Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers...

44

Transcript of Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers...

Page 1: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35

VOERTAAL

31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11 10:33

Page 2: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

COLOFONRedactieadres: ForFarmers, Postbus 91, 7240 AB Lochem, T: +31(0)573 28 88 00, F: +31 (0)573 28 88 99 Eindredactie: Afdeling communicatie. De eerstvolgende Voertaal verschijnt in februari 2012.2

INHOUDKlankbordgroep rundvee 2‘ff-bestellen’ app een succes 3Bert-Jan Ruumpol: “We willen de beste brokkenmakers van Europa worden” 4Bewuster rijden dankzij Drivers Challenge 6Leveringsvoorwaarden geactualiseerd 8 Beurzen 2012 en Bon Appetit 10Reportage: winnaar Agroscoop-bokaal: “Alles zit vast op de voeding” 12

Fosfaatefficiëntie 14Reportage: mechanische ventilatie bij rosékalverhouder 16MIJN Duurzaamheid 18Snijmaisrassenlijst 2012 20Zeugen voeren aan de hand van een Body Mass Index 22Darmontwikkeling en Bambig 24Het nieuwe voeren 26

Yes We Can Award naar 2 klanten 28Reportage: Poultrycare vleeskuikenhouders 30Winterventilatie in volièrestal 32Genetica in de pluimveehouderij 34Extra graszaadmengsels 37 Vloeibare of gekorrelde meststoffen 38Watervergunning vaker nodig 40Productierechten 42FarmFeed en enkelvoudige producten 43

ForFarmers is gestart met klankbordgroepen voor de verschil-lende sectoren. Per klankbordgroep schrijft een deelnemer over zijn of haar bedrijf, de toekomstvisie, de rol en meerwaar-de van de klankbordgroep. In deze Voertaal presenteren we u Arjan Schrijver.

Klankbordgroepen

Op een boerderij tussen Hoonhorst, Dalf-sen en Heino woon ik samen met mijn vriendin Sandra. Hier run ik met mijn vader in maatschap een melkveebedrijf met 145 melkkoeien. In 2009 hebben we onze nieu-we loopstal in gebruik genomen. Deze heb-ben we over de uit 1984 gebouwde loopstal voor 42 melkkoeien heen gebouwd. Ongeveer de helft van de koeien wordt ge-molken in de melkrobot, de andere helft in de bestaande melkstal. Het opfokken van jongvee is uitbesteed aan twee andere bedrijven. We hebben de keus gemaakt om ons te specialiseren in het melken van koeien. Daarbij hebben we de zeugentak beeindigd.

VoerlijnMet het specialiseren van ons bedrijf ma-ken we ons klaar voor de toekomst. Het melkquotum verdwijnt en het is zeer waar-schijnlijk dat de melkproductie in Neder-land hierdoor sterk toeneemt. Dit brengt als risico met zich mee dat de opbrengst-prijzen daardoor meer gaan fluctueren. Melk is toch melk? Waarin zal de Neder-landse melk zich gaan onderscheiden van andere melk? Misschien ligt er wel een mo-gelijkheid om een voerlijn te maken, zodat

onze kaasmakers tegen de Duitse consu-ment kunnen zeggen dat de kaas gemaakt is van melk afkomstig van koeien die geen genetisch gemodificeerd voer hebben ge-had. Dit moet natuurlijk wel meerwaarde hebben, want niets is duurzaam als niet iedereen meeprofiteert; de boer moet ook een goede boterham verdienen.

Doen waar je goed in bentEen bijkomende kwestie is hoe creatief we kunnen zijn met onze mest. Kan het aange-wend worden zodat de werking nog beter is, dierlijke mest kunstmest mag vervangen en acceptatie onder akkerbouwers groter wordt? Er komt weer een tijd dat de mine-ralen in de mest geld gaan opbrengen. Wanneer je doet waar je goed in bent, ken je je sterke en minder sterke punten en weet je waar je aan moet werken. Alleen dan ben je in staat jezelf te redden in tijden dat de prijzen laag zijn. Dit wil niet zeggen dat dit de enige manier is om te overleven. Je kunt ook je kansen spreiden, als je je maar bewust bent van je keuzes.

JongerenHet is goed dat ForFarmers de klankbord-groepen in het leven heeft geroepen, omdat

voor sommige onderwerpen geen ruimte meer is in de coöperatie FromFarmers. De jongeren in de ledenraad hebben ook aan-gegeven dat ze het belangrijk vinden dat, naast de klankbordgroepen voor de secto-ren, er ook één is speciaal voor jongeren, klanten en leden.Het verschil met de andere klankbordgroe-pen is dat bij de klankbordgroep jongeren alle sectoren bij elkaar zitten en dat nie-mand ouder is dan 30 jaar. Tijdens de eerste bijeenkomst op 13 september dit jaar heeft van iedere sector één jongere aangegeven wat hij of zij verwacht voor de toekomst en wat ForFarmers hierbij kan betekenen. AppVoer bestellen via de App is een onderwerp waarover de jongeren heel enthousiast zijn. Andere onderwerpen zijn onder andere het samenwerken van akkerbouwers met vee-houders. Ook het automatisch koppelen van gegevens aan Agroscoop wordt be-langrijk gevonden. Het mooie van beide klankbordgroepen (jongeren en rundveehouderij) waarin ik deelneem, is dat iedereen constructief meedenkt en een positief kritische houding heeft.

Page 3: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

3

INHOUD

‘ff-bestellen app’ blijkt een succes

Een app is een eenvoudige applicatie op een smartphone waarmee snel en gemak-kelijk handelingen kunnen worden uitge-voerd. De introductie van de app maakt ForFarmers beter bereikbaar dan ooit. Via een simpele druk op de knop kunnen klan-ten hun voer bestellen.

ForFarmers introduceerde als eerste mengvoerbedrijf in Nederland een app om snel en een-

voudig voer te kunnen bestellen, de ‘ff-bestellen app’. De app, in eerste instantie bedoeld

voor eenvoudige (herhaal)bestellingen, is een groot succes bij klanten met een smart phone.

Onder de eerste 100 geïnteresseerden heeft ForFarmers twee Samsung tablets uitgereikt.

De ‘ff-bestellen app’ werd in eerste in-stantie alleen voor Android-toestellen ge-introduceerd. Sinds begin november is de app ook beschikbaar voor gebruikers van iPhone. De app is te downloaden via de App Store (onder de naam ForFarmers). Voor Blackberry Torch gebruikers zal de

‘ff-bestellen app’ binnenkort beschikbaar komen.De app is in eerste instantie gericht op eenvoudige (herhaal)bestellingen. Om alle klanten voer te kunnen laten bestellen via de app, worden in een later stadium extra mogelijkheden toegevoegd.

Familie Burgers (rechts) reageerde verrast op het winnen van de Samsung ta-

blet. Deze werd uitgereikt door verkoopleider varkenshouderij Rinze Exterkate.

Verkoopleider pluimveehouderij Jan Tjassens (rechts) reikt de tweede

Samsung tablet uit aan de familie Lalkens-Heringa, die enthousiast zijn over de

actie.

Mobiele website Een mobiele website is technisch gezien niets

anders dan een gewone website die geopti-

maliseerd is voor gebruik op een klein scherm.

De meeste smartphones kunnen ‘gewone’

websites ook bekijken, maar dan moet de ge-

bruiker wel vaak inzoomen en schuiven om de

informatie te kunnen lezen.

De mobiele website van ForFarmers is al enige tijd in de lucht, maar sinds de komst van de “ff-bestellen app” wordt er nog meer gebruik van gemaakt. De mobiele website maakt het makkelijk om het laatste nieuws van ForFarmers eenvoudig op uw mobiele te-lefoon te volgen.

Daarnaast is ForFarmers nu ook te volgen via Twitter. Hiermee bent u altijd op de hoogte van het laatsteForFarmers nieuws via uw mobiele telefoon en/of computer. www. twitter.com/forfarmers

Page 4: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

4

Hoe kijkt u terug op het afgelopen jaar?“In 2011 hebben wij wederom invulling gegeven aan onze ambitie een maximale bijdrage te leveren aan het rendement op agrarische bedrijven. In de varkens- en legsector echter vielen de financiële resultaten door lage opbrengstprijzen fors tegen. Ronduit vervelend was de dioxineproblematiek in de vetten voor veevoeders in Duitsland aan het begin van het jaar. Ook al had ForFarmers hier niet direct mee van doen, had dit toch gevolgen voor onze klanten door lagere opbrengstprijzen voor varkens. We heb-ben getracht de financiële problemen op deze bedrijven te verzachten door uitstel van betalingen te verlenen. Daar staat tegenover dat de beoogde

acquisitie van Hendrix een hoogtepunt is. Voor de zomer waren wij daar intern al over aan het nadenken, na de zomer zijn die plannen vormgegeven. Deze ge-plande overname (de Europese mede-dingingsautoriteit moet zijn goedkeuring nog geven, red.) past binnen de strate-gie die ForFarmers in 2003 heeft inge-zet; na jaren van krimp vooroplopen in de schaalvergroting van de agrarische sector. Die schaalvergroting speelt in de hele ko-lom; agrarische bedrijven worden groter, maar ook supermarktketens en slachte-rijen. In 2005 heeft ForFarmers zich als doel gesteld binnen 6 jaar te groeien naar een omzet van 5 miljoen ton. Met de geplande overname van Hendrix ko-men we in de buurt. Daarbij is ons beleid

altijd consistent geweest; eerst voor het geld zorgen, dan pas uitgeven.Wat ook noemenswaardig is, is de start van de bouw van een op- en overslag-station voor granen in het Duitse Heide-nau, dichtbij de grens met Tsjechië door onze Duitse deelneming HaBeMa. Een strategisch goede plek voor de graan-stromen binnen Europa. En natuurlijk het feit dat ForFarmers voor het vierde achtereenvolgende jaar de FD Gouden Gazelle Award heeft gewonnen, een prijs voor koplopers in de ranglijst van snelst groeiende ondernemingen.”

Was de overname nodig?“Niet direct. Wij zijn uitstekend in staat onze klanten te bedienen. Ook Hendrix is uitstekend in staat om haar klanten te bedienen. Maar je moet verder kijken. Hoe staat de agrarische sector er over tien jaar voor? Hoe levensvatbaar ben je dan nog. Je moet stappen onderne-men om je klanten ook in de toekomst te kunnen blijven bedienen. Hendrix is de beste keus als het gaat om een over-name, beide bedrijven passen prima bij elkaar. Het is dan ook een voorgeno-men huwelijk dat wordt aangegaan van-uit een luxe situatie, niet uit armoede.” Naar verwachting zal de overname van Hendrix in het eerste kwartaal van 2012 zijn beslag krijgen, nadat de Europese me-dedingingsautoriteiten goedkeuring aan de transactie hebben verleend. Hoe de nieuwe organisatie er in de toekomst uit zal zien, wordt uitgewerkt in een integra-tieplan nadat de overname is afgerond.

Wat zijn de voordelen van de toe-komstige samenwerking met Hen-drix UTD?”Primair staat voorop dat we een opti-male bijdrage willen leveren aan het ren-dement op boerenbedrijven. De nieuwe organisatie zal door de schaalgrootte-voordelen een nog gunstiger waarde-prijsverhouding kunnen bieden. Dat kun je alleen bereiken als je over de beste kennis en mensen kunt beschikken. Als partner van Nutreco kunnen we de we-

“We willen de beste brokken-makers van Europa worden”

Algemeen directeur Bert-Jan Ruumpol oogt tevreden. De af-

gelopen maanden waren weliswaar inspannend, want de ge-

plande overname van Hendrix nam veel tijd in beslag. Maar

ForFarmers is dan wel dicht bij wat het zich in 2005 ten doel

had gesteld, namelijk een toekomstige omzet behalen van

4,5 miljoen ton mengvoeders per jaar.

Page 5: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

‘Je moet een beetJe boer ziJn om biJ ForFarmers te kunnen werken’

5

reldwijde kennis van Nutreco gebruiken. Dat is een groot voordeel. Bovendien krijgen we een groter bereik in Duits-land, door onder andere Hendrix Illesch, die een grote rol vervult voor de grote gespecialiseerde bedrijven in het oosten van Duitsland. Daarnaast krijgt de nieu-we combinatie ook bedrijven in België. Met een flexibele, internationale groei-ende organisatie zijn we een uitdagende werkomgeving voor alle medewerkers en dealers. Samen met de medewerkers van Hendrix gaan we wer-ken aan een nieuwe sterke en vooruitstre-vende organisatie ge-richt op voer en handelsartikelen.”

Hoe zou u ForFarmers omschrij-ven; wat maakt het bedrijf zo bij-zonder?“ForFarmers staat echt dicht bij de boer, wij hebben een no-nonsense instel-ling, een boerenmentaliteit. Dat geldt ook voor de directie. Wij kunnen snel beslissingen nemen, de communicatie-lijnen zijn kort. Door deze speelruimte

kunnen wij snel knopen doorhakken. Ik vind dat ondernemerschap in alle ge-ledingen van de organisatie moet zitten. Tot aan de buitendienst, zodat de ene ondernemer (de voorlichter) de andere (de boer) steunt. Individueel onderne-merschap noemen wij dat, en daar wor-den mensen ook in geschoold.”

Is die boerenmentaliteit ook op u van toepassing?“Jazeker. Je moet een beetje boer zijn om bij ForFarmers te kunnen werken. Ik woon om te beginnen tussen de boeren, en was dit jaar wederom aanwezig op de Zwarte Cross. Dat doe ik liever dan bijvoorbeeld golfen. En als het dan toch moet, dan het liefst boerengolf!”

Waar maakt u zich zorgen over?“De situatie in de varkenshouderij. De krimp in deze sector zal ook volgend jaar aanhouden. De (vlees- en varkens)prij-zen moeten omhoog, die zijn aan de lage kant ten opzichte van de grondstof- en graanprijzen. Nadeel van de varkenscy-clus is dat deze is verlengd door de eco-

nomische crisis. Var-kenshouders moeten weer wat financieel vet op de botten krijgen.”

Wat zijn de ver-wachtingen voor 2012?“Ik hoop natuur-lijk op goede op-brengstprijzen in alle sectoren, maar

vooral dat de prijzen in de varkens-houderij beter worden. En ik wens alle klanten een fantastisch jaar toe. Intern wordt het een inspannend jaar voor de organisatie én voor de mede-werkers, omdat ForFarmers en Hendrix geïntegreerd moeten worden. Dat is in-spannend. Want we willen het beste van beide bedrijven integreren. En uiteinde-lijk… de beste brokkenmakers van Eu-ropa worden!”

Page 6: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

6

De reden dat de afdeling logistiek van ForFarmers met de Drivers Challenge is begonnen, is dat de brandstofprijzen ex-plosief stijgen; deze zijn ten opzichte van januari 2010 al met meer dan 10 procent gestegen. ForFarmers verwacht dat deze trend zich doorzet. Een extra stimulans is dat ForFarmers als eerste mengvoerbedrijf in november 2010 de Lean and Green Award in ont-

vangst heeft mogen nemen. Deze prijs wordt door initiatiefnemer Connekt - een samenwerkingsverband van 125 overhe-den, bedrijven en kennisinstellingen- uitge-reikt aan bedrijven die voor het einde van 2012 een CO2 -reductie hebben behaald van 20 procent ten opzichte van 2007.

Het nieuwe rijdenDe Task Force Duurzaamheid van

ForFarmers heeft de ambitie uitgesproken om de laagste liter/ton/(km/ritten) in de sector te hebben. Met deze parameter wordt het aantal liters brandstof dat nodig is om 1 ton voer 1 kilometer te vervoeren in beeld gebracht.Alle chauffeurs hebben vorig jaar de trai-ning ’Het nieuwe rijden’ gevolgd met daar-opvolgend in oktober dit jaar een herhaling in theorie. De Drivers Challenge is een ge-

Bewuster rijden en minder kosten dankzij Drivers ChallengeForFarmers is in 2011 begonnen met de Drivers Challenge voor haar chauf-

feurs. Doel is dat per locatie 5 procent brandstof wordt bespaard ten op-

zichte van 2010. Dit probeert ForFarmers te realiseren door iedere chauf-

feur bewust te maken van zijn rijstijl en hem te wijzen op manieren om deze

te verbeteren, zodat uiteindelijk kosten worden bespaard.

Page 7: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

schikt hulpmiddel om de opgedane kennis en ervaring toe te passen in de praktijk.

ScoreDe Drivers Challenge wordt uitgevoerd op locatie- en chauffeursniveau. Het doel van de Drivers Challenge op locatieniveau is dat er in 2011 per locatie (Lochem, Deven-ter, Almelo en Delden) 5 procent brandstof wordt bespaard ten opzichte van 2010.Op chauffeursniveau is de doelstelling dat iedere chauffeur de opgedane kennis en er-varing van ’Het nieuwe rijden’ toepast, met als uitdaging een zo hoog mogelijke score voor de rijstijl (1 t/m 10, waarbij 10 het hoogst haalbare cijfer is). Deze score wordt bepaald door Fleetboard. Fleetboard, een boordcomputer, is een product van Mer-cedes Benz. Zij hebben het ontworpen als hulpmiddel bij het voertuigmanagement. Een onderdeel van Fleetboard is de inzet-analyse, die uitermate geschikt is voor het analyseren van de rijstijl van de chauffeur.

Programma van vier dagenDe opzet van de Drivers Challenge bij ForFarmers is als volgt: De Challenge wordt op alle locaties uitgevoerd met een Mercedes Actros 1836 LS met een 28-tons oplegger. Iedere chauffeur volgt een programma van vier dagen. De eerste dag kan de chauffeur wennen aan de auto. De tweede dag rijdt een mentorchauffeur mee en worden de resultaten van de inzetana-lyse uit Fleetboard besproken. De derde dag probeert de chauffeur zijn score te ver-beteren en de vierde dag gaat hij voor de uiteindelijke score. Dit cijfer telt mee voor de Drivers Challenge. Per locatie worden de beste drie chauffeurs (met de hoogste score) beloond.

Acht chauffeurs van ForFarmers hebben een training gevolgd, verzorgd door op-leidingsinstituut BACE, tot gecertificeerd mentorchauffeur. In deze training zijn on-derwerpen als communicatie, feedback geven en ’Het zuinige rijden’ aan bod ge-komen. De mentorchauffeurs zijn ook het aanspreekpunt voor vragen die betrekking hebben op de Drivers Challenge.

Anticiperende rijstijlDe huidige rijstijl en het brandstofverbruik van de chauffeurs van ForFarmers is zeker niet slecht, maar juist kleine verbeterpun-ten kunnen de laatste zet geven tot de meest zuinige rijstijl. Uiteindelijk verwacht ForFarmers van haar beroepschauffeur een anticiperende rijstijl. De chauffeur dient aan te voelen hoever en snel hij het gas- en rempedaal kan intrappen, bij welk toeren-tal het schakelen plaatsvindt, wanneer de

Kengetallen 2010:Aantal bulkauto’s ForFarmers: 52 Totaal aantal kilometers: 4.856.305 (121 keer rondom de aarde) Totaal liters diesel: 2.311.769 (61 tankauto’s van 38.000 liter)

CO2-uitstoot per liter brandstof: 3,04 kg CO2 (Well to Wheel)Totale CO2-uitstoot: 7.027.778 kgCompensatie voor 1 ton CO2: 100 bomen in Europa

Behaald besparingspotentieel tot oktober 2011Percentage: 2,94% Besparing brandstof: 72.382 liter diesel (2.311.769 x 2,94%) Besparing CO2: 193.263 kg CO2 (63.573 liter x 3,04 kg/CO2/liter)

motorrem kan worden benut en wanneer het gas moet worden losgelaten, zodat de auto - op het moment dat er een kruising nadert - meegaat in de verkeersstroom in plaats van stil komt te staan (het anticipe-rend rijden).

Meer comfortUiteindelijk moet de Drivers Challenge er toe leiden dat de nieuwe rijstijl dagelijks bewust wordt toegepast. Daardoor wor-den kosten bespaard op brandstof, slijten de delen van de auto’s minder snel en is er over het algemeen minder schade. Ook zorgt het bewust rijden voor een reductie van de CO2-uitstoot. Voor de chauffeur be-tekent dit meer comfort tijdens zijn werk, want iemand die haast heeft en hard rijdt zal aan het einde van de dag niet eerder klaar zijn met zijn werk dan een chauffeur met een anticiperende rijstijl.

7

ForFarmers en DuurzaamheiDRegelmatig komt u bij artikelen dit logo tegen. Het boompje is het symbool voor duurzaamheid bin-nen ForFarmers. Zo weet u dat het een artikel over duurzaam ondernemen betreft. Voor ForFarmers is het noodzakelijk om haar eigen plaats in de voedselketen te garanderen, door te laten zien dat ze een voorloper is op het gebied van duurzaamheid. Vandaar dat er een Task Force Duurzaamheid is, die inhoud geeft aan de ambitie van ForFarmers om duurzaamheid in de organisatie en bij haar klanten verder te implementeren. ForFarmers geeft daadwerkelijk invulling aan het begrip duurzaamheid. Binnen de eigen organisatie, maar ook bij andere schakels in de voedselketen. Door op een steeds efficiëntere wijze voeders te produceren en ervoor te zorgen dat deze voeders beter te benutten zijn voor het dier, levert ForFarmers haar bijdrage aan een duurzame productie en Maatschappelijk Verantwoord Onderne-men. Ook wil ForFarmers haar klanten maximaal ondersteunen, zodat ook zij kunnen voldoen aan de wensen van de consument op het gebied van duurzaamheid.

Page 8: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

8

Leveringsvoorwaar den 2012 geactualiseerdOp 1 januari 2012 worden de leveringsvoorwaarden geac-

tualiseerd. De wijzigingen hebben vooral betrekking op de

leveringen van zakgoed. Doel van de aanpassingen is het

systeem van kortingen en toeslagen zo eenvoudig mogelijk te

houden en tegelijkertijd het bestellen van efficiënte volumes

te stimuleren.

De zakgoedbezorging is een service die we graag voor u uitvoeren. Het is daarbij wel van belang dat de kosten goed in het oog worden gehouden. Voor grotere orders worden geen kosten in rekening gebracht. Dit was zo en blijft zo. Wat verandert, is dat ForFarmers de bezorgkosten afhanke-lijk maakt van de orderwaarde (€) in plaats van het volume (kg). Vanaf een orderwaar-de van €150,- wordt er franco geleverd. Is de orderwaarde kleiner, dan worden €15,- kleine orderkosten in rekening gebracht.

ZakgoedEr wordt ook nog met enige regelmaat zakgoed met de bulkwagen mee bezorgd. Dit kan voor u als klant wel efficiënt over-komen, maar dat is het meestal niet. Het zakgoedmagazijn staat in Lochem en veel van de bulkproducten komen van andere locaties. Dat betekent dat chauffeurs van ForFarmers soms met de bulkwagen apart naar Lochem moeten rijden om nog enkele zakjes melkpoeder mee te kunnen nemen. Het afleveren van grotere volumes met een aparte bezorgdienst is veel voordeliger. Ook voor het meeleveren van zakgoed met de bulkwagen geldt de regel dat bij een or-derwaarde van minder dan €150,- bezorg-kosten in rekening worden gebracht.

KwantumkortingDe kwantumkorting voor ordergroottes vanaf 500 kilo wordt verhoogd. Voor zak-goedbestellingen van 500 tot 1.000 kilo mengvoer/meststoffen ontvangt u vanaf 1 januari 2012 een korting van €1,- (was €0,50). De kwantumkorting loopt door tot een volume van 24 ton en meer. Deze laat-ste staffels zijn vooral interessant voor ak-

kerbouwers die een volle vracht kunstmest in big bags afnemen. De nieuwe staffel voor de kwantumkorting is dusdanig dat de aparte kwantumkorting op big bags komt te vervallen.

PalletkortingDe palletkorting voor meststoffen en mengvoer wordt verhoogd naar €1,- per 100 kg (was €0,25). Deze korting ontvangt u als u per artikel een volle pallet bestelt. Daarnaast dient er op het bedrijf met een kooi-aap gelost te kunnen worden, zodat er geen handwerk aan te pas komt.

Nieuwe pallet- en kwantumkortin-gen voor mengvoer en meststoffen in zakgoed en big bags.

Soort Korting/100 kg Palletkorting €1,00

KwantumkortingKwantum (kg) 0-500 basisprijs500-1.999 €1,002.000-3.999 €1,254.000-7.999 €1,508.000-23.999 €1,7524.000 en meer €2,25

Kortingstabel GBMBij GBM wordt nu een kortingstabel ge-hanteerd die een combinatie is van korting voor jaarafname en een korting voor be-stelvolume. Dit is niet duidelijk. Er is daar-om besloten de tabel op te splitsen in een aparte kortingstabel gebaseerd op de jaar-afname (bonustabel) en een kortingstabel gebaseerd op de bestelwaarde (kwantum-

Page 9: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

Siloactie

H e e f t u vo ld o e n d e

s i l o c a p a c i t e i t ?

O n t v a n g n u ko r t i n g

o p u w n i e u w e s i lo !

20, 21 & 22 juli 2012

9

Leveringsvoorwaar den 2012 geactualiseerd

korting). Vanaf een orderwaarde van €150 wordt er franco geleverd. Is de orderwaar-de kleiner, dan worden €15 bezorgkosten in rekening gebracht.

Weekendbestellingen ForFarmers heeft een zeer efficiënt bestel- en afleverproces. Echter worden er veel weekendbestellingen gedaan. Het gaat hierbij om bestellingen op vrijdagmiddag en zaterdag. Dit brengt meerkosten met zich mee. ForFarmers wil u daarom vragen mee te werken om dit probleem te tackelen. Fre-quente weekendbestellers zullen daarvoor actief benaderd worden.

SiloactieOm weekendbestellingen te voorkomen is voldoende silocapaciteit cruciaal. Hierin wil ForFarmers haar klanten steunen. Daarom lanceert ForFarmers in de periode januari tot en met maart 2012 opnieuw een silo-actie. Silo’s die in deze maanden worden besteld, worden tegen extra scherpe prij-zen geleverd.Kijkt u eens kritisch naar uw eigen bestel-gedrag en silocapaciteit. Kijkt u ook naar de staat van de silo’s. Silo’s van vóór 1970 verdienen daarbij extra aandacht. Met deze leeftijd zijn de silo’s doorgaans afgeschre-ven en technisch niet meer voldoende om nog zonder risico als voeropslag te kunnen dienen.Maak gebruik van dit aanbod. Meer infor-matie kunt u verkrijgen bij uw voorlichter of bij de medewerkers van klantenservice. ForFarmers vertrouwd op uw medewerking.

De eerste vragen over ForFarmers-kaarten ko-

men alweer binnen via zwartecross@forfarmers.

eu. Hierbij de officiële mededeling: ForFarmers

is in 2012 ook weer van de partij op de Zwarte

Cross! De data kunt u alvast noteren in uw agenda.

Binnenkort ontvangt u meer informatie over het be-

stellen van toegangskaarten...

Page 10: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

Beurzen januari 2012Op dinsdag 17, woensdag 18 en donderdag 19 januari vindt

u ForFarmers op de Landbouw Vakbeurs in Assen.

In dezelfde week vindt u onze mensen ook op de BioVak, dé

vakbeurs voor duurzame landbouw, natuur, voedselkwaliteit

en ondernemers met smaak. BioVak vindt plaats op woens-

dag 18 en donderdag 19 januari in de IJsselhallen te Zwolle.Landbouw VakbeursForFarmers informeert u graag over de nieuwste innovaties en ontwikkelingen. U krijgt praktische informatie die direct in-zetbaar is op uw eigen bedrijf, voor opti-malisatie van uw bedrijfsvoering.

Denk bijvoorbeeld aan de nieuwste mais-rassen en maismeststoffen. Hieraan ge-koppeld organiseert ForFarmers een inte-ressante beursactie. Vraag ernaar op onze stand.

Graag informeren wij u ook over de gewas-beschermingsmiddelen en meststoffen toegespitst op de aardappelteelt.

Ook vertellen wij u, als de num-mer 1 in melkeiwit, over het voederwaarderingssysteem MELK®

(Meer Energie voor Lacterende Koeien). Het is een uniek systeem waarmee ForFarmers de ambitie heeft om de ef-ficiëntie in de melkveehouderij verder te verbeteren.

De Landbouw Vakbeurs is dagelijks ge-opend van 9.30 tot 18.00 uur en vindt plaats in de TT-hal te Assen. U vindt

ForFarmers op standnummer 130.

BioVakWas BioVak aanvankelijk sterk agrarisch gericht, inmiddels heeft Nederlands groot-ste biologische beurs zich ontwikkeld tot een allround vakbeurs waar plaats is voor een aantal sectoren. Van duurzame ener-gie en bodemmanagement tot verwerking, handel en retail.

BioVak is op 18 januari open van 14.00-22.00 uur en op 19 januari van 11.00 tot 21.00 uur. BioVak vindt wederom plaats in de IJssel-hallen te Zwolle.

SymposiumForFarmers organiseert tijdens de BioVak een symposium met als thema ‘Omschake-len naar biologisch biedt kansen’.Het symposium is speciaal bedoeld voor melkveehouders die zich oriënteren om biologisch te gaan produceren. Natuurlijk zijn ook andere belangstellenden van harte welkom. Tijdens het symposium geven vier verschillende specialisten hun visie op aspecten rondom de omschakeling. Aansluitend aan het symposium bestaat de mogelijkheid om de BioVak te bezoeken.

10

Bon Appetit: de vloeibare voeropnameverhogerMet Bon Appetit kan de

voeropname van minder sma-

kelijke rantsoenen worden

verhoogd en wordt het selec-

teren in het voer door de die-

ren tegengegaan. De melk-

productie en diergezondheid

worden zo verbeterd.

symposium melkveehouDerij Biovak

18 januari 2012“Omschakelen naar biologisch biedt kansen”

Meld u nu aan voor het symposium ‘Omschakelen naar Biologisch biedt kansen’, via onze website www.forfarmers.nl/biovak of telefo-nisch via 0573-28 89 18.

Page 11: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

11

De eerste voorwaarde voor een goede voer-opname is smakelijk ruwvoer. Over de smaak van ruwvoer valt te twisten:• De graskuilen bevatten gemiddeld veel sui-

ker, wat positief is voor de smaak.• Het droge stofgehalte is gemiddeld hoog,

waardoor de kans op broei stijgt.• Graskuilen van juni en juli hebben hoge

aandelen celwanden; bij kuilen met veel celwanden kan de voeropname onder druk komen (stro-effect).

• Sommige sneden hebben vanwege droogte een erg lange groeiperiode gehad; dit komt de smaak niet ten goed doordat het gras onderin muf wordt.

• Maiskuilen hebben gemiddeld een hoog droge stofgehalte; hierdoor stijgt het ri-sico op broei en bestaat de kans op se-lectie aan het voerhek (stengels en spil blijven liggen).

Het gevolg is vaak een te lage voeropname waardoor de productie ook tegenvalt. Een gevolg kan ook zijn dat de dieren gaan sor-teren in het rantsoen waardoor dit uit ba-lans kan raken, met mogelijk gevolgen voor pensgezondheid of productie. Voor deze si-tuaties is Bon Appetit ontwikkeld. Met een beetje van deze smaakverbeteraar verbe-tert de acceptatie en wordt selectie in het voer verhinderd.

Wat is het?Bon Appetit is een vloeibaar product dat uit een combinatie van aromatische stof-fen bestaat en oplosbaar is in water. Bon Appetit is een zeer geconcentreerd product dat voor een goede verdeling moet worden aangelengd met water. Bon Appetit is be-schikbaar in cans van 20 kilo via de zak-goedexpeditie.

Wat doet het?Door per volwassen rund 12 milliliter Bon Appetit toe te voegen aan het rantsoen, in combinatie met 250 tot 500 milliliter water per rund, wordt het rantsoen ervaren als smakelijk, ook al bevat het een graskuil met weinig smaak. Bij een goede verdeling wordt bovendien het onderscheid in smaak tussen de verschillende rantsoencompo-nenten gecamoufleerd, waardoor dieren minder geneigd zijn te gaan sorteren.

Smakelijker voerBon Appetit is inmiddels een jaar op de

markt. Het wordt om verschillende redenen ingezet. In de meeste gevallen wordt Bon Appetit gebruikt om graskuilen met een tegenvallende opname te compenseren. Kuilen zonder suiker of van ‘roestige’ sne-den kunnen op die manier toch tot waarde worden gebracht. In enkele gevallen is Bon Appetit ook ge-bruikt in het rantsoen voor droogstaande koeien. Door Bon Appetit toe te passen, werd minder geselecteerd in het voer. Bedrijven die gemengd voeren, lengen eerst Bon Appetit aan met water en voe-gen de oplossing vervolgens meteen na de grassilage aan de mengwagen toe. Bedrijven die niet mengen, kunnen Bon Ap-petit aanlengen met water en de oplossing vervolgens met een gieter met sproeikop over de grassilage langs het voerhek ver-delen. In beide gevallen is de toevoeging gemakkelijk uitvoerbaar. De oplossing is eventueel voor meerdere dagen tegelijk aan te maken, maar moet wel luchtdicht worden afgesloten voor behoud van het ef-fect.

Vraag uw voorlichter naar de mogelijkhe-den.

Samenvattend:• Bon Appetit is een zeer geconcentreer-

de vloeibare smaakverbeteraar• Door gebruik van Bon Appetit wordt de

ruwvoeropname verhoogd!• De kans op sorteren in het voer wordt

kleiner, waardoor er minder risico op ver-teringsstoornissen is.

• Bon Appetit is gemakkelijk in het ge-bruik en is lang houdbaar.

Bon Appetit: de vloeibare voeropnameverhoger

“VOEROPNAME DOOR BON APPETIT BEDUIDEND BETER”

Het melkveebedrijf van de familie Schuiterd heeft 120 melkkoeien in Vlagtwedde (Gr.). Schuiterd begon een jaar geleden met het toedienen van Bon Appetit.“In onze bedrijfsvoering besteden wij de jongvee-opfok uit. Al het gewonnen ruwvoer moet dus worden opgevreten door de melkkoeien. We kregen te maken met een minder smakelijke najaarskuil. Onze voorlichter, Stef Oude Lansink, adviseerde Bon Appetit te gebruiken om de smakelijkheid te verbeteren. Na het toedienen van Bon Appetit aan het rantsoen, zagen we een beduidend betere voeropname en minder se-lectie aan het voerhek. Bovendien was er minder restvoer. Ander bijkomend voordeel is dat Bon Appetit gemakkelijk doseert en weinig opslag vereist.”

Page 12: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

12

Reportage

Winnaar Agroscoopbokaal: “Alles zit vast op de voeding”Luc Klein Tuente uit Winterswijk (Gld.) is winnaar van de

Agroscoopbokaal 2011. Hij behaalde afgelopen jaar de

hoogste stijging in melkeiwitpercentage: een plus van 0,15

procent naar 3,76 procent. Zijn geheim? “Als de voeding op

orde is, loopt alles.” Daarnaast zit hij overal bovenop. “Beter

voorkomen dan genezen”, is zijn motto.

Voeren, verzorgen en melkenDe Agroscoopbokaal wordt jaarlijks door ForFarmers uitgereikt. Elk jaar wordt een an-der kengetal binnen Agroscoop als selectiecri-terium gekozen. Dit jaar koos ForFarmers voor de grootste stijging in melkeiwit gerelateerd aan melkproductie. “Ik was wel verrast, had het niet verwacht”, vertelt Klein Tuente. Op de vraag wat hij anders doet dan andere boe-ren, geeft hij aan dat hij zich uitsluitend bezig houdt met het voeren, verzorgen en het mel-ken van de Holstein-koeien. “Altijd voldoende en vers voer voor de koeien.” Al het overige werk besteedt hij uit aan de loonwerker. For-Farmers-voorlichter Theo Harbers vult aan: “Alle prioriteit ligt bij de koeien, en daar moet hij uiteindelijk ook het geld mee verdienen.” Een bijkomend voordeel dit jaar is de goe-

Klein Tuente loopt tot de grensafscheiding. Klein Tuente woont er sinds 2003. Toen kocht de familie het voormalige akkerbouwbedrijf omdat ze in Beltrum vanwege uitbreiding van het industrieterrein De Laarberg moesten vertrekken.

De koeien van Luc Klein Tuente hebben het goed. Hij heeft alleen oog voor zijn koeien; al het overige werk mag de loonwerker doen. Klein Tuente (39) boert in Meddo, een buurt-schap van het Gelderse dorp Winterswijk. Met uitzicht op Duitsland, want de grond van

Page 13: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

De ambitie van Klein Tuente: Doorgaan op de huidige manier, en waar mogelijk verder optimaliseren.

13

BEDRIJFSGEGEVENS

de kwaliteit van de mais- en graskuilen. Klein Tuente: “Het VEM- en het zetmeel-gehalte van het mais is dit jaar erg hoog.” Hij gebruikte dit jaar het ras LG 30.2018. De melkveehouder is ook erg in zijn nop-jes met de voermengwagen met weegin-stallatie. “Die heb ik al sinds 2005, maar je krijgt er toch steeds meer handigheid in. Het voordeel is natuurlijk dat de koeien het voer niet meer kunnen selecteren.”

Regelmaat en structuurKlein Tuente maakt het niet mooier dan het is. “Ik probeer mijn werk zo goed mogelijk te doen.” Tips voor collega-melkveehouders heeft hij niet direct. “Iedereen doet het op zijn manier, ik op de mijne.” Maar voorlichter Theo Harbers weet als geen ander wat de kracht is van de werkwijze van Klein Tuente, want hij komt al zes jaar op het bedrijf: “Luc zit overal bovenop, hij handelt snel. Soms hoor ik hem drie maanden niet, dan ineens drie keer in drie weken tijd. Hij is erg secuur en gestruc-tureerd. Zijn koeien liggen in een mooi ge-spreid bed. Ze hebben het goed.” Dat blijkt wel uit het feit dat Klein Tuente geen hoge rekeningen krijgt van de dierenartsenpraktijk.

DroogstandKlein Tuente is ook heel consequent wat be-treft de voeding in de droogstand. Hij geeft de koeien gras-, maiskuil en een structuur-bron aangevuld met droogstandsmineralen, Univit Drosta. Als de voeding in de droog-stand op orde is, loopt alles rondom en na afkalven haast op rolletjes. Bij twijfel wordt de thermometer gepakt en de koeien gecon-troleerd. Melkziekte en slepende melkziekte komen nauwelijks voor op zijn bedrijf.

‘Rustig’ krachtvoerKlein Tuente is altijd al klant geweest bij ForFarmers. “Tot volle tevredenheid, want de begeleiding is professioneel.” Harbers komt regelmatig op het bedrijf om het be-

mestingsplan en de rantsoenen te bespre-ken. “Luc heeft het liefst langzaam fer-menterend krachtvoer”, zegt Harbers. “Hij benadert alles vanuit de veilige kant.” De melkveehouder vult aan: “Liever rustig be-ginnen, dan kan het altijd nog wat scherper.” Alle voeders en graskuilen worden op ba-sis van het MELK-systeem (Meer Energie voor Lacterende Koeien) van ForFarmers berekend. Harbers: “Deze wijze van rant-soenoptimalisatie geeft een nog betere beschikbaarheid van energie in voeders.” Klein Tuente is tevreden; het jaargemid-delde van de 90 koeien bedraagt 10.137 kilo bij 4,24 procent vet en 3,76 procent eiwit.

KoekikkerNaast voeding is de aandacht rondom de geboorte volgens Harbers een sterk punt op het bedrijf. Een belangrijke taak voor Annie Klein Tuente, de moeder van Luc. “We geven direct na het afkalven Koekikker, en daarna emmers lauw water naar behoefte.” Koe-kikker bevordert de eetlust na de geboorte, helpt klinische en slepende melkziekte voor-komen en verbetert de algehele gezondheid. Luc vult aan: “Veel water drinken stimuleert de ruwvoeropname.”Per jaar zijn er hooguit twee à drie koeien die afkalven waar Klein Tuente niet bij is.Annie voert de kalveren. Door de aanschaf van een kalverdrinkautomaat dit jaar is die taak aanzienlijk lichter geworden. Eigen inzichtKlein Tuente houdt zich niet altijd aan de ad-viezen. Zo wijkt hij wel eens af van het SAP-advies, het stieradviesprogramma van CRV. “Ik kijk bij elke koe tot vijf à zes generaties terug, en selecteer de ene keer op melk, de andere keer op gehaltes.” Zo kiest hij de ene keer voor Goli, de andere keer voor Suarez, Fidelity, Cricket of Paramount. “Dat doe ik naar eigen inzicht. Een advies is ten slotte een advies, en meer niet!”

Luc Klein Tuente (39) is melkveehou-der in Winterswijk (Gld.) Daarbij wordt hij geholpen door zijn moeder Annie, die ook op het bedrijf woont. De fami-lie kocht het voormalige akkerbouwbe-drijf in 2003 en verhuisde van het na-bijgelegen Beltrum naar Winterswijk.

Klein Tuente heeft 90 Holstein-koeien en zo’n 70 stuks jongvee in de leeftijd van 0 tot 24 maanden. Klein Tuente leverde afgelopen jaar 10.137 kilo melk per koe af, bij 4,24 % vet en 3,76 % eiwit. Het percentage eiwit steeg in 2010-’11 in vergelijking met het jaar daarvoor met 0,15 % naar 3,76 %. Bij het bedrijf hoort 48 hectare grond; 33,5 ha gras en 14,5 ha mais.

Het rantsoen is als volgt: de melkgeven-de koeien krijgen 40 % graskuil en 60 % maiskuil, aangevuld met krachtvoer Su-per Topbalansbrok en Supplement Popu-lair. Klein Tuente geeft de droogstaande koeien gras-, maiskuil en een structuur-bron aangevuld met droogstandsminera-len, Univit Drosta. Het jongvee ten slotte krijgt lang en droog kuilvoer, aangevuld met 1 kilo krachtvoer.

Luc Klein Tuente (links) ontving de Agroscoop-bokaal, voor de hoogste stijging in het melkeiwitpercentage,

uit handen van verkoopleider rundveehouderij Henk van der Vegt.

Luc Klein Tuente (rechts) en rundvee voorlichter

Theo Harbers (links) bekijken de structuur van

de jongveekuil.

Page 14: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

14

Efficiënt omgaan met fosfaat is een belang-rijke sleutel voor de ontwikkeling van de melkveehouderij in Nederland. De Neder-landse landbouw moet het fosfaatgebruik reduceren. Ook de rundveehouderij heeft hierin een belangrijke taak. Dit najaar orga-niseerde ForFarmers haar jaarlijkse studie-avonden, die in het teken stonden van het belang van goed mineralenmanagement. Nieuwe formuleForFarmers koos dit jaar voor een vernieuw-de formule van haar studieavonden. Onder de naam ForFarmers Regiotap werden 14 regionale bijeenkomsten georganiseerd. De nieuwe formule kenmerkt zich door een kort en bondig programma. Met twee inleidin-

gen op een avond is het officiële program-ma eerder afgelopen, waardoor meer tijd overblijft voor een informeel samenzijn on-der het genot van een hapje en een drankje. Het thema van de ForFarmers Regiotap studieavonden 2011 was: Het belang van goed mineralenmanagement. Een specia-list van ForFarmers doorliep stap voor stap de kringloop (zie figuur) en gaf per onder-deel aan waar en hoe de fosfaatefficiëntie op het individuele melkveebedrijf kan wor-den verbeterd. Daarnaast leverde Koeien & Kansen een belangrijke bijdrage aan de verdere invulling van het programma. Een aantal deelnemende melkveehouders aan Koeien & Kansen presenteerde hun er-varingen met het managen van mineralen in

de praktijk. De aanwezige veehouders wer-den voorzien van bruikbare tips die direct toepasbaar zijn op hun bedrijf. Bezoekers regeerden na afloop uitermate positief op zowel de vernieuwde opzet als de inhoud van de ForFarmers Regiotap studieavonden. Ga voor meer informatie naar www.forfarmers.eu en bekijk het filmpje; ForFarmers TV bij informatieavond minera-lenmanagement.

Fosfaatefficiëntie centraal tijdens RegiotapsForFarmers heeft dit jaar de formule van haar studieavonden

in het najaar vernieuwd. Onder de naam ForFarmers Regiotap

werden 14 regionale bijeenkomsten georganiseerd. Insteek: een

kort en bondig programma, zodat deelnemers meer tijd hebben

om met elkaar in gesprek te gaan. De avonden stonden in het

teken van het belang van goed mineralenmanagement.

Mengvoeders met een laag fosforgehalte in verhouding tot de voederwaarde (MELK) en ruw eiwit (RE).

SPECIFICATIE OMSCHRIJVING art.nr. MELK RE WDVE FEB Pg P/1000

MELK

Super Efficientbrok 20146 1000 124 100 -25 3,1 3,1

Super MELK Optimaal brok 20196 1080 140 100 -5 3,7 3,4

Super Energiebalansbrok 20296 1000 151 100 0 3,7 3,7

Super MELK Gluco brok 20715 1080 170 120 5 4,2 3,9

Super Plusmixbrok 20046 920 157 100 5 3,7 4,0

Super Pensbalansbrok 20136 1000 186 125 10 4,2 4,2

SPECIFICATIE OMSCHRIJVING

art.nr. MELK RE WDVE FEB P g P/kg RE

Supplement Rumen brok 20845 880 390 175 175 4,7 12,1

Supplement Prima brok 20665 840 397 175 175 6,1 15,4

Supplement Impuls brok 20095 750 334 200 75 6,1 18,3

Supplement Sprintbrok 20816 860 277 190 30 5,3 19,1

Regiotap bijeenkomst te Almen

Page 15: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

15

FosfaatWijzer als hulpmiddelDe Nederlandse rundveehouderij heeft als grote uitdaging om de hoeveelheid fos-for, die aan de totale veestapel wordt ge-voerd, te verlagen en deze efficiënter in te zetten. Het doel is verbetering van de fosfaatefficiëntie op bedrijfsniveau, zo-wel van de bodem als in de koe. Dit kan enerzijds door de bemesting te optimalise-ren, anderzijds door de dieren zoveel mo-gelijk op de norm te voeren, met behoud van melkproductie en diergezondheid. Speciaal hiervoor heeft ForFarmers de FosfaatWijzer ontwikkeld, een praktische handleiding voor veehouders. De Fosfaat-Wijzer brengt de kringloop duidelijk in beeld (zie afbeelding). Per onderdeel worden tips en adviezen aangedragen die bijdragen aan de verbetering van de fosfaatefficiëntie op uw bedrijf.

Deelname BEX interessantHet mestbeleid hanteert normen voor mestproductie, de zogenaamde excretie-forfaits. Voor melkveehouders die daar-van willen afwijken, heeft het ministerie

van EL&I (voorheen LNV) de Handreiking bedrijfsspecifieke excretie melkvee (BEX) opgesteld. Met deze handreiking kan de bedrijfsspecifieke mestproductie bere-kend worden. Voor de meeste veehouders is het financieel interessant om deel te nemen aan de BEX. Bij voordeel hoeft er minder dierlijke mest afgevoerd te worden, of kan er zelfs mest worden aangevoerd. Daarnaast maakt BEX direct inzichtelijk hoe efficiënt het bedrijf omgaat met stik-stof en fosfaat. Fosfaatefficiëntie is in het kader van het terugdringen van het fos-faatoverschot een belangrijk kengetal. ForFarmers adviseert haar klanten uit te zoeken of deelname aan de bedrijfsspeci-fieke excretie interessant is. Ook voor ex-tensieve bedrijven kan deelname interes-sant zijn. Men verkrijgt inzicht, waardoor mogelijk efficiëntieslagen gemaakt kunnen worden.

Juiste voersoort voor hoogste fos-faatefficiëntieDe fosfaatefficiëntie op een melkveebedrijf wordt voor een groot deel bepaald door de

rantsoensamenstelling. Let bij het samen-stellen van het rantsoen goed op de gehalten aan fosfor ten opzichte van de voederwaar-de van de aangekochte producten. Voe-derwaarde kan zowel bestaan uit energie als uit eiwit. Het is per bedrijf verschillend hoeveel van beide moet worden aangevuld. De energiewaarde van voedermiddelen wordt voor melkgevende koeien optimaal weergegeven door het MELK-systeem van ForFarmers. De beste keuze in pro-ductievoeders wordt gemaakt door het fosforgehalte te beoordelen ten opzichte van de MELK-waarde. Bij de aanvullende (eiwitrijke) voeders wordt de beste keuze gemaakt door het fosforgehalte te beoor-delen ten opzichte van het gehalte aan ruw eiwit (RE).

Het assortiment melkveevoeders van ForFarmers voldoet aan de convenantaf-spraken tussen LTO en Nevedi, van maxi-maal 4,5 P of de verhouding 2,5% P/RE.

Schematische weergave van de FosfaatWijzer

Page 16: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

16

Reportage

“Mechanisch ventileren voor constant klimaat en resultaat”Rosékalverhouder Erik Hag in Haaksbergen heeft mechani-

sche ventilatie in een van zijn twee afmeststallen. Zo kan

hij de luchtinlaat beter sturen. Een hogere stroomrekening

neemt hij op de koop toe. Het systeem bevalt zo goed dat

Hag de andere afmeststal volgend jaar ook wil voorzien van

mechanische ventilatie.

De nieuwe afmeststal van Hag is gebouwd in september 2010 en voorzien van mecha-nische ventilatie. De keuze voor mechani-sche ventilatie in plaats van traditioneel natuurlijke ventilatie is een manier om het klimaat in de stal te verbeteren. ForFarmers is voorstander van mechani-sche ventilatie, vertelt vleesvee-voorlichter Bert Blom, omdat je te allen tijde invloed kunt uitoefenen op het klimaat in de stal. “Een goed klimaat komt het resultaat ten goede.”

Twee voordelenHet is echter geen garantie voor succes, want op het klimaat zijn meerdere facto-ren van invloed, zoals de luchtstroom en het instellen van de regeling. Mechanische ventilatie heeft twee belangrijke voordelen: meer grip op het klimaat en een constante verversing van lucht. Er kleven ook nadelen

bedrijf was maar van lieverlee steeds inten-siever is geworden.Het streven is de kalveren onder de acht maanden af te leveren, vertelt Hag. Dit doet hij sinds 2008, toen de defini-tie van kalfsvlees Europees werd vast-gesteld. Hag houdt zijn kalveren in ze-ven groepen van 170 à 180 dieren. Elke vier à vijf weken levert hij een groep af.

In Twente, aan de noordkant van Haaksber-gen en vlakbij het dorp Hengevelde, ligt het bedrijf van rosékalverhouder Erik en zijn vrouw Jolanda Hag. Op het eenmansbedrijf worden 1.200 kalveren gehouden. Daarbij wordt Hag geholpen door zijn vader, van wie hij het bedrijf in 2006 heeft overgeno-men. Hag senior helpt nog altijd mee op het bedrijf, dat van oudsher een gemengd

Page 17: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

De ambitie van Hag: Op basis van technisch resultaat bij de top-10 van Nederland horen, met behoud van werkplezier.

17

BEDRIJFSGEGEVENS

aan, zoals hogere energie- en onderhouds-kosten. Ook is het systeem vergeleken met natuurlijke ventilatie kwetsbaarder voor storingen en is een aggregaat noodzakelijk bij stroomuitval.

VoergangventilatieDoordat Hag goede ervaringen had met voergangventilatie bij zijn opfokkalveren en in het verleden met de vleesvarkens, is deze manier van luchtinlaat ook bij de nieu-we afmeststal gerealiseerd. De lucht komt via twee deuren de stal binnen. Deze zijn voorzien van rolschermen, die afhankelijk van de buitentemperatuur omhoog of om-laag gelaten kunnen worden.De lucht wordt door de kalveren opge-warmd en stijgt vervolgens op naar de nok van de stal, waar de lucht wordt afgezogen. De kalverhouder heeft er weinig werk mee. Deze methode biedt hem zekerheid. “Door de mechanische ventilatie vervang je de afvalstoffen voor frisse lucht en is er dus meer zuurstof in de stal. Dat bevordert de groei en dat is essentieel”, vertelt Hag. De kalveren moeten immers binnen 8 maanden minimaal een gewicht van 165 kilo halen. Het klimaat is volgens Hag veel constan-ter. De kalverhouder kan die vergelijking

maken, omdat hij in de andere afmeststal nog natuurlijke ventilatie heeft. “Nog wel”, grijnst Hag, “maar het is de bedoeling dat we de andere afmeststal volgend jaar gaan aanpassen.” Want het verschil is duidelijk. Hag: “Met mechanische ventilatie haal je de extremen eruit. ’s Winters hebben de kalveren minder last van kouval, ’s zomers blijft de lucht frisser door voldoende lucht-verplaatsing.”Natuurlijk zijn de jaarkosten hoger door het energieverbruik, de ventilatoren draaien im-mers dag en nacht. Deze kosten wegen vol-gens Hag echter niet op tegen de voordelen. Los daarvan is het systeem volgens hem veel welzijnsvriendelijker, omdat de kalve-ren door de constante temperatuur vooral in de zomer minder (hitte)stress ervaren. Combinatie van factorenOf mechanische ventialtie bijdraagt aan betere technische resultaten, vindt Hag moeilijk te zeggen. “De technische resulta-ten lopen continu op”, zegt Hag. Blom vult aan: “Het is een combinatie van factoren, mechanische ventilatie is daar één van.” Maar als Hag opnieuw voor de keuze zou staan, zou hij zeker weer voor mechanische ventilatie kiezen.

Erik Hag (42) is rosékalverhouder in Haaksbergen (Ov.) Hij woont samen met zijn vrouw Jolanda en zoon Twan. Ook zijn ouders wonen op de boerderij en Hag senior helpt mee op het bedrijf. Vroeger was het een gemengd be-drijf met vleesvarkens en jong-veeopfok, maar geleidelijk werd het bedrijf steeds intensiever. Sinds vijf jaar worden alleen nog rosé-kalveren gehouden. Hag is sinds 2008 gespecialiseerd in het jong afleveren van rosékalveren. Hag heeft 12 hectare grond in eigendom en huurt 10 hectare bij. De grond wordt voornamelijk gebruikt voor de maisteelt. Hag houdt 1.200 rosévleeskalveren in zeven groepen voor eigen rekening en risico. De handel van de kalveren ver-loopt via de Pali Group. Iedere 4 à 5 weken wordt een groep afgeleverd. De gemiddelde daggroei zit op 1.170 gram.

Het rantsoen is afhankelijk van de fase waarin de kalveren verkeren: de opfok-, groei- of afmestfase. Kwaliteit en kost-prijs zijn hierin leidend. Door gebruik te maken van bijproducten zoals Corngold wordt de kostprijs gedrukt met behoud van technisch resultaat.

De lucht komt via twee schuifdeuren de stal binnen. Deze zijn voorzien van rolschermen, die afhankelijk

van de temperatuur buiten omhoog of omlaag gelaten kunnen worden.

De ventilator(en) draaien dag en nacht, maar Hag neemt de hogere energiekosten voor lief.

Page 18: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

18

Het project MIJN Duurzaamheid stimuleert melkveehouders om na te denken over de wijze waarop zij duurzaam willen produce-ren. Het gaat om het maken van eigen keu-zes die passen bij de melkveehouders als persoon en als ondernemer, passend bij zijn

Met MIJN Duurzaamheid naar een eigen duurzame bedrijfsstijlDe melkveehouder van de toekomst is duurzaam. Maar wat betekent dat en hoe vult een

melkveehouder dat in op zijn bedrijf? In het project MIJN Duurzaamheid geven melkveehou-

ders invulling aan duurzaamheid op een manier die past bij de ondernemer, het bedrijf en de

omgeving. ForFarmers organiseert als eerste mengvoerleverancier in Nederland drie toe-

komstcafés waar melkveehouders aan de slag gaan met duurzaamheid op het eigen bedrijf.

bedrijf en bij zijn omgeving. Doordat de term duurzaamheid door de jaren heen een containerbegrip is gewor-den is het belangrijk dat duidelijk inhoud wordt gegeven aan de term duurzaam-heid, zonder daarbij sturend te zijn.

Vier pijlersBovendien zijn gedurende het project de vier pijlers Boer, Koe, Burger en Milieu leidend, waarbij per pijler diverse voor-beelden genoemd worden. Bij nadere uit-werking worden deze vier pijlers opnieuw met elkaar verbonden. Door de keuzes met elkaar te verbinden, werken de on-dernemers op integrale wijze aan een duurzamere bedrijfsstijl. Juist die inte-grale benadering maakt MIJN Duurzaam-heid anders dan andere projecten. On-dernemers ontwikkelen een totaalvisie en strategie voor duurzaamheid. Uiteindelijk gaat het erom dat een grote groep melk-veehouders op eigen wijze inhoud geeft aan duurzaamheid en daarbij aangeven welke keuzes zij maken en waarom.

Meer dan alleen een stalontwerpVanuit MIJN Duurzaamheid gaan de on-dernemers verder dan optimaliseren van bedrijfsvoering of het maken van een sta-lontwerp. Door de balans te zoeken tus-sen de vier invalshoeken ontwikkelen de deelnemers een geheel eigen bedrijfsstijl. Ze maken een toekomstig ontwerp van hun bedrijf voorzien van concrete keuzes en bepalen de route om daar te komen, inclusief de eerste stappen. Het traject levert geen uitgewerkte nieuwbouwte-kening van de stal of een doorgerekend financieringsplan. Het gaat niet per se om stallenbouw, het gaat om de hele be-drijfsstijl.

EindresultaatHet project is gericht op een duurzame bedrijfsstijl. Een duurzame ‘manier van

“Ik luister naar mijn omgeving”

“Het past gewoon bij mij”

“Ik wil echte stappen

zetten”

“Ik durf anders

te denken”

Page 19: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

19

doen’ op uw eigen bedrijf, die past bij uzelf, uw bedrijf en omgeving. Bij MIJN Duurzaamheid maakt u een afweging waarbij u kijkt naar:• mijn leven, mijn bedrijf, mijn omgeving,

mijn duurzaamheid• mijn dieren, mijn economie, mijn ecolo-

gie, mijn samenleving• mijn waarden, mijn keuzes, mijn plan,

mijn routeHet eindresultaat is een praktisch beeld, plan of ontwerp van uw bedrijf voor de toekomst, met een eigen route er naar toe zonder verplichtingen.

Drie toekomstcafés Bent u ook benieuwd hoe u het beste in-vulling kunt geven aan duurzaamheid op uw melkveebedrijf? Speciaal hiervoor organiseert ForFarmers interactieve toe-komstcafés op de volgende drie data:• 25-01-2012 Zaal Ensink – Weerselo• 01-02-2012 De Radstake – Varsseveld• 02-02-2012 Zaal Zwakenberg – RaalteAanvangstijd van deze toekomstcafé’s is 20.00 uur.

Meer informatie over de toekomstcafés MIJN Duurzaamheid van ForFarmers is te vinden op www.forfarmers.nl/mijn-duurzaam-heid. Hier kunt u zich ook direct aanmelden.

Uitvoerende instellingenWageningen UR Livestock Research, Pro-jecten LTO Noord, PPP-Agro, IDV-Advies en LTO Noord.

Kijk voor meer informatie op www.mijnduurzaamheid.wur.nl.

Door gebruik te maken van de bedrijfs-specifieke excretie (BEX) blijkt op veel bedrijven weer ruimte te ontstaan voor rijenbemesting in snijmais. Om met de huidige bemestingsnormen de maximale opbrengst te halen, is de juiste keuze van de rijenbemesting nog belangrijker. Maismaster is een nieuwe meststoffen-lijn speciaal ontwikkeld als rijenbemes-ting bij mais. De korrelvorm en -kwaliteit zijn verder verbeterd en de formules zijn geoptimaliseerd. De meststoffenkor-rels zijn uniform van grootte en elke kor-rel bevat de omschreven samenstelling. Borium speelt een belangrijke rol en draagt bij aan een goede vulling van de kolf. Het Boriumpercentage in Maismaster is een goede aanvulling op de dierlijke mest. Uit proeven van CropSolutions wordt elke

De vier formules van de Maismaster-producten zijn:

Korrel N-totaal Fosfaat Borium

Maismaster 20-20-0,2B 20 20 0,2

Maismaster 25-10-0,3B 25 10 0,3

Maismaster 25 5-0,2B 25 5 0,2

Maismaster 25- 0-0,2B 25 0 0,2

Vloeibaar N-totaal Fosfaat Borium

Maismaster 24-6-0,2 24 6 0,2

Nieuw: MaismasterVoor bouwland (maisland) worden in 2012 de fosfaatnormen bij percelen met de toestand hoog of neutraal (PW boven de 36) met 5 kilo per hectare verlaagd. Dit betekent voor veel bedrijven een verdere verlaging van de fosfaatbemesting.

keer opnieuw bevestigd dat met boven-genoemde producten de hoogste droge-stofopbrengst wordt behaald met de Maismaster-producten.

Maismaster biedt:• Vier samenstellingen en is ook vloei-

baar verkrijgbaar• Voldoende aanvulling van Borium• Kwaliteitskorrels die uniform, hard en

vrij van stof zijn• Fosfaat is > 90% oplosbaar in water• Financieel het beste resultaat

Page 20: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

20

Mais heeft veel voordelen. Naast het feit dat het een hoge drogestofopbrengst geeft is het een gewas dat veel energie oplevert. Dat is van groot belang om tegen de laagst mogelijke kostprijs te kunnen melken. Recent zijn de rassenlijsten van PPO en DLV Plant uitgekomen, zodat u de presta-ties van de rassen kunt bekijken en verge-lijken. Ook is te zien welke nieuwe rassen zijn toegelaten. Er staan veel goede mais-rassen op de lijsten. De vraag is welk ras u het beste past en het meeste oplevert. Het rassenadvies van ForFarmers richt zich op drie onderdelen: opbrengstpoten-tie, voedertechnische eigenschappen en landbouwkundige eigenschappen van de rassen. Welke eigenschappen voor u door-slaggevend zijn, hangt vooral af van het productieniveau van uw melkkoeien, het aandeel mais in het rantsoen, de grond-soort op uw bedrijf en de intensiteit van uw bedrijf (liters melk per hectare). Uiteraard is ook uw persoonlijke ervaring met een ras van belang.

De rassen LG 30.211, LG 30.218 en Torres zijn veel gezaaid en scoren wederom zeer goed op de rassenlijst 2012. Het ras P8057 in de zeer vroege en het ras Messago in de vroege groep zijn twee veel belovende nieuwkomers.

Veel goede snijmaisrassen voor 2012Recentelijk zijn de nieuwe

rassenlijsten uitgekomen,

met veel goede en nieuwe

rassen. Welk ras past het

beste bij uw bedrijf en levert

het meeste op? ForFarmers

zet de rassen met hun sterke

eigenschappen op een rij.

Page 21: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

21

ZEER VROEGE GROEPLG 30.211 behoort tot de top van de meest gebruikte zeer vroege rassen. LG 30.211 combineert een hoog zetmeelgehalte en een hoge VEM/kg ds van de gehele plant. LG 30.211 scoort in deze groep het hoog-ste in de drogestofopbrengst. Landbouw-kundig een zeer stabiel ras.

Nieuw: P8057P8057 is nieuw toegelaten en onderscheid zich door een zeer hoog zetmeelgehalte en hoge VEM/kg ds. P8057 geeft een hoge opbrengst en heeft de hoogste waardering voor helminthosporium-resistentie.

Veel goede snijmaisrassen voor 2012

Kuiluitslagen 2011De kuiluitslagen van klanten van ForFarmers laten, ten opzichte van de totale overzichten van BLGG, zien

dat ze hoger scoren in zetmeel, voederwaarde en verteringscoëfficiënt. Een mooie bevestiging dat ras-

senadvies onderscheidbaar is.

LG 30.211 LG 30.218 TorresGemiddelde ForFarmers

BLGG

DS % 36,1 36,3 35,6 35,9 35,3

VEM 991 999 989 992 986

Zetmeel 350 361 368 359 349

Vc NDF 56,9 57,5 52,7 56,1 56

BESTEL UW MAISZAAD OP TIJD!Maiszaad besteld voor 15 februari levert €2 per zak extra korting op. De betaling van deze vroeg bestelde mais is pas in mei.

Rassenvoorkeur 2012 De rassenselectie is in hoofdzaak gebaseerd op opbrengst en kwaliteit, waarbij alle rassen landbouwkundig zeer stabiel zijn.

SNIJMAISKORRELMAIS/CCM ENERGIEMAIS

zeer vroeg vroeg midden vroeg

LG 30.211 LG 30.218 Torres Ricardinio Atletico

Nitro LG 32.27 Torres NK Sigmund

P8057 Messago Millesim

VROEGE GROEPLG 30.218 is het meest verkochte ras in 2011. LG 30.218 levert de meeste VEM/kg ds en scoort hoog in drogestofopbrengst. Dit resulteert in een zeer hoge VEM-op-brengst.Nitro is het vroegste ras in deze groep en scoort zeer hoog in zetmeelgehalte. Daarmee is een hoge VEM- en zetmeelop-brengst te behalen.

Nieuw: MessagoMessago scoort zeer hoog in de droge-stofopbrengst. Dit resulteert in zeer hoge VEM- en zetmeelopbrengsten. LG 30.223 gaat het derdejaars onderzoek in bij PPO. LG 30.223 is een potentieel nieuw ras voor 2013 en absoluut top in drogestof- en VEM- opbrengst.

MIDDEN VROEGTorres heeft wederom de hoogste score in drogestof-, zetmeel- en VEM-opbrengst. Zeer massaal ogend gewas.LG 32.27 scoort hoog in zetmeelgehalte en VEM/kg drogestof. Ook de drogestof- en VEM-opbrengst zijn goed, waarmee dit ras op alle fronten hoog scoort.

Uw voorlichter is u graag van dienst om de rassenkeuze te bespreken en ook de rassen informatie te verstrekken van korrel-mais, CCM en/of energiemais.

NIEUW NIEUW NIEUW

Page 22: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

22

De productie van de zeug wat betreft aan-tal biggen neemt nog steeds toe. Uit Agro-scoop® blijkt dat het landelijk gemiddelde op 28 ligt en nog steeds met 0,5 big per jaar toeneemt. Dit vraagt steeds meer van de zeug en dus een steeds betere voorbe-reiding op de hoge productie. Door middel van de bigvitaliteitscheck krijgt ForFarmers een goed beeld van de kwaliteit biggen die zeugen produceren.

GraadmetersHelaas is van te voren niet te zien hoe de biggen zich tijdens de dracht in de zeug ontwikkelen. Hiervoor zijn zeugfactoren als

conditiescore, spekdikte en gewicht be-langrijke graadmeters. Bij de voeding wor-den deze factoren gebruikt als maatstaf om de zeug door middel van nutriënten en voerschema’s te kunnen sturen.

ProefopzetDoel van de proef, uitgevoerd door de af-deling R&D, was het in beeld brengen van de zeugfactoren door intensief te meten en te zien of deze een relatie hebben met de kwaliteit van de biggen. In het onderzoek hebben 2 bedrijven mee gedaan met beide een kruising van Topigs-20 x Piétrain. In totaal zijn 286 zeugen met biggen geme-

ten. Bij de zeugen werden op het moment voor werpen en spenen conditiescore, spekdikte en gewicht gemeten. De condi-tiescore werd door een persoon uitgevoerd volgens de 5 scores die in het algemeen veel in de praktijk gebruikt worden (figuur 1). Spekdiktes (2 lagen) werden gemeten vol-gens de stamboekmethode, waar in totaal 6 punten gemeten zijn bij de zeug (figuur 2). De achtergrond is dat de P2-methode (punten 5 en 6 in dit onderzoek) vooral het genetische vet toont en de punten 1 tot en met 4, dichter bij de schouder, meer be-invloedbaar zijn door voeding. Gewichten van de zeugen werden gemeten door mid-del van een weegschaal.De biggen werden binnen 24 uur na ge-boorte individueel gewogen en opnieuw op het moment van spenen (26 dagen op beide bedrijven). Daarnaast werden stan-daardgegevens als totaal geboren, levend geboren, mummies en dood geboren geno-teerd.

ResultatenDe twee bedrijven in dit onderzoek hielden er een andere methode op na wat betreft sturing van de zeug via voeding. Het ene bedrijf stuurde op het oog (conditiescore), het andere bedrijf combineerde deze me-thode met de spekdiktemeting (P2-metho-de).De gewichtsontwikkeling van zeugen liet bij beide bedrijven een lineaire stijging zien tot en met de vijfde pariteit. Dit was zowel het geval op het moment voor werpen als bij spenen. Qua spekdikte liep dit ook op bij beide be-drijven, maar was de stijging bij het bedrijf dat op het oog scoorde groter dan bij het bedrijf dat werkelijk de spekdiktes bijhield (figuur 3).

Zeugen voeren aan de hand van een Body Mass IndexIn de periode maart-augustus zijn op twee bedrijven metingen uitgevoerd om een beeld te

krijgen van de conditie van de moderne zeug. ForFarmers focust al geruime tijd op metingen

over de bigvitaliteit. Deze leveren veel informatie op, maar om de bigvitalteit te verbeteren

moet vooral naar de zeug gekeken worden. Om een goed beeld te krijgen van de invloed van

een zeug op de biggen zijn drie zeugfactoren gemeten; conditiescore, spekdikte en gewicht.

Figuur 1: Overzicht conditiescores van de zeug, 1; te dun, 2; dun, 3; ideaal, 4; dik, 5; te dik

Figuur 2: Overzicht spekdiktemeting volgens de NL stamboekmethode

Laatste rib Schouder

Page 23: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

23

Dat de conditiescore een subjectieve me-ting is, blijkt uit het feit dat er geen relatie gevonden werd tussen deze score met ge-wicht en spekdikte. Daarnaast was er ook geen relatie te vinden tussen het gewicht en spekdikte. Beide bedrijven vertoonden veel variatie tussen de zeugen.Doordat beide bedrijven de biggen over-leggen kan de invloed van de zeug tijdens lactatie niet direct bepaald worden voor wat betreft de biggewichten. Daarnaast voerden beide bedrijven de biggen bij in de kraamstal. Dit is ook van invloed op het ver-loop van de biggengroei in de kraamfase.Behaalde spekdikte en gewicht tijdens de drachtfase bleken geen invloed te hebben op het gemiddelde geboortegewicht van de biggen. Ook de zeugfactoren conditie-, spek- en gewichtsverlies tijdens de lactatie hebben geen relatie met de gewichtstoe-name van de biggen.

Individuele sturing nodigUit deze evaluatieproef blijkt dat er veel variatie is tussen zeugen en ook binnen pa-riteiten. Dit geeft aan dat de conditie van de zeugen en de sturing daarvan niet op een uniforme manier in te vullen is. Indivi-duele sturing in een groep is nodig om de uniformiteit op peil te houden. Daarnaast bleken de verschillende stu-ringsmethodes op beide bedrijven wel een goed beeld te geven over de reactie van de zeugenstapel. Het bedrijf dat spekdikte noteerde liet een duidelijke handhaving van spekdikteverloop zien over de pariteiten, terwijl het bedrijf dat op het oog de condi-tie scoorde zeker met oudere worp zeugen qua spekdikte te veel groeide.Dat er weinig relatie gevonden werd op bigvitaliteit en groei tot aan spenen heeft deels te maken met factoren die niet geme-ten zijn, zoals bijvoedering in de kraamstal, exacte opname van de zeug en overleg na werpen. Volgende stap is deze factoren wél mee te nemen en daadwerkelijk een voer- of voerschemaverschil in te brengen tussen twee zeugengroepen.

ConclusieFeit is wel dat regelmatig metingen uit-voeren van spekdikte en gewicht -net voor werpen en op moment van spenen- de ontwikkeling en uniformiteit van de zeu-genstapel ten goede komt. Daarbij moet vooral in de eerste 5 pariteiten (gebaseerd op dit onderzoek) gefocust worden op de gewichtsontwikkeling en bij de oudere pari-teiten voornamelijk gestuurd worden om de spekdikte te handhaven.

Figuur 3: Spekdikteverloop bedrijf 1 d.m.v. spekdiktemeting en conditie-score.Spekdikteverloop van de 6 gemeten punten volgens de stamboekmethode.

Meten is weten• Blijf biggewichten volgen als maatstaf van kwaliteit, maar ook of er

gestuurd moet worden op zeugenvoer• Spekdikte meten is nauwkeuriger dan op het oog conditie scoren• In de eerste 4-5 pariteiten ontwikkelt de zeug in gewicht, monitor dit

ook door middel van zeuggewichten te meten.• Pas vooral bij oudere worpszeugen op voor vervetting.• Meet de gewichten en spekdikte minimaal 2 keer in een cyclus; net

voor werpen en bij spenen.• Kijk op onze website www.forfarmers.nl/varkens hoe u spekdikte meet.

Dat er uiteindelijk een Body Mass Index ontstaat voor zeugen is goed mogelijk. Gezien de vooruitgang in productiegetal-

len van verschillende genetica zijn er ech-ter meer constantere metingen nodig om dit te kunnen bewerkstelligen.

0

5

10

15

20

25

30

35

Spek

dikt

e

Pariteit

Spekdikteverloop bedrijf 1

Punten 1&2

Punten 3&4

Punten 5&6

Lineair (Punten 1&2)

Lineair (Punten 3&4)

Lineair (Punten 5&6)

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

1 2 3 4 5 6 7 8

Spek

dikt

e

Pariteit

Spekdikteverloop bedrijf 2

Punten 1&2

Punten 3&4

Punten 5&6

Lineair (Punten 1&2)

Lineair (Punten 3&4)

Lineair (Punten 5&6)

Figuur 4: Spekdikteverloop bedrijf 2 d.m.v. alleen conditiescoreSpekdikteverloop van de 6 gemeten punten volgens de stamboekmethode op bedrijf 2 die zeugen indeelt

dmv. de subjectieve conditiescore.

Spe

kdik

te in

mm

Spe

kdik

te in

mm

Page 24: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

24

Voor een big is het optimaal als de voer-opname op jonge leeftijd goed op gang komt. Als een big al vanaf dag 5 went aan de opname van vast voer, kan voor spenen een totale opname van 800 gram per big worden gerealiseerd. Door deze hoge voer-opname voor spenen ontwikkelt het maag-darmstelsel zich al vroeg.Wanneer darmen zich ontwikkelen, neemt de groei van darmvlokken toe. Daardoor neemt de oppervlakte van de darm en de verteringscapaciteit van de darm toe. Darmontwikkeling houdt tevens in dat de enzymproductie op gang komt, zodat de

Bambig stimuleert de Darm-ontwikkelingDe voeropname van biggen in de kraamstal en in de eerste

periode na spenen heeft een grote invloed op het verdere

verloop van de opfokperiode. Voeropname is immers gerela-

teerd aan darmontwikkeling; hoe meer vast voer het maag-

darmstelsel passeert, des te beter darmen zich ontwikkelen.

Daardoor starten biggen makkelijker op na spenen.

big na spenen goed in staat is plantaardige grondstoffen te verteren. Dit kan gereali-seerd worden wanneer in de kraamstal al droogvoer wordt verstrekt.

OnderhoudsenergieNa spenen heeft een big voor onderhoud ongeveer 200 gram voer nodig. Deze hoe-veelheid voer wordt ongeveer op 5 da-gen na spenen voor het eerst opgenomen bij veel biggen. Circa de helft van deze onderhouds energie is nodig voor onder-houd van het maagdarmkanaal. Als een big onvoldoende voer opneemt, is er onvol-

doende energie voor onderhoudsbehoefte van de darmen. Daarom is voeropname di-rect na het spenen van grote invloed op de mate van het afsterven van darmvlokken. Door een te lage voeropname en stress sterven darmvlokken af, waardoor biggen niet in staat zijn het voer te verteren.

GevolgenWanneer darmvlokken afsterven, neemt de mogelijkheid toe dat schadelijke compo-nenten -die zich in het maagdarmstelsel be-vinden -in het bloed terecht komen en van-daaruit in het lichaam van de big worden verspreid en problemen veroorzaken. Door afgestorven darmvlokken kunnen darmen onvoldoende voedingsstoffen opnemen in het lichaam om te groeien. Ook neemt de weerstand van biggen af, waardoor ze vatbaarder zijn voor infecties als coli’s en streptokokken. Vanwege de te lage voedingsstofopname in het lichaam spreken biggen hun reserves aan en vallen ze af. Met het afsterven van darmvlokken neemt tevens de absorptieca-paciteit van de darmen af, waardoor minder vocht uit de voedselbrij wordt onttrokken en diarree ontstaat. Het afsterven van darmvlokken heeft ook een negatief effect op vertering van het voedsel. De enzymproductie in de darmen wordt verlaagd als darmvlokken afsterven, waardoor vertering in de big niet goed op gang komt. Hierdoor zijn meer onverteerde eiwitresten in de darm aanwezig, waar pa-thogene kiemen ongeremd op kunnen door-groeien en de darm koloniseren.

CompensatieVlak na het spenen is de voeropname van sommige dieren tot een nulpunt gedaald. Dit resulteert in een tekort aan energie en nutriënten. De negatieve gevolgen hiervan zijn hierboven al beschreven. Enkele dagen na spenen veroorzaakt het hongergevoel een sterke stijging van de voeropname. Het verteringsapparaat van de dieren kan deze grote hoeveelheden voer nog niet aan, waardoor diarree ontstaat. Hierdoor ont-staan pieken in de energie- en voeropname

Opbouw van de dunne darm met rechts een uitvergroting van een darmvlok.

Page 25: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

25

en blijven biggen last houden van diarree.

Gewenste voeropnameMet voeders van ForFarmers vindt een op-timale voeropname plaats. Door Bambig te voeren in het kraamhok kunnen biggen voor spenen al 800 gram droge stof opnemen. Dit zorgt ervoor dat de darmontwikkeling goed op gang komt. Echter, na spenen daalt de voeropname altijd vanwege stress rondom spenen. Ook daalt de energieop-name door het wegvallen van zeugenmelk. Energie die de big verkrijgt uit zeugenmelk wordt namelijk niet meteen na spenen ge-compenseerd door energie uit vast voer. Doorvoeren en goed toegankelijk maken van het voer dat voor het spenen is ver-strekt, bevordert de opname direct na het spenen. De dip komt zo niet op het nulpunt en biggen krijgen genoeg energie en voe-dingsstoffen binnen voor ontwikkeling van het maagdarmstelsel en om te groeien. Het streven is een voeropname van 150 gram per big te realiseren op de eerste dag na spenen. Doordat de biggenvoeders van ForFarmers perfect op elkaar aansluiten, worden soepele voerovergangen gecreëerd. De darmontwik-keling van de biggen verloopt zo optimaal.

VoermeterWanneer darmen optimaal kunnen wennen

aan de vertering van vast voer, groeien big-gen na spenen onbezorgd door. Daarom brengt ForFarmers de voeropnames in de kraamstal en in de biggenopfok in beeld. Dit geeft enorm veel informatie. Er kan bedrijfsspecifiek gestuurd worden naar een optimale darmontwikkeling en een pro-bleemloze biggenopfok. Met behulp van voermeters van ForFarmers kan de voeropname op een eenvoudige ma-nier in beeld worden gebracht. Bent u ook benieuwd naar de voeropname van uw big-gen? Vraag dan uw voorlichter om de gratis voermeters.

Vloeibaar voerenUit onderzoek van ForFarmers is gebleken dat biggen die in de kraamstal gevoerd zijn met Bambig op het moment van spenen 15 procent meer drogestof opnemen dan de adviesopname. Dit bewijst dat biggen door het voeren van brij in de kraamstal snel een hoge opname creëren. ForFarmers stimuleert het vloeibaar bijvoeren van zo-wel melk als brij in de kraamstal. Daarom ondersteunen wij u tijdelijk bij de aanschaf van zowel een melk- als een brijmenger. Kijk voor meer informatie op www.debestebiggen.eu.

Schematische weergave van een goed functionerende darmwand en een ‘lekke’ darmwandJonge cellen groeien aan de voet van de darmvlok en schuiven over het basaalmembraan naar boven en rijpen ter plaatse af. Bij aangetaste vlokken wordt de

top van de darmvlok niet afgedekt met onrijpe cellen, maar met cellen die minder vocht opnemen. Daar kunnen schadelijke kiemen hechten, omdat het slijm niet

meehelpt af te stoten. De vlok neemt minder vocht op en de uitscheiding van vocht gaat gewoon door. Als ook de dikke darm de vochtopname niet meer aankan,

ontstaat diarree.

Foto rechts: De voermeter wordt als sticker in een

voerbak geplakt.

Page 26: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

26

Het voorweken van voer is niets anders dan het voer 12 tot 24 uur voor voeren aanma-ken met water en laten weken. Dit gebeurde lang geleden ook al met het klaar zetten van voer in de trog. Bij fermenteren blijft het voer minimaal 24 uur staan, voordat het gevoerd wordt. Nu steeds meer droge grondstof-fen via brijvoerinstallaties gevoerd worden, wordt voorweken of fermenteren weer inte-

Het nieuwe voerenNiet alleen de samenstelling van voeders verandert en

verbetert voortdurend, ook de wijze waarop en hoe ge-

voerd wordt is in ontwikkeling. De nieuwste ontwikke-

lingen zijn het voeren van steeds meer enkelvoudige producten,

voorweken/fermenteren van voer en het voeren van warme brij.

Zo worden bedrijven steeds duurzamer en verbetert het saldo. ressant. Deze droge grondstoffen worden, bij voorkeur met warm water (30°C), opge-mengd en weggezet in een tank. Door het weken verbetert de oplosbaarheid en homogeniteit van deze brij. Ook gaat de PH van het mengsel naar beneden. Deze drie aspecten werken positief op de opname en darmgezondheid van de varkens, waardoor volgens Deens onderzoek de voederconver-

sie met 4 procent verbeterd. Dit resulteert in een voordeel van ruim €2 per afgeleverd varken.

FosfaatefficiëntieDoor weken en PH-verlaging verbetert ook de P-verteerbaarheid van grondstoffen. Vooral tarwe staat er om bekend dat het van nature fytase bevat, een enzym dat onder andere de P-verteerbaarheid verbetert. Dit enzym heeft tijd, vocht en een iets lagere PH nodig om optimaal te werken. Met 12 tot 24 uur voorweken krijgen fytase-enzymen de kans het fosfaat in de granen van 50 naar bijna 100 procent verteerbaar te brengen. In een gemiddeld brijrantsoen kan dit al gauw een besparing opleveren in de fosfaataanvoer van 5 procent. Dit komt weer overeen met een verbetering van de fosfaatefficiëntie van ongeveer 10 procent. Door het mengsel maximaal 24 uur te laten staan en elke keer weer met een schoon mengsel te beginnen, loopt men geen risico op bederf.

Warme brijAls biggen mogen kiezen tussen warme (35-40 °C) en koude brij, kiezen ze altijd voor war-me brij. Dit is zowel het geval na spenen als bij opleg in de mesterij. Door het voer warm aan te bieden, ligt de opname vanaf dag 1 hoger dan die van koude brij. De opstart ver-loopt veel beter, waardoor uiteindelijk groei en voederconversie gunstig uitpakken. In de praktijk is gebleken dat bij warme brij varkens de tweede dag na opleg al op sche-ma zitten. Door brij op te warmen van 15 naar 35 graden -varkens hoeven dit dan niet meer zelf te doen- wordt een energiebespa-ring van 24 kwatt per afgeleverd vleesvarken gerealiseerd. Omgerekend naar voer is dit vijf kilo mengvoer.Daarnaast heeft het dier minder energie uit voer nodig voor onderhoud. Bij een gelijke opname zal er meer groei zijn. Vooral dieren met een lage voeropname profiteren hiervan. Bij deze dieren gaat relatief een groter deel van het voer naar onderhoud. Als het opwar-men van de brij gerealiseerd kan worden door warmteterugwinning op het bedrijf, dan zal al het saldo snel verbeteren en de duurzaam-heid bevorderen.

Enkelvoudige grondstoffenDoordat varkensbedrijven in omvang groeien, komen er op steeds meer bedrijven mogelijk-heden om over te gaan op enkelvoudige pro-ducten. Dit kunnen zowel droge grondstoffen als natte bijproducten zijn. ForFarmers con-

Page 27: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

27

Bart (26) en Gerrit Goselink hebben in Albergen (Ov.) een bedrijf met 750 vermeerderingszeugen met een hoge gezondheidsstatus (SPF). Zij willen hun eigen biggen afmesten en minder afhankelijk zijn bij calamiteiten. De stal biedt plaats aan ongeveer 3.520 vlees-varkens. Ze zijn nog niet gesloten, maar er liggen wel plannen dit in de toekomst te realiseren. Er is veel aandacht voor inpassing in het Twentse landschap. Naast de luchtwasser staat een warm-tewisselaar. Deze haalt warmte uit het spuiwater van de wasser. Goselink ge-bruikt de warmte van de dieren voor het verwarmen van (brij)voer en de vloer-verwarming in de hokken.

Welk voersysteem heb je?Bart Goselink: “Wij hebben gekozen voor een brijvoersysteem. We kunnen hiermee zowel natte als droge bijpro-ducten voeren. Ook kunnen we via de voormenger stapelbare producten voe-ren. Bijzonder aan ons systeem is dat we ook de beschikking hebben over bijna onbeperkt warm water en dat we,

Wat is jullie ervaring tot nu toe?Goselink: “Wat we tot nu toe zien is dat de voeropname erg goed is en de var-kens uitstekend groeien.”

Wat voer je?Goselink: “We voeren tot nu toe gerst, tarwe, aardappelstoomschillen en inge-dikte wei. De granen weken we sinds kort in. In overleg met ForFarmers-voor-lichter Achim Tijkorte gaan we als de stal vol ligt, meer bijproducten inzetten.”

Tijdens de open dag bij Goselink in ok-tober zijn er diverse presentaties gehou-den m.b.t. Duurzaamheid, o.a. een pre-sentatie over duurzaam voeren. U vindt deze presentaties op www.brijportaal.nl.

“BIGGEN MET WARME BRIJ AL NA TWEE DAGEN OP GEWENSTE VOEROPNAME”

Bart Goselink Foto: ForFarmers TV, Henrie Kamps

Maatschap Goselink in Albergen hield in oktober een open dag vanwe-

ge een nieuwe vleesvarkensstal. Bart Goselink voert brij met natte en

droge producten. Hij verwacht op verschillende fronten voordeel uit het

systeem te halen.naast bijproductentanks, ook geïsoleerde tanks hebben waarin we het voer kunnen inweken.”

Wat zijn de voordelen van dit sys-teem?Goselink: “We leggen de biggen licht op (18 kilo). Je ziet dan dat het een groot voordeel is als je deze biggen warme brij voert. Ze pak-ken het erg snel op en zitten de tweede dag al op de gewenste opname. We verwach-ten door het inweken dat we zeer scherpe voederconversie’s kunnen gaan draaien. Nadeel is misschien dat de installatie veel mogelijkheden heeft en dat je goed moet weten wat je doet om fouten te voorkomen bij het instellen.”

Waarom hebben jullie voor dit sys-teem gekozen?Goselink: “Wij hebben gekozen voor een installatie waarmee we het maximale re-sultaat kunnen halen en in kunnen springen op zoveel mogelijk bijproducten die interes-sant kunnen zijn. Ook wilden we een instal-latie waarmee we de voergift zo goed mo-gelijk konden sturen.”

stateert dat er steeds meer droge producten, en vooral CCM uit de regio, gevoerd wordt. CCM is één van de betere grondstoffen voor varkens die een positieve invloed heeft op de gezondheid van de dieren. Dit leidt ook vaak tot een verbetering van de technische cijfers. Doordat CCM uit de regio komt en er geen energie gestopt hoeft te worden in het dro-gen, is het in dat licht gezien een duurzame ontwikkeling.

Groter aanbodOp de markt van de natte producten komt er een steeds groter aanbod van tarwegistcon-centraten. Dit is een restproduct dat overblijft bij de productie van ethanol. Door het ruime aanbod is het kostentechnisch gezien aan-trekkelijk. Door het op de juiste wijze in het rantsoen te rekenen, worden de voerkosten verlaagd. Het verwerken van restproducten is ook een vorm van duurzaam ondernemen.

VOORAANKONDIGING WROETEN MET VARKENSNET

Kraamstalmanagement en bigvitaliteitBent u als varkenshouder op zoek naar praktische tips om de bigvitaliteit te verbete-ren en de uitval van biggen te verminderen? VarkensNET organiseert in samenwer-king met ForFarmers en GD een Wroeten met VarkensNET op 6 en 14 februari 2012. Met collega’s kunt u zich tijdens de bijeenkomsten verdiepen in de biestopname en het geboortegewicht van uw biggen. U neemt het management in de kraamstal on-der de loep, om te komen tot een beter resultaat.

Ondernemen met ballen!Benieuwd naar praktische tips om beren te gaan afmesten? VarkensNET organiseert wegens succes nogmaals in samenwerking met ForFarmers, Vion, Abab en WUR Livestock Research een Wroeten met VarkensNET in maart 2012. Doel van de bijeen-komst is het ontsluiten en delen van kennis over het afmesten van beren. Daarnaast wordt ook de vertaling gemaakt naar de toepassing op het eigen bedrijf.

Kijk op www.varkensnet.nl voor meer informatie en het programma, of geef uw inte-resse alvast door via [email protected].

Page 28: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

28

Het project ‘Minder antibiotica Yes we can!’ is eind 2010 opgezet door farmaceut Boehrin-ger Ingelheim, als antwoord op de door de overheid opgelegde vermindering van het antibioticagebruik. Doel is varkenshouders te motiveren en handvatten te geven om deze uitdaging aan te gaan. Het project werd af-gesloten met een symposium op 12 oktober tijdens de landbouwbeurs in Den Bosch.ForFarmers is in augustus van dit jaar ge-stopt met de productie van gemedicineerd voer. Al in een vroeg stadium zijn bedrijven individueel begeleidt en is gezocht naar een passende oplossing. Uit een onlangs gehou-den inventarisatie blijkt dat deze overgang soepel is verlopen.

Pigcare®

De basis voor antibioticareductie is ge-zonde varkens. Daarvoor heeft ForFarmers Pigcare®, dat de gezondheid van varkens verbetert en boeren en voorlichters be-wust maakt van manieren waarop ziek-

tekiemen worden verspreid. Pigcare® be-staat uit drie elementen. Het begint met de Pigcare®scan. Daarmee wordt de huidige gezondheidsstatus van een bedrijf in kaart gebracht. Hoe groot is het risico dat ziek-tekiemen een bedrijf kunnen binnenkomen en binnen het bedrijf worden verspreid. Dit kan men beoordelen door te kijken naar hoe het bedrijf omgaat met diercontacten, personeel, materiaal en omgevingsfactoren. Nadat deze risico’s in kaart zijn gebracht, wordt per groep een score gegeven. Via deze score krijgt het bedrijf zicht op wat de sterke punten zijn en welke punten verbetering be-hoeven.Met behulp van Agroscoop® worden de tech-nische resultaten van het bedrijf in kaart gebracht. Ten slotte wordt door middel van serologie de gezondheid in het bloed van var-kens gemeten. Daarna stellen de boer en de voorlichter in overleg met de dierenarts een plan van aanpak op. Met Pigcare® wordt de gezondheidsstatus

Twee klanten bekroond met Yes We Can AwardTwee klanten van ForFarmers hebben in oktober de Yes We Can Award gewonnen, een prijs voor varkensbedrijven die een opvallende vermindering in antibioticagebruik hebben laten zien. In de categorie innovatie ging de prijs naar Frievar in Friesland, in de categorie vacci-natie viel de familie Bruns uit Saasveld (Ov.) in de prijzen.

Frievar is een samen-werkingsverband in Friesland van 5 vermeerderaars en 11 vleesvar-kenshouders. Ze gebruiken de-zelfde genetica, hetzelfde voer en dezelfde ve-terinaire bege-leiding. De samenwer-

king brengt meer dan alleen inkoopvoordeel. John Lorist is een van de initiatiefnemers. “Iedereen heeft hetzelfde uitgangsmateri-aal. De resultaten verschillen. Maar het suc-ces dat het ene bedrijf haalt, maakt het voor

“GEZONDHEID DE BASIS VAN SUCCESVOLLE SAMENWERKING”anderen eenvoudiger belangrijke stappen te zetten.“ Gezondheid werd steeds belang-rijker. Lorist: “Zeker sinds wij beseffen dat varkenshouders vooral voedselproducenten zijn. En voedselveiligheid hangt altijd samen met gezonde varkens.” Voorlichter Peter Rut-ten is namens ForFarmers betrokken bij de samenwerking. Hoe ziet de samenwerking eruit?Rutten: “We stellen gezamenlijk doelstel-lingen op met de dierenarts en ondernemer. Er is een plan van aanpak en korte commu-nicatielijnen, en elke week wel telefonisch overleg over de bedrijfsbezoeken. Daarnaast wordt elk bezoek in een verslag vastgelegd. Belangrijk is dat we er naar streven eerst te kijken of we problemen met management kunnen oplossen, en als het echt niet kan met

medicijnen. Maar altijd met de gedachte om weer zo snel mogelijk te stoppen.”Verder is er vier keer per jaar overleg over de voortgang van de keten. Hierbij is ook R&D van ForFarmers betrokken. Ook zijn er 5 studieavonden met de deelnemers. Elke keer met een inleider vanuit de sector. Met ruimte voor overleg voor de deelnemers.

Wat is er zo innoverend aan Frievar? Lorist: “Dat wij het primaire stuk van de keten (tot aan de slachterij) strak regisseren. We standaardiseren en optimaliseren processen en leggen ze vast. Wil je garanties op vlees geven, dan moet je het proces onder contro-le hebben. Dit klinkt simpel, maar daarvoor moet je intensief samenwerken, in onze sec-tor is dat geen vanzelfsprekendheid.”Gezondheid is binnen Frievar een speerpunt.

van het bedrijf onderverdeeld in vier seg-menten. Het is een continu proces waarbij de uitdaging is steeds in een hoger segment te komen. Daarvoor wordt de scan ook vaker uitgevoerd op het bedrijf. Het is een nauwe samenwerking tussen de varkenshouder, de dierenarts, de voorlichter en de dierenarts van ForFarmers.

John Lorist

Page 29: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

29

Ruim vier jaar geleden is het bedrijf van ver-meerderaar René (37) en zijn vader Johan Bruns (67) in Saasveld (Ov.) fors uitgebreid van 160 naar 500 zeugen. Kort daarna kwam hij in contact met Simone Bekhuis, die een vleesvarkensbedrijf in Weerselo heeft. Zij wilde een sprong vooruit maken in gezond-heid en resultaten. Bruns wilde daarover wel afspraken maken. Sindsdien werken de twee intensief samen. Bij het overleg is ook voor-lichter Peter Boerkamp betrokken.

Op welke manier wordt er op het be-drijf gemonitord en welke vaccinatie-programma’s gebruiken jullie?Boerkamp: “René stuurt de technische en economische cijfers elke maand via Agro-scoop, zo zitten we er kort op en kunnen we direct reageren als we rare dingen zien.”Bruns: “Twee keer per jaar verricht de die-renarts bloedonderzoek bij de zeugen en de biggen. Zo krijgen we beter inzicht in de ge-zondheid van de dieren. Bij de start van de samenwerking is bloed getapt. Hieruit bleek een besmetting met PRRS, waarna we be-sloten de zeugen tegen PRRS te vaccineren. Verder wordt gevaccineerd tegen Circo en Mycoplasma.”

Afdelingen scheidenBruns nam op zijn zeugenbedrijf diverse maatregelen. Sinds april dit jaar worden de beertjes niet meer gecastreerd. Be-halve arbeidsgemak is het voordeel minder

stress en minder wondjes bij de biggen. De biggen gaan na spenen per toom naar de speenstal. Dit bracht de ziekte-druk fors naar beneden. Ook werd per diergroep kleding, schoeisel en materi-alen in verschillende kleuren ingevoerd. 31 biggen per zeug per jaarAlle maatregelen van de afgelopen vier jaar hebben effect. Bruns is bijvoorbeeld afge-stapt van standaardbehandeling met Albi-pen. Momenteel ligt de dierdagdosering op minder dan 2,42. Tegelijk zijn de technische resultaten verbeterd. Bruns speent inmiddels bijna 31 biggen per zeug per jaar.

Ben je tevreden over de vooruitgang die je de afgelopen vier jaar hebt geboekt en wat is jullie kracht?Bruns: ”Ik ben erg tevreden over de behaal-de resultaten van de laatste jaren. De grote winst is de sterk verbeterde diergezondheid. In plaats van te medicineren, handel ik nu pre-ventief. De kracht van onze samenwerking ligt vooral in de open communicatie tussen vermeerderaar, vleesvarkenshouder, veearts, voervoorlichters en handelaar. Technische resultaten, bloedonderzoeken en slachtgege-vens worden gedeeld. Aan de hand hiervan worden vervolgstappen ondernomen.” Welke vervolgstappen hebben jullie nog in gedachten?Bruns: “Wij zijn nog bezig te bekijken of we

een bestaande stal tot quarantainestal kun-nen ombouwen om de insleep van ziektekie-men bij de aanvoer van gelten te verkleinen.”

Wat zijn jullie ambities?Bruns: “Onze ambitie is om zowel technisch als financieel met de top mee te kunnen draaien om zo de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.”

BRUNS: BETERE GEZONDHEID GEEFT BETERE RESULTATEN

“GEZONDHEID DE BASIS VAN SUCCESVOLLE SAMENWERKING”Lorist is er van overtuigd dat transport een belangrijke bron voor verspreiding van ziek-tekiemen is. Door de vrachtwagens voor gebruik standaard op hoge temperatuur te verwarmen, probeert Frievar zoveel moge-lijk ziektekiemen te doden. Lorist: “Gezond-heidsmanagement bij Frievar betekent ook dat iedereen volgens vaste protocollen uit een eigen handboek werkt.”

Zijn jullie tevreden over de vooruit-gang die jullie hebben geboekt? Lorist: “Wij zijn zeer tevreden. De kracht is dat we geen concessie doen aan ons concept. Dit is voor deelnemers vaak een drempel, maar het is noodzakelijk om interessant te zijn voor de volgende schakels in de keten.”

Frievar4QualityBestFrievar studeert op plannen om de hoge gezondheidsstatus van de bedrijven te vertalen in een marktbenadering. Onder de naam Frievar4Quality en Frievar4Qua-lityBest wil ze varkens leveren die gega-randeerd antibioticavrij zijn. Daarvoor lo-pen besprekingen met tal van partijen.

Hoe ver zijn jullie met deze plannen?Lorist: “Op dit moment kunnen wij 90 pro-cent van onze varkens in het 4QualityBest-segment uitleveren.”

Krijgen 4Quality-varkens een speci-aal rantsoen?Rutten: “De 4Quality-varkens hebben alle dezelfde genetica. Zodoende kunnen ze met hetzelfde rantsoen gevoerd worden. De keu-

ze uit voercodes is ook beperkt. Verder wordt er nog gewerkt aan een herkenbaar voer voor deze varkens. Eventueel gaan we andere grenswaardes aan het voer stellen.”

Welke vervolgstappen hebben jullie nog in gedachten?Lorist: “Wij hebben er voor gekozen eerst het primaire stuk van de keten tot aan de slach-terij goed te organiseren. Dit staat. Nu kijken we hoe we verderop in de keten beter kunnen samenwerken.”

Wat zijn jullie ambities?Lorist: “Wij willen met onze merken Frievar-4Quality en Frievar4QualityBest een seg-ment van de markt bedienen. Hier is veel belangstelling voor. Onze ambitie is dat deze merken volgend jaar in de winkel liggen.”

Johan (links) en René Bruns

Page 30: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

30

Reportage

’Poultrycare drukt je met je neus op de feiten’Om vleeskuikenhouders te helpen om binnen de grenzen van

het Vleeskuikenbesluit optimaal te blijven presteren, ontwik-

kelde ForFarmers de bedrijfsscan Poultrycare. De pilot werd

eerder dit jaar uitgevoerd bij vleeskuikenhouder Marc Ren-

sen in Raalte. Hij heeft de verbeterpunten die aan het licht

kwamen al doorgevoerd op zijn bedrijf.

Rensen was al bekend met Pigcare, de bedrijfsscan voor varkenshouders. Op de vraag of de Poultrycare-scan bij wijze van proef op zijn bedrijf mocht worden uitge-voerd, hoefde hij niet lang na te denken. ForFarmers-voorlichter Ruud van Wee, de vaste contactpersoon van Rensen, voerde in april samen met een collega de scan uit bij Rensen. “Ik kom natuurlijk vaker bij Ren-sen over de vloer, en met zijn tweeën ben je objectiever en kritischer”, vertelt Van Wee. “Alle scans worden overigens straks door twee personen uitgevoerd.”

Sterke en zwakke puntenVoorafgaand aan de scan, die ongeveer twee uur duurt, moest Rensen zelf zijn ster-ke en zwakke punten aangeven. Daarna wordt aan de hand van een lijst met moge-lijke risicofactoren de bedrijfsvoering beke-ken. Rensen is erg te spreken over de aan-

In april dit jaar werd de pilotversie van de scan uitgevoerd op het bedrijf van vleeskui-ken- en fokzeugenhouder Marc Rensen in Raalte (Ov.). Rensen houdt 40.000 vlees-kuikens in twee stallen en heeft daarnaast 185 fokzeugen. Momenteel is hij aan het uitbreiden; op het bedrijf verrijzen twee nieuwe stallen waardoor Rensen kan uit-breiden naar 500 fokzeugen.

Na Poultrycare voor leghennenhouders heeft ForFarmers dit jaar een soortgelijke versie voor vleeskuikenhouders ontwikkeld. Het principe is hetzelfde: een bedrijfsscan waarbij de nadruk ligt op het behalen van maximale winst per vierkante meter. De scan is opgezet door WUR-student Reino Slingerland, die bij ForFarmers zijn afstu-deerstage heeft doorlopen.

Page 31: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

De ambitie van Rensen:Beide takken duurzamer maken en uitbrei-den om nog rendabeler te kunnen werken. Zoveel mogelijk antibioticavrij produceren.

31

BEDRIJFSGEGEVENS

pak van ForFarmers. “Je moet er natuurlijk wel voor open staan en aan de slag gaan met de verbeterpunten die uit de scan naar voren komen. Bepaalde minpunten weet je wel, maar door de scan wordt je met je neus op de feiten gedrukt.” VerbeterpuntenVerbeterpunten die uit de scan naar voren kwamen, heeft Rensen al doorgevoerd. De grootste winst was te behalen op het punt van hygiëne. Zo wordt behalve van laarzen per stal ook van overall gewisseld. “Het is een kwestie van gewenning en in de var-kenshouderij is al bewezen dat het helpt”, zegt Rensen. Van Wee: “Daar is het belang ook groter, omdat de dieren langer op het bedrijf blijven.” Rensen wil deze regel ook in de fokzeugenstallen toepassen.Een ander verschil is dat iedereen die het bedrijf betreedt, nu via de hygiënesluis naar binnen moet. Bij binnenkomst wordt een bezoekerslijst ingevuld. “Het is alle-maal een kwestie van routine”, zegt Ren-sen. “Neem bijvoorbeeld het kitten van de afvoerputjes, dat doe ik nu na elke ronde.” Zo voorkomt hij dat vervuilde lucht door de onderdruk de stallen in wordt gezogen. Ook het regelmatig controleren van de voersilo’s op voerresten staat op de lijst van verbeterpunten.Op het gebied van hygiëne is vanwege lo-gistieke redenen niet alles haalbaar op het bedrijf van Rensen. Zoals een scheiding tussen een schone en een vuile weg en een kadaverkoeling aan de weg. “De ka-daverkoeling staat tegen de stal aan, uit praktisch oogpunt. En hij staat uit de zon.” Een tweede verbeterpunt is de ongedierte-bestrijding. Dit doet Rensen meestal zelf, maar met ingang van volgend jaar gaat hij de bestrijding -van vooral muizen- structu-reel uitbesteden. Doeltreffend schoonmaaksysteemBehalve verbeterpunten worden ook de sterke punten door de scan belicht. En dat is een opsteker voor de vleeskuikenhouder. In het geval van Rensen zijn dit: een goed schoonmaaksysteem, regelmatig sectie-materiaal insturen naar de dierenarts en het all in-all out systeem. Dit laatste noemt Rensen een groot voordeel in vergelijking met de zeugenhouderij. “De ziektedruk is lager, doordat je niet het risico hebt dat de jongere dieren bacteriën oplopen van de oudere dieren waar zij onvoldoende weer-stand tegen hebben.”Het gebruik van materiaal scoorde hoog in de bedrijfsscan. Het schoonmaaksysteem

van Rensen is simpel maar doeltreffend. “Voor elke stal aparte bezems, scheppen en emmers.” Daarnaast worden de sup-plementen van de entstoffen conform de voorschriften bewaard. Het strooisel wordt droog opgeslagen en is niet toegankelijk voor ongedierte. Grootste kostenpostVoervoorlichter Ruud van Wee licht toe wat de rol van ForFarmers is. “Als Rensen het idee heeft dat de gezondheid van de vlees-kuikens vermindert, bekijken we of we de voersamenstelling moeten aanpassen. In de fabriek wordt al tarwe bijgemengd, zo-dat het voer beter verteerbaar is, maar het is ook mogelijk vitamines toe te voegen.” Rensen: “Voer is verreweg de grootste kostenpost voor een vleeskuikenhouder, dus zal hij daar scherp op letten.” Van Wee komt gemiddeld twee tot drie keer per ronde bij Rensen. “Het is belang-rijk dat het klikt”, zegt Rensen. “En dat is bij ons gelukkig het geval, want een goede voorlichter is goud geld waard.”

VoetzoolkwaliteitOmdat Rensen voor de hoogste bezet-tingsdichtheid kiest, 42 kilo vleeskuikens per vierkante meter, moet hij van Dienst Regelingen aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet hij de vleeskuikens la-ten beoordelen op hakdermatitis. Dit doet slachterij De KuikenaeR, die de vleeskui-kens afneemt. ForFarmers wil hier echter zelf ook een rol in spelen, vertelt Van Wee. “Daarom gaan wij bij onze klanten de voetzoolkwaliteit zelf monitoren, door in de stallen regelma-tig steekproefsgewijs de voetzolen van de kuikens te controleren.” Per bedrijf wordt, als onderdeel van de scan, ook een biose-curity matrix opgesteld. Daaruit blijkt wel-ke risicofactoren in verband staan met de verschillende dierziekten. “Doe je dit niet, dan loop je meer risico”, vindt Rensen.

Marc Rensen (34) is vleeskuiken- en fokzeugenhouder. Hij woont met zijn vrouw Ans (34) en 3 kinderen (Margo, Jurre en Babet) in Raal-te (Ov.) en heeft het bedrijf sinds 2005 in maatschap met zijn moeder.

Rensen houdt 40.000 kuikens in 2 stal-len en 185 fokzeugen. Als de nieuw-bouw van de twee stallen medio volgend jaar af is, breidt hij het aantal fokzeu-gen uit naar 500. Hij heeft 3 à 6 uur in de week hulp via de bedrijfsverzorging. Rensen heeft 9,7 hectare grond, waar-van 7 ha snijmais voor de verkoop en 1,7 ha gras.

De vleeskuikens van het ras Ross 308 worden geleverd door Probroed&Sloot en gaan elke 6 weken naar De Kuike-naeR. Ze wegen dan gemiddeld 2 kilo. Rensen houdt 42 kilo vleeskuikens per vierkante meter. Hij ent behalve tegen NCD ook te-gen Gumboro en Infectieuze Bron-chitis (IB), ondanks de extra kosten.

• Het rantsoen bestaat uit vier soorten: Vleeskuiken Start Superieur;

• Vleeskuiken Kruim 1 MT tot 16 à 18 dagen;

• Vleeskuikenkorrel 2 MT tot 28 dagen• Vleeskuikenkorrel 3 MT.•

Marc Rensen (links) en voorlichter Ruud van

Wee met op tafel de bedrijfsscan.

Omdat Rensen voor de hoogste bezettingsdicht-

heid kiest, moet hij de vleeskuikens op hakdermati-

tis en voetzoolkwaliteit laten beoordelen.

Page 32: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

32

Diverse signalen kunnen een indicatie zijn van ventilatieproblemen in de stal. Bijvoorbeeld:• Natte plekken in het strooisel• Kippen mijden delen van de stal• Meer grondeieren dan gewenst• Voeropnameproblemen

Winterventilatie in volièrestal: let op stof en ammoniakBij lage buitentemperaturen is het vaak lastig de luchtkwa-

liteit in volière- en scharrelstallen goed te houden. Ook de

stroming van de lucht en de verdeling in de stal kan pro-

blemen geven. Welke signalen wijzen op ventilatieproblemen

en: hoe kan het stalklimaat worden geoptimaliseerd? • Te hoge uitval• Regelmatig geluid op de hennen• Vaak IB-gerelateerde problemen• Productieproblemen• Te veel ammoniak en stof in de stal-

lucht• Te veel temperatuurverschillen in de

stal (meer dan 2-3°C) tussen de warm-ste en koudste plekken in de stal (dit geldt alleen als de uitloopopeningen dicht zijn)

Temperatuur en luchtsamenstellingIn de tabel staan de normen waar het stalklimaat aan moet voldoen. Bij afwij-kingen ten opzichte van deze normen is er meer risico op problemen. Vaak is het zo dat, indien een van genoemde facto-ren niet in orde is, de andere ook op de grens zitten. Als bijvoorbeeld de relatieve luchtvochtigheid te hoog is, ontstaan er ook meer problemen met ammoniak, stof en koolstofdioxide en wordt de hen door alle factoren extra belast.

Page 33: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

De juiste instellingen van de klimaatcomputer

voorkomen problemen met ventilatie.

33

Deze belasting bestaat uit het feit dat de luchtpijp, longen en luchtzakken meer be-last worden door bacteriën die in de lucht zijn. De longen en luchtpijpen kunnen dusdanig geïrriteerd raken dat ziektever-wekkers sneller het dier binnen dringen en het dier verzwakken.

Slijm een optimale broedplaatsStof is voor hennen en pluimveehouder een enorme belasting. In stof zitten zeer veel ziekteverwekkers, zoals bacteriën, schimmels, etc. De hen kan het stof alleen afvoeren door extra slijm te produceren. Slijm kan weer een optimale broedplaats worden voor ongewenste bacteriegroei. Het zo optimaal mogelijk ventileren is vaak een kwestie van concessies doen. Door een hoger minimum ventilatieniveau wordt de staltemperatuur mogelijk lager. Het is echter meestal beter te kiezen voor een iets lagere staltemperatuur met een goede luchtsamenstelling, dan voor een hogere staltemperatuur met te hoge gehalten aan stof, ammoniak, koolstofdi-oxide en vocht. De hen kan een lagere staltemperatuur goed compenseren, zeker als het ver-enpakket in orde is. Bij een lagere stal-temperatuur is het verschil met de bui-tentemperatuur ook kleiner. Daardoor ervaart de hen de binnenkomende lucht minder als tocht.

Op zoek naar kieren en gatenBij lage ventilatieniveaus moet nog meer worden opgelet dat er geen lucht op on-gewenste plaatsen binnenkomt. De in-vloed van leklucht op de luchtstroom is bij minimum ventilatie het grootst. Deze leklucht kan de luchtstroming bij hennen ernstig verstoren. Ook kan door leklucht het niet mogelijk zijn de juiste onderdruk en daarmee de juiste luchtstroming te be-reiken.

Klimaatnormen bij minimumventilatie

Factor Gewenst niveau

Relatieve luchtvochtigheid < 80%

Koolstofdioxide (CO2) <2.500 ppm

Ammoniak < 20 ppm

Luchtsnelheid op dierniveau 0,1-0,2 m/s

Stof in de lucht Op 100 meter is de achterwand nog goed zichtbaar

De meest voorkomende plaatsen waar leklucht binnenkomt zijn:• Niet goed sluitende uitloopopeningen• Ventilatoren die buiten gebruik zijn• Openingen waar de mestafvoerband

naar buiten gaat• Openingen waar de eierband doorheen

loopt• DeurenDoor middel van rookproeven kan wor-den uitgezocht waar in de stal leklucht binnenkomt. Ze zijn tevens zichtbaar als plekken waar stofstrepen en condens ontstaan. Het is van belang deze plekken goed dicht te maken. Zo kunnen ventila-toren die alleen in de zomer gebruikt wor-den, in de herfst al dichtgemaakt worden met landbouwplastic aan de buitenkant van de ventilator. Dit plastic wordt door de onderdruk in de stal vastgezogen op de lamellen en zorgt voor een goede af-dichting. De openingen van de mestafvoer- en ei-erbanden dienen, als deze niet gebruikt worden, dicht te zijn. Uitloop-openingen kunnen met extra borstels zoveel moge-lijk luchtdicht gemaakt worden. Hiermee kunnen problemen met tocht en lucht-stroming sterk verminderen.

Ventilatie bij stallen met uitloopAls de uitloopluiken overdag open gaan, ontstaat een compleet nieuwe situatie. Zo valt de onderdruk in de stal groten-deels weg, de luchtstroming verandert en de staltemperatuur daalt. Regel indien mogelijk met de klimaatcomputer dat bij open uitloop-openingen anders wordt ge-ventileerd. Het is aan te bevelen tijdens de opening van de luiken de onderdruk te verlagen. Ook de stand van de ventilatie kan ver-laagd worden, omdat er veel lucht door de luiken naar binnen kan komen. Hier-mee wordt bereikt dat de luchtsnelheid

lager is, waardoor er minder kans op tocht is in de stal.

Tocht bij hennen voorkomenGedurende de nachtperiode, als de hen-nen op stok gaan, is het van belang dat de inkomende lucht voldoende is opge-warmd voordat het bij de hennen komt. De koude lucht moet dus over de hennen gaan en dan mengen met de stallucht. Om te controleren hoe de lucht stroomt, kan het beste in de donkerperiode met weinig licht rookproeven worden geno-men. Bij een optimale luchtstroming gaat de inkomende lucht over de hennen heen die op stok zitten en komt terecht tussen de rijen volières. Uw voorlichter kan u hierbij helpen.

Page 34: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

34

Vooral binnen de hedendaagse fokkerij wordt vaak niet meer over rassen gesproken, maar over selectielijnen of kortweg lijnen. Dit zijn vaak dieren van een bepaald ras die met een bepaald doel gefokt zijn. De lijnen die gese-lecteerd zijn met nadruk op efficiënt voerge-bruik, goed functioneren onder hoge of juist lage temperaturen, maar ook op leggen van grote eieren of juist grote dooiers kunnen als voorbeelden genoemd worden. Deze lijnen hebben een verschillend fokdoel. Een lijn onderscheidt zich door een fokdoel, maar is niet gebonden aan een rasstandaard en de dieren worden niet ingeschreven bij een stamboek. Commerciële pluimveefokke-rijorganisaties zorgen zelf voor de registratie van de dieren. Het komt voor dat dezelfde fokkerijorganisatie meerdere lijnen heeft van hetzelfde ras. Er zijn nog drie grote fokkerij-organisaties over in de wereld en die bedie-nen bijna de hele wereldmarkt.

Zuivere lijnenIn de top van de fokkerijpiramide worden vaak veel verschillende zuivere lijnen gehou-den. Elke zuivere lijn heeft zijn eigen fokdoel, omdat de markt om veel verschillende pro-ducten vraagt. Denk bij vleeskuikens bijvoor-beeld aan productie van borstvlees, hele kar-kassen of langzaam groeiende vleeskuikens zoals Gildehoen. Daarvoor zijn verschillende lijnen gefokt en specifieke combinaties van die lijnen leiden tot specifieke producten. Bij de fokkerijstrategie die lijnenteelt wordt genoemd, gaat het erom dat een dier af-stamt van een bepaalde populaire voorouder. In de fokkerij kunnen dieren in productie zijn, waarvan bekend is dat de grootouders ervan ook heel goed waren. Die genen moeten be-houden worden voor de toekomst. Door de

fokkerij wordt geprobeerd deze genen weer ‘in hoge concentratie’ te krijgen in nakome-lingen. Er wordt gekruist met een dier dat af-stamt van dezelfde grootouder. De nakome-lingen worden ook weer gepaard met dieren die grootouders in hun dezelfde stamboom hebben, enzovoort. Het doel is de goede ei-genschappen van grootouders in de nakome-lingen te fixeren.

Gefixeerde genenWanneer dieren met ‘gefixeerde genen’ in de fokkerij worden gebruikt, worden de goede genen altijd doorgegeven aan hun nakome-lingen. Een garantie voor succes. Dit klinkt allemaal heel mooi, maar in de praktijk kleven er een aantal problemen aan. Een dier dat ge-fokt is volgens de principes van lijnenteelt is immers in min of meerdere mate ingeteeld. Een ingeteeld dier is een dier waarbij va-der en moeder aan elkaar verwant zijn. Dit leidt vaak tot problemen op het gebied van gezondheid en voortplanting. Hoe nauwer verwant de ouders (hoe meer voorouders ze gemeenschappelijk hebben), hoe groter de kans op problemen.In de fokkerij van bijvoorbeeld rundvee of honden is daarom een stamboom van be-lang om dergelijke zaken te voorkomen. In de commerciële pluimveefokkerij is er geen zicht op die stamboom en is het dus de ver-antwoordelijkheid van de fokkerijorganisatie om problemen met inteelt te voorkomen en problemen op het gebied van gezondheid en voortplanting te voorkomen.Het is een feit dat er minder vader- dan moe-derdieren worden gebruikt. Dat komt doordat mannelijke dieren vaak veel meer nakomelin-gen kunnen krijgen. Dus zijn er minder vaders nodig om met alle moeders te paren. Gevolg

is dat er strenger geselecteerd wordt in de vaderdieren. Daarom kan onderscheid wor-den gemaakt tussen een selectie op vaders en een selectie op moeders voor de volgende generatie. Omdat de vaders een grotere in-vloed hebben op de volgende generatie (ze krijgen meer nakomelingen) is het logisch de ouders van de vaders strenger te selecteren dan die van de moeders. Doel is alleen nieu-we vaders die geboren zijn uit de allerbeste mannelijke en vrouwelijke dieren uit de vorige generatie, te verkrijgen. Om ideale vleeskui-kens te fokken, moet er een reeks van ken-merken worden gemeten bij de dieren. Deze kippen worden zoveel mogelijk gehouden on-der omstandigheden die overeenkomen met hun normale leefklimaat.

ErfelijkheidsgraadDe selectie vindt plaats op de volgende ken-merken: • Groei per dag

De erfelijkheidsgraad is 30 %. • Voederconversie

De erfelijkheidsgraad is 40 %. • Percentage filet

De erfelijkheidsgraad is 30 %. Het filetper-centage is heel moeilijk te bepalen bij een levende kip. Evenals bij voederconversie wordt het percentage borstvlees geschat op basis van familie-informatie. Een klein aantal van de familieleden wordt geslacht en opgedeeld om dit percentage te be-palen. Dit getal wordt representatief be-schouwd voor alle familieleden. Daarnaast wordt nog een score van de vorm van de borstspier aan elke selectiekandidaat ge-geven.

• Gezondheid De erfelijkheidsgraad is laag: 10 %. Via

Waar komen al die kuikens toch ineens vandaan?Genetica in de pluimveehouderij speelt een essentiële rol in het succes van opfokkers en

vermeerderaars. In dit artikel wordt ingegaan op opvallende zaken van huidige koppels ou-

derdieren ten opzichte van eerdere jaren. Er wordt aandacht besteed aan de fokkerij in

combinatie met de omstandigheden waarin de huidige generaties moederdieren gehouden

worden. De moderne DNA-technieken die de hedendaagse fokkerij ter beschikking staan,

worden buiten beschouwing gelaten.

Page 35: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

3535

selectie kan het voorkomen van uitval als gevolg van verschillende ziekten worden teruggedrongen door goed bij te houden in welke families een bepaalde aandoe-ning veel voorkomt. Van ascites is bekend dat deze ziekte meer voorkomt bij kou. In de praktijk worden er zogenoemde stress-tests gedaan om te kijken of er verschillen zijn in gezondheidsstatus tussen families en zo ja, welke.

HeterosisSommige selectiekenmerken zijn negatief aan elkaar gerelateerd, bijvoorbeeld groei en voortplanting. Dieren die hard groeien zijn minder vruchtbaar. Om een dier te krijgen dat zowel goed groeit als vruchtbaar is, kunnen 2 lijnen worden gemaakt: één die op voort-planting is geselecteerd en één die op groei is geselecteerd. Wanneer je deze lijnen zo op combinatiege-schiktheid selecteert en kruist, zijn de nako-melingen goed in groei en vruchtbaarheid. Wanneer dieren uit 2 verschillende rassen of lijnen met elkaar worden gekruist, treedt een bijzonder effect op: de nakomelingen van die dieren presteren beter dan je op basis van de

ouders zou verwachten. Dit effect wordt he-terosis genoemd en kan wel oplopen tot een 5 procent hogere prestatie. Het effect van heterosis wordt wel iedere volgende gene-ratie gehalveerd. Dus als je kruisingen weer met elkaar kruist, wordt de prestatie van de nakomelingen maar half zo veel beïnvloed door heterosis als die van de ouders.

Verschillende vormen van kruisenSelectie en kruising zijn twee elkaar aan-vullende maatregelen in de fokkerij. Ook bij kruising wordt er altijd geselecteerd binnen de uitgangslijnen of rassen. Door het opzet-ten van speciale kruisingsschema’s wordt optimaal gebruik gemaakt van het heterosis-effect. Voorbeelden hiervan zijn: • Enkelvoudige kruising:

2 rassen/lijnen A en B worden met elkaar gekruist. Het heterosis-effect komt tot ui-ting in de nakomeling (A*B).

• Driewegkruising: ras/lijn A wordt gekruist met ras/lijn B en de nakomelingen (A*B) worden gekruist met ras/lijn C. Heterosis komt tot uiting in de A*B en in de A*B*C-dieren.

• Vierwegkruising: ras/lijn A wordt gekruist met ras/lijn B en ras/lijn C wordt gekruist met ras/lijn D. De nakomelingen (A*B) en (C*D) worden vervolgens met elkaar gekruist. Heterosis komt tot uiting in A*B, C*D en A*B*C*D dieren.

• Rotatiekruising: ras/lijn A wordt gekruist met ras/lijn B. De vrouwelijke nakomelingen (A*B) wor-den gekruist met een mannetje van ras/lijn C en hun nakomelingen (A*B*C) wor-den weer gekruist met een mannetje van ras/lijn D. Daarna weer kruisend met ras/lijn A, enzovoort.

• Voortgezette kruising: ras/lijn A wordt gepaard met ras/lijn B en de nakomelingen (A*B) wor-den ouderdier voor een volgende ge-neratie. Op deze manier ontstaat een nieuw ras of lijn (A*B). Ras/lijn A en ras/lijn B hoeven niet meer in stand te worden gehouden voor deze kruising.

Lees verder op pagina 36

Page 36: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

36

• Terugkruising: ras/lijn A wordt éénmalig gekruist met ras/lijn B. Dit gebeurt vaak omdat ras/lijn B een bijzondere eigenschap bezit die ras/lijn A mist. De nakomelingen (A*B) worden weer gepaard met ras/lijn A en hun nakomelingen ook weer. Het gaat hierbij niet om de heterosis, maar om het inkruisen van de eigenschap van ras/lijn B in ras/lijn A.

• Verdringingskruising: Wanneer een ras of lijn A niet zo goed is en een alternatief ras of lijn B beter is, dan kun je A langzaam vervangen door steeds te blijven kruisen met B totdat het aandeel van A heel klein is.

Onderhouden van zuivere lijnenIn de praktijk zijn kruisingsschema’s alleen uitvoerbaar bij een strak management. Be-langrijk uitgangspunt is dat er alleen gekruist kan worden met zuivere lijnen/rassen. Dus ook populaties met zuivere lijnen/rassen moeten onderhouden wprden. En dat is kost-baar. Het effect van heterosis of het voordeel van selectie op verschillende en negatief ge-relateerde kenmerken moet zo groot zijn dat het opweegt tegen deze extra kosten. De huidige pluimveefokkerij werkt met de zogeheten vierwegkruising om de hele markt te kunnen voorzien van voldoende nieuwe dieren. Er moeten meer dieren geproduceerd worden dan de zuivere lijnen kunnen. Boven-dien wil men een kruising als ‘eindproduct’, want die produceert uiteindelijk het beste. In de kern worden sommige lijnen vooral ge-selecteerd op vruchtbaarheidskenmerken. Deze leveren de moeders voor de kruisingen en worden dan ook moederlijnen genoemd.Andere lijnen (de vaderlijnen) worden vooral op productie-eigenschappen geselecteerd en leveren de vaderdieren voor de kruising. Het vermeerderen van aantallen en vaak een eerste kruising wordt in het vermeer-deringsdeel van de piramide gedaan, op de grootouderbedrijven. Deze bedrijven staan onder contract van de fokkerijorganisatie. Na vermeerdering zijn er veel dieren, maar nog niet precies de goede combinatie van lijnen. Zo zijn er bijvoorbeeld AB-dieren en CD-dieren, maar nog geen ABCD-dieren. Om die te produceren, worden de AB-dieren met de CD-dieren gekruist. Dat gebeurt in het productiedeel van de piramide. De dieren die uit deze kruising geboren worden, zijn het eindproduct van de fokkerij. Dit zijn de hen en de haankuikens die Opfok de KuikenaeR aankoopt van fokkerijorganisaties.

Externe invloedenDoordat fokproducten in verschillende we-relddelen geselecteerd worden, kunnen er binnen de fokkerij verschillen in prestaties van nakomelingen ontstaan van grootouders van dezelfde soort. Een Cobb 500, Ross 308 of Hubbard flex, afkomstig van grootouders uit Europa, hoeft per definitie niet hetzelfde te zijn als hetzelfde type grootouderdier dat in Zuid-Amerika gehouden wordt. Er zijn voorbeelden van uitwisseling van der-gelijke grootouders die vervolgens een heel ander product voortbrengen met duidelijk andere eigenschappen. Op die wijze zijn niet-gewenste eigenschappen van nakomelingen ook snel te verhelpen, al gebeurt dit bijna altijd uit het zicht van de pluimveesector. Hoe een koppel gaat presteren, wordt be-paald door de erfelijke eigenschappen maar ook door wat de dieren meemaken. Dat noe-men we de invloed van het milieu of omge-vingsfactoren. Het resultaat van de erfelijke eigenschappen (de genen, ook wel het ge-notype genoemd) en de invloed van de om-gevingsfactoren noemen we het fenotype: Fenotype = genotype + omgevingsfactoren.De vooruitgang die de fokkerij de afgelopen tien jaar heeft laten zien is onvoorstelbaar groot. Geneticaspecialisten over de hele we-

reld sleutelen elke keer weer iets in elkaar, waar de praktijkmensen vervolgens mee ge-confronteerd worden. Zij moeten zelf uitvin-den wat de praktische consequenties zijn van de genetische wijzigingen. Die ervaringen uit de praktijk worden vervolgens weer terugge-koppeld aan de genetica.

UitdagingenDe fokkerij zal zich blijven focussen op datge-ne wat voor de keten het meeste opbrengt. De uitdagingen voor opfokkers en vermeer-deraars de komende jaren is door middel van management de prestaties van de koppels te blijven verbeteren. Omgevingsfactoren zullen daarom steeds beter afgestemd moeten worden op de hui-dige fokproducten. Nu al zijn enorme ver-schillen te zien tussen verschillende koppels moederdieren, die op dezelfde dag uit het-zelfde koppel grootouderdieren geboren zijn, opgefokt bij dezelfde opfokker en afgeleverd op dezelfde dag. Met de specialistische kennis van Opfok de KuikenaeR en ForFarmers wordt getracht bij opfokkers en vermeerderaars te achterhalen waar oorzaken liggen van deze verschillen. Daar waar mogelijk wordt bijgestuurd om de prestaties te verbeteren.

Vervolg van pagina 35

Page 37: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

Weiden 13 ton

maaien/Weiden 13 ton

maaien14-17 ton

persistentie> 5 jaar

extra prik

extra maaien

extra poWermaaien

extra poWerhybride

extra smakelijk tetra

extra smakelijk

extra opname

3 - 4 jaar 1 - 2 jaar

eenvoudig de beste keuze!

op

br

eng

st p

ote

nti

e

37

Veel klanten die dit jaar het maiszaad via de vroege verkoopactie bij ForFarmers hebben gekocht, zijn actief aan de slag gegaan met de zonnebloemactie. Dit hield in dat ze het zonnebloemenzaad hebben gezaaid, medio september de lengte van de langste zonne-bloem hebben opgemeten en daarvan mooie foto’s hebben opgestuurd. Winnaar is diegene die de langste zonnebloem wist te telen.

Prijswinnaars: Lengte zonnebloem Prijs1. Familie Buiting te Zieuwent 3.90 meter 5 zakken maiszaad Torres2. Familie Oude Lansing te Reutum 3.80 meter 3 zakken Extra graszaad3. Familie Slotman te Wijhe 3.64 meter 2 kaarten voor de Keukenhof

Zonnebloemactie

Bij de keuze van de Extra graszaadmengsels is gelet op de ontwikkelingen in de markt. Onderstaand schema laat zien dat er voor elk gebruiksdoel een uniek mengsel is sa-mengesteld. ForFarmers constateert dat de vraag naar maaimengsels toeneemt en de maximale opbrengst per hectare in de toe-komst steeds belangrijker wordt. Met an-

dere grassoorten dan Engels raaigras zoals festulolium, gekruist raaigras en rietzwenk-gras zijn hogere opbrengsten te realiseren.

DoorzaaienDe grassenmarkt is sinds de invoering van de derogatie in 2006 terug gelopen. Vooral op zandgrond blijft het areaal grasland dat

Extra grasmengsels exclusief via CropSolutionsOnder de naam CropSolutions biedt ForFarmers sinds kort exclusief de Extra graszaadmengsels aan. Voor elk gebruiks-doel heeft ForFarmers een uniek mengsel samengesteld.

vernieuwd wordt achter. Dat gaat ten kos-ten van de kwaliteit van het gras. Het aan-deel goede grassen neemt af en daarvoor in de plaats komen onkruiden of niet gewenste grassoorten (kweek). De praktijk ervaart dat grasland vernieuwen in het voorjaar, tot 31 mei, ongunstig is vanwege de beperkte mo-gelijkheid van kweekbestrijding, waardoor er meer belangstelling voor doorzaaien is. De graszaadmengsels Extra Smakelijk Iseed en Extra Maaien Iseed zijn vanwege de spe-ciale coating zeer geschikt voor doorzaaien. Het kiemende zaadje heeft direct stikstof en fosfaat tot zijn beschikking om zich goed te kunnen ontwikkelen en te concurreren met het bestaande gras. Het graszaad is gecoat, waardoor het een beter contact heeft met de grond. De vernieuwde coating zorgt dat het zaad goed te zaaien is. De mengsels voor beweiden scoren hoog in kroonroestresistentie voor het meest smakelijke gras en de beste persistentie (levensduur). Extra Prik is een nieuw struc-tuurrijk mengsel en zorg voor extra prik in de pens van de koe.

Specialistische teeltkennisCropSolutions verzamelt, ontwikkelt en verzorgt specialistische teeltken-nis voor de plantaardige sector. Deze kennis is voor klanten beschikbaar via de buitendienst van ForFarmers, één van de leden van CropSolutions.

Jasper Rijntjes (r) van ForFarmers reikt de prijs,

5 zakken maiszaad, uit aan de heer en mevrouw

Buiting.

Page 38: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

38

Gebruik van vloeibare of gekorrelde meststoffen teeltafhankelijkHet aanbod vloeibare en gekorrelde meststoffen is divers.

Voor beide toepassingen zijn voor- en nadelen op te noemen,

afhankelijk van de teelt. In een dergelijke wirwar van infor-

matie is het moeilijk een duidelijke keuze te maken. De voor-

lichters van ForFarmers helpen u daarbij.

stoffen. Elke andere meststof in vaste vorm wordt automatisch als bij- of rest-product gezien. Spreekt men van vloeiba-re meststoffen, dan volgt vaak een hele reeks meststoffen die zowel hoogwaardig geproduceerde als rest- of bijproducten zijn. In dit artikel worden expliciet de vloeibare kunstmeststoffen bedoeld en dat zijn er niet veel: NTS (27N-3S), Ure-an (30N) en APP (11N-37P2O5) of een mengsel hiervan.

Hoofd- en spoorelementenBemesting van andere hoofdelementen zoals kalium en magnesium zijn vloeibaar niet mogelijk of veel te duur in vergelijking met gekorrelde kunstmest. Spoorelemen-

overtuigd van die voordelen. Verkopers van gekorrelde meststoffen laten proe-ven zien waarbij hun meststoffen zeker niet slechter uit de bus komen.

Bij kunstmest in korrelvorm spreekt men van hoogwaardig geproduceerde mest-

Krappere mestnormen vragen een steeds nauwkeuriger bemesting. Vloeibare mest-stoffen hebben een voorsprong doordat ze efficiënter werken, claimen verkopers aan de hand van proeven. Daardoor krijgt de teler met minder mineralen toch een goede opbrengst. Maar niet iedereen is

Page 39: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

39

ten zijn veel eenvoudiger en vaak goedko-per vloeibaar toepasbaar. Stikstof en fos-faat zijn prijstechnisch in gekorrelde en vloeibare kunstmest nagenoeg gelijk. Het ene jaar is vloeibaar iets goedkoper, het andere jaar de korrel. De verschillen zijn echter nooit zo groot dat dit eenduidig de keuze bepaald, dus zal deze op basis van andere criteria gemaakt moeten worden.

Specifieke teeltenIedere onderzoeker, producent en verko-per hoopt een stofje in handen te heb-ben waarmee de opbrengst in elk gewas enorm toeneemt. In de meststoffenwe-reld is dit wellicht niet onmogelijk, maar het is realistischer er vanuit te gaan dat toepassing van nieuwe kunstmeststoffen dan wel toepassingsmethoden in speci-fieke teelten een voordeel heeft. Zo geeft rijentoepassing van een NP-meststof in de maisteelt altijd een be-ter rendement en in suikerbieten alleen bij moeilijke groeiomstandigheden in het voorjaar (koude, droogte).In aardappelen resulteert een APP-rijen-toepassing gemiddeld in meer knollen, wat voor een pootgoedteler automatisch een hoger rendement betekent. Voor een fabrieks- of consumptieteler is het rende-ment alleen beter wanneer het gewas in stress raakt (een soort verzekeringspre-mie). Een mais- of pootgoedteler kan beter vandaag dan morgen investeren in rijen-toepassing. Hierbij biedt vloeibare toe-passing beduidend meer voordelen. Een bietenteler, fabrieks- of consumptieaard-appelteler zal beter over een investering na moeten denken.

KunstmestsiloIn volveldstoepassingen van kunstmest is het zeer bedrijfsspecifiek wat rendabeler is, vast of vloeibaar. Indien een onderne-mer een grote kunstmestsilo op het erf heeft staan en in de schuur een prachtige nieuwe kunstmeststrooier, dient de op-brengstverhoging met vloeibare meststof aanzienlijk te zijn om dit alles niet meer te gebruiken. Kort gezegd is het voor ’een dergelijk bedrijf geen optie op korte ter-mijn over te gaan op vloeibare kunstmest. Andersom is het voor menig bedrijf ren-dabeler kunstmest vloeibaar toe te pas-sen of te laten toepassen, dan te investe-ren in een kunstmeststrooier.

NauwkeurigheidHet is duidelijk dat vloeibare kunstmest

toegepast met een veldspuit nauwkeuri-ger is dan kunstmest strooien. Uit geen enkele officiële proef valt af te leiden hoeveel kunstmest een boer hiermee precies bespaart (proefveldjes hebben geen kopakkers, punten en kanten die gestrooid moeten worden). Voorstanders van vloeibaar praten over 10 procent, te-genstanders vinden dit overdreven. Iede-re leverancier van GPS-systemen op de veldspuit beweert dat hiermee 5 procent aan middel wordt bespaard. Een bespa-ring van 10 procent ten opzichte van de kunstmeststrooier is volgens ForFarmers reëel.

SystematiekGewassen die relatief vroeg in het voor-jaar stikstof nodig hebben zijn onder meer gras en wintergranen. Te laat toepassen geeft opbrengstderving, te vroeg kan uit-spoeling van stikstof tot gevolg hebben. Helaas is dit pas achteraf vast te stellen. In de gekorrelde kunstmest is hiervoor een oplossing en wel een stikstofmest-stof met een hoog ammoniumgehalte en een nitrificatieremmer, die voorkomt dat er veel nitraatstikstof wordt gevormd die snel uitspoelt. Deze meststof heet Entec. In vloeibare vorm worden gras en granen bemest met NTS. Deze kunstmeststof bevat een klein aandeel nitraatstikstof, ammoniumstikstof en een groot deel ure-umstikstof. Bij een lage bodemtempera-tuur duurt de omzetting van ureum over ammonium naar nitraat vrij lang. Het soort zwavel (thiosulfaat) dat NTS bevat,

vertraagt dit proces nog eens en past dus voortreffelijk bij vroege bemesting op zandgrond. Tevens bespaart de langzame, geleidelij-ke werking van NTS minimaal één werk-gang. Bij latere toepassing is de stik-stofvorm in de meststof veel minder van belang, want bij hogere bodemtempera-turen gaan de omzettingen van stikstof-vormen naar nitraat veel sneller. KAS is hierbij de snelst werkende meststof. De keuze bepaald dus hoe en wanneer be-mest moet worden.Een ander voorbeeld waarbij het systeem van werken het rendement van boeren kan vergroten is toepassing van NTS in aardappelen. Bedrijven die drijfmest toe-passen in aardappelen, hoeven vaak maar een relatief kleine stikstofgift via kunst-mest te geven. Bij de vooropkomstbe-strijding van onkruid kan de NTS zo mee verspoten worden. Veel telers doen dit al jaren en besparen zodoende een werk-gang met de kunstmeststrooier.

Abrupt overschakelen geen optieDuidelijk is wel dat het zeer bedrijfsspe-cifiek is welke soort kunstmest het beste toegepast kan worden. Een abrupte over-schakeling van gekorrelde kunstmest naar vloeibaar is, zeker wanneer recent investeringen zijn gedaan, geen optie. Andersom zijn vloeibare kunstmeststof-fen zeker geen modeverschijnsel en niet meer weg te denken uit de precisieland-bouw.

Page 40: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

40

systeem. Voor handelingen in het watersy-s teem moet een watervergunning worden aangevraagd. Bijvoorbeeld voor het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater, het onttrekken van grondwater of het plaat-sen van een dam of duiker in een sloot.In de vergunning worden voorschriften op-genomen om het watersysteem te bescher-men. Er wordt zo veel mogelijk met alge-mene regels gereguleerd. Als dit het geval is, hoeft geen vergunning te worden aan-gevraagd. De algemene regels voor agra-rische ondernemingen zijn nu nog gefor-muleerd in het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV). Het LOTV wordt, mogelijk per 1 juli 2012, opgenomen in het Activiteitenbesluit.

Watervergunning of meldingNiet elke activiteit in het watersysteem is vergunningplichtig. Vaak is voor minder in-grijpende activiteiten een melding voldoen-de, maar de melder moet wel voldoen aan algemene regels.Veel activiteiten vallen onder algemene re-gels, waardoor geen watervergunning no-dig is en in veel gevallen met een melding

Watervergunning of melding vaker nodigDe digitale aanvraag van een omgevingsvergunning voor een

agrarisch bedrijf bestaat uit verschillende onderdelen zoals

milieu, bouw, sloop enzovoort. Vanaf 1 maart 2012 wordt mo-

gelijk ook de aanvraag voor een watervergunning toegevoegd.

Wat betekent dit voor agrarische bedrijven? Specialisten van

BOMAP kunnen de aanvraag voor u verzorgen.ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een bijdrage aan kabinetsdoel-stellingen zoals vermindering van regels, ver-gunningstelsels en administratieve lasten. Een belangrijk gevolg van de Waterwet is dat de oude vergunningstelsels, uit de voorheen afzonderlijke waterbeheerwet-ten, zijn gebundeld. Dit resulteert in één vergunning, de watervergunning.

Wie heeft te maken met de wet?Iedereen in Nederland heeft direct of indi-rect met de Waterwet te maken. Deze wet richt zich op de gebruiker van het water-

Nederland is een waterland. Dat een groot deel van ons land onder de zeespiegel ligt, is voor ons zo normaal dat we er nauwe-lijks meer bij stilstaan. Bescherming tegen overstromingen, voorkomen van water-overlast en droogteschade, waterkwaliteit en klimaatverandering zijn zaken die in de toekomst inspanning vereisen. Om te vol-doen aan deze eisen die het waterbeheer in de toekomst aan ons land stelt, is in 2009 de Waterwet ingevoerd.

Oude vergunningstelsels gebundeldDe Waterwet regelt het beheer van opper-vlaktewater en grondwater, en verbetert

Page 41: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

Kantoor Bomap in Delden

41

kan worden volstaan. Wanneer BOMAP de vergunningsaanvraag verzorgd, heeft zij vooroverleg met de gemeente of direct met het bevoegde gezag (Rijkswaterstaat, wa-terschap of provincie).

De volgende activiteiten zijn watervergun-ningplichtig of meldingplichtig:• Aanleg/bouw steiger; • Lozen van water/stoffen op oppervlak-

tewater;• Saneren van de bodem met lozing op het

oppervlaktewater;• Plaatsen van een damwand; • Bronbemaling (onttrekking van grond-

water); • Aanleg drainage / ontwateringvoorzie-

ning; • Bouwen op of aan of in de buurt van een

waterstaatswerk zoals een dijk, een ge-maal, een waterbergingsgebied e.d.;

• Aanleg waterberging;• Dempen van een watergang/sloot/

greppel;• Voor de meeste activiteiten is het water-

schap bevoegd gezag, bij rijkswateren is Rijkswaterstaat bevoegd.

BronneringswaterVoor landbouw zijn er een aantal specifieke activiteiten wanneer een agrarisch onder-nemer een melding of vergunningaanvraag moet doen bij zijn waterschap. Bij de bouw van een nieuwe stal wordt er vaak grondwater opgepompt. Dit bronne-ringswater wordt, bij voorkeur, op de sloot geloosd. De bronnering en de lozing moe-ten worden gemeld bij uw waterschap.

Lozingen uit bronneringen langer dan 2 da-gen en korter dan 8 weken moeten 5 werk-dagen voorafgaande aan de lozing worden gemeld. Lozingen langer dan 8 weken moe-ten 4 weken voorafgaande aan de lozing worden gemeld. (Bron: Besluit lozingen buiten inrichtingen)

Voor het lozen van het bronneringswater in oppervlaktewater is in bepaalde situaties naast bovengenoemde melding een ver-gunning vereist voor lozingen op grond van de Keur. De Keur bevat regels die gericht zijn op het goed en veilig functioneren van onder meer waterkeringen. Het gaat om gebods- en verbodsbepalingen. Voor waterschap Regge en Dinkel geldt bij-voorbeeld dat voor lozingen die meer dan 60 kubieke meter per uur bedragen een vergunning is vereist. Dit kan per water-schap verschillen.

BeschermingszoneDe beschermingszone is een zone aan weerszijden van een waterloop, die on-derhouden wordt door het waterschap. Meestal is deze 5 meter. Wanneer nieuwe duikers, ontwateringsduikers of bouwwer-ken aanlegd worden in de beschermingszo-ne van een watergang van uw waterschap, moet hiervoor acht weken voorafgaand aan de werkzaamheden een watervergunning worden aangevraagd.

IPPCAgrarische bedrijven vallen onder de IPPC-richtlijn als zij meer dan 40.000 plaatsen voor pluimvee (kippen, eenden, kalkoenen en parelhoenders), meer dan 2.000 plaat-sen voor vleesvarkens, of meer dan 750 plaatsen voor zeugen hebben. Als deze bedrijven hemelwater van daken en erf van de inrichting lozen op oppervlaktewater, hebben zij hiervoor een watervergunning nodig. Zoals het er nu naar uitziet, vervalt deze vergunningplicht als de landbouw wordt opgenomen in het Activiteitenbesluit per juli 2012.

Beregening en inkomenssteunAgrarische ondernemingen krijgen sinds 2005 alleen EU-inkomenssteun als zij aan bepaalde randvoorwaarden voldoen. Dit zijn onder meer voedselveiligheid, dieren-welzijn, gezondheid en milieu. Een van de

nieuwe randvoorwaarden betreft een ver-bod op beregening/bevloeiing zonder wa-tervergunning, indien het bedrijf volgens de Keur van het waterschap hiervoor een vergunning nodig heeft. Voorbeeld: in het werkgebied van het wa-terschap Regge en Dinkel geldt vanuit de Keur dat een watervergunning noodzakelijk is voor wateronttrekkingen uit oppervlakte-water of grondwater:• met een pompcapaciteit van meer dan

60 m3 per uur;• of indien meer dan 25.000 m3 grondwa-

ter per aaneengesloten periode van 3 maanden wordt onttrokken.

Overtredingen van deze randvoorwaarde worden gemeld aan de EU-desk en kunnen leiden tot 5 procent korting op uw EU-inko-menssteun.

Aanvragen watervergunningTot 1 maart 2012 moeten de vergunningen bij het desbetreffende waterschap aan-gevraagd worden. Zoals het nu lijkt, kun-nen aanvragen voor een watervergunning na die datum digitaal ingediend worden. Via het bestaande Omgevingsloket online (OLO) is het dan mogelijk naast het aan-vragen van een omgevingsvergunning ook een watervergunning aan te vragen. De specialisten van BOMAP kunnen de aanvraag watervergunning voor u verzor-gen.

Bomap verhuisD naar DelDen

Op 28 oktober is de afdeling BOMAP verhuisd van Lochem naar Delden. Door de toenemende werkzaamheden werd het kantoor in Lochem te klein. Daarnaast is er de ambitie nog verder door te groeien. Daarom is ervoor gekozen om te verhuizen naar het kantoor bij de fabriekslocatie aan de Sluisstraat 24 te Delden. De telefoonnum-mers van BOMAP zijn gelijk gebleven.BOMAP adviseert op het gebied van stallenbouw, ruimtelijke ordening, milieu, MDV (Maatlat Duurzame Veehouderij), diverse subsidiemogelijkheden en bemid-

delt in productierechten. Met haar kennis en ervaring ondersteunt en begeleid BOMAP jaarlijks veel boeren bij het realiseren van hun ontwikkelingsplannen in het totale traject van idee tot stal.De medewerkers van BOMAP staan vanuit Delden klaar om boe-ren met ambitieuze plannen van raad en daad te voorzien.

Page 42: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

Prijsverloop koopmelkBron: Gerealiseerde omzet ForFarmers BOMAP

veel varkensbedrijven bleef de vraag naar kooprechten uit. Half november kwam er wat meer vraag. De afweging een paar jaar te leasen of voor deze prijs te kopen maakte dat enkele bedrijven kochten. Hier-door is de prijs opgelopen naar €87,50 per VE. Op dit moment is er beperkt aanbod van benutbare rechten in Oost. In de regio Overig en Zuid liggen de prijzen een fractie lager. Kooptransacties van varkensrechten moeten 30 december 2011 bij Dienst Re-gelingen binnen zijn.

Varkensrechten lease Vraag en aanbod van leaserechten hou-den elkaar in evenwicht. De leaseprijs in regio Oost ligt rond de €16 per recht. In het niet overschot gebied liggen de prijzen een fractie lager (indicatie €14,50). In ge-bied Zuid liggen de leaseprijzen aanzienlijk lager (€6,50). Wanneer u varkensrechten zelf niet benut in 2011 zou u ze wellicht kunnen verleasen. Informeer of er nog mogelijkheden zijn. Let wel goed op in welk gebied u de rechten aanbiedt of wilt leasen. Bij lease en ver-lease kunt u uitsluitend binnen hetzelfde concentratiegebied een geslaagde leaset-ransactie tot stand brengen. Leasetransac-ties van varkensrechten moeten 30 decem-ber 2011 bij Dienst Regelingen binnen zijn.

PluimveerechtenDe bemiddeling in pluimveerechten is rus-tig, af en toe wordt er een partij overgedra-gen. De prijs ligt op dit moment rond de €6 per pluimvee-eenheid in Oost, in Zuid iets hoger en in Overig iets lager.Bij de lease ligt de vraagprijs rond de 60 cent per pluimvee-eenheid in Oost. In Ove-rig is de vraagprijs 70 cent en in Zuid 50 cent. Koop en leasetransacties van pluim-veerechten moeten 30 december 2011 bij Dienst Regelingen binnen zijn.

ToeslagrechtenEr is weinig aanbod van toeslagrechten, veel transacties hebben al plaats gevonden

Hebt u vraag naar, of aanbod van, melkquotum, varkens- en pluim-veerechten of toeslagrechten, bel dan met BOMAP, tel +31 (0)573-288989.

42

Productierechten

Koopmelk De prijs van melkquotum lag van half april tot half september (17,75 cent per % vet) ongeveer 1 tot 1,5 cent onder het niveau van 2010. Sinds half september is de prijs gedaald naar 15,10 cent per % vet op dit moment. Dit is ca. 5 cent onder de prijs van december 2010. In 2015 wordt het melk-quotum afgeschaft, dit betekent dat de af-schrijvingstermijn steeds korter wordt. Het blijft nog onduidelijk of er een vervangend systeem komt. Er is een beperkte vraag naar melkquotum, het aanbod van landbouwregeling melk is gering, het aanbod van BTW melk is ruimer.Kooptransacties voor melkjaar 2011/2012 moeten 13 januari 2012 bij het COS bin-nen zijn.

LeasemelkDe prijs van leasemelk lag van half april tot half september (4,75 cent per % vet) na-genoeg gelijk aan de prijs van 2010. Vanaf half september steeg het aanbod en daalde de vraag. Hierdoor is de prijs ook gedaald met een enkele opleving tussendoor. Mo-menteel wordt er verleasd voor ongeveer 3,90 cent per % vet. Dit is 1,25 cent lager dan in december 2010.Leasetransacties voor melkjaar 2011/2012 moeten 15 februari 2012 bij het COS bin-nen zijn.

Varkensrechten koopDe prijs is in de maand oktober op het laagste niveau geweest. (ca. €75 per VE). Mede door de slechte financiële positie op

(in dit artikel staan de cijfers van 6 december vermeld)

Specialisten productierechten v.l.n.r.: Clemens Goselink, Roel Visscher en Ria Zieverink.

Week

Pri

js in

cen

ten

per

% v

et (

excl

. BT

W)

10

13

16

19

22

25

28

31

34

1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52

prijs

Weekbron: gerealiseerde omzet ForFarmers BOMAP

Prijsverloop koopmelk 2009-2010-2011prijs per % vet, excl btw

2009

2010

2011

Page 43: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

43

De vraag naar grotere hoeveelheden enkel-voudige grondstoffen komt met name van grote, vaak intensieve bedrijven. Deze be-drijven hebben geïnvesteerd in de mogelijk-heid voor bijmenging door middel van een maal/menginstallatie, of nemen gemalen grondstoffen op in hun rantsoensamenstel-ling met behulp van een brijvoerinstallatie.

Efficiëntie Om de kosten voor afnemers van enkel-voudige grondstoffen zo laag mogelijk te houden, is efficiëntie van groot belang. Het reduceren van overheadkosten en optimali-seren van transport en overslag door logis-tieke handigheid zorgt voor een voordeel in de aanschaf van grondstoffen. Voor Farm-Feed is het de uitdaging deze processen zo af te stemmen dat minimale kosten toege-voegd worden.

Variatie aan productenNaast gangbare producten als tarwe, gerst en mais biedt FarmFeed een variatie aan producten. Zo zijn er 6 verschillende soor-ten sojameel leverbaar, elk met verschil-lende eigenschappen en prijsverhoudingen. Informeer hiernaar bij onze specialisten.

WereldmarktDe prijsstelling van enkelvoudige grond-stoffen komt voornamelijk tot stand op ba-sis van wereldhandelsprijzen. Termijnmark-ten van granen en soja zijn onder andere genoteerd aan de beurs in Parijs en Chi-cago. Door toenemende vraag naar agra-rische bulkgoederen (zogenaamde commo-dity’s) komen grote prijsfluctuaties vaker

voor. Er kan echter geen eenduidige oor-zaak aangewezen worden voor deze prijs-fluctuaties. Groei van de wereldbevolking, globale toename van de welvaart, wetge-ving en speculanten die actief zijn op de wereldmarkt hebben een duidelijke invloed op fluctuaties. Wanneer en hoe omvangrijk deze invloed is, blijkt slecht te voorspellen.

FeedmailWekelijks worden de actuele prijzen van enkelvoudige grondstoffen verzonden via Feedmail. Zo blijft u op de hoogte van prijs-ontwikkelingen en schommelingen in de markt. In de Feedmail vindt u prijzen per provincie aan huis geleverd. Daarmee kunt u makkelijk bekijken op welk moment het voor u verstandig is om in te stappen. Onze specialisten bieden u ook graag een specifieke offerte die actueel is voor uw bedrijf. Meldt u daarom via www.farm-feed.eu aan voor Feedmail of neem con-tact op met FarmFeed via telefoonnummer (0573)-40 84 54.

FarmFeed speelt in op groeiende vraag naar enkelvoudig productNaast het bestaande assortiment vochtige voeders, ruwvoe-

ders en strooisels ontwikkelt FarmFeed zich snel in de markt

voor enkelvoudige grondstoffen. Vanwege een toenemende

vraag naar enkelvoudige producten zoals tarwe, gerst, soja

en mais heeft FarmFeed een compleet productpakket samen-

gesteld voor klanten van de ForFarmers Group.

Page 44: Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang …...Voorlichtingsblad van ForFarmers DECEMBER 2011 jaargang 35 VOERTAAL 31024 Cover Voertaal en Futterpost.indd 1 08-12-11

ForFarmers, Postbus 91, 7240 AB Lochem, T: +31 (0)573 28 88 00, F: +31 (0)573 28 88 99, [email protected], www.forfarmers.eu

ForFarmers

Klantenservice T: +31 (0)573 28 88 11

Weekenddienst T: +31 (0)573 28 89 22

BOMAP T: +31 (0)573 28 89 89

Subli paardenvoeders T: +31 (0)900 20 25 321

FarmFeed

Rundveehouderij T: +31 (0)573 40 84 50

Varkenshouderij T: +31 (0)573 40 84 61

ForFarmers verkoopleiders

Rundveehouderij Noord Wilfred Jonkman T: +31 (0)6 22 24 67 99

Rundveehouderij Midden en Vleesvee Henk van der Vegt T: +31 (0)6 51 34 43 25

Rundveehouderij Zuid en Geiten en Schapen Gertie Klein Hegeman T: +31 (0)6 53 31 35 88

Varkenshouderij Noord Richard Orriëns T: +31 (0)6 53 40 08 55

Varkenshouderij Midden Rinze Exterkate T: +31 (0)6 22 37 33 09

Varkenshouderij Brabant, Limburg, België Marleen van Sleuwen T: +31 (0)6 10 41 27 63

Pluimveehouderij Jan Tjassens T: +31 (0)6 53 40 40 46

Plantaardig Erik Schieven T: +31 (0)6 51 64 04 73