Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor...

41
1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van burgerlijke bouwkunde die onder de bevoegdheid vallen van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid van 7 maart 2018

Transcript of Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor...

Page 1: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

1

Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen

Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van burgerlijke bouwkunde die onder de bevoegdheid vallen van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare

Werken van de Vlaamse overheid van 7 maart 2018

Page 2: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

2

I. Inleiding en definities ............................................................................................................ 4

a. Toepassingsgebied ........................................................................................................................................................................... 4

b. Definities ................................................................................................................................................................................................. 5

II. Overzicht van de voornaamste werken van burgerlijke bouwkunde onder de controle van het Beleidsdomein van Mobiliteit en Openbare Werken .................................................................... 8

III. Boekhoudkundige verwerking van werken van burgerlijke bouwkunde............................... 10

a. Voorwaarden voor erkenning bij eerste opname .................................................................................................. 10

b. Waardering bij eerste opname ............................................................................................................................................. 10

c. Waardering na de eerste opname ....................................................................................................................................... 11

o Onderscheid tussen kapitaliseerbare en niet-kapitaliseerbare uitgaven ....................................................... 11

o Toepasbare waarderingsmodellen ................................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

d. Afschrijvingen ................................................................................................................................................................................... 12

e. Waardeverminderingen .............................................................................................................................................................. 13

f. Buitengebruikstellingen ............................................................................................................................................................. 15

IV. Verwerking van de thans bestaande werken van burgerlijke bouwkunde in de herwerkte openingsbalans door de Vlaamse overheid ..................................................................................... 15

a. Bepaling van de datum van de herwerkte openingsbalans............................................................................. 15

b. Vaststellen van de fysieke inventaris .............................................................................................................................. 16

c. Vaststellen van de boekhoudkundige verwerkingseenheid ............................................................................ 16

d. Verwerking van de werken van burgerlijke bouwkunde in de herwerkte openingsbalans door de Vlaamse overheid ................................................................................................................................................................... 16

o Wegeninfrastructuur ................................................................................................................................................................... 17

o Kunstwerken ................................................................................................................................................................................... 19

o Maritieme infrastructuur ........................................................................................................................................................ 20

V. Verwerking van de werken van burgerlijke bouwkunde na het opstellen van de openingsbalans door de Vlaamse overheid ..................................................................................... 22

a. Onderscheid tussen kapitaliseerbare en niet-kapitaliseerbare uitgaven ............................................ 22

o Voorbeelden kapitaliseerbare uitgaven .......................................................................................................................... 22

o Voorbeelden niet- kapitaliseerbare uitgaven .............................................................................................................. 23

b. Bepaling van het toegepaste waarderingsmodel ................................................................................................... 23

o Herwaarderingsmodel .............................................................................................................................................................. 23

o Kostprijsmodel .............................................................................................................................................................................. 24

c. Bepaling en verwerking van afschrijvingen ............................................................................................................. 24

o Wegeninfrastructuur ................................................................................................................................................................. 24

o Kunstwerken .................................................................................................................................................................................. 25

o Maritieme infrastructuur ........................................................................................................................................................ 25

d. Bepaling en verwerking van waardeverminderingen ........................................................................................... 26

o Wegeninfrastructuur ................................................................................................................................................................. 26

o Kunstwerken .................................................................................................................................................................................. 26

o Maritieme infrastructuur ........................................................................................................................................................ 28

Page 3: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

3

e. Verwerken van buitengebruikstellingen ................................................................................................................. 29

VI. Bijlagen ...................................................................................................................................... 30

Bijlage 1: Overzicht van de verschillende Afdelingen en Agentschappen van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid ............................................................................................... 31

Bijlage 2: Overzicht van de verschillende activa van het Vlaamse Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken ........................................................................................................................................................................................................... 32

Bijlage 3: Waardebepaling werken van burgerlijke bouwkunde – Agentschap Wegen en Verkeer ........... 34

Bijlage 4: Bepaling van de nieuwbouwwaarde van de kunstwerken - matrixstructuur .................................. 39

Bijlage 5: Bepaling van de nieuwbouwwaarde en verwachte levensduur van de werken beheerd door de Maritieme Dienstverlening en Kust - matrixstructuur .................................................................................................. 41

Page 4: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

4

I. Inleiding en definities

a. Toepassingsgebied

1. Dit advies kadert vooreerst in de invoering van nieuwe boekhoudregels die van

toepassing zullen zijn op werken van burgerlijke bouwkunde die onder de bevoegdheid

vallen van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken. De volgende

agentschappen of afdelingen binnen het Vlaams Ministerie beheren belangrijke werken

van burgerlijke bouwkunde:

- Agentschap Wegen en Verkeer;

- Afdeling Expertise Beton en Staal (EBS);

- Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK); en

- Afdeling Maritieme Toegang.

2. Dit advies behelst evenwel enkel de boekhoudkundige verwerking van werken

van burgerlijke bouwkunde die beheerd worden door het Agentschap Wegen en Verkeer,

de Afdeling Expertise Beton en Staal en het Agentschap Maritieme Dienstverlening en

Kust. Als gevolg van de beperkte informatie die op heden beschikbaar is voor de werken

die beheerd worden door de Afdeling Maritieme Toegang wordt er verder in dit advies

geen aandacht besteed aan de boekhoudkundige verwerking van deze werken van

burgerlijke bouwkunde.

3. In dit advies wordt specifiek ingegaan op de boekhoudkundige verwerking van

werken van burgerlijke bouwkunde bij het opstellen van de herwerkte openingsbalans

van de Vlaamse overheid overeenkomstig deze nieuwe regels.

4. Daarnaast behandelt dit advies de boekhoudkundige verwerking van werken van

burgerlijke bouwkunde doorheen de volledige levenscyclus. Het betreft hier de

waardering bij eerste opname, de toepassing van het waarderingsmodel na eerste

opname (kostprijs- of herwaarderingsmodel), het verwerken van de afschrijvingen en

eventuele bijkomende waardeverminderingsverliezen en ten slotte de

buitengebruikstellingen. Ook het verwerken van onderhoudswerken en eventuele

bijkomende investeringen wordt uiteengezet in dit advies.

5. Dit nieuwe boekhoudkundig kader vindt haar inspiratie in zowel de huidige

Belgische boekhoudnormen (Koninklijk besluit (KB) tot vaststelling van het

boekhoudplan van toepassing op de Federale Staat en op de gemeenschappen, de

gewesten en de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie) als de internationale

gangbare boekhoudnormen voor de publieke sector.

Page 5: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

5

6. Dit advies is tevens geïnspireerd door de boekhoudregels die toegepast worden

voor gelijkaardige werken van burgerlijke bouwkunde door de overheden in andere

landen zoals Frankrijk, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk en Maleisië.

7. Dit advies benadert de boekhoudproblematiek vanuit een conceptueel kader. Het

is dus niet de bedoeling om een gedetailleerde handleiding aan te reiken.

8. In dit advies wordt er niet verder ingegaan op de budgettaire of ESR-matige

verwerking van werken van burgerlijke bouwkunde.

9. Een schematisch overzicht van de verschillende Afdelingen en Agentschappen van

het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid is

opgenomen in de Bijlage 1 van dit advies.

b. Definities

10. In dit advies wordt verstaan onder:

- Aanschaffingsprijs: De aanschaffingsprijs omvat, naast de aankoopprijs,

de bijkomende kosten, zoals niet terugbetaalbare belastingen en

vervoerkosten. Het stemt overeen met het bedrag van betaalde

geldmiddelen of de reële waarde van een andere vergoeding die wordt

gegeven om een materieel vast actief te verwerven op het ogenblik dat

het wordt verworven of gebouwd.

- Aanschaffingswaarde: Onder aanschaffingswaarde wordt verstaan de

aanschaffingsprijs, de vervaardigingsprijs of de inbrengwaarde.

- Afschrijvingen: Afschrijvingen zijn de bedragen die ten laste van de

resultatenrekening genomen worden met betrekking tot materiële vaste

activa waarvan de gebruiksduur beperkt is, ten einde het bedrag van

deze materiële vaste activa (op een rationele manier) te spreiden over

hun waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur.

- Af te schrijven bedrag: Het af te schrijven bedrag is de

aanschaffingswaarde van een materieel vast actief of een ander

kostprijsvervangend bedrag verminderd met zijn residuele waarde.

- Afgeschreven vervangingswaarde: De afgeschreven vervangingswaarde

van materiële vaste activa is de investeringskost voor de Vlaamse

overheid om materiële vaste activa herop te bouwen in

overeenstemming met de staat waarin de activa zich thans bevinden.

Page 6: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

6

- Bedrijfswaarde: De bedrijfswaarde is de contante waarde van de

kasstromen die verwacht worden voort te komen uit een actief of een

kasstroomgenererende eenheid.

- Boekwaarde: De boekwaarde is het bedrag waarvoor een actief- of

passiefbestanddeel in de balans opgenomen wordt. De boekwaarde van

materiële vaste activa is de al dan niet geherwaardeerde

aanschaffingswaarde na aftrek van gecumuleerde afschrijvingen en

eventuele gecumuleerde waardeverminderingen in de jaarrekening.

- Gebruiksduur: De gebruiksduur is de periode gedurende dewelke een

actief naar verwachting voor de Vlaamse overheid beschikbaar is voor

gebruik.

- Inbrengwaarde: De inbrengwaarde stemt overeen met de bedongen

waarde van de inbreng.

- Koninklijk besluit (KB) tot vaststelling van het boekhoudplan van

toepassing op de federale Staat en op de gemeenschappen, de gewesten

en de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie: Dit KB werd

gepubliceerd op 11 december 2009 door de Afdeling Financiën, Begroting

en Beheerscontrole van de Federale Overheid. Dit KB beschrijft de

verschillende boekhoudregels die van toepassing zijn voor het verwerken

van transacties in de jaarrekening van de verschillende Belgische

overheden.

- Materiële vast activa: Materiële vaste activa zijn activa die materieel van

aard zijn en:

die worden aangehouden door de Vlaamse overheid voor gebruik

voor bestuurlijke doeleinden of in de productie of levering van

goederen of diensten, of voor verhuur aan derden; en

waarvan men verwacht dat ze langer dan één jaar zullen worden

gebruikt.

- Nieuwbouwwaarde: De nieuwbouwwaarde is de aanschaffingswaarde

van een materieel vast actief wanneer dit actief zich in een nieuwe staat

bevindt.

- Reële waarde: De reële waarde is het bedrag waarvoor een materieel vast

actief kan worden verhandeld in een zakelijke, objectieve transactie

tussen terzake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde

partijen die onafhankelijk zijn.

Page 7: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

7

- Restwaarde: De restwaarde van een materieel vast actief is het bedrag

dat de Vlaamse overheid naar verwachting momenteel voor het

materieel vast actief zou ontvangen bij vervreemding, na aftrek van de

verwachte kosten van vervreemding, indien het actief reeds de

verwachte ouderdom zou hebben en in de staat zou verkeren die aan het

einde van zijn gebruiksduur wordt verwacht.

- Vervaardigingsprijs: De vervaardigingsprijs omvat naast de

aanschaffingskosten der grondstoffen, verbruiksgoederen en hulpstoffen,

de productiekosten die rechtstreeks aan het individuele product of aan

de productengroep toerekenbaar zijn evenals het evenredig deel van de

productiekosten die slechts onrechtstreeks aan het individuele product

of aan de productengroep toerekenbaar zijn, voor zover deze kosten op

de normale productieperiode betrekking hebben.

- Vermoedelijke realisatiewaarde: De vermoedelijke realisatiewaarde van

een materieel vast actief is de hoogste waarde van de reële waarde

minus verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde.

- Verwerkingseenheid van werken van burgerlijke bouwkunde: De

verwerkingseenheid of boekhoudkundige eenheid van de werken van

burgerlijke bouwkunde is de eenheid van opname van de werken door de

Vlaamse overheid.

- Waardeverminderingen: Waardeverminderingen zijn correcties op de

aanschaffingswaarde van de actiefbestanddelen, andere dan

afschrijvingen, om rekening te houden met al dan niet als definitief aan

te merken ontwaardingen bij het afsluiten van het boekjaar.

Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen worden

afgetrokken van de actiefposten waarop ze betrekking hebben.

Page 8: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

8

II. Overzicht van de voornaamste werken van burgerlijke bouwkunde onder de controle van het Beleidsdomein van Mobiliteit en Openbare Werken

11. Hieronder volgt een beknopt overzicht van de voornaamste werken van

burgerlijke bouwkunde die ressorteren onder het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en

Openbare Werken.

- De Vlaamse wegeninfrastructuur (basisinfrastructuur en weguitrusting) valt

onder de bevoegdheid van het Agentschap Wegen en Verkeer. Dit Agentschap

is verantwoordelijk voor het beheren, onderhouden en optimaliseren van het

haar toevertrouwde wegenpatrimonium van ongeveer 7.000 kilometer

gewest- en autosnelwegen en ruim 6.700 kilometer fietspaden. De afdelingen

Elektromechanica en Telematica (EMT) en Expertise Verkeer en Telematica

(EVT) zijn ondermeer verantwoordelijk voor het beheer van verkeerslichten,

elektromechanische en telematica-uitrustingen langs gewestwegen, langs

waterwegen en waterlopen, in havens en op regionale luchthavens.

- De kunstwerken vallen onder de bevoegdheid van de Afdeling Expertise Beton

en Staal. Kunstwerken verbonden aan de wegeninfrastructuur bestaan

voornamelijk uit vaste of beweegbare bruggen en tunnels.

- De Maritieme Infrastructuur in Vlaanderen wordt beheerd door:

o De Afdeling Maritieme Toegang: deze afdeling beheert en exploiteert

de maritieme toegangswegen tot de Vlaamse zeehavens evenals de

kunstwerken en eigendommen gelegen langs deze maritieme

toegangswegen (bv. zeesluizen, havendammen, enz.). De afdeling

beheert tevens de basisinfrastructuur in de zeehavens (bv. taluds en

kaaimuren).

o Het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK): dit

Agentschap beheert voornamelijk de werken langsheen de Vlaamse

kustlijn ter bescherming van de kust en het hinterland tegen

overstromingen (bv. zeedijken, oeververdediging, enz.).

12. Daarnaast omvat het Beleidsdomein van Mobiliteit en Openbare Werken ook 4

extern verzelfstandigde Agentschappen:

- De Lijn NV;

- Vlaamse Waterweg NV

- Luchthavenontwikkelingsmaatschappij voor de luchthaven van Antwerpen; en

Page 9: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

9

- Luchthavenontwikkelingsmaatschappij voor de luchthaven van Brugge-

Oostende.

13. Dit advies behelst evenwel enkel de boekhoudkundige verwerking van werken

van burgerlijke bouwkunde die beheerd worden door het Agentschap Wegen en Verkeer,

de Afdeling Expertise Beton en Staal en het Agentschap Maritieme Dienstverlening en

Kust.

14. De belangrijkste werken van burgerlijke bouwkunde die gecontroleerd worden

door het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken (met uitzondering van de

Afdeling Maritieme Toegang) worden in de onderstaande tabel weergegeven:

Agentschappen /Afdelingen Infrastructuur

Voornaamste gecontroleerde activa

Agentschap Wegen en Verkeer

Wegeninfrastructuur

Basisinfrastructuur van hoofdwegen (snelwegen), primaire en secundaire wegen evenals fietspaden

Weguitrusting langsheen de weg (bv. signaalborden, verkeerslichten, verlichting, enz.)

Afdeling Expertise Beton en Staal

Kunstwerken (voornamelijk verbonden aan de

wegeninfrastructuur)

Vaste of beweegbare bruggen Tunnels

Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust

Maritieme infrastructuur

Zeedijk en andere dijken Vaste of beweegbare bruggen Sluizen Oeverbescherming

15. Voor een meer gedetailleerd synthetisch overzicht van de verschillende werken

van burgerlijke bouwkunde verwijzen we naar de Bijlage 2 van dit advies.

Page 10: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

10

III. Boekhoudkundige verwerking van werken van burgerlijke bouwkunde

16. De werken van burgerlijke bouwkunde voldoen aan de definitie van een materieel

vast actief zoals gedefinieerd onder de Belgische boekhoudwetgeving. Dit hoofdstuk

beschrijft de algemene waarderings- en boekhoudregels aangaande de verwerking van

deze activa in de jaarrekening van de Vlaamse overheid bij zowel het opstellen van de

herwerkte openingsbalans als nadien.

a. Voorwaarden voor erkenning bij eerste opname

17. Een uitgave wordt opgenomen als materieel vast actief door de Vlaamse overheid

indien alle volgende voorwaarden vervuld zijn:

- de aard van de uitgave voldoet aan de definitie van een materieel vast actief;

en

- de Vlaamse overheid heeft zeggenschap over het materieel vast actief; en

- het is waarschijnlijk dat de toekomstige economische voordelen of

dienstenpotentieel met betrekking tot het materieel vast actief naar de

Vlaamse overheid zullen vloeien; en

- de kost van het materieel vast actief kan betrouwbaar worden bepaald.

b. Waardering bij eerste opname

18. Een werk van burgerlijke bouwkunde van de Vlaamse overheid wordt bij de

eerste opname tegen de vervaardigingsprijs gewaardeerd. Dit omvat voor een werk van

burgerlijke bouwkunde het volgende:

- de aankoopprijs, met inbegrip van invoerrechten en niet-restitueerbare

omzetbelasting, na aftrek van handels- en andere kortingen; en

- alle rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief op de locatie en in de

staat te krijgen die noodzakelijk is om te functioneren op de door de Vlaamse

overheid beoogde wijze; en

- de eerste schatting van de kosten van ontmanteling en verwijdering van het

actief, en van het herstel van het terrein waar het actief zich bevindt (indien

van toepassing).

19. Voorbeelden van rechtstreeks toerekenbare kosten aan de verschillende werken

van burgerlijke bouwkunde zijn:

- kosten van de bouwmaterialen;

Page 11: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

11

- kosten van interne en externe project-uren die direct toewijsbaar zijn aan het

investeringsproject;

- kosten van interne en externe adviseurs (ingenieurs, architecten,

veiligheidsadviseurs) die direct toewijsbaar zijn aan het investeringsproject;

- onvermijdbare technische onderzoekskosten zoals bodemonderzoek;

- niet-aftrekbare taksen en belastingen die toewijsbaar zijn; en

- eventuele kosten van ontmanteling of sanering, tengevolge van een wettelijke

verplichting of tengevolge van een feitelijke verplichting, voortvloeiend uit de

handelingen van de Vlaamse overheid.

20. Voorbeelden van kosten die geen deel kunnen uitmaken van de

vervaardigingsprijs van een werk van burgerlijke bouwkunde zijn:

- algemene administratie- en andere algemene overheadkosten die opgelopen

worden;

- kosten verbonden aan de opening of lancering van nieuwe materiële vaste

activa;

- kosten van communicatie aangaande nieuwe materiële vaste activa;

- initiële studiekosten die de beslissing tot investering voorafgaan zoals

haalbaarheidsstudies en milieu-effectenstudies; en

- kosten voor trainingen en opleidingen gegeven aan personeelsleden van de

Vlaamse overheid voor het beheren en bedienen van technische installaties

verbonden aan de werken van burgerlijke bouwkunde.

c. Waardering na de eerste opname

o Onderscheid tussen kapitaliseerbare en niet-kapitaliseerbare uitgaven

21. Uitgaven kunnen enkel en alleen als een onderdeel van een materieel vast actief

opgenomen worden indien deze uitgaven de capaciteit van het materieel vast actief

uitbreiden of de verwachte resterende levensduur van het materieel vast actief

verlengen (bv. een aangepaste installatie voor de afvoer van water bij een tunnel zodat

de levensduur van de tunnel verlengd kan worden).

22. Uitgaven van regelmatig onderhoud en herstelling van een werk van burgerlijke

bouwkunde worden niet geactiveerd. Deze kosten zijn er immers op gericht om het

actief toe te laten onder de normale omstandigheden verder te functioneren (bv.

vervangen van kleine onderdelen die de levensduur van het actief niet verlengen). Deze

uitgaven worden in de resultatenrekening opgenomen wanneer zij gemaakt worden.

Page 12: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

12

o Kostprijsmodel

23. Bij het toepassen van het kostprijsmodel dient een materieel vast actief na de

eerste opname te worden geboekt tegen zijn totale vervaardigingsprijs (kostprijs),

verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele gecumuleerde

waardeverminderingen.

o Herwaarderingsmodel

24. Bij het toepassen van het herwaarderingsmodel wordt een materieel vast actief,

na de eerste opname, geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde

op het moment van de herwaardering, verminderd met latere gecumuleerde

afschrijvingen en eventuele gecumuleerde waardeverminderingen.

25. Herwaarderingen dienen op regelmatige wijze te worden uitgevoerd om ervoor

te zorgen dat de boekwaarde niet beduidend verschilt van de boekwaarde die zou

worden bepaald aan de hand van de reële waarde aan het eind van de verslagperiode.

26. Indien er geen reële waarde voorhanden is vanwege de specifieke aard van het

materieel vast actief en omdat het actief zelden wordt verkocht (beide criteria zijn

voldaan bij de Vlaamse overheid), wordt de reële waarde van het actief op een

alternatieve wijze bepaald. In de context van werken van burgerlijke bouwkunde wordt

de reële waarde benaderd door de afgeschreven vervangingswaarde. We verwijzen voor

meer detail naar Hoofdstuk IV van dit advies.

d. Afschrijvingen

27. Afschrijvingen zijn de bedragen die ten laste van de resultatenrekening worden

genomen met betrekking tot materiële vaste activa waarvan de gebruiksduur beperkt is,

ten einde het bedrag van deze materiële vaste activa te spreiden over hun

waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur. Afschrijvingen zijn een boekhoudkundige

benadering van het verlies aan dienstenpotentieel of toekomstige economische

voordelen dat gedurende de verwachte levensduur van de verschillende werken van

burgerlijke bouwkunde optreedt.

28. Het af te schrijven bedrag is de algehele vervaardigingsprijs van de werken van

burgerlijke bouwkunde of een ander kostprijsvervangend bedrag verminderd met zijn

restwaarde . De Vlaamse overheid stelt de restwaarde op nul voor alle werken van

burgerlijke bouwkunde.

Page 13: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

13

29. De gebruiksduur voor werken van burgerlijke bouwkunde is de periode

gedurende dewelke een actief door de Vlaamse overheid kan gebruikt worden op de

door haar beoogde wijze .

30. De gebruiksduur houdt rekening met het verwachte gebruik door de Vlaamse

overheid, de verwachte fysieke slijtage die afhangt van operationele factoren zoals het

onderhoudsprogramma, de technische en economische veroudering en de juridische of

soortgelijke beperkingen (zoals de periode van huurovereenkomsten in het kader van

een lease).

31. De afschrijvingen vangen aan op het moment dat het actief gebruiksklaar is.

Activa die nog onder constructie zijn worden niet afgeschreven. Dergelijke “Activa in

Aanbouw” worden pas afgeschreven als de werkzaamheden beëindigd zijn.

32. Omvangrijke, complexe activa kunnen zijn opgebouwd uit meerdere

onderscheidbare componenten. Indien deze componenten een verschillende

gebruiksduur hebben, dient overwogen te worden om het actief op te splitsen in

verschillende afzonderlijke componenten die apart worden afgeschreven. Het indelen in

componenten is enkel van toepassing op categorieën van activa met een zekere omvang

in financiële termen (indien deze werken een bepaalde drempelwaarde overschrijden).

Dit betekent dat eerder simpele activa of activa van een beperkte omvang niet verder in

componenten zullen opgedeeld worden.

33. De bepaling van de verschillende componenten per categorie van materieel vast

actief gebeurt in samenspraak met de ingenieurs en technici van de verschillende

agentschappen en afdelingen die de werken van burgerlijke bouwkunde beheren.

34. Bij vervanging van een (sub)component van een materieel vast actief dient de

Vlaamse overheid de volgende boekhoudkundige verwerkingen uit te voeren:

- de kosten van de vervanging worden geactiveerd als werken van burgerlijke

bouwkunde en afgeschreven over de normale gebruiksduur, gelimiteerd tot de

resterende gebruiksduur van het hoofdactief; en

- de vervaardigingsprijs, de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele

gecumuleerde waardeverminderingen van de vervangen (sub)component

dienen te worden uitgeboekt.

e. Waardeverminderingen

35. Een waardevermindering op werken van burgerlijke bouwkunde wordt

opgenomen van zodra de boekwaarde van een actief hoger is dan zijn realiseerbare

waarde. De realiseerbare waarde van een actief is de hoogste waarde van:

Page 14: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

14

- de reële waarde minus verkoopskosten (zijnde het bedrag dat de Vlaamse

overheid zou ontvangen bij verkoop van het materieel vast actief); en

- de gebruikswaarde (zijnde het dienstenpotentieel of de economische

voordelen dewelke de Vlaamse overheid zou onttrekken bij gebruik van het

actief over de resterende levensduur).

36. De Vlaamse overheid zal dus bij het bepalen van een eventuele

waardevermindering de boekwaarde van het werk van burgerlijke bouwkunde dienen te

vergelijken met zijn resterende gebruikswaarde.

37. Voorbeelden van externe indicatoren voor waardeverminderingen kunnen zijn:

- er hebben zich negatieve veranderingen voorgedaan of deze zullen zich in de

nabije toekomst voordoen die een invloed zullen hebben op het gebruik van

de infrastructuur (bv. als gevolg van technologische ontwikkelingen is er niet

langer een behoefte meer aan verkeerslichten); en

- economische ontwikkelingen vereisen dat niet langer de volledige

infrastructuur van de Vlaamse overheid zal gebruikt worden (bv. de volledige

capaciteit van de snelwegen of sluizen).

38. Voorbeelden van interne indicatoren voor waardeverminderingen kunnen zijn:

- er zijn duidelijke indicaties waaruit blijkt dat de verschillende

infrastructuurelementen in slechte staat of verouderd zijn; en

- er hebben zich beschadigingen voorgedaan aan de infrastructuur als gevolg

van verkeersongevallen, weergebeurtenissen, enz; en

- er is een beslissing genomen om bepaalde activa niet langer te gebruiken.

39. Indien er een indicatie is dat een actief mogelijk een waardevermindering heeft

ondergaan, kan dit erop wijzen dat de afschrijvingsduur moet worden herbeoordeeld en

aangepast.

40. Een waardevermindering moet onmiddellijk in de resultatenrekening worden

opgenomen, tenzij het actief tegen de geherwaardeerde waarde wordt geboekt.

41. Een waardevermindering dat in voorgaande perioden voor een actief werd

opgenomen, moet worden teruggenomen als en slechts als er sinds de opname van de

laatste waardevermindering een wijziging heeft plaatsgevonden in de schattingen die

gebruikt worden om de realiseerbare waarde van het actief te bepalen. Indien dit het

geval is, moet de boekwaarde van het actief worden verhoogd tot zijn vermoedelijke

realisatiewaarde. Die verhoging is een terugneming van een waardevermindering.

42. De verhoogde boekwaarde van een actief ingevolge een terugneming van een

waardevermindering mag niet hoger liggen dan de boekwaarde die zou zijn bepaald (na

Page 15: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

15

afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen waardevermindering voor het actief was

opgetreden.

43. Na de opname van een waardevermindering kan de afschrijvingslast voor

toekomstige perioden worden aangepast om de aangepaste boekwaarde, verminderd

met de eventuele restwaarde, systematisch over de resterende gebruiksduur te spreiden.

f. Buitengebruikstellingen

44. Een werk van burgerlijke bouwkunde wordt niet langer opgenomen in de balans

als materieel vast actief als aan één van de volgende voorwaarden voldaan is:

- de Vlaamse overheid heeft niet langer de controle over de infrastructuur. Dit

kan gebeuren bij een vervreemding door middel van verkoop, overdracht of

schenking (bv. de infrastructuur wordt onder de controle van de Federale

Overheid of Vlaamse gemeenten gebracht);

- buitengebruikstelling tengevolge van ouderdom, slijtage of zware

beschadiging.

45. Ten behoeve van de inventarisatie kan er evenwel aan de buitengebruikgestelde

activa een waarde toegekend worden van EUR 1.

46. Wanneer een materieel vast actief niet langer opgenomen wordt in de balans,

worden de vervaardigingsprijs en de overeenstemmende gecumuleerde afschrijvingen en

de eventuele gecumuleerde waardeverminderingen uitgeboekt.

47. De winst of het verlies die voortvloeit uit de vervreemding van een materieel vast

actief zal worden bepaald als zijnde het verschil tussen de netto-opbrengst bij

vervreemding en de boekwaarde van het actief (vervaardigingsprijs min de

gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde waardeverminderingen), en

dient in de resultatenrekening te worden opgenomen.

IV. Verwerking van de thans bestaande werken van burgerlijke bouwkunde in de herwerkte openingsbalans door de Vlaamse overheid

a. Bepaling van de datum van de herwerkte openingsbalans

48. Op heden zijn er reeds een aantal activa van burgerlijke bouwkunde opgenomen

in de balans van de Vlaamse overheid. Echter dit omvat niet alle werken van burgerlijke

Page 16: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

16

bouwkunde die beheerd worden door de Vlaamse overheid. De huidige oefening heeft

als doelstelling het opstellen van een herwerkte openingsbalans waarin alle werken van

burgerlijke bouwkunde verwerkt zijn. Vooraleer de herwerkte balans kan worden

opgesteld, dient de datum van de herwerkte balans te worden vastgelegd. Deze datum

bepaalt wanneer de reeds opgenomen activa van burgerlijke bouwkunde en de nog niet

eerder opgenomen activa van burgerlijke bouwkunde opgenomen worden

overeenkomstig de nieuwe waarderingsregels. De datum van de herwerkte

openingsbalans voor de Vlaamse overheid is 1 januari 2019.

b. Vaststellen van de fysieke inventaris

49. Voor de verschillende werken van burgerlijke bouwkunde die ressorteren onder

het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken dient de fysieke inventaris te

worden vastgesteld. Een fysieke inventaris omhelst een volledige en gedetailleerde

vaststelling van alle werken van burgerlijke bouwkunde. Deze inventaris dient opgesteld

te worden op het niveau van de boekhoudkundige verwerkingseenheid (zie verder) van

de verschillende op te nemen activa.

c. Vaststellen van de boekhoudkundige verwerkingseenheid

50. De verwerkingseenheid of boekhoudkundige eenheid van de werken van

burgerlijke bouwkunde is de eenheid van opname van de werken door de Vlaamse

overheid en vertegenwoordigt (meestal) het individueel actief dat als dusdanig wordt

opgenomen.

51. Aangezien de boekhoudkundige inventaris dient aan te sluiten met de fysieke

inventaris wordt uitgegaan van de operationele organisatie en identificatie van de

activa. Een mogelijk uitgangspunt is het vaststellen van de verwerkingseenheid op basis

van de unieke codificatie. In de praktijk betekent dit voor de wegeninfrastructuur de

individuele wegen, ingedeeld in hoofd- , primaire en secundaire wegen (bv. hoofdweg

A10). Voor wat betreft de kunstwerken, zijnde de individuele bruggen en tunnels (bv.

brug 0.002.052.2). Inzake maritieme infrastructuur betreft het de zeedijken,

de individuele sluizen (bv. Kieldrechtsluis), oeverbeschermingen, individuele waterwegen,

steigers, staketsels, enz.

d. Verwerking van de werken van burgerlijke bouwkunde in de herwerkte openingsbalans door de Vlaamse overheid

52. De bestaande werken van burgerlijke bouwkunde zullen worden opgenomen in

de herwerkte openingsbalans aan hun afgeschreven vervangingswaarde. Aangezien de

Page 17: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

17

historische vervaardigingsprijs van de bestaande activa soms niet gekend of economisch

irrelevant is (bv. omdat de kostprijsinformatie gedateerd is), zullen in de herwerkte

openingsbalans de bestaande materiële vaste activa worden opgenomen aan hun reële

waarde (“fair value as deemed cost”). In de praktijk wordt deze reële waarde vaak

bepaald als de huidige marktwaarde van het desbetreffende materieel vast actief.

53. Daarnaast staat de norm toe dat voor materiële vaste activa met een specifieke

aard, waarvoor een marktwaarde niet direct voorhanden is, de afgeschreven

vervangingswaarde (”depreciated replacement cost”) wordt gebruikt als een

aanvaardbaar alternatief voor deze reële waarde. Gezien de specifieke aard van de

werken van burgerlijke bouwkunde wordt voor deze benadering gekozen bij het

opstellen van de herwerkte openingsbalans.

54. De afgeschreven vervangingswaarde is de vervaardigingsprijs om een werk van

burgerlijke bouwkunde herop te bouwen aan de huidige prijzen gevolgd door een

correctie voor de staat waarin het werk van burgerlijke bouwkunde zich bevindt op het

moment van de eerste opname1. Dit betekent dat niet de nieuwbouwwaarde van het

werk zal genomen worden maar dat deze nieuwbouwwaarde zal gecorrigeerd worden

om rekening te houden met de huidige toestand.

55. De bepaling van de afgeschreven vervangingswaarde van de verschillende werken

van burgerlijke bouwkunde is als volgt bepaald:

o Wegeninfrastructuur

56. De afgeschreven vervangingswaarde van de wegeninfrastructuur wordt bepaald

door eerst de nieuwbouwwaarde te bepalen en de aldus bekomen waarde te corrigeren

voor de huidige staat van de infrastructuur.

57. De wegeninfrastructuur wordt opgedeeld in twee afzonderlijke types van activa,

die elk afzonderlijk worden gewaardeerd:

- de basisinfrastructuur (of eigenlijke rijweg) die de verharding (de toplaag van

de weg), de fundering en de onderfundering omvat; en

- de weguitrusting, die bestaat uit de afschermende constructies, de

geluidsschermen, de verkeersborden, de wegmarkeringen, de vaste

signaalborden, de variabele signaalborden, de verkeerslichten en de

verlichting.

1 Bijkomend zou de aldus gecorrigeerde waarde van het werk van burgerlijke bouwkunde kunnen worden

getoetst aan het dienstenpotentieel, dat rekening houdt met het feitelijk gebruik en economisch nut van het desbetreffende actief. Dit is echter moeilijk kwantificeerbaar. Vandaar dat er op heden hiervoor geen correctie werd doorgevoerd, tenzij het een actief betreft dat niet langer in gebruik is.

Page 18: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

18

Basisinfrastructuur

Bepaling van de nieuwbouwwaarde

58. Voor de basisinfrastructuur werd door het Agentschap Wegen en Verkeer een

methodologie ontwikkeld die toelaat om per type weg (hoofdweg, primaire weg,

secundaire weg met een beperkt aantal subtypes) een standaard nieuwbouwwaarde te

bepalen per homogene sectie. Hierbij wordt de totale bouwkost herberekend aan de

huidige prijzen.

Correctie ter bepaling van de afgeschreven vervangingswaarde

59. Vervolgens wordt de nieuwbouwwaarde gecorrigeerd voor de huidige toestand

van de weg. Deze correctie voor de toestand van de weg gebeurt op basis van de score

die de desbetreffende sectie heeft gekregen na het uitvoeren van inspecties door het

Agentschap Wegen en Verkeer. De toestand van de weg wordt bepaald aan de hand van

vier parameters, zijnde: stroefheid, langsvlakheid, spoorvorming en visuele inspectie.

60. Inspectierapporten van de desbetreffende weg zullen een score bevatten voor elk

van deze parameters. De laagste score van de vier parameters wordt dan in aanmerking

genomen om de afgeschreven vervangingswaarde van de desbetreffende weg te bepalen.

61. Meer detail aangaande de bepaling van de afgeschreven vervangingswaarde voor

de basisinfrastructuur van de wegeninfrastructuur is opgenomen in de bijlage 3 van dit

advies.

Weguitrusting

Bepaling van de nieuwbouwwaarde

62. In het kader van de herwerkte openingsbalans wordt om praktische redenen

slechts één geaggregeerd actief beschouwd per type weguitrusting (bv. alle bestaande

verkeerslichten worden als slechts één actief in de openingsbalans opgenomen). De

boekhoudkundige verwerkingseenheid wordt dus bepaald op het niveau van het type

actief en omvat alle activa van dit type.

63. De nieuwbouwwaarde van een bepaald type weguitrusting wordt bepaald door

de afdelingen Elektromechanica en Telematica (EMT) en Expertise Verkeer en Telematica

Page 19: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

19

(EVT) aan de hand van de huidige vervaardigingsprijs van dit type uitrusting en deze te

vermenigvuldigen met het aantal of volume van dit type.

Correctie ter bepaling van de afgeschreven vervangingswaarde

64. Alle weguitrusting heeft een beperkte levensduur, waarna zij dient te worden

vervangen. Per type weguitrusting wordt de gewogen gemiddelde resterende levensduur

van de populatie bepaald. De nieuwbouwwaarde wordt vervolgens lineair gecorrigeerd

op basis van de ingeschatte gewogen gemiddelde resterende levensduur tot de totale

levensduur bij ingebruikname. Dit betekent dat voor de weguitrusting een lineair

afschrijvingsmodel wordt gehanteerd.

o Kunstwerken

65. Onder de kunstwerken verstaan we voornamelijk de staal- of beton-constructies

van de diverse bruggen en tunnels die beheerd worden door de Afdeling Expertise Beton

en Staal. Het wegenisgedeelte (basisinfrastructuur en de weguitrusting) valt onder het

beheer van het Agentschap Wegen en Verkeer. Dit gedeelte wordt niet opgenomen als

onderdeel van de kunstwerken maar wordt geïnventariseerd en verwerkt als onderdeel

van de wegeninfrastructuur.

66. Andere kunstwerken omvatten keermuren, gewelven of duikers.

Bepaling van de nieuwbouwwaarde

67. De methodologie ter bepaling van de nieuwbouwwaarde van een brug of tunnel

voorziet in een standaardkost per vierkante/kubieke meter constructie. Hierbij worden

twee dimensies in rekening gebracht, namelijk het type brug en het gebruikte materiaal.

Als type onderscheiden we caissonbruggen, portaalbruggen, balkbruggen, enz. Inzake

gebruikte materialen onderscheidt men beton, staal, staal-beton of hout.

68. Aldus komt men tot een matrixstructuur waarbij elk type kunstwerk naargelang

het gebruikte materiaal een specifieke nieuwbouwwaarde per lopende/kubieke meter

constructie (zie Bijlage 4 van dit Advies) krijgt toegewezen.

Page 20: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

20

Correctie ter bepaling van de afgeschreven vervangingswaarde

69. Na het bepalen van de nieuwbouwwaarde van de kunstwerken, zal deze worden

gecorrigeerd rekening houdend met de staat waarin het kunstwerk zich thans bevindt.

70. Bruggen en tunnels hebben een beperkte levensduur van respectievelijk 70 en 100

jaar. De vetusteitscurve, die de technische waardevermindering van het actief doorheen

de 70 of 100-jarige levenscyclus weergeeft, kent een sinusoïdaal verloop, die eventueel

om praktische redenen boekhoudtechnisch kan worden benaderd door een lineaire

afschrijving over deze periode (zie Bijlage 4 van dit Advies). Aldus zal de afgeschreven

vervangingswaarde worden bepaald door de nieuwbouwwaarde proportioneel te

corrigeren op basis van de verhouding van de verlopen levensduur van het kunstwerk

tot de totale levensduur.

71. Daarnaast, bestaat er voor kunstwerken die zich in een slechte toestand

bevinden, een indicatie van een waardevermindering. Voor dergelijke kunstwerken zal

de resterende gebruikswaarde worden bepaald. Deze gebruikswaarde wordt bekomen

door de nieuwbouwwaarde te vermenigvuldigen met een correctiecoëfficiënt (ten

opzichte van de nieuwbouwwaarde) die gelinkt is aan de staat waarin het kunstwerk

zich bevindt. Indien de gebruikswaarde lager ligt dan de afgeschreven

vervangingswaarde dient er een bijkomende waardevermindering opgenomen te worden

voor dit kunstwerk. Deze waardevermindering zal de boekwaarde verminderen tot de

gebruikswaarde van het kunstwerk. Meer informatie aangaande de toe te passen

correctiecoëfficiënten is opgenomen in Hoofdstuk V van dit advies.

o Maritieme infrastructuur

72. Bij de maritieme infrastructuur dient een onderscheid te worden gemaakt tussen

de activa waarvan bij het bepalen van de afgeschreven vervangingswaarde de

waardecorrectie van de nieuwbouwwaarde zal berusten op de scores in de

inspectierapporten (gelijkaardig aan het waarderingsmodel voor de

wegeninfrastructuur) en de activa waarvan de correctie een proportionele aanpassing

inhoudt van de nieuwbouwwaarde op basis van de resterende levensduur ten opzichte

van de totale levensduur (gelijkaardig aan het waarderingsmodel van de kunstwerken).

Page 21: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

21

o Bepaling van de nieuwbouwwaarde

o Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK)

73. Voor een aantal dat een eerder eenvoudige structuur hebben (bv. zeedijken,

oeverbescherming, steigers, kaaimuren), kan worden gewerkt met een

nieuwbouwwaarde per vierkante of per lopende meter.

74. Voor meer ingewikkelde activa (bv. zeesluizen) zal een individuele waardering

nodig zijn.

75. De nieuwbouwwaarde van wegen en bruggen die onder de controle vallen van

het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust zal volgens respectievelijk de

methode ontwikkeld voor de wegeninfrastructuur en deze ontwikkeld voor de

kunstwerken, gebeuren.

o Correctie ter bepaling van de afgeschreven vervangingswaarde

o Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust

76. Voor activa met een beperkte levensduur, die worden buiten gebruik gesteld na

het bereiken van de economische levensduur, wordt de nieuwbouwwaarde

proportioneel (lineair) verminderd met de reeds verlopen levensduur.

77. Bovendien zal voor activa die zich in een slechte staat bevinden, de aldus

bekomen afgeschreven vervangingswaarde worden vergeleken met de gebruikswaarde

van de maritieme infrastructuur. Deze gebruikswaarde wordt bekomen door de

nieuwbouwwaarde te vermenigvuldigen met een coëfficiënt die wordt afgeleid op basis

van de inspectierapporten. Op basis van deze kwaliteitsscore zal de resterende

gebruikswaarde berekend worden, welke dan vergeleken zal worden met de reeds eerder

berekende afgeschreven vervangingswaarde. Enkel indien de gebruikswaarde lager is dan

de afgeschreven vervangingswaarde zal er een bijkomende waardevermindering

opgenomen moeten worden in de openingsbalans van de Vlaamse overheid.

Page 22: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

22

V. Verwerking van de werken van burgerlijke bouwkunde na het opstellen van de openingsbalans door de Vlaamse overheid

a. Onderscheid tussen kapitaliseerbare en niet-kapitaliseerbare uitgaven

78. Om te komen tot een adequate boekhoudkundige verwerking zal de Vlaamse

overheid investeringsdossiers op hun inhoud dienen te beoordelen. De volgende

uitgaven dienen als vaste activa te worden erkend:

- de constructie van nieuwe werken van burgerlijke bouwkunde; en

- verbeteringswerken die de levensduur verlengen of de capaciteit van de

activa uitbreiden.

79. Deze investeringen zullen door de Vlaamse overheid opgenomen worden

overeenkomstig hun totale aanschaffingskost zoals uiteengezet in Hoofdstuk IV van dit

advies.

80. Gedurende de periode in aanbouw zullen de activa apart worden opgenomen als

“vaste activa in aanbouw” teneinde het onderscheid te maken tussen de activa die in

gebruik zijn en de activa die in aanbouw zijn.

81. Uitgaven die slechts beogen om het desbetreffende actief in stand te houden en

toe te laten op de beoogde manier te functioneren zoals herstel- en

onderhoudswerkzaamheden worden niet geactiveerd, maar in de resultatenrekening

opgenomen.

o Voorbeelden kapitaliseerbare uitgaven

82. De volgende uitgaven dienen te worden gekapitaliseerd:

- interne en externe kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs die

verbonden zijn aan een investeringsproject met betrekking tot de aanleg van

een nieuwe weg, een brug, een nieuwe sluis;

- kosten van aannemers die werkzaam zijn op een investeringsproject zowel

wat betreft de kosten van materialen als van manuren;

- ontmantelingskosten van bestaande activa indien er een wettelijke

verplichting bestaat; en

- uitgaven in verband met de vervanging van een volledige component van een

bestaand actief, die bijdragen tot de verlenging van de levensduur of

uitbreiding van de capaciteit (bv. de aanleg van een nieuwe verharding van

de weg, vervanging van substantiële delen van de weguitrusting, plaatsen van

nieuwe sluisdeuren bij een sluis).

Page 23: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

23

o Voorbeelden niet- kapitaliseerbare uitgaven

83. De volgende uitgaven worden beschouwd als niet activeerbare kosten:

- beperkte herstel- en onderhoudswerkzaamheden zoals herstellen van kleine

asfalt- en/of betonschades of oneffenheden in het rijoppervlak;

- wegenreiniging;

- uitgaven verbonden aan de inspecties die uitgevoerd worden aan de

basisinfrastructuur;

- vervangen van kleine onderdelen die behoren tot de technische uitrusting of

installaties van de bruggen of tunnels;

- vervangen van kleine onderdelen of technische installaties van de sluizen; en

- kosten van haalbaarheidsstudies die de beslissing tot investering voorafgaan.

b. Bepaling van het toegepaste waarderingsmodel

84. Met uitzondering van de basisinfrastructuur (verharding) van de wegeninfrastructuur en van de zeedijk gelegen aan de Vlaamse Kust, zal de Vlaamse overheid het kostprijsmodel toepassen voor de waardering van de verschillende werken van burgerlijke bouwkunde na de eerste opname.

o Herwaarderingsmodel

85. De component basisinfrastructuur van de wegeninfrastructuur wordt

beschouwd als een netwerk van verkeerswegen, dat door de continue

onderhoudswerkzaamheden, in stand wordt gehouden door het Agentschap Wegen

en Verkeer. De keuze voor het herwaarderingsmodel sluit beter aan bij de technische

en operationele realiteit van de wegeninfrastructuur. Voorts dient te worden

genoteerd dat deze herwaarderingsmethode ook wordt gehanteerd door andere

overheden (bv. Frankrijk, Nieuw-Zeeland, Verenigd Koninkrijk, Maleisië). De

herwaardering van de basisinfrastructuur van de rijweg gebeurt op dezelfde manier

als de waardering bij de openingsbalans (aan afgeschreven vervangingswaarde).

Hierbij wordt opnieuw de nieuwbouwwaarde berekend, die vervolgens wordt

gecorrigeerd voor de huidige toestand van de weg op basis van het meest recente

inspectierapport. De wijziging van de boekwaarde dient dan te worden toegewezen

aan de herwaardering ten gevolge van prijswijzigingen (in plus of in min), eventuele

investeringen (in plus) en de waardeverminderingen (in min). De impact van de

prijswijzigingen wordt toegewezen aan een herwaarderingsreserve, die een

component is van het eigen vermogen. De investeringen worden geactiveerd en de

bijzondere waardeverminderingen worden in mindering gebracht van de bestaande

herwaarderingsreserve, en mocht deze volledig zijn geabsorbeerd, als een

waardevermindering in de resultatenrekening. Een gelijkaardige waardering wordt

toegepast voor de zeedijk.

Page 24: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

24

o Kostprijsmodel

86. De overige activa worden gewaardeerd met toepassing van het kostprijsmodel.

Deze activa beschikken over een beperkte levensduur waarna zij worden vervangen.

De oorspronkelijke vervaardigingsprijs zal systematisch worden verminderd met

toepassing van (lineaire) afschrijvingen. Voor activa, die zijn onderverdeeld in

componenten, wordt per afzonderlijke component een specifiek afschrijvingsritme

vastgelegd overeenkomstig de verwachte levensduur.

87. Het toe te passen waarderingsmodel voor de verschillende werken van

burgerlijke bouwkunde kan als volgt worden samengevat:

Infrastructuur Voornaamste type

activa

Toegepast model na de

eerste opname

Wegeninfrastructuur Basisinfrastructuur Weguitrusting

Herwaardering Kostprijs

Kunstwerken

Bruggen Tunnels Andere kunstwerken

Kostprijs Kostprijs Kostprijs

Maritieme infrastructuur2

Zeedijk Sluizen Kanalen Andere maritieme

infrastructuur

Herwaardering Kostprijs Kostprijs Kostprijs

c. Bepaling en verwerking van afschrijvingen

88. Afschrijvingen zijn de bedragen die ten laste van de resultatenrekening worden

genomen met betrekking tot materiële vaste activa waarvan de gebruiksduur beperkt

is, ten einde het bedrag van deze materiële vaste activa te spreiden over hun

waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur. Afschrijvingen zijn een boekhoudkundige

benadering van het verlies aan dienstenpotentieel of economische voordelen die

doorheen de levensduur van de verschillende werken van burgerlijke bouwkunde

optreedt.

o Wegeninfrastructuur

89. De wegeninfrastructuur wordt opgedeeld in 2 types activa: de basisinfrastructuur

en de weguitrusting, die elk apart in de boekhouding worden verwerkt.

2: Maritieme Infrastructuur beheerd door de Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust.

Page 25: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

25

90. De basisinfrastructuur wordt door continue onderhoudswerkzaamheden in stand

gehouden. Daardoor heeft de basisinfrastructuur een permanent karakter en zal deze

infrastructuur niet onderworpen worden aan afschrijvingen maar zal jaarlijks

onderworpen worden aan een onderzoek om na te gaan of er geen

waardeverminderingen dienen verwerkt te worden (bv. door uitzonderlijke slijtage).

Dit kadert in de jaarlijkse waarderingsoefening die zal uitgevoerd worden door de

ingenieurs van de Afdeling Wegen en Verkeer.

91. De elementen van de weguitrusting worden daarentegen lineair afgeschreven op

basis van een ingeschatte levensduur. De indicatieve levensduur van de verschillende

componenten is weergegeven in de bijlage 3.

o Kunstwerken

92. Bruggen en tunnels bestaan voornamelijk uit de beton- of staalconstructie. Op

basis van de bestaande informatie verkregen van de Afdeling Expertise Beton en Staal

wordt de constructie van vaste bruggen of de tunnels beschouwd als één component.

Echter, beweegbare bruggen kunnen eventueel verder onderverdeeld worden in een

hoofdcomponent (bv. de constructie) en de electromechanische onderdelen van een

brug (bv.de motor van een beweegbare brug).

93. De constructies van de kunstwerken hebben een gemiddelde geschatte levensduur

van 70 jaar voor een brug en 100 jaar voor een tunnel en de waardevermindering

kent een sinusoïdaal verloop die boekhoudkundig eventueel kan benaderd worden

door een lineair afschrijvingspatroon.

94. Indien deze bijkomende investeringen leiden tot een verlenging van de resterende

levensduur van het actief, dient deze te worden herbekeken.

95. De wegeninfrastructuur gelegen op de brug of door de tunnel maakt geen deel uit

van de constructie van de brug of de tunnel. Deze infrastructuur wordt beheerd door

het Agentschap Wegen en Verkeer en moet dus als een apart actief beschouwd

worden. Dit geldt eveneens voor de vaste en dynamische signaalborden die

verbonden zijn aan de tunnel. Zij worden opgenomen als onderdeel van de

weguitrusting. Deze elementen worden immers beheerd door de Afdelingen

Elektromechanica en Telematica (EMT) en Expertise Verkeer en Telematica (EVT).

o Maritieme infrastructuur

Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust

96. De activa die beheerd worden door de Agentschap Maritieme Dienstverlening en

Kust wordt opgedeeld in 2 types activa: enerzijds de activa die een permanent

Page 26: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

26

karakter hebben en daarom enkel onderhevig zijn aan een onderzoek voor bijzondere

waardeverminderingsverliezen en anderzijds de activa waarbij er met een lineair

afschrijvingsritme gewerkt wordt.

97. Een verslechtering van de toestand van de verschillende types van dijken ten

gevolge van slijtage wordt boekhoudkundig vertaald als een waardevermindering. Dit

is gelijkaardig aan de verwerking van de verslechterde toestand van de weg bij de

wegeninfrastructuur.

98. Alle andere activa die beheerd worden door het Agentschap Maritieme

Dienstverlening en Kust worden daarentegen lineair afgeschreven op basis van een

ingeschatte levensduur. De indicatieve levensduur van de verschillende componenten

is weergegeven in de Bijlagen 2 en 5.

d. Bepaling en verwerking van waardeverminderingen

o Wegeninfrastructuur

99. Voor het wegennetwerk wordt de test voor waardeverminderingen gedaan op basis

van de huidige staat van de weg zoals deze blijkt uit de inspectierapporten. De

Vlaamse wegen worden tweejaarlijks geïnspecteerd en de hoofdwegen

(autosnelwegen) worden jaarlijks volledig nagezien waarbij elke weg op 4 punten een

score krijgt: stroefheid, spoorvorming, langsvlakheid en visuele inspectie.

100. De gebruikswaarde wordt hierbij bepaald als de vervangingswaarde gecorrigeerd

voor de huidige toestand van de weg.

101. Voor meer detail verwijzen we naar de Bijlage 3 waar de methodologie in detail

wordt uitgelegd.

o Kunstwerken

102. Kunstwerken worden op regelmatige tijdstippen onderworpen aan inspecties om

de huidige toestand van de kunstwerken te bepalen.

103. Op basis van deze inspecties wordt een score toegekend aan elk van deze

kunstwerken. Deze score bestaat uit een cijfer van 1 tem 41 en weerspiegelt de huidige

toestand van het kunstwerk.

Page 27: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

27

104. De volgende inspectiescores zijn een indicatie dat het actief voor een

waardevermindering dient te worden getest:

- 14: Slechte toestand – kunstwerk met 1ste prioriteit;

- 15: Slechte toestand – kunstwerk met 2de prioriteit;

- 16: Kunstwerk om af te breken; en

- 27: Zeer slechte toestand, buiten gebruik gesteld (ernstige schade).

105. Indien de brug zich bevindt in één van de hierboven vermelde toestanden,

bestaan er sterke indicaties voor een waardevermindering en dient de

gebruikswaarde te worden vergeleken met de huidige boekhoudwaarde. Voor alle

andere inspectiescores wordt er geen waardevermindering opgenomen.

106. De gebruikswaarde wordt bekomen door de vervangingswaarde te

vermenigvuldigen met een correctiecoëfficiënt op basis van de huidige staat van het

actief. Indien de boekwaarde meer bedraagt dan de gebruikswaarde, dan dient het

kunstwerk te worden afgeschreven tot op het niveau van deze gebruikswaarde.

107. Ingenieurs van de Afdeling Expertise Beton en Staal hebben aangegeven dat

kunstwerken met de bovenvermelde kwaliteitsscore, dienen te worden gecorrigeerd

overeenkomstig de volgende correctiecoëfficiënten:

Staat van het

kunstwerk

Omschrijving van de toestand

Gebruikswaarde

14 Eerste prioriteit Te vernieuwen: EUR nil van de nieuwbouwwaarde.

Te herstellen: kunstwerk per kunstwerk te bepalen.

15 Tweede prioriteit 40% resterende waarde

16 Kunstwerk om af te breken

EUR nil van de nieuwbouwwaarde.

27 Buiten gebruik gesteld kunstwerk

EUR nil van de nieuwbouwwaarde.

Page 28: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

28

o Maritieme infrastructuur

Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust

108. Net zoals de wegeninfrastructuur en de kunstwerken worden er regelmatig

inspecties uitgevoerd voor de voornaamste maritieme infrastructuur van Vlaanderen

die beheerd wordt door het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust.

109. Na elke inspectie wordt een kwaliteitscijfer (tussen 1 en 5) toegekend aan de

geïnspecteerde infrastructuur. Wanneer de infrastructuur één van de volgende scores

heeft zal er nagegaan moeten worden of de boekwaarde van de activa de

gebruikswaarde niet overschrijdt:

- 1: buiten gebruik;

- 2: functionele beperking;

- 3: grote gebreken;

- 4: minder grote gebreken; en

- 5: goede staat

110. De gebruikswaarde wordt bekomen door de vervangingswaarde te vermenigvuldigen

met een correctiecoëfficiënt op basis van de huidige staat van het actief. Indien de

boekwaarde meer bedraagt dan de gebruikswaarde, dan dient deze infrastructuur te

worden afgeschreven tot op het niveau van deze gebruikswaarde.

111. Ingenieurs van het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust hebben aangegeven

dat kunstwerken met de bovenvermelde kwaliteitsscore dienen opgenomen te

worden gecorrigeerd overeenkomstig de volgende correctiecoëfficiënten:

Kwaliteitsscore van het actief in de databank

Giskust Omschrijving van de toestand

Vermoedelijke restwaarde van het

actief t.o.v. de nieuwbouwwaarde

1 Buiten gebruik 20% resterende waarde

2 Functionele beperking 40% resterende waarde

3 Grote gebreken 70% resterende waarde

4 Minder grote gebreken 80% resterende waarde

5 Goed staat 90% resterende waarde

Page 29: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

29

e. Verwerken van buitengebruikstellingen

112. Indien de Vlaamse overheid de kost van de vervanging van een (deel van een)

component van een materieel vast actief opneemt in de boekwaarde van het actief,

dan neemt zij de boekwaarde van de vervangen component of deel van een

component niet langer in de balans op. Indien het voor de Vlaamse overheid

praktisch niet haalbaar is om de boekwaarde van de vervangen component of deel

van een component te bepalen, mag zij de kost van de vervanging gebruiken als

indicatie van de vervaardigingswaarde van het vervangen gedeelte op het moment

van zijn aanschaffing of zijn vervaardiging en deze te corrigeren aan de hand van een

index zoals ondermeer de ABEX.

Page 30: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

30

VI. Bijlagen

Page 31: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

31

Bijlage 1: Overzicht van de verschillende Afdelingen en Agentschappen van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid

De Vlaamse overheid heeft het beheer van haar werken van burgerlijke bouwkunde voornamelijk ondergebracht in het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken. De structuur van dit beleidsdomein is als volgt:

Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken

Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken

Departement Mobiliteit en

Openbare Werken

Agentschap

Wegen en

Verkeer

Agentschap

Maritieme

Dienst-

verlening en

Kust

Vlaamse

Vervoers-

maatschappij

De Lijn

Vlaamse

Waterweg

NV

Luchthaven-

ontwikkelings-

maatschappij

Antwerpen

Luchthaven-

ontwikkelings-

maatschappij

Oostende -

Brugge

Mariteme Toegang

Expertise Beton en

Staal

Intern verzelfstandigde

agentschappen

Extern verzelfstandigde agentschappen

Stafdienst

Beleid

Vlaams Huis voor de

Verkeersveiligheid

Algemene

Technische

Ondersteuning

Geotechniek

Verkeerscentrum

Waterbouwkundig

Laboratorium

Organisatie

Juridische

Dienstverlening

Geen beheer/controle van werken van burgerlijke bouwkunde

Beheer/controle van werken van burgerlijke bouwkunde

Toepassingsgebied van dit Advies

Page 32: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

32

Bijlage 2: Overzicht van de verschillende activa van het Vlaamse Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken

Basisinfrastructuur - Hoofdweg nvt nvt

Basisinfrastructuur - Primaire weg I nvt nvt

Basisinfrastructuur - Primaire weg II nvt nvt

Basisinfrastructuur - Secundaire wegen nvt nvt

Weguitrusting - afschermende constructies nvt nvt

Weguitrusting - geluidsschermen nvt Nog te bepalen

Weguitrusting - verkeersborden nvt Nog te bepalen

Weguitrusting - wegmarkeringen nvt Nog te bepalen

Weguitrusting - vaste signaalborden nvt Nog te bepalen

Weguitrusting - variabele signaalborden nvt Nog te bepalen

Weguitrusting - verkeerslichten nvt Nog te bepalen

Weguitrusting - verlichting nvt Nog te bepalen

Vaste bruggen nvt 70 jaar

Structuur 70 jaarElectromechanische onderdelen 50 jaar

Structuur 100 jaar

Electromechanische onderdelen 50 jaar

Kokers nvt 70 jaar

Gewelven nvt 70 jaar

Keermuren nvt 70 jaar

Duikers nvt 70 jaar

Kostprijsmodel

Kostprijsmodel

Verschillende componenten?Bepaling waarde voor opname

in de openingsbalans?

Be

he

er

de

rE

xp

er

tis

e B

eto

n e

n S

taa

lA

ge

nts

ch

ap

We

ge

n e

n V

er

ke

er

Synthesetabel van de werken van burgerlijke bouwkunde die gecontroleerd worden door het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken

Beweegbare bruggen

Afgeschreven vervangingswaarde

Overzicht activa

Tunnels

Verwerking na de eerste opname

Indicatie

gebruiksduur?

Bepaling van de afgeschreven

vervangingswaarde

Nieuwbouwkost verminderd met

lineaire afschrijvingen op basis van de

reeds verlopen gebruiksduur

Nieuwbouwkost verminderd met

correctiecoëfficient voor huidige

toestand

Nee

Ja

Herwaarderingsmodel

Waarderingsmodel? Afschrijven?

Nieuwbouwkost verminderd met

lineaire afschrijvingen op basis van de

reeds verlopen gebruiksduur

Ja

Verwerking bij opname in de openingsbalans

Afgeschreven vervangingswaarde

Page 33: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

33

Oev erv erdediging Kostprijsmodel Ja nv t 60 jaar

Zeedijken Herwaarderingsmodel Neen nv t nv t

Dijken (andere dan zeedijken) Herwaarderingsmodel Neen nv t nv t

Strandhoofden Ja nv t 1 00 jaar

Stormv loedkering Ja

Beton

Staal

EMU

1 00 jaar

50 jaar

25 jaar

Steigers JaVast gedeelte

Vlottend gedeelte

50 jaar

30 jaar

Sluizen Ja

Kolk

Duren

EMU

1 20 jaar

30 jaar

25 jaar

Stuwen Ja nv t 7 5 jaar

Staketsel Ja nv t 50 jaar

Vaste bruggen

Beweegbare bruggen

Uitwateringsduikers

Kaaimuren

Wegenis

GeleidingsconstructiesAfgeschrev en

v erv angingswaarde

Nieuwbouwkost v erminderd met

correctiecoëfficient v oor huidige

toestand

Kostprijsmodel Ja nv t 30 jaar

Duinen

Verwerking bij opname in de openingsbalans

Bepaling van de afgeschreven

vervangingswaardeWaarderingsmodel?

Afschrijven

?

Verschillende

componenten?

Bepaling waarde voor opname

in de openingsbalans?

Be

he

erd

er Synthesetabel van de werken van burgerlijke bouwkunde die gecontroleerd worden door het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken

Overzicht activa

Verwerking na de eerste opname

Indicatie

gebruiksduur?

Afgeschrev en

v erv angingswaarde

Nieuwbouwkost v erminderd met

lineaire afschrijv ingen op basis v an

de reeds v erlopen gebruiksduur

Kostprijsmodel

Niet opgenomen in deze inv entarisatie-oefening aangezien deze activ a bestaan uit grondelementen die reeds opgenomen zijn in de Vast Actief module v an Orafin

Ag

en

tsch

ap

Ma

rit

iem

e D

ien

stv

erle

nin

g e

n K

ust

Zie Expertise Beton en Staal v oor de bepaling v an de methodologie

Zie Wegen en Verkeer v oor de bepaling v an de methodologie

Page 34: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

34

Bijlage 3: Waardebepaling werken van burgerlijke bouwkunde – Agentschap Wegen en Verkeer

Page 35: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

35

Page 36: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

36

Page 37: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

37

Page 38: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

38

Page 39: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

39

Bijlage 4: Bepaling van de nieuwbouwwaarde van de kunstwerken - matrixstructuur

Page 40: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

40

Page 41: Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen · 1 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2018/9 betreffende de boekhoudkundige verwerking van werken van

41

Bijlage 5: Bepaling van de nieuwbouwwaarde en verwachte levensduur van de werken beheerd door de Maritieme Dienstverlening en Kust - matrixstructuur

Oev erv erdediging Ja nv t 60

Dijken (andere dan zeedijken) Ja nv t 1 00

Strandhoofden Ja nv t 1 00

Stormv loedkering Ja

- Kolk

- Deuren

- EMU

1 00

50

25

Stuwen Ja nv t 7 5

Staketsel Ja nv t 50

Steigers Ja- Vast gedeelte

- Vlottend gedeelte

50

30

Wegenis Ja nv t nv t

Uitwateringsduikers Ja nv t

Geleidingsconstructies Ja nv t 30

Kaaimuren Ja nv t 7 5

Vaste bruggen

Beweegbare bruggen

Zeedijken

Dijken (andere dan zeedijken)

SluizenIndiv iduele waardering

per sluis

* Totale nieuwbouwkost v erminderd met

lineaire afschrijv ingen op basis v an

geschatte reeds v erlopen gebruiksduur

* Bijkomende waardev ermindering tot EUR

nil indien het kunstwerk in staat 1 is.

Kostprijsmodel Ja

- Kolk

- Deuren

- EMU

1 20

30

25

Bijkomende waardedaling bov enop de

gebruikelijke afschrijv ingen indien

het actief in staat 1 bev indt.

Jaarlijkse update v an de staat v an de

activ a te ontv angen v an MDK.

Duinen

Kwaliteitsscore van het actief in de

databank Giskust

Omschrijving van de

toestand

Vermoedelijke restwaarde van het

actief tov de nieuwbouwwaarde

1 buiten gebruik 20% resterende waarde

2 functionele beperking 40% resterende waarde

3 grote gebreken 7 0% resterende waarde

4 minder groete gebreken 80% resterende waarde

5 goed staat 90% resterende waarde

Be

he

erd

er Synthesetabel van de werken van burgerlijke bouwkunde die gecontroleerd worden door het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken

Overzicht activa

Verwerking na de eerste opname

Beapling van de

nieuwbouwwaarde

Bepaling van de afgeschreven

vervangingswaarde

Waarderings-

model?Afschrijven?

Verschillende

componenten?Indicatie gebruiksduur?

Verwerken van bijzonder

waardeverminderingsverlies

Ag

en

tsch

ap

Ma

rit

iem

e D

ien

st

en

Ku

st

Total

nieuwbouwwaarde =

aantal meters *

nieuwbouwkost op

heden per m per ty pe

actief

* Totale nieuwbouwkost op heden

v erminderd met lineaire afschrijv ingen op

basis v an geschatte reeds v erlopen

gebruiksduur v an elk actief

* Bijkomende waardev ermindering tot EUR

nil indien het kunstwerk in staat 1 is.

Kostprijsmodel

Bijkomende waardedaling bov enop de

gebruikelijke afschrijv ingen indien

het actief in kwaliteitsstaat 1 bev indt.

Niet opgenomen in deze inv entarisatie-oefening aangezien deze activ a bestaan uit grondelementen die reeds opgenomen zijn in de Vast Actief module v an Orafin

Methodologie te gebruiken zoals bepaald v oor de kunstwerken beheerd door EBS - EBS zal alle mogelijke informatie kunnen aanlev eren.

Nieuwbouwkost per m²

* Afwaardering op basis v an de huidige staat

v an de zeedijk (link te leggen naar de

inspectierapporten)

Herwaarderings

modelNeen nv t nv t

Jaarkijkse update te maken v an de

afgeschrev en v erv angingswaarde

v an de dijken en de zeedijk door MDK