Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan...

66
Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode Citation for published version (APA): Eggels, J. G. M., & Lange, de, P. J. P. (1987). Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode. (TU Eindhoven. Fac. Bouwkunde : publicaties Bouwkundewinkel). Technische Universiteit Eindhoven. Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1987 Document Version: Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication: • A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website. • The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review. • The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers. Link to publication General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal. If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement: www.tue.nl/taverne Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us at: [email protected] providing details and we will investigate your claim. Download date: 28. Aug. 2021

Transcript of Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan...

Page 1: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode

Citation for published version (APA):Eggels, J. G. M., & Lange, de, P. J. P. (1987). Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode. (TU Eindhoven.Fac. Bouwkunde : publicaties Bouwkundewinkel). Technische Universiteit Eindhoven.

Document status and date:Gepubliceerd: 01/01/1987

Document Version:Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can beimportant differences between the submitted version and the official published version of record. Peopleinterested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit theDOI to the publisher's website.• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and pagenumbers.Link to publication

General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, pleasefollow below link for the End User Agreement:www.tue.nl/taverne

Take down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us at:[email protected] details and we will investigate your claim.

Download date: 28. Aug. 2021

Page 2: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

VOCHTPROBLEMEN IN EENWONING TE ST OEDENRODE

Een onderzoek van de bouwkundewinkel x van de technischeuniversiteit te Eindhovenjuni 1987

De BcuwkundBw1nkal 1. asn van d. .chtWBtenschapswinkels aan de Techn1sche Un1vers1te1t"te E~ndhcvan. Dit cndarzcak 1. gad••" in.h.t k.darvan ·proJectwBrk biJ d. facult.it dB~ Bau~kund••vakgroep FAGO.

Ca TUE BanVBardt gssn a.n.p~akaliJkhaid vear schade88n personsn en zaksn die vocrtvloeien u1t d.tespassing c~ hat gab~uik van ~a.ult.t.n van hatvsrrichts onderzoek. behcudans in gaval van apzat.g~cv. schuld c~ g~cv. nalat1gheid van da TUE af daonderzoekers.

Page 3: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING

2 BOUWKUNDIGE SITUATIE2.1 situatie

2.1.1 terreinbeschrijving2.1.2 woning beschrijving

2.2 probleemomschrijving2.3 vochtproductie2.4 ventilatie

3 DE !'iETINGE!\.3.1 inleiding3.2 metingen m.b.v. thermohygrograaf3.3 metingen m.b.t. grondwaterstand

4 DE BE~EKENI~GEN

4.1 inleiding4.2 koudebrug

4.2.1 berekening4.2.2 conclusie

4.3 optrekkend grondwater4.4 de vochtbalans

4.4.1 berekening4.4.2 conclusie

5 ALGEMENE CONCLUSIES

6 AANBEVELINGEN6.1 afvoer6.2 ventilatie6.3 koudebrugLITE RATU UI<.L I J ST

BIJLAGEN

pag 1

pag 2pag 2pag 7pag 13pag 14

pag 17pag 17pag 25

pag 30

pag 32pag 34tpag 35

pag 3Spag 37

pag 38

pag 39pag 3~

pag 41pag 43

pag 44 ev.

BIJLAGE 1

BIJLAGE 2BIJLAGE 3BIJLAGE 4BIJLAGE 5BIJLAGE ·6

Deel uit LIT 3 TV 153WTCBjBruss·elAfbeeldingen uit het SBR 151Deel uit GAS,jan 1981Deel uit NEN 1078 (GAVO)Gegevens KNMIDeel uit NEN 1087Deel uit NPR 1088

Page 4: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

1

INLEIDING

Via het burG wetenschapswinkels bereikte de bouwkunde­winkel een aanvraag betreffende vochtproblernen in eeneengezinswoning te st~Oedenrode.

De aanvraag werd ingedient door Th.A.M. Schevers,eigenaar-bewoner van de betreffende woning.Het probleern betreft vooral schirnrnelvorrning en los­latend behang in twee hoeken van het huis op de beganegrond.

Dhr.Schevers wil op korte terrnijn enkele verbouwingenaan het huis uitvoeren en stelt i.v.rn. eventueleaanpassingen t.a.v. het vochtprobleern de vraag waarhet vocht vandaan kornt en wat eventuele oplossingenkunnen zijn.Metingen zijn uitgevoerd in de maand april.'oor diverse inforrnatie is de woning 4 maal bezocht Inde maanden maart en april.

J Eggels

P de Lange

Page 5: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

'2

2 BOUWKUNDIGE SITUATIE

2'.1 situatie

2.1.1De woning van de familie Schevers is gelegen aan deValstraat nr. 18 te St.Oedenrode.Het betreft hiereen woningcomplex bestaande uit eengezinswoningen.De woningen van dit complex dateren uit de periode1960-1965.Deze buurt was destijds een uitbreidingsplan van degemeente St. Oedenrode.Het bouwterrein ligt aan de andere kant van de Dommeldan het dorpscentrum en weI aan de uiterwaarden vandeze stroom.Het gebied had vroeger een agrarischebestemming en werd doorkruist door verschillende water­lopen waarvan de restanten in de buurt van de woningennog goed herkenbaar zijn.Bij navraag bij de plaatselijke instanties bouw enwoningtoezicht en weg- en waterbauw bleek dat geenrelevante gegevens over dit gebied beschikbaar waren.Wat hieruit weI bleek was dat er geen enkele vorm vangrand- en bademonderzaek aan het bouwen van de woningenvaoraf gegaan was.

2.1. 2De woning van de fam. Schevers betreft een hoekwoninguit een rij van 6 oorspronkelijk identieke woningen.De oorsprankelijke bouwtekeningen van deze woningenzijn noch bij de architect nach bij bouw en woningtoezicht van de gemeente St.Oedenrode bewaard gebleven.De enige beschikbare tekening is deze welke gemaaktis voor een verbouwing van de woning van de fam. Scheversdaterend uit 1979. 'Op deze tekening staan aIleen voor de betreffende ver­bouwing t.w. een dakkapel en een verandering van de~nrichting van de eerste verdieping de benodigde details.M.a.w. de details die betre~king hebben op de probleem­plaatsen zijn niet te achterhalen.De waning is angeveer 5 jaar geleden voorzien van dubbelebeglazing en 8 jaar geleden,tijdens de verbouwing,ishet dak van isalatie voorzien.De spouw is echter nietgeisoleerd.Verder is toen de woning voorzien van eenC.V. installatie.De ketel bevindt zich op zolder enbeschikt over voldoende af en aanvoer mogelijkhedenvan rookgassen en verse lucht.De begane grondvloer is direct op zand gestort zodatderhalve onder het huis geen kruipruimte aanwezig is.Tussen zand en beton is volgens constatering geenwaterwerende of dampremmende laag aangebracht.zie figuur 1 tim 5 en foto lt/m 3 .

.'

Page 6: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

FIGUUR 1

- ._ .. - - __..l.. _

FIGUUR 2

,,~, .oS~.

Page 7: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

,,";

,.

.~

.net

t

gII

QJJ

-1 Tt1

";

'.

tR

,/~

~..

.....\ '\

~\.

.

r..r:

-

---

w

Page 8: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

FOTO 1

tt

FOTO 2

Page 9: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

6

\,

FIGUUR 5

. I ,

,,

FOTO 3

Page 10: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

2.2 probleemomschrijving

Bij bezoek aan de betreffende woning bleek dat het vocht­probleem zich op 2 plqatsen manifesteerde t.w. op debegane grondvloer in denoordoosthoek van de kamer enin de keukenkastjes in een hoek van de keuken.(zie fig.6 en resp. foto 4 tim 7 en 8 tim 10).Op deze 2 plaatsen is duidelijk schimmelvorming te zien.Dit probleem doet zich naar zeggen van de bewoners allanger dan 7 jaar voor.Bij de directe buren(valstraat 20)doet hetzelfde probleem zich voor in de vergelijkbarehoek in de kamer,in de keuken hebben zij geen schimmel­vorming.De verdere woningen in de rij hebben van vocht­problemen geen last.Op verzoek van de bewoners is enkele jaren geleden deaannemer komen kijken.Daarbij is de spouw gecontroleerdop specieproppen en op eventueel vocht maar geen vanbeide werd geconstateerd,m.a.w. volgens de aannemer isde spouw kurkdroog.Verder werd door ons geconstateerd dat er scheuren enverzakkingen zichtbaar waren bij het in de tuin gelegenschuurtje (zie foto 11 en 12).Dit werd door de bewoners niet in verband gebracht met devochtproblemen,maar verdienen uit het oogpunt van devroegere waterlopen weI enige aandacht.Het kan wijzen opeen nu nog steeds doorgaande waterstroom onder de woningdie zowel een bijdrage kan leveren aan de vochtproblemenals aan de genoemde verzakkingen.

FIGUUR 6

~.

,. .

(.

. .

Page 11: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

8

,

, .

FOTO 4

FOTO 5

Page 12: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

FOTO 6

FOTO 7

Page 13: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

--_.-.-------

10

..... - . -- - -----'--

..'~'

FOTO 8

. FOTO 9

Page 14: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

If

FOTO 10

Page 15: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

11

Op de foto ;5 zijn de scheuren met kleur aangegeven •

. .~

FOTO 11

FOTO 12

Page 16: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

/3

2.3 vochtproduktie

In het algemeen kunnen we stellen dat er verschillendemanieren zijn waarop er vocht in een woning kan komeno.a. -- vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf

- douchen,koken etc- huisdieren,planten

optrekkend grondvochtdoorslaand vochtopgeslagen (bouw)vochtlekkenc1 vocht

Niet aIle genoemde manieren zlJn van toepassing op ditprobleem.De laatste 3 mogelijkheden kunnen we ,enerzijdsdoor controleerbaarheid(droge spouw) anderzijds doorkenmerkende probleempresentatie ,elimineren (zie literatuur)

volgende

aant.mensuren

Om de vochtproductie door bewoning globaalbepalen dient het z.g.n. bewonersgedrag telyseerd.Het aantal bewoners bedraagt 5 personen.Gedurende een dagperiode bevinden zich deaantallen personen in kamer/keuken

7.30- 8.30 58.30-12.00 1

12.00-13.00 513.00-15.30 115.30-20.00 520.00-23.00 2 x23.00- 7.30 nachtperiode

te kunnenworden geana-

53,552,5

:22,5: 6

44,5

Deze situatie is vergelijkbaar met een continue bewoningvan 44,5/15,5 = 3 bewoners,Verder nemen we aan dat we' de keuken en de woonkamerals een vertrek kunnen beschouwen daar de tussendeurbijna altijd geopend is.In de literatuur vinden we verschillende waarden voorde vochtproduktie 9 per persoon per etmaal;

9 = 5"0 gr/uur

9 = 42 gr/uur

(LIT 1)

(LIT 2)

In ons geval nemen we aan 9 = 50 gr/uur,zodat we totaaluitkomen op een vochtproduktie door de bewoners van150 gr/uur.De totale vochtproduktie door bewoning kunnen webekijken op 2 verschillende manieren;

1 gemiddeld over de hele dag

2 pieken in de dagproductie

x nachtperiode;daar de vochtproductie (ademhaling etc.)dan op de verdiepina plaatsvindt,is deze buiten beschouwinggelaten. '~

Page 17: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

ad.l - vochtproductie door'bewoners0,15 kg/uurxl~5uur = 2,3 kg/etmaal

ad.2

- warmwatergebruik,planten,koffie0,05 kg/uurx24 uur

gem. belasting

- afwassen 2x per etmaal

- koken(met afzuigkap 75% red.)

- bakken(3 uur per week)

- geyser(zonder afvoer,~uur p.d.)

piekbelasting

zetten etc= 1,2 kg/etmaal-----

3,5 kg/etmaal

= 1,0 kg/etmaal

= 0,63 kg/etmaal,= 0,86 kg/etmaal

1,2 kg/etmaal

-3;7-kg/etmaal

Dus een gemidde1de dag productie van 7,2 kg waterdamp.

Met deze gegevens en het ventilatievoud (zie 2.4)kunnen we straks een vochtbalans opstellen (zie 4.4.1).Aan de hand van het al of niet kloppend krijgen vandez~ vochtbalans kunnen we een uitspraak doen overeen eventueel aanwezig zijn van een externe vochtbron.In dit geval zou dat optrekkend vocht kunnen zijn.

Wij nemen hier dus voor de dagperiode 15,5 uur.

2.4 ventilatie

De ventilatie van de begane grond wordt bekeken voorkamer en keuken samen daar de tussendeur bijna altijdopen staat.De ventilatie moge1ijkheden zijn in figuur 7 en 8 en opfoto 13 aangegeven.

FOTO 13

Page 18: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

Noordzijde kamer

Zuidzijde kamer

1'5

geen .ven~ilatie mogelijkheden.

voor ventilatie wordt veelal aIleenhet klepraampje aangewend.

65 225

!iguur 7

Zuidzijde keuken ook hier word meestal aIleen hetklepraampje gebruikt.

I

~r ""'/(\J

H

ooN

90 90

fi"llur 8--~------

Verder is er in de keuken nog een open verbinding metbuiten.dit kanaal heeft een afmeting van ¢ 13 (ern) .

. ..'

Page 19: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

In de NEN 1087 (zie bijlage 5) en de NPR zijn richt­lijnen gegeven voor de minimctle ventilatie voorzieningenin woonhuizen.

Woonkamer

Keuken

noordgevel

zuidgevel

;zuidgevel

Vent. kanaal

2eis: ~ • 0,042 = 0,021 mer is geen ventilatie mogelijk­heid aanwezig;voldoet niet.

eis: Av = 0,021 m~aanwezlg ± 0,36 m (aIleenklepraampje);vol~oet ruim.

eis: 0,028 m2 2

aanwezlg ± 0,27 m ;voldoet rUlm.

eis: 0,028 m2 2aanwezig 0,0133 m ;voldoet niet

Daarbij moet volgens de NPR 3.3.1 (bijlage 5) in beidegevels van de woonkamer minimaal de helft van de vereistenetto doorlaat mogelijk zijn.

~1.a.w. de ventilatie voorzieningen vOldoen niet.

.. '.,

Page 20: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

It

3 DE METINGEN

3.1 Inleiding

Allereerst dient vermeld te worden dat slechts enkelehier van belang zijnde grootheden met een redelijkenauwkeurigheid te meten zijn.Dit geldt o.a. voor derelatieve vochtigheid en de binnentemperatuur T, •

1Andere grootheden als oppervlaktetemperaturen , vocht-gehalten van materialen,materiaaleigenschappen vangebruikte materialen etc. zijn niet of slecht meet­baar~Voor de buitencondities (R.V. buiten en T )makenwij gebruik van de gegevens die door het K.N.M7I.wordenverstrekt.Deze gegevens zijn afkomstig van metingenuitgevoerd op het vliegveld Welschap te Veldhoven.Aangenomen word dat deze gegevens en de hieruit teberekenen resultaten vergelijkbaar zijn voor de buiten­omstandigheden te St.Oedenrode.In de- woning hebben we m.b.v. een thermohygrograaf,beschik­baar gesteld door de afdeling FAGO van de TUE,de R.V.en de binnentemperatuur T, gedurende de maand April 87

. d 1gereq lstreer .l'e thermohygrograaf bevondzich op een kast op .:t. 1,5 mhoogte in het midden tegen'de woningscheidende wand.De meetapparatuur werd afgeschermd tegen direct zonlicht.Daarnaast hebben we op 25-3-87 tussen 12.00 uur en 13.00uur de grondwaterstand nabij de woning op 2 plaatsenbepaald.Deze resultaten zij~ te vinden in 3.3.Gemeten wordt met een thermohygrograaf;het instrumentvertoont een eigen onnauwkeurigheid c.q. nauwkeurig-heid en een nauwkeurigheid die afhangt van gebruik,vervuiling etc. In het vervolg zullen we er van uitgaandat deze nauwkeurigheid vOfdoende is voor onze metingen.

3.2 Metingen m.b.v. thermohygrograafIn de volgende figuren zijn de meetgegevens weergegeven;

in April (bron;K.N.M.I.)

qrafische voorstelling van pctbinnen(=P,), d' 'd l

Pdbuiten (=Pe) als funktle van e tlj .

De R.V. en Ti

in de woning in de maand april

-Als fig. 11 maar met tijdsintervalverdelingen met de absolute dampspanning Pd volgens;

R.V. = Pd( ) (LIT 1,pag.5)100 0,{, Ps T

14

__F iguur 13De R.\'. en Te

F'd binnen

Pd buiten

Deen

--figuur 11

--Figuur 12

--Fiquur

--Figuur 15

--F iguur 16

Page 21: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

\. ,--, ~ ..- ..- _ - .._._- -------_ ' ---_ _ _-_._-_.._----_.

I 1 I 2 I 3 I 4 I 5 I 6 .I 7 I 8 I 9 I 10 I 11 I 12 I 13 I 14 I 15 I 16 I 17 I 18 I 19 I 20 I 21 I 22 I 23 I 24 I 25 I 26 I 27 I 28 , 29 I 30 , 31 ,

- _.--4=--

.'-~'\' .. ~ .~-T?: ',- .~- ~\::.:,: ~ _. Jo-t"::

I J~.", 'l6l4"~ .,0' L.,;) .. ",. en'

I (]) I 2 I 3 , 4 , 5 , 6 , 7 I 8 I 9 , 10 , 11 , 12 I 13 , 14 , 15 I 16 I 17 I 18 19 I 20 I 21 I 22 I 23 I 24 I 25 I 26 I 27 I 28 .~. I 30 I 31 ,

fLit/II. '///7r/////IIIII// 'Il /·~'I/III/J '1111111/lfl~'I/i /1/11////1/1 Ilf771//II///.I/111 '/1/711/1///1/ 11/11'//;'" Itl 'II'...-'f-/II-H,///++-++-1'1++1..L1-H-1'6LI-++I1++-~,/il-+-/-~jj,++III-H-1'J. ~1-H/'~jl++-lLl-H''-++j l++-I./I-H.J/++-J11-+-/-'1tI+-I-~1+-Hnl.r...++Lj++/l-H'I'-++1'11++-111-++

1'1 j-H-.'/II++'j++-1'..Uf..H_j+I'jl-j++-ljl++11/++1'11'-++l'I+-I-1j'-++j'••tJ++c'lIH-+III++IIH-+II-++IIH-III'-++I+-H~U~'-++-I-I-f-t 1

If '1/ I I' I'll 'I I' It I III I II I 1'0 I ~l rl/ !/I i 1'7 I '1/ 1111' 111 1/I P 11/ 11111111111 /I 1'1 II' 111111 II/II II +-H/.'f-1+1+/+-,H-I-I-f-/+-+-ll!I I {I -I I I

I II

I ii, ;..-

• I ;, \

.' I ;" I ,1_+t1 • " • 01.. I I ' ~ "'~' \ '" ' . .. 1\ \ \I ;

I '~ \ I '\. - r· I I I " +-. I \ I"': \ \.. \ II ,-Tf\ \ \ \ II I \ \ \ I I I I II I \ II I I' .\ I II \ \ \ I I I I \ I I 1M I I II \ \ I I I \' ., I I I II I \ I \ I III I I I I I I \ III I'M \ I II I I II \ I I \

\ ',.,1,.,\ '1....1 \,..1,.,\ \ '.1,.. \i"1"'\ \ I I I I I \ I I I I I I l""t'\ I \ \ I I I \ I \ \ \ I I I \ I I M"\ I \ \ I I I \ I I I \ I I I \ I \ " "I I I I I I I \ I I I \ I I I ,'f"" I I \ ,., \,

\ \ , I \ , , \ , , 'U , , I , \ , \ , \ , \ I , , \ , , 1M \ \ \ \ , \ \ \ \ , \ , \ \ \ \ , ,~~ \ \ \ \ \ , \ , , \ \ \ \ \ \ , \ I,-l.~ , , \ \ \ , \ , \ , \ , \ \ \ \ , 1M \ \ \ , , , \ \ , , \ , , \ \ , , .riA \ \ , I \ \ \' 7J. \ .\ \ \ \ \ \ \ \ , , 1 'II \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ in \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ In \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ In \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ , , IT' , \ \ \ , , \ \ \ , \ \ \ , \ \ "t \ \ \ , \ , ~ .. JiJ, \ \

\\ \ \ \ \ \ \ \ \ \~O%\ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \~a~\. \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \~Q% \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ lc\<l%\ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ 100%\ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ 100%\ \ \ ~ \ \ '1.1

Page 22: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

---- --------------_.---.._---- -- -------------------------------------'---

I

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 '

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 '19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 rI J I I I I I I I , I I I I I I I I , I I I I I I I , I I I I ..:

IZ111C'J':7c..E:C'J7'("

<(1) I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I , I I '

~ 'IIII1/~ -jl j ie~WAiE~1PArttt~~lr~telt~~~~j~~~~~P&~/J/~ t1 1i 1~ 1/tr~~~ t~",~ {.r£'i~hr~~ ~it~)))~1t1~~~n nlll J

?. 1/ / II /t~ ~ ~ 1tlL~l~~dl~1~1g1~rl~~ti~~~~~1ttd~~~~J~111J ,ltd~~,t/v/1~tJ,;;,rl~J .l' , ~ 'f 1 F,'1 ft~,f, 'II/I I

,111111,1 'I II I I I I 1/7'1 I I I 1/ II I TIl I I I I IIITIIII 1111 T /11 1/1111'1 11111 I., I I~..J It:

~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~·.. ~ ~ ~ 't;: rt' ~ I.... -4i ~ ~ fI'. ~ ~ :; ~ IC "" ~ ~ ~ 'C ti ~ ~ ~,- ~ Jil I:l t10 Iil; il'; ,

~ ~ ~ )-,

.i ~ ·r~· ,I

\ " , " ~ I I".1"'1

,I \ tI \~ \ \I \ \ \ \ \ \ I \ \ \' I \ I \ I \ \ \ \ \' '\ \ \ \ I \ I \ I \ 1\1\\\11 \ \ \ \ \1 \ I I \ I \ \ \' M \1\111\ I III \11 \1' \ II \ \ \ I \ \

\..L-.\ \.. \ \\ \ II I I \ t1"'I I \ I \ I \ \ I I I I I I \ I I I !"'M I\III\III~III\ 1\11\1\ 11\\1\\' "1\ \\\I\IIIIIIIIIIM"I\II\\\\ \\\\\n-'\\I\\\lt J

~ 11\\\\1\1\\ \..1..1 \ \ I \ I \ I \ \ \ I \ I \ \ I I \A,.l \ \ I \ \ \ I I \ \ I \ \ \ \ \ \ \,.l,.l \ \ I \ \ \ I \ \\ \ I I I \ I I \,.l,.l I \ \ \ I \ I \ I \ I \ \ \ \ \ \,-U I \ \ I I \ I \ \ I \ I \ \ I \ \ \,.l,.l \ \ \ \ \ \ \' I... \\\\\\\\\\\ \m \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ In \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ in \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ in \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ ,n \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \\ \ \ \ \ \ ,n \ \ \ \ , , ~x.J:tIe \\\\\\\\\\ \\00%\\\ \\\\\\\\\\\\\\00%\\\\\\\\\\\\\\\\\00%\\\\\\\\\\\\\\\\1M%\\\\\\\\\\\\\\\\'OO%\\\\\\\\\\\\\\\\,ob~\\\\\l"1

.J

,E•

Page 23: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

'20

(bron:knmi)

6-12 uur0-6 uur

buiten~egevens maand april 1987

t emp.

Ps ~ Pd ~2 " Ydatum T (8 C R.V."jr. T ·c Pa ~2 R. V "% Pd -2m . m

2 4.1 819 75 614 7.0 1002 80 8023 5.8 919 68 625 1.1 1052 12 1514 10.0 1228 70 859 9.8 1211 11 8605 5.3 890 90 801 9.3 II11 85 9956 5.. 8 919 85 781 II.2 1330 83 11047 6.7 982 95 933 11.4 1349 80 10808 7.8 1059 91 ~4 11.6 1361 85 11629 10.0 1228 96 1119 11.4 1349 91 1309

10 5.3 890 95 846 8.1 1125 93 1046

II 5.6 907 80 126 8.1 1081 85 92012 4.5 843 96 809 6.0 935 93 8'1013 4.2 825 90 743 7.2 1016 9Jj 96514 7.5 1038 86 893 9.2 u63 85 98915 6.9 995 95 945 10.0 1228 82 100716 9.. 0 1148 96 1I02 12 .. 0 1403 90 126317 6.9 995 96 955 12.6 1460 88 128518 8.. 5 1110 95 10~~ 14.6 1663 85 141319 9.0 1148 95 1091 13 .. 4 1538 80 123020 9.7 1203 85 10t3 11.4 1349 75 1012

21 7.2 1016 90 914 10.2 1245 80 99622 3.6 793 90 714 9.9 1218 78 ~O

23 8.. 1 1081 18 843 13 .. 2 1518 70 1063

24 9.0 1148 85 94? 15.8 1195 65 116725 11.2 1330 78 1031 11.5 2001 70 1401

26 12.4 144 :Eo 92 1326 14.8 1684 75 1263

27 1.0 1002 90 902 13.3 1528 80 1222

28 8.3 1096 72 790 15.1 1717 60 1030

I

FIGUUR 13

Page 24: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

21

buitengegevens maand april 1987 tbron:knmi)

12-18 uur 18-24 uur

~2n

datum T ·c Ps m R. V.. /O Pd iii oJ-I • C Pa ~~ R.V.% Pd ~2~

2 1l..1 1321 55 727 8.5 1110 55 61.13 11.8 1385 60 831 12.1 1413 60 8484 U.3 1340 66 884 8.1 1085 80 8685 13.4 1538 45 692 8.5 1110 60 6666 15.2 1729 52 899 10.6 1219 15 9597 15.4 1750 60 1050 11 .. 6 1367 70 9578 14.4 1642 57 936 11.1 1321 80 10579 12 ..4 1441 70 .1.009 7.b 1045 85 888

10 10.5 1270 65 826 5.7 913 75 685

II 9.4 II79 55 648 6.5 968 75 72612 7.0 1002 ~O 902 5.3 890 92 81913 10.2 1262 65 820 8,,5 1110 75 8)314 10.6 1279 85 1087 8.b 1117 92 102815 14.3 1631 60 979 IleO 1312 75 98416 14.7 1674 68 1138 11.0 I}I2 80 105011 17 .1 1950 52 1014 12.4 1441 73 105218 20.0 2340 45 1053 13.4 1538 7') 115419 l.5.4 17')0 65 1138 11.9 1394 90 125520 10.9 1304 63 82g 7.5 1038 91 945

21 12,,2 1422 54 768 7.6 1045 15 78422 15.6 1773 48 851 11.7 1375 50 68823 18.0 2065 45 950 12.1 1410 55 80924 22.3 269') 42 1132:: 18.0 2065 43 88825 21.3 253, 45 II4I 15.5 1162 80 141026 18.1 2079 50 1040 12.6 1460 15 109527 17 .9 2052 44 903 12.8 1419 40 59228 20.9 2473 ,9 965 16.6 1889 42 793

-

"

FIGUUR 13 vervolg

Page 25: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

, Ie U II. ,~ ,e., 45 II> I} ,8 !5 ~o &1 &l &3 14 I,S U liDJl.t. _

Page 26: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

1'TlHC)c:c:~

I~'

\,"

II I~ 14 IS " '1 ,6 '9 &0 l.I J.Z .1.3 ~~ loS' ~6 .i0A6-

.,'

I ,l,

at«>l

'6~i,~oot

1(,00 I

Page 27: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

,........

• - !)~.•I,

II;'~''''' __ '"

I ..-_.

-I ,-/I ,.,.Ot 1'.-'iI

.M!' .;

~.

\'.

\

--+---,...-.-........---+---I~- ......- ......-~--+---+-_---4. __...-_......_ ......_---,A~_ .....__...__,j......_....f>---+---+-.......----1r---+--__-.......,,----+, .:> 4 5" 1:1 ., 8 ~ IfJ ,. U ,,) '" IS ,6 '"7 ,It .,

Page 28: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

3.3 Metingen m.b.t. de gronqwaterstand

Zoals reeds uit 2.1.1 blijkt zijn er over dit gebiedgeen gegevens beschikbaar m.b.t. de grondwaterstand.Om de mogelijkheid van optrekkend grondvocht niet uitte sluiten hebben we zelf d.m.v. het graven van 2putten een indruk proberen te krijgen over de aan-wezige grondwaterstand (zie fig 17).

--h__-=3=9:z::;.=-,_7_.3.(--1:~ __-='U5I~;a..;....--It.2--foto 17/19

FIGUUR 17

~- f-ot.o 14/1-6····

~1--_---'3=!5'< "'11 ~1-.-----=2bo=:.-_t+-- i----+?~/2-..-------:.+

, .• t

Page 29: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

"i._V

Bij plaats 1 (dit is bij die hoek waar binnen de schimmeloptreedt) hebben we de grondwaterstand vastgesteld op1,2 m onder M.V •• De fundering stond hier nog zeker 20 cmin het grondwater.Op zich hoeft dit nog niet veront­rustend te zijn maar er kan door het gebruik van bepaaldematerialen ca pillaire opzuiging ontstaan.Als er dangeen vochtreffillende maatregelen getroffen zijn kan destijghoogte weI enkele meters bedragen(LIT 2 ,pag 67/68).xBij plaats 2 deed zich het verschijnsel voor dat uitde putwand aan de woonhuiszijde op c.a. 75 cm onder 'M.V. het water het gat insijpelde terwijl de andereputwand droog bleef.Dit is te verklaren door een waterdichte laag onder hethuis aan te nemen(bodem oude stroom) waardoor er plaat­selijk een hoqere waterstand kan optreden.Op 1,2 m diepte kwam het water ook vanuit de anderewanden zodat ook hier de grondwaterstand op 1,2 m dieptegesteld kan worden.Aangezien het eventueel optrekken van vocht op zich nietgeconstateerd kan worden(er is geen meetmethode voor),is het eVe optrekken niet uit te sluiten,voorlopig zijner echter ook te weinig dwingende aanwijzinqen voar.

FOTO 14

Page 30: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

FOTd 16

FOTO 15

Page 31: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

'28

FOTO 17

FOTO 18

Page 32: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

FOTO 19

Page 33: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

30

4 BEREKE~JNGEN

4.1 inleidingBij de volgende berekeningen willen we twee mogelijkeoorzaken voor de vochtproblemen onderzoeken t.w.

1 oppervlaktecondensatie tgv.koudebrugwerking

2 de vochtomstandigheden in de woningAfhankelijk van de uitkomst van 2 moet de mogelijkheidbekeken worden van een externe vochtbron,hier in devorm van optrekkend vocht.We beperken ons nu tot deberekeningen die betrekking hebben op de hoek in de woon­kameromdat de situatie in het kastje in de keukenalleennog maar gunstiger is voor schimmelvorming •Dit is het gevolg van;

1 hogere vochtigheid2 geringere luchtstroming3 lagere oppervlaktetemperatuur

Derhalve kunnen we stellen dat wanneer er zich in dekamer reeds een situatie voordoet waarbij schimmelvormingkan optreden,dit zeker het geval zal zijn in het keuken­kastje.Achtereenvolgens zijn de volgende berekeningen uitge­voerd;

4.2 koudebrug

4.3 vochtbalans

Hierhij hebben we bij gebrek aan juiste informatie zelfeen waarschijnlijk funderingsdetail bepaald.ne vorm van dit detail hebben we achterhaald door plaat­selijk een gedeelte van de fundering bloot te leggen.(zie foto 15 en 16).De gebruikte materialen en de werkelijke afmetingen zijnons echter onvoldoende bekend.(zie fig 18)

Page 34: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

'3/

0.080.1 0.1

• I -,-

0.00 M.V.

-0.25

-0.75

=v

-1 .. 20

-1 .. 40

=v

~\(~

..'

GuW.S.

,// /

-,/

:':. /'.,.""

~ C"" ..

:.1••

"

'./ .,- ., ,,"",,,

1./ cr. / '/ - ./ 'r- ~'~.'''.f ~l/'. -. / ,,", .. ,

-) .\ '-., ('.~ (;' , '".. c:.

+0.20

-1-'-'","

1..10.,,-_. ,,_'.' ._. .- '-------1-,-

Page 35: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

4.2.1 koudebrugberekening

Voor de berekening van de koudebrug maken we gebruikvan LIT 3 • Hierin 'st~at een rekenmethode waarmee terplekke van de koudebrug op betrekkelijk eenvoudige wijzede oppervlakte temperatuur kan worden bepaald met behulpvan een temperatuurfactor ~. Deze ~"is eigen aan deconstructie en in het vervolg zullen we aanhouden t = 0,70

1

n.b.

T . - T-t = 0,1 e

T. - T1 e

Hierin geeft menT weer maar met

(bilage 1)

de temperatuur niet metQ

T .0,1

T.1

Tef:

= ber. oppervlakte temp (·C)

= binnenluchttemperatuur (Q C )

= buitenluchttemperatuur (OC)

= temperatuurfactor

Bij verschillende binnen- en buitencondities is het zo dusmogelijk om T . te bepalen •

0,1

LIT 2 pag. 51 en LIT 4 pag 41 sluiten zeer goed aan bijLIT 3 .Hier concludeert men dat voor de vestiging vanschimmels ,oppervlaktecondensatie (R. V .=10<J>!o)geennoodzaak is.Een lokale P.V. van 90'1/ kan reeds aanleidinggeven tot schimmelvorming.Hierbij zij echter opgemerktdat wanneer er zich reedsschimmelvorming heeft voor­gedaan,deze lastig te ver~ijderen is,oOk al schept meneen klimaat waarin schimmelvorming in principeonmogelijk is.Als we nu bij elke T . die we berekenen de P bepalen,kunnen de kritieke b~~Aen-R.V. berekenen,waar~ij schimmel­vorming net mogelijk is. ;Het waarschijnlijke funderinsdetail schematiseren we in dezeberekening ~ot het detail A (zie fig 48,bijlage 1) echterweI zonder ~pouwisolatie.Demaatgevende temperatuur is hierde oppervlaktetemperatuur op plaats 1 •We nemen hierdoor dan ook -t = 0,70. In werkelijkheid zal t:nog kleiner zljn daar het werkelijke funderingsdetail groteris dan het aangenomen detail A.Daardoor wordt namelijk hetkoudebrugeffect versterkt en zal dus de ware temperatuur­factor kleiner zijn.In LIT 4 pag 40,fig 4- heeft men vastgesteld dat er voorbenedenhoeken de volgende betrekking geldt;

2 T . - T'. = 0, 135 (T. -T ) + 1,450,1 0,1 1 e

Page 36: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

T .0,1

'1'''' .0,1

T,l'

Te

= ber. oppervlaktetemperatuur

= optredende opp.temp.

= binnenl.temp op 1,5 m hoogte

= buitenluchttemperatuur

(. C)

(' C)

(. C)

(' C)

Deze lagere T' , is het gevolg van de grotere overgangsweerstand0,1

aan de binnenzijde ter plaatse van de benedenhoek.Uit betrekking 1 en 2 voIgt relatie 3

3 T' , = T +0,565 (T.·- T ) - 1,45 (.:t 0,4 C>C)0,1 e 1 e

Op basis van bovenstaande gegevens kunnen we de volgendetabellen samenstelleni(tabel 1 tim 3)

'PAlmI, I T.l

, ,3chirarnalcrit"

'l' '1'O,i P \ T .) , critischcc s O,l

Pd=O"9P,,lT ) HoV" binnen("c) ("c) ') ') ....

(N/M~) (lI/M'--) (%)

-10.0 :',.5 902 812 3,1" 7- 50 0 7,,7 1052 9~1 ,jO.5- j.O 3.5 1110 999 ~ 2.7

0,,0 ),,9 1218 T09;) "6,, 87 n 11..2 13.50 1191 51,,2.J. v

5,,0 12,,0 r4 03 1263 54 0 010.0 14" :2 1621 1459 62.415.0 16,,4 1066 1679 71.,8

PJ e"./ C'1' •, ".'

pchimmelcrit" critischcT Ill' P VI" .) Pd=o,,9Ps ,'l") R"V. binnene o,i ::; O,l.

("c) (Oc) (N/H2) (N/M2) (ro)

-10,,0 11 "y 806 779 35 .. 5- 5.. 0 loT 1008 907 41.3- )w:J 0,,0 1073 <;66 /i 4.. 0

0.0 ~ II71 1054 ~ i;. 0.' .'"

':;.G 10.G 1279 JI5T 52,,45"o TI.S 13513 1222 ~'5 .. 6

1:5,,6 T~)9"

1,05 63.91J.O1).0 I j • ~~ 1795 1616 75,,6

Page 37: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

p'1'.l C'

schimmclcrit" critischc'1' 'r'

o,i P ~ T' )V =0 .. 9P ~T'~ R.,V. binnene ·s 0 i,

d("c) (·c) s

') ')

(%)\N/H~) (N/M~)

-10,,0 ~ .1 837 753 36.5- 5.0 6" (j 968 871 42 .. 2

- 3.0 7.11 1030 927 44.9C.,O 8.. 7 1125 1013 49.0j.o 10.0 1~28 1105 53 .. 55.. 0 IOuS! 1304 1I74 56 .. 8

10.,0 13.0 1·198 1348 65,,315.0 15,,2 I7:.:'9 1556 75 .. 4

'l'ABEL 3-------

x

4.2.2 conclusie koudebrugberekeningDe metingen zijn uitgevoerd gedurende de maand april '87.We vinden hier ,zeker gedurende de eerste 3 weken,een"constante" R. V. van rond de 6CfIo.Uit gegevens van het KNMI blijkt dat de buitentemperatuurin de maand april schommelt tussen de 5 en 15°C .Pe hierbij behorende critische R.V. bij T. = 20 ·Cliggen tussen de 54% en de 71,~6.De gemet~n binnen-R.V.van 6Cflo ligt zo nu en dan boven de critische R.V.M.a.w. gemiddeld genomen zal in de woonkamer en keukenongeveer de critische R.V. heersen.Een kleine verhoging vande vochtproductie (bv. visite) geeft dan we' 2anleiding totschimmelvorming.Dit verschijnsel kan zich in principe voordoen over dehele onderrand van de bui~engevel maar daar waar dewandtemperatuur in positieve zin beinvloed wordt door deradiator,zal schimmelvorming niet of nauwelijks optreden.Daarbij geldt ook nog dat de betreffende hoek een drie dimensionaalkarakter heeft terwijl we voor de berekening zijn uitgegaanvan een twee dimensionale hoek.Juist deze derde dimensieis hier van belang omdat door de lage temperatuur in hetaangrenzende toilet er min of meer sprake is van een buiten­hoek.Daarbrj komt ook nog dat door het feit dat de funderingin het water staat en een gedeelte van de fundering dus natis,het materiaal een hogere warmtegeleidingscoefficientkrijgt en dit:kan weer Ieiden tot een Iagere oppervlaktetemp.In de koude winterperiode geeft een hoge R.V. (R.V.> SCfIo)weI aanleiding tot schimmelvorming.Hen dient er dus zorg voor te dragen dat er maatregelen wordengetroffen waarmee de R.V. lager dan 40 a SCfIo gehouden kanworden(meer ventilatie,zie aanbevelingen)

Xc ..rl~lsche R.V. t.o.v. 9Cf/o grens t.a.v. schimmelvorming,m.a.w.

schlmmelvorming is dus zeker niet uitgesloten en hangt dan voortsaf van factoren als;constandheid van vochtigheid en temperatuur

;aanwezigheid van voedingsbodem.

Page 38: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

4.3.1 de vochtbalansDe vochtproductie uit 2.3 kunnen we splitsen in 2 gedeelten.Het eerste gedeelte is de vochtproductie van personen enwarmwatergebruik,planten etc.Deze vochthoeveelheid is redelijkgoed te schatten,daarde productie in het algemeen van constanteaard is.De vochtproductie bedraagt ongeveer 3,5 kg/etmaal.Het tweede gedeelte bestaat uit de vochthoeveelheid diegeproduceert wordt bij het koken,afwassen ,bakken etc •.Deze vochthoeveelheid wordt voornamelijk in zeer korte tijgeproduceert{bv. 1 uur) en zal daarna sneller of langzamerafgevoerd worden naar buiten naar gelang de ventilatiegewoonte{o.a. afhankelijk van het weer).Deze "piekbelasting" kan dusper dag sterk varieren. De maximale vochtproductie doordeze piekbelasting bedraagt ongeveer 3,7 kg/etmaal,de minimaleongeveer de helft.We onderscheiden nu twee gevallen t.a.v. de vochtproductievoor het opstellen van de vochtbalans:

1 constante vochtproductie + ~ piekbelasting

= 5,4 kg/etmaal

2 constante vochtproductie + piekbelasting

= 7,2 kg/etmaal

De vochtbalans luidt als voIgt;

P.-P G.f (LIT 2,pag 30)=1 e n.V

P. = binnendampspanning (N/m2 )1

(N/m2 )P = buitendampspanningeG = vochtproductie (kg/uur)

V = vertrekvolurne (m3 )

f = 462 x T (J/kgK)

T = absolute temp (K).•n - ventilatievoud

Uit fig. 16 i blijkt dat P.-P ongeveer 200 a 400 N/m2 bedraagtbij een temperatuur van IT e= 11°C.nit geplaatst in figuur 18e a (LIT 2) merken we op dat de woninggemiddeld genomen in klasse III ligt en soms in klasse IV.Gezien het feit dat de woning zich slechts incidenteel inklasse II bevindt en meestal in klasse III of IV~behoort

deze woning daarmee tot de vochtoge woningen waarin zichvaak problemen voordoen (zie ook bijlage 2).Voor het opstellen van de vochtbalans nemen we de volgendewaarden aan;

(J/kgK)

(kg/uur)

(kg/uur)

0,225

0,304

waarde

= 2.L1 == 7;3

24de te be,'rekenen

= 100 (m3

)

= 1,32 • 105V

f

n

Page 39: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

uit het SBR 151

36

afbeelding(PI) Oampdrukv,rschill,n1200 r-r-..,..,....,...r-r-"T'""'I'--r-I"""'f"'..,...,.--r-~"'I""""I'...,...r-r-..,..,.-r-r-r-"T"'"!''"T""'l

oU..LJLL.LI..l.,U.J...LL..l..U..LlfL'"L';~I':::1:'~:::'t:.;:;.1:'::~'~:'~:u::::t':J::J:;::~;::w';::

-10 -5 0 5 'O~ 15 2D• lbUillntompora,uur I"CI

Dampdrukverschillen tussen binnen- en buitenrelatie tot de buitentemperatuur.De danker aangegeven zone is klimaatklasse II

FIGUUR 18 a

'..

Page 40: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

Als we dit invullen In de vochtbalans vinden we;

'l',LI)"P.L '1-------

P.-P nl c .) -1(N/N"-) \.uur )

20G j • i1 ~j

<:5 1,,32250 1.19275 1,,0830e 0,,99325 o. Sl 1350 0 .. 85375 0,,79400 0 .. 74

'1'AJ3EL 5-------

p -p ni e

')

(uur-1 )(Nj..~ )

200 2.002°" 1.78"- !

250 1 .. 60275 1 .. 46300 1.34325 1,,23350 1.15375 1.07400 1,,00

minimale vochtproductie maximale vochtproductie

We zien dat het ventilatievoud liaht tussen de 0,7 en 1,5maal per uur.Dit zijn ook juist de waarden die men in deliteratuur opgeeft voor het interval waarin gemiddeld genomenhet ventilatievoud van de woningen moet liggen.

4.3.2 conclusies vochtbalans.De woning is ,zoals reeds gesteld,veelal te klasseren in klasseIII hetgeen betekend;dat het een vochtige woning betreftwaarin vochtproblemen kunnen voorkomen. de vochtigeatmosfeer in de woning zouhet gevolg kunnen zijn van hetontbreken van de afvoer van de geyser en het gebrek aan con­tinue ventilatiemogenlijkheden.Uit het feit dat we vochtbalansen hebben opgesteld die geloof­waardig zi jn en ui t het fei t dat de vochtige a tmosfeer een GCDutuLl.l1<.gevolg is van de geyser,kunnen we stellen dat t.a.v. de vochtigeatmosfeer optrekkend vocht geen oorzaak zal zijn.M.a.w het is niet uitgesloten dat er optrekkend vocht in devorm van da~p in de woning komt,maar we nemen aan ,gezien hetbovengenoemde,dat deze invloed van geen of weinig invloed is.

r

"

.'

Page 41: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

5 ALCEHENE CONCLUSIES

Uit figuur 16 blijkt qat naarmate de buitencondities beterzijn er meer geventileerd wordt;In de periode met 1agebuitentemperaturen is P. vrij constant terwij1 P behoor1ijkschomme1t.~it wijst op ~en (zeer) slechte venti1~tie.Wanneer echter de buitencondities beter worden is hetverschi1 tussen P.en P vrijwe1 constant.nit houdt in dat ~e bi~nendampspanning de buitendamp­spanning goed vo1gt,hetgeen het gevo1g is van een goedeventi1atie.Derha1ve wordt de bewoners aangeraden om betere(continue) venti1atiemoge1ijkheden te creeren .(zie ook aanbeve1ingen Hfst 6).

Verder b1ijkt uit de samenste11ing van de vochtproductieG dat deze toch we1 een vrij grote waarde heeft.Buiten de norma1e vochtproductie door personen is ernog een grote vochtproductie door de keuksm:".We hebben geconstateerd dat de geyser geen afvoerkanaa1voor"rookgassen heeft.Dit 1evert een extra vochtproductievan ongeveer 2,4 kg H20 per gebruiksuur.Uit een pUb1icatievan het GAVO (bij1age 3) b1ijkt dat geysers met een nomina1ebe1asting van meer dan 13 KW,gep1aatst in een keuken,enzeker wanneer deze geyser ook gebruikt wordt voor hetdouchen,voorzien moeten zijn van een afvoerkanaa1.(NEN 1078,pag 84 2.8.2).We raden de bewoners dus aan om de geyser alsnog van eenafvoer te voorzien.

De schimme1vorming in de woonkamer en keukenkast iswaarschijn1ijk het gevo1g van de aanwezigheid van eenkoudebrug(zie ook par 4.2.2}.Hierbij dient we1 weer opgemerkt te worden dat de schimme1­vorming in het keukenkastje vee1 meer een direct gevo1gza1 zijn van de aanwezigheid van vochtige materia1en(spons,afwasbak,zeem etc} in combinatie met een zeer geringeventi1atie (kastdeurtjes zijn meesta1 ges1oten).

Page 42: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

6 AANBEVELINGEN

6.1 afvoerkanaal

Het is beslist noodzakelijk om een rookgasaivoeraan de geyser aan te brengen i.v.m. de onnodigeextra vochtproductie.oit is gezien het te verwachten resultaat een goedkopeoplossing.

6.1. Ventilatie

Het verdient voorkeur dat er met name in de noordgevelvan de woning enkele ventilatie openingen worden gecreerd •Men dient er weI op te letten dat;

1 De ventilatieopening groot genoegis (min. ~ 100 rom) •

2 Er geen spouwlucht kan worden aan­gezogen,maar aIleen buitenlucht.

3 De ventilatieopeningen zo hoog mogelijkin het vertrek aangebracht dienen teworden i.v.m. het meest optimaleeffect.

Wij stellen de volgende ventilatiemogelijkheid voor inde voorgevel (zie fig. 19 en 20)

'.2

/

ventilatiekanalen,b.v ¢ 15 em~voor detail:

zie figuur 1.('))

i1!!) 1111 UWl )JIJJJ11Jlj}J1I1J

VoorCGvel il. Hoonkamer ..

Page 43: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

Minimale grootte bepaling· van de ventilatie opening;2 22 x 1/4 x Tf x d ~ 0,021 m d ~0,1156

buitenspouwblud

specie

vcntilatic­rooster

buiten~ijde

.... "

p.v.c. buis¢ 15 cm

ree-elbaarventilatieroosteraan binncnzijde

'detail~~oor ventilatiekananlfif,'"Uur 1.0-----------

Ook kan volstaan worden door gaten aan te brengen in debovendorpel van het kozijn; 7 a 8 stuks van 30 bij 100 mm2..

Ook dient er op gelet te worden dat in het nieuw aante bouwen g~deelte vOldoende continue ventilatie­mogenlijkheden zijn.Hierbij dienen ventilatiekanalen met voorzetroosters teworden qepref~reerd boven klepraampjes,deze word~o.immers

niet zo snel open gezet ..'

.' t'

Page 44: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

Lrl

6.i koudebrug

De rneest efficiente rnaatregel die kan worden toegepastis het aanbrengen van isolatie tegen de fundering.In deze situatie is het echter slechts rnogelijk isolatieaan te brengen tegen de buitenzijde van de fundering.Dit zou als voIgt kunnen geschieden;

hardhouten afwerklat (20 a 30 !lun)

"

.','

TO em dikroofmate of

foamglassisolatieplaat

lbuitenzijdeafwerken l.letteerlaag)

funderingsdetail meti~olatie

firruur 1J--~-------

schuimvolspuiten)

Page 45: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

Bij de uitvoering dient men er voor te zorgen dat;

1 Het metselwerk veer het aanbrengen van deisolatie goed schoon en droog gemaakt is.

2 Het isolatiemateriaal goed sluiten en stevigbevestigd wordt tegen het metselwerk.

3 De buitenzijde van de isolatie goed tegenwater beschermd is door een teerlaag.

4 Het geheel goed beschermd wordt tegen stoten(houten afwerklaag) en tegen indringendregenwater (afgekitte afwerklat).

5 Het isolatiepakket over voldoende hoogtewordt aangebracht(minimaal tot boven hetmaaiveld,liever tot onder het raam).

Wij willen er weI op wijzen dat er als er al enig resultaatvan te merken is ,dit zeker pas over langere tijd zalresulteren in het verdwijnen van de schimmels.Daarbij dient de bestaande schimmelplek regelmatig metschimmelwerende middelen behandeld te worden.

Een andere mogenlijkheid is het plaatselijk verlagen vande grondwaterstand •Dit is echter een zeer dure operatie en dient onderdeskundige leiding uitgevoerd te worden.Dit heeft slechts nut als zeker is dat de waterstandaIleen onder het huis deze hoogte heeft en verderop lageris. Dan kan dmv het graven van kuilen door de waterdichtelaag heen ,en deze dan volstorten met grind , eendrainering aangebracht worden.Als de grondwaterstand veriaagd wordt zal de funderingniet meer in het water staan en zal de koudebrugwerkingverminderen (slechts een deel van het probleem wordtweggenomen) •

Concluderend;Neem eerst de m@atregel als voorgesteld in6.1.Levert dit na een tijd geen resultaatga dan pas over tot hetaanbrengen van

• de v~A.rti(.F/t;e

De laatste en ook duurste maatregel pastoepassen alS 6.1 en 6.2 totaal geen effectteweeg hebben gebracht.Wij willen er weI op wijzen dat ten aller tijdede Plek behandeld moet worden met een schimmelwerendmateriaal.

Page 46: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

L{ 3

LITERATUur~LIJST

1 --Vocht in bouwconstructiesdictaat TUEP.A. de Lange en W.J. lichtveld

2 --Publicatie 151 stichting bouwresearchvochtproblemen in bestaande woningenir.R.P.J. van HeesIBBC-TNO Rotterdam 1986

3 --T.V. 153vochthuishouding in gebouwenWTCC Grussel 1984

4 -- Een realistischere beoordeling vankoudebruggen.prof. H.J. Lichtvelduit; Bouwwereld 82 nr 4(feb.1986)

pag 38-42

5 --NEN 1087 Ventilatie In woongebouwen;eisent"PP 1088 Venti la tie in woongebouwen; aanwi jzingen

Page 47: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

4.32 Temperatuursevolutie doorheen wanden

Indien ergens in de kamer een vlak of een punt aanwezig is waarvan de oppervlaktetemperatuur eo lager isdan het gevonden dauwpunt eo' dan zal er op dlt vlak of punt oppervlaktekondensatie optreden.

Of er zal geen oppervlaktekondensatle optreden Indien

(6)'

(7)

(7a)

T =

Gebruik makend van de uitdrukklng (6) die de algemene eis voor het yermijden van oppervlaktekonoensatiegeeft. en van de formule (7) van de temperatu rfaktor T, kan dus ook geschreven worden:

ad - ee < SOl min - 8 e

e, - e. e, - 0.

eo - e.

e - e.In wat voigt wordt aangenomen dat de komforttemperatuur e" in de kamer gelijk is aan de luchttemperatuurIn die kamer.

4.3 TEMPERATUURFAKTOR T

4.31 Definltie van de temperatuurfaktor T

De temperatuurfaktor , definieert het verschil tussen de oppervlaktetemperatuur eo in een willekeurig puntvan het blnnenoppervlak van de wand en de bUitentemperatuur e, bij een verschil van 1 K tussen deblnnentemperatuur e i en de buitentemperatuur.

Men heeft

De uitdrukking (4) levert de volgende eo,-waarden respektievelijk bij toepassing van enkele beglazlng(k = 7 Wlm2K) en dubbele beglazing (k = 3.22 W/m2K) en mel h = 10 W/m 2K :

8 0 , enkele beglazing : - 3.40 °C - x" = 2.84 g/kg

eo dubbele beglazing : + 4.92 °C - x.. = 5.37 g/kg

De biJhorende x,,-waarden worden gevonden door Interpolatie van de waarden van tabel 1 (biZ. 9) of wordenafgelezen in de grafiek van afbeelding II (biz. 10),

Vermits biJ enkele beglazing x.. < x,. mag beslolen worden dat er in dat geval kondensatie zal optreden opde ruiten.

Uitdrukking (3) levert als uiteindelijke x;·waarde in het geval van enkele beglazlng :

5.56 + 10.48 x 2,84 x 2/10x, = 1 + 10,48 x 2/10 = 3,72 g/kg

DII rekenvoorbeeld toont aan dat :

met oppervlaktekondensatie Xi lager wordt dan zonder oppervlaktekondensalie

- bi] enkele beglazing x, lager is dan bij dubbele beglazing

- de aanwezigheid van koude oppervlakken, waarop kondensatie kan ontstaan zonder gevaar voorschade. er voor zorgt dat de binnenlucht droger wordt

- het ontstaan van oppervlaktekondensatie niet belet dat bij verder doorgaande vochtproduktie hetvochtgehalte van de binnenlucht verder toeneemt.

Opmerking

Het is nuttig de aandacht te vestigen op het feit dat de gevonden x,-waarde aan de hoge kant zalliggen juistomeat we uitgegaan zijn van een stationaire sltuatle. In werkelijkheid heeft men dit zelden en zal bi] eenvochtproduktie. die op een bepaald moment begint, de lucht in de kamer stechts langzaam vochtigerworeen. '

Omdat eo, m," alhangt van een groot aantal parameters (binnentemperatuur e" buitentemperatuur e.,kma,waarde, h, m,,-waarde) IS het nuttig na te gaan hoe de oppervlaktetemperatuur 8

0; kan worden

be'invloed.

We tekenen hiervoor het temperatuurverloop doorheen twee wandelementen die een weerstand hebbengeli]k aan Rm(van oppervlak tot oppervlak) (zie alb. VI, biz. 20). We veronderstellen hierbi] een statlonairregime.

Wanneer we in abscis de weerstanden der diverse delen voorstellen in plaats van de dikten, dan wordt hettemperatuurverloop voorgesteld door een rechte die de punten (0, e.) en (RT, e.) verbindt,

De grafieken A en B van de afbeeldlng VI tonen aan dat, bi] een gegeven bUitentemperatuur e . deoppervlaktetemperatuur eo> van de wand stijgt naarmate . •

- de binnentemperatuur stijgtWe zien inderdaad dat :

e .. 2A > eO"A} b"e e80i2B

> 60l1B

IJ 12> 11

de warmteweerstand van de wand toeneemt.Men stelt inderdaad vast dat :

e Do ,e > eo> 'A bij e, ,e oi2e > eo, .. bij e'2

Het is duidelijk dat, indien bij een gegeven buitentemperatuur e., de waarde van eo, toeneemt, ook hetverschil (eo, - e.) toeneemt.

Uil de albeelding VI voigt ook dat :

4.13 Resuttaten van de metingen van het binnenklimaat

U,t een groot aantal melingen van het vochtgehalte van de binnenlucht in bewoonde woningen enstatlslische interpretatie van de meetresultaten bliJkt dat de 95 %-grens van de weekgemiddelde waardengegeven wordt door de vOlgende betrekkingen :

bije.:;, ooC,x - x. = 5.17 - 0,13e. (g/kg) (Sa)

bij e... 0 °C. x, - x. = 5.17 (g/kg) (5b)

De metingen werden uitgevoerd door de Werkgroep Bouwlysica van de KUL Cl.

Er wordt benadrukt dat het om weekgemiddelde waarden van het vochtgehalte gaat. Gebruik van deultdrukkingen (Sa) en (5b) bij kontrole In geval van schade impliceert dat het binnenklimaat minstensgeeurende een week opgemeten wordt.

De 95 oJo·grens van de weekgemiddelde waarden betekent dat statistisch gezien in 97.5 % van de Vloningeneen lager en dus in 2.5 % van de woningen een hoger luchtvochtgehalte voorkomt dan de waardenberekend met de uitdrukkingen Sa en 5b.

4.2 ONTSTAAN VAN OPPERVLAKTEKONDENSATIE

De lormules (2) (biz. 14) en (3) (biz. 17) laten toe het evenwichtsvochtgehalte x in een kamer te bepalen alsfunktie van

- het buitenklimaal, nl. e. en If'.

- de woonvoorwaarden, nl. e" Den nVL

- de gebouweigenschappen. nl. x.. afhankelijk van eo; en dus mede afhankelijk van de mate waarop dezeoppervlakken ge"isoleerd zi/n.

Uit de Rennis van x, van de kamerlucht en van de binnentemperatuur e, kan. aan de hand van afbeelding III(biZ. 10), hel dauwpunl eo van de kamerlucht bepaald worden,

(.) Kathoheke Universnelt Leuven. Laboratorlum voor Bouwfyslca.

eo, - e. R~ + R. RT - R,=---

e, - e. RT RT

Voor de minimum oppervlaktetemperatuur kunnen we dus schrijven :

e01mm - Se

e, - e.

(8)

(9)

18 19

Page 48: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

Rekening houdend met de algemene eis, geformuleerd door uildrukking (7), kan dus ook geschrevenworden:

Afb. VI- Evoiutie van de temperaluur In twee wanden A en B met een verschillende warmteweerstand R,., {A".. A < R.., 8)voor twee waaroen van de btnnentemperatuur 8, (8'2 > tl,,)

Op de abscls. warmteweerstand R (m2 Kf\N)Op de ordJnaat. temperatuur (OC)

4.33 Berekening van de temperatuurfaktor r

Zoals gezegd kan men de waarde eo, m:o van een bouwelement of koudebrug berekenen met de computer.

Deze berekenmg gebeurt bij voorbeeld voor een bepaalde bmnenlemperatuur e, en een bepaaldebuitentemperatuur 0 •. Als bijkomende randvoorwaarde zal men daarbi) veronderstellen dat de koudebruggekenmerkt wordt door een h,-waarde van ongeveer 5 W/m 2 K. om rekenmg te houden met het feit dat d~meeSI gevaarlijke koudebruggen zich gewoonliJk bevinden in hoeken van de kamers of achter meubelenwaar de toevoer van warmte vanuit het vertrek minder gemakkelijk kan gebeuren (h '" 5 Lp.v.h, = 8 W/m 2 K).

Het zal er dus op aan komen een groot aantal typische koudebruggen te berekenen en voor elk type detemperatuurfaktor 1 te bepalen.

4.34 Gebruik van de temperatuurfaktor 1

In § 4.1 (biZ. 14) werd aangetoond hoe met de formules (2) of (3) het waterdampgehalte x, van de kamerluchtkan worden bepaald. Eens x, gekend. kan aan de hand van de grafiek van afbeeldlng III (biz. 10)gemakkelijk het dauwpunt ed van de Kamerlucht worden gevonden.

In deze siluatie, nl. voor gekende waarden van de binnentemperatuur e, en van het dauwpunt e en voor eenwillekeurige buitentemperatuur ee kan onmiddelliJk de waarde worden berekend van 0

eo - e.e, - ee

Volgens de betrekking (12) moet deze waarde kleiner zijn dan de temperatuurfaktor 1van het koudste punt inhet vertrek. wil men oppervlaktekondensatie vermijden.

VoorDeeld

Nemen wij een vertrek met e, = 15 ·e. eo = 10·e en ee = - 5 ·e.

Men heeft: eo - e. =~ = 0.75e, - ee 15 + 5

Om kondensatie Ie vermijden onder dez, omstandigheden (e" eo en ee) moeten de eventuelekoudebruggen in het vertrek dus een temperatuurfaktor 1 hebben groter dan 0.75.

Opmerking

Uit wat voorafgaal blijkt dUidelijk het nut om te kunnen beschikken over de temperatuurtaktor 1van een grootaantal veel voorkomende koudebruggen. Of er al dan niet kondensalie zal optreden hangl echter niet aileenaf van de waarde van 1. maar evenzeer van de binnenvoorwaarden (e, - ed) en de bUitentemperatuur (le'

In de volgende paragraaf ZUllen we trachten de mlnimaal aanvaardbare temperatuurfaktor 1 vast te leggenvoor woningen. Het is echler nutlig een idee te hebben van de mogeliJke spreiding van de lemperaluurtaktor1.

(10)ad - 8 e < eO! min - 8 e

e, - e. e, - e.

A BB (OC) B (OC)

/

Bi2 Bi2

A

Bil-!--- ail

A I i---.L-L __

I ",: '" '"'"0>, a> CD CD

I! I II' ",:_: '" '

CD"i ml a:> i£ !,

, J Be Ll-----

0 R R

R' RmA R· (m 2KI WI 'R' RmB ~ Ri(m 2 KIWI

. e. I . ~~.. ~ > I'

\. ) \ )y y

RT RT

= 0,1671 =

1 1RT = """'5 + 23 = 0,20 + 0,04 = 0,24 m2 KIW

0,24 - 0,20

0,24Formule (8) (biz. 19) levert dan:

Een zeer lage 1-waarde zal men biJ voorbeeld bekomen voor een bouwelement waarvan de elgenwarmleweerstand R te verwaarlozen is (metalen plaat. enkele rujt).

De totale warmteweerstand RT blijft dan beperkt tot RT = R + Re waarbij we echter aannemen dath, = 5 W/m 2 K en dus

Opmerkingen

1. De algemene eis uitgedruk1 zoals in (10) heeft het voordeel dat hij onafha~kelijk wordt van de werkelijketemperatuurkondilies (e: en e.) omdat (10) uitgedruk1 wordt per eenheld temperatuurverschll tussenbinnen- en bUilenomgeving.

2. Ter plaatse van koudebruggen en zeker in het geval van gekompliceerde koudebruggen is het zeldenmogelijk de juiste RTmm te berekenen. Er bestaan echter wei rekenprogramma's (biJ voorbeelddifferentie- of eindige-elementenmetode) die het mogeliJk maken met voldoende nauwkeungheld eo, mm tebepaten.

3. Omwille van deze twee redenen is het interessant om de prak1ische eis (7a) te weerhouden :

15--

1 =__1.:.:2:.... = 0,985

Een zeer hoge 1-waarde zal men bij voorbeeld bekomen voor een zeer goed gei'soleerde wand(k = 0.2 W/m 2 K. d.w.z. RT = 5 m2 K1W).

Hler vindt men dan met h. 12 W/m 2 K (d.w.z. de binnenoppervlakte ontvangt gemakkelijk warmte van debinnenomgevingr

(12)

(11 )= 18c: - at < 8Qlmli' - eee, - e. e, - e.

De' uitdrukking (6) die de eis voor het vermijden van oppervlak1ekondensatie bepaalt, wordt hiermee :

I H<1 I20 21

Page 49: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

4.35 Praktische minimumwaarde van de temperatuurfaktor T van gebouwen

4.35.1 Temperatuurlaktor T voor woningen

Voor het bepalen van de minimum temperatuurfaktor T voor woningen gaan we uit van de volgendehypotesen :

als x.-waarde wordt oe 95 %-grens van de weekgemiddelde waarden van de meetresultaten In woningenaangenomen

als relative vochtigheid van de buitenlucht wordt een waarde aangenomen van 90 % Perioden met hogerelatieve vochtigheid komen tijdens de Winter veelvuldlg voor (mistig of regenachtig weer)

de woningen worden uitgerust met normale dubbele beglazing (k = 3,22 Wlm2 K rekening houdend vanh. = 8 Wlm2 K),

Met h, = 10 Wlm2 K. vindt men R. = 0.29 m3 KIW. wat leidt .tot een temperatuurfaktor voor debeglazing van

Ais kriteria worden vooropgesteld :

- bij aanvaardbare relatleve vochtigheden van de binnenlucht l(J. mag er geen opoervlaktekondensatleontstaan op ondoorschijnende wanden. Het heeft geen zin zeer hoge l(J-waarden te aanvaarden. omdatdit leidt tot hoge hygroskopische vochtgehalten van de hygroskopische bouwmaterialen en inboede!.waardoor ook schlmmelontwikkeling mogelijk is. Er wordt aangenomen dat de weekgemiddelde",;,waarde niet hoger mag ziJn dan 80 %

_ indien er oppervlaktekondensatie ontstaat moet het verschiJnsel in eerste instantle optreden op debeglazing alvorens het ontstaat op ondoorschijnende 'wanden, d.w.z. dat aangenomen wordt oat debeglazlng het koudste oppervlak is in een Kamer of m.a.w. de bsglazing vervutt de rol vanveiligheidsele(l1ent biJ het ontstaan van kondensatie.Kondensatie op glas is duidelijk waarneembaar; het verschijnsel is dan een aanwijzing voor de bewonersdat een aanpassing van het binnenklimaat noodzakelijk is.

Uitgaande van de vooropgestelde hypotesen werden een reeks berekeningen uitgevoerd waarvan deresultaten samengevat zijn in tabel 3.

Er werd aangenomen dat de buitentemperatuur e. varteert van - 10 tot + 10 °e per stap van 5 °C terwijl deverandering van de binnentemperatuur zich situeert tussen + 10 en + 20 °e per stap van 2 °e.

Meetresultaten tonen echter aan dat de gemiddelde temperatuur In niet-verwarmde kamers van normaalbetrokken woningen (slaapkamer bij voorbeeld) zich situeert bij

e, = 13.05 + 0,37 e, (0G) (13)

Ais laagste binnentemperatuur beschouwen we dan ook die waarde berekend aan de hand van uitdrukking(13).

r = 0.29 - 0.1 = 0,6550.29

Tabel3 - 95 %-grens van de weekgemiddelde x, gemeten in woningen (,c. = 90 %), De wOnlngen ziJnuitgerust met normale dubbele beglazing

Weekgemiddelde waarden van ""i en van ..E...-nV,

T-waarden waarbij kondensatie op ondoorsch~nende wanden start

8, (oC) 0. eo. x,. x e dT moo <p. 0

x, (g/kg) (0C) (oC) (g/kg) (g/kg) (oC) --(%) nVl

min = 9.35 3.12 4.74 6.68 8,06 0.933 91.54 0.008210 3.56 4.88 6,68 8.06 0.903 87.68 0.0081

- 1012 4.92 5.37 6.68 8.06 0.821 76,59 0,0076

1.4414 6,27 5.90 6,68 8.06 0.752 67,35 0,007116 7.63 6,49 6.68 8.06 0.695 59.04 0,006518 8.98 7.08 6,68 8.06 0.645 52,30 0,006420 10,34 7.81 6,68 8.06 0.602 46,02 0.0064

min = 11,2 5.98 5.78 7.46 9,66 0,905 90,32 0.007912 6.53 6.01 7.46 9.66 0.862 85.43 0.0077

- 5 14 7.88 6,60 7.46 9.66 0772 75.12 0.00722.22 16 9.24 7.25 7.46 9.66 0.698 65.85 0.0066

18 10.59 7.94 7,46 9,66 0.637 58,33 0.006420 11,95 8.72 7,46 9,66 0.586 51,33 0.0064

min = 13.05 8.85 7.06 8.64 11.82 0.906 92.22 0,0079

014 9.49 7.38 8.64 11.82 0.844 86.84 0.0076

3.4016 10.85 8.07 8.64 11,82 0.739 76,11 0.006918 12.20 8.87 8.64 11.82 0.657 67.42 0.006420 13.56 9.70 8,64 11.82 0.591 59.33 0.0064

min = 14.9 11.71 8.58 9.43 13.13 0.821 89.63 0.0063+ 5 16 12.46 9.03 9.43 13.13 0.739 82.98 0.0059

4,86 18 13.81 9.85 9.43 13,13 0.625 73.50 0.005520 15.17 10.7~ 9.43 13.13 0.542 64.69 0.0055

+ 10min = 16,75 14.58 10.34 10.76 15,2 0770 90.50 0.0051

6.8618 15.42 10.94 10,76 15.2 0.650 83.69 0.004720 16.78 11.95 10,76 15.2 0.520 73,65 0.0047

Opmerking : in niet verwarmde kamers met een groot aandeel buitenwanden kan de temperatuur lagerdalen.

Volgende waarden werden bepaald :

1. de binnenoppervlaktetemperatuur eo. van de beglazing met formule (4) (biZ. 17)

2. de bij deze temperatuur horend x,.-waarde met de grafiek van afbeelding III (biz. 10) of tabel1 (biz. 9)

3. de 95 0/o-grens van de weekgemiddelde waarden van x, met de uitdrukking (5a) of (5b) (biz. 18)

4. met de gevonden x-waarden en met behulp van de grafiek van afbeelding III of tabel 1 werd hetdauwpunt e d van de binnenlucht bepaald

5. de temperatuurfaktor T waarbij kondensatie op de ondoorschijnende wanden start, voigt uit formule (12)(biz. 20)

6. de relatieve vochtigheid .pi van de binnenlucht werd bepaald met formule (1) (biz. B)

D7. de waarde van -- aan de hand van de uitdrukkingen (2) en (3) (biZ. 14 en 17)

nVll:A

daarbij werd aangenomen dat -- minimum gelijk is aan 0,075 m21m3.

nVl

22

De waarden van tabel 3 tonen aan dat :

1. bij gegeven buitenklimaatvoorwaarden de vereiste minimum T-waarde afneemt naarmale de binnentem­peratuur stijgt. Bij extreem lage buitentemperaturen en niet-verwarmde kamers zouden echter zeer hogeT-waarden moeten gerealizeerd worden om oppervlaktekondensatie te vermijden

2. in normaal verwarmde ruimten. d.w.z. e, ;;. 18°C ontstaal er pas kondensatie op ondoorschijnendewanden bij r-waarden lager dan 0.657

3. in matig tot niet-verwarmde ruimten gaat de r-waarde, waarbij kondensatie op ondoorschijnende wandenstart, snel toenemen. Daarbij vall echter op dat :- biJ een binnentemperatuur e, .;; 16 °e er kondensatievorming is op de dUbbele beglazing bij een

weekgemiddelde waarde van "',- de weekgemiddelde waarde van "', snel toeneemt en in veel gevallen hoger ligt dan 80 %

4. het grootste gevaar van langdurige kondensatie op koude wanden zich niet voordoet bij extreem lagebuitentemperaturen maar wei bij lang aanhoudende relatief hoge buitenlemperaturen (vooral 0 tot 10°C)in de winter, vaak gepaard gaande met hoge relatieve vochtigheden ten gevolge van mist of regen.Perioden met dergelijke buitentemperaturen komen immers veelvuldig voor en men zal gemakkelijkgeneigd ziJn om sommige kamers niet of zeer matig te verwarmen.In deze klimaalvoorwaarden is x. reeds haog en kan de ventilatielucht die binnen weinig of nietopgewarmd wordt, dus ook praktisch geen drogend effekt hebben.

23

Page 50: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

Ten slotte kan ook opgemerkt worden dat bij lage binnentemperaturen en bij relatief hogebuitentemperaturen de rulten slechts m geringe mate de rol van veiligheidselement kunnen vervullen.Bij vochlig weer met niet te hoge lemperatuur is hel dan ook nodig de kamers voldoende Ie ventileren,evenlueel in kombmatie met verwarmen

D5. de 95 %-grens van de gemeten weekgemiddelde x,-waarden leidl lot opvallend hoge -;;II -waarden.

L

DBij e. ,;;; 0 ·C varieert de geschatte weekgemiddelde 0' -waarde van 0.0064 tot 0.0082 kg/m'.

Indien U1tsluilend de gemiddelde dampproduktie per persoon in aanmerking genomen wordt

D(D = 0.05 kg/h persoon). leiden voorgaande -- -waarden tot venlilatiedebieten van 6,1 tot 7.9 m'/h

nVL

persoon. Vanuit hygienisch standpunt kan een ventilatiedebiet va~ 10 m'/h persoon beschouwd wordenals de laagst toelaatbare waarde bij langdurige bezetting.

Op basis van de voorgaande beschouwingen en rekenmg houdend met de praktische moeilijkheden omvoldoende hoge 1-waarden te realizeren bij koudebruggen, kan volgende minimumwaarde voer detemperatuUrlaktor 1 vooropgesteld worden

5. WOONVOORWAARDEN IN GEBOUWEN

Met R -= 0,2 m2 KJW (d.w.z. h, = 5 W/m 2 K), vindt men:

Rm,o = 0,424 m2 KJW

Aan de hand van Rmon kan de normwaarde van RT moo en van 1<",.. berekend worden.

Men heeft:

De ontwerper moet beoordelen of plaatselijk lagere waarden aanvaard kunnen worden: daarbij moetenechter maatregelen genomen worden om :

- te vermijden dat vocht afdruipt (a/voer van kondensaat)

_ schimmelontwikkellng onmogelljk te maken (gebruik van materialen wkarop schlmmelontwikkelingonmogelijk is),

Aan de hand van de vooropgestelde minimum 1-waarde kan de maximum k-waarde van de ondoerschij­nende wanden worden bepaald.

Men heelt·

1 =

5,1 ALGEMEEN

De voergaande beschouwingen hebben aangeloond dat de binnentemperatuur, de dampproduktie en hetventilatiedebiet belangrijke parameters ziJn voer het ontstaan van oppervlaktekOndensatle met mogelijke

_schimmelvormmg als gevolg.

Wanneer in een gebouw voldaan is aan de voorwaarde 1m,o;;' 0,70. kan men zich atvragen hoeoppervlaktekondensatie kan worden vermeden.

In § 4.1 (biz. 14) werd aangetoond dat x, en dus ook het dauwpunt van de binnenlucht, dalen naarmate hetventilatiedebiet nVL (m'/h) van de kamer toeneemt.

Anderzijds werd ook aangetoond dat de oppervlaktetemperatuur van de wanden loeneemt wanneer dekamer op een hogere temperatuur verwarmd wordt.

Beide voorgaande maatregelen leiden tot afname van de kans op oppervlaktekondensatie. Het is verderduidelijk dat een kombinalie van beide maatregelen samen ook tot hetzelfde resultaat leiden.

RT moe. = R + Rm,o + R. = 0,125 + 0,424 + 0.043 = 0,592 m' KJW

1 1 ,I<", = -- = -- = 1,69 W/m K

.. RT m,o 0.592

Wanneer de k-waarde van bultenwanden (berekend volgens het normontwerp NBN B 62-002) (0) niet hogeris dan 1.69 W/m2 K, zal de temperatuurfaktor 1 in kamerhoeken, gelegen aan de kant van de buitenmuur,minstens 0,7 bereiken (berekend met h, = 5 W/m2 K).

4.35.2 Temperatuurlaktor T voor andere gebouwen

De ontwerper moet afhankelijk van de te realizeren binnenklimaat voorwaarden bepalen welke minimumtemperatuurfaktor 1 hij zal hanteren bij het opstellen van ziJn ontwerp.

Speciale aandacht is vereist wanneer het gaat om gebouwen voorzien van een luchtbevochtigingsinstallatieof van gebouwen waarin een belangrijke vochtproduklie plaats vindt.

In elk afzonderlijk geval kan de minimum te realizeren 1-waarde worden bepaald uitgaande van uitdrukking(12) (biz. 20).

(.) Zie LiteratLiurtijs1 nr. 2

24

5.2 VENTILATIEDEBIET

Wanneer men bepaalde bewoonde kamers (bij voerbeeld slaapkamers) nlet wenst Ie verwarmen omredenen van energiebesparing, zullen maatregelen moeten worden genomen om het vochlgehalte van dekamerlucht te beperken, indien men kondensatie met mogelijke schadegevolgen. wenst uit te slU1ten.

Het vereiste ventilatiedebiet kan worden gekontroleerd door een korrekte meting van de relatievevochtigheid van de kamerlucht.

In label 4 (biz. 26) werd de relalieve vochtigheid <P, m.. van de kamerlucht bepaald waarbij oppervlaktekon­densatie start op ondoorschijnende wanden waarvan 1 = 0,70.

Bij de berekenlngen werd aangenomen dat :

- 8. varieert van - 10 tot + 5 'C per stap van 5 ·C- 8, varieert van 0 tot 15 'C per stap van 5 'C

- de minimum oppervlaktetemperatuur wordt berekend aan de hand van uitdrukking (7) (biz. 19)

- xsA en X,i worden bepaald aan de hand van de grafiek van afbeelding III (biz. 10) of de gegevens vantabel 1 (biz. 9).

25

Page 51: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

6.25 Funderlng op volle grond. Koudebrug terplaatse van de fundering (atu. 14 en label 14) Tabel14 (vervolg)

LJAfb. 14 - Typegeval. Princlpeschema

" 2. 3 punten waarvoor de temperatuurtaktor -r werd berekend

01'""'I

R,Temperatuurlaklor 7

N' Isolatiekorrekt,e berekend voor de Opmerklngenm'KIW) verschillenae punten

2~1<;IL~

0,2 1'1 == D.n l$olatie tangs de buitenzijde van de funde-I " = 0,87 ringsmUlJf veroorzaakt geen merkbare sttjglng

~1'3 = 0.81 van de temoeratuurfaktor; oak opdriJven van R~

. I heeh geen rnvloed

"/ .-,,,,''Y './ 'v,,'0.,~oij 0,5 1, = D.nR,,___~

" = 0,87'13 - 0,81

I I1,0 T1 ::r. o.n

1~ ... 0.8713 "" 0,81

3

~.0.2 7 1 ... 0795 de plinllsolatlEl IS lngewerkt In het blOnen-

" = 0,875 spouwblaCl73 II; 0,84

I'7,,'0"< / 0,5 7, = 0.82""...'W' ....,,·s

12 "" 0.875R,,_~ !------' R" 1) "" 0.87

1 11,0 7, = 0.835

" = 0.87513 .. 0,90

4 0,2 1 .... 0.79 de vertlkal8 150la118 IS lngewerkl In het bmnen-'I( ...£ T, = 0.875 spouwblad

/t'f -"f 1) "" 0.83

~rA~, .. "",,

~~;<''''''4V/.'

0,5 1, = 0.81572 ... 0.875

:R A" = 0,865

I I

1.0 T, = 0.8312 -= 0.875'3 = 0.895

5 _ R" 0,2 " E 0.785 de phntlSOlalie IS Ingewerkt to het bmnen·

"'171?' r " • 0,87 spouwblaCl

~/1) & 0.83

, </..:,

~f"~. ."-'.,.' "/1 0.5 7, • 0.805

12 - 0.8773 = 0.87

I I1.0 1, II; 0.815

72 "" 0.8773 ... 0,905

OomerktngenR.. Temperaluurfaktor 1

bereKend voor de(m

2K1W) verschillenoe punten

f".

lsotatlskorrektieN'

Bijkomende hypotesen

1. Er wordt aangenomen dal, bij e. = 0 °e en e, = 20 ce, de lemperaluur op een dleple van 3 m onder helgrondoppervlak konstanl is en geliJk aan 10 ce.

2. De A-waarde van vochlige grond is gelijk aan 1,1 W/mK.

Voor!'fgaande opmerkingen

1. Zonder speciale isolatiemaatregelen is de temperaluurtaktor T van de voorgestelde koudebrug hoger dan0,70.

2. Het rekenprogramma laat niet toe de Iineaire k-waarde te bepalen van tunderingskoudebruggen.

3. R, is de warmteweerstand van de isolatiekorrektie (m' KIW).

o T· = 0.765" E 0,871'3 .. 0.805

'("<A"t?a v,, ','V ',,;/,'1

1"--------148 49

Page 52: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

biJ Isolatle·van de fundeflngsmuur aileen 21)n 1,

en 12 problematisch zelfs blj R~ -= 1.0 mL KM!;verder doonrekken van oe isolatle van oefundenngsmuur tot de funoenng of blJkomendisoleren van de fundenngsmuur langs debUllenziJde leldt met tot een mefkbare stlJ9,n9van 1

T~ • 0.76512 • 0.855" = 0.87

T • .. 0.74" ~ 0.855T3 • 0.815

1 1 c 0.695" = 0.85573 = 0.745

1. "" 0.74T2 .. 0.865T3 • 0.825

1~ • 0.7012 -= 0.8513 ... 0.745

T•• 0.721~ =: 0.8613 II'; 0.79

1.0

0.2

1.0

0.5

0,5

0.2

R.Tempera1uurfaklof T

voor versch,llende(m2 K1W) meetpunten

0.2 " - 0.71" = 0861; "'" 0,75

0.5 1. I':. 0.74" = 0.86513 = 0.80

1.0 ,. = 0.76512 .. 0.87" = 0.835

0.2 t, ""' 0.71" = 0.855' 3 = 0.745

0,5 ,. = 0.745" = 0.8557"3 .. 0.815

1.0 7_ ::I: D.n" - 0.8551::0 = 0.875

a ,. - 0.66h = 0.85,; = 0.685

IsolatlekorrektleN'

Tabel 15 (vervolg)

==..==. ='=rI

01

.--------l~~'______''''__--,~

jL-- -'-'

Alb. 15 - Typegeval Pnnclpeschema \1. 2, 3 punten waarvoor de temperatuurfaktor T werd bereKend

Fundering boven kruipruimte. Koudebrug terplaatse van de lundering (alb. 15 en tabel 15)

2L

A. Temperaluurfaktor -;N lsolatlekorrekt,e bereKend voor de OpmerKlngen

(m2KM/) verschillerlde Dunten

,

~a ,. - 0.665

" - 0.85" - 0.69

02

§0.2 , .• 0.705

12 • 0.861:l II; 0,75

0.5 T. II: 0.71512 .. 0.861) • 0,785

RA 1.0 1· .0.73'2 'II 0.86573 a 0.82

6.26

Bijkomende hypotesen1. Er wordt aangenomen dat, bij e. = 0 ·C en e. = 20 ·C. de temperatuur op een diepte van 3 m onder het

grondoppervlak konstant is en gelijk aan 10 ·C.

2. De A-waarde van vochtige grond is gelijk aan 1,1 W/mK.

Vooralgaande opmerkingen

1. Zonder speciale isolatiemaatregelen zijn " en '3 problematlsch.2. Het' rekenprogramma laat niet toe de lineaire k·waarde te bepalen van lunderingskoudebruggen.3. R, is de warmteweerstand van de aangebracht korrektie (m2 KIW).

4. De kursiel gedrukte .-waarden voldoen niet aan de minimumvoorwaarde. nl. • ;;, 0.70.

Tabel15

50 51

Page 53: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

BIJLAGE 2

~fbee~<:!.~ng-=~ __~it het SBR 151IPal Dlmpdrukv,rschill,n ..----.----~-_.--1200 1"'T'"T'T'"T"'T""T""TTT...,...,...,....,..............T'T'"T"'T""T""T-t""'T...,...,;-r-r-r-.

1100 H-t+-+-+++-H-H-HH-l-I-++-+-+-I-I-+4-HH-1-H

10001H--+-+++-I-I--H-HH-l-I-++-+-+-I-I-+4-1-1H-I-l-+-h

9001+-FDH++-+-+-H-I-I-++++++++++-I.-t-1-1-I-++-1

800 H-t+.....,-Hr;;-H-HH-H-H-++++-I-I-+4-HH-1-H

700 H-+~=H-++-H-H"4-IH-l-I-H--+-++++4-1-1~I-l-~h

1\600 r.+-i*±++++-t-H-t-1H-H-t+t+++++-H-hH-l:::::> :::, ::::: ~:I;o: I,

soo·IlI:::·: ': .>: 'r~ ::.:: ',' ::,: .::: '.

S 10 IS 20buit,nt,mp,ratuur (OCI

10 IS 20buit.nl.mptrlluur lOCI

So·S.10

0

0

0

0II

•~

0I~ I~

0 iii •h ,

0 •• II', •

~ • • I'0

I- ~~ .. I'

0~Il I,I "I'

0l'o r.

1\ to-o \

0 . I'i.

0

10

20

30

40

60

70

010

90

100

110

Dampdrukverschillen tussen binnen- en buitenklimaat inrelatie tot de buitentemperatuur.De donker aangegeven zone is klimaatklasse II

(f -, DampdrukvRrschlll.n120

Het binnenklimaat in veertig woningen (maandgemiddeldedampdrukverschil tussen binnen en bu1ten).In de omcirkelde gevallen speelden geen vochtproblemen

Page 54: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

AigemeenMomenteel vindt door de verbrandingvan aardgas verontreiniging plaatsvan de buitenlucht, met o.a. de vol­gende stolten: H20,CO2, N02• N03 eneen weinig 5°2, ontstaan door ver­branding van de aan aardgas toege­voegde zwavelhoudende geurcom­ponent. Tevens bevat het aardgas pernormaal kubieke meter (Nm3) maxi­maal12 microgram kwik (Hg).Door de ontwikkeling van de zoge­naamde 'Nieuwe generatie eV-ketel'zal ca. 50"10 van deze stoffen met rook­gascondensaat via de gemeentelijkerIolering worden geloosd, terwijl deandere 50"10 naarde buitenlucht wordtatgevoerd.Behalve met de hierbovengenoemdestoffen kan het rookgascondensaatoak worden verontreinigcl met compo­nentsn afkomstig van de toegepastewarmtewisselaar. Het door u aa!'lCentrilab BV opgedragen onderzoekheart dit met name aangetoond bij toe­passing van koperen warmtewisse­laars.leneinde de toelaatbaarheid van delazing van rookgascondensaat op degerneenlSlijke rioIering te kunnen be-

=}

Helaoles van HIZAVoor de duidelijkheid citeren wij hetadvies van RIZA (3) onverkort:'Naar aanleiding van uw bovenge­noemd verzoek am advies bericht il( uals voigt:

AI-Mg-4,5Mn en G-AI-5il2 Hjkengeschikt, evenals plastic geooatematerialen.

* de chemlsch aamenstelling vanhet rookgascondensaat.label 1 geeft van aen aantal con·densaten, verkregen met varschil­Iende typen condensors, de cha­mische samenstelling (analyse).

* de hoeveelheid rookgasconden­8881, die per m3 verbrand aardgaswordt gevormd.Figuur 2 geeftde hoeveelheid con­densaat, die gevormd wordt alsfunctie van de gemiddelde waler­temperatuur van de c.v.-ketel. Me­tingen in de praktljk geven aan datongeveer 50"10 van de waterdamp,die bij het verbrandingsproceswordt gevormd condenseert. Di!komt overeen met gemiddeld 0,5liter condensaat per m3 aardgas.

* het gemiddeld gasverbruik in m3

pergezin perjaar. Voordeconvefl­tionele ketel is dit ca. 3200 m3 perjaar. Door invoering van de nieuwegeneratie c.v.-ketel zal dit wordenteruggebracht tot ca. 2660 m3 perjaar.

_IUC:III

conden••I•....,m..........'

--~--L_tu• tor

"

condensaat' gevormd. Voor wat be­treft de Iozing van dit condensaat opde riolering heeft Gasunie contact op­genomen met het RIZA te Lelystad,met het verzoek een voor Nederlandalgemeen geldend advies hierom­trent te ontvangen (2).Voor het uitbrengen van een dergelijkadvies waren de volgende gegevensbenodigd: .* hel type materiaal van de rookgas­

col"ldensor. He~ rnateriaal van decof'ldensor moe~ corrosiebesten­di~ zijn. De aluminiumlegeringen

r--I'-----J'-------i\

.a.•'

.,-. .-.---............~I:O=4~~~~~J:L

Figuur 1: schematische doorsnede van de ketel

I""hl

door hetc.v.-waterwordtopgenomenen dus aan de woning ten goede komt.Om dit te bereiken zullen in deze ke­tels, zoals hiervoor uiteen is gezet, derookgassen tot onder het condensa­tiepunt maeten worden afgekoeld. Dit500rt ketels wordt GIVEG-HR-ketelsgenoemd.

Lozloa rookgas­condensaatIn de zogenaamde GIVEG-HR-ketelswordt dus een atvalprodukt 'rookgas-

Lazingcondensaat

T- T ---l

-1--T=- ,

..0 ......~ - - ~ i1: ........ Iu t---, , -t

iE

t·I .....

~ ~tr -jc

~~- ---en

III

-+

1OOf- - -fi--t--- ---.,

Q

--j- !

-+i

lr - T-- ~1&.1 I1&.1

3 600 --~ _.~-

•.~I iQ -+-- :---1-0

IE1&.1Cl 400 --r- .-

r tI--l-- -- - .....,

--- - -- - t -- - -t--·1

Gas 0 10 20 30 40 50 eo 70 iO

nummer 1 -GEMIDDELDE KET'EtWATERTEMP. .. ·cJanuan 1981 Flguur 2: Geproduceerde hoeveelhe 1 rookgasconcJensaat al-<J functie var

17 de gertvddelae warenemperarUL"

!

Page 55: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

2(, 27

I) In afwijking hiervan mag men, omdat de branders zelden gelijktijdig op volle belas­ting worden gebruikt, voor de berekcning de belasting stellen op 10 kW (ca. 9 Meal/h).

van de binnenleiding hel drukverlies tussen de aansluiling op de uitlaatvan de gasmeter en een aansluitpunt niet meer bcdraagt dan hieronderis aangegeven:

0,13 V

23

12 I)5I

29II10,51,3

in Mcal/h ca.

nomina Ie belasting

O,I5V

34

14 1)

6I

3413I0,61,5

in kWvertlruikstoeslel

gas I 1 mbar (ca. 10 mm wk)gas JI 1,5 mbar (ca. J5 mm wk)aardgas 1,7 mbar (ca. 17 mm -wk)propaan 2 mbar (ca. 20 mm wk)

2. Bij uitbreiding van em bestoonde instollotie is vcrzwaring van leidingenniet nodig, zolang het drukverlies in totaal niet hoger wordt dan 150 ~~

van de waarden, gcnoemd in lid I.

3. De in lid 1 en lid 2 gestelde maxima voor het drukverlics gelden nietvoor installaties of installatiegedeelten, waarin uitsluitend verbruiks­toestellcn, voorzien van een gasdrukregelaar zijn geplaatst, mits dedruk onmiddellijk v66r het verbruikstoestcl voldoende bJijft om devolle regeldruk te verzekeren,

komroor per kookbrandcrbak- en braadovcnrornuiswa..komfoorkoelkaslbadgci..crkeukcngeiscrstrijkijzerhaard, per glocistaafradiator, per lidkachel voor cen vertrck mct een inhoud van

V 013

Art. 31 NominaJe belasting "an de toestellen

De nominale bclasting heeft de fabrikant gewoonlijk op het toestel of

~elders vermcld. Indien dit gegeven niet bekend is, moct men hel dooreen meting bepalen. Betreft het een huishoudclijk toestcl, dan mag menuitgaan van tabel 3.U Tabel3

~

,~\l

Art. 28 Aansluitpunten in badruimten

I. In- eell bsdntimte ~ct eeo iohoJld kleiRer-dmpf mS, of een hoogte,kl;ine~,mag geen aansluitpunt zijn aangebracln.

2. Jndien cen aansluitpunt is aangebraeht in een badruim~eninhoudvah~mimte...Lo..13 en tenhoo~nhoogte van tenminste 2,3 m . se I - --rijR-1lQQr een nominale belasting van

ca. JJ Meal/h). Zie echter ook art:79:----

~. Indien een gasleiding is aangebracht in een badruimte met een inhoudvan ten minsle 7 m3 en een hoogle van ten minste 2,3 m, moet een aan­sluilpunt v{)or een hadl(eiser zijn aangebracht, gesehikt voor cen no­Illinale bclasling van 34 kW (ca. 29 Meal/h), op 70 em boven de vloer('11 in het hart van de plaah die voor de geiscr de meest gesehikte is.Dc voorgesehreven maten gelden, tenzij er goede redenen zijn om ervanaf te wijken. ;::>,; (C', ~ L _.. .. ~;. ... ,. L:-. / j' I,

I) "oor hcrekening van cen binnenleiding, zie de bijlagen G en K.2) Rij hui~houdelijke in~tallatie~ zal men als regcl sleehts rekenen met de ~om van de

nominale bcla..tinllen van de toe~tcllen.Voor de berekening van de gelijktijdige belaslingvan Ilrote in~lallatics, zie bijlage F en de voorbccldcn in bijlagen G en K.

Art. 30 Wijdte "an de binnenleldinJ:

I. Bij de oanlel( l'on een nieuwe binnC'nleiding moeten pijpen zijn gebruiktvan cen zodanigc middellijn 1) dat bij de te verwachten totale belasting 2)

lot het hart van de watermuurplaat moet 15 em bedragen, de hoogteer boven 20 em.

7. De voorgesehreven maten gelden, tenzij er goede redenen zijn om ervanaf te wijken. Bij inbouwtoeslellen bij voorbeeld, zal men er veelal naarslreven dat de aansluitleidingen zijn weggewerkt. Zie eehter art. 64.

Arl. 29 Aansluitpunten voor verwarming

Jndien cen aansluitpunt voor verwarming is aangebraeht, moet dit, desituatie in aanmerking genomen, van voldoende vermogen zijn en moet dit:a. als de leiding uit de vloer komt, 5 em van de wand zijn verwijderd;h. als de leiding uit de muur komt, op 15 em boven de vloer zijn geplaatst.Dc voorgeschreven maten gelden, tenzij er goede redenen zijn om ervanaf te wijken.

Page 56: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

34 35

2.8 Ahoer van verbrandingsgassen VIIn verbruiksloeslellen

2.7.5.3 Een gevcluitmonding van cen afvoersystcem met mechanische afvoer moetter voorkoming van hinder zijn uitgevoerd volgens 2.6.9.

! 2.7.6 Vergrendeling van de gclJ!oevoer

Verbruikstoestellen aangeslotcn op een afvoersyslcem met mechanische af­voer, bedoeld voor de afvoer van een verbruikstoeslel of bedoeld voor deafvoer van meer dan een verbruiksloeslel, moe len zijn voorzien van eenbetrouwbare beveiliging. die ten minste de gastocvoer naar de hoofdbranderof naar de hoofdbranders van het verbruikstoeslel of de verbruikstoestellcnvergrendelt bij storing in de mechanisdJe afvoer.

.~ e. geisers mel een nominale bclasting van ten hoogsle 13 kW, dic water h:vc­ren voor bad- of douchegcbruik, mits geplaatst in cen keukcn, bijkeukl'llof bergruimle en voorzien van een atmosfeerbeveiliging. die zich bevillJIop een hoogte van tcn minste 1.2 m buven de vlocr;

~ d. boilers mel cen nominale bclasling van Icn hoogsle 3 kW. milS geplaatstin een keuken. bijkeuken of bergruimte;

e. verbruikstoestellen die bezwaarlijk op cen afvoer kunnen worden aan­gesloten, lOals stralingstoesldlcn (mits gcplaalst in niet voor bewoningbestemde ruimten). verplaalsbare handgerecdschappen, vervangings­luchtverwarmers, heteluchtkanonnen, enz.

t. verbruiksloestellen opgesteld in sterk geventileerde bedrijfsruimten.

2.8.1

2.8.1.1

waarin:At is de doortocht van de luchttoevoeropening. in cm 2;

A. is de doortocht van de lu~htafvoeJopening, in cm 2;

B is de gctalwaarde van d~o{gcStelde nominale bclasling. in kW;V is de gctalwaarde van de inhoud van de ruimte, in m].

Voor de berekening van de in 2.9.1.1 bcdoeldeinhoud van de ruimte mag de inhoud van ruim­ten die grenzen aan deze ruimte mede in reke­ning worden gebracht indien tussen de beideruimlen een blijvend open verbinding met eendoortocht van ten minstc 1 m2 bestaal.

Opslelling van verbruikstoe!llellen in ruimlcn met natuurlijke nntillllie

Ve/llilutie bij upen verbruikstuesle/len zonder afvoers)'~'leefll

Open verbruiksloeslellen die niet op cen afvoersysteem zijn aangcsloten,lt1o­gen slechts zijn opgesteld, indien de inhoud van de ruimle en de doortodltvan de up7.ctlclijk aangebrachte luchtopeningen voldoen aan onderstaandctabel en indien de lucht uit de ruimte niel direct wordl afgevoerd naar eenyour hel verblijf van mensen bestemde ruimle.

V A, = A.min

(25B-3V) cm2, indien (25B-3V) >50Sii;2B 50 cm2

, indien 0< (25B -3V) <500, indien (25B-3V) <0

2.9.1.2

2.9

2.9.1

2.9.1.1

Luchuoevoer en hinderlijke vochtigheid

Open verbruiksloestellen mogen slechts in daartoe gcschiklC ruimlen zijn op­gesleld en wei zodanig. dat volledige verbranding van het gas steeds is gcwaar-borgd door voldoende luchttoevoer en voldoende afvoer van de verbran­dingsgassen.

2.8.1.2 Als open verbruikstocstellen bij normaal gebruik aanleiding kunnen gevelltot ontoelaalbaar luchtbcderf in de ruimte waarin ze zijn opgesteld, moctenmaatregelen zijn getro{fen om dil te verhinderen.Een CO-concenlratie groter dan 0,005% (50 ppm) en/of een CO2-concentra­tie groter dan 3% zijn niet toegestaan.Een COrconcentralie groter dan 1% is in het algemecn ongcwenst.

2.8.1.3 Als open verbruikstoestellen bij normaal gebruik aanleiding kunnen geventot hinderlijke vochtigheid in de ruimte waarin ze zijn opgesteld. moetenmaatregelen zijn getroffen om dit te verhinderen.

OpmtTkingOver hel algemeen zal geen hinderlijkc vochlighcid optredcn wanneer wordtgevenlileerd overeenkomstig NEN 1U1l7. De vereisle vcmilatie die in de keukelldienl op Ie Ireden is daarin gesteld op U,021 m'/s (ca. 75 mJ/h) indien devloeroppervlakle minder is dan 10 m1 en up O,0211 m'ls (ca. 100 m'/h) indiende vlocroppervlakte IU m1 of meer bedraagt.

2.8.2 Aansluiten van open verbruikstoestellen op een ajl'oersysteem

2.8.2.1 Open verbruikstoestellen moelen zijn aangesloten op een afvoerkanaal of eenafvoerleiding.

2.8.2.2. Mits wordt voldaan aan 2.9.1, 2.9.2 en 2.10.1 geldt 2.8.2.1 niet voora. kooktoestellen, waskomforen, ovens en koelkasten voor huishoudelijk

8~bruik, mits niet geplaatst in een badruimte;b. geisers met een nominale belasting van ten hoogste 13 kW. geplaatst in

een keuken, bijkeuken of bergruimte, mits zij geen water leveren voorbad- of douchegebruik;

> ._-......"....,.I'!""_...... _,'-'/"." ~ .• _............... ....-- ........ ""_...__...... _ ..... _

Page 57: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

~1_Tl,' : 1" [, ~ (' \ ~ \ \/.- I

.... P " • T U N - UOGt SOL (U.CELSlUS) ,~'G

II ~ Of TlJD~IUKEN UUllVAIC "IIIJIIl!l IN II TUDYAUn ""'VAK ~"~JI"l

\1,,< , I .. n (- to: ~ -f 0-12 lj:-P U-,4 1"'1 (,,-6 6-U U-U- 11-24 "'"1 , , t .," ~,S ., \ t .( it, -/ t, ~ l.t H.e 11 ,e .,3 14 • L,2 C,4 I,t 4,9 6 ~7 .. ,

." r ~ !".~ 1 , ~.,

: ", 7.7 c - , 1.l 11,9 It,4 14 2,9 3,1 H,3 . 6,6 6.' • • t

- .' . 1 ~ ." 11. 1 " , ( 1: .! 11 •• 9,~ ~.7 H, .. 1!, .. 13,2 14 5,(, 5,0 Ui,3 11,1 6• r # ...

jIe , • , 1 .,' ~,1 / • 1 ',' : • '> 9,7 11 .~ 11.' 12,1 H,7 15 .,1 1,1 11.1,5 5,5 245 1,4 1,\ ~,t, , '. t , t ! ,. 9,Z 6.u 1.3,9 15,7 11,1 15 4,5 4,6 11,1 6,ei 6' , >

1\ 11.9 1 I , '> ~.6 ;,: ';;,f 7,,> 11,2 7,1 H,l 11,9 H,l 16 4,5 t,' 15,4 7,5 17 1! ... 1 ~,. ~ 11" ) 1" , 1 t,4 9,. 11,1 7,9 H,e 17,6 H,l 15 S,S 7,. 14,1 7,5 6b h," 1. .( H.'- 1 i , ( I.,' 1 I ,1 11,3 ~,( 15,1 lS,e 12,9 15 6,7 • li,O 12,9 9,3 4

tQ .. , t 1,2 1,1- 6,1 · .. 4,2 9,e " .1 13,~ 1l,~ 11,' 12 I,l! 9,C 11,ei 4,2 Z4· .-

1~ l • '> ',1 . - • !,5 . ~ 7,4 7,1 ",w l1,tl 9,t 15 3,S 6,1 9,' 2,3 n-, .. ",J -, .

OEC 1( , l ",1 ·,2 ,,. 7.1 1,1. 9,4. GE".UG£LI JKS 'AXI ,""lit 14,2 &r,..UGELUKS "1111 IIU" 4,'

11 ~, 4 t,'> e,) ~ , 1 ·,t 4,Z 1,4 1,1 H,S 11,2 .,9 14 3,5 5,6 7,5 4,' ,12 t ,. ~ ~,' 4,S ",4 ~,t 3, , 5.4 4,9 7,6 lI,O 1,t 13 4,t 4,4 5,9 3,6 n1! 9,( k • c,7 ;, 7,1 7,~ 7,6 !i,1 H,1 11,1 9,6 15 3,3 4,2 9.. 6 7,5 6., . . ,.14 "~ 9,~ 'ii, 2 ~, ~.t 7,~ ~,') 9,1 7,9 tt,9 " ,1 10,8 15 7,(. 7,4 1C,G 6,5 24B 11, • 1: .~ H ,i, ~ 'I: 1:,1 9.1 tt,1 tt,7 1! ,I, n,6 13,3 15 5,1 6,7 13,t ',1 ,,tt 1~,~ 13,L 11, ~ 1 .. , ~ E,l 1,9 ",1 9,3 H,! 1 ~,6 14,t 14 11,6 9,S 13,9 7,9 Z417 B,7 12.9 ' 1 ~,r 11 ,~ 11,4 H"l H,lI 8,( 17,( 19,4 14,8 15 5,7 .,0 14,1 'G,O 4H 14, ~ lj,1 1 2. ~ li,4 1.. ,~ 1... ,5 14,5 le,:! 21,4 23,4 16,6 14- 6,6 7,9 16,6 'D,2 4B 1 Z,t 12,! 1 j1," 1l,1 n ,4 1~,~ B,t 1C,~ H.,8 11,1 13,1 15 7,6 ',9 13,' Ui,. 5Zt 7,1.. 7,1 7.2 7, ! 7, ~ 1,2 C;,ll " ,t. 1~,2 13,1! 1,1 15 .,4 9,,5 1,9 7,0 20

nrc 11 .7 .. ,t; r;,e- ~,.Q ~ 'I: 1 , ~ 11 ,1 Gf"l.D_6ELIJIl'$ lIlA 1II "U lit 14,7 liU.U6ELUkS "INlIIU" 5,7" -

?1 H,~ Y,') 7,3 ~,.9 ".t ',.~ 9,4 7,5 l2,~ 13,4 11,e 16 6,9 7,5 11,(; 4,2 2421 13,1,/ 12,1 1,,1 1 ", , ~ <;,9 le-,l 11 ,L- 4,I! H,e: 16,5 1S,e. 16 2,4 4,. 14,7 9,4 523 't,t 14 .1 11 .1 11 ,2 , 1,9 1' • 1!,5 1t,1 18,( 19,t 17,t. 15 6,1 11,4 16,9 9,4 4, ,

2" 'v,~ U,S 1 7. "J 1~ ,1 1 ! , i 14,4 1e. 6 1::','1 21,6 B,2 21,5 15 7,3 lC,t 21,4 14,4 S25 1 t , ~ 14,9 14,[ l~,t P,7 1.!.,.~ H,4 14,4 23,9 B,1 17,6

" I,L 11,0 17,6 13,4 S'U 14,5 n.t 11 , i: 1 ~ ,. ~ 11 ,t> e-,t 14,4 13,4 17, II 19,8 16,4 15 11,4 11,9 16,4 I,. U27 1'>, ( 14 ,I 1 !, ~ 1~,~ ~'," !',1 13,1 9,0 18,5 11',3 16,5 14 4,9 II,C 16,5 9,2 5211 1~', '> 16,t, 1e, c' - 14,3 1 !,. 13,4 H,4 1C.,~ 2C,2 21,9 20,7 16 6,3 10,0 19,9 12,,5 429 1',0 11', l 1e, 1 tt 'I: 14 .3 12.' 11,5 13,4 22,4 B,6 - 21:;,8 14 10,1 12,. 20,. 12,3 5, .!( 13, ~ n, .. 1 ~, 5 1:" 1 ! , .: 1 !,. Z 15,4 15,5 2(,.7 te,5 14,9 1Z 11,1 13,5 ,.,,4 n,9 3

Dft 15,7 , 4.4 t~,t 't,t 11 ,7 11,1 14.3 r;e".DAGHIJKS "'AUIIlU" 2t,3 6UI.UGELUllS .. nIIlU" 6,9

IUID 12,1 n ,1 lL,! 0,7 c..Z ~," 11,3 GE".DAGELJ JI(S II!UIIIlUI'I 16,4 GEM.DA6ELIJIlS "lin "U" 5,6

t• , 1 .' r- t " B~Tlluuw:HH TlJDEIII I" U.T.t •EL.~Ct c'IE~'rJ\l

. III

",.~. - ., --.... - ')'

_..._- -,. ,_. ~~ .-.~ ---- -_.._-~ .._~. .----------- ---........-_._ ..•..

Page 58: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

6961..647469737679II11

74

7693111780az761414"

w 79

It

n6S6155

j 697Z60S26581

66

74

O-b

,

o -6

!.'.'I0· ~. : i ldl1(\/F .. I/B ,II E. i. A j I E lJ ( \I ( t II T I (; " E I • (P.OCEIITEII)

tar.l'U.\lU 1 ~ ~ 4 ~ ~ 7 r ., H. 11 1 i tl H 15 16 " 11 19 zt ZI Zl Z3 Z4

:.... . ... --, . .. . #v ,,~ .,2 .. r ". '9 1:-' ~. ~ f • ~" III 72 t:7 t1 H H 52 53 B 51 53 H 51 60 6t 64 66 t., t .. /I, 71 7~ 7' 7~ I) n 69 t,7 65 62 H 51 !I! ~3 56 54 54 6] '0 64 59 61 ,4 ~~ flo 07 ~., 7i 7:- 7', 7, O~ tIS 65 64 tS 65 68 7(. 73 ,n n S5 116 89 9l 94'>• H ~r 94 9~ ~: ~.

~"" ~? 74 n 51 H 43 41 . 4C ,44 4Z 42 U 69 " 73 n Urt -1 ~~ tl2 ,4 ~ ~ ~t .~ -: 1~ 06 5' H S~ ~t 46 46 48 56 15 h n 91 tel 96'7 9t- 97 97 H: 07 ' 1 ~6 H tS 61 62 65 to. 5· 53 tt. 5~ 60 6S 11 n 19 IS 89-i~-f' 9l 0' 9~ 0., : 9' ~ ~ y~ !It 7S 72 H H 55 57 59 5a 60 '9 17 9[. 93 94 16 116'(I 04 9t. 91 9' r,l 9; H 9~ H 1'9 7! 61 6~ " . 7(, 70 7t " 71 8' 9f 98 98 98 9I~

.1C 9!! .,~ 99 9",. r

~7 97 yl ~7 f:5 76 U H sa 5l ,~5 56 6C 7t 15 90 11 16 16'0' "

OiC 'It: 'Ie. "7 't ;"; ;/ .... fi! ~2 It t9 64 6C Spo 55 55 56 57 6t 10 15 tiC 11 10 12~ t 52

., .11 ,,'> 7S '! c,~ 7~

,I,I'~ 91 95 93 U 6~ 54 54 54 60 U 6C 15 t6 '5 95 96 I

1? H '5 r;s 9~ c" a Sd 94 02 93 93 Sl n 95,· 96 94 9Z !6 9Z 93 94 . 97 97 91t13 97 :). 95 9t 91 oil c~ 9t 1'0 ~4 : 71 69 U 65 ,61 65 6! 7. 14 75. 75i 79 : at ao j14 ~j P4 84 H 9' H h ~:c 8(. IIC ~1 .8e, 86 es 85 !6 . U as 93 94 95 . 95 96 97415 o~ .,. 98 'O! 97 1;1 86 85 ~1 n 1-9 6C ~9 ~6 58 57 61

,.64 7t st S5 90 U 95r!

16 \15 Of'. 96 9~ .. ~ ~4 ~~ 91 H e3 n ,11 t5 62 ,61 61 62 .. 68 ~ U 77 114 " 9! 91 996

17 99 9<; 9.. 99 P ,:;, 97 8t !It 64 59 55 5C 4f. U ", 49, . 6lJ .16 SO' . 71 U U I7J111 95 Q~ 97 9~ H 'it 1;1 81 65 54 49 46 43 4C 43 · 43\ 59 .' 6t 70 83 17··93 94 95119 97 9~ 91< 08 9~ 97 9) 91 76 t9 ilS 1C tt 65 65 72 . 7t :.95 ' 97 97 97 , 84 12 12520 ,,4 I\~ H '7 ~ f ~~ l'3 7) 7t to6 il4 63 59 61 62 i 70 n '91 ,87 91 93 91 16 aa

· ~.' ., ..; :. "ore 1;3 92 91 92 9~ o~ ~1 H liZ 76 73 66 64 63 63 6S _7r, 76 79 16· 17 90 '0 92,. " .-.:~

"1-", .' . ,

21 t'~ lie H '57 Jl6 H 8~ 1'3 H 62 55 5C 54 53 54 50 54 63 74 SI ' 16 93 97 91 I

22 ~" 911 or. 9" ~~ ~~ f''l ,. I. ~6 53 51 5t 47 45. 45 ·-4" 45 .' 45 47 51 54 55 61 66 (

23 7r, 77 as BE ~2 '7 7".> 64 5! 49 47 46 4f 42 ·43 ·40 44 46 46 5C ' 61 > 65 U U {

24 ~ ~. 115 Ii(. f1 ~4 ~. ~ 7'. H 'i0 46 u 43 41 39 '8 I 39 4' 't 4L 41 43 45 41 ; 51 54 ~2~ t\l /I!' "5 !S7 il1 ~~ 72 St;- ')5 52 4'1 45 4Z 41' '!t 59 - 66 7" 15 83 15 17 16 1626 1'9 O( 94 95 ~1 e~ 7~ n 71 65 61 5(, "" Itt' 45 46 50 1S ':,16 19 'h. 79 72 It ,27 "3 9C 96 9~ Q~ Q7 n 71 6S 58 51 41 42 . loG .loC H 36 35· 31 4t 42 43 S3 55 f21\ 6t> 64 76 19 7' ! ~ t .. · 5t 4'1 43 42 3B 3~ 37' : 315 .38 36 35 ·311 43 46 : ·52 ' 61 60 Q

....tl.. . ~ Oft ..ft , ... 4 ".. .. . .

..:. -. .,<. ~

~: ~~ '~; :~ ;. 'c .. '. ... ., ... .~. '" YD. 'lit '1::J Y~_... -' "

U~ ,,~ y~

~ ',. . ...DEC liC ~3 "'5 81 po ~5 7.; ~8 f( 55 51 49 48 48 41 4! 51 56 59 63 67 69 n 75

, . ., ..... 0 1\6 /17 fill 89 9l ilS t'~ H 72 H 63 5P 5~ 55 S5 • 56 59 64 70 75' ." 10 11 13

A : "1","E'l ReUOUWR. lI. 6 l( Iz -- flY ?TUD..U IN U.T.C.

~ <1 1- (f; -PLU co : C~Tfl~(fII'T

~~

<4-

'-

\ ..

(,

Page 59: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

( II T

66

74

74

7693818780827ft748479

81

7565615569.7260526581

6967H74697376798!l81

83

24

7SU6194769689819S86

82

96918e979599179582U

92

98.667654868153608493

75

81

80

9597!It9694978!948286

90

9767f851867253617795

73

21

71645992n9C83869886

93S565478779435~

739'4

9(

69

ae

7461648913917994li'87

81

959779959(;

93ll293!II.91

?1 ,21

67

78

736:­n!l66~

1\'75939890

!!C

86947595!l5"471879793

l!7

lle54614585!Ie42467196

2l

86

"515C4383794l4~

69liS

7S

659!7~

Un77H839791

63

79

7C,'· 75

64H54831127365!1811(

7f.i

6l927493717376709787

744146417576383116395

595e

64

t.545464l7L7535!5toln

6l

H5!547542HtCto9786C

51

59

17

ot 6492 et6- 71'8 8861 6462 6849 6859 6C1C 95fl7' 91

)c51St7!4,4~

S'et7156

57

S6

50 54lot. ,I. 5lot 4439 41~ lj; 6646 Sl:!1 !{>:3!l 3t5' 5965 7"

41~ ~

:37l444(tl~[l

7t~s

52.. 4t5F657~1

4743727(

i,1

5S

5496~1

ll5SI!t1I.e436562

t3e~

5! ~4

"5 4 542 43q 'II47 454· .. 54t I.eH :!ll59 "5 ~

61J 6S

4"

54474(

4142.. F42~ ..~9

t(

(4

1 "

be ! t

tot!l!HHH715~

467l63

5~

Sf5lH4~

45h47.sf'H51

4.. lot\ t ~ I.

02 tlto~ e~

H 4~

~ ~ ,~~

(5 t C

~~ ..~, H6f' H

(10

, I

'I( 1( ~

oS I~9

62H1~

76

5~

5141444~

6151'2tl~~

7t

( 7

1 .

It ' ~

P t 1~ .. t 7

~ ~ ( ~

74 f !7~ e e( ~ to 1l~ 7,~,. f9> 7 , ~

.~ l~ 1'l7O(657~

7l

72

fl

..",

."(

0,

III917)

.. "

"."

.;,"'IIi

; ,

I "

, ,

\ .

f',

.. ,',

<; ,, ,

., ~

C ;,~

.'

I'

I~ ' ..

"';

, ..

, ., ,

<. '

7'<'"

" <

.;.~, ,

.,

.~,

to

, "..'1 ~

1911~ 1~4

9f"t~4

{-294

{ ?

1(y

4

21222~

242"Zt.27Z~

?r::~L

Of r

ore

DEC

( ,

,,~

APLU '.0

"l,~t~ P='.OU .. H__ •

C~rrtn"T

TIJOEN IH U.T.C.

r

Page 60: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

H~1l I ~t ~ , ,V'.lit-, r. ,-,~ I C'H-,"',UO-,DEC'D/-l'~--,.'A~!I-!JUP- r" t>-UUIlLI,uSC liEGE~EliIS VAN DE !-'.'IV' 'J'&"('~.~ Vr I

... D ~ U k - [,~ :'Cl lJCL (U.CELSIUn ,I

1fI'G "~)I··' I • t'f 1IJD~'(I(£N UUIlVAk "1111"" l~ !)f TlolDVAkKEIil UUIlVAIC

,,~. ' ' i ,, i! (:" -, (;-1< , t -1 ~ B-,4 'UX t-6 6-12 lZ-U 18-24 "'1Mi1 , " ~ .. ' 5,S ., 1 ( ,I ~ , J t,l , , C 1~,t " , ~ ~,3 14 -l,Z (,4 8,1 4,9 6

;> ., ~ y", ! !', .. i , ~ 7 , . :: , I 7,1 . . " ,~ 11, 'i H,' 14 l,9 ! ,1 ,t,3 6,6 6,. , :

~ 1 ; , ~ ,~,~ 11, , , 1 , r, 1 • , ~ , 1 , . ;,S t,7 H, .. '!," n,2 14 5,11 5,0 H,! 11,1 6

" ,. , , ~,7 ",1 , , 1 I, , , ",I 11 , ~ 1" • 12, , 1~,7 15 8,1 7, I H,) 5,5 24~ •,4 1 , , t .. ;. , ,

~ , t 9,i! (; ,l 13,9 n,7 11,1 15 4,5 4,6 11,1 6,e. 6 ,, .'

~ , j , Q , I , ~ ~,~~ ,

:",1 7, " I , , t 7,1 1t, , 17 ,r; 13,7 16 4,5 t,4I 13,4 7,. 5 1. , .1 P," ,~ .. ; 11, ) ,'. , , c, ,4 ", ... 11,1 7,9 ~ 5,t: , 7,6 lS,.7 15 5,5 7,8 14,.1 ',5 6

" H,>; 1 _, ( H,l- l' I , , , 1 I , I , 1, ! ~ ,t '<:,1 15, .. 12,9 15 6,7 !l,O 12,9 9,3 4 ~, .0 ",e 1,2 7,~ ",1 · • 4,7 o,~ 11,1 13,1l 1), ! l',l 12 8, ., 9,C ",t 4,.2 24· , -

H t,~ ~, 1 . ' ,~ , 5 , <, 7',/' 7,1 11 .Lo l',1l 9.1 15 3,5 6,7 9,1 2,.3 22. , .. ..., -' ,

~OH 1( , l "',1 ·,2 1 , .. 7, 7 ',~ 9.4 (iEII.DaGEL! .lieS ,"Ul11'UI'II 14,2 (OEIIl.DAGELlo1KS flUI UIUM 4,.1

11 ~, 4 l',':> !,~ ~., J • , t 4,? 7,4 1.7 H,5 11,2 8.9 14 !,5 '5,.6 7,.5 4,.1 1 ,12 t , ~- ~,7 4,5 1.,1, ! ,. t : , ~ 5," 4,9 7,0 S,O 7,e. 13 4,.1: ',.4 5,9 3,.6 231~ ~,l a ~ r,7 ~ ... '1, , r,,', 7,1> <;,1 1t,1 11,1 9,6 15 5,3 4,2 9,.6 7,.5 6" .

14 ;,~ ., .. ",l l< , ~, 7,! , , " 9,1 7,9 1l,9 11,1 H.,8 15 7,L 7,4 1C,.(; 6,.5 24 ,1S 11, • ,': ,,~. 1 r , .. ~ . «:.1 ~,' 1(.1 L,7 1!.4 n,iI 0.3 15 5,1 6,.7 13,.1 .,.7 1 I,1 f 1 ~ ,! 13,L 11 , ~ 1: ,,~ ~, 1 1,'1 11,7 9.~ 14,- 1~,6 14,e. 14 !,ll 9,3 13,.9 ',.9 2417 n,7 '7,9 t ~ , ( 1 I , ~ 1 t , 4 1~,{ 12,(1 e,~ 17.': H, .. 14,8 '5 5,7 8,0 14,.8 le,lI 4 i1 '! It..~ n,1 1 Z, ~ n ,4 . • 1 ... , ~ t 4, ~ 1:,:.- 21,4 2!,4 16,6 14 6,6 7,9 16,.6 le,2 4• " , *,..

12,~ 12,~ li,4 1::,1 1 ~ , ,h ,_

15.1 lr.~ H,8 11.7 13.1 15· 7,6 9,.9 13,.C. le,.. 5 Ia 7.1. ',1 7,2 7,~ 7, ~ 7 ) ~,,, 11,t 1!,Z 1!, !I &,1 15 8.4 9,.5 7,.9 1,.0 20 t,-

llfC 11 ,7 ",e C;,t' , ,0 , • . \( ,1 Gf"".1l'6H.l.l~S "A 111 "'u" 14,1 Caelll.DAGELUICS MINI"'UIlI 5,.1 I.~ .t?1 1 ~ , :! f.J,~ 7,! : ,~ 4, / ", ~ Y,4 7,~ 12," 1~,4 11,( 16 'S,~ 7.5 11,.(, 4,.2 24

2l 13, \I 12, 7 1 " 1 1"1 ,~ .; , r,: 1', ,1 11,1. 4,~ 1:' ,r 16,5 1), e. 116 2,4 4,8 14,.1 9,.4 52~ 1t"t 14,1 11, , 1 I ,? 1 1,9 I ' , , ! , 5 H,l 1P ,t 1., ,( " ,t 15 b,1 @,.4 16,.9 9,.4 4 r,1.. ~;,~ 1>1,5 1 7, ~ " ,1 , ~ ,,1 1 4 , ~ 'c,t 1.,~ 21,6 2!,2 21,5 '5 7,3 lC,l 21,.4 14,.4 52S 1t,5 " ,,, I .. ,l 1 • , l 1 ' , 7 \ ~" '. Ie ,4 14,4 l3,9 1~,1 I 7, to 14 8,l 11.0 17,.6 13,.4 5le 14,~ 1 ~ , ~ 11, E 1Z,,,,,, , 1 , t ., !

" ,4 13,4 11, ~ 19,8 16,4 15 1t ,I, 11,.9 16.4 8,8 24 i27 , S, r '14, l 1 ~ , 2 1 ~ ,; ~,4• > 1 3,1 Q,D H,5 H~3 16,5 14 4,9 !,.C 16,.5 9,2 5• , I

2~ 1F' , ~ 1 I, , t> l' " ", ~ 1 ~ ,I , ! , 4 I 5,4 1!':, !- 2C, Z 21,~ 20,7 16 6,3 l!.1,O 19,.9 12,.5 "" \

T29 '0,0 11,1 1 ~ , 1 1 < • i 4 , ~ 1, , < 17, S B,4 22,4 2~,6 H,ll 14 1C,1 1Z, 8 20,. 12,.3 5"~e. 13, ~ ",(, 1 ! , ~ 1 ~ , i 1 ! , , , ~ , .: , ':>,4 15,5 2l,7 ~C, 5 14,9 It 11,1 0.5 14,4 12,.9 3

Df( , ~, 7 , 4,4 1!., 1c:,f. 1 • , 7 11, I ;, 110,3 GE".DAGELIJKS "'AlI"U" 2C,.3 GE',.DAGElIJItS " IIU"'U'" 6,.9

T1lII~[) 1?, I 1! ,1 'l,~ 0,7 ( , 'l , , ", } GE".DAGELl J~!' "'XI!IIlUI' 16,4 GEIl!'.DAGHUItS "IM UIUM 5,.6"

r• ~ J ..' ~ ~ W B·,cvlJl;~AIt TIJDE~ III U.T.C.eL'~ct ('IF.·r·n

T•I,..I-.

r \ ..

Page 61: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

./ uv~-,r.~-.~.C.D~-.~"~O-,DfC'OI-U~~·,·•• ~.·UU.- Iftt 6-UU."UUE 5f5fVEIIS VU tf

~! UTI ("0 ~l'O"(;\~" Vr ,,. p f " • T U Ii - ~.OU SOL eel.CELSIUS)

I,

OftG "".1"" I~ DE TlJOVllllCU UUIVU IIIU1IIIA IN II nlnulCU UUUAIC~"'u' , ' t : t 1 " n z.. Ge .. ~ -~ <l-U H-n 18-24 ".. fI-6 6-12 12-11 'S-24 "lJI

1 , .. ~ .~ 5.5 • , t t , r .. , 'J t,Z i, • H,. " ,. .,3 U .. "2 '.4 .,t 4.. ' 6 ~? ., ~

~, ! ~,~ 1,; 7, .. ':J,' 7,1 S,2 11,L. 11,9 'C.,4 14 Z,9 3,1 H,3 6,6 6~ 1 ( , r, t ~ • ~ 11.' 11,( 'I,! 11 , ~ 9,,. t,7 H,4 13,4 B,Z 14 S,1i 5,0 11i,3 tt,1 64 1. , 1 ",7' ~,1 '.1 ',4 ~,s 9,7 ",f 11," H,l ", ., ,,: ." l,S H,S 5,S 24

~5 ',4 1,1 t," t .) ( , t t: ,~ 9,2 6,0 1~,9 H,7 11,1 15 ,4,5 4,6 tt,1 .: 6,.. 6t'> 11,9 11,5 9,6 ~,s 9,t 7,S 11,~ 1,1 16,1 11,9 11,7' 16' 4,5 t,4 15,4 7,S 17 1!," '2.~ u,) 1~ .1 ",4 9, .. 11,1 1,9 H,1j '7,6 15,7 ' 15 S,5 7,S 14,1 7,S 6& H,~ 1~ ,i 1( ,l. 11. .l 1C ,t 11,1 11,3 9,l '5,' '5,e 12,9 15 "6,7 • a,o 12,9 .,3 4 ~0 9,1 7,2 1, f. 6,' • ~ 4,2 9,8 11,' B,e n,e ",t 12: I,ft 9,C tt ,c, 4,2 Z4. , .

'" e,s ':1,1 !,7 ~ !,5 3,5 7,4 7,' ",lI 11 ,t! 9,1 15 3,5 6,7 9,1 2,3 2Z_,J

iDEC 1( ,l ",1 !,2 1,~ ", '1 7,C 9,4 6UI.UGEL1.lU "Ul'UlII " 14,2 U".UliELUU P1IU"U" 4,1t

11 ~," 6,5 f,5 S,l ~,t 4,Z 7,4 7,7 ,t,s ",2 .,9 U' 1,5 5,6 7,5 ·4,1 112 l , ~ 5,7 4, ~ 4,4 !,t 3,e 5,4 4,9 7,6 .,0 7,e. 13 , 4,C. • ,4 5, • S,6 n13 ~,( ~,i! t,7 f-.~ 7,1 7,9 7,6 !i" 1t,t 11,' 9,6 15 c 3,3 , 4,2 9,6 7,5 614 Y, .. 9,~ 'i,l F.,~ 1,~ ~,\ 9,' 1,9 1t,9 " ,1 1C,8 15 -' 7,t. 7,4 1e,G 6,5 2415 t1, ~ 1': .(. H,4 Y,~ 0,1 9,1 1(,1 ~,7 13,4 n,6 13,3 15' 5,1 6,7 13,1 • ,7 1 .H n,! 13,1. l',t 1~, ~ e, '1 1,9 11,7 9,1 14,8 H,6 14,Ci 14 e,1 9,S 13,9 ,7,9 2417 13,7 12,9 n,c 11" ",4 H,l 12,6 8,C. '7,c 19,4 14,8 15 5,7 .,0 .; 14,' • 1~,O . 4111 14,~ 13,1 1 Z, ~ 11,4 h,~ ' .. ,5 14,S 't,3 2',4 23,4 16,6 14 6,6 ' 7,9 16,6 ,.10,2 41Q 12,6 12,3 't,4 n,7 11,4 11: ,~ 13,1 ,c,s H,. 17,7 , 3, 1 ,- 15 ',- 7,6 9,9 n,c; IG,. 52l 7,1, 1,' 7,2 7,3 7,~ 7,Z 9,! 11 ,t. -1!,2 n,1! .,1 15 ,- ',' 9,5 7,9 1,0 20

DfC H ,1 ... ,9 9,t> ~,9 .. , ~ 1',1 1( " 'fill. U6EL1.lICS "AlllCl.I~ '14,1 6U.UUUIU 'UIIUU" 5,1

2' 1t, ! 9,~ 7,! ~,9 .. , t 4,S 9,4 7,5 12,8 13,4 ",e' 16 4,9 7,5.' 11,G 4,2 242l 13,\1 IZ,1 1,,1 11,~ 9,9 1(;,1 11, ... 4,8 15,0 16,5 H,e 16

{ 2,4 4,'- 14,7 ' ',4 5l:5 16,L 14 ,t 11,1 11 ,2 11,9 ,::' , ~ n,5 It,1 18,G 19,e 17,t. a "

6,' a,4 16,9 ',4 4Z4 19, S H,5 , 7, ... l.i.,1 1!,i. 14, .. 10,6 '",'I 21,6 H I 2 2',5 7,3 'te,1 : Z',4 14,4', 525 1 t-, 5 14,9 '" ,e ' .. ,e. n,7 1~,4 16,4 14,4 23,9 H,t - 17,6 l 14 .7 I,ll 11,0 . 17,6 13,4 52b 14,5 13 ,e. 11, e 12, ... 11, II , r,t' 14,4 n,4 17,8 ' , 9,a '16 4 ' 15 .' ·11,4 ",9 -16,4

~.,. Z4

2' 1 s,r 14,l 1 !, 2 12 ,3 )," 1:j,7 0,1 9,0 U,S 19,3 16;5 "14' ", 4,9 8,c: 16,5 9,2:. ; 521! 1~,5 1~,6 'e,£.' "1,,3 1'! ,1 13,4 15,4 ,e,3 2ei,2 21,9· 20,7 :: ~ 16:"- 6,3 10,0 19,9 t2,5 : ' 429 1~,9 11,2 H.1 1~,~ tI.,3 12,~ 17,5 ~,4 22,4 B,6 le,a 14 . ' 113,1 H,. 20,. U,3--·. 5

U ,;( ,!t 13,S n,;. n,3 1:,( 1!,2 n,z 15,4 15.5 ze.,l Ie , S -14,0 11,t n,' U,. 12,. S

Dft 15,7 14,4 1!, 1 12,t. ",7 11,1 14,3 GE'.UGELUKS ..UIIIlU;' 2C.,3:. ~

'U.DAULlIIlS "1111 "U" 6,.

"NO 1 2,1 11 ,1 1L,! Q,7 G,? ~," 11,3 GEIII.CAUll HS ""IliUM 16,4 5U.DA6£LUU I'IIIl"U" 5,6

• n\1f)t1l 8FT P OUWiHH Tl.lDftI t .... U.T.t~eL.~Ct' C~IE,.~r.o

dO

~VJl

-10dD

uTe. , ..II

( , -. . ----.. __ ..- ._-~ --_ . . _........ - ~ - ••• , ••• ~_ - '"_ - 0- _ •• \.. ..__.-.- .._--_....--, ........_------ .•-:...:.-

Page 62: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

BIJLAGE 6

Gedeeltes uit de NEN 1087 en NPR 1088

Page 63: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

NEN loa

8

Tabel 1 - Ventilatie-eisen voor diverse ruimten

ruimte volumestroom opmerking

hoofdwoonkamer De ventilatie van de hoofdwoonkamer is ge-Iijk aan het totaal van de ventilatie van deoverige kamers.Deze ventilatie mag niet lager zijn dan:

0,021 m3Js (75 m 3Jh) en hoeft niet hoger te zijn dan:0,042 m3Js (150 m3Jh)

overige kamers') 0,001 m3/s per m 2 vloeroppervlak met een min. van0.007 m3Js (3,6 m 3/h per m 2 vloeropp.)

vloeropp. ::a 10 m2 0.021 m3Js ( 75 m3Jh)keuken

vloeropp. > 10m2 0,028 m3Js (100 m3Jh)

keuken, kookruimte in open ver- 0,021 m3Js (75 m3Jh) + ventilatie-eisen van de "andere uitsluitend d.m.v.binding met andere ruimte(n) ruimte(n)" een mechanisch ven-

tilatiesysteem

kookgelegenheid (ook wei 0,001 m3Js per m 2 vloeroppervlak indusief de ermee in uitsluitend d.m.v.kitchenette genoemd) in een open verbinding staande ruimte(n) met een een mechanisch ven-wooneenheid2 ) minimum van 0.014 m3Js (50 m 3/h) en een tilatiesysteem

maximum van 0.028 m 3/s (100 m 3/h)

badruimte 0,014 m 3/s (50 m 3Jh)

~as- enJof droogruimte 0.014 m 3/s (50 m 3/h)

badruimte tevens was- en/of 0,014 m3Js (50 m 3/h)droogruimte

we 0,007 m 3/s (25 m 3/h)

bad-, was- of droogruimte in com- 0.014 m 3/s (50 m 3/h)binatie met webergkast, bergruimte. bergplaats, 0.001 m 3/s per m 2 vloeroppervlak met een min. vankelder of zolder met een vloeroo- 0,007 m3 is (25 m3Jh)pervlakte ~ 1.5 m 2 en hoger dan2m

gasmeterkast zie voor de construe-tieve uitvoering NPR1088

gemeenschappelijk trappehuis en/of 1 x ruimte-inhoud per uurgang

gemeenschappelijk gesloten trap"..

1 x ruimte-inhoud per uur uitsluitend d.m.v. me-pehuis enJof gang welke niet be- chanische ventilatiegrensd wordt door een buiten-wand. hetzij niet grenst aan debuitenlucht

::al0 inwerp-openingen 0.09 m3Js. (325 m 3/h)

vuilstort- 11-15 inwerp-openingen 0,11 m 3/s (395 m 3/h)koker16-20 inwerp-openingen 0,13 m3Js (465 m 3/hlenz. enz.

opslagruimte voor vui! 0,1 m3Js (360 m 3/h)

Iiftschacht gewoon zie 4.2.1.5

liftschacht voor brandweerliften zie NEN 1081

liftkooi 0,001 m3Js per persoon (3,6 m3Jh per persoon)

vloeropp. ::a 40 m 2 zie NEN 3892 en

garage zie NEN 3893

vloeropp. > 40 m 2 zie NEN 3122

collectieve gesloten parkeergarage hiervoor dient des-kundig advies te wor-den ingewonnen

') Deze term heeft dezelfde betekenis als in art. 72 van de Modelbouwverordening.2) Bij voorbeeld bejaardentehuizen, studentenflats e.d. waar in de wooneenheden een kookgelegenheid is aangebracht in

de woonkamer en het niet de bedoeling is er volledige maaltijden klaar te maken.

Page 64: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

NPR 1088

11

3.3.3.5 Vuilstortkoker en verzamelruimte voor huisvuil

Een vuilstortkoker moet zijn voorzien van een bovendaks uitmondende ventilatie-opening met eendoorsnede van ten minste 0,02 (1 + n)m2, waarin n het aantal stortopeningen voorstelt.De verzamelruimte moet zijn voorzien van een ventilatie-opening aan de buitenlucht met een vrije ope­ning van 0,1 m2•

3.3.3.6 Liftschacht

Voor de ventilatie van de Iiftschacht, zie NEN 1081.

3.3.3.7 Liftkooi, voorzien van kooideuren

Zowel boven als onder in de liftkooi moeten luchtrc~stersmet een vrije opening van 0,015 m 2 per m 2

vloer zijn aangebracht. De ventilatie-openingen moeten zo zijn uitgevoerd, dat het niet mogelijk is omvanuit de kooi een ronde stat van 10 mm dikte zijdelings naar buiten te steken.

3.3.3.8 Ruimten voor technische apparatuur

Voor de ventilatie van stookruimten en opstellingsruimten, zie NEN 1078 en NEN 3028.Voor de ventilatie van Iiftmachineruimten, zie NEN 1081.

3.3.3.9 Garage

Voor garages tot 40 m2 vloeroppervlakte dient men voor de ventilatie-opening in de gevels uit te gaan 'van NEN 3892 en NEN 3893.

OpmerkingVoor colleetieve gesloten parkeergarages met een vloeroppervlak van meer dan 40 m2 gelden andere regels.Hiervoor dient deskundig advies te worden ingewonnen.

3.3.4 Kanalen voor natuur/ijke ventilatie

3.3.4.1 Uitvoeringseisen

De doorsnede van een ventilatiekanaal (hoofd- of nevenkanaal) moet minimaal 1 m 2 per m3ts (0,028m2 per 100 m3/h) te verplaatsen lucht bedragen. Deze waarde is gebaseerd op een maximale waardevan de gemiddelde luchtsnelheid in het kanaal van 1 m/s. De verhouding tussen lengte en breedte magniet meer bedragen dan 3 : 1.De kleinste atmeting van de netto doorsnede van een ventilatiekanaal moet ten minste 100 mm bedra­gen.Wanden van ventilatiekanalen die op zichzeif niet voldoende bestand zijn tegen mechanische beschadi-

. ging en zich op voor de bewoners bereikbare plaatsen bevinden moeten op een ot andere wijze tegendeze beschadiging zijn beschermd (b.v. door een omkokering die tegen mechanische beschadigingbestand is),Ventilatiekanllien moeten dichte wandel) hebben. Via ondichtheden in een kanaal mag de luchtverplaat­sing per tijd niet meer bedragen dan 10% van die in het kanaal zeit.De brandveiligheid van ventilatiekanalen moet voldoen aan de eisen gesteld in NEN 3892 en NEN 3893.

3.3.4.2 Aanvullende eisen voor verticale kanalen

Ventilatiekanalen moeten zoveel mogelijk een verticaal verloop hebben; verslepingen mogen niet meerdan 30° van de verticaal afwijken; er moge';geen sterke knikken, korte bochten, plotselinge verwijdingenof vernauwingen voorkomen.Indien een venlilatiekanaal bestaat uit een hoofdkanaal met daarop aangesloten een ot meer nevenkana­len moet aan de volgende eisen worden voldaan:

De uitmonding van een nevenkanaal in een hoofdkanaal moet een vloeiend verloop hebben;in het hootdkan~al mag slechts een ventilatie-opening voorkomen waarvan de'bovenzijde ten minste1,20 m gelegen' is beneden de bovenzijde van de laagste uitmonding van een nevenkanaal in hethoofdkanaal en deze mag slechts dienen voor een ruimte; .het hoogteverschil tussen de bovenzijde van een ventilatie-opening in een nevenkanaal en de boven­zijde van de uitmonding van' dat kanaal in het hootdkanaal moet ten minste 1,2 m zijn;het hoogteverschil tussen de bovenzijde van een ventilatie-opening in het hoofdkanaal en de boven­zijde van de onmiddellijk daarboven gelegen uitmonding van een nevenkanaal in het hootdkanaalmoet ten minste 1,2 m zijn;er mag niet meer dan een ruimte op een kanaal of een nevenkanaal worden aangesloten;een nevenkanaal mag over een lengte van niet meer dan een meter meer dan 300 van de verticaalafwijken;keukens mogen niet zijn aangesloten op een gecombineerd kanaal waarop tevens andere ruimtendan keukens zijn aangesloten.

Indien een ventilatiekanaal mede als gasafvoerkanaal wordt gebruikt, moet zowel aan de eisen van eengasatvoerkanaal volgens NEN 1078 als aan de eisen voor een ventilatiekanaal worden voldaan.

Page 65: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

NPR'1088

7

Onderwerp

Deze praktijkrichtlijn geeft aanwijzingen op welke wijze kan worden voldaan aan de eisen voor de lucht­verversing van woongebouwen die gesteld zijn in NEN 1087.

2 Toepassingsgebied

Deze richtlijn is van toepassing op woongebouwen, alsmede op elk gedeelte van een gebouw dat, hoe­wei geen zelfstandige woning zijnde, bestemd is om als zodanig te worden bewoond.

Opmerking •Deze richtlijn is dus zowel van toepassing op afzonderlijke woningen (b.v. aengezinshuizen, etagewonin­gen, dienstwoningen) als op wooneenheden in bijzondere woongebouwen zoals b.v. in verzorgingstehuizenvoor bejaarden.Bovendien kan de richtlijn van toepassing worden verklaard op ruimten van logiesgebouwen (hotels, loge­menten, nachtasyls, vakantie- en conferentie-oorden e.d.), voorzover deze ruimten overeenkomen metverge­lijkbare ruimten in woningen.

3 Natuurlijke ventilatie

3.1 A I gem e e n

De tot heden doorgaans gevolgde methode, het aanbrengen van een aantal verticale venti/atiekana/enen beweegbare gevelelementen, voldoet slechts in beperkte mate, omdat:

a. de verplaatste hoeveelheden lucht niet constant zijn;b. de afgevoerde lucht van een ruimte soms als toevoerlucht van een of meer andere ruimten dient,

hetgeen slechts beperkt aanvaardbaar is. .

D~ze ventilatie, zonder het gebruik maken van mechanische krachten, wordt aangeduid als natuurlijkeventilatie.Incidenteel toegepaste raamventilatoren, wasemkanaalventilatoren, afzuigkappen e.d. kunnen weiplaatselijke verbetering van natuurlijke ventilatie geven, doch bestempelen het ventilatiesysteem nogniet tot een mechanisch ventilatiesysteem. Bij dergelijke ventilatiesystemen kunnen de volumestromendoor de kanalen voor natuurlijke ventilatie aanzienlijk geringer worden en er kan zelfs terugstromingplaatsvinden.Natuurlijke ventilatie kan bij kleine bouwhoogten voldoende worden geacht (zie NEN 1087, tabeI2), mitsde drijvende krachten, drukverschillen en de plaats en grootte van toe-en afvoeropeningen logisch opelkaar zijn afgestemd. Horizontale kanalen ter vervanging van verticale kanaten leveren onvoldoendeventilatie.

3.2 V 0 0 r z i e n i n 9 e n b ij nat u uri ij k eve n til a tie

Een overzicht van de minimale voorzieningen bij natuurlijke ventilatie waarmee aan de eisen van NEN1087 kan worden voldaan,. is in tabel , gegeven. Enkele voorbeelden van het ventilatiesysteem A zijngegeven in de figuren 5, 6 'en 10.

3.2.1 Suggesties voor verbetering van de voorzieningen bij natuurlijke venti/atie

De hieronder aangegeven suggesties voor verbetering van de voorziening bij de natuurlijke ventilatie .hebben geen invloed op de toepassing ~n de waardering volgens tabel 2 van NEN 1087.

3.2.1.1 Horizonta/e ventilatiekana/en

Een verbeteri'ng van de natuurlijke ventilatie kan w'orden verkregen door, behalve goed geconstrueerdeverticale ventilatiekanalen en regelbare openingen in de gevels, horizontale kanalen aan te brengen diede ruimten rechtstreeks met een tweede gevel in verbinding brengen, of (voor inpandige vertrekken)met een gevel. .Hierbij dient rekening te worden gehouden met mogelijke condensatie op het kanaal in de winter.

3.2.1.2 Extra vertica/e venti/atiekana/en

Een verbetering van de natuurlijke ventilatie kan eveneens worden verkregen door de hal en/of de ka­mer(s) in verbinding te brengen met een verticaal ventilatiekanaal.

3.2.1.3 Venti/atie-openingen in binnendeuren, kozijnen en binnenwanden

Door het aanbrengen van ventilatie-openingen, al of niet voorzien van roosters, in binnendeuren, kozij­nen of binnenwanden kan de natuurlijke ventilatie worden verbeterd. Hierbij moet men rekening houdenmet de eisen voor geluidwering binnen de woning, in het bijzonder bij wanden tussen kamers.

3.3 Con s t r u c tie v e u i t v 0 e r i n 9 van d e v 0 0 r z i e n i n 9 e n b ij nat u uri ij k eve n til a t·j e

3.3.1 P/aats van de venti/atie-openingen in de geve/s en daken van kamers en keukens

Inpien' een ruimte aan twee tegenover elkaar staande gevels grenst, dient in elk van de beide gavelsten minste de he1ft van de voor die ruimte vereiste netto doorlaat van de ventilatie-openingen te zijnaangebracht.

Page 66: Vochtproblemen in een woning te St.-Oedenrode · manieren zijn waarop er vocht in een woning kan komen o.a. --vochtproduktie door bewoning - bewoners zelf - douchen,koken etc - huisdieren,planten

;

NPR 1088

8

Tabel1 - Voorzieningen (+) bij natuurlijke ventilatie

voorzieningen om aan de eisen te voldoen

ruimte regelbare ventila- aansluiting op ver niet afsluitbare niet afsluitbaretieopeningen in ticale ventilatieka- ventilatie-openin- ventilatie-openin-de buitengevel of nalen met natuur- gen voor zowel gen in binnendeu-in het dak lijke afzuiging toe- als afvoer in ren, kozijnen

de buitengevel of en/of binnenwan-in het dak den voor:

toevoer afvoer

hoofdwoonkamer +

overige kamers +

keuken1) + +

badruimte + +2)

was- en/of droogruimte + +2)

we + +2)

hal of gang

bergkast, bergruimte, bergplaats, of + +kelder of zolder met een vloerop-pervlak ;;; 1,5 m2 en met een of + +hoogte groter dan 2 m

of + -

gasmeterkast + +

gemeenschappelijk trappehuis +

gemeenschappelijke gang +

verzamelruimte met inworpope-voor huisvuil met ning uitsluitend + +vuilstortkoker bereikbaar via de

buitenlucht3)

overige gevallen mechanische ventilatie

verzamelruimte uitsluitend bereik-veor huisvuil zon- baar via de buiten- + +der vuilstortkoker lucht .

bereikbaar vanuit mechanische ventilatiehet woongebouw

Iiftkooi + +

1) Open verbindingen van keuken met andere ruimten kunnen op de ventilatie van een woning een nadelige invloed hebben.Otschoon de totale hoeveelheid ventilatielucht niet minder zal zijn dan bij woningen zonder openverbindingen (waarschijn­lijk zelfs meer) komen verdeling en richting van de ventilatielucht hier in het geding.Ten gevolge van eerropen verbinding in een woning kan bij natuurlijke ventilatie:

~e druk in de woning zodanig worden verlaagd dat het beschikbare drukverschil over de ventilatiekanalen van keuken,badruimte en we te klein wordt om de door deze kanalen nominaal vereiste transporten te bewerkstelligen;bij produktie van bepaalde stoffen, verspreiding van deze stoffen door de woning optreden, h,etgeen b.v. bij etensgeurenniet gewenst is.

OpmerkingDoor aileen de keuken mechanisch af te zuigen (wasemkap e.d.) kunnen de volumestromen door de kanalen voornatuurlijke ventilatie van badruimte en we aanzienlijk Geringer worden en er kan zelfs terugstroming plaatsvin­den. Bij gesloten keukens (of andere ruimten) treedt dit verschijnsel in geringere mate op dan bij open keukens.Daar het in het geval van de open keuken noodzakelijk is, vanwege de geurverspreiding, mechanisch groterehoeveelheden lucht af te zuigen, is in de norm als eis opgenomen in dergelijke gevallen ten minste een mecha­nisch ventilatiesysteem toe te passen.De plaats van de atzuigopening of het rooster moet in een ruimte waarin wordt gekookt doeltreffend ten opzichtevan de kookplaats worden aangebracht.Het aanbrengen van een dampdrempel aan het plafond, op het scheidingsvlak tussen kookruimte en de andereruimte(n), van 300 mm is aan te bevelen omdat dit de geurverspreiding in belangrijke mate beperkt.

2) Deze openingen mogen afsluitbaar zijn tenzij in NEN 1078 andere eisen worden gesteld.Spleten aan de onder- of bovenzijde van de binnendel,lr kunnen ook als toevoeropening worden beschouwd.

3) Wanneer met natuur'ijke ventilatie kan worden volstaan is het uitgangspunt daarbij dat de totale oppervlakte van de.kierenvan de inwerpopeningen klein is ten opzichte van de oppervlakte van de doorsnede van de vuilstortkoker en van de ultmon­ding hiervan bovendaks.De minimale !uchtsnelheid in de kieren is hierbij te stellen op 0,5 m/s.•