Web viewVoorbeeldexamenvragen instrumentele chemie partim spectrometrie / elektrochemie. Te kennen:...

4

Click here to load reader

Transcript of Web viewVoorbeeldexamenvragen instrumentele chemie partim spectrometrie / elektrochemie. Te kennen:...

Page 1: Web viewVoorbeeldexamenvragen instrumentele chemie partim spectrometrie / elektrochemie. Te kennen: - alle vetgedrukte begrippen kunnen verklaren - oefeningen

Voorbeeldexamenvragen instrumentele chemie partim spectrometrie / elektrochemie

Te kennen:

- alle vetgedrukte begrippen kunnen verklaren

- oefeningen analoog als deze in de les kunnen oplossen

Onderstaande lijst geeft het type vragen weer dat op het schriftelijk examen kan gesteld worden. Let op deze lijst is niet limitatief.

- voorbeeldvragen deel spectrometrie:

Multiple choice (let op, soms zijn er meerdere antwoorden mogelijk):

Tussen welke golflengtes bevind zich het zichtbaar licht in het elektromagnetisch spectrum?A. 200 - 800 nmB. 400 – 600 nmC. 400 – 800 nmD. 600 – 800 nm

Met welk soort energie-overgangen komt straling in het ver IR-gebied overeen?A. elektronenovergangen in de binnenbanen van de atomenB. overgangen van valentie-elektronen in atomenC. trillingen van atomen in moleculenD. draaiingen van moleculen

Als een oplossing een blauwe kleur heeft, welk kleur zal het licht hebben waarbij je de absorbantie van deze blauwe oplossing gaat meten?

A. groenB. geelC. roodD. blauw

Duid de voordelen van AAS aanA. snelle analyseB. multi-element methodeC. duurD. goedkoopE. zeer specifiek

Page 2: Web viewVoorbeeldexamenvragen instrumentele chemie partim spectrometrie / elektrochemie. Te kennen: - alle vetgedrukte begrippen kunnen verklaren - oefeningen

Open vragen:

Wat is het verband tussen de transmissie en de absorbantie van een component?

Hoe kan je de molaire absorbantiecoëfficient van een absorberende component bepalen?

Wanneer is de wet van Lambert-Beer geldig?

Leg het verloop van volgende fotometrische titratie uit aan de hand van een tekening. Duid ook het equivalentiepunt aan. S + R P met εS= εp en εR >>0

Wat is het verschil tussen de singlet en triplet toestand van een elektron. Met welk proces worden beide toestanden geassocieerd?

Waarom bevat een fluorimeter twee monochromators en een UV-VIS spectrofotometer slechts 1 monochromator?

Hoe kan je DNA fragmenten met fluorescentiespectrometrie gaan bepalen?

Waarom wordt bij AAS voornamelijk gebruikt gemaakt van een holle kathodelamp ipv een polychromatische lichtbron en een monochromator? Hoe werkt deze holle kathodelamp?

Welke voordelen biedt oven-AAS tgo vlam-AAS?

Rangschik volgens stijgende temperatuur de volgende excitatiebronnen: vlam, plasma, vonk en boog.

Wat is een interne standaard, waarom wordt deze gebruikt?

Welke soort vibraties bestaan er? (hoofdgroepen)

IR spectrum van een molecule (bvb. Salicylzuur). Duid op het spectrum het fingerprintgebied aan en eventuele absorptiebanden afkomstig van functionele groepen.

Page 3: Web viewVoorbeeldexamenvragen instrumentele chemie partim spectrometrie / elektrochemie. Te kennen: - alle vetgedrukte begrippen kunnen verklaren - oefeningen

- voorbeeldvragen deel electrochemie:

Figuur met een galvanische cel waarop de elektronenstroom is aangeduid. Duid zelf de anode en kathode aan + waar de reductie en oxidatie doorgaat.

Wanneer mag je de activiteitscoëfficiënt van een oplossing gelijk stellen aan 1?

Figuur van een bepaalde elektrode: welke elektrode wordt hier afgebeeld, bespreek de werking, wat kan ermee bepaald worden/ waarvoor dient deze elektrode,…

Welke fouten kunnen er optreden tijdens een pH meting

Welk voordelen bied de potentiometrische titratie tgo de klassieke titratie met indicator?

Welke factoren beïnvloeden het massatransport bij een elektrolyse?

Welke types overpotentiaal bestaan er + bespreek ze kort

Bespreek de werking ve elektolyse bij constante potentiaal/glucosemeter/pH meting, … adv de gegeven figuur

Duid op de stroom/potentiaalcurve volgende gebieden aan: reststroom, stroomsprong, limietstroom, …. + verklaar het verloop van de curve.

Teken het verloop van de amperometrische neerstlagtitratie van … (verschillende mogelijkheden, titrant wordt gereduceerd, te bepalen bestanddeel wordt gereduceerd, …)

Waarom wordt bij een coulometrische titratie (constante stroom) een tweede reductans in overmaat toegevoegd. Aan welke voorwaarden moet dit reductans voldoen?