LWG klinisch redeneren – HOAC 2

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypotheses

Casus Dhr. K., 40 jaar oud: Sinds 3 maanden wat zeurende klachten van de rechter schouder aan de ventrale zijde. 4 weken geleden een injectie gehad van de huisarts, dit heeft eigenlijk niet geholpen

(infiltratie van de bursa subacromialis). Komt nu op verwijzing van de huisarts: Impingement klachten rechts o.b.v.?

Initiële hypotheses:- H1 De klachten worden veroorzaakt door een subacromiaal pijn syndroom- H2 De klachten worden veroorzaakt door een mobiliteitsbeperking van het

glenohumerale gewricht- H3 De klachten worden veroorzaakt door een verminderde bewegingscoördinatie van

de schoudergordel- H4 De klachten worden veroorzaakt door een instabiliteit van de schoudergordel- H5 De klachten worden veroorzaakt door krachtsverlies van de schoudermusculatuur

Fase 2A: Anamnese en bijgestelde hypotheses

Patiënt Identified Problems (PIP’s):Dhr. K., 40 jaar oud, heeft sinds 3 maanden wat zeurende klachten van de rechter schouder. Dhr. heeft vooral de dagen na het volleyballen meer klachten, evenals nadat hij wat in huis aan het klussen is geweest. 4 weken terug is dhr. bij de huisarts geweest, heeft toen een infiltratie van de bursa subacromialis gehad dit zonder resultaat. De laatste 3 maanden houden de klachten aan en verbeteren niet. De zeurende pijn zit wat op de schouder en iets naar ventraal. Verder heeft dhr. de laatste maanden vooral aan het einde van de werkweek wel wat last van een stijve nek. Dit gaat overigens weer snel weg met bewegen en veranderen van houding. Dhr. is voor zijn werk planner binnen de logistiek. Hij gaat 1x per week hardlopen en 1x per week recreatief een potje volleyballen. Dhr. gaat op de fiets naar zijn werk, dit is 20 minuten fietsen. Verder is hij getrouwd en heeft 2 kinderen. Dhr. heeft vroeger vrij hoog gevolleybald en trainde toen 4-5x per week. In die tijd heeft hij nooit echt schouderklachten gehad, behoudens 1x een clavicula fractuur rechts.

Bijgestelde hypotheses:- H1 De klachten worden veroorzaakt door een subacromiaal pijn syndroom

(AANHOUDEN)- H2 De klachten worden veroorzaakt door een mobiliteitsbeperking van het

glenohumerale gewricht (AANHOUDEN) - H3 De klachten worden veroorzaakt door een verminderde bewegingscoördinatie van

de schoudergordel (AANHOUDEN)- H4 De klachten worden veroorzaakt door een instabiliteit van de schoudergordel

(AANHOUDEN)

- H5 De klachten worden veroorzaakt door krachtsverlies van de schoudermusculatuur (AANHOUDEN)

- H6 De klachten worden veroorzaakt door een bewegingsbeperking in het AC gewricht (NIEUW)

- H7 De klachten worden veroorzaakt door een bewegingsbeperking van de cervicale / hoog thoracale wervelkolom (NIEUW)

Fase 2B: Onderzoek op ICF-niveau

Non Patiënt Identified Problems n.v.t.

Hypothese 1: De klachten worden veroorzaakt door een subacromiaal pijn syndroom- Doelstelling:

Aantonen dat er sprake is van een subacromiaal pijn syndroom- Middel:

Impingementtesten aantonen externe subacromiale impingement / interne posteriosuperior glenoidale impingement:

o Painfull arc o Empty can testo Hawkins kennedyo Jobeo Neero Apprehension

Bepalen primaire / secundaire impingement:o Relocation + release test

Bepalen rotator cuff pathologie / scapula dyskinesie / instabiliteit / biceps – SLAP pathologie / GIRD (zie schema Ann Cools)

- Uitkomst: ….

- EBP: Artikel + schema Ann Cools Cools AM, Cambier D, Witvrouw EE; Screening the

athlete’s schoulder for impingement symptoms: a clinical reasoning algortihm for early detection of shoulder pathology

Hypothese 2: De klachten worden veroorzaakt door een mobiliteitsbeperking van het glenohumerale gewricht

- Doelstelling: Aantonen dat er een bewegingsbeperking is in het glenohumerale gewricht

- Middel: Actief en passiefbewegingsonderzoek van het glenohumerale gewricht, waarbij links

en rechts vergeleken worden. Letten op: ROM, aanwezigheid van pijn, eindgevoel, weerstand in het verloop van de beweging en optredende geluiden.

- Uitkomst: Anteflexie/Retroflexie, norm 180/0/80 Abductie-elevatie, norm 180 Exorotatie/endorotatie 0 stand, norm 80/0/110 Exorotatie/endorotatie 90 graden abd, norm 80/0/110

Hypothese 3: De klachten worden veroorzaakt door een verminderde bewegingscoördinatie van de schoudergordel

- Doelstelling: Aantonen dat er sprake is van een verminderde bewegingscoördinatie van de

schoudergordel- Middel:

..- Uitkomst:

..

Hypothese 4: De klachten worden veroorzaakt door een instabiliteit van de schoudergordel- Doelstelling:

Aantonen dat er sprake is van instabiliteit van het glenohumerale gewricht- Middel:

Relocation test Relocation release test Apprehension test Laxity test

- Uitkomst: …

- EBP: Artikel + schema Ann Cools (zie boven bij hypothese 1).

Hypothese 5: De klachten worden veroorzaakt door krachtsverlies van de schoudermusculatuur- Doelstelling:

Aantonen dat er sprake is van krachtsverlies van de schoudermusculatuur- Middel:

Weerstandstesten aan de hand van de Medical Research Counsil scale for muscle strength. Hierbij worden link en rechts met elkaar vergeleken.

- Uitkomst: Anteflexie .. Retroflexie .. Abductie .. Adductie .. Exorotatie .. Endorotatie ..

Hypothese 6: De klachten worden veroorzaakt door een bewegingsbeperking in het AC gewricht- Doelstelling:

Aantonen dat er sprake is van een bewegingsbeperking van de clavicula bij het AC gewricht

- Middel: Stenvers testen (clavicula rol)

- Uitkomst: …

Hypothese 7: De klachten worden veroorzaakt door een bewegingsbeperking van de cervicale / hoog thoracale wervelkolom

- Doelstelling: Aantonen dat er sprake is van een bewegingsbeperking van de cervicale en hoog

thoracale wervelkolom- Middel:

Actief en passief bewegingsonderzoek van de cervicale wervelkolom Stenvers testen

- Uitkomst: ..

Fase 3: Definitieve hypotheses, advies en behandelingDefinitieve hypothesesVerklaringPrognoseIndicatie fysiotherapieFysiotherapeutische behandeling, doelstellingen

Fase 4: Meetinstrumenten, behandeling en evaluatie Evaluatie klinimetrie