Volledige rehabilitatie van een sterk gemutileerde dentitie
Click here to load reader
-
Upload
dries-cools -
Category
Documents
-
view
221 -
download
6
Transcript of Volledige rehabilitatie van een sterk gemutileerde dentitie
INTEGRALE TANDHEELKUNDE
Volledige rehabilitatie van een sterk gemutileerde dentitie1
Dries Cools
Abstract Soms is de gebitssituatie van een patient in de
loop der jaren zo complex geworden dat de huistandarts
behoefte heeft aan advisering door een collega. In die
gevallen komt het ook voor dat de gecompliceerde
behandeling na overleg met de huistandarts door deze
gedifferentieerde collega wordt overgenomen.
Een 49-jarige vrouw wordt door de huistandarts verwe-
zen voor een behandelingsadvies met betrekking tot haar
sterk gemutileerde dentitie. De voornaamste klacht van
de patiente zelf is de koudegevoeligheid van het onder-
front. Bovendien wenst zij vervanging van de verlorenge-
gane gebitselementen in het eerste kwadrant. Daarvoor
wil zij het liefst een vaste voorziening. Mevrouw is er zich
bij dit alles van bewust dat zij haar volledige dentitie zal
moeten laten saneren.
Onderzoek
Uit de medische anamnese blijkt dat mevrouw gezond is
en dat er ten aanzien van haar medische situatie geen
bijzonderheden worden gemeld. De tandheelkundige
anamnese daarentegen laat een sterke slijtage van het
onderfront zien. Tevens is er sprake van verlies aan beet-
hoogte. In de rechterbovenkaak missen distaal van de 13
alle gebitselementen. Vooral in de onderkaak zijn er uit-
gebreide amalgaamvullingen aanwezig. De randaanslui-
ting daarvan is in de loop der tijd slechter geworden. Het
parodontium is desondanks goed.
Ook extraoraal manifesteert zich het verlies van ver-
ticale dimensie. De kaakrelatie is een Angle Klasse-I.
Mevrouw meldt aanvullend dat zij ’s nachts knarst,
zodat er van nachtelijke bruxisme sprake is.
De rontgenfoto’s laten zien dat zich aan de cuspidaat
13 een resorptieproces afspeelt. Voorts blijkt dat in het
verleden aan de incisieven 11 en 21 apexresecties zijn
verricht. Aan de 22 is parodontitis apicalis zichtbaar,
waarbij vermeld dient te worden dat dit gebitselement
een week voor de rontgenopname endodontisch is herbe-
handeld. Daarnaast valt op dat de wortelkanaalstiften in
de 24 en 25 niet het verloop van het natuurlijke wortel-
kanaal volgen .
Probleemstelling
Als diagnose wordt gesteld: gemutileerde dentitie met
aanzienlijke slijtage ter hoogte van het onderfront. De
elementen 24 en 25 vormen qua prognose een complica-
tie. Het risico van fractuur van de radices van deze pre-
molaren is vanwege de afwijkende positie van de stiften
reeel met het toenemen van de leeftijd.
Uit de diagnose en de conditie van de 24 en 25 volgt de
volgende probleemstelling:
1. sterke slijtage van restdentitie en van tandheelkundige
materialen, mede onderhouden door bruxisme
2. ontbrekende gebitselementen in de rechterbovenkaak
3. de premolaren 24 en 25 dienen als te risicovol te wor-
den beschouwd om ze in een nieuwe tandheelkundige
behandeling te kunnen betrekken.
1 Casus verdedigd op 23/06/2007 als onderdeel in het kader van deopleiding tot Bijzondere Beroepsbekwaming in Prothetische Tand-heelkunde aan de K.U. Leuven. Afdelingshoofd: prof. I. Naert.
TandartsPraktijk (2007) 28:998–1001
DOI 10.1007/BF03073284
13
Strategie
Als mogelijke oplossingen komt op de eerste plaats een
behandeling met gecombineerde restauraties, dat wil zeg-
gen met kroon- en brugwerk en met composietopbou-
wen, in aanmerking. De patiente wenste immers vaste
voorzieningen. De eerste oplossing beoogt zoveel moge-
lijk behoud van de eigen dentitie en toepassing van
implantaten in het eerste en tweede kwadrant. Zou deze
behandeling te kostbaar worden, dan is als tweede oplos-
sing een frameprothese afgesteund op kronen te
verwezenlijken.
Aangezien de parodontale conditie van het restgebit
bijzonder goed is en de medewerking van de patiente
uitstekend, gaat ook tandheelkundig gezien de voorkeur
uit naar de optie met zoveel mogelijk behoud van de
eigen gebitselementen.
Als eerste wordt de profylaxe ter hand genomen en de
13 wordt veiliggesteld door er een endodontische behan-
deling in te verrichten. Na deze voorbereidende behan-
delingen wordt met de opbouw van de dentitie gestart
door het onderfront met composiet te restaureren. Om
deze opbouw van het onderfront mogelijk te maken, is
eerst een verlenging van de klinische kronen toegepast.
Het hechtoppervlak van het onderfront wordt daardoor
vergroot. In tweede instantie wordt de aanvulling van de
dorsale delen gerealiseerd.
Therapie
De totale behandeling duurt ruim 1,5 jaar. De mond -
hygiene-instructie en de endo in de 13 vormen de voor-
bereidende stappen. De opbouw van het onderfront
volgt vrij snel daarna.
Drie maanden na aanvang van de behandeling worden
de bestaande stiftopbouwen uit de 12, 11 en 21 gehaald
en volgt een endodontische herbehandeling van deze drie
incisieven. Na extractie van de 24 en 25 worden ter ver-
vanging van deze elementen twee implantaten geplaatst.
In de rechterbovenkaak worden op de positie van de 14
en 15 eveneens twee implantaten geplaatst.
Terwijl deze implantaten osseoıntegreren worden in de
12, 11, 21 en 23 nieuwe stiftopbouwen in de wortelkana-
len aangebracht. Het gehele bovenfront, dus van 13 tot
en met 23, wordt aansluitend voorzien van volledig kera-
mische kronen.
In de onderkaak worden in de 34, 35 en 44 nieuwe stift
- opbouwen vervaardigd. De oude amalgaamrestauraties
worden uit de 38, 37, 45, 46, 47 en 48 verwijderd, waarna
deze zes gebitselementen met composiet worden opge-
bouwd. In de onderkaak worden de 35, 34 en 44 met vol -
keramische kronen hersteld, terwijl in de bovenkaak de
26 een dergelijk restauratie krijgt. Tegelijkertijd is het tijd
voor de vervaardiging van individueel gefreesde abut-
ments in de implantaten en volkeramische kronen op de
posities 15, 14, 24 en 25.
Om alle kronen tegen het nachtelijk bruxisme te
beschermen wordt een harde opbeetplaat gemaakt. In
dit behandelplan is het opvallend dat het diasteem van
de 36 niet met een brug wordt gecorrigeerd.
Discussie
Voor de patiente is het eindresultaat zowel functioneel als
esthetisch bevredigend. De beethoogte is hersteld en in de
rechterbovenkaak is de gebitsboog aangevuld. De voor-
naamste klacht over de koudegevoeligheid van het
onderfront is geelimineerd. Ook is zij tevreden dat zij
met vaste voorzieningen is behandeld. Daarmee is aan
een belang - rijke wens van haar tegemoetgekomen.
De vraag kan gesteld worden waarom voor de stiftop-
bouwen niet gekozen is voor glasvezelstiften of voor
geındividualiseerde stiften met composietopbouwen.
Beide stiftvormen kennen inmiddels namelijk goede
resultaten. Hier werd vanwege de beperkte hoeveelheid
restweefsel en de niet axiaal gerichte krachten deson-
danks gekozen voor gegoten stiftopbouwen.
Voor het bovenfront is bewust gekozen voor herbe-
handeling en niet voor extractie. In dat laatste geval zou
namelijk voor een behandeling met een partiele brug op
implantaten moeten zijn gekozen. Een dergelijke brug
heeft echter een minder goede restauratieprognose dan
de gekozen oplossing in het bovenfront met stiftopbou-
wen en solitaire kronen.
Prognose
De prognose van de uitgevoerde behandelingen is goed.
Het grootste risico schuilt in de mogelijkheid dat er frac-
turen in de wortels van het bovenfront optreden. Dit
risico neemt toe naarmate de leeftijd vordert. Om de
kans op fractuur te verminderen moet de patiente con-
sequent haar opbeetplaat ’s nachts dragen. Overdag
dient zij er alert op te zijn haar klemgewoonte onder
controle te houden. Linksonder vormt het diasteem ter
plaatse van de 36 geen probleem. Dit diasteem is op
verzoek van de patiente niet opgeheven, aangezien er
noch esthetische, noch functionele problemen waren.
Nu de gebitssituatie gerehabiliteerd is, kan de patiente
voor verdere controle weer terug naar haar huistandarts.
Deze kan met adviezen van de gedifferentieerde collega
het gebit van de patiente adequaat onderhouden. Vooral
TandartsPraktijk (2007) 28:998–1001 999
13
2 Preexistente situatie van de boven kaak vanaf occlusaal.
3 Preexistente situatie van de onderkaak vanaf occlusaal.
4 Het OPT en de rontgenstatus voor behandeling.1 Frontaanzicht van de preexistente gebitssituatie.
5 Eindresultaat van frontaal gezien.
6 Occlusaal beeld van het eindresultaat in de bovenkaak.
1000 TandartsPraktijk (2007) 28:998–1001
13
de composietrestauraties vergen onderhoud dat goed
door de algemeen practicus kan worden overgenomen.
In deze casus zijn de volgende materialen gebruikt:
composiet: Photoclear Bright van Kuraray
composiet: Synergy van Coltene Whaledent
wortelkanaalvulmateriaal: Gutta Percha van
Dentsply
stiftopbouw: aangietbare stiften van een Au-Pt-
Ir-edelmetaallegering, Coltene Whaledent
afdrukmateriaal: Impregum en Penta, 3M Espe
cement: GC Fuji I, GC
kronen: hooggesinterd aluminiumoxide als
onderstructuur, Procera, Nobel Biocare
abutments: gefreesde titaniumcilinders, Procera,
Nobel Biocare
De bij dit artikel behorende literatuurlijst is bij de eindredactie aante vragen.
8 OPT na behandeling.
7 Occlusaal beeld van het eindresultaat in de onderkaak.
TandartsPraktijk (2007) 28:998–1001 1001
13