“Supply chain management: Examenvragen: EXAMEN DAM 2016 1) MONDELINGE TOELICHTING

a. Basismodel voor riskmanagement uitleggenb. Geef 3 concrete voorbeelden (van de voorbije 10jaar) met een hoog

unknown-unknown gehalte. vb. Fukushima kernramp, Ebola = epidemie en Terrostische aanslagen

c. Gebruik het model uit a. om van de geidentificeerde risicobronnen uit b. 2 SC risico’s te identificeren en classificeren. Heel model uitwerken + zo op een matrix aanduiden met de assen van grootte impact en andere as is probabiliteit

d. welke mitigatiestrategiën kan je gebruiken voor de geidentificeerde risico’s?1. elimineren risico 2. kans verlagen3. impact verlagen4. transfereren risico5. accepteren

e. welk unknown-uknown risico is het moeilijkste te voorkomen? (mag een ander zijn dan de hiervoor vermelde)Natuurramp: tsunami

VRAAG 2a. Beschrijf de 2 herbevoorradingstrategiën, teken grafisch en geef de

formulescontinuous en periodic review

b. Wat is risk pooling?c. Bij welke van de 2 strategiën uit a. heeft risk pooling de grootste impact?

(gebruik de formules om toe te lichten)

VRAAG 3a. Leg het Bullwhip effect uit en hoe dit te kwantificeren is.b. Welke factoren contribueren aan het Bullwhip effect en hoe kan men dit

minimaliseren?c. Leg Accurate response uit en ook in de context van Bullwhip.

VRAAG 4 a. Beschrijf pull, push en push-pull strategiën. Geef voor- en nadelen.b. Welke karakteristieken van een productfamilie horen het best bij elks? c. Hoewel niet besproken in de les, hoe zou een pull-push strategie er uit zien?

En in welke sector wordt dit gebruikt?

VRAAG 5: Oefening over een fabriek die 2 winkels bevoorraadt.Gegeven: Winkel 1: leadtime 1, lotsize 120, service level 98% en dan de k waardeWinkel 2: leadtime 2, lotsize 80, service level 97% en dan de k waarde

Fabriek: leadtime 1, lotsize 200 (geen veiligheidsvoorraad)Dan een tabel met de vraagvoorspelling voor de 2 winkels voor 10 weken. (waren allemaal afwisselend waarden 30, 40 en 50)

a. Safety stock berekenen van de 2 winkels.b. DRP van de winkels en productieplanning van de fabriek Bij winkel 1 ligt nog 150

en winkel 2 120 ofzoiets.c. kan de fabriek de winkels tijdig beleveren? Zo nee, Wat is het servicelevel dan?d. + e. hoeveel ze naar beide winkels zouden moeten sturen om die evenveel weken

voorraad te gevea. Het moeilijke vond ik dat mijn veiligheidsvoorraden al hoger waren dan de

hoeveelheid waar de winkels mee begonnen en dus al vreemd begin was enzo. Ook dacht ik dat we de tabel kregen en moesten invullen en was dus die tabel kolommen vergeten.

EXAMEN 2014Vraag 1. a; push, pull, push-pull uitleggen, voordelen nadelen + voorbeelden. b. postponement en wat is de link met push-pull. c. push, push pull en pull linken met productfamilies. d. zara, aldi en lego: sc tekenen + welke is push/pulll enzovoort.

Vraag 3: a) verschillende vormen van samenwerking tussen leverancier en retaiiler weergevenb) VMI uitleggenc) voordelen/nadelen d) hoe implementeren. 

Vraag 4: een zuivelfabrikant wil activiteiten uitbreiden naar andere landen van europa + turkije. Finance, Maketing enzo hebben hun werk gedaan. Wat zal jij als supply manager moeten doen? >> Structuur bepalen, transport enzovoort. Gewoon uitleggen.

Vraag 5: SS berekenen, DRP oefening.

EXAMEN 2014VRAAG 1: a) productkenmerken volgens classificatie van H. Lee Matrix: SUPPLY: stable/evolving VRAAG: innovative/functional

b) 4 soorten supply chains met verschillend decoupling point toewijzen aan elke classificatie1. Efficient SC2. Risk-hedging SC3. Responsive SC4. Agile SC

c) deze 4 clusters toewijzen aan verschillende fases van PLC

2) SS formules obv vraag/forecast + wat geeft kleinste SS en welke is meest realistisch3) RFID + voordelen + Metro issues4) Je bent een meubeldesigner die werkt voor meubelketen en wil uitzoeken wat je moet doen voor eigen lijn op te zetten met eigen winkels en/of webshop. Welke info heb je nodig, welke SCM beslissingen maak je,...5) oefening zoals KLF