatse van de saneringslocatie (kadastrale percelen Woerden, sectie C, nummers 2919, 2162

en een gedeelte van nummer 2918) is sprake van één geval van ernstige bodemverontreiniging. Dit

is bij beschikking van 4 juni 2008 (kenmerk 2008INT223604) door de Provincie Utrecht vastgesteld.

Opgemerkt wordt dat de werkzaamheden die omschreven staan in dit deelsaneringsplan niet van

toepassing zijn op perceel 2918 van de Stichting Het Kasteel Van Woerden.

In bijlage 1.2 is aangegeven op welke percelen dit deelsaneringsplan van toepassing is.

Page 87: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

23

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

3 Fasering en plannen herontwikkeling Defensie-eiland

In dit hoofdstuk gaan we in op de fasering en de plannen voor de herontwikkeling van het Defensie-

eiland. Hierbij is het van belang om te realiseren dat het stedenbouwkundig plan op dit moment op

hoofdlijnen is vastgesteld. De detail uitwerking zal plaatsvinden in het 3e en 4

e kwartaal van 2010,

evenals de ruimtelijke onderbouwing gevolg door de planologische procedure.

De plannen op hoofdlijnen en de fasering in de tijd wordt in de volgende paragrafen gepresenteerd.

3.1 De herontwikkeling op hoofdlijnen

De herontwikkeling van het Defensie-eiland is een multidisciplinaire opgave. De locatie dient te wor-

den gesaneerd, bouw- en woonrijp gemaakt, waaronder de sloop en gedeeltelijke handhaving van

bestaande gebouwen (Gebouw B,C en I) voordat het Defensie-eiland kan worden herontwikkeld tot

een hoogwaardig woonmilieu. Ter keuze van B&W is een besluit in voorbereiding om alle te slopen

gebouwen in één fase te verwijderen.

De bodemsanering wordt integraal binnen de herontwikkelingsopgave ingepast en aangepakt.

Door de gemeente Woerden zijn twee essentiële randvoorwaarden gesteld voor de ontwikkeling van

de locatie:

aanvang sanering van fase 2 (werkgebieden) binnen drie jaar na gunning zijnde 17 december

2011, en;

afronden sanering van fase 2 (inclusief indienen evaluatierapport) binnen 4 jaar na start sane-

ring, zijnde 17 december 2015.

De belangrijkste werkonderdelen bij de herontwikkeling zijn:

1. Stedenbouw en planologie;

2. voorbereiding van de sanering en afstemming op de planontwikkeling;

3. slopen van de opstallen behoudens de gebouwen B, C en I;

4. keuzemoment start sanering fase 1 en/of fase 2

5. bodemsanering

6. bouwrijpmaken plangebied;

7. opstalontwikkeling;

8. woonrijpmaken plangebied.

In hoofdstuk 14 gaan we meer in detail in op de planning van de verschillende werkonderdelen.

Page 88: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

24

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Ad 1) Stedenbouwkundig plan op hoofdlijnen is vastgesteld en is de basis voor de ruimtelijke onder-

bouwing. Parallel hierin zal het stedenbouwkundig plan in detail worden uitgewerkt.

Ad 2) De voorbereiding van de sanering is opgestart en heeft in overleg met de Werkgroep Sanering

geresulteerd in een saneringsplan voor fase 1 en de voorbereiding van de pilot voor de sane-

ring van fase 2.

Ad 3) Na de besluitvorming van de gemeente Woerden, thans voorzien in september 2010 zal de

sloopvoorbereiding worden opgestart. Dit betreft de sloop van alle opstallen behoudens B, C

en I.

Ad 4) In overleg met de gemeente Woerden zal eind 2010 worden gestart met de uitvoering van de

sanering ten noorden van gebouw Q.

Na vaststelling van het bestemmingsplan, thans voorzien in december 2011, zal in overleg met

de gemeente Woerden worden gestart met de uitvoering van de sanering voor fase 2 (Werk-

gebieden).

Ad 5) Fase 1 en 2 dienen door de De Wasserij CV te worden gesaneerd. De saneringen van fase 1

betreffen de immobiele en ondiepe mobiele (vooral minerale olie) verontreinigingen. De sane-

ring van fase 2 betreft de sanering van de drie werkgebieden met VOCL. De tijdsduur van de

sanering van deze gebieden is geraamd op totaal 4 jaar. Deze locaties werken sterk beper-

kend op de opstalontwikkeling.

Ad 6) Het bouwrijp maken van de locatie start op het noordelijk deel van de locatie, nadat het be-

voegd gezag heeft ingestemd met de saneringsresultaten.

Ad 7) De opstalontwikkeling wordt gefaseerd in minimaal drie fases uitgevoerd. Mede bepalend voor

de doorlooptijd van de opstalontwikkeling is het behalen van de saneringsdoelstelling en de

instemming hierop door het bevoegd gezag. Afhankelijk van de marktopname kan de ontwik-

keling in meer fasen worden opgedeeld. Met de opstalontwikkeling wordt gestart op het noor-

delijk deel van het eiland. Hier is de minste verontreiniging aanwezig. Daarna volgen respec-

tievelijk het middendeel en het zuidelijk deel van de locatie.

Ad 9) Na de opstalontwikkeling kan de locatie woonrijp worden gemaakt en kan de openbare ruimte

aansluitend worden opgeleverd aan de gemeente Woerden.

Onderstaand is de ontwikkeling van de locatie op hoofdlijnen geïllustreerd. De detailplannen wijken

af van onderstaande figuren. Doel van de illustraties is om de fasering in de herontwikkeling en de

sanering inzichtelijk te maken.

Page 89: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

25

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Figuur 1 Huidige situatie Defensie-eiland

Figuur 2 Situatie na sloop gebouwen

Figuur 3 Locaties werkgebieden met VOCL (sanering fase 2)

Figuur 4 Opstalontwikkeling noordelijk deel van de locatie

Page 90: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

26

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Figuur 5 Woonrijp maken noordelijk deel van de locatie

Figuur 6 Start opstalontwikkeling middendeel van de locatie

Figuur 7 Vervolg opstalontwikkeling middendeel van de locatie

Figuur 8 Aanleg kasteelgracht en afronding sanering fase 2

Page 91: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

27

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Figuur 9 Woonrijpmaken middendeel van de locatie

Figuur 10 Start opstalontwikkeling zuidelijk deel van de locatie

Figuur 11 Vervolg opstalontwikkeling zuidelijk deel van de locatie

Figuur 12 Woonrijp maken zuidelijk deel van de locatie en oplevering locatie

3.2 Details herontwikkeling

In deze paragraaf wordt in meer detail ingegaan op de huidige plannen voor de herontwikkeling en

staan we stil bij de plannen die van invloed kunnen zijn op de bodemsanering. Bij de herontwikkeling

zal het huidige maaiveldniveau (zoveel mogelijk) worden gehandhaafd.

Page 92: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

28

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Om meer inzicht te krijgen in de details van de herontwikkeling zijn in bijlage 7.3 de meest recente

plannen weergegeven op een foto-ondergrond.

In bijlage 7.4 zijn de verschillende functies die het eiland na de herontwikkeling heeft meer in detail

weergegeven. Belangrijke aspecten hieruit zijn:

het huidige eiland heeft een oppervlakte van 33.135 m2 en grenst aan het kasteel;

het oppervlakte van het eiland wordt vergroot tot 34.464 m2 door een deel van de huidige slot-

gracht naast het kasteel te dempen;

aan de zuid- en oostkant van het kasteel wordt een deel ontgraven om de slotgracht uit te brei-

den en in ere te herstellen;

over de locatie verdeeld komen drie grote parkeergelegenheden. Op het noordelijk deel betreft

dit gebouwd parkeren op maaiveld, op het middendeel een combinatie van gebouwd parkeren op

maaiveld met een volledig verdiepte parkeergarage en op het zuidelijk deel een verdiepte par-

keergarage (afwerking dak garage op circa 0,5 m boven maaiveld);

het overgrote deel van de locatie is na de herontwikkeling verhard of bebouwd. Van de privé tui-

nen worden alleen op het zuidelijk deel van het eiland tuinen in de “volle” grond aangebracht.

Hier zal ook een „signaallaag‟ worden aangebracht. De overige privé tuinen worden op bouw-

kundige voorzieningen gerealiseerd.

Tabel 11 geeft een indicatief overzicht van de geplande globale oppervlaktes in relatie tot het gebruik

na herontwikkeling van de locatie.

Tabel 11 Globale oppervlaktes gebruiksfuncties na herontwikkeling

Gebruik locatie Oppervlakte (m2)

Huidig oppervlakte Defensie-eiland 33.000

Nieuw oppervlakte Defensie-eiland na herontwikkeling 34.500

Verharding totaal 12.500

Openbaar groen totaal 4.000

Wonen 8.500

Prive-tuinen 4.000

Parkeren Noord 4.000

Parkeren Midden 2.000

Parkeren Zuid 3.500

Casco 500

Wegen en parkeren 2.500

Cultuurplein 2.000

Pleinen 1.00

Dek Noord 2.500

Page 93: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

29

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

4 Beleidskader en projectspecifieke afspraken

Voor de sanering is in het saneringsonderzoek (bodemonderzoek 26) aangesloten bij het algemeen

beleidskader met betrekking tot het omgaan met bodemverontreiniging.

Na het opstellen van het saneringsonderzoek en de aanbesteding zijn een aantal veranderingen in

het bodembeleid doorgevoerd. Zo is het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) van kracht geworden (per

1/1/2008) en is in 2009 het provinciale milieubeleid (bron 10) geactualiseerd.

De gemeente Woerden maakt in het kader van de Bbk momenteel gebruik van de overgangsrege-

ling van de bestaande bodembeheernota en bodemkwaliteitskaart. Met de inwerkingtreding van het

Bbk zijn de BGW‟s komen te vervallen.

Naast het algemene en regionale beleid zijn voor dit project een aantal projectspecifieke afspraken

met betrekking tot de sanering van belang. Deze afspraken zijn de basis voor het contract tussen de

gemeente Woerden en De Wasserij voor de ontwikkeling en sanering van de locatie.

In dit hoofdstuk gaan we op bovenstaande zaken nader in.

4.1 Algemeen beleidskader

Algemeen

Het wettelijke kader waarbinnen het omgaan met gevallen van bodemverontreiniging wordt be-

noemd is de Wet Bodembescherming (Wbb).

Via de Wbb wordt de kwaliteit van de bodem beschermd en wordt aangegeven hoe te handelen in

geval van verontreiniging van de bodem. Vanaf 1 januari 2006 gaat het bodembeleid uit van een

functiegerichte sanering van immobiele componenten in de bovengrond en de kosteneffectieve en

milieuhygiënische verantwoorde sanering van mobiele componenten in de ondergrond. Dit geldt

voor verontreinigingen die voor 1987 zijn ontstaan (historische verontreinigingen).

Voor functiegericht en kosteneffectief /milieuhygiënisch saneren zijn in “Van trechter naar zeef” en

“Doorstart A5” vier strategische doelstellingen geformuleerd, waaraan elke saneringsoplossing moet

voldoen:

1) Integrale aanpak. Saneringsmaatregelen worden ontworpen vanuit een integrale aanpak van

bodemverontreiniging. Boven- en ondergrond worden in hun onderlinge samenhang beschouwd

en in samenhang met geplande ontwikkelingen;

2) Gebruikseisen. Een bodem voldoet na saneren aan de eisen die het gebruik stelt. Dit bete-

kent dat blootstelling aan verontreinigde stoffen moet worden voorkomen en verspreiding van

deze stoffen moet worden tegen gegaan.

3) IJkmomenten. IJkmomenten worden ingebouwd om het saneringsverloop te volgen en waar

nodig te kunnen bijsturen.

4) Minimaliseren nazorg. De sanering moet ertoe leiden dat zorgtaken voor de bodem zo be-

perkt mogelijk zijn.

Page 94: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

30

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Het bodemsaneringsbeleid voor bestaande (historische verontreinigingen) maakt onderscheid in:

de aanpak van de bovengrond voor immobiele verontreinigingen;

het kosteneffectief en milieuhygiënisch verantwoord saneren van mobiele verontreinigingen in

de ondergrond.

Immobiele verontreinigingen

Omdat ten tijde van het saneringsonderzoek (voor invoering van het Besluit bodemkwaliteit) sprake

was van een ander beleid met betrekking tot de (immobiele) verontreinigingen in de bovengrond

gaan we hieronder in op het huidige beleid en een aantal veranderingen.

De eisen die aan de kwaliteit van de boven- en ondergrond en de leeflaag worden gesteld, zijn gere-

lateerd aan het Besluit bodemkwaliteit. De kwaliteitseis hangt af van de bodemfunctie. Er zijn zeven

bodemfuncties onderscheiden waarvan de risico‟s zijn bepaald. De zeven bodemfuncties zijn geclus-

terd tot drie bodemfunctieklassen waarbij voor elk van deze klassen een generieke bodemnorm is

afgeleid.

Voor 1 januari 2008 werden vier bodemgebruiksvormen onderscheiden waarvoor bodemgebruiks-

waarden (BGW‟s) golden. Er werd onderscheid gemaakt in de volgende bodemgebruiksvormen:

I. Wonen en intensief gebruikt (openbaar) groen;

II. Extensief gebruikt (openbaar) groen;

III. Bebouwing en verharding;

IV. Landbouw en natuur.

De generieke bodemnormen Achtergrondwaarden (AW2000), Maximale Waarde Wonen en Maxima-

le Waarde Industrie zijn opgenomen in de Regeling bodemkwaliteit en gelden als kwaliteitseis voor

leeflagen, aanvulgrond en terugsaneerwaarde als gemeenten in het kader van het Besluit bodem-

kwaliteit voor het betreffende gebied hebben gekozen voor het zogenaamde generieke beleidskader.

De 7 bodemfuncties zijn:

1. Wonen met tuin;

2. Plaatsen waar kinderen spelen

i) met een gemiddelde ecologische waarde;

ii) met weinig ecologische waarde;

3. Moestuinen en volkstuinen

i) met veel gewasconsumptie (grote moestuinen)

ii) met een gemiddelde gewasconsumptie (kleinere moestuinen)

4. Landbouw;

5. Natuur;

6. Groen met natuurwaarden;

7. Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie

i) niet (nagenoeg) geheel verhard

ii) (nagenoeg) geheel verhard

In onderstaand kader staat de indeling in bodemfunctieklassen en de naam van de bodemnorm

aangegeven.

Page 95: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

31

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Bodemfunctieklassen en de naam van de bodemnorm

Afgeleide bodemnorm voor blijvende geschiktheid Bodemfuncties die één bodemfunctieklasse vormen

Achtergrondwaarden Landbouw

Natuur

Moestuinen-volkstuinen

Maximale Waarde wonen Wonen met tuin

Plaatsen waar kinderen spelen

Groen met natuurwaarden

Maximale Waarde industrie Ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie

De standaardaanpak voor de sanering van immobiele verontreiniging in de bovengrond bestaat uit

het voorkomen van de blootstelling door het aanbrengen van een leeflaag. Indien de saneringsmaat-

regel het aanbrengen van een leeflaag inhoudt, worden de volgende eisen aan die leeflaag gesteld:

de leeflaag heeft een standaarddikte van één meter;

in tuinen kan afhankelijk van de bewortelingsdiepte een grotere diepte, variërend van 1 tot 1,5

meter gewenst zijn;

bij overig begroeid terrein mag de dikte variëren van 0,5–1,5 meter, afhankelijk van de beworte-

lingsdiepte;

een van de standaarddikte afwijkende leeflaag is mogelijk, onder bijzondere omstandigheden

zoals een hoge grondwaterstand, ter beoordeling aan bevoegd gezag;

onder de leeflaag wordt als regel een signaallaag aangebracht, die tot doel heeft te waarschu-

wen voor verontreiniging die zich onder die signaallaag bevindt.

Als sprake is van verharding en/of bebouwing, wat veelal het geval is bij de bodemfuncties „bebou-

wing, infrastructuur en industrie‟ is de verontreinigingssituatie automatisch geïsoleerd. Deze isolatie

wordt dan gevormd door een afdeklaag, bestaande uit beton, asfalt, stelconplaten of flinke opper-

vlakten aaneengesloten bestrating met klinkers en tegels. Indien dergelijke constructies duurzaam

en aangesloten zijn uitgevoerd, kunnen daarmee blootstellingsrisico‟s in afdoende mate worden te-

gengegaan. Een leeflaag is dan niet noodzakelijk.

Indien zich onder de bebouwing een kruipruimte bevindt, dan dient de ontwikkelaar passende maat-

regelen te nemen om contact met de onderliggende verontreiniging te voorkomen. Voorbeelden van

dergelijke maatregelen zijn een laag grond van afwijkende fysische samenstelling (zodat deze als

signaallaag herkenbaar is) of het aanbrengen van een betonvloer.

Zowel artikel 39 Wbb, als de Regeling Uniforme Saneringen (RUS) staan toe om uit de saneringslo-

catie afkomstige (ernstige) verontreinigde grond te herschikken in de bodem van een ander gedeelte

van de saneringslocatie. De herschikking van verontreinigde grond dient in ieder geval te worden

herschikt onder de duurzame aanééngesloten afdeklaag of onder de aan te brengen leeflaag;

Page 96: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

32

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

4.2 Provinciaal beleidskader

Het provinciale beleidskader is vastgelegd in de “Nota uitvoeringsbeleid bodem 2009” van de Pro-

vincie Utrecht (bron 10). De nota beschrijft het provinciale beleid met betrekking tot bodem en

grondwater in samenhang met het landelijk beleid. De provincie sluit zoveel mogelijk aan bij het lan-

delijk beleid. Het landelijke en provinciale beleid is gericht op het bereiken en gebruiken van een bo-

dem die geen risico‟s oplevert voor mens, plant en dier en een bodem- en grondwaterkwaliteit die

geschikt is voor het realiseren van de maatschappelijke en ruimtelijke opgaven.

De volgende aspecten uit de nota zijn van belang:

de provincie hanteert in principe de door de gemeenteraad op grond van het Besluit bodemkwali-

teit vastgelegde Lokale Maximale Waarden voor de toepassing van grond en bagger als terug-

saneerwaarden bij de saneringen. Bij afwijking vindt eerst overleg plaats met de gemeente;

de provincie streeft voor mobiele verontreinigingen naar minimalisering van de zorg en dus naar

een zo hoog mogelijke trede op de saneringsladder;

voor immobiele verontreiniging in de bovengrond geldt dat de saneringsvariant voldoende garan-

ties moet bieden om direct contact met de bodemverontreiniging te vermijden;

met betrekking tot asbest geldt dat indien zowel het historisch onderzoek als de veldinspectie

geen aanleiding geven tot het vermoeden van asbest in de bodem, kan analytisch onderzoek

achterwege blijven.

4.3 Lokaal beleid

Onderstaande informatie met betrekking tot het lokale beleid van de gemeente Woerden is verkre-

gen van de Milieudienst Noord-West Utrecht:

de bodemkwaliteitskaart van de binnenstad van Woerden is geldig tot 1 maart 2011;

de gemeente Woerden heeft een bodemfunctieklassekaart vastgesteld waar het Defensie-eiland

binnen de bodemfunctieklasse wonen ligt;

de gemeente Woerden heeft tot nu toe gekozen voor generiek beleid. Er loopt op dit moment

nog een ILB traject met alle gemeenten uit de regio. Het is de bedoeling dat daarin een nadere

afweging wordt gemaakt of er voor generiek of gebiedsspecifiek beleid wordt gekozen. De resul-

taten hiervan zijn nog niet bekend en definitief. Uitgangspunt is dat de gemeente Woerden kiest

voor generiek beleid.

4.4 Projectspecifieke afspraken

Voor het project zijn meerdere afspraken tussen de gemeente Woerden en De Wasserij vastgelegd

met betrekking tot de sanering. De documenten waarin deze afspraken zijn vastgelegd, zijn:

convenant milieumaatregelen vml. Defensieterrein „Intendance Woerden‟, gemeente Woerden,

11 september 2007 (bron 6);

programma van eisen. Defensie-eiland Woerden, Gemeente Woerden, Milieudienst Noord-west

Utrecht.15 oktober 2007 (bron 7);

herontwikkeling Defensie Eiland. Ontwikkelingsovereenkomst, Gemeente Woerden, 6 maart

Page 97: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

33

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

2008 (bron 8);

saneringsovereenkomst Defensie-eiland Woerden, Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn, Versie 7

maart 2008 (bron 9);

herontwikkeling Defensie Eiland. Ontwikkelingsovereenkomst, Gemeente Woerden, 29 mei

maart 2010 (bron 15).

In het vervolg van dit saneringsplan worden de belangrijkste afspraken uit bovenstaande documen-

ten meer in detail behandeld. Onderstaand kader geeft een kort overzicht over welke onderdelen in

bovenstaande documenten afspraken zijn vastgelegd. Dit betreft de onderdelen die van belang zijn

voor dit saneringsplan en de uitvoering van de sanering. Omdat het om gemaakte projectspecifieke

afspraken gaat is geen onderscheid gemaakt tussen fase 1 en 2.

Overzicht afspraken Gemeente Woerden en De Wasserij uit bron 6 tot en met 9

Fasering sanering

De sanering is op basis van de soort verontreinigingen en de diepte van voorkomen van de verontreiniging ingedeeld in vier fases. Fase 1 en 2 vallen

onder verantwoordelijkheid van de projectontwikkelaar. Fase 1 is onderdeel van dit deelsaneringsplan. Voor fase 2 wordt in dit deelsaneringsplan een

doorkijk geboden. Fase 3 en 4 vallen onder verantwoordelijkheid van de gemeente Woerden en zijn geen onderdeel van dit plan.

Afbakening werk

Werkgebieden

Voor de drie bronzones met VOCL zijn voor fase 2 werkgebieden (drie stuks) vastgelegd (horizontaal en verticaal) waarbinnen gesaneerd dient te worden

door de projectontwikkelaar.

Saneringsdoelstelling

De saneringsdoelstelling voor fase 1 en 2 is in detail uitgewerkt en vastgelegd in het saneringsonderzoek.

Risico’s en verantwoordelijkheden

Het behalen van de saneringsdoelstelling voor fase 1 en 2 is volledig voor rekening en risico van de projectontwikkelaar.

Planning (privaatrechtelijke afspraken)

Binnen 2 jaar na gunning is een beschikking door het bevoegd gezag afgegeven op een door de geselecteerde partij opgesteld deelsaneringsplan

voor de locatie;

Binnen 3 jaar na gunning wordt een aanvang gemaakt met de sanering van fase 2 (werkgebieden);

Uiterlijk 4 jaar na aanvang van de sanering van de werkgebieden wordt een evaluatierapport voor fase 2 (werkgebieden) voorgelegd aan het be-

voegd gezag.

Vooroverleg

Bij het opstellen van de saneringsplannen worden in vooroverleg zowel de gemeente Woerden als de Provincie Utrecht betrokken.

Relatie sanering en herontwikkeling

In de saneringsplannen voor fase 1 en 2 wordt duidelijk de relatie aangegeven met de herontwikkeling van de locatie.

Aanvullend bodemonderzoek

De bodem van het gehele terrein (met name de nog niet onderzochte terreindelen) wordt, na sloop van de bebouwing, onderzocht op haar geschiktheid

voor woningbouw.

Eindverificatie

Toetsing eindwaarden vindt plaats door de milieukundig begeleider (onafhankelijk gecertificeerd bureau) in opdracht van de projectontwikkelaar.

Voorzieningen fase 3 en 4

Binnen de herontwikkeling wordt voldoende ruimte gereserveerd voor voorzieningen ten behoeve van de sanering van fase 3 en 4. Het stedenbouwkundig

plan, als vastgesteld, is leidend voor verdere uitwerking en de eventuele inpassing van voorzieningen ten behoeve van de sanering van fase 3 en 4.

Page 98: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

34

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Verificatieplan fase 2

De saneerder stelt, binnen 6 maanden voor de beoogde afrondeingvan de sanering van fase 2 (werkgebieden), een door de Provincie goed te keuren

verificatieplan op.

Nazorgplan

Indien na de sanering van fase 1 en 2 nog verontreiniging in de bodem is achtergebleven die tot gebruiksbeperkingen leidt en/of aanvullende maatregelen

noodzakelijk zijn, stelt de saneerder een nazorgplan op dat ter instemming wordt ingediend bij de Provincie.

Ternaamstelling beschikking

De beschikking voor de sanering van fase 1 en 2 wordt op naamgesteld van de De Wasserij CV.

Page 99: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

35

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

5 Saneringsdoelstelling en saneringsvarianten

In het saneringsonderzoek (bodemonderzoek 26) is de saneringsdoelstelling voor de locatie vastge-

legd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de aanpak van de bovengrond en de ondergrond en

tussen immobiele en mobiele verontreiniging.

In het convenant (bron 6) is opgenomen dat de terugsaneerwaarden zoals opgenomen in het sane-

ringsonderzoek een actuele basis bieden om de sanering op een milieuhygiënische verantwoorde,

kosteneffectieve en functiegerichte wijze nader te kunnen uitwerken.

In dit hoofdstuk gaan we in op de saneringsdoelstelling voor zowel fase 1 t/m 2 zoals vastgelegd in

het saneringsonderzoek. De saneringsdoelstelling van fase 2 is ook weergegeven omdat deze, in

een aantal gevallen, in direct verband staat met de sanering van fase 1.

Voor fase 1 en 2 zijn de randvoorwaarden voor de sanering beschreven. De beschreven randvoor-

waarden (minimale eisen) zijn tijdens een overleg op 30 januari 2007 tussen de Provincie Utrecht,

de Milieudienst Noord-West Utrecht en de Grontmij vastgesteld (bodemonderzoek 26).

Voor fase 1 geldt dat de randvoorwaarden voor de immobiele componenten toen zijn opgesteld op

basis van een ander beleidskader. Door de inwerkingtreding van het Bbk zijn de toen gestelde rand-

voorwaarden nu achterhaald. De gestelde randvoorwaarden zijn daarom vertaald naar het huidige

beleid (Bbk).

Dit hoofdstuk geeft tevens een overzicht van de geselecteerde saneringsvarianten voor de verschil-

lenende saneringsfases.

5.1 Algemene saneringsdoelstelling

Conform het landelijke en provinciale saneringsbeleid zijn de volgende saneringsdoelstellingen voor

de boven- en ondergrond op de locatie geformuleerd:

het wegnemen van blootstellingsrisico‟s als gevolg van verontreinigingen (immobiel en mobiel) in

de grond;

het wegnemen van uitloogrisico‟s (nalevering) van mobiele verontreinigingen uit de grond en zo-

nes met puur product naar het grondwater;

het kosteneffectief en milieuhygiënisch saneren van mobiele verontreinigingen in het diepe

grondwater (ondergrond), waarbij binnen een periode van 30 jaar een stabiele eindsituatie wordt

bereikt.

Concreet betekent de standaardaanpak voor de saneringslocatie dat:

de immobiele verontreinigingen gesaneerd worden voor zover er contactrisico‟s voor de beoogde

functie bestaan;

de oliespots, waaronder wordt verstaan minerale olie en aromaten (exclusief benzeen) worden in

de grond en het grondwater gesaneerd tot de tussenwaarde;

de bron en de pluim van de mobiele verontreinigingen (VOCL en benzeen) zoveel mogelijk wor-

Page 100: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

36

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

den verwijderd, waarbij:

o De gehalten aan VOCL en benzeen in de bovenste 2 meter van de grond tot beneden de

tussenwaarde worden teruggebracht. Voor de zone daaronder gelden afgeleide terugsa-

neerwaarden voor de individuele componenten (zie tabel 15);

o Voor het diepe grondwater (pluim) binnen 30 jaar een stabiele eindsituatie wordt bereikt

(voor het diepe grondwater zijn geen terugsaneerwaarden gehanteerd aangezien het doel

van de sanering niet het bereiken is van een vaste terugsaneerwaarde, maar het bereiken

van een gewenste situatie).

5.2 Fasering en verantwoordelijkheden sanering

Tijdens de sanering wordt de aanpak van de verontreiniging in de bovengrond (tot maximaal 20 m-

mv; fase 1 en 2) en de ondergrond (diepe grondwater; fase 3 en 4) losgekoppeld. De sanering van

de bovengrond en de ondergrond valt onder de verantwoordelijkheid van verschillende partijen. De

fasering en verantwoordelijkheden tijdens de sanering zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 12 Fasering en verantwoordelijkheden sanering

Fase Sanering van: Verantwoordelijkheid

1 Bovengrond (immobiele verontreinigingen en oliespots). Projectontwikkelaar

2 Mobiele brongebieden (VOCL) tot een diepte van maximaal 20 m-mv. Hiervoor zijn drie

werkgebieden (zie tabel 13) gedefinieerd.

3 Sanering diepere grondwater pluim met VOCL en benzeen op en ten noordwesten van

het Defensie-eiland in het eerste watervoerende pakket.

Gemeente Woerden

4 Sanering diepere grondwater oostelijke pluim met VOCL in het eerste watervoerende

pakket ter hoogte van het NS-station Woerden.

Ten behoeve van de sanering van de drie brongebieden met VOCL tijdens fase 2 zijn drie werkge-

bieden gedefinieerd (zie tabel 13). Het werkgebied geeft de horizontale en verticale saneringsgrens

aan voor elk brongebied. In het werkgebied geldt de geformuleerde saneringsdoelstelling voor de

ontwikkelaar.

De werkgebieden zijn in bijlage 5 op kaart weergegeven.

Tabel 13 Afbakening drie werkgebieden

Werkgebied Afmetingen Diepte X,Y-Coördinaten

Gebouw I 53 x 77 x 53 x 73 20 m-mv 120666,455157

120698,455199

120760,455161

120731,455116

Gebouw A en J 42 x 28 x 42 x 27 20 m-mv 120726,455245

120751,455279

120773,455263

120749,455229

Gebouw U 32 x 28 10 m-mv 120828,455271

120860,455277

120865,455249

120833,455243

Page 101: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

37

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

In dit gefaseerde deelsaneringsplan is alleen de sanering van fase 1 (verantwoordelijkheid project-

ontwikkelaar) uitgewerkt.

5.3 Randvoorwaarden sanering immobiele verontreiniging fase 1

In onderstaande tabel zijn de randvoorwaarden, zoals opgenomen in het saneringsonderzoek, voor

de immobiele verontreinigingen tijdens fase 1 weergegeven. In de tabel is een onderscheid gemaakt

naar de gestelde randvoorwaarden ten tijde van het saneringsonderzoek (oud beleid) en een verta-

ling naar het huidige beleid (Bbk). De uitwerking naar het huidige beleid is ook gebruikt bij de uitwer-

king van de saneringsmaatregelen.

Tabel 14 Randvoorwaarden sanering immobiele verontreiniging bovengrond fase 1

Verontreiniging Randvoorwaarden sanering oud beleid Uitwerking randvoorwaarden nieuw beleid

Zware metalen en

PAK

Algemeen

Voor immobiele verontreinigingen worden gebiedsspecifieke

terugsaneerwaarden gehanteerd uit de Bodemkwaliteitskaart van

Woerden. Het is ook mogelijk de bodemgebruikswaarden (BGW)

behorende bij de toekomstige gebruiksvorm als terugsaneer-

waarde te hanteren. De keuze is aan de ontwikkelaar.

Algemeen

Voor immobiele verontreinigingen wordt gebruik gemaakt van het

beleid zoals vastgelegd in het Bbk.

De gemeente Woerden heeft tot nu toe gekozen voor generiek

beleid. Er loopt op dit moment nog een ILB traject met alle ge-

meenten uit de regio. Het is de bedoeling dat daarin een nadere

afweging wordt gemaakt of er voor generiek of gebiedsspecifiek

beleid wordt gekozen. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend

en definitief. Uitgangspunt is dat de gemeente Woerden kiest

voor generiek beleid.

Op terreindelen met de gebruiksvorm bebouwing en verharding

(BGW-III) worden geen kwaliteitseisen gesteld met betrekking tot

immobiele verontreinigingen.

Op terreindelen met de bodemfunctie bebouwing en infrastruc-

tuur (= o.a. verhardingen) zijn voor de immobiele verontreinigin-

gen de maximale waarde industrie van toepassing.

Vrijkomende grond met immobiele verontreinigingen

kan zoveel mogelijk op de locatie binnen een werk als

categorie-1 grond worden toegepast. Uitgangspunt is

een zo min mogelijke afvoer van met immobiele stof-

fen verontreinigde grond van de locatie (uit oogpunt

van kosteneffectiviteit en milieurendement).

Vrijkomende grond met immobiele verontreinigingen

wordt zoveel mogelijk op de locatie toegepast. Uit-

gangspunt is een zo min mogelijke afvoer van met

immobiele stoffen verontreinigde grond van de locatie

(uit oogpunt van kosteneffectiviteit en milieurende-

ment).

De kwaliteit van de toe te passen vrijkomende grond

is afhankelijk van de bodemfunctie na herontwikke-

ling. Hiervoor is het volgende van toepassing:

Wonen met tuin: maximale waarde wonen;

Bebouwing en infrastructuur (o.a. verhardingen):

maximale waarde industrie.

Verder is het volgende van toepassing:

Kabels en leidingen: maximale waarde wonen.

Ontgravingen van saneringen 1) op de locatie worden zoveel

mogelijk aangevuld met vrijkomende categorie-1 grond van de

locatie of met schone grond.

Ontgravingen van saneringen 1) op de locatie worden eerst aan-

gevuld met grond afkomstig uit de ontgraving die voldoet aan de

terugsaneerwaarden voor de mobiele componenten.

De kwaliteit van de rest van de grond voor de aanvulling is af-

hankelijk van de bodemfunctie na herontwikkeling. Hiervoor is het

volgende van toepassing:

Wonen met tuin: maximale waarde wonen;

Bebouwing en infrastructuur (o.a. verhardingen): maximale

waarde industrie.

Verder is het volgende van toepassing:

Kabels en leidingen: maximale waarde wonen.

Page 102: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

38

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

De dikte van een toe te passen leeflaag bij de functie ‘wonen met

tuin’ is minimaal 1 m. De dikte van een toe te passen leeflaag bij

de functie ‘extensief gebruikt (openbaar) groen’ is minimaal 0,5

m, voor diep wortelende gewassen geldt een leeflaag van 1,5 m

dikte. Tussen een leeflaag en de verontreinigde ondergrond dient

een signaallaag te worden aangebracht.

Bij de functie ‘bebouwing en verharding’ behoeft geen leeflaag te

worden toegepast. Onder nieuwe bebouwing met kruipruimte is

de minimale dikte van de leeflaag echter 20 cm dik.

Kabels en leidingen dienen in BGW-I of gebiedseigen grond te

worden aangelegd.

Bij de bodemfunctie ‘bebouwing en infrastructuur’ behoeft geen

leeflaag te worden toegepast.

De dikte van een toe te passen leeflaag bij de bodemfunctie

‘wonen met tuin’ is minimaal 1 m. De toe te passen bodemnorm

is dan maximale waarde wonen.

De dikte van een toe te passen leeflaag bij de bodemfunctie

‘ander groen’ is minimaal 0,5 m, voor diep wortelende gewassen

geldt een leeflaag van 1,5 m dikte. De toe te passen bodemnorm

is dan maximale waarde industrie.

Opgemerkt wordt dat ter plaatse van het huidige openbare groen

waar de bomen gehandhaafd dienen te blijven het niet mogelijk is

om een leeflaag aan te brengen.

Onder nieuwe bebouwing met kruipruimte is de minimale dikte

van de leeflaag echter 20 cm dik. De toe te passen bodemnorm

is dan maximale waarde wonen.

Tussen een leeflaag en de verontreinigde ondergrond dient een

signaallaag te worden aangebracht.

Kabels en leidingen dienen in grond te worden aangelegd die

voldoet aan de maximale waarde wonen. Voor alle aan te leggen

leeflagen geldt dat tussen de leeflaag en de verontreinigde on-

dergrond een signaallaag wordt aangebracht.

Grond die van elders wordt aangevoerd moet zijn gekeurd vol-

gens het Bouwstoffenbesluit.

Grond die van elders wordt aangevoerd moet zijn voorzien van

een erkend kwaliteitscertificaat conform het Bbk.

Asbest Voor asbest in de bodem geldt dat het gehalte asbest kleiner

moet zijn dan 100 mg/kg gewogen droge stof.

Voor asbest in de bodem geldt dat het gehalte asbest kleiner

moet zijn dan 100 mg/kg gewogen droge stof.

1) Bij ontgravingen van saneringen wordt hier gedoeld op ontgravingen voor het saneren van mobiele componenten.

5.4 Randvoorwaarden sanering mobiele verontreiniging fase 1

In onderstaande tabel zijn de randvoorwaarden ten aanzien van de mobiele verontreinigingen tijdens

fase 1 weergegeven.

Page 103: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

39

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Tabel 15 Randvoorwaarden sanering mobiele verontreiniging fase 1

Verontreiniging Randvoorwaarden sanering

Minerale olie en vluchtige aromaten

(exclusief benzeen)

Terugsaneerwaarde grond: < tussenwaarde 1)

Terugsaneerwaarde grondwater: < tussenwaarde 1)

VOCL en benzeen tot 2 m-mv Terugsaneerwaarde grond: < tussenwaarde 1)

Terugsaneerwaarde grondwater: < tussenwaarde 1)

VOCL en benzeen > 2 m-mv Grond (mg/kgds)

Tetrachlooretheen (PER):

Trichlooretheen (TRI):

Cis-1,2-dichlooretheen (CIS)

Vinylchloride (VC):

Benzeen:

Zandgrond 2)

1,12

0,72

0,45

0,06

0,57

Kleigrond 3)

3,36

2,13

1,35

0,21

1,68

Grondwater (µg/l)

Tetrachlooretheen (PER):

Trichlooretheen (TRI):

Cis-1,2-dichlooretheen (CIS)

Vinylchloride (VC):

Benzeen:

200 4)

200 4)

200 4)

200 4)

200 4)

Algemene toelichting tabel: Bovenstaande randvoorwaarden hebben betrekking op de mobiele verontreinigingen zoals indicatief beschreven op bladzijde

27-29, achter 4.3 en bladzijde 39 van het saneringsonderzoek en zoals indicatief ingetekend op bijlage 5 van het saneringsonderzoek en tekeningen 1 en

8 uit bijlage 10 van het actualisatieonderzoek en aanvullend onderzoek brongebieden, TAUW, projectnummer 4492634, 8 februari 2207 1) De restverontreiniging (tot de tussenwaarde) wordt geïsoleerd met verharding/bebouwing of een leeflaag conform tabel 14. 2) Uitgaande van 2% organische stof. Correctie op basis van het daadwerkelijke bepaalde gehalte organische stof met een minimum van 2%.

3) Uitgaande van 6% organisch stof. Correctie op basis van het daadwerkelijke bepaalde gehalte organische stof met een minimum van 2%. 4) Voor VOCL en benzeen in het grondwater vanaf 2 m-mv zijn geen getalsmatige terugsaneerwaarden voor de individuele VOCL en benzeen geformu-

leerd. Voor de individuele componenten geldt een richtwaarde van 200 µg/l per component. Deze richtwaarde geldt tijdens de procesmonitoring van de

sanering van fase 2 voor eventuele bijsturing.

Voor VOCL en benzeen in de grond dieper dan 2 m-mv zijn terugsaneerwaarden afgeleid.

Om in de toekomst enig risico uit te sluiten geldt tot een diepte van 2 m-mv als terugsaneerwaarde

voor VOCL en benzeen de tussenwaarde. Vanaf 2,0 m-mv gelden de afgeleide terugsaneerwaarden

voor VOCL en benzeen. Een toelichting op de afgeleide terugsaneerwaarden is in onderstaand ka-

der weergegeven.

Page 104: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

40

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Toelichting afgeleide terugsaneerwaarde voor VOCL en benzeen in de grond dieper dan 2 m-mv

Als terugsaneerwaarde wordt hierbij aangehouden een gehalte in de grond dat niet leidt tot een hogere concentratie in het grondwater dan 200 µg/l per indivi-

duele verontreinigende stof. Verwacht wordt dat bij een dergelijke concentratie de doelstelling voor het diepe grondwater (fase 3 en 4) in de pluim behaald

wordt. Doelstelling voor het diepe grondwater in het eerste watervoerende pakket is zoveel mogelijk vrachtverwijdering en het bereiken van een stabiele eindsi-

tuatie binnen 30 jaar.

Zonder stoftransportmodel is het afleiden van terugsaneerwaarden in de grond niet eenduidig uit te voeren, aangezien het niet mogelijk is een berekening naar

uitloging met voldoende zekerheid uit te voeren. Om die reden is voor een benaderingsmethode gekozen waarbij ervan wordt uitgegaan dat maximaal 1/3 van

de evenwichtsconcentratie (tussen grond en grondwater) kan worden bereikt in het grondwater bij een organische stofgehalte van 2% voor zandgrond en 6%

voor kleigrond. Derhalve zijn in de berekende evenwichtsconcentraties vermenigvuldigt met een factor om een terugsaneerwaarde af te leiden. In onderstaan-

de tabel zijn de evenwichtsconcentraties en afgeleide terugsaneerwaarden voor VOCL en benzeen in zand- en kleigrond weergegeven.

Afgeleide terugsaneerwaarden voor VOCL en benzeen in grond

Stof Zandgrond (2% organische stof) Kleigrond (6% organische stof

Evenwichtsconcentratie bij 200

µg/l

Mg/kg ds

Afgeleide terugsaneer-

waarde

Mg/kg ds

Evenwichtsconcentratie bij

200 µg/l

Mg/kg ds

Afgeleide

terugsa-

neerwaarde

Mg/kg ds

Tetrachlooretheen (PER): 0,37 1,12 1,12 3,36

Trichlooretheen (TRI): 0,24 0,72 0,71 2,13

Cis-1,2-dichlooretheen (CIS) 0,15 0,45 0,45 1,35

Vinylchloride (VC): 0,02 0,06 0,07 0,21

Benzeen: 0,19 0,57 0,56 1,68

5.5 Afbakening sanering fase 1

In het voorgaande zijn de randvoorwaarden voor de sanering van de immobiele en mobiele veront-

reinigingen die onderdeel zijn van fase 1 beschreven. Hier gaan we in op de afbakening van de ver-

ontreinigingen die tijdens fase 1 voor eigen rekening (verantwoordelijkheid) en risico van de ontwik-

kelaar gesaneerd dienen te worden en die onderdeel uitmaken van dit deelsaneringsplan;

Immobiele verontreinigingen: kadastrale percelen 2162 en 2919 (sectie C, gemeente Woer-

den) exclusief de drie werkgebieden (zie tabel 13) zoals ook weergegeven in bijlage 1.2;

Mobiele verontreinigingen; Dit heeft betrekking op mobiele verontreinigingen ter plaatse van de

de vijf oliespots die in paragraaf 2.4.2 zijn beschreven en die indicatief op kaart staan weergege-

ven in bijlage 9. Hierbij de opmerking dat bij oliespot 4 (ten noorden van gebouw Q) ook sprake

is van een verontreiniging met VOCL. Voor oliespot 2 geldt dat deze buiten dit deelsaneringsplan

valt omdat deze verontreiniging binnen de ontgravingscontour van werkgebied I valt. De sanering

van oliespot 2 valt onder fase 2 van de sanering.

Sanering van eventuele mobiele verontreinigingen buiten de bovengenoemde vijf oliespots en de

drie werkgebieden zijn voor eigen rekening (verantwoordelijkheid) en risico van de gemeente Woer-

den.

Indien tijdens werkzaamheden buiten bovengenoemde vijf oliespots en de drie werkgebieden werk-

zaamheden mobiele verontreinigingen worden waargenomen geldt de volgende procedure:

Het bevoegd gezag en de gemeente Woerden worden direct op de hoogte gesteld;

In overleg met de gemeente Woerden wordt bepaald welke acties door wie worden ondernomen;

In overleg met het bevoegd gezag wordt de verdere voortgang bepaald.

Page 105: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

41

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

5.6 Geselecteerde saneringsvarianten

In het saneringsonderzoek (bodemonderzoek 26) zijn voor de verschillende verontreinigingen die

gesaneerd dienen te worden meerdere saneringsvarianten geselecteerd op basis van een afweging

van meerdere varianten. Tabel 16 geeft een overzicht van de, volgens het saneringsonderzoek,

meest geschikte saneringsmaatregelen voor de verschillende aanwezige verontreinigingen.

Tabel 16 Meest geschikte saneringsmaatregelen per probleemgebied

Probleemgebied Saneringsfase Saneringstechniek/methode

Bovengrond met

immobiele verontreinigingen

1 Ontgraving

Isolatie

Diverse oliespots 1 Ontgraven

Grondwateronttrekking

Chemische oxidatie

Stoominjectie

Werkgebieden VOCL

gebouw I, J en U

2 Ontgraven

Twee fasen extractie

Chemische oxidatie

Grondwaterverontreiniging ondergrond

(dieper dan 20 m-mv)

3 Grondwateronttrekking

Chemische oxidatie

Gestimuleerde aërobe biologische afbraak

Beheersing

Monitoring

Op basis van de genoemde saneringsmaatregelen in tabel 16 is een selectie gemaakt van sane-

ringsmaatregelen die in het saneringsonderzoek nader zijn uitgewerkt en afgewogen.

De saneringsmaatregelen zijn afgewogen ten opzichte van elkaar. Voor fase 1 geldt dat op voorhand

is gekozen voor de standaardaanpak voor de immobiele verontreinigingen en voor ontgraving van

de diverse oliespots.

Voor fase 2 zijn ontgraven en chemische oxidatie verder uitgewerkt. Een belangrijk aspect bij de se-

lectie van de uit te werken variant was de gestelde termijn voor de actieve sanering (maximaal 4

jaar). Dit is een reden dat een variant met biologische afbraak niet is uitgewerkt. Uit een afweging is

gebleken dat de hogere saneringskosten voor ontgraven (factor vier maal zo hoog) niet opwegen tot

het beperkte hogere rendement (4 tot 8%) wat met ontgraven bereikt kan worden ten opzichte van

chemische oxidatie. Om deze reden is gekozen voor toepassing van chemische oxidatie als sane-

ringsvariant voor de drie werkgebieden in fase 2.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de geselecteerde saneringsvarianten voor fase 1 en 2.

Bij deze geselecteerde saneringsvarianten wordt verder aangesloten tijdens de sanering.

Page 106: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

42

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Tabel 17 Overzicht geselecteerde saneringsvarianten

Omschrijving Geselecteerde saneringsvariant

Tanks Verwijderen en verschroten.

PAK en zware metalen (fase

1)

De standaardaanpak voor de sanering van immobiele verontreiniging in de bovengrond bestaat uit het voorkomen van

blootstelling door het aanbrengen van een leeflaag of isolatie. De dikte van de leeflaag is afhankelijk van het toekomstig

gebruik.

Volledig verwijderen van de immobiele verontreinigingen is niet doelmatig gezien de verhoogde achtergrondgehalten in

de binnenstad van Woerden.

Asbest De locatie is op dit moment niet verdacht voor de aanwezigheid van asbest. Na sloop van de gebouwen vindt een

visuele inspectie naar asbest op maaiveld plaats. Afhankelijk van de resultaten van deze inspectie wordt besloten of en

op welke wijze vervolgmaatregelen dienen plaats te vinden.

Vijf spots met olieverontrei-

niging (fase 1)

De 5 spots met olieverontreiniging (zie tabel 8) worden zoveel mogelijk gesaneerd middels ontgraving.

Drie brongebieden met

VOCL (fase 2)

Doel is het op een kosteneffectieve manier verwijderen van de brongebieden (= de drie werkkgebieden) met puur pro-

duct VOCL in de verzadigde zone ter plaatse van gebouwen I, J en U (zie tabel 9).

Verontreiniging in de bovengrond wordt verwijderd middels ontgraving. Daarna worden de diepe bronnen verwijderd

middels chemische oxidatie.

Page 107: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

43

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

6 Uitgangspunten en randvoorwaarden

In dit hoofdstuk gaan we in op de gehanteerde uitgangspunten en randvoorwaarden voor de sane-

ring die in zijn algemeenheid van toepassing en van belang zijn. Dit is gedaan om o.a. de samen-

hang tussen de verschillende saneringsfases weer te geven.

Op de uitgangspunten en randvoorwaarden voor fase 1 wordt meer in detail op ingegaan.

Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten worden gehanteerd:

de sanering wordt uitgevoerd in vier fasen conform het programma van eisen (bron 7);

de werkzaamheden voor de herontwikkeling van de locatie en de saneringswerkzaamheden van

fase 1 en 2 worden in detail op elkaar afgestemd;

de werkzaamheden die in dit deelsaneringsplan staan omschreven hebben alleen betrekking op

de saneringswerkzaamheden voor fase 1;

fase 1 is onderdeel van het grote saneringsgeheel waartoe ook fase 2 t/m 4 behoren;

de ontwikkeling en sanering van fase 1 en 2 dient voor eigen rekening, verantwoordelijkheid en

risico van de ontwikkelaar te worden gerealiseerd;

de organische verontreinigingen (minerale olie en aromaten en VOCL ter plaatse van oliespot 4)

die tijdens fase 1 onder verantwoordelijkheid van de projectontwikkelaar gesaneerd dienen te

worden zijn de in dit deelsaneringsplan vijf beschreven oliespots;

voor de saneringswerkzaamheden van fase 2 geldt dat de projectontwikkelaar alleen verant-

woordelijk is voor sanering van de verontreiniging binnen de drie werkgebieden zoals omschre-

ven in tabel 13;

de saneringswerkzaamheden voor de overige verontreinigingen (alles wat niet tot fase 1 of 3

behoort; verontreinigingen dieper dan 20 m-mv; fase 3 en 4) op de locatie zijn de verantwoorde-

lijkheid van de gemeente Woerden;

voor de uitvoering van de bodemsanering van fase 3 en 4 heeft op dit moment een beheersings-

variant de voorkeur waarbij wordt onttrokken, zo nodig eeuwigdurend. Ook een combinatie met

WKO is voorzien. Het is niet voorzien dat buiten de drie werkgebieden ook nog een bronaanpak

noodzakelijk is;

de beschikking ernst en spoedeisendheid dateert van 4 juni 2008. Volgens de beschikking dient

uiterlijk binnen vier jaar na afgeven van de beschikking gestart te zijn met de saneringswerk-

zaamheden;

de datum van gunning is 17 december 2008 (privaatrechterlijke termijn);

de uiterlijke datum voor het afgeven van een beschikking op een saneringsplan is 17 december

2010 (privaatrechterlijke termijn);

conform de saneringsovereenkomst dient uiterlijk 3 jaar (17 december 2011) na gunning gestart

te zijn met de saneringswerkzaamheden ter plaatse van de werkgebieden;

de sanering van de drie werkgebieden (fase 2) dient uiterlijk 17 december 2015 afgerond te zijn

(privaatrechterlijke termijn);

conform de saneringsovereenkomst wordt met aanvang van de sanering bedoeld de start van de

werkzaamheden in de gedefinieerde drie werkgebieden;

conform de saneringsovereenkomst dienen de saneringswerkzaamheden in de drie werkgebie-

den binnen vier jaar (inclusief opstellen evaluatierapport) na de start van de sanering te zijn af-

Page 108: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

44

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

gerond;

het saneringsplan voor de derde saneringsfase (verantwoordelijkheid gemeente Woerden) dient

uiterlijk een jaar na de instemming van de Provincie Utrecht met het evaluatieverslag van de fa-

se 1 en 2 te worden ingediend bij het bevoegd gezag;

de saneringsdoelstelling zoals omschreven in hoofdstuk 5;

de aard en omvang van de verontreinigingen, zoals eerder beschreven in dit rapport. Voor de

contouren en omvang gaan we uit van de gegevens uit hoofdstuk 2 en bijlagen 3, 4 en 6. Deze

verontreinigingssituatie is gebaseerd op de bodemonderzoeken 25 en 26;

het bevoegd gezag is van mening dat het nader onderzoek (bodemonderzoek 25) en het sane-

ringsonderzoek (bodemonderzoek 26) voldoen aan alle daartoe bij of krachtens de Wet bodem-

bescherming gestelde vereisten;

niet alle terreindelen zijn onderzocht. Dit betreft met name de terreindelen waar nu gebouwen

staan en terreindelen die niet verdacht zijn;

na sloop van de gebouwen vindt een nader bodemonderzoek plaats op de niet verdachte ter-

reindelen (onder de te slopen gebouwen);

dit onderzoek wordt ter beoordeling opgestuurd naar het bevoegd gezag;

de bodemopbouw en geohydrologie, zoals eerder beschreven in dit rapport;

de ontwikkelaar dient in planningstechnische zin rekening te houden met de benodigde tijd voor

het ontwerp en realisering van de sanering van fase 3 in de zin van het aanbrengen en exploite-

ren van benodigde voorzieningen op het te ontwikkelen terrein;

binnen de herontwikkeling wordt voldoende ruimte gereserveerd voor voorzieningen ten behoe-

ve van de sanering van fase 3 en 4;

de gemeente Woerden verstrekt tijdig de benodigde informatie over de sanering van fase 3 en 4;

met de toepassing (o.a. ontwerp en dimensionering saneringssysteem) van chemische oxidatie

voor fase 2 wordt geen rekening met een eventueel op de locatie door het DDW toe te passen

WKO;

de onttrekking van grondwater voor de herontwikkeling mag de verontreinigingssituatie in het

grondwater niet verspreiden of verplaatsen;

de toekomstige bestemming van de locatie is wonen;

het gehele Defensie-eiland is aangemerkt als rijksmonument en dan met name de structuur (NB.

Dit betreft het eiland, niet de gebouwen);

gebouwen I, B en C blijven gehandhaafd. De overige gebouwen worden gesloopt;

voor aanvang van het uit te voeren aanvullend bodemonderzoek en voor aanvang van de sane-

ring zijn gebouwen gesloopt en zijn funderingen en niet te behouden bomen en begroeiing ver-

wijderd;

het onttrokken grondwater wordt, na eventuele zuivering, zoveel mogelijk geloosd op de riole-

ring;

de dagelijkse activiteiten op en rondom de locatie worden zoveel mogelijk gecontinueerd;

het terrein is op dit moment niet asbestverdacht;

de bodemkwaliteitskaart voor de binnenstad van Woerden is geldig tot 1 maart 2011;

voor het Defensie-eiland is de bodemfunctieklasse wonen vastgesteld;

een bouwvergunning voor de locatie wordt verleend na instemming door het bevoegd gezag op

het saneringsplan voor fase 1 en 2 en na goedkeuring door de gemeente Woerden van het, nog

uit te voeren, bodemonderzoek op de niet verdachte terreindelen;

de kwaliteit van de grond die wordt aangevoerd van buiten het Defensie-eiland moet voldoen

Page 109: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

45

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

aan de bodemfunctieklasse wonen of aan de achtergrondwaarde 2000;

indien op de locatie grond aanwezig is met kwaliteit van bodemfunctieklasse industrie kan deze

worden hergeschikt onder toekomstige bebouwing;

instandhouding monitoringsnetwerk peilbuizen. Bij verstoring van belangrijke peilbuizen dienen

deze te worden herplaatst;

ontgraven verontreinigde grond die van locatie wordt afgevoerd gaat naar een erkend verwerker;

voor grond (vaste m3) is de gehanteerde dichtheid 1,7 ton/m

3;

omrekeningsfactor voor grond: los/vast=1,2/1

de veiligheid dient gewaarborgd te worden;

de saneringstechnieken dienen uitgevoerd te worden binnen de vigerende regelgeving;

de risico's van bodemverontreiniging voor de volksgezondheid en het milieu dienen te worden

uitgesloten danwel te worden geminimaliseerd.

Randvoorwaarden

Bij de uitwerking van de diverse in te zetten saneringstechnieken wordt rekening gehouden met de

volgende randvoorwaarden:

bij de voorgenomen grond- en grondwatersanering zal schade aan funderingen van woningen

op en rond de locatie en andere zettingsgevoelige infrastructuur voorkomen moeten worden.

Eventueel toch veroorzaakte schade dient te worden hersteld;

de locatie (de nog niet onderzochte terreindelen onder bebouwing) wordt, na sloop van de be-

bouwing, door de geselecteerde partij onderzocht op haar geschikheid voor woningbouw over-

eenkomstig de NEN5740;

de saneerder moet regelmatig (halfjaarlijks) de voortgang aan de gemeente rapporteren. Er is

ook een werkgroep Sanering (zie paragraaf 13.1) ingesteld waarin regelmatig overleg wordt ge-

voerd tussen de direct betrokkenen;

het reinigen van grond op de locatie is alleen toegestaan indien daarvoor alle wettelijke vergun-

ningen zijn geregeld;

resultaten van elke fase van de sanering moeten leiden tot een door bevoegd gezag (de Provin-

cie Utrecht) goedgekeurd evaluatierapport inclusief eventuele (na)zorgverplichtingen;

toekomstige (tijdelijke) onttrekkingen op en nabij de locatie kunnen van invloed zijn op de geno-

men maatregelen ten aanzien van de sanering op de locatie;

hinder en overlast voor bewoners in de omgeving van de locatie dient zo veel mogelijk voorko-

men te worden. Eventuele overlast moet aanvaardbaar zijn en goed worden gecommuniceerd

met omwonenden;

overeenkomstig terugkerend openbaar groen (zie bijlage 8) dienen de aanwezige bomen op de

locatie gehandhaafd te blijven;

bij verwijdering van het rioolstelsel op het Defensie-eiland moet men alert zijn op de eventuele

aanwezigheid van lokale onbekende bronnen (VOCL en olieproducten);

voorzieningen ten behoeve van fase 3 moeten in fase 1 en 2 kunnen worden aangebracht. De

ontwikkelaar moet ruimte bieden voor het kunnen toepassen van deze voorzieningen voor de

aanpak binnen fase 3. Het stedenbouwkundig plan, als vastgesteld, is leidend voor verdere uit-

werking en de eventuele inpassing van voorzieningen ten behoeve van de sanering van fase 3

en 4;

droogteschade (stadsgroen) als gevolg van grondwateronttrekking mag niet optreden;

archeologie: uit archeologisch onderzoek (bron 12) kan worden opgemaakt dat zich binnen het

Page 110: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

46

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

grootste deel van de het Defensie-eiland (uitgezonderd het noordoostelijk deel van het eiland, dit

betreft de kasteelgracht) geen archeologische vindplaatsen bevinden. Nader archeologisch on-

derzoek is nog wel nodig bevonden. Indien tijdens sloop of bodemsanering toch voorwerpen

worden aangetroffen van cultuurhistorische waarden moet contact worden opgenomen met de

provinciaal archeoloog en de gemeente Woerden. Eventuele archeologische vondsten dienen

ingepast te worden in de saneringswerkzaamheden;

eisen van de waterkwaliteitsbeheerder en -kwantiteitsbeheerder met betrekking tot het onttrek-

ken van grondwater en lozen van het onttrokken grondwater;

eisen voortkomend uit eventuele andere vergunningen (Wet milieubeheer etc.);

de sanering dient onder de huidige regelgeving en met de bestaande technieken praktisch uit-

voerbaar te zijn;

de sanering dient sober en doelmatig te worden uitgevoerd, i.e. met een zo efficiënt mogelijke

aanwending van middelen

de aannemer van de sanering dient erkend en geregistreerd te zijn in het kader van de beoorde-

lingsrichtlijn SIKB BRL 7000;

het milieu-adviesbureau dat de milieukundige begeleiding van de sanering uitvoert, dient erkend

en geregistreerd te zijn in het kader van de beoordelingsrichtlijn SIKB BRL 6000;

de toetsing van de eindwaarden (eindverificatie) van het saneringsresultaat vindt plaats door de

milieukundig begeleider in opdracht van de geselecteerde partij. Verificatie vindt plaats door een

onafhankelijk gecertificeerd bureau op kosten van de uitvoerende partij.

Page 111: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

47

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

7 Voorbereidende werkzaamheden

In dit hoofdstuk worden de voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de sanering van fase

1 uiteengezet. Voor de meeste mobiele verontreinigingen worden nog uitvoeringsplannen opgesteld

waar meer in detail staat omschreven hoe de sanering plaats gaat vinden. In die uitvoeringsplannen

zal ook worden ingegaan op de details qua voorbereiding. Deze uitvoeringsplannen worden ter be-

oordeling en instemming bij het bevoegd gezag ingediend. Onderstaande informatie is daarom in

zijn algemeenheid van toepassing.

7.1 Benodigde vergunningen, goedkeuringen en beschikkingen

Om de saneringswerkzaamheden van fase 1 te kunnen uitvoeren zijn, op dit moment, de volgende

vergunningen, beschikkingen en toestemmingen voorzien:

Tabel 18 Overizcht benodigde vergunninge, goedkeuringen en beschikkingen

Omschrijving Melding doen bij Termijn

Goedkeuring op het onderhavige gefaseerde deelsaneringsplan van

het bevoegd gezag;

Provincie Utrecht 15 weken

Instemming van het bevoegd gezag op nog op te stellen uitvoe-

ringsplannen voor de overige mobiele verontreinigingen

Nu niet relevant

Instemming van het bevoegd gezag op nog op te stellen uitvoe-

ringsplannen voor de immobiele verontreinigingen

Provincie Utrecht 8 weken

Bronbemaling:

Melding: < 100 m3 per uur en <die niet langer duurt dan 6 maanden

en niet dieper dan 9 m -mv

Vergunning

Hoogheemraadschap De

Stichtse Rijnlanden

2 weken

26 weken

Lozen op oppervlaktewater (tot en met 2010)

Melding: <6 maanden, max 100 m3/uur en 100.000 m3/jaar

Vergunning

Hoogheemraadschap De

Stichtse Rijnlanden

6 weken

26 weken

Per 2011 Besluit buiten inrichtingen (lozing op oppervlaktewater uit

sanering of bronbemaling)

- melding (voorwaarden nog niet bekend)

- verzoek tot maatwerk

Hoogheemraadschap De

Stichtse Rijnlanden

4 weken

4 + 6 weken (i.v.m. publicatie)

Bouwvergunning(en) voor het (tijdelijk) plaatsen van saneringsappa-

ratuur;

Gemeente Woerden Turbovergunning: 5 werkdagen

Bouwvergunning licht: 6 weken

Bouwvergunning regulier: 12 weken

Aansluitvergunningen/meldingen aan de gemeente Woerden voor

het lozen van (voorgezuiverd) verontreinigd grondwater op het riool;

Gemeente Woerden Geen formele termijn, 4 weken van tevoren is

voldoende.

Melding bij de Milieudienst Noord-West Utrecht voor het plaatsen en

instandhouden van de saneringsapparatuur

Milieudienst Noord-West

Utrecht

nader te bepalen

Toestemming nutsbedrijven i.v.m. aanwezigheid kabels en leidingen Nutsbedrijven Klic-melding: 5 dagen

Overleg: 10 dagen

Vergunning voor graven nabij watergang (Singelgracht), Waterver-

gunning

Hoogheemraadschap De

Stichtse Rijnlanden

26 weken

Aanvragen aanlegvergunning Gemeente Woerden 12 weken

Opstellen plan van aanpak ondergrondse sloop t.p.v. verontreinigin-

gen (overleg)

Melding voor het uitvoeren van ondergrondse sloop

Gemeente Woerden/

Provincie Utrecht

nader te bepalen

Melding toepassen grond Agentschap NL 5 werkdagen

Page 112: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

48

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

7.2 Voorbereidende werkzaamheden

Algemene werkzaamheden voorafgaand aan start van een deelsanering. Dit zijn werkzaamheden

die na instemming van het uitvoeringsplan door bevoegd gezag plaatsvinden:

het uitwerken van de sanering in een detail-/uitvoeringsplan door de aannemer;

het opstellen van een V&G-plan uitvoeringsfase door de saneringsaannemer;

inrichten van het werkterrein;

plaatsen (veiligheids)voorzieningen (keten, borstelplaats, hekken en dergelijke);

het inrichten van depotruimte;

afsluiten en ontkoppelen van in gebruikzijnde kabels en leidingen ter plaatse van ontgravingen;

treffen van verkeersvoorzieningen in verband met aan- en afvoer van bouwverkeer.

7.3 Verzekering

Gezien de uit te voeren bodemsaneringswerkzaamheden wordt geadviseerd om de aannemer een

bodemsaneringsverzekering af te sluiten.

7.4 Voorlichting en start

Voorafgaand aan de uitvoering van saneringswerkzaamheden worden de betrokkenen ingelicht over

de aard en het tijdstip van de uit te voeren werkzaamheden. De voorlichting wordt verzorgd door de

ontwikkelaar in samenwerking met de opdrachtgever (zie hoofdstuk 12).

Daarnaast meldt de uitvoerende aannemer, voorafgaand aan de sanering, de geplande startdatum

aan het bevoegd gezag.

Startoverleg

Voor een goede afstemming wordt voorafgaand aan saneringswerkzaamheden een startoverleg ge-

houden. De volgende partijen zijn hierbij in ieder geval betrokken:

directie (opdrachtgever of gevolmachtigde van de opdrachtgever);

milieukundig begeleider;

aannemer;

het bevoegd gezag;

opdrachtgever;

eventuele andere belanghebbenden.

Page 113: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

49

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

8 Uitwerking saneringsvarianten

De uitwerking van de saneringsvarianten heeft betrekking op de werkzaamheden voor fase 1. In dit

deelsaneringsplan gaan we niet in detail in op de sanering van alle aanwezige verontreinigingen.

Detailuitwerking zal (mobiele verontreinigingen) nog gaan plaatsvinden in meer gedetailleerde uit-

voeringsplannen.

Voor immobiele verontreinigingen geldt dat in dit plan de afspraken hoe hier mee wordt omgegaan

(o.a. sanering, registratie grondstromen en kwaliteit toe te passen grond) tijdens de gehele sanering

zijn opgenomen.

In dit hoofdstuk gaan we verder in op:

verwijderen van opslagtanks;

saneren van immobiele verontreinigingen;

saneren van 5 oliespots;

omgaan met grondstromen en hergebruik op locatie;

invloed van bemalingen.

8.1 Verwijderen van opslagtanks

Uit de voorgaande onderzoeken blijkt dat op de locatie totaal 12 opslagtanks aanwezig zijn (ge-

weest). Één van de tanks was een bovengrondse opslagtank, de overige tanks betreffen allemaal

ondergrondse opslagtanks. Een overzicht van de tanks is in tabel 5 weergegeven. De verwachte

ligging van de tanks is opgenomen in bijlage 2.1

Onbekend is hoeveel tanks nu nog aanwezig zijn, zover bekend kunnen nog maximaal 9 tanks aan-

wezig zijn.

Ondergrondse tanks die aanwezig zijn in verontreinigde grond dienen tijdens de saneringswerk-

zaamheden verwijderd te worden. Dit geldt voor de nog aanwezige tanks op locaties 3 t/m 6. Verwij-

dering van deze tanks zal in de desbetreffende uitvoeringsplannen mee genomen dienen te worden.

De overige tanks, niet aanwezig in verontreinigde grond, kunnen ook tijdens de sloop van de ge-

bouwen of het verwijderen van de funderingen van de gebouwen worden verwijderd. Dit betreft de

tanks aanwezig op locaties 1 en 2.

Bij het onvoorzien aantreffen van een opslagtank dient dit te worden gemeld bij de afdeling handha-

ving van de Provincie Utrecht.

De tanksaneringen worden uitgevoerd volgens de BRL-K904/02 (bron 13) en BRL-K902/03 (bron

14). Van de uitgevoerde tanksaneringen worden certificaten opgesteld door het tanksaneringsbedrijf.

Deze certificaten worden opgenomen in het saneringsverslag van fase 1.

Page 114: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

50

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

8.2 Saneren van immobiele verontreinigingen

Sanering

De immobiele verontreinigingen worden gesaneerd volgens de standaardaanpak die moet voorko-

men dat er mogelijkheden zijn voor blootstelling aan de verontreiniging.

Contact met de verontreiniging wordt voorkomen door:

aanbrengen leeflaag;

isolatie middels het aanbrengen van verhardingen en/of bebouwing.

Het toekomstig gebruik op de locatie is bepalend waar een leeflaag of verharding wordt aangebracht.

Zoals eerder aangegeven in hoofdstuk 3 zal het overgrote deel van het terrein van verharding en/of

bebouwing worden voorzien. Een beperkt deel van het terrein zal worden gebruikt als wonen met

tuin of openbaar groen. Dit is in bijlage 8 op tekening weergegeven. Opgemerkt wordt dat er nog

veranderingen in de definitieve plannen kunnen worden aangebracht.

Al het overige groen (niet aangegeven in bijlage 8) dat op de locatie wordt aangebracht zal boven

verharding (zoals dak parkeerkelder) worden aangebracht.

Een leeflaag (minimale dikte 1 m) wordt aangebracht ter plaatse van:

tuinen in de volle grond. Onder deze tuinen is geen verharding aanwezig. Deze tuinen worden

alleen op het zuidelijk deel van het eiland aangebracht. Bij deze tuinen wordt een leeflaag met

grond die voldoet aan bodemkwaliteitsklasse wonen van minimaal 1 m dik aangebracht. Dit be-

treft circa 300 m3 grond. De kwaliteit van de grond hier voldoet aan bodemkwaliteitsklasse „Wo-

nen‟;

het openbare groen dat in bijlage 8 is aangegeven betreft allemaal bestaand groen met bomen.

Een randvoorwaarde is dat deze bomen gehandhaafd dienen te blijven. De grond in openbaar

groen dient in principe te voldoen aan de bodemkwaliteitsklasse industrie. Op basis van gege-

vens uit eerdere onderzoeken kan het zo zijn dat op basis van individuele parameters plaatselijk

bodemkwaliteitsklasse industrie wordt overschreden. Om geen schade aan de bestaande bomen

toe te brengen zal op deze plaatsen geen leeflaag middels ontgraving of ophoging worden aan-

gebracht.

Onder een leeflaag wordt een signaallaag aangebracht.

Het overige deel van de locatie wordt gesaneerd middels isolatie door het toepassen van verhardin-

gen en/of bebouwing.

Ontgraving van immobiele verontreiniging zal plaatsvinden ten behoeve van:

aanbrengen leeflaag;

de herontwikkeling (bouwrijp maken);

ontgravingen mobiele verontreinigingen;

het aanbrengen van kabels en leidingen.

Hierbij is het van belang dat het huidige maaiveldniveau van de locatie in principe zoveel mogelijk

blijft gehandhaafd.

Page 115: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

51

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

De hoeveelheid te ontgraven grond voor het aanbrengen van een leeflaag op de locatie is relatief

beperkt. Ontgraving van immobiele verontreinigingen zal vooral plaatsvinden middels ontgraving ten

behoeve van de herontwikkeling. Bepalend voor de hoeveelheid te ontgraven grond ten behoeve van

de herontwikkeling zijn:

de twee verdiepte parkeergarages die worden aangebracht op het midden en het zuidelijk deel

van de locatie. Voor de parkeergarage in het midden betreft dit een volume van circa 7.500 m3

(2.475 m2; diepte 3 m-mv). Voor de zuidelijke parkeergarage betreft dit ongeveer 13.000 m

3

(3.375 m2; diepte 3,8 m-mv);

ter plaatse van aan te brengen verhardingen en gebouwen dient tot circa 0,5 m-mv ontgraven te

worden voor het aanbrengen van stabilisatielagen, funderingen etc.. Dit dient in principe overal te

gebeuren op het eiland behalve ter plaatse van bestaande gebouwen (circa 11.500 m2), be-

staand en te handhaven openbaar groen (circa 3.950 m2), ontgravingen voor mobiele verontrei-

nigingen (circa 3.300 m2) en ter plaatse van de verdiepte parkeergarages (circa 5.850 m

2) . Uit-

gaande van een totaal oppervlak van het eiland van 33.135 m2 betreft dit een oppervlakte van

circa 8.500 m2 en een volume van circa 4.250 m

2.

Onder verhardingen en bebouwing kan verontreinigde grond (tot bodemkwaliteitsklasse industrie)

worden hergeschikt als deze alleen met immobiele componenten is verontreinigd.

Grond aangevoerd van buiten de locatie voldoet altijd aan de bodemkwaliteitsklasse wonen, tenzij

het toepassingsgebied voldoet aan de AW2000. In dat laatste geval kan alleen grond worden toege-

past die voldoet aan bodemkwaliteitsklasse AW2000.

Voor de riolering, kabels en leidingen dient tot circa 1 m-mv ontgraven te worden. Dit dient plaats te

vinden over een oppervlakte van circa 1.000 m2. Dit betekent extra ontgraven van circa 500 m

3.

Aanvulling vindt plaats met grond die voldoet aan de bodemkwaliteitsklasse wonen. Onder deze

ontgravingen wordt een signaallaag aangebracht.

Indien zich onder de bebouwing een kruipruimte bevindt, dan dient de ontwikkelaar passende maat-

regelen genomen te worden om contact met de onderliggende verontreiniging te voorkomen. Voor-

beelden van dergelijke maatregelen zijn een laag grond van afwijkende fysische samenstelling (zo-

dat deze als signaallaag herkenbaar is) of het aanbrengen van een betonvloer.

Milieukundige begeleiding en verificatie

Het ontgraven van grond met immobiele verontreinigingen is geen kritische werkzaamheid aange-

zien er geen sprake is van sterk verhoogde gehaltes en de ontgravingscontouren worden bepaald

door de in de bodem te realiseren functie. Milieukundige begeleiding bij deze werkzaamheden is

derhalve niet noodzakelijk.

Omdat de ontgravingscontour wordt bepaald door de te realiseren functie is het ook niet noodzake-

lijk om de resultaten van de ontgravingen te verifiëren na afloop.

Page 116: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

52

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

8.3 Saneren van 5 oliespots

De vijf aanwezige spots met minerale olie en vluchtige aromaten worden verwijderd middels ontgra-

ven. In dit plan beschrijven we op hoofdlijnen de plannen voor ontgraving. Voor aanvang van de

werkzaamheden, afhankelijk van de fasering in de werkzaamheden, worden de plannen verder uit-

gewerkt in uitvoeringsplannen die ter instemming (zie hoofdstuk 13) aan het bevoegd gezag worden

aangeboden. Voor het noordelijk deel (spots 3 en 4) zal het eerste uitvoeringsplan worden opge-

steld. Omdat de herontwikkeling van start gaat op het noordelijk deel van het eiland worden deze

spots als eerste gesaneerd.

Omdat spot 2 binnen de ontgraven contour van werkgebied I ligt wordt de uitwerking van de sane-

ring van deze spot verder mee genomen bij het deelsaneringsplan voor fase 2 (zie ook hoofdstuk

12).

In bijlage 9 is op tekening een overzicht gegeven van de indicatieve locaties van de ontgravingen

(inclusief ontgravingsdiepte) die uitgevoerd dienen te worden. Op deze tekening zijn ook de ontgra-

vingen voor de werkgebieden weergegeven.

Opgemerkt wordt dat oliespot 2 gecombineerd met de ontgraving van werkgebied I wordt uitgevoerd.

Tabel 19 geeft per spot een overzicht van de verwachte hoeveelheid verontreiniging boven de terug-

saneerwaarde en de maximale ontgravingsdiepte per spot.

Tabel 19 Overzicht te verwachte ontgraven hoeveelheid grond per oliespot

Oliespot Verontreinigd opper-

vlakte boven terugsa-

neerwaarde (m2)

Dikte gemiddeld traject

met gehaltes boven de

terugsaneerwaarde (m)

Volume te ontgraven

met gehaltes boven de

terugsaneerwaarde

(m3) 1)

Maximale ontgra-

vingsdiepte

(m)

Totaal te

ontgraven

(m3)

Her te

gebruiken op

locatie

(m3)

1 50 1 50 1,0 70 2) 20

2 3) 400 3 1.200 4,0 1.600 3) 400

3 300 3 900 3,0 1.440 2) 540

4 250 3,5 875 4,0 1.000 3) 125

5 400 2,5 1.000 3,0 1.610 2) 610

TOTAAL 1.400 4.025 5.720 1.695

1) Is hoeveelheid grond af te voeren naar erkende verwerker 2) Inclusief talud en schone bovengrond 3) Wordt gecombineerd ontgraven met de ontgraving van werkgebied I. In de tabel is de hoeveelheid grond die voor de oliespot ontgraven dient te

worden weergegeven 4) Te ontgraven binnen damwand

De ontgraven grond bestaat uit zowel klei als zand.

Voor elke ontgraving geldt dat de ontgraven evident verontreinigde grond (gehaltes organische ver-

ontreinigingen > terugsaneerwaarde) in principe direct wordt afgevoerd naar een verwerker. Indien

gewenst kan deze grond ook eerst in depot (met minimaal onderafdichting) worden geplaatst. Indien

deze grond eerst in depot wordt geplaatst vindt geen bemonstering plaats voor afvoer van de grond.

Hiernaast worden ook de volgende twee depots (met minimaal onderafdichting) geplaatst:

schone grond depot: grond die naar verwachting voldoet aan de terugsaneerwaarde en op loca-

tie (aanvulling ontgraving) kan worden hergebruikt (na bemonstering);

twijfel depot: grond waaruit na bemonstering dient te blijken of deze kan worden hergebruikt op

Page 117: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

53

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

locatie of dient te worden afgevoerd naar een reiniger.

Indien depots langer dan drie jaar in stand worden gehouden is een vergunning noodzakelijk.

Ontgravingen dieper dan 3,0 m-mv worden binnen een damwand uitgevoerd. Dit zorgt meteen voor

voldoende stabiliteit richting de aanwezige kade voor ontgravingen die nabij de Singelkade worden

uitgevoerd (oliespot 2 en 4).

Om de ontgravingen in den droge te kunnen uitvoeren worden bemalingen uitgevoerd. De precieze

manier van bemalen en de debieten worden nader bepaald. Het onttrokken grondwater wordt na

zuivering geloosd (riolering of oppervlaktewater). De keus voor lozing op riolering of oppervlaktewa-

ter is onder andere afhankelijk van de precieze debieten die onttrokken gaan worden. In overleg met

de gemeente Woerden en het waterschap zal de voorkeur worden bepaald.

De verwachting is dat het grondwater na afloop van de sanering van de oliespots (ontgraving in

combinatie met onttrekking) voldoet aan de terugsaneerwaarde en geen aanvullende maatregelen

noodzakelijk zijn. Dit zal na afloop worden geverifieerd door het plaatsen van peilbuizen binnen en

om de verontreinigingscontour. Na afloop van een ontgraving wordt een drain aangebracht voor een

eventuele noodzakelijke onttrekking.

8.4 Grondstromen en toepassing en hergebruik van grond op locatie

Grondbalans

Op dit moment kunnen we een grondbalans op hoofdlijnen opstellen. De indicatieve grondbalans

kan pas definitief gemaakt worden als de detailplannen voor de herinrichting bekend zijn.

Voor de toepassing en hergebruik van grond op locatie is het doel om efficiënt en milieuhygiënisch

op een juiste manier met de grondstromen om te gaan.

In tabel 20 is een indicatiefoverzicht en samenvatting gegeven van de verwachte grondstromen op

de locatie. De getallen in deze tabel zijn gebaseerd op gegevens die eerder in dit hoofdstuk zijn be-

handeld.

Tabel 20 Indicatief overzicht en samenvatting grondstromen op locatie

Herkomst en bestemming Indicatieve hoeveelheid

(m3)

Ontgraven immobiel

Leeflaag 300

Parkeergarage midden 7.500

Parkeergarage zuid 13.000

Bouwrijp maken ter plaatse van verhardingen en bebouwing 4.300

Riolering, kabels en leidingen 500

Totaal 25.600

Ontgraven mobiel

Oliespots 5.700

Drie werkgebieden 7.900

Totaal 13.600

Hergebruik grond op locatie

Page 118: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

54

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Herkomst en bestemming Indicatieve hoeveelheid

(m3)

Aanvulling ter plaatse van oliespots 1) Uit ontgraving mobiel 1.700

Uit ontgraving immobiel 3.100

Totaal 4.800

Ter plaatse van drie werkgebieden 1) Uit ontgraving mobiel 2.000

Uit ontgraving immobiel 5.000

Totaal 7.000

Opvullen overig ter plaatse van kelders, funderingen etc. Uit ontgraving immobiel 0

Totaal Uit ontgraving mobiel 3.700

Uit ontgraving immobiel 8.100

Totaal 11.800

Afvoer grond van locatie

Afvoeren mobiel ter plaatse van oliespots 4.000

Afvoeren mobiel ter plaatse van werkgebieden 5.900

Afvoeren immobiel 17.500

Totaal afvoeren van locatie 27.500

1) Uitgangspunt is dat aangevuld wordt tot 0,5 m-mv van het huidige maaiveld

De grondbalans maakt duidelijk dat een groot deel van de ontgraven grond niet op locatie herge-

bruikt kan worden en afgevoerd dient te worden.

Vanwege de fasering in de herontwikkeling van het Defensie-eiland zal bij hergebruik van grond op

locatie zoveel mogelijk getracht worden om dit per deellocatie (noord, midden en zuid) plaats te laten

vinden.

Registratie en toezicht grondstromen

Vrijkomende grondstromen worden te allen tijde geregistreerd. Doelstelling is om gedurende het

werk inzicht te krijgen en houden van waar en hoeveel welke grondsoorten zijn vrijgekomen en wat

de uiteindelijke bestemming is. Tevens dient bijgehouden te worden waar aangevoerde grond van

buiten de locatie wordt toegepast.

Registratie van grondstromen die onder de kritische werkzaamheden vallen van VKB-protocol 7001

vindt plaats door of namens de milieukundig begeleider die tijdens deze werkzaamheden op locatie

is. Dit betreft de volgende werkzaamheden:

ontgravingen van de mobiele verontreinigingen (oliespots en werkgebieden).

Registratie van grondstromen die niet onder de kritische werkzaamheden vallen van VKB-protocol

7001 vindt plaats door of namens de uitvoerend aannemer die tijdens deze werkzaamheden op loca-

tie is. Dit betreft de volgende werkzaamheden:

ontgraving van alle immobiele verontreinigingen.

De grondbalans en grondstromenregistratie worden uiteindelijk geregistreerd in de evaluatierappor-

ten van fase 1 en 2.

Kwaliteit toe te passen grond

Tijdens de herontwikkeling en de sanering komen grondstromen met een verschillende kwaliteit vrij

en dient grond voor verschillende functies toegepast te worden. De uiteindelijke functie is bepalend

voor de kwaliteit van de toe te passen grond. Onderstaande tabel geeft uitgesplitst per toepassing

weer wat de kwaliteit en herkomst is van de toe te passen grond.

Page 119: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

55

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Tabel 21 Kwaliteit en herkomst toe te passen grond

Omchrijving en functie toe te passen grond Kwaliteit en herkomst toe te passen grond

Leeflaag tuinen in volle grond Bodemkwaliteitsklasse wonen, herkomst nader te bepalen

Ontgraving mobiele verontreinigingen (oliespots en werkgebieden).

Boven deze ontgravingen wordt overal bebouwing of verharding toege-

past.

Voor de kwaliteit van de toe te passen grond is de terugsaneerwaarde voor

de mobiele verontreiniging bepalend. Ongeacht het beleid (generiek of

specifiek) dat van toepassing is.

De terugsaneerwaarde voor de mobiele verontreinigingen op de locatie is

immers de tussenwaarde (minerale olie en vluchtige aromaten en VOCL en

benzeen tot 2 m-mv) of hoger (VOCL en benzeen dieper dan 2 m-mv).

De tussenwaarde voor de mobiele verontreinigingen is veel hoger dan de

bodemkwaliteitsklasse industrie.

Voor de immobiele verontreinigingen zou het daarom ook niet zinvol zijn om

grond toe te passen met een betere kwaliteit.

Ontgravingen kunnen aangevuld worden met:

Grond die afkomstig is uit de ontgraving en voldoet aan de terugsa-

neerwaarde voor de mobiele verontreiniging;

Grond afkomstig van locatie die voldoet aan bodemkwaliteitsklasse

industrie. Onder nieuwe bebouwing Indien toepassing noodzakelijk is, grond van locatie (of elders) die voldoet

aan bodemkwaliteitsklasse industrie.

Onder verhardingen en infrastructuur Indien toepassing noodzakelijk is, grond van locatie die voldoet aan bodem-

kwaliteitsklasse industrie.

Riolering, kabels en leidingen Grond van locatie (of elders) die voldoet aan bodemkwaliteitsklasse wonen.

Bepalen kwaliteit ontgraven grond

Tijdens de herontwikkeling en de sanering van de locatie komen de volgende grondstromen vrij:

Door ontgraving mobiele verontreinigingen;

Door ontgraving immobiele verontreinigingen.

In tabel 22 is aangegeven op welke wijze de kwaliteit van de ontgraven grondstromen wordt be-

paald.

Tabel 22 Bepaling kwaliteit vrijkomende grondstromen op locatie

Herkomst Bepalen kwaliteit

Ontgraving mobiele verontrei-

niging

Schone grond depot Monstername:

in depot conform VKB-protocol 1001

Analyses:

organische stof, minerale olie, vluchtige aromaten (BTEXN) en/of VOCL

Opmerkingen:

eventueel onderscheid maken in zand en klei (indien van toepassing)

Twijfel depot Monstername:

in depot conform VKB-protocol 1001

Analyses:

organische stof, minerale olie, vluchtige aromaten (BTEXN) en/of VOCL

Opmerkingen:

eventueel onderscheid maken in zand en klei (indien van toepassing)

Vuile grond (depot) Geen monstername. Grond wordt afgevoerd naar een erkende verwerker.

Page 120: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

56

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Herkomst Bepalen kwaliteit

Ontgraving immobiele veront-

reinigingen

Monstername:

in depot conform VKB-protocol 1001

Analyses:

volledig pakket

Opmerkingen:

eventueel onderscheid maken in zand en klei (indien van toepassing)

depotgrootte is afhankelijk van en wordt afgestemd op de uitvoeringswijze van de

aannemer.

Bepalen kwaliteit ontvangende bodem

Dit is vooral van belang bij de ontgravingen van de mobiele verontreinigingen. Hier dient in alle ge-

vallen weer aanvulling met grond plaats te vinden. De kwaliteit van de putbodems en –wanden van

deze ontgravingen worden conform VKB-protocol 6001 geverifieerd. Deze monsters worden geana-

lyseerd op de aanwezige mobiele verontreinigingen (minerale olie en vluchtige aromaten en/of VO-

CL). De putbodems zullen aanvullend ook worden geanalyseerd op een NEN-pakket.

Puin

Grote brokken puin worden gescheiden van de ontgraven grond puin. Puin wordt gescheiden van de

ontgraven grond in depot geplaatst en gekeurd.

Afhankelijk van de kwaliteit van het puin wordt dit op locatie hergebruikt of afgevoerd van locatie.

Depots

Depots kunnen, zonder vergunning, maximaal 3 jaar in stand worden gehouden.

Verwerking af te voeren grond

De wijze van verwerking van af te voeren grond is afhankelijk van de kwaliteit van de grond. De vol-

gende twee verwerkingswijzen zijn mogelijk:

hergebruik. Dit geldt vooral voor de grond met immobiele verontreinigingen;

reinigen. Dit is van toepassing voor de grond met mobiele verontreinigingen.

8.5 Invloed van bemalingen

Tijdens de saneringen en de herontwikkeling van de locatie vinden verschillende bemalingen plaats.

Deze bemalingen verschillen in grootte en tijdsduur. Bemalingen zijn voorzien voor:

ontgravingen oliespots;

ontgravingen in drie werkgebieden;

aanleg parkeergarage(s).

Er wordt een bemalingsplan opgesteld waarin de mogelijke invloed van de bemalingen op de ver-

spreiding van de verontreiniging wordt behandeld. Dit bemalingsplan is vooral van toepassing op de

grotere bemalingen, zoals de werkgebieden en de aanleg van parkeergarage(s). Indien op voorhand

inzichtelijk gemaakt kan worden dat een bemaling (door bijvoorbeeld het beperkte debiet en/of tijds-

duur en/of afstand tot de dichtstbijzijnde verontreiniging) geen invloed zal hebben op ontoelaatbare

verspreiding van verontreiniging wordt dit in het desbetreffende uitvoeringsplan of deelsaneringsplan

opgenomen.

Page 121: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

57

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Het bemalingsplan zal inzicht moeten geven of en bij welke bemalingen er (mogelijk) sprake is van

ontoelaatbare verspreiding van verontreiniging. Indien hier sprake van is, worden maatregelen ge-

nomen om dit te voorkomen.

Page 122: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

58

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Page 123: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

59

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

9 Organisatie en veiligheid

In dit hoofdstuk behandelen we de organisatie (directievoering en milieukundige begeleiding) tijdens

de sanering en de veiligheidsaspecten.

9.1 Directievoering

Tijdens de ontgraving, de installatiewerkzaamheden van het in situ saneringssysteem en de uitvoe-

ring van de actieve sanering wordt door de opdrachtgever een toezichthouder/directievoerder aan-

gesteld.

De directievoering omvat o.a. de volgende werkzaamheden:

het vertegenwoordigen van de opdrachtgever binnen de overeengekomen bevoegdheden;

het bijwonen en leiden van werkbesprekingen en bouwvergaderingen;

het geven van instructie aan het dagelijks toezicht;

voortgangs- en kostenbewaking en signalering.

9.2 Milieukundige begeleiding

Sinds 1 juli 2007 zijn de wettelijke regels voor kwaliteitsborging van kracht (Kwalibo). De sanering

dient op basis van deze wettelijke regels opgevolgd te worden conform de Beoordelingsrichtlijn

(BRL) 6000 en 7000.

Een belangrijk onderdeel van deze Kwalibo-regeling is de verplichte functiescheiding. Functieschei-

ding moet belangenverstrengeling voorkomen.

De milieukundige begeleiding van bodemsaneringen en nazorg is beschreven in de BRL SIKB 6000.

Voor deze sanering zijn de volgende VKB-protocollen van belang:

VKB-protocol 6001: Milieukundige begeleiding landbodemsanering met conventionele methoden;

VKB-protocol 6002: Milieukundige begeleiding landbodemsanering met in-situ methoden;

NB. De processturing van een in situ sanering kan ook worden uitgevoerd conform BRL SIKB 7000,

VKB-protocol 7002 inclusief procescertificaataanhangsel processturing 6002.

In de BRL6000 wordt voor de milieukundige begeleiding onderscheid gemaakt in:

milieukundige processturing;

milieukundige verificatie.

Page 124: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

60

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

In onderstaande tabel zijn een aantal belangrijke definities uit de BRL SIKB 6000 weergegeven.

Tabel 23 Overzicht belangrijke definities uit de BRL SIKB 6000

Definitie Omschrijving

Milieukundige processturing

bodemsanering

De milieukundige sturing van de bodemsanering ter plaatse onder verantwoordelijkheid van de directie. Hieronder

vallen onder mee het aangeven van de verontreinigingsgrenzen, het aangeven van de bestemming van de vrijko-

mende grond- en afvalstromen, het toezien op de juiste plaatsing en instelling van installaties en het nemen van

monsters ten behoeve van voortgangscontrole en vergunningen.

Milieukundige verificatie bodem-

sanering

Het met monsterneming, analyses en rapportage vastleggen en beschrijven van het eindresultaat van de sanering.

De milieukundige verificatie bodemsanering heeft als doel het bevoegde gezag in staat te stellen te beoordelen of

de saneringsdoelstelling is bereikt zoals die is vastgelegd in de beschikking op het saneringsplan en/of het nazorg-

plan (Wbb), afgegeven door het bevoegde gezag Wbb, ofwel de verklaring van instemming met de melding in het

kader van het Besluit Uniforme Saneringen (BUS), ofwel de aanwijzingen van een ongewoon voorval (art. 13 en 27

Wbb), ofwel een goedkeuringsverklaring op het saneringsplan (Wm, afgegeven door het bevoegde gezag Wm.

Niet-kritieke afwijking Afwijking van de eisen zoals gesteld in de beoordelingsrichtlijn die in potentie geen invloed heeft op de interpretatie

van de onderzoeksgegevens en de sturing en evaluatie van de bodemsanering.

Kritieke afwijking Afwijking van de eisen zoals gesteld in de beoordelingsrichtlijn die in potentie wel invloed heeft op de interpretatie

van de onderzoeksgegevens en de sturing en evaluatie van de bodemsanering.

Kwaliteitsplan Het plan dat door of in opdracht van de opdrachtgever of aannemer door de milieukundige processturing wordt

opgesteld met daarin een nadere uitwerking van het saneringsplan voor onder meer de beschrijving van de nulsitu-

atie, monsternemingsplan en de het optimaliseren van het saneringsproces.

Verificatieplan Plan dat voorafgaand aan de uitvoering van de sanerin , door het bedrijf dat de milieukundige verificatie uitvoert,

wordt opgesteld en waarin de kritische momenten en aspecten van een bodemsanering worden vastgelegd waarop

verificatie plaatsvindt.

Evaluatieverslag De rapportage die na beëindiging van de sanering conform de Wbb onder verantwoordelijkheid van de milieukundi-

ge verificatie en in samenwerking met de milieukundige processturing wordt opgesteld en waarin de wijze waarop

beide onderdelen zijn uitgevoerd wordt beschreven.

Voor details verwijzen we naar de BRL SIKB 6000 en de bijbehorende protocollen.

9.3 Veiligheidskundige aspecten

Voor de saneringswerkzaamheden dient, volgens artikel 5 van het Bouwprocesbesluit Arbeidsom-

standighedenwet, een Veiligheids- en Gezondheidsplan (ontwerp- en uitvoeringsfase) te worden

opgesteld. Dit V&G-plan dient afgestemd te zijn op de relevante publicaties van de Arbeidsinspectie

en op publicatie 132 van het CROW (bron 11).

Met het V&G-plan ontwerpfase wordt voor het ontwerp en de planfase een analyse gemaakt van de

risico's van de uit te voeren werkzaamheden. Eventueel vindt een aanpassing van de geplande

werkzaamheden plaats om de risico's te beperken. Het V&G-plan ontwerpfase is een verplichting

van de opdrachtgever.

Op basis van het V&G-plan ontwerpfase en het uitvoeringsplan van de aannemer wordt een V&G-

plan uitvoeringsfase op gesteld. Het V&G-plan uitvoeringsfase is een verplichting van de aannemer.

De saneringswerkzaamheden vallen gezien de aard en het concentratieniveau in verschillende T&F

klassen (T = potentieel toxische stoffen aanwezig, F = potentieel ontvlambare stoffen). De T en F

klassen worden berekend volgens de CROW 132. Volgens deze methode wordt gerekend met de

Page 125: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

61

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

hoogst aangetoonde concentraties in bodemonderzoeken.

Omdat het om twee verschillende risico-categoriën gaat (blootstelling en brand of explosie) worden

twee hoofdklassen onderscheiden. De T-klasse voor blootstelling en de F-klasse voor brand of ex-

plosie. Tabel 24 geeft hiervan een overzicht. De risicoklasse is richtinggevend voor de te nemen

maatregelen. Per risicoklasse dienen bepaalde maatregelen te worden genomen afhankelijk van de

subklasse.

Tabel 24 Overzicht indeling risicoklassen en subklassen

Schadelijk vermogen Klasse Gevaaraanduiding

Blootstelling 0T Weinig giftig/schadelijk

1T Schadelijk

2T Giftig

3T Zeer giftig

Brand of explosie 0F Gering ontvlambaar

1F Ontvlambaar

2F (zeer) licht ontvlambaar

De veiligheidsklassen worden bepaald per deelsaneringsplan of uitvoeringsplan. De uiteindelijke

veiligheidsklasse dient te worden bepaald door de aannemer. Voor de bijbehorende veiligheidsvoor-

zieningen, metingen en maatregelen wordt verwezen naar publicatie 132 van het CROW (bron 11).

Page 126: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

62

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Page 127: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

63

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

10 Terugvalscenario fase 1

Algemeen

Voor de sanering van de mobiele verontreinigingen is het noodzakelijk om een terugvalscenario te

beschrijven. De keuze voor een terugvalscenario is een heroverweging van de saneringsmethode. In

eerste instantie wordt bij een terugvalscenario uitgegaan van dezelfde saneringsdoelstelling binnen

dezelfde trede van de saneringsladder.

Indien een terugvalscenario uitgevoerd dient te worden is voorafgaand instemming van het bevoegd

gezag noodzakelijk. Tevens zal dan een afweging plaatsvinden van het meest efficiënte terugval-

scenario. Op basis van een uitvoeringsplan van de saneerder vindt overleg tussen de saneerder en

het bevoegd gezag plaats.

Voor de mogelijke in te zetten terugvalscenario‟s kan, afhankelijk van de situatie, onderscheid ge-

maakt worden in:

terugvalscenario voor verontreiniging grond;

terugvalscenario voor verontreiniging grondwater.

In de, nog op te stellen, uitvoeringsplannen voor fase 1 gaan we meer in detail in op de terugvalsce-

nario‟s. Een definitieve keus voor een terugvalscenario kan pas gemaakt worden op het moment dat

duidelijk is waar en waarom inzet van een terugvalscenario noodzakelijk is.

Indien mogelijk en efficiënt wordt gestreefd naar inzet van een scenario dat zorgt voor een eindige

oplossing op korte termijn. Indien het niet mogelijk is om tot een eindige situatie te komen kan het

noodzakelijk zijn om over te gaan tot beheersing en/of monitoring van verontreiniging om verdere

verspreiding te voorkomen.

Onderstaand beschrijven we hoe we in zijn algemeenheid met het terugvalscenario omgaan.

Sanering oliespots

De oliespots worden gesaneerd middels ontgraving. Eventuele aanpassingen op de sanering zijn

vooral noodzakelijk indien de omvang van de verontreiniging (verticaal en/of horizontaal) groter is

dan verwacht op basis van de beschikbare resultaten. Als sprake is van een grotere omvang aan

verontreiniging wordt eerst vastgesteld hoeveel groter de omvang is en wat de eventuele gevolgen

hiervan zijn. Indien de verontreiniging zonder aanvullende maatregelen verder ontgraven kan wor-

den zal het bevoegd gezag worden geïnformeerd.

Indien ingrijpende maatregelen noodzakelijk zijn of indien verder ontgraven niet mogelijk is, wordt in

overleg met het bevoegd gezag bepaald hoe verder wordt gesaneerd. Indien verder ontgraven geen

optie is kan verdere in situ sanering een optie zijn. Mogelijke opties zijn grondwateronttrekking en/of

stimulatie van de biologische afbraak.

Page 128: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

64

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Page 129: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

65

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

11 Nazorg fase 1

De sanering heeft betrekking op zowel immobiele als mobiele verontreinigingen. Bij saneringen waar

verontreinigingen achterblijven dienen, aan de hand van het evaluatierapport van de uitgevoerde

sanering, vastgesteld te worden in hoeverre nazorgverplichtingen en/of gebruiksbeperkingen in acht

moeten worden genomen door de saneerder of de gebruiker van de locatie.

Na afloop van de sanering dient bepaald te worden of een nazorgplan opgesteld dient te worden.

Indien van toepassing dient dit nazorgplan ter instemming ingediend te worden bij de provincie.

Nazorg is per definitie maatwerk en is afhankelijk van de restverontreiniging, de al getroffen sane-

ringsmaatregelen en het gebruik van de locatie.

Eventuele gebruiksbeperkingen kunnen ertoe leiden dat de eigenaar of gebruiker(s) van de locatie

een aan aantal beperkingen in het gebruik van de locatie in acht moeten nemen. De beperkingen

worden bij het kadaster geregistreerd.

Algemeen doel van de sanering is het streven naar een minimale nazorg.

Registratie

Na afloop van de ontgravingen m.b.t. fase 1 wordt de achtergebleven sterke grondverontreiniging

geregistreerd. Voor het achterblijven van een sterke grondwaterverontreiniging met minerale olie

en/of vluchtige aromaten vindt geen kadastrale registratie plaats.

Gebruiksbeperkingen

Ter plaatse van de verontreinigingen zijn na afloop van de sanering – bij het geplande toekomstige

gebruik – geen verspreidingsrisico‟s meer aanwezig.

Voor het achterblijven van sterke verhoogde concentraties zware metalen en/of PAK in de grond

geldt als nazorg dat de aangebrachte isolatielaag (leeflaag van grond of betonvloer c.q. verharding)

in stand dient te worden gehouden. Verder geldt als gebruiksbeperking voor deze stoffen dat niet

gegraven mag worden ter plaatse waar sterk verontreinigde grond is achtergebleven. Indien gegra-

ven wordt ter plaatse van achtergebleven sterk verontreinigde grond dient contact opgenomen te

worden met het bevoegd gezag Wbb. Indien er uitsluitend gegraven wordt in de leeflaag is een mel-

ding voldoende. Indien er gegraven wordt tot in de sterk met zware metalen en/of PAK verontreinig-

de dient een BUS-melding te worden ingediend.

Voor het achterblijven van sterke verhoogde concentraties minerale olie, vluchtige aromaten en VO-

Cl‟s in de grond na afloop van deelsaneringsfase 1 geldt als nazorg dat de aangebrachte isolatielaag

(leeflaag van grond of betonvloer c.q. verharding) in stand dient te worden gehouden. Voor het ach-

terblijven van sterke verhoogde concentraties minerale olie, vluchtige aromaten en VOCl‟s in het

grondwater na afloop van deelsaneringsfase 1 geldt als nazorg dat in eerste instantie de omvang

van de restverontreiniging exact in beeld moet zijn gebracht. Verder gelden de volgende gebruiks-

beperkingen:

er mag niet zonder de formele toestemming van het bevoegd gezag Wbb gegraven worden in de

bodemlaag waar sterk verontreinigde grond en/of grondwater is achtergebleven;

Page 130: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

66

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

er mag zonder toestemming van het bevoegd gezag Wbb geen grondwater worden onttrokken

die een achtergebleven restverontreiniging in het grondwater saneert, vermindert of verplaatst;

indien er uitsluitend gegraven wordt in de leeflaag boven de grondwaterspiegel is een melding bij

het bevoegd gezag Wbb voldoende. Indien er grondwater wordt onttrokken, die mogelijk invloed

heeft op de achtergebleven restverontreiniging in het grondwater dient door middel van een be-

malingsadvies bij het bevoegd gezag Wbb in voldoende mate te worden aangetoond of de rest-

verontreiniging in het grondwater wel/niet verminderen of verplaatsen. Indien gegraven wordt in

de bodemlaag met sterk verontreinigd grondwater of grondwater wordt onttrokken waarbij de

restverontreiniging in het grondwater wordt verminderd dient een deelsaneringsplan te worden

ingediend bij de afdeling vergunningverlening van de provincie Utrecht. Verplaatsing van de ver-

ontreiniging dient ten alle tijden te worden voorkomen. Hiervoor kunnen tegenmaatregelen nood-

zakelijk zijn.

Page 131: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

67

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

12 Externe communicatie, procedures en uit te voeren acties

In dit hoofdstuk gaan we in op de procedures en nog uit te voeren acties voor en tijdens de sanering

van zowel fase 1 als 2.

Omdat de externe communicatie van groot belang is op dit project wordt hier apart aandacht aan

besteed.

De te volgende procedures en de acties dienen er toe te leiden dat de activiteiten in het kader van

dit deelsaneringsplan op een juiste wijze verlopen.

Uitgangspunt hierbij is dat er een beschikking wordt afgegeven op dit deelsaneringsplan. Zodat dit

plan als een raamwerk voor de uit te voeren werkzaamheden kan dienen.

12.1 Externe communicatie

Communicatie naar belanghebbenden: inspraak en maatschappelijke inbedding

Een van de belangrijke aspecten die bij uitstek zijn verbonden aan het ontwikkelen en realiseren van

projecten in stedelijke gebieden is de zorgvuldige afstemming op de reeds bestaande bebouwing.

Dit brengt met zich mee dat voor voldoende maatschappelijk draagvlak bij bewoners en gebruikers

in deze omgeving moet worden gezorgd. De Wasserij CV is eraan gewend dergelijke informatie- en

inspraakbijeenkomsten te organiseren en te (bege-)leiden. Om de communicatie rondom het project

Defensie-eiland Woerden in goede banen te leiden hebben de gemeente en De Wasserij een Werk-

groep Communicatie opgericht. De werkgroep komt frequent bij elkaar om alle communicatieve as-

pecten rondom het project af te stemmen, uiteenlopend van informatie en klankbordavonden tot en

met het schrijven van een bewonersbrief voor de uitvoering.

Informatiebijeenkomsten

De Wasserij CV zal voor het project „het Geheim van Woerden‟ vier maal per jaar de klankbordgroep

door middel van een informatie-bijeenkomst informeren over de voortgang van het project. Op deze

bijeenkomsten zal de stand van zaken worden toegelicht door de verantwoordelijk projectmanager in

samenspraak met de gemeentelijk projectleider.

Ook bewonersavonden en het hieronder genoemde veiligheidscafé zijn contactmomenten tussen

ontwikkelaar en bewoners waarin informatie kan worden uitgewisseld en eventuele opmerkingen of

suggesties van bewoners kunnen worden meegenomen in het ontwikkeltraject.

Er worden meerdere informatieavonden georganiseerd om de omwonenden en direct en adequaat

te informeren. De eerste informatieavond wordt voorafgaande aan het ter inzage leggen van onder-

havig deelsaneringsplan georganiseerd. Voor het ter inzage leggen van de bestemmingsplannen

en/of plannen van aanpak zullen ook gerichte informatieavonden worden georganiseerd.

Veiligheidscafé

Periodiek zal er een zogenaamd veiligheidcafé worden georganiseerd waarbij actuele veiligheidsas-

pecten worden besproken door de locatiemanager. Daarbij draagt dit overleg ook bij aan het begrip

Page 132: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

68

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

voor de bouwhinder en vergroot het de betrokkenheid van de aanwezigen. Het krijgt een informeel

karakter en is voor een ieder toegankelijk. Immers veiligheid is niet alleen een zaak voor de combi-

natie Blauwhoed/VORM, maar ook de rol van de nieuwe bewoners, de gemeente Woerden en bij-

voorbeeld de onderaannemers zijn hierbij zeer groot. Vanuit de bijeenkomsten zullen ook verbeter-

doelstellingen worden geformuleerd en zonodig zo spoedig mogelijk geïmplementeerd. Een ieder

krijgt de mogelijkheid om veiligheidstips of andere zaken op het gebied van veiligheid door te geven.

12.2 Procedures

Periodiek overleg

Voor de continuïteit en kwaliteitsborging wordt periodiek overleg gevoerd met de werkgroep Sane-

ring Defensie-eiland Woerden. De deelnemers aan dit overleg zijn:

Gemeente Woerden;

Provincie Utrecht;

Milieudienst Noord-West Utrecht;

De Wasserij:

Sita Remediation;

MWH.

Na het afgeven van de beschikking op dit plan zal het overleg met de werkgroep minimaal 1 maal

per half jaar worden gehouden. Indien de situatie daarom vraagt kan een overleg vaker worden ge-

houden.

Voortgangsrapportage

Na het afgeven van de beschikking op dit plan rapporteert de saneerder minimaal één maal per 6

maanden aan de gemeente Woerden over de voortgang van de sanering.

Uitvoeringsplannen

Maatregelen voor saneringen die op dit moment nog niet in detail zijn omschreven dienen vooraf te

worden gemeld bij het bevoegd gezag. Dit vindt plaats door het opstellen van uitvoeringsplannen.

Aan het bevoegd gezag zal op basis van het uitvoeringsplan om instemming worden verzocht.

Het bevoegd gezag zal binnen een termijn van acht weken na indienen van het uitvoeringsplan

schriftelijk reageren.

De acties/verontreinigingen waar nog uitvoeringsplannen voor opgesteld dienen te worden zijn:

Fase 1: ontgraving oliespots. Afhankelijk van de tijdsplanning worden deze plannen opgesteld

voor individuele spots of voor meer spots gelijkertijd.

De wijze van eindverificatie van de sanering van fase 1 met betrekking tot de vijf spots met minerale

olie wordt opgenomen in de uitvoeringsplannen voor de desbetreffende spots.

Page 133: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

69

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

In onderstaand kader is de inhoud van de uitvoeringsplannen weergegeven.

Inhoud uitvoeringsplannen

Inleiding

Locatiegegevens

Saneringsvariant, doelstellingen en uitgangspunten/randvoorwaarden

Voorbereidende werkzaamheden

Uitwerking saneringsmaatregelen

Organisatie en veiligheid

Planning

Processturing en verificatie

Terugvalscenario

Nazorg

Deelsaneringsplan pilot fase 2

Voordat fase 2 in uitvoering gaat wordt een pilot uitgevoerd. Deze pilot wordt uitgewerkt in een deel-

saneringsplan. Het deelsaneringsplan dient te voldoen aan de eisen die gesteld zijn in artikel 38 en

39 van de Wbb.

Omdat de pilot geen sanerende maatregel betreft waarbij saneringdoelstellingen worden vastgesteld,

kan voor het deelsaneringsplan de verkorte procedure worden gehanteerd (zonder inzageperiode).

De definitieve beschikking volgt zes weken na ontvangst van de melding.

Bemalingsplan

Tijdens de pilot fase 2 wordt ook een pompproef uitgevoerd. De resultaten van de pompproef worden

gebruikt als input voor het op te stellen bemalingsplan.

Deelsaneringsplan fase 2

De resultaten van de pilot fase 2 worden meegenomen in het deelsaneringsplan voor fase 2. Het

deelsaneringsplan fase 2 is van toepassing op de drie werkgebieden. De sanering voor de drie

werkgebieden wordt in het deelsaneringsplan in detail uitgewerkt. Er worden geen uitvoeringsplan-

nen meer opgesteld per werkgebied. Het deelsaneringsplan dient te voldoen aan de eisen die ge-

steld zijn in artikel 38 en 39 van de Wbb

Bij de beschikking van fase 2 is de lange procedure (15 weken) van toepassing.

Plan eindverificatie fase 2

Binnen 6 maanden voor de beoogde afronding van de sanering van de drie werkgebieden stelt de

saneerder een door het bevoegd gezag goed te keuren eindverificatieplan op.

Tussentijdse rapporten

Na de afronding van hetgeen omschreven is in een uitvoeringsplan zal een tussentijds rapport wor-

den opgesteld dat ter goedkeuring aan het bevoegd gezag wordt verstrekt.

Opstellen evaluatierapporten

Voor fase 1 en 2 worden afzonderlijke evaluatierapporten opgesteld. Deze worden na afronden van

Page 134: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

70

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

de werkzaamheden van de desbetreffende fase opgesteld en ter beoordeling ingediend bij het be-

voegd gezag.

Nazorgplan

Indien na uitvoering van de sanering nog verontreiniging in de bodem achterblijft en in het evaluatie-

rapport is aangegeven dat er beperkingen zijn in het gebruik van de bodem of maatregelen als be-

doeld in de zin van artikel 39c lid, onder f, noodzakelijk zijn, zal de saneerder een nazorgplan opstel-

len en indienen bij de Provincie. Eventuele maatregelen uit het nazorgplan zijn voor rekening en risi-

co van de saneerder.

12.3 Acties

Uit het voorgaande volgen een aantal acties voor producten/rapporten die tijdens de sanering gele-

verd dienen te worden en waar al dan niet instemming, vooraf of achteraf, van het bevoegd gezag

voor benodigd is. Tabel 25 geeft hiervan een overzicht.

Tabel 25 Overzicht voorziene te leveren producten/rapportages in het kader van de sanering van fase 1 en 2

Product Bevoegd

gezag

Instemming

benodigd?

Toelichting

Voortgangsrapportage sanering - Nee Worden halfjaarlijks opgesteld door de saneerder na het beschik-

ken van dit onderhavige deelsaneringsplan. Doel is het informe-

ren over de stand van zaken van de sanering.

Wordt toegezonden aan de deelnemers van het periodiek overleg

(werkgroep Defensie-eiland Woerden).

Deelsaneringsplan voor de pilot van de drie

werkgebieden.

Provincie

Utrecht

Ja Voorafgaand aan de start van de sanering wordt een deelsane-

ringsplan voor de pilot opgesteld.

Op basis van de resultaten van de pilot wordt een deelsanerings-

plan voor fase 2 (drie werkgebieden) opgesteld.

Bemalingsplan - Nee Tijdens de pilot wordt ook een pompproef uitgevoerd. Op basis

van de pompproef kan een betere inschatting worden gemaakt

van de verwachte debieten tijdens de diverse bemalingen.

Na de pilot wordt een bemalingsplan opgesteld voor de diverse

onttrekkingen tijdens de sanering.

Aanvullend onderzoek Gemeente

Woerden

Ja Na sloop van de gebouwen wordt een aanvullend onderzoek

uitgevoerd dat o.a. benodigd is in het kader van het verkrijgen

van de bouwvergunning. De opzet van het aanvullend onderzoek

wordt vooraf overlegd met de gemeente Woerden.

Uitvoeringsplannen fase 1. Deellocaties 1

t/m 5.

Provincie

Utrecht

Ja Naar verwachting worden meerdere plannen opgesteld. E.e.a. is

afhankelijk de definitieve planning van het project.

Plannen dienen voorafgaand aan uitvoering ingediend te worden

bij het bevoegd gezag voor instemming.

Deelsaneringsplan fase 2. Drie werkgebie-

den.

Provincie

Utrecht

Ja Voor de drie werkgebieden is de planning om één deelsanerings-

plan op te stellen.

Het plan dient voorafgaand aan uitvoering ingediend te worden bij

het bevoegd gezag voor instemming.

Planning herontwikkeling en sanering (zie

ook hoofdstuk 13).

- Nee Er is op dit moment nog geen definitieve planning bekend. Deze

planning zal tijdens het project, naar alle waarschijnlijkheid, ook

regelmatig veranderen.

Bij de voortgangsrapportages sanering wordt een actuele plan-

ning bijgevoegd.

Page 135: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

71

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Product Bevoegd

gezag

Instemming

benodigd?

Toelichting

Eindverificatie fase 2 Provincie

Utrecht

Ja Binnen 6 maanden voor de beoogde afronding van de sanering

van de drie werkgebieden stelt de saneerder een door het be-

voegd gezag goed te keuren eindverificatieplan op.

Evaluatierapport fase 1 Provincie

Utrecht

Ja Het evaluatierapport wordt opgesteld nadat alle activiteiten van

fase 1 zijn afgerond. Het bevoegd gezag dient dit evaluatierapport

goed te keuren.

Tussentijds worden de deelnemers van de werkgroep Defensie-

eiland Woerden geïnformeerd via de voortgangsrapportage

sanering.

Evaluatierapport fase 2 Provincie

Utrecht

Ja Het evaluatierapport wordt opgesteld nadat alle activiteiten van

fase 2 zijn afgerond. Het bevoegd gezag dient dit evaluatierapport

goed te keuren.

Tussentijds worden de deelnemers van de werkgroep Defensie-

eiland Woerden geïnformeerd via de voortgangsrapportage

sanering.

Grondstromenplan Provincie

Utrecht

Ja Het grondstromenplan geeft voorafgaand aan de uitvoering weer

wat de verwachte grondstromen op hoofdlijnen gaan worden.

Grondstromenbalans - Nee De grondstromenbalans is een weergave op hoofdlijnen van de

grondstromen binnen het project. De grondstromenbalans is een

dynamisch document gedurende het project. Als de balans meer

bekend is wordt dit ter inzage overhandigd aan het bevoegd

gezag.

Tussentijds worden de deelnemers van de werkgroep Defensie-

eiland Woerden geïnformeerd via de voortgangsrapportage

sanering.

Grondstromenregistratie Provincie

Utrecht

Ja De grondstromenregistratie is een gedetailleerde weergave van

alle grondstromen binnen het project met de noodzakelijke be-

wijsmiddelen. De registratie van de grondstromen is een dyna-

misch document gedurende het project. De registratie van de

grondstromen wordt opgenomen in de evaluatierapporten.

Page 136: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

72

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Page 137: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

73

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

13 Planning

De planning voor het project is op dit moment op hoofdlijnen bekend. Belangrijke aspecten die een

rol spelen bij de planning zijn:

voorbereiding en optimalisatie stedenbouw en planologie. Hier dient eerst overeenstemming over

te zijn tussen opdrachtgever en -nemer voordat de detailplanning definitief gemaakt kan worden;

afstemming sanering en herontwikkeling;

bestuursrechterlijke afspraken die zijn vastgelegd in de beschikking ernst en spoedeisendheid;

privaatrechterlijke afspraken die contractueel zijn vastgelegd tussen de gemeente Woerden en

De Wasserij;

het verkrijgen van subsidies in het kader van de ISV.

In onderstaande tabel is de relatie tussen de privaatrechterlijke verplichtingen, bestuursrechterlijke

verplichtingen en de subsidies weergegeven

Tabel 26 Relatie planning verplichtingen en subsidies

Onderwerp Privaatrechterlijke

termijn

Bestuursrechterlijke

termijn

Subsidie

Afgeven beschikking ernst en spoedeisendheid 4 juni 2008

Gunning werk 17 december 2008

Uiterlijke datum afgeven beschikking op saneringsplan

fase 1

17 december 2010

Uiterlijke datum afgeven beschikking op saneringsplan

pilot fase 1

17 december 2010

Uiterlijke datum afgeven beschikking op saneringsplan

fase 2

16 december 2011

Start sanering voor subsidie ISV-II 31 december 2011

Start sanering voor subsidie ISV-III 1 september 2011

Uiterlijke start sanering werkgebieden (fase 2) 17 december 2011 4 juni 2012

Afronding sanering 17 december 2015 4 juni 2016

In bijlage 10 is de planning voor de sanering (fase 1 en 2) en herontwikkeling op hoofdlijnen weer-

gegeven. De detailplanning met betrekking tot de herontwikkeling en sanering van de locatie kan

nog veranderen. Essentiële veranderingen worden via de voortgangsrapportages (zie tabel 24) aan

de deelnemers van de werkgroep Sanering Defensie-eiland Woerden gecommuniceerd.

Page 138: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

74

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Page 139: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

75

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Bronvermeldingen 1. Regeling Bodemkwaliteit, Staatscourant nr. 247, 20 december 2007 en bijbehorende wijzigin-

gen

2. Circulaire bodemsanering 2009, ministerie van VROM, Staatscourant nr. 67, 7 april 2009

3. Besluit bodemkwaliteit, Staatscourant nr. 469, 3 december 2007

4. Inwerkingtredingsbesluit Staatscourant nr. 571, 10 december 2007

5. Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008, Staatscourant nr. 196, 9 oktober 2008 en Staatscourant

nr. 67, 7 april 2009

6. Convenant milieumaatregelen vml. Defensieterrein „Intendance Woerden‟, gemeente Woer-

den, 11 september 2007

7. Programma van eisen. Defensie-eiland Woerden, Gemeente Woerden, Milieudienst Noord-

west Utrecht.15 oktober 2007

8. Herontwikkeling Defensie Eiland. Ontwikkelingsovereenkomst, Gemeente Woerden, 6 maart

2008

9. Saneringsovereenkomst Defensie-eiland Woerden, Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn, Versie

7 maart 2008

10. Nota uitvoeringsbeleid bodem 2009, Provincie Utrecht, 10 februari 2009

11. CROW-publikatie 132 - Werken in of met verontreinigde grond en verontreinigd (grond)water;

CROW, december 2008

12. Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Defensie-eiland, Woerden,

SOB Research, projectnummer 1211-0601, januari 2007

13. CBRL-K904/02 - Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa Procescertificaat voor tanksaneringen,

Kiwa, 1 november 1999

14. CBRL-K902/03 - Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa Procescertificaat voor tanksanering

HBO/diesel, Kiwa, 15 maart 1999

15. Saneringsovereenkomst Defensie-eiland Woerden, Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn, Versie

29 mei 2010

Page 140: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

76

Opgesteld door MWH B.V. Datum 2 september 2010, Definitief

Page 141: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlagen

Bijlage 1.1: Overzichtskaart

Bijlage 1.2: Kadastrale gegevens

Bijlage 2.1: Situatietekening met ligging gebouwen

Bijlage 3: Verontreinigingssituatie grond met minerale olie, aromaten en VOCL

Bijlage 4.1: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 0-5 m-mv

Bijlage 4.2: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 5-20 m-mv

Bijlage 4.3: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 20-37 m-mv

Bijlage 4.4: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 37-55 m-mv

Bijlage 5: Werkgebieden sanering fase 2

Bijlage 6.1: Bodemgebruikswaarden (BGW) m.b.t. zware metalen en PAK bovengrond

(maaiveld tot 0,5 m-mv)

Bijlage 6.2: Bodemgebruikswaarden (BGW) m.b.t. zware metalen en PAK bovengrond

(0,5- 1,5 m-mv)

Bijlage 7.1: Overzicht te slopen gebouwen

Bijlage 7.2: Fasering opstalontwikkeling

Bijlage 7.3: Herontwikkeling locatie

Bijlage 7.4: Grondgebruik locatie na herontwikkeling

Bijlage 8: Sanering immobiele verontreiniging

Bijlage 9: Locaties ontgravingen

Bijlage 10: Planning sanering fase 1 en 2 en ontwikkeling locatie

Page 142: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 1.1: Overzichtskaart

Page 143: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 144: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 1.2: Kadastrale gegevens

Page 145: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 146: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 2.1: Situatietekening met ligging gebouwen

Page 147: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 148: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 3: Verontreinigingssituatie grond met minerale olie, aroma-

ten en VOCL

Page 149: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 150: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 4.1: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en ben-

zeen: 0-5 m-mv

Page 151: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 152: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 4.2: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en ben-

zeen: 5-20 m-mv

Page 153: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 154: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 4.3: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en ben-

zeen: 20-37 m-mv

Page 155: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 156: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 4.4: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en ben-

zeen: 37-55 m-mv

Page 157: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 158: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 5: Werkgebieden sanering fase 2

Page 159: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 160: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 6.1: Bodemgebruikswaarden (BGW) m.b.t. zware metalen

en PAK bovengrond (maaiveld tot 0,5 m-mv)

Page 161: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 162: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 6.2: Bodemgebruikswaarden (BGW) m.b.t. zware metalen

en PAK bovengrond (0,5- 1,5 m-mv)

Page 163: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 164: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 7.1: Overzicht te slopen gebouwen

Page 165: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 166: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 7.2: Fasering opstalontwikkeling

Page 167: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 168: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 7.3: Herontwikkeling locatie

Page 169: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 170: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 7.4: Grondgebruik locatie na herontwikkeling

Page 171: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 172: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 8: Sanering immobiele verontreiniging

Page 173: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 174: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 9: Locaties ontgravingen

Page 175: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 176: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 10: Planning sanering fase 1 en 2 en ontwikkeling locatie

Page 177: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 178: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 179: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 5:Saneringsplan fase 2 (Sita Remediation BV 2011)

Page 180: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 181: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 182: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlagen

Bijlage 1: Overzichtskaart

Bijlage 1.2: Kadastrale gegevens

Bijlage 2.1: Situatietekening met ligging gebouwen

Bijlage 3: Verontreinigingssituatie grond met minerale olie, aromaten en VOCL

Bijlage 4.1: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 0-5 m-mv

Bijlage 4.2: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 5-20 m-mv

Bijlage 4.3: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 20-37 m-mv

Bijlage 4.4: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 37-55 m-mv

Bijlage 5: Werkgebieden sanering fase 2

Bijlage 6: Overzicht te slopen gebouwen

Bijlage 7.1: Situatietekening pilot werkgebied I

Bijlage 7.2: Situatietekening pilot werkgebied U

Bijlage 8: Locaties ontgravingen fase 2

Bijlage 9: Bemalingsadvies

Bijlage 10: Flowschema waterzuivering

Bijlage 11: Effecten onttrekkingen op aanwezige verontreinigingen

Bijlage 12: Monitoringsfilters verspreiding tijdens in situ sanering

Page 183: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 184: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 1: Overzichtskaart

Page 185: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 186: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 187: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 188: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 1.2: Kadastrale gegevens

Page 189: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 190: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 191: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 192: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 193: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 194: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 2.1: Situatietekening met ligging gebouwen

Page 195: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 196: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 3: Verontreinigingssituatie grond met minerale olie, aromaten en

VOCL

Page 197: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 198: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 4.1: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 0-5

m-mv

Page 199: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 200: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 4.2: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 5-20

m-mv

Page 201: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 202: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 4.3: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 20-37

m-mv

Page 203: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 204: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 4.4: Verontreinigingssituatie grondwater met VOCL en benzeen: 37-55

m-mv

Page 205: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 206: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 5: Werkgebieden sanering fase 2

Page 207: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 208: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 6: Overzicht te slopen gebouwen

Page 209: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 210: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 7.1: Situatietekening pilot werkgebied I

Page 211: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 212: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 7.2: Situatietekening pilot werkgebied U

Page 213: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 214: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 8: Locaties ontgravingen fase 2

Page 215: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 216: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 217: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 9: Bemalingsadvies

Page 218: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 219: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 220: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 221: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 222: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 223: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 224: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 225: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 226: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 227: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 228: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 229: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 230: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 231: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 232: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 233: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 234: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 235: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 236: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 237: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 238: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 239: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 240: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 241: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 242: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 243: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 244: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 245: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 246: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 247: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 10: Flowschema waterzuivering

Page 248: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

procespomp

100 m3/uur

LS

debiet-

meter

mp

efflu

en

t

op

p. w

ate

r

actief koolfiltervrij verval

mp

influent

oliewaterafscheider

zandvang

effluent

mp

luchtfilter

actief kool

atmosfeer

mp

opvoerpompventilator

striptoren

be

ma

ling

U-I

-A/J

SITA Remediation B.V.Postbus 402213504 AA Utrecht (NL)Tel. +31 (0)30 2470911Fax +31 (0)30 2410111www.sitaremediation.com

FormaatA4

Schaal-

Datum10-08-2011

Projectnr.S070042

StatusConcept

GetekendJeV

Deelsaneringsplan Fase 2Defensie-eiland Woerden

Bijlage 10Flowschema grondwaterzuiveringsinstallatieontgraven mobiele componenten werkgebieden

GWZI midden-zuid

mp

Page 249: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 11: Effecten onttrekkingen op aanwezige verontreinigingen

Page 250: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 251: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 252: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 253: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 254: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 255: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 256: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 257: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 258: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 259: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 260: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 261: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 262: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 263: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 264: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 12: Monitoringsfilters verspreiding tijdens in situ sanering

Page 265: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 266: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 6:Quick scan flora en fauna (Bureau Viridis 2007)

Page 267: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 268: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

QUICK SCAN DEFENSIE EILAND TE WOERDEN

In opdracht van: Milieudienst Noord West Utrecht

Page 269: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Quick scan Defensie eiland te Woerden

Februari 2007

M.H. van den Brink

Th. de Jong

In opdracht van: Milieudienst Noord West Utrecht

Mr. A. M. Faasse

Rijnlaan 25, 4105 GS Culemborg Tel: 0345 47654506 / 44642269 Fax: 0345 476572 e-mail: [email protected] www.bureau-viridis.nl BTW-nummer NL 83222315.BO1 KvK-nummer: 11055787 Lid van Netwerk Groene Bureaus

Page 270: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Colofon © Bureau Viridis, Culemborg Tekst en samenstelling: Th. de Jong Foto’s Th. de Jong Voorblad: Gebouwen B en C Inzet: Gebouwen I en M met schoorsteen Projectnummer: 2007-5 Rapportnummer: 2007-5 In opdracht van: Milieudienst Noord West Utrecht Wijze van citeren: Jong, Th. de, 2006. Quick scan Defensie eiland te

Woerden. Bureau Viridis, Culemborg.

Page 271: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

INHOUD

1 INLEIDING 2 2 FLORA- EN FAUNAWET 3

3 DOELSTELLING 4

4 GEBIEDSBESCHRIJVING 5

5 ONDERZOEKSMETHOEK 7

5-1 Archiefonderzoek 7 5-2 Veldonderzoek 7

6 RESULTATEN 9 6-1 Archiefonderzoek 9 6-2 Vleermuizen 9 6-3 Vaatplanten 13 6-4 Amfibieën 13 6-5 Overige groepen 13

7 ANALYSE 15 8 CONCLUSIES, AANBEVELINGEN EN ONTHEFFINGS- AANVRAAG 17 8-1 Conclusies 17 8-2 Aanbevelingen 17 8-3 Ontheffingsaanvraag 18 9 RANDVOORWAARDEN 19 8 LITERATUUR 22

Page 272: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

2

1 INLEIDING

In Woerden wordt op het terrein zuidelijk van kasteel Woerden nieuwbouw van 280 woningen voorbereid. De nieuwbouw vindt plaats op het voormalige defensie terrein, het zogenaamde Defensie eiland. De uitvoering van de werkzaamheden kan gevolgen hebben voor de ter plaatse voorkomende flora en fauna. Hierbij worden mogelijk verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet met betrekking tot beschermde soorten overtreden. Mogelijk moet voor de uitvoering van de werkzaamheden een ontheffing van de Flora- en faunawet worden aangevraagd. Om goed voorbereid te zijn op een eventueel noodzakelijke ontheffingsaanvraag van de Flora- en faunawet in de planningsfase is het noodzakelijk inzicht te verkrijgen in de aanwezigheid van beschermde soorten. De Milieudienst Noord West Utrecht heeft Bureau Viridis verzocht om, door middel van een Quick scan, onderzoek te doen naar het voorkomen van beschermde soorten op het defensie eieland. De Milieudienst heeft Bureau Viridis bovendien verzocht randvoorwaarden op te stellen voor de planvorming rondom de nieuwbouw. In onderhavig rapport worden de resultaten van het onderzoek in het onderzoeksgebied en de opgestelde randvoorwaarden gepresenteerd.

Het veldwerk voor het onderzoek is verricht door Th. de Jong. De rapportage is opgesteld door M.H. van den Brink en Th. de Jong.

Page 273: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

3

2 FLORA- EN FAUNAWET

De Flora en faunawet is alleen (met uitzondering van de zorgplicht) van toepassing op de in de wet aangewezen beschermde soorten. Dit zijn alle van nature in Nederland voorkomende zoogdiersoorten (met uitzondering van bruine rat, zwarte rat en huismuis), alle soorten amfibieën en reptielen, bepaalde soorten vissen en alle van nature op het Europese grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie voorkomende vogelsoorten. De Flora- en faunawet bevat een aantal verbodsbepalingen om er voor te zorgen dat de in het wild levende soorten zoveel mogelijk ‘met rust gelaten’ worden.

Op 21 februari 2005 is een Algemene Maatregel van Bestuur betreffende artikel 75 van de FF-wet van kracht geworden. Hierbij wordt onderscheid tussen de soorten aangebracht, waarbij de volgende groepen worden onderscheiden: 1 ‘Algemene soorten’

Voor deze soorten geldt dat voor ruimtelijke ingrepen een vrijstelling wordt verleend. Er behoeft geen ontheffing van Art. 75 van de FF-wet te worden aangevraagd. Wel is op de ingrepen de zorgplicht van toepassing. De zorgplichtbepaling houdt in dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor de in het wild levende planten en dieren, evenals voor hun directe leefomgeving.

2 ‘Overige soorten’ Voor deze soorten geldt dat bij ruimtelijke activiteiten geen ontheffing Art. 75 van de FF-wet behoeft te worden aangevraagd, mits de activiteiten worden uitgevoerd volgens een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Zolang een dergelijke gedragscode nog niet is geformuleerd zijn ruimtelijke activiteiten met betrekking tot deze soorten wel ontheffingsplichtig.

3 ‘Bijzondere soorten’. Dit zijn soorten die vermeld staan in bijlagen van de Habitatrichtlijn, alle vogelsoorten en enkele op de Rode Lijsten vermelde soorten. Voor deze soorten geldt dat voor ruimtelijke ingrepen een ontheffing aangevraagd moet worden van Art. 75 van de FF-wet. Deze ontheffing zal getoetst worden aan drie criteria: - Is er sprake van een in bij de wet genoemd belang - Is er een alternatief, zo ja, dan geldt dat het alternatief

uitgevoerd dient te worden. Zo nee, dan wordt de ingreep aan de wet getoetst.

- De geplande ingreep doet geen afbreuk aan de duurzame staat van instandhouding van de soort

Page 274: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

4

3 DOELSTELLING

De uitvoering van de inrichtingswerkzaamheden kan gevolgen hebben voor de ter plaatse voorkomende flora en fauna. Mogelijk worden daarbij verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden. Om goed voorbereid te zijn op een eventueel noodzakelijke ontheffingsaanvraag van de Flora- en faunawet dienen de volgende vragen beantwoord te worden:

• Komen in het onderzoeksgebied plant- en diersoorten voor die vallen onder het beschermingsregime van de Flora- en faunawet (soorten uit de lijsten 2 en 3)?

• Waar bevinden zich die soorten en welke aantallen per soort betreft het?

• Wat zijn de effecten van de geplande werkzaamheden op de aanwezige beschermde soorten?

• Is een ontheffing op de Flora- en faunawet noodzakelijk, voor welke soorten en voor welke verbodsbepalingen?

• Op welke wijze kunnen effecten worden geminimaliseerd (wijze en/of periode van uitvoering)?

• Wat zijn randvoorwaarden waarbinnen de nieuwbouw-plannen kunnen worden opgesteld?

Page 275: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

5

4 GEBIEDSBESCHRIJVING

Het Defensie eiland is gelegen in kilometerhok 120 – 455, in de bebouwde kom van Woerden. Figuur 1 geeft een overzicht van de ligging van het defensie eiland in Woerden.

Figuur 1: Overzicht van het onderzoeksgebied grens onderzoeksgebied

In 1873 werden er ten gevolge van de reorganisaties bij het Ministerie van Oorlog drie Centrale Magazijnen opgericht. Daarvan werd er één in het kasteel van Woerden gevestigd. Dit ‘Centraal Magazijn van Kleding en Uitrusting’ breidde zich uit naar het Defensie-eiland achter het Kasteel. In 1921 kocht het Ministerie van Oorlog dit eiland van de gemeente Woerden. In 1980 vertrok het ‘Magazijn’ uit het Kasteel en werden alle werkzaamheden naar het Defensie-eiland verplaatst. Het werd hoofdzakelijk gebruikt voor het wassen, drogen, spoelen, repareren en opslaan van militaire goederen van textiel (uniformen, tenten etc.) door de afdeling Intendance van de Koninklijke Landmacht. In de loop der jaren werd het aantal gebouwen op het Defensie eiland uitgebreid. Eerst werden de gebouwen uit hout opgetrokken, maar later werden stenen gebouwen neergezet. Elk gebouw kreeg een letter. Deze letters zijn ook nu nog op de gebouwen aanwezig. De belettering van de gebouwen wordt ook in dit rapport gebruikt. Sinds eind jaren 90 zijn de gebouwen niet meer in bedrijf.

Page 276: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

6

Tegenwoordig is het Defensie eiland in drie delen opgedeeld. Op het noordelijk deel staan de gebouwen Q, R, S, T en Y. Al deze gebouwen staan leeg. Met uitzondering van het uiterste noordelijke deel is tussen de gebouwen is vrijwel overal bestrating aangelegd. Op het uiterste noordelijke deel staan veel grote bomen, waaronder enkele grote hulstbomen. De bodem groeit veel klimop met plaatselijk veel fluitkruid. De klimop groeit ook tegen de bomen op. Het middendeel van het Defensie eiland bestaat uit een openbaar parkeerterrein. Bovendien bevindt zich hier in een houten gebouwtje een informatiecentrum over het Defensie eiland (gebouw O). Op het zuidelijke deel staan de gebouwen A, B, C, D, E, F, I, J, K, L, M, N EN Z. Tussen de gebouwen I en M staat de 40 meter hoge schoorsteen. Deze is een gemeentelijk monument. Overal tussen de gebouwen ligt bestrating. Op sommige plaatsen heeft zich hier al een ijle vegetatie gevormd. Tussen gebouw F en Z groeien zelfs bramen en jonge bomen tussen de klinkers en heeft zich op de bestrating al een humuslaag van circa drie cm gevestigd. Langs de randen van het Defensie eiland, met name aan de westkant van het noordelijke en het zuidelijke deel is een beplanting van laanbomen aanwezig. Hieronder groeit op veel plaatsen een weelderige braam en klimopbegroeiing. Afbeelding 2 geeft een overzicht van het Defensie eiland. Figuur 2: Overzicht van de bebouwing op het Defensie eiland. Voor de belettering van de gebouwen zie tekst.

Page 277: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

7

5 ONDERZOEKSMETHODE 5-1 Archiefonderzoek

Hiertoe is allereerst het Natuurloket (Natuurloket.nl) geraadpleegd betreffende de kilometerhokken waarbinnen het onderzoeksgebied gelegen is. Het onderzoeksgebied ligt geheel binnen het kilometerhok 120 – 455. Ook het archief van Bureau Viridis is geraadpleegd. Tenslotte is gebruik gemaakt van de website “waarnemingen.nl”.

5-2 Veldonderzoek

De winterperiode is een ongeschikt seizoen voor het uitvoeren van onderzoek naar beschermde soorten. Veel soorten, onder andere dagvlinders, libellen, sprinkhanen zijn fysiek niet als imago aanwezig. Planten zijn veelal bovengronds afgestorven of overwinteren als zaad. Vleermuizen hangen inactief op de overwinteringsplaatsen. Andere kleine zoogdieren zijn door de winterse omstandigheden in aantal gedecimeerd zodat vangstresultaten geen goed beeld geven van de aanwezige soorten en aantallen. Om deze reden is er een quick scan van het gebied uitgevoerd. Hierbij is op basis van geografische ligging, terreingesteldheid en expert judgement beoordeeld of er in het onderzoeksgebied beschermde soorten kunnen voorkomen. De Quick scan van het onderzoeksgebied is verricht op 19 en 20 februari 2007. Tijdens het onderzoek zijn alle gebouwen visueel onderzocht op hun waarde als verblijfplaats voor vleermuizen. Ook zijn de gebouwen onderzocht op aanwezige muurvegetatie. Op basis van terreingesteldheid, de aanwezigheid van voor beschermde soorten geschikte biotopen en expert judgement is een beoordeeld gemaakt in hoeverre de terreinen en wateren geschikt zijn als verblijfplaats voor beschermde plant- en diersoorten uit de lijsten 2 en 3 van de Flora- en faunawet. Hieronder wordt de werkwijze tijdens het onderzoek beschreven.

Vleermuizen

Tijdens het bezoek zijn de gebouwen aan alle kanten gecontroleerd op de aanwezigheid van voor vleermuizen geschikte openingen. Deze bevinden zich vaak op de overgang van dak naar muur. Ook open stootvoegen worden vaak als invliegopeningen gebruikt. Scheuren in de muren spleten onder kozijnen en zink of loodafdichtingen kunnen eveneens als invliegopening gebruikt worden.

Page 278: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

8

Al deze plaatsen zijn aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen, waarbij zonodig gebruik is gemaakt van een zaklantaarn en een verrekijker. Op het terrein zijn (waren) enkele ondergrondse opslagtanks aanwezig die in het verleden voor de opslag van chloorhoudende oplosmiddelen zijn gebruikt. Gezien dit gebruik zijn het geen goede overwinteringsplaats voor vleermuizen. Tijdens het onderzoek zijn deze ondergrondse opslagtanks overigens niet aangetroffen.

Andere groepen

Amfibieën overwinteren gewoonlijk op vorstvrije plaatsen. Echter, als gevolg van de heersende hoge dag en nachttemperaturen zijn veel amfibieën nu alweer actief. Actief in en langs het water (kikkers en salamanders) en trekkend naar de voort-plantingsplaatsen. Overdag verschuilen de dieren zich onder hout, schors, stenen of ander materiaal. Tijdens het onderzoek zijn mogelijke verblijfplaatsen van amfibieën onderzocht op de aanwezigheid van amfibieën. Tijdens het bezoek zijn alle muren van de gebouwen onderzocht op het voorkomen van muurvegetaties. Ook de natuurlijk aan doende delen, zoals het uiterste noordelijke deel en het gebied rond gebouw Z zijn onderzocht op de aanwezigheid van beschermde plantensoorten. Hierbij is tevens een inschatting gemaakt van de kans dat, gezien de terreingesteldheid, beschermde plantensoorten voorkomen.

Page 279: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

9

6 RESULTATEN

Hieronder worden de resultaten van het onderzoek weergegeven. Er zal een uitspraak worden gedaan over de mogelijke geschiktheid van het gebied voor beschermde soorten uit de lijsten 2 en 3 van de Flora en faunawet

6-1 Archiefonderzoek

Het onderzoeksgebied valt geheel binnen het kilometerhok 120-455 Volgens het Natuurloket zijn in dit kilometerhok de vaatplanten matig onderzocht. Er zijn geen soorten uit de lijsten 2 en 3 van de Flora- en faunawet aangetroffen. De zoogdieren zijn in het kilometerhok slecht onderzocht. Hierbij zijn drie soorten aangetroffen die vermeld staan op lijst 2 en 3 van de Flora- en faunawet. De amfibieën zijn niet onderzocht, bijgevolg zijn er ook geen amfibieën aangetroffen. Het onderzoeksgebied maakt circa 10% uit van het kilometerhok 120-455. Gezien deze geringe oppervlakte is de kans dat de in het gehele kilometerhok aangetroffen beschermde soorten zich daadwerkelijk onderzoeksgebied bevinden zeer gering.

6-2 Vleermuizen

Hieronder wordt elk gebouw afzonderlijk beschreven voor wat betreft de waarde van het gebouw voor vleermuizen. Eerst worden de gebouwen van het zuidelijk deel beschreven, daarna de gebouwen van het noordelijk deel. Zuidelijk deel Gebouw A Dit betreft een vrij nieuw, bewoond gebouw. Er zijn geen open voegen of scheuren in de muren aanwezig. Muren en dak sluiten zonder openingen op elkaar aan. Voor vleermuizen een gebouw met weinig mogelijkheden. Gebouw B. Een groot, hoog gebouw dat gedeeltelijk bewoond is. Hier was in het verleden de tenten- en kleermakerij gevestigd. Het gebouw is onbewoond. Het gebouw heeft een plat dak.Er zijn geen open voegen of scheuren in de muren aanwezig. De overstekende dakrand sluit vrijwel overal naadloos op de muur aan.

Page 280: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

10

Het aantal openingen bij de kozijnen is zeer gering. Voor vleermuizen een gebouw met weinig mogelijkheden. Gebouw C Dit gebouw is gedeeltelijk bewoond. Het heeft een plat dak. In de muren zijn geen open voegen aanwezig, er zijn wel veel scheuren in de muren. Voor de aansluiting van tussen dak en muur is zink gebruikt. Op zeer veel plaatsen zijn hier openingen en spleten aanwezig. Ook onder enkele kozijnen zijn goede invliegopeningen voor vleermuizen. Dit gebouw is zeer geschikt als verblijfplaats voor vleermuizen. Figuur 3: Gebouw C. Met pijlen zijn geschikte invliegopeningen aangegeven. Gebouw D Dit is een onbewoond gebouw met deels een puntdak endeels een plat dak. In de muren zijn geen open voegen aanwezig. Plaatselijk zijn er wel een aantal scheuren. De muren sluiten vrijwel naadloos op de dakrand aan. Dit gebouw is matig geschikt als verblijfplaats voor vleermuizen. Gebouw E Gebouw E is een groot houten, deels bewoond gebouw. Het is in 1917 gebouwd, het is het oudste gebouw van het Defensie eiland. In de houten wanden zijn geen spleten of gaten. De wanden sluiten naadloos aan op de dakrand. In dit gebouw zijn weinig of geen mogelijkheden voor vleermuizen.

Page 281: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

11

Gebouw F Een klein onbewoond gebouw met een plat dak. Er zijn geen open voegen of scheuren in de muren aanwezig. De dakaansluiting op de muren is naadlaaos. In dit gebouw zijn weinig of geen mogelijkheden voor vleermuizen. Gebouw I Gebouw I is een groot, deels bewoond gebouw met een plat dak. In de muren zijn geen open voegen aanwezig. Slechts hier en daar is een enkele kleine scheur. De muren sluiten vrijwel overal naadloos op de overstaande dakrand aan. Het gebouw ziet er nog ‘goed’ uit. In dit gebouw zijn weinig of geen mogelijkheden voor vleermuizen. Gebouw J Gebouw J is, samen met de schoorsteen, het enige gebouw dat bij de sloop gespaard wordt. Het betreft een gebouw met een laag puntdak. In de muren zijn geen open voegen aanwezig. Slechts hier en daar is een enkele kleine scheur. De muren sluiten vrijwel overal naadloos op de overstaande dakrand aan. In dit gebouw zijn weinig of geen mogelijkheden voor vleermuizen. Gebouw K Gebouw K is de ketel en verwarmingsruimte. Eén ketel is nog actief. Het gebouw heeft een platdak. De gevel aan de noordzijde bestaat vrijwel geheel uit glas. De overige gevels zijn gemetseld. In dit metselwerk bevinden zich geen open voegen of scheuren. De aansluiting tussen het dak en de muren is naadloos. In dit gebouw zijn weinig of geen mogelijkheden voor vleermuizen. Gebouw M Een klein laag gebouw met een plat dak. Er is een hoog silo-achtig gebouw aan vast gebouwd. In de muren zijn geen open voegen of scheuren aanwezig. De aansluiting tussen dak en muur is naadloos. Onder enkele kozijnen lijken scheuren aanwezig te zijn. Het silo-achtig gebouw heeft bovenin een grote opening. Het is moeilijk vast te stellen hoe het gebouw er verder inwendig uitziet. Mogelijk zijn in dit gebouw goede overwinteringsplaatsen of zomerverblijfplaatsen voor vleermuizen aanwezig. Dit gebouw is mogelijk belangrijk als vleermuisverblijfplaats. Gebouw O Dit houten gebouw is in gebruik als informatiecentrum voor het Defensie-eiland. Het is recent gerenoveerd waarbij het geheel is geschilderd. Er zijn geen scheuren in de wanden aanwezig. De aansluiting tussen dak en wanden is naadloos. Dit gebouw is ongeschikt voor vleermuizen.

Page 282: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

12

Gebouw Z De betreft een klein, onbewoond gebouw opgetrokken uit steen met een golfplaten dakbedekking. In de muren zijn geen open voegen en geen scheuren. Dit gebouw is ongeschikt voor vleermuizen. Noordelijk deel Gebouw Q Gebouw Q is een groot gebouw met een halfrond dak. In de muren zijn geen open voegen of scheuren aanwezig. De aansluiting tussen het overstekende dak en de muren is, met uitzondering van de noordzijde van het gebouw vrijwel naaldloos. De aansluiting aan de noordzijde vertoont veel spleten. Dit gebouw is matig geschikt voor vleermuizen. Gebouw R Eveneens een groot, leegstaand gebouw met een halfrond dak. De aansluiting tussen de muren en het overstekende dak is vrijwel overal zonder spleten. Aan de zuidkant is de muur gedeeltelijk afgewerkt met trespa. Hier vertoont de aansluiting met het dak vele spleten. In de muren zijn geen scheuren of open voegen aanwezig. Dit gebouw is matig geschikt als verblijfplaats voor vleermuizen. Gebouw S Gebouw S is een laag, met gebouw T verbonden, klein gebouw. Nog in de muren, noch in de aansluiting met het dak zijn spleten of scheuren. In dit gebouw zijn weinig of geen mogelijkheden voor vleermuizen. Gebouw T Dit betreft een groot, leegstaand gebouw met een laag puntdak. De houten dakgoten zijn op meerdere plaatsen geheel verrot. Het metselwerk vertoont veel scheuren en spleten. Er zijn geen open voegen. De aansluiting van de muren met de overstekende dakrand vertoont spleten spleten. Dit gebouw is mogelijk belangrijk als vleermuisverblijfplaats. Gebouw Y Dit betreft een plaatijzeren gebouw. De mogelijkheden voor vleermuizen zijn hierdoor zeer gering. Dit gebouw is waarschijnlijk ongeschikt voor vleermuizen.

Page 283: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

13

Parkeerterrein Het parkeerterrein is gesitueerd tussen het noordelijke en het zuidelijke deel. Gebouw V Gebouw V is een klein stenen gebouwtje met een plat dak. In de muren zijn geen open voegen of scheuren aanwezig. Dak en muren sluiten naadloos op elkaar aan. Dit gebouw is waarschijnlijk ongeschikt voor vleermuizen.

6-3 Vaatplanten Vrijwel alle muren zijn uitgebreid op de aanwezigheid van muurvegetaties onderzocht. Er zijn op de gebouwen op het Defensie eiland geen muurplanten aangetroffen. Nabij Gebouw Z is op de bestrating een dunnen laag humus aanwezig. De directe omgeving van het gebouw doet vrij natuurlijk aan. Op de laag huus op de bestrating werden een aantal planten geel nagelkruid (Geum urbanum). Geel nagelkruid is kenmerkend voor loofbossen als het eiken-haagbeukenbos en het essen-iepenbos. Daar komt het voor in de soortenrijke ondergroei. Aan de oostzijde van gebouw Q groeit op enkele plaatsen het Duits viltkruid (Filago vulgaris). Het Duits viltkruid staat in de Lijst van verdwenen, ernstig bedreigde, bedreigde, kwetsbare en gevoelige planten, de zogenaamde Rode Lijst, vermeld als ‘ernstig bedreigd’. Voor het Ministerie van LNV zijn de rode lijsten mede richtinggevend voor het te voeren natuurbeleid. Het Ministerie streeft ernaar dat een volgende rode lijst, die per soortgroep elke tien jaar verschijnt, kleiner zal zijn dan de huidige lijst. Hiertoe stimuleert het Ministerie dat bij bescherming en beheer van gebieden rekening wordt gehouden met de rode lijst-soorten, en dat zo nodig en zo mogelijk aanvullende soortgerichte maatregelen zullen worden genomen. Van de verschillende overheden en terreinbeherende organisaties mag worden verwacht dat zij bij beleid en beheer rekening houden met de rode lijsten.

6-4 Amfibieën Er zijn op het Defensie eiland geen amfibieën aangetroffen. Gezien de geografische ligging en het ontbreken van geschikte landbiotopen en voortplantingswateren is het onwaarschijnlijk dat er op het Defensie eiland amfibieën voorkomen.

6-5 Overige groepen

Er zijn geen beschermde soorten uit de lijsten 2 en 3 van de Flora- en faunawet aangetroffen.

Page 284: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

14

Gezien de geografische ligging en het ontbreken van geschikte leefgebieden is het onwaarschijnlijk dat er op het Defensie eiland beschermde soorten uit de lijsten 2 en 3 voorkomen. Op het Defensie eiland broeden een aantal vogelsoorten. Zekere broedvogels zijn onder ander houtduif, merel, zanglijster, heggenmus, spreeuw en huismus.

Page 285: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

15

7 ANALYSE EN AANBEVELINGEN Hieronder wordt kort het belang van het onderzoeksgebied voor de soortengroepen geschetst. Eerst wordt, ter verduidelijking, kort ingegaan op de levenscyclus van vleermuizen. Vleermuizen overwinteren van oktober tot maart. Afhankelijk van de buitentemperatuur keren ze in maart en april terug naar de zomergebieden. Hier worden in eind mei en begin juni de kolonies gevormd. Deze kolonies blijven bestaan tot circa augustus. De kolonies wisselen regelmatig van verblijfplaats. Na augustus vallen de kolonie uiteen en maken de dieren zich op voor de paarperiode. Deze loopt tot circa half oktober. Hierna worden de winterverblijven weer opgezocht. In de periode voor de kolonievorming leven dieren solitair. Overdag verschuilen ze zich in kleine spleten en holen, zowel in gebouwen als in bomen. De kolonies kunnen uit vele tientallen dieren bestaan. Als verblijfplaats worden warme onderkomens gezicht. Afhankelijk van de soort vinden we de verblijven in bomen of in gebouwen. Nadat de kolonies uiteen zijn gevallen leven de dieren weer solitair. In de paartijd worden weer andere verblijfplaatsen gebruikt dan voor de kolonietijd.

7-1 Vleermuizen

• Functie verblijfplaatsen Gezien de structuur en terreingesteldheid lijkt de kans dat er op het Defensie-eiland verblijfplaatsen van vleermuizen voorkomen vrij groot. Op basis van de uitgevoerde quick scan lijken er in de gebouwen C, M en T goede mogelijkheden te bestaan voor verblijfplaatsen van grotere groepen vleermuizen. De gebouwen D, Q en R zijn als mogelijke verblijfplaats van matige kwaliteit. In de overige gebouwen lijken de mogelijkheden voor verblijfplaatsen gering. Wel kunnen in alle gebouwen solitaire vleermuizen verblijven.

• Functie jachtgebied. De open ruimtes tussen gebouwen op het Defensie eiland vormen met het aangrenzende waterpartijen en de boomgroepen een aantrekkelijke jachtbiotoop voor vleermuizen als de gewone dwergvleermuis, de laatvlieger en mogelijk de watervleermuis.

• Functie vliegroute. Gezien de ligging van de gebouwen, de aanwezige bomenrijen en de singel is het aannemelijk te veronderstellen dat delen van het Defensie eiland door vleermuizen gebruikt worden als vliegroute van en naar de jachtgebieden.

Page 286: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

16

7-2 Vaatplanten

Op het Defensie eiland zijn geen beschermde plantensoorten of belangwekkende vegetaties aangetroffen. Wel is een ernstig bedreigde soort van de Rode Lijst aangetroffen: Duits viltkruid.

• Duits viltkruid komt voor bij gebouw Q. Duits viltkruid is een soort van de die de laatste jaren veelvuldig op allerlei plaatsen wordt aangetroffen. Zo is de soort bekend uit bermen van snelwegen, van opspuitterreinen, zand-afgravingen, industrieterreinen e.d. Het zijn allemaal terreinen waar menselijk activiteiten op een zandige tot stenige bodem zijn verricht. De vindplaats op het Defensie eiland past in deze reeks.

7-3 Overige groepen

• Er zijn uit de overige groepen geen beschermde soorten uit de lijsten 2 en 3 van de Flora- en faunawet aangetroffen.

• Op het Defensie eiland komen een aantal vogelsoorten zoals huismus, spreeuw, merel en zanglijster tot broeden.

• Zoogdieren uit de lijsten 2 en 3 van de Flora- en faunawet, anders dan vleermuizen zijn gezien de geografische ligging en het ontbreken van geschikte biotopen niet te verwachten.

Page 287: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

17

8 CONCLUSIES, AANBEVELINGEN EN ONTHEFFINGSAANVRAAG

Hieronder worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Daarna worden aanbevelingen beschreven welke moeten leiden tot een ontvankelijke ontheffingsaanvraag van art. 75 van de Flora en faunawet.

8-1 Conclusies • Het Defensie eiland is mogelijk van belang als verblijfplaats

van grotere groepen vleermuizen. Het is mogelijk ook van belang als jachtgebied en vliegroute voor vleermuizen.

• Op het Defensie eiland komt een ernstig bedreigd plantensoort van de Rode Lijst voor.

• Op het Defensie eiland broeden een aantal vogelsoorten. • Voor de sloop van gebouwen op het Defensie eiland is een

ontheffing van art. 75 van de Flora- en faunawet noodzakelijk.

8-2 Aanbevelingen

• De gebouwen C, M, T, D, Q en R mogen niet gesloopt worden voordat een gerichte inventarisatie naar het voorkomen van vleermuizen is verricht.

• De andere gebouwen kunnen gesloopt worden. De voor vleermuizen meest geschikte periode voor de sloop is de periode half maart – half april en oktober - november.

• In verband met het voorkomen van broedvogels dienen de slopwerkzaamheden buiten het broedseizoen (half maart tot eind juni) plaats te vinden.

• Het verdient aanbeveling de gebouwen te strippen in plaats van met grof geweld te slopen. Hierdoor krijgen mogelijk toch nog aanwezige vleermuizen de kans te ontsnappen.

• Om het belang van het Defensie eiland, met name dat van de gebouwen C, M, T, D, Q en R, voor vleermuizen helder te krijgen wordt aanbevolen in de zomen van 2007 een gerichte inventarisatie uit te voeren. Deze zal moeten bestaan uit twee avond/nachtbezoeken en twee nacht/ochtend bezoeken in de maanden juni en juli. Hierna zal in augustus of september nog een avond/nachtbezoek aan het eiland moeten worden gebracht in verband met het opsporen van baltsplaatsen.

• Afhankelijk van de inventarisatie wordt bepaald in welke periode de gebouwen C, M, T, D en R gesloopt kunnen worden.

• Bij nieuwbouw kunnen speciale vleermuisvoorzieningen getroffen worden. Het aanbrengen van vleermuiskasten is

Page 288: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

18

• daar één van. In hoofdstuk 8 Randvoorwaarden wordt hier dieper op in gegaan.

• Zo mogelijk wordt de groeiplaats van Duit viltkruid ontzien bij de sloop en herbouw werkzaamheden.

8-3 Ontheffingsaanvraag Gezien het voorkomen van verblijfplaatsen van grotere groepen vleermuizen in enkele gebouwen op het Defensie eiland dient voor het slopen van de gebouwen een ontheffingsaanvraag van artikel 75, vierde lid, onderdeel C van de Flora- en faunawet ingediend te worden voor de onderstaande verbodsbepalingen.

• Het Vernietigen van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren

• Het beschadigen van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren

• Het doden van dieren • Het verontrusten van dieren

Page 289: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

19

9 RANDVOORWAARDEN Op het Defensie eiland worden in de toekomst 280 huizen gebouwd. Hiervoor dienen vrijwel alle op het eiland aanwezige gebouwen te worden gesloopt. Door bij de nieuwbouw randvoorwaarden te stellen aan zaken als wateropvang en waterafvoer, natuurlijke uitstraling, ecologische kwaliteit en inrichting wordt bewerkstelligd dat de nieuwbouw op het Defensie eiland natuurneutraal wordt opgeleverd. De volgende randvoorwaarden kunnen in de planvormingfase worden gesteld.

Nieuwbouw De huidige bebouwing op het Defensie eiland doet waarschijnlijk dienst als vliegroute voor vleermuizen. De huidige bebouwing is in de lengte van het eiland gesitueerd. • De nieuwbouw zal in de lengte van het eiland moeten worden

aangelegd. Dwarsverbindingen mogen alleen in het central deel van het eiland worden gebouwd.

• De daken van de huizen worden gedekt als ‘groene daken’. Dit zijn platte of hellende daken met een begroeiing. Deze kan bestaan uit grassen, maar ook uit vetplanten. De basis-opbouw van een ‘goen dak’ is als volgt:

1. Waterdichte en wortelbestendige dakbedekking 2. Drainagelaag 3. Substraatlaag 4. Vegetatielaag

De substraatlaag bij grasdaken dient dikker te zijn dan bij met kruiden begroeide daken. Evenzo is de substraatlaag bij hellende daken dikker dan bij platte daken. Door deze dakbedekking zal het hemelwater geleidelijk afgevoerd woerden. De daken werken als een soort van spons.

Wateropvang en waterafvoer Het streven is het hemelwater op het Defensie eiland zelf te ‘verwerken’. Dit kan via infiltratie in de grond of afvoer naar het oppervlakte water. Door de toegepaste ‘groene daken’ wordt, met uitzondering van calamiteiten, bewerkstelligd dat het hemelwater geleidelijk afgevoerd kan worden. • Aan de oostkant van het eiland, parallel aan de oever, wordt,

op twee meter van de singeloever, een vier meter brede sloot/vijver aangelegd. Deze sloot heeft aan de westzijde een glooiende oever, aan de oostzijde wordt een verticale

Page 290: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

20

beschoeiing aangelegd. De strook grond tussen singeloever en het nieuw te graven water wordt als wandelpad ingericht.

• Het hemelwater wordt via een buizenstelsel op de sloot/vijver afgevoerd.

• Aan de noord- en zuideinde van de sloot/vijver worden klepstuwen aangelegd. Hierdoor wordt bereikt dat bij hoge hemelwaterafvoeren overtollig water op de singel kan worden afgevoerd, terwijl singelwater buiten gehouden wordt.

Vleermuizen In de huidige bebouwing van het Defensie eiland zijn wellicht verblijfplaatsen van grotere groepen vleermuizen aanwezig. Bij het slopen van de gebouwen gaan deze verloren. Tijdens de nieuwbouw kunnen deze verblijfplaatsen door aanbrengen van vleermuisvoor-zieningen gecompenseerd worden. Deze vleermuisvoorzieningen kunnen bestaan uit: • plaatsen van vleermuiskasten op zuidwest gevels • het in de spouwmuur aanbrengen van speciale vleermuis-

constructies. Hiervoor moet de spouw voor een groot deel toegankelijk gemaakt worden voor vleermuizen. Daarbij moet er in de spouw een grote, maar vrij smalle ruimte zijn. Deze ruimte dien 2 tot 3 cm breed te zijn voor dwergvleermuizen en 4 – 6 breed te zijn voor laatvliegers.

• De binnenafwerking van de spouw dient ruw te zijn. • Glaswol zonder afdekking mag hierbij niet als isolatiemateriaal

gebruikt worden. • De toegang voor de vleermuizen kan gerealiseerd worden door

het op dezelfde hoogte ( 2,5 tot 8 meter) enkele stootvoegen open te houden. De breedte van de open voeg dient 1,7 - 2,7 cm te zijn. De open voegen dienen tenminste 15 cm onder de dakrand te zitten.

• Het toegankelijk maken van de spouw in blinde gevels of bijna blinde gevels op het zuidwesten heeft de voorkeur. Deze warmen gedurende de dag sterk op en worden ook nog in de avonduren, vlak voordat de vleermuizen uitvliegen, nog door de zon opgewarmd.

• Kolonies verplaatsen zich regelmatig. Om deze reden dienen er meerdere gevels voor vleermuizen toegankelijk gemaakt te worden, bij voorkeur op het zuidwesten, maar ook enkele op het noorden en oosten.

• Het aanbrengen van boeiborden op 1,5 – 1,7 cm van de muur. De opening achter het boeibord dient toegankelijk te zijn. Hiertoe worden de delen van de onderste afdek lat niet aangebracht.

• Tot 30 cm onder de invliegopeningen dient de muur ruw te zijn (of gemaakt te worden).

Page 291: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

21

• Gevelverlichting of terreinverlichting mag de muren met open voegen niet beschijnen.

Broedvogels In binnensteden van ouder plaatsen zoals Woerden komen vaak bijzondere broedvogels voor. Eén daarvan is de gierzwaluw, een van nature in berggebieden thuishorende vogel. Het aantal gierzwaluwen in Nederland neemt gestaag af door sloop en renovatie van oude gebouwen. • Onder de dakrand worden speciale vleermuiskasten bevestigd.

Deze kasten zijn circa 18 x 6 x 22 cm groot. Ze blijven zichtbaar.

• In het metselwerk worden speciale gierzwaluwkasten geïntegreerd. Deze kasten zijn ongeveer 16 x 31 x 16 cm groot. In de buitenmuur wordt een stuk vrijgelaten dat als toegang tot de nestkast dient. De invliegopening dient ovaal te zijn. Het beste resultaat wordt verkregen op hoge blinde muren waarin de nestkasten in groepen zijn geplaatst.

Bron: Gierzwaluwenbescherming Nederland, foto F. v.d. Lelie.

Figuur 4: Onder de dakgoot opgehangen nestkasten voor gierzwaluwen. Op het dak veel speciale pannen voor gierzwaluwen.

Bron: Gierzwaluwenbescherming

Nederland, foto F. v.d. Lelie.

Afbeelding 5: Gierzwaluwnestkasten in een muur van een flatgebouw.

Page 292: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bureau Viridis Quick scan Defensie eiland

22

10 LITERATUUR Lange R., P. Twisk, A. van Winden en A. van Diepenbeek, 1994. Zoogdieren van West-Europa. KNNV-uitgeverij Utrecht. Limpens, H., K. Mostert en W. Bongers (red), 1997.

Atlas van de Nederlandse vleermuizen. Onderzoek naar verspreiding en ecologie. KNNV Uitgeverij, Utrecht.

Limpens, H.J.G.A., 2005. Sloop woonhuis en schuren te Ingen (gem. Buren, Gelderland). VZZ rapport 2005.09. VZZ, Arnhem. Ministerie van Landbouw en Voedselkwaliteit, 2004. Besluit Rode Lijsten Flora en fauna. Vogel, R.L., 2002.

Inventarisatie van het aanbod van de verspreidingsgegevens van flora en fauna in Nederland, vereniging Onderzoek Flora en Fauna, Nijmegen.

Website: ‘Waarnemingen.nl’ Website: Gierzwaluw.com Weeda, E.J., R. Westra, Ch. Westra en T. Westra, 1994. Nederlandse Oecologische Flora. Wilde planten en hun

relaties, deel II. IVN i.s.m. VARA en de Vewin.

Page 293: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 7:Oplegnotitie flora en fauna (BRO, 2011)

Page 294: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 295: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Oplegnotitie flora en fauna Defensie-eiland te Woerden 1

Oplegnotitie flora en fauna Defensie-eiland Woerden

Datum : 18 april 2011

Opdrachtgever : De Wasserij CV

Ter attentie van : dhr. J.G.J.H. van Lier

Projectnummer : 211x04759

Opgesteld door : mw. P. Maas

i.a.a. : mw. G. Schalken en dhr. R. van Dijk

Onderzoeksgegevens flora en fauna Defensie-eiland te Woerden

Het voormalige defensie-eiland aan de Wilhelminaweg 146 te Woerden zal worden herontwik-

keld. Doel is om het voormalige militaire terrein te herontwikkelen tot een hoogwaardig deel

van de binnenstad van Woerden met het hoofdaccent op wonen. In totaal worden circa 240 wo-

ningen en circa 400 - 800 m² aan culturele voorzieningen gerealiseerd.

In het kader van de voorgenomen herontwikkeling van het defensie-eiland te Woerden is in 2007

door Bureau Viridis een verkennend flora- en faunaonderzoek uitgevoerd1. Hierin is een beoorde-

ling gemaakt van de invloed van de geplande herontwikkeling van het defensie-eiland op aan-

wezige beschermde en bijzondere natuurwaarden.

Uit dit onderzoek blijkt dat het plangebied geschikt is voor vleermuizen. Nader onderzoek naar

het voorkomen van vleermuizen wordt daarom noodzakelijk geacht. Onder randvoorwaarden

worden vervolgens een aantal aanbevelingen gedaan betreffende de compensatie van vleermui-

zenverblijfplaatsen door het aanbrengen van vleermuisvoorzieningen, zoals het plaatsen van

vleermuiskasten op de zuidwest gevels. Daarnaast wordt ook voor de Gierzwaluw een aantal

randvoorwaarden gegeven, zoals het plaatsen van speciale gierzwaluwkasten in het metselwerk.

Doel van de oplegnotitie

Voor het bestemmingsplan dient het bestaande onderzoek uit 2007 geactualiseerd te worden

middels een oplegnotitie. In verband met de ouderdom van de quick-scan (”geldigheidsduur on-

derzoeksgegevens”) en een gewijzigde beleidslijn van de Flora- en faunawet door het Ministerie

van LNV (”aangepast beoordelingskader ontheffing Flora- en faunawet”), is beoordeeld in hoe-

verre de conclusies uit de quick-scan nog steeds van toepassing zijn. Deze beoordeling is weerge-

geven in voorliggende oplegnotitie.

Geldigheidsduur onderzoeksgegevens

Er bestaat geen algemene regel voor de geldigheidsduur van flora- en faunaonderzoeksgege-

vens. Dit is voornamelijk afhankelijk van de mate waarin functies en beheermaatregelen in het

plangebied gewijzigd zijn en de mate waarin de omgeving gewijzigd is. Als vuistregel wordt een

geldigheidsduur van 3 tot 5 jaar aangehouden. Het plangebied is in februari 2007 voor het laatst

onderzocht. Sinds deze tijd is het gebruik en beheer van het plangebied niet noemenswaardig

veranderd. Er is daarom geen reden om de onderzoeksresultaten uit de quick-scan te herzien.

1 Quick-scan defensie-eiland Woerden, Bureau Viridis, projectnummer 2007-5, d.d. februari 2007.

Page 296: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Oplegnotitie flora en fauna Defensie-eiland te Woerden 2

Aangepast beoordelingskader ontheffing Flora- en faunawet

Naar aanleiding van jurisprudentie heeft het Ministerie van LNV in augustus 2009 een aangepast

beoordelingskader opgesteld voor ontheffingen van de Flora- en faunawet bij ruimtelijke ingre-

pen. Een van de twee belangrijkste punten is dat in gevallen waarin door het treffen van (ver-

zachtende) maatregelen de functionaliteit van vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde

soorten kan worden gegarandeerd, er geen ontheffing van de Flora- en faunawet hoeft te wor-

den aangevraagd. Ten tweede is de indicatieve lijst van vogelsoorten waarvan het nest jaarrond

beschermd wordt aangepast.

In de quick-scan is geconcludeerd dat een ontheffing van de Flora- en faunawet voor vleermuizen

nodig is bij de geplande ruimtelijke ontwikkelingen. Deze conclusie wijzigt niet door het aange-

paste beoordelingskader. Daarnaast is op basis van de onderzoeksgegevens gekeken of in het

plangebied vogelnesten (kunnen) bevinden die tegenwoordig wel jaarrond beschermd zijn, maar

ten tijde van de quick-scan nog niet. Het gaat daarbij specifiek om de gebouwbewonende vogel-

soorten Gierzwaluw en Huismus. Het voorkomen van Huismus wordt in het flora- en faunaonder-

zoek genoemd. Ook voor Huismus zullen mitigerende maatregelen opgesteld moeten worden.

Gierzwaluw wordt niet genoemd, echter het voorkomen van Gierzwaluwen is op basis van het

beeldmateriaal (afbeeldingen uit flora- en faunarapport van Bureau Viridis; fotomateriaal BRO2)

niet uit te sluiten. Met betrekking tot het voorkomen van Gierzwaluwen in de (te slopen) be-

bouwing in het plangebied zal een aanvullend veldbezoek noodzakelijk zijn om vast te stellen of

deze soort ook daadwerkelijk voorkomt binnen het plangebied. In het onderzoeksrapport van

2007 worden echter wel al een aantal voorwaarden voor Gierzwaluwen genoemd; het gaat om

het inmetselen van speciale gierzwaluwkasten in de nieuwbouw. Door het nemen van mitigeren-

de maatregelen (die vooraf dienen te worden vastgelegd in een zogenaamd mitigatieplan) is het

plan in overeenstemming met de Flora- en faunawet.

Conclusie oplegnotitie

Op basis van de beoordeling kan geconcludeerd worden dat de conclusies uit de quick-scan nog

steeds van kracht zijn en dat aanvullend onderzoek naar vleermuizen noodzakelijk is. Dit onder-

zoek dient volgens het vleermuizenprotocol te worden uitgevoerd. Het onderzoek is uitgezet bij

Staro en in overeenstemming met de opdrachtgever ingepland.

Daarnaast kan op basis van de beoordeling geconcludeerd worden dat een aanvullend veldbe-

zoek noodzakelijk is om vast te stellen of jaarrond beschermde nesten van ofwel Gierzwaluw

ofwel Huismus in het plangebied aanwezig zijn. Mocht dit vervolgens het geval zijn, dan dient

ook voor deze soort(en) mitigatiemaatregelen te worden vastgelegd in een mitigatieplan. Het

veldbezoek dient met voorkeur plaats te vinden in de broed- en nestperiode (vanaf maart tot

september).

2 d.d. 14 februari 2011.

Page 297: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 8:Tussentijdse memo flora en fauna (Staro, 2011)

Page 298: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 299: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 300: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 301: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 9:Archeologie veldonderzoek (SOB Researc, 2007)

Page 302: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 303: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 304: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 305: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 306: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 307: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 308: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 309: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 310: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 311: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 312: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 313: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 314: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 315: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 316: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 317: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 318: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 319: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 320: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 321: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 322: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 323: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 324: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 325: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 326: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 327: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 328: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 329: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 330: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 331: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 332: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 333: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 334: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 335: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 336: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 337: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 338: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 339: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 340: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 341: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 342: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 343: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 344: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 345: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 346: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 347: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 348: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 349: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 350: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 351: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 352: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 353: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 354: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 355: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 356: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 357: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 358: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 359: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 360: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 361: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 362: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 363: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 364: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 365: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 366: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 367: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 10:Bouwhistorische verkenning (dhr. Van der Meule, 2001)

Page 368: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 369: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 370: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 371: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 372: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 373: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 374: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 375: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 376: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 377: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 378: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 379: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 380: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 381: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 382: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 383: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 384: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 385: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 386: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 387: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 388: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 389: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 390: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 391: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 392: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 393: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 394: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 395: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 396: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 397: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 398: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 399: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

Bijlage 11:Akoestisch onderzoek (Cauberg Huygen, 2009)

Page 400: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 401: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 402: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 403: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 404: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 405: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 406: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 407: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 408: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 409: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 410: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 411: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 412: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 413: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 414: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 415: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 416: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 417: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 418: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 419: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 420: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 421: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 422: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 423: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 424: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 425: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 426: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 427: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 428: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 429: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 430: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 431: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 432: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 433: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 434: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 435: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 436: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 437: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 438: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 439: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 440: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 441: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 442: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 443: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 444: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 445: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 446: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 447: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 448: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 449: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 450: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 451: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 452: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 453: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 454: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 455: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 456: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 457: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 458: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 459: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 460: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 461: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 462: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 463: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 464: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 465: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 466: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 467: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 468: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 469: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 470: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 471: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 472: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 473: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 474: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 475: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 476: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 477: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 478: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 479: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 480: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 481: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 482: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 483: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 484: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 485: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 486: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 487: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 488: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 489: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 490: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 491: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek
Page 492: Voorontwerp bestemmingsplan Defensie-eiland - Bijlagen boek

BRO heeft vestigingen in Boxtel | Amsterdam | Tegelen | Hasseltwww.BRO.nl