Visiestuk grondstoffen, CDJA Werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie
-
Upload
fsvisser -
Category
News & Politics
-
view
88 -
download
0
description
Transcript of Visiestuk grondstoffen, CDJA Werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie
Een christendemocratische visie op Grondstoffen
Werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie
Andry Schol
Rindert de Jong
William de Lange
Wouter de Vries
2
Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 1: Toegankelijkheid van Grondstoffen .................................................................................. 4
Inleiding ............................................................................................................................................. 4
Energetische grondstoffen .................................................................................................................. 4
Grondstoffenstrategie ten behoeve van niet-energetische a-biotische grondstoffen ........................... 5
Smeltend poolijs ................................................................................................................................. 8
Militaire belangen .............................................................................................................................. 8
Hoofdstuk 2: Voedselzekerheid en Handelsbelangen .......................................................................... 10
Inleiding ........................................................................................................................................... 10
Voedselzekerheid voor iedereen ....................................................................................................... 10
Voedselveiligheid ............................................................................................................................. 13
Voedselzekerheid voor de toekomst ................................................................................................. 14
Hoofdstuk 3: Grondstoffen en Mensenrechten ................................................................................... 15
Inleiding ........................................................................................................................................... 15
Grondstoffenroof .............................................................................................................................. 15
Dubieuze exploitatie ......................................................................................................................... 17
Overzicht uitspraken ............................................................................................................................ 18
3
Inleiding
Een grondstoffencrisis dreigt. Een onderwerp dat tot voor kort slechts in relatie tot olie en gas in de
krant verscheen, wordt het laatste halfjaar steeds breder belicht: de voorraad grondstoffen in de wereld
is niet oneindig. Niet alleen fossiele brandstoffen (energetische a-biotische grondstoffen) zullen in de
toekomst beperkt beschikbaar zijn, dat zelfde geldt voor metalen en mineralen (niet-energetische a-
biotische grondstoffen) en producten van de levende natuur (biotische grondstoffen). Dat deze
grondstoffen eindig zijn heeft niet alleen gevolgen voor de economie (producenten en consumenten)
maar zeker ook heeft het geopolitieke gevolgen. Met name op die laatst genoemde gevolgen zal dit
visiestuk zich richten.
Om met de bovenbenoemde gevolgen van de eindigheid van grondstoffen om te kunnen gaan, is
strategie vereist. Kansen en bedreigingen moeten in een vroeg stadium worden herkend en daar moet
vervolgens beleid op worden gemaakt. Helaas is gebleken dat Nederland op dit moment nog niet
voorzien is van een dergelijke grondstoffenstrategie. In dit visiestuk geven wij daar dan ook een
christendemocratisch voorzetje voor.
Een grondstoffenstrategie leent zich echter in mindere mate voor het voedselvraagstuk, aangezien de
markt in biotische grondstoffen een volkomen eigen dynamiek heeft. Om die reden wordt dit
onderwerp apart behandeld en komt daar niet alleen de toegang van Nederland tot de
wereldvoedselmarkt aan de orde, maar zal ook worden ingezoomd op de wereldwijde beschikbaarheid
van kwantitatief en kwalitatief voldoende voedsel.
Tot slot is het grondstoffenvraagstuk niet slechts een vraagstuk van beschikbaarheid voor aankoop.
Ook het proces dat daarachter zit is belangrijk. Daarom gaan wij in het laatste hoofdstuk van dit
visiestuk daar op in en dragen wij oplossingen aan voor met de winning van grondstoffen gepaard
gaande mensenrechtenschendingen.
Met dit visiestuk hopen wij een goede bijdrage te leveren aan de zeer belangrijke discussie rondom de
beschikbaarheid en productie van grondstoffen. Vanuit een christendemocratische visie benaderen wij
de diverse onderwerpen en hebben wij oplossingen geformuleerd die vanuit ons perspectief recht doen
aan de gecompliceerdheid van het probleem. Met deze visie kan het CDJA weer een tijdje volop
meedoen in het debat!
4
Hoofdstuk 1: Toegankelijkheid van Grondstoffen1
Inleiding
Onlangs riepen de CEO’s van Shell, DSM en Akzo Nobel het in koor: Nederland moet oppassen dat
onze energiekosten niet te hoog worden.2 Dit omdat in de VS momenteel goedkope energie
verkrijgbaar is in de vorm van schaliegas. Zo verliezen de Nederlandse bedrijven concurrentiekracht,
omdat ze meer moeten betalen voor hun energierekening in Nederland dan in de VS. Op langere
termijn zou dit kunnen leiden tot een verlies aan banen in Nederland doordat onder andere
productielocaties zouden kunnen worden verplaatst naar de VS.3,4
Daarmee zou onze huidige welvaart
in gevaar komen. Dit laat zien dat de beschikbaarheid van fossiele brandstoffen en daarmee van
energie, een belangrijk thema is. In Nederland hoor je echter weinig mensen over deze problematiek.
De meeste Nederlanders hebben wel iets beters aan hun hoofd in een economische crisis. Deze
inwoners hebben echter niet door dat er wel degelijk meer aan de hand is dan deze economische crisis.
Een grondstoffencrisis ligt namelijk op de loer. Als we niet snel de juiste beslissingen nemen, wordt
het rijden in een auto, het bellen met een smartphone, of het kijken naar de tv helemaal niet meer zo
vanzelfsprekend. Grondstoffen worden namelijk duurder of zijn niet meer te verkrijgen wanneer we
ons huidige internationale beleid niet veranderen.5
Energetische grondstoffen
Fossiele brandstoffen zijn een van de belangrijkste motoren van de huidige (Westerse) economie.
Bedenk maar eens wat er allemaal niet meer beschikbaar zou zijn of zou stilvallen op het moment dat
we geen beschikking meer hebben over aardolie (dus benzine of plastics) en aardgas. Toch raken de
bronnen waaruit we deze grondstoffen winnen langzaam maar zeker uitgeput. Hoewel er geen
eenduidige uitspraak is te doen over het moment waarop dit het geval zal zijn, is het zeker dat het zal
gebeuren. Dit betekent dat de wereldeconomie een transitie moet maken naar een meer duurzame
manier van produceren waarin de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen wordt verminderd of
verdwijnt.
Ook voor Nederland heeft de bovenbeschreven ontwikkeling grote gevolgen. Niet in de laatste plaats
omdat Nederland al in 2025 zal verworden van een netto gasexporteur naar een netto gasimporteur.6
Dit brengt belangrijke veranderingen teweeg in de positie die Nederland inneemt in het geopolitieke
krachtenveld rondom de levering van energie. Zo kan Nederland afhankelijk worden van de grillen
van landen als Rusland bij het leveren van aardgas. Het moge algemeen bekend zijn dat Rusland het
niet schuwt om zijn voorraad aan fossiele brandstoffen te gebruiken als politiek drukmiddel.7 Nu was
de positie van Europa ten opzichte van Rusland lange tijd veel sterker dan de positie van de landen die
Rusland in het verleden onder druk heeft gezet en lijkt het niet verstandig om beleid te maken op de
ervaringen van die landen.8 Hierin komt echter verandering nu Rusland belangrijke deals heeft
1 Hiermee wordt niet bedoeld biotische grondstoffen (grondstoffen van de levende natuur = voedsel), zie hierover hoofdstuk
2 van dit visiestuk. 2 ANP, www.rtl.nl, 21-02-2013, ‘Bedrijfstop slaat alarm over energiekosten’ 3 Banning, C. 09-03-2013, NRC, ‘Europese banen in gevaar door afwachtende houding schaliegas’ 4 Loning, M. 10-02-2013, Telegraaf, ‘Shell ziet schaliegas-mogelijkheden in Europa’ 5 Rosenthal, U. 30-08-2012, rijksoverheid.nl, ‘Toespraak Minister Rosenthal over grondstoffenschaarste’ 6 De Wijk, R. 08-03-2013, Trouw, ‘Debat over schaliegas gaat over voorlopig ongegronde angsten’ 7 Zie hiervoor de ervaringen van Oekraïne, Wit-Rusland en Moldavië. 8 J. de Kort en A.R. Spanjer (2008), 'Russische energiepolitiek: bedreiging voor Europa?', Kwartaalschrift
Economie, jrg. 5, nr. 3, september 2008, pp. 341-359.
5
gesloten met een grote afnemer als China.9 Om onder deze grillen van Rusland uit te komen, is het
belangrijk dat er wordt gezocht naar alternatieven voor de gasvoorziening van Nederland en Europa.
Hierbij kan het hevig bediscussieerde en recent ontdekte schaliegas wellicht een rol spelen, dit is
echter afhankelijk van de binnenlandse bereidheid om tot deze inzet over te gaan. Grootschalige
exploitatie van dit middel kan ertoe leiden dat de dominantie van energie-exporteurs als onder meer
Rusland sterk afneemt.10
Ook andere alternatieven voor aardgas en olie kunnen een dergelijke rol
vervullen, denk daarbij aan zonne-energie en aanverwante bronnen.
Vanuit het Nederlands perspectief zijn er diverse middelen om de afhankelijkheid van energie-
exporterende landen te verminderen. Zo heeft Nederland de ambitie om de gasrotonde van Europa te
worden tegen 2025. 11
Hierdoor wordt Nederland een dermate belangrijke schakel in de keten van
gasleveringen dat de toegang tot gas verzekerd is. Daarnaast is er een LNG (vloeibaar aardgas)
terminal gebouwd in de Rotterdamse haven. Deze Nederlandse terminal heeft een opslagcapaciteit van
12 miljard kubieke meter, wat voldoende is om alle Nederlandse huishoudens elk jaar van gas te
voorzien.12
Naast deze reeds ontplooide initiatieven, blijft het noodzakelijk om onderzoek te doen naar
alternatieven voor fossiele brandstoffen, om de afhankelijkheid van derde landen (buiten de EU) te
verminderen. Gelukkig staat dat ook in het energierapport van 2011, wat door ambtenaren van het
Ministerie van Economische Zaken is gemaakt en momenteel uitgevoerd wordt.13
Zo kan weleens een
mix van zonne-energie, windenergie, een tweede kerncentrale en de gasrotonde helpen om geopolitiek
een sterke, zelfvoorzienende positie te blijven houden met betrekking tot brandstoffen. Schaliegas, dat
zoveel ophef veroorzaakt, is dan niet noodzakelijk maar kan een alternatief blijven.
UITSPRAAK 1: Nederland moet alles in het werk stellen om ook na 2025 een sterke geopolitieke
positie te hebben met betrekking tot energetische grondstoffen.
UITSPRAAK 2: Onderzoek naar duurzame brandstoffen zou gestimuleerd moeten worden door de
overheid en bedrijven.
Grondstoffenstrategie ten behoeve van niet-energetische a-biotische grondstoffen14 Op dit moment heeft Nederland niet de beschikking over een grondstoffenstrategie. Door de
veranderende opstelling van grondstoffenproducerende landen begint dit steeds meer een gemis te
worden.
Vanwege de schaarser wordende grondstoffen en de toegenomen vraag daarnaar in de, vaak in
ontwikkeling zijnde, grondstoffenproducerende landen, voeren zij een steeds meer mercantilistisch en
protectionistisch handelsbeleid.15
Een aantal landen is bezig om door middel van een lange termijn
strategie de leveringszekerheid van grondstoffen voor de binnenlandse markt en industrie zeker te
stellen. Hiermee onttrekken zij zich aan het systeem van multilaterale vrijhandel. Een voorbeeld
hiervan is China, dat bijna de hele productie van zeldzame aardmetalen voor zijn rekening neemt. Dit
land produceert meer dan 90 procent van deze grondstoffen en houdt deze in toenemende mate voor
zichzelf. Dit heeft er toe geleid dat de Europese Unie een tekort voorspelt van 14 belangrijke
9 AFN, ‘Grote oliedeal tussen Rusland en China’, nu.nl, 21 juni 2013. 10 R. de Wijk, ‘Einde dominantie Algerije, Rusland, Saudi-Arabië in zicht’, energiepodium.nl, 31 januari 2013. 11 Rijksoverheid.nl, ‘Gaspositie van Nederlan’, laatstelijk geraadpleegd d.d. 9 augustus 2013. 12 NOS, 13-06-2011, ‘Eerste LNG-tanker in Rotterdam’. 13 Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie, ‘Energierapport 2011’ 14 A-biotische grondstoffen zijn niet-energetische mineralen en metalen zoals nikkel, koper etc. Ontleend aan: The Hague
Centre for Strategic Studies, Op weg naar een Grondstoffenstrategie, Den Haag: HCSS juni 2011, p.19 (Verder: HCSS
2011). 15 HCSS 2011, p. 10.
6
grondstoffen die wereldwijd worden gebruikt.16
Deze belangrijke grondstoffen worden tot de zeldzame
aardelementen gerekend, ook wel REE (Rare Earth Elements) genoemd. Deze ontwikkeling heeft tot
gevolg dat de prijzen van de nog beschikbare grondstoffen stijgen. Aangezien Nederland zelf geen
grondstoffen produceert en dus sterk afhankelijk is van de import, kan dit onze concurrentiepositie
aantasten. Voor andere landen creëert deze tendens de motivatie om door middel van bilaterale
contracten de leveringszekerheid veilig te stellen. Als deze situatie zich voltrekt dan kan dit schade
toebrengen aan de Nederlandse economie en leiden tot welvaartsverlies en het stilvallen van bepaalde
soorten industrie.17,18
Nederland heeft dan ook belang bij een open handelssysteem, iets waar de
grondstoffenstrategie zich op zal moeten richten.
Een verslechterende concurrentiepositie en hogere grondstoffenprijzen zijn echter niet de enige
gevolgen van de veranderende opstelling van de grondstoffenproducerende landen. Deze
grondstoffenonzekerheid heeft indirecte effecten die zo mogelijk van nog groter belang zijn. Een van
die indirecte effecten is de verstoorde internationale handelsdynamiek doordat overheden grondstoffen
zeker willen stellen. Hierdoor ontstaan er zorgen rondom de internationale toegankelijkheid van
grondstoffen, zeker bij importafhankelijke landen zoals Nederland. Het tweede indirecte gevolg is van
geopolitieke aard. De wereld wordt in toenemende mate multipolair. Met deze (systeem)verandering
moet worden omgegaan, want als dat niet gebeurt dan ontstaat het risico op spanningen en
instabiliteit.19
Het grondstoffendossier speelt in deze transitie een belangrijke rol, met name in de
spanningen tussen staatskapitalistische economieën en marktkapitalistische economieën.20
De toegang
tot grondstoffen wordt steeds belangrijker en er is een toenemende rol van de overheid hierin
waarneembaar. Het hele krachtenveld wordt hierdoor beïnvloed.
Hoe moet Nederland nu omgaan met deze veranderingen? Voorop moet worden gesteld dat Nederland
wint bij een open wereldeconomie en verliest bij een gefragmenteerde. Nederland moet dan ook,
ondanks de mercantilistische en protectionistische tendensen van producerende (maar ook
consumerende) landen, blijven inzetten op een open wereldeconomie en op het slechten van
handelsbarrières om zo de internationale toegang tot grondstoffen in stand te houden. Hierop moet
Nederland niet alleen diplomatiek inzetten bij de grondstoffen producerende landen, maar het zou ook
goed zijn om dit eveneens te doen bij consumerende landen die zich aan de internationale vrijhandel
onttrekken.
Naast deze algemene diplomatieke inzet, is het ook goed om partnerschappen aan te gaan met landen
waarmee we gemeenschappelijke belangen hebben. Ook bilaterale partnerschappen met grondstoffen
producerende landen21
zijn van belang. De aard van deze partnerschappen zal per land verschillen,
maar kan onder meer bestaan uit gegarandeerde leveranties of gezamenlijke kennisuitwisseling.
Tevens is het van groot belang dat er ook op Europees niveau wordt ingezet op een meer coherente en
het liefst zelfs gezamenlijke grondstoffenstrategie.22
Op dit moment hebben de Europese landen nog
allemaal een eigen en uiteenlopende grondstoffenstrategie.23
In de multipolaire wereld die er nu
bestaat, waarbij het krachtenveld voornamelijk wordt bepaald door grootmachten als China en de VS,
16 Rosenthal, U. 30-08-2012, rijksoverheid.nl, ‘Toespraak Minister Rosenthal over grondstoffenschaarste’. 17 Er worden dan bijvoorbeeld minder goederen in Nederland overgeslagen. 18 HCSS 2011, p. 11. 19 HCSS 2011, p. 10. 20 HCSS 2011, p. 10. 21 In het Nederlandse geval zal dit gaan om producenten van halffabricaten, nu de Nederlandse economie voornamelijk daar
mee werkt. 22 Een uitzondering hierop is dat de EU bij Groenland heeft afgedwongen om daar Rare Earth Elements te mogen winnen.
Exemplarisch is daarbij wel dat op dit moment geen EU-land hier gebruik van maakt, maar dat deze winning door
Australische en Canadese bedrijven wordt gedaan. 23 Rademaker, M. (2011), The Hague Centre for Strategic Studies, ‘Zeldzame aardmetalen, een strategisch instrument’.
7
is dit een risico. De invloed van Europese afzonderlijke landen hierin zal, afhankelijk van de grootte
van het land, beperkt tot gering zijn. Daarnaast kan de Europese Commissie gebruik maken van
Europese instrumenten zoals het opleggen van handelsbeperkingen. Voor Nederland is het wel van
belang om hierbij specifiek Nederlandse elementen in te brengen, zoals het betrekken van
halffabricaten bij deze Europese strategie.24
Tot slot is het ook belangrijk om de Nederlandse importafhankelijkheid te verminderen door over te
schakelen van een verbruikende naar een meer circulaire economie. Ook moeten er grotere
investeringen worden gedaan in wetenschappelijk onderzoek naar alternatieven voor kritische
mineralen. Zo kunnen er substituten worden gemaakt uit minder zeldzame grondstoffen.
UITSPRAAK 3: Nederland dient een grondstoffenstrategie op te stellen waarin de leveringszekerheid
van grondstoffen voor de Nederlandse economie de boventoon voert. Diplomatiek inzetten op het in
stand houden van de mondiale vrijhandel en het aangaan van bilaterale partnerschappen met
producerende landen zijn hierbij belangrijke pijlers.
UITSPRAAK 4: Het is van belang om ook op Europees niveau in te zetten op een
grondstoffenstrategie.
UITSPRAAK 5: Onderzoek naar substituten en renewables voor kritische mineralen zou
gestimuleerd moeten worden door de overheid en bedrijven.
Op dit moment kent het Nederlandse beleid rondom ontwikkelingssamenwerking geen koppeling met
grondstoffen, terwijl hier zeker wel ruimte voor is. Een goed georganiseerde grondstoffensector kan
namelijk als katalysator dienen voor de economische groei van ontwikkelingslanden.25
Daarnaast is
het ook in het Nederlandse belang als deze landen stabiele grondstoffenleveranciers worden. Dit is
echter nog lang niet het geval en deze sector is vaak omgeven door corruptie, conflict en schending
van mensenrechten. Hier dienen zich kansen aan om door middel van ontwikkelingshulp de
voorzieningszekerheid rondom grondstoffen te vergroten. Andere landen maken al zeer lang gebruik
van deze koppeling tussen ontwikkelingshulp en grondstoffenleveranties. China, door middel van aid
for infrastructure 26
is hier groot in. Op dit beleid is veel (terechte) kritiek. Zo heeft het geen oog voor
lokale duurzame ontwikkelingen, zijn de door China afgedwongen winstgaranties gevaarlijk hoog en
de infrastructuur wordt aangelegd en geëxploiteerd door Chinese bedrijven die daarbij vaak de
mensenrechten schenden. Ook Japan zet zijn ontwikkelingsgelden in om een stabiele aanvoer van
grondstoffen te realiseren.27
Nu moet Nederland het Chinese of Japanse beleid niet kopiëren, maar er
wel van leren en ontwikkelingsbeleid als onderdeel van de grondstoffenstrategie gaan beschouwen. Dit
kan leiden tot een grotere voorzieningszekerheid en meer grondstoffen op de wereldmarkt.
Dit beleid moet (onder andere) bestaan uit de volgende elementen.28
Allereerst het open houden van
de dialoog met grondstofrijke ontwikkelingslanden. Nederland moet aangeven dat het agressieve
beleid van de Aziaten nauwelijks oog heeft voor lokale ontwikkelingen en duurzame groei en dat hun
beleid niet het lange termijn belang dient van de ontwikkelingslanden. Daarnaast moet Nederland
actief bijdragen aan de aanpak van corruptie, mensenrechtenschendingen en oorzaken van mogelijke
burgeroorlogen (zie hierover hoofdstuk 3; Grondstoffen en Mensenrechten). Nederland kan helpen om
een resource curse te voorkomen door instituties van goed bestuur en degelijk financieel management
24 HCSS 2011, pp. 14-15. 25 HCCS 2011, p. 152. 26 Dit zijn dan wel leningen die terug worden betaald uit grondstoffen of concessionele leningen ten behoeve van
infrastructuur rondom een mijn. 27 HCSS 2011, p.142-144. 28 Ontleend aan en zie voor een bredere uitwerking: HCSS 2011, pp.152-153.
8
op te bouwen. Hiermee wordt voorkomen dat door politieke instabiliteit de leveringszekerheid in
gevaar komt. Tot slot kan Nederland zijn expertise op het gebied van water en landbouwtechnieken
inzetten om te komen tot een grotere beschikbaarheid van grondstoffen op de (wereld)markt.
UITSPRAAK 6: Nederland moet ontwikkelingssamenwerking tot een integraal onderdeel maken van
zijn grondstoffenstrategie.
Smeltend poolijs
Het ijs op de Noordpool smelt en het smelt snel. De meest geavanceerde simulaties van huidige
satelliet data voorspellen dat dit ijs in 2020 is verdwenen.29
Dit levert een groot gebied op waar
mineralen en fossiele brandstoffen kunnen worden gewonnen. De schattingen zijn dat bijna een kwart
van de wereldwijde onontdekte olie- en gasvoorraden zich onder het poolijs bevinden. 30
Naast de mineralen en de olie- en gasvoorraden, levert het smelten van het poolijs ook een zeeroute
van groot strategisch belang op. Nederland ligt dan in de zomer 6000 kilometer dichter bij China,
schepen hoeven niet meer via het Suezkanaal.
Dergelijke grote hoeveelheden aan grondstoffen en de verkorte zeeroute trekken de aandacht van vele
landen, variërend van de landen grenzend aan het poolgebied zoals Rusland, de Verenigde Staten,
Groenland et cetera, maar ook van landen als China en Zuid-Korea. Op Rusland en Noorwegen na,
zijn de meeste grenzen in dit gebied nog niet bepaald. De betrokken landen overleggen hierover in de
Arctische raad en de kans dat zij hier op vreedzame wijze uitkomen is, anders dan hoe het er een
decennium geleden voorstond, groot.
Het smelten van de ijsmassa op de Noordpool heeft niet alleen maar economische voordelen.
Exploitatie van een zeer kwetsbaar gebied brengt risico’s met zich mee, bijvoorbeeld in de vorm van
mogelijke olievlekken op een Deepwater Horizon-achtige schaal. Aangezien het Arctische gebied veel
sneller smelt dan velen voorspelden, is het geen vraag meer van of, maar van wanneer, het zomerijs
verdwenen zal zijn. Het is uiterst belangrijk dat er vroegtijdig een goede balans wordt gevonden tussen
de milieubeschermers die vinden dat elke exploitatie verboden moet worden en de “drill, baby, drill!”
oliemaatschappijen. Dit element is nog onvoldoende aanwezig in de gesprekken rondom de verdeling
van het land in het Arctisch gebied. Hierin is een rol weggelegd voor Nederland, als waarnemer bij de
Arctische raad, om de direct betrokken landen bij de les te houden.
UITSPRAAK 7: De economische exploitatie van het Arctisch gebied mag niet leiden tot een
excessieve druk op de kwetsbare natuur in het gebied. Als waarnemer bij de Arctische raad, moet de
Nederlandse regering de direct betrokken landen continue aanmoedigen om rekening te houden met
de kwetsbare natuur.
Militaire belangen
Met betrekking tot energetische grondstoffen is er al een grootmacht die zijn zaakjes goed voor elkaar
heeft. Dat is de VS. De VS is op dit moment wereldwijd de grootste kolen- en gasexporteur31
en zal
naar verwachting tegen 2017 ook de grootste energie-exporteur worden met betrekking tot olie32
. Dit
zal tot een verandering leiden in geopolitieke verhoudingen. De VS wordt namelijk onafhankelijk van
het buitenland met betrekking tot fossiele brandstoffen. Een mogelijke consequentie daarvan is dat het
land minder snel vredestichter zal spelen. Dit kan belangrijke gevolgen hebben voor het NAVO-
bondgenootschap. De VS is met een bedrag ter grootte van 72% van het totale NAVO-budget de
grootste netto betaler aan het bondgenootschap. Dit levert op dit moment al irritaties op bij de
29 S. Borgerson, ‘The Coming Artic Boom. As the Ice Melts, the Region Heats Up’, Foreign Affairs, 2013-4, p. 76. 30 S. Borgerson, ‘The Coming Artic Boom. As the Ice Melts, the Region Heats Up’, Foreign Affairs, 2013-4, p. 78. 31 Van Roekel, A. 23-11-2012, www.kennislink.nl, ‘Gebakken klei blijkt geen gebakken lucht’. 32 Mackey, P. 12-11-2012, Reuters, ‘U.S. to overtake Saudi as top oil producer – IEA’.
9
Amerikanen.33
Hoewel men niet snel afstand van de NAVO zal nemen, is het een gevaarlijk spel dat
Nederland en de andere Europese NAVO-landen spelen. Anders dan de VS, hebben zij de NAVO
namelijk direct nodig voor de borging van hun veiligheid en staan zij zonder het bondgenootschap
bijzonder zwak. Dit laatste wordt in het bijzonder nijpend op het moment dat de grondstoffen in de
wereld schaarser worden. Op dat moment kan het voorkomen dat er conflicten ontstaan rondom de
leveranties van grondstoffen waarbij we deze leveranties voor onszelf moeten veiligstellen. Hierbij is
het essentieel dat we militair sterk staan.
UITSPRAAK 8: Gezien de geopolitieke verhoudingen in combinatie met het schaarser worden van
grondstoffen is het essentieel dat er niet verder wordt bezuinigd op de Nederlandse defensie en dat de
Nederlandse bijdrage aan de NAVO omhoog gaat.
33 Dit geeft de ambassadeur van de VS bij de NAVO, Ivo Daalder, aan in EenVandaag d.d. 7 maart 2013.
10
Hoofdstuk 2: Voedselzekerheid en Handelsbelangen34
Inleiding
Voedsel is een van de primaire levensbehoeften van de mens. Van oudsher was het verzamelen van
voldoende voedzaam voedsel de belangrijkste bezigheid van de mensheid. Door de industrialisering is
het mogelijk geworden om, met een beperkt aantal mensen, voldoende voedsel te produceren voor de
rest van de bevolking.35
Mede door het beschikbaar komen van voldoende en gezond voedsel kon de
wereldbevolking een ongekende groei doormaken.
De almaar groeiende wereldbevolking, samen met het stijgende welvaartsniveau in vooral Aziatische
landen, vraagt steeds meer van de wereldwijd beschikbare landbouwgronden. Alleen al in China is
tussen 1980 en 2005 de vleesconsumptie van 13,7 kilogram per persoon per jaar naar 58,5 kilogram
gestegen.36
Dit heeft geleid tot een vergaande intensivering van de landbouw in veel gebieden op de
wereld.
Daarnaast staat een, mede gevoed door excessen, steeds verdergaande roep om meer duurzaamheid,
verbeterd dierenwelzijn en biologisch gecultiveerd voedsel. Wat de waarde hiervan is moet nog
worden bezien. Honger komt namelijk ook vandaag de dag nog steeds voor. Door de groeiende
wereldbevolking, het stijgende welvaartsniveau als ook de vraag naar biobrandstoffen, ontstaat er een
toenemende vraag naar grondstoffen voor voedsel. Hierdoor ontstaat er schaarste en speculatie op de
markt van grondstoffen voor voedsel. Dit heeft geleid tot een sterke afname van de prijsstabiliteit.
Bovenstaande ontwikkelingen vragen de voortdurende aandacht op internationaal niveau en
internationaal beleid is nodig om in de toekomst te voorzien in voldoende veilig, voedzaam en
duurzaam voedsel voor Nederland en voor de rest van de wereld.
Voedselzekerheid voor iedereen
Ondanks de overvloed die velen tegenwoordig ervaren, bestaat er ook nog een aanzienlijk deel van de
wereldbevolking dat honger lijdt. Bij gelijkblijvende opbrengsten van de landbouwgronden zal dit deel
in omvang toenemen als de wereldbevolking in omvang groeit, naar verwachting met 2 miljard
mensen tegen het jaar 2040.37
Hoewel de honger op dit moment te wijten is aan een onevenwichtige
verdeling van de reeds beschikbare calorieën, zal dit in de toekomst anders zijn en zal er een
vergroting van de productiecapaciteit nodig zijn om de wereldbevolking te blijven voeden.
Het probleem van het niet beschikbaar zijn van kwantitatief en kwalitatief voldoende voedsel lijkt nu,
maar ook voor de toekomst, op te lossen te zijn zonder dat daarvoor een uitbreiding van het huidige
beschikbare landbouwareaal nodig is.38
In grote delen van de wereld kunnen de opbrengsten van
landbouwgrond namelijk twee tot drie keer omhoog door een betere inzet van technologie, waardoor
het wereldvoedselprobleem wordt opgelost.39,40
Met het huidige landbouwareaal zouden dan zelfs
34 Definities: “Er is voedselzekerheid als alle mensen te allen tijde fysieke, sociale en economische toegang hebben tot
voldoende veilig en voedzaam voedsel dat in hun dagelijkse behoeften en voorkeuren voorziet voor een actief en gezond
leven” 35 Tegenwoordig besteed de gemiddelde westerse consument nog maar 10-15% van zijn tijd aan het werken voor voedsel,
terwijl dit vijftig jaar geleden nog 50% was. 36 Steeds meer vlees geconsumeerd, Boerderij, 7 mei 2012 37 Wageningen Universiteit, ‘Het wereld Voedselvraagstuk’, www.wur.nl, laatstelijk geraadpleegd op 21 augustus 2013. 38 Het is belangrijk om zoveel mogelijk gebruik te maken van het huidige landbouwareaal, om zo kwetsbare natuur te sparen. 39 L.O. Fresco, Hamburgers in het Paradijs, Amsterdam: Prometheus - Bert Bakker 2012 p. 392-394.
11
veertig tot vijftig miljard mensen gevoed kunnen worden indien men alleen nog maar tarwe en bonen
zou eten.41
Om de productiegroei per hectare landbouwgrond te realiseren wordt vaak genetische modificatie
geopperd. Door het modificeren van de eigenschappen van planten kan de opbrengst van
landbouwgewassen per hectare grond enorm toenemen doordat de eigenschappen van de plant worden
aangepast aan de lokale omstandigheden. Hier doen zich echter een aantal praktische problemen voor.
De eerste is dat genetische modificatie erg duur is en dat er om die reden geen geoptimaliseerde zaden
beschikbaar zijn voor de arme gronden waar veel van de aller armste boeren hun opbrengst vandaan
moeten halen. Daarnaast is het zo dat, zodra de boeren gemodificeerde zaden afnemen van
verdelingsbedrijven als Monsanto, ze daar ook aan vast zitten en deze bedrijven een grote
machtspositie krijgen.
Allereerst het ontbreken van voldoende aangepaste zaden. Zoals gezegd is genetische modificatie erg
duur en is het economisch niet interessant om zaden aan te passen aan de gronden waarop de armste
boeren leven. Zij zijn immers niet instaat om de hoge prijzen te betalen die nodig zijn om de
investeringen terug te verdienen. Hier ligt een taak voor de wereldgemeenschap en individuele
donorlanden, onder andere de Nederlandse regering, in het bijzonder. Zij kunnen het betalen om deze
wetenschappelijke kennis aan te wenden om zaden aan te passen aan arme gronden. Hierbij komt
echter het tweede praktische bezwaar om de hoek kijken, namelijk dat negen verdelingsbedrijven de
wereldwijde productie van groentezaden in hun macht hebben. Zij vragen octrooien aan op de door
hen gemodificeerde genen en krijgen zo het recht om te beschikken over het gepatenteerde gen.
Vrijelijk experimenteren met dat gen is er voor andere wetenschappers niet meer bij, dat is verboden.
Pas na een licentie van de octrooihouder wordt dit anders, en deze octrooihouders bepalen zelf hoe
hoog deze bedragen zijn en of iemand überhaupt toestemming krijgt om te innoveren. En dat terwijl
innovatie van het grootste belang is, gewassen moeten continu worden aangepast om weerstand te
kunnen blijven bieden aan zich ook continu aanpassende schimmels en ziekten.
Niet alleen remt dit octrooirecht de innovatie, ook brengt het boeren, en zeker arme boeren, ernstig in
de problemen. Zij worden verplicht om ieder jaar opnieuw zaden af te nemen, maar hebben de
vermogens niet om ieder jaar opnieuw deze zaden in te kopen tegen de hoge bedragen die de negen
bedrijven daarvoor vragen.
Om deze negatieve cirkel te doorbreken is het CDJA van mening dat de wereldgemeenschap zijn
verantwoordelijkheid moet nemen. Om in de toekomst het wereldvoedselprobleem het hoofd te
kunnen bieden, alsmede om gebieden met arme grond de kans te bieden om ook te produceren, is het
van het grootste belang dat de innovatie open blijft. Mede om deze reden moet de mogelijkheid van
het aanvragen van octrooien op genetisch materiaal worden afgeschaft, genetisch materiaal mag niet
worden gepatenteerd.42
Het, internationaal door een groot aantal landen erkende, kwekersrecht biedt
voldoende bescherming voor de commerciële belangen die er spelen bij het terugverdienen van de
kosten van innovatie en waarborgt daarbij ook dat de innovatie niet wordt gestokt.43, 44
Naast de bovenbenoemde praktische bezwaren rondom de inzet van genetische modificatie, bestaat er
op dit moment, voornamelijk in Europa en in Noord-Amerika, ook de nodige scepsis ten opzichte van
genetische modificatie. Deze weerstand bevindt zich op verschillende terreinen waarbij de
40 Biotechnologie is echter niet het wondermiddel waarvoor sommigen het houden. Het tekortschieten van markten, het
ontbreken van koopkracht en de afwezigheid van kunstmest en infrastructuur worden er bijvoorbeeld niet mee opgelost. 41 Genoeg eten voor iedereen, NRC, 19 april 2008 42 Werkgroep Landbouw, ‘Resolutie Kwekersrecht’, Utrecht: CDJA 2009. 43 H. van der Lugt, ‘Octrooirecht op zaden brengt telers in de knel, NRC Handelsblad, 15 augustus 2009. 44 Werkgroep Landbouw, ‘Resolutie Kwekersrecht’, Utrecht: CDJA 2009.
12
belangrijkste bezwaren zijn dat genetische modificatie gevaarlijk is voor de mens en dat genetische
modificatie ethisch niet door de beugel kan.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat genetische modificatie van planten voor consumptie op dit
moment niet aantoonbaar slecht is voor de mens.45
Dit neemt echter niet weg dat het belangrijk is om
in de geest van het rentmeesterschap terughoudend om te gaan met genetische modificatie, te meer
omdat de mens de gevolgen, ook voor de biodiversiteit, van zijn handelen niet geheel kan overzien.46
Deze terughoudendheid is temeer aan te bevelen als wordt gelet op de diverse (grote) ethische
bezwaren die er bestaan tegen deze techniek. Het blijft belangrijk om hierover uitgebreid het
maatschappelijk debat te voeren alvorens verstrekkende besluiten worden genomen.
De bovenbeschreven terughoudendheid neemt echter niet weg dat hierop uitzonderingen kunnen
worden gemaakt. Het CDJA is van mening dat op het moment dat er mensenlevens kunnen worden
gered door het door middel van genetische modificatie aanpassen van planten, het maken van een
uitzondering aan de orde is. Het CDJA is dan ook voorstander van het beschikbaar maken van
genetisch gemodificeerde zaden aan arme boeren, gefinancierd uit gelden voor duurzame hulp.
Daarnaast vindt het CDJA dat er op wereldschaal een oplossing dient te worden gezocht voor de grote
machtspositie van veredelingsbedrijven.
UITSPRAAK 9: Om voedselzekerheid voor de hele wereldbevolking tot stand te brengen zijn er
onconventionele maatregelen nodig. Genetische modificatie is er hier een van, doch moet hier,
vanwege de potentiële gevaren voor de gezondheid, de biodiversiteit en de mogelijke afhankelijkheid
van agrarische multinationals, zeer terughoudend mee worden omgegaan.
UITSPRAAK 10: Vanwege de voedselveiligheid verzet de Nederlandse regering zich tegen het
aanvragen van octrooien op genetisch gemodificeerde genen en pleit in alle relevante verbanden voor
een internationaal gehandhaafd verbod.
Voedselzekerheid wordt op dit moment echter nog niet bedreigd door een absolute schaarste aan
voedsel, maar door een gebrek aan koopkracht van hen die hongerlijden. Tenzij er sprake is van een
acute voedselschaarste door oorlogshandelingen of natuurrampen, wordt de afwezigheid van
kwantitatief en kwalitatief voldoende voedsel veroorzaakt doordat de armste mensen niet kunnen
concurreren met de rijke(re) consument elders.
Hoewel hogere voedselprijzen (onder meer door speculatie) niet per definitie slecht zijn,47
mag het
arme deel van de wereldbevolking hier niet onder lijden. Dit gebeurt echter wel, met name omdat zij
het overgrote deel van hun huishoudbudget besteden aan voedsel en daarmee erg kwetsbaar zijn ten
aanzien van snel toenemende voedselprijzen.48
Sinds 2004 begeven steeds meer grote institutionele beleggers zoals banken, pensioenfondsen en
vermogensbeheerders zich op de grondstoffenmarkt voor voedsel. Zij zijn hierdoor een belangrijke rol
gaan spelen in de toenemende prijsfluctuaties op de goederentermijnmarkten. Doordat deze
45 Sinds genetisch gemodificeerd voedsel 25 jaar geleden op betekenisvolle schaal op de markt kwam, zijn er geen
aanwijzigen dat de risico’s op toxiciteit of allergie hoger zijn bij genetisch gemodificeerde producten dan van producten die
niet op die manier ontstaan zijn. De afwezigheid van deze risico’s wordt keer op keer vastgesteld door gezaghebbende
wetenschappelijke instituties zoals de British Royal Society. Weliswaar zou uit een Frans onderzoek uit 2012 het tegengestelde blijken, doch dit onderzoek is door andere wetenschappers van onder andere Kings College in Londen en de
European Food Safety Authority als dubieus en onvoldoende wetenschappelijk beoordeeld. 46 Werkgroep Volksgezondheid Welzijn en Sport, ‘Resolutie Genetische Manipulatie / Synthetische Biologie’, Utrecht:
CDJA 2011. 47 Hogere prijzen zorgen voor meer bewust zijn over de waarde van voedsel en zorgen zo voor het tegengaan van verspilling.
Daarnaast zorgen lage voedselprijzen ervoor dat er voor boeren geen prikkel bestaat om te gaan investeren in betere
productiemethoden. 48 Voedselspeculant; geld, graan en revolutie – uitzending tegenlicht 21 november 2012.
13
zogenaamde comoditie-indexbeleggers grote contracten opkopen van bijvoorbeeld koffiebonen wordt
een valse schaarste gecreëerd waardoor de prijs voor dit product wordt opgedreven, het doel is om dit
product vervolgens later met winst te verkopen. Door dit soort excessieve speculaties ontstaan
prijsfluctuaties op de markt, die in geen verhouding meer staan tot het werkelijk verloop van vraag en
aanbod.49
De prijsstijging van de grondstoffen wordt uiteindelijk doorberekend in het eindproduct.
Wanneer de prijs van graan toeneemt, neemt de prijs van een brood ook toe. Vooral in gebieden waar
mensen een groot gedeelte van hun inkomen aan voedsel besteden, leidt dit tot een sterke
vermindering van de voedselzekerheid, wat weer kan leiden tot publieke onrust in deze, vaak politiek
instabiele landen.50
Om excessieve voedselspeculatie tegen te gaan moet er een limiet gesteld worden aan het maximaal
aantal contracten dat kan worden opgekocht door een enkele partij. Daarnaast moet de handel op de
goederentermijnmarkt veel transparanter worden.
De EU heeft momenteel een graanvoorraad van ruim 7 weken.51
In de jaren tachtig was deze voorraad
zes à zeven maanden, veelal betaald met landbouwsubsidies. Door de veel kleinere graanvoorraad is
ook Europa kwetsbaarder geworden voor speculaties en grote prijsschommelingen. In tegenstelling tot
olie, is de EU netto-exporteur van graan.52
Hierdoor is de noodzaak tot strategische voorraadvorming
beperkt. Als voorbereiding op een mogelijke crisissituatie zou Nederland net als een aantal andere
Europese landen kunnen overwegen om uit voorzorg een strategische voorraad voedingsmiddelen aan
te leggen. Dit geldt in het bijzonder voor plantaardige olie, die nodig is voor de voorziening van
essentiële vetzuren.53
UITSPRAAK 11: Vermindering van prijsstabiliteit en structurele prijsverhoging als gevolg van
speculaties op de voedselmarkt heeft een groot effect op de voedselzekerheid in arme gebieden. Dit
moet worden voorkomen. Indien nodig, moet de internationale markt worden gereguleerd.
UITSPRAAK 12: De vermindering van de prijsstabiliteit op de voedselmarkt vormt geen direct
gevaar voor de Europese voedselzekerheid. Strategische voorraadvorming kan zich beperken tot een
aantal essentiële voedingsmiddelen die ontbreken in de eigen productie.
Voedselveiligheid
Gevarieerd en veilig voedsel is een belangrijke voorwaarde voor de gezondheid van burgers op de
langere termijn. De beschikbaarheid van gezond voedsel heeft een zeer belangrijke bijdrage geleverd
aan de stijgende levensverwachting.
De door de vergaande schaalvergroting, globalisering en intensivering van de landbouw kunnen
incidenten met betrekking tot voedselveiligheid vergaande consequenties hebben. Hierdoor kan de
regulering niet uitsluitend aan de markt worden overgelaten en is het garanderen van de
voedselveiligheid een overheidstaak. Internationale standaardisering van voedselkwaliteitseisen
bevordert het vertrouwen in voedselkwaliteit. Dit vermindert de kans op onverwachte internationale
handelsrestricties door impulsieve reacties van handelspartners en tevens voorkomt het
concurrentievervalsing.
Nederland heeft een zeer goede internationale reputatie wat betreft veilig en kwalitatief hoogwaardig
voedsel. Onlangs nog werd bekend dat babymelkpoeder uit Nederland massaal naar China wordt
verstuurd. Voorkomen moet worden dat incidenten leiden tot buitenlandse importrestricties die de
49 Olivier De Schutter, VN-voedselrapporteur in De Kleur van Geld (editie no. 116, 24 september 2011. 50 Speculeren met voedselprijzen, mag dat? – artikel in NRC next, 5 december 2011. 51 Graanvoorraad EU groeit met een derde, Boerderij, 28 juni 2013 52 EU netto-exporteur van 10,2 miljoen ton graan, Boerderij, 17 mei 2013 53 Voedselvoorziening in Nederland onder buitengewone crisisomstandigheden, LEI, Februari 2013
14
Nederlandse exportpositie in gevaar brengen. Zowel het belang van de voedselveiligheid als de
Nederlandse exportpositie is gebaat bij een optimale waarborging van de voedselveiligheid.
UITSPRAAK 13: Nederland moet zich bij zijn handelspartners inzetten op standaardisatie van
voedselkwaliteitseisen, om te voorkomen dat incidenten leiden tot impulsieve handelsrestricties.
Voedselzekerheid voor de toekomst
De wereldvoedselproductie levert een significante bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen en het
gebruik van de bodem. Verder brengt de intensieve landbouw risico’s voor de volksgezondheid met
zich mee waarvan de gevolgen op langere termijn nog onduidelijk zijn. Hierbij valt te denken aan het
bovenmatig gebruik van antibiotica.54
Duurzame beschikbaarheid van voedsel is een belangrijke voorwaarde voor een welvarend en vredig
voortbestaan van de wereldbevolking. Klimaatveranderingen kunnen het landbouwpotentieel van grote
gebieden in de wereld aantasten. Een duurzame inrichting van de landbouw en voedselproductie is
nodig omdat dit een belangrijke bedrage levert aan de vermindering van de uitstoot van
broeikasgassen. Verder is verduurzaming nodig om de uitputting en vervuiling van de bodem te
verminderen en risico’s voor de volksgezondheid op de lange termijn te verkleinen.
Door de huidige inrichting van onze voedselproductie wordt er veel voedsel geconsumeerd dat elders
is geproduceerd. Naast transport vereist dit ook conservering van voedsel. Verder levert dit ook een
significante bijdrage aan verminderd dierenwelzijn in geval van transport van levende dieren.
Stimulering van de consumptie van lokaal geproduceerd voedsel vermindert de milieubelasting als
gevolg van transport en verhoogt daarnaast ook nog eens de voedselveiligheid en voedselzekerheid
doordat de productieketen wordt ingekort. Dit betekent overigens niet dat alles per definitie lokaal
geproduceerd kan worden: dikwijls zal het duurzamer zijn om voedsel daar te produceren waar de
bodem het meest opbrengt.
UITSPRAAK 14: De Nederlandse regering moet zich in Europees verband inzetten voor duurzame
productiemethoden.
54 Resolutie Antibiotica, CDJA, 23 maart 2011
15
Hoofdstuk 3: Grondstoffen en Mensenrechten
Inleiding
Een van de belangrijke vragen als het gaat over grondstoffen is de vraag naar de herkomst daarvan. En
bij de vraag naar de herkomst van grondstoffen, geldt voor Nederland dat onze grondstoffen zeer vaak
uit het buitenland zullen komen. In de meeste gevallen zal het hierbij gaan om leveringen die het
daglicht prima kunnen verdragen, maar er bestaat ook een categorie grondstoffen waarbij dit in
mindere mate het geval is, waaraan een dubieus luchtje kleeft. Ook voor deze kant van de
grondstoffenhandel dient de christendemocratie aandacht te hebben. Naast koopman zijn we tenslotte
ook dominee.
Een van de categorieën grondstoffen waaraan een dubieus luchtje kleeft zijn de grondstoffen die
zonder toestemming van de juridisch eigenaar zijn gewonnen (grondstoffenroof). Een van de
belangrijkste criteria daarbij is dat er van de staat waarin het delven plaatsvindt, geen toestemming is
verkregen voor de betreffende exploitatie.55
In veel gevallen zal het zo zijn dat de exploitatie,
bijvoorbeeld van een mijn, door rebellen wordt geschiedt en wel in het kader van een conflict. Zij
gebruiken de opbrengsten van de grondstoffenroof dan om hun strijd tegen de overheid of
rivaliserende groepen te financieren.56
Rebellen zijn echter niet de enige actoren die zich schuldig
maken aan de dubieuze exploitatie van grondstoffen, ook staten en bedrijven laten zich niet onbetuigd.
Deze dubieuze exploitatie door de laatstgenoemden zal vaak niet plaatsvinden langs de weg zoals
rebellen dat plegen te doen, door grondstoffenroof, maar door exploitatie die gepaard gaat met zeer
lage lonen, barre arbeidsomstandigheden en dramatische gevolgen voor de (ecologische) omgeving.57
Hierdoor staan de rechten van de mensen in die gebieden vaak ernstig onder druk.58
Grondstoffenroof
Door de beide verschijningsvormen van het dubieus exploiteren van grondstoffen komen de levens
van de mensen in de gebieden in kwestie ernstig in de verdrukking. Grondstoffenroof door rebellen,
zoals hierboven reeds aangegeven, hangt namelijk samen met de aanwezigheid van een conflict of
burgeroorlog.59
De aanwezigheid van primaire grondstoffen, aantrekkelijk omdat ze lange tijd bestaan
en doorgaans niet of slechts met zeer veel moeite verplaatsbaar zijn, is vaak een belangrijke factor bij
het ontstaan en het in stand houden van een conflict.60
Door het roven van de grondstoffen kan de
partij die de grondstoffen in zijn macht heeft zijn strijd financieren. Burgeroorlogen hebben
desastreuze gevolgen voor de ontwikkelingsperspectieven van een land. Niet alleen op korte termijn,
55 Praktisch alle staten hebben in hun wetgeving namelijk opgenomen dat de bodemschatten in beginsel aan de staat in
kwestie toevallen. 56Amnesty International, ‘Conflictgrondstoffen’, Amnesty.nl, laatstelijk geraadpleegd: 2 mei 2013. 57 R. Custers, Grondstoffenjagers, Antwerpen: EPO 2013. 58 Vergelijk bijvoorbeeld de uitspraak in de uitspraak door ECOWAS court, Nigeria Oil Judgement, waarin het vervuilen van
de NIgerdelta als het schenden van meerdere mensenrechten wordt aangemerkt: ‘the Nigerian Federal Government and six
oil companies – Shell, Chevron, Elf Petroleum, Exxon Mobil, Agip Nigeria and Total Nigeria – have violated various human
rights.’ 59 Een burgeroorlog wordt gedefinieerd als een gewapend conflict tussen een internationaal erkende staat en (hoofdzakelijk)
binnenlandse partijen die erin slagen een georganiseerde militaire oppositie te vormen tegen de staat. Een oorlog moet in
totaal meer dan 1000 mensenlevens hebben gekost en minimaal drie jaar duren; vgl. http://www.columbia.edu/~vpf4/pk&pkept%20data%20notes.pdf, noot 1, laatstelijk geraadpleegd 16 februari 2013. 60 Collier, P. (2006). Economic Causes of Civil Conflict and their Implications for Policy. In Crocker, C. A., Hampson, F. O.,
Aall, P. (2007). Leashing the dogs of war: conflict management in a divided world. US: United States Institute for Peace
16
door mensenlevens, hulpbronnen en infrastructuren te verwoesten, maar ook op lange termijn.61
Geschaad vertrouwen van de bevolking in de maatschappij of de overheid, uitstroom van directe
buitenlandse investeringen en expertise en sluimerend ongenoegen vergroten namelijk de kans dat het
conflict in de toekomst opnieuw oplaait. Burgeroorlogen richten niet alleen verwoestingen en
mensenrechtenschendingen aan in de landen die direct worden getroffen door het conflict, maar gaan
vaak ook gepaard met grote negatieve gevolgen voor de buurlanden van het door oorlog verscheurde
land. Dit kan variëren van misgelopen handelsmogelijkheden, een toestroom van vluchtelingen of
zelfs het overslaan van geweld naar die landen.62
Vanwege de ernstige gevolgen die burgeroorlogen
kunnen hebben, is het van belang om de drijvende krachten daarachter te benoemen en om op de
uitschakeling daarvan beleid te maken. In het geval van grondstoffenroof betekent het dat moet
worden onderzocht welke door roof verkregen grondstoffen in omloop worden gebracht.63
De handel
hierin moet worden gestopt. Immers indien de grondstoffenroof niet meer winstgevend is, vervalt ook
de mogelijkheid om daarmee conflicten te financieren. Nu is het vaak onduidelijk welke grondstoffen
waar precies vandaan komen en is het achterhalen of zij uit conflictgebieden komen dan ook lastig.
Daarom is het van belang om transparantie te scheppen in de export van grondstoffen die mogelijk in
een conflict zijn betrokken. Bij het scheppen van procedures om deze transparantie tot stand te
brengen, kan inspiratie worden ontleend aan het Kimerley Process dat bij diamanten de illegale handel
tracht te voorkomen en goed lijkt te werken.64,65
Ook kan hierbij worden gedacht aan het aannemen
van een wet zoals de Dodd-Frank act66
, welke het verplicht maakt om betalingen van en aan
groeperingen die grondstoffen ontrekken openbaar te maken. Indien duidelijk is dat bepaalde
grondstoffen door roof aan de aarde zijn onttrokken, moet de handel daarin worden gestopt, hierbij kan
worden gedacht aan het weren van deze grondstoffen op de wereldmarkt door middel van een
handelsbarrière, alsmede door het verbieden van de import daarvan. Op dit moment ondersteunt de
Nederlandse regering diverse initiatieven om de herkomst van grondstoffen die mogelijk betrokken
zijn bij een conflict op te helderen.67
Wij juichen dit toe en moedigen de Regering aan om hiermee
verder te gaan, alsmede om andere landen op te roepen om ook in dit proces te participeren.
UITSPRAAK 15: Grondstoffen waarvan duidelijk is dat zij worden gebruikt ter financiering van
conflicten, moeten van de (wereld)markt worden geweerd.
UITSPRAAK 16: Om de gevolgen van grondstoffenroof tegen te gaan, dient er duidelijkheid te
worden gecreëerd rondom de herkomst van mogelijk bij een conflict betrokken grondstoffen. De door
Nederland op dit gebied ingezette weg, juichen wij van harte toe.
61 Gettlement, J. Clinton presses Congo on minerals, The New York Times, 10 augustus 2009;
http://www.nytimes.com/2009/08/11/world/africa/11diplo.html?_r=0, laatstelijk geraadpleegd: 16 februari 2013. 62 Dr. M. Bosker, De verspreiding van burgeroolog, Rotterdam: Erasmus Universiteit 2011;
http://tinyurl.com/Boskerverspreidingburgeroorlog. 63 Iets dat bijvoorbeeld kan worden gemeten als een land meer grondstoffen gaat exporteren dat zij zelf redelijkerwijs kan
winnen c.q. zelf niet in de grond heeft. 64 The Kimberley Process Certification Scheme (KPCS) imposes extensive requirements on its members to enable them to
certify shipments of rough diamonds as ‘conflict-free' and prevent conflict diamonds from entering the legitimate trade.
Under the terms of the KPCS, participating states must meet ‘minimum requirements' and must put in place national
legislation and institutions; export, import and internal controls; and also commit to transparency and the exchange of statistical data. Participants can only legally trade with other participants who have also met the minimum requirements of
the scheme, and international shipments of rough diamonds must be accompanied by a KP certificate guaranteeing that they
are conflict-free. 65 Anders dan bij de definitie die wordt gebruikt bij het Kimberley systeem, dient in de door Nederland op te stellen definitie
ook het schenden van mensenrechten als criterium te worden opgenomen. 66 Volledige titel: To promote the financial stability of the United States by improving accountability and transparency in the
financial system, to end ‘‘too big to fail’’, to protect the American taxpayer by ending bailouts, to protect consumers from
abusive financial services practices, and for other purposes; relevante artikelen: sec. 1502-1504. 67 Kamerstukken II, 2010/11, 32 500, nr. 8, p.59.
17
Dubieuze exploitatie
Eerder is genoemd dat de dubieuze exploitatie van grondstoffen breder is dan de onrechtmatige
exploitatie van materialen door rebellen in conflictsituaties. Het is ook het door staten en bedrijven,
zonder aandacht voor de onvervreemdbare rechten van de mens en de natuurlijke omgeving, uitbuiten
van rechtmatig verkregen locaties waar grondstoffen kunnen worden gewonnen. Voorbeelden hiervan
zijn er te over, denk bijvoorbeeld aan de vervuiling van de Nigerdelta of aan het mensen onder
erbarmelijke omstandigheden in gevaarlijke mijnen te laten werken. Voor deze vorm van dubieuze
exploitatie is er helaas weinig aandacht. Dit is betreurenswaardig aangezien de gevolgen hiervan net
zo hard ingrijpen in de levens van mensen, als dat de grondstoffenroof naar aanleiding van conflicten
dat doet. Omdat de rechtssystemen van de landen waarin deze exploitatie plaats vindt vaak
onvoldoende ontwikkeld zijn, vindt er doorgaans geen adequate controle en/of vervolging plaats en
kunnen de bedrijven in kwestie ongestoord hun gang gaan.68
Het waarborgen van de mensenrechten en
het voorkomen van immense schade aan de natuur komt derhalve neer op het
verantwoordelijkheidsgevoel van de exploiterende bedrijven. Als christendemocraten doen wij een
beroep op deze verantwoordelijkheid. Wij roepen bedrijven op om bij het winnen van grondstoffen
niet langer enkel te kijken naar de laagste prijs maar eveneens, of beter: bovenal, oog te hebben voor
de consequenties die het winnen van de grondstoffen heeft voor de mens en zijn omgeving. Helaas
wordt deze verantwoordelijkheid echter nog lang niet altijd gevoeld.
UITSPRAAK 17: Het CDJA doet een moreel appel op bedrijven om bij het winnen van grondstoffen
de onvervreemdbare rechten van de mens hoog in het vaandel te houden en deze in geen geval te
veronachtzamen.
UITSPRAAK 18: Het CDJA roept de consument op om geen producten aan te schaffen waarvan het
ernstige vermoeden bestaat dat er grondstoffen in zijn verwerkt die door roof zijn verkregen.
68 Een positieve kentering kan mogelijk ontstaan doordat de Nederlandse rechter rechtsmacht aanneemt: Rechtbank ’s-
Gravenhage 30 januari 2013, LJN BY9854.
18
Overzicht uitspraken
Uitspraak 1: Nederland moet alles in het werk stellen om ook na 2025 een sterke geopolitieke positie
te hebben met betrekking tot energetische grondstoffen.
Uitspraak 2: Onderzoek naar duurzame brandstoffen zou gestimuleerd moeten worden door de
overheid en bedrijven.
Uitspraak 3: Nederland dient een grondstoffenstrategie op te stellen waarin de leveringszekerheid van
grondstoffen voor de Nederlandse economie de boventoon voert. Diplomatiek inzetten op het in stand
houden van de mondiale vrijhandel en het aangaan van bilaterale partnerschappen met producerende
landen zijn hierbij belangrijke pijlers.
Uitspraak 4: Het is van belang om ook op Europees niveau in te zetten op een grondstoffenstrategie.
Uitspraak 5: Onderzoek naar substituten en renewables voor kritische mineralen zou gestimuleerd
moeten worden door de overheid en bedrijven.
Uitspraak 6: Nederland moet ontwikkelingssamenwerking tot een integraal onderdeel maken van zijn
grondstoffenstrategie.
Uitspraak 7: De economische exploitatie van het Arctisch gebied mag niet leiden tot een excessieve
druk op de kwetsbare natuur in het gebied. Als waarnemer bij de Arctische raad, moet de Nederlandse
regering de direct betrokken landen continue aanmoedigen om rekening te houden met de kwetsbare
natuur.
Uitspraak 8: Gezien de geopolitieke verhoudingen in combinatie met het schaarser worden van
grondstoffen is het essentieel dat er niet verder wordt bezuinigd op de Nederlandse defensie en dat de
Nederlandse bijdrage aan de NAVO omhoog gaat.
Uitspraak 9: Om voedselzekerheid voor de hele wereldbevolking tot stand te brengen zijn er
onconventionele maatregelen nodig. Genetische modificatie is er hier een van, doch moet hier,
vanwege de potentiële gevaren voor de gezondheid, biodiversiteit en mogelijke afhankelijkheid van
agrarische multinationals, zeer terughoudend mee worden omgegaan.
Uitspraak 10: Vanwege de voedselveiligheid verzet de Nederlandse regering zich tegen het aanvragen
van octrooien op genetisch gemodificeerde genen en pleit in alle relevante verbanden voor een
internationaal gehandhaafd verbod.
Uitspraak 11: Vermindering van prijsstabiliteit en structurele prijsverhoging als gevolg van
speculaties op de voedselmarkt heeft een groot effect op de voedselzekerheid in arme gebieden. Dit
moet worden voorkomen. Indien nodig, moet de internationale markt worden gereguleerd.
Uitspraak 12: De vermindering van de prijsstabiliteit op de voedselmarkt vormt geen direct gevaar
voor de Europese voedselzekerheid. Strategische voorraadvorming kan zich beperken tot een aantal
essentiële voedingsmiddelen die ontbreken in de eigen productie.
19
Uitspraak 13: Nederland moet zich bij zijn handelspartners inzetten op standaardisatie van
voedselkwaliteitseisen, om te voorkomen dat incidenten leiden tot impulsieve handelsrestricties.
Uitspraak 14: De Nederlandse regering moet zich in Europees verband inzetten voor duurzame
productiemethoden.
Uitspraak 15: Grondstoffen waarvan duidelijk is dat zij worden gebruikt ter financiering van
conflicten, moeten van de (wereld)markt worden geweerd.
Uitspraak 16: Om de gevolgen van grondstoffenroof tegen te gaan, dient er duidelijkheid te worden
gecreëerd rondom de herkomst van mogelijk bij een conflict betrokken grondstoffen. De door
Nederland op dit gebied ingezette weg, juichen wij van harte toe.
Uitspraak 17: Het CDJA doet een moreel appel op bedrijven om bij het winnen van grondstoffen de
onvervreemdbare rechten van de mens hoog in het vaandel te houden en deze in geen geval te
veronachtzamen.
Uitspraak 18: Het CDJA roept de consument op om geen producten aan te schaffen waarvan het
ernstige vermoeden bestaat dat er grondstoffen in zijn verwerkt die door roof zijn verkregen.