iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over....

14
In Nederland blijven alleen lege boekenkasten over Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht vijftig procent. In België, Duitsland en Frankrijk stijgt de verkoop juist. Geen wonder, het Nederlandse onderwijs geeft weinig aandacht aan lezen. De leeserosie bedreigt het intellectuele bindweefsel van de samenleving en de kwaliteit van het openbare leven, betoogt Bastiaan Bommeljé. Een kwart procent koopkrachtdaling en een begrotingstekort dat 0,2 procent hoger uitvalt, bleken na de Troonrede voldoende voor vijf volwassen heren om onder leiding van een gepensioneerde presentator op de tv een uur lang onverstaanbaar door elkaar te praten. In hun opwinding hadden deze fractieleiders van de grote politieke partijen geen oog voor de andere crisis die Nederland ver in de Europese achterhoede terugwerpt. Dat is de crisis van de grote cijfers, de crisis die niet voorbijgaat als de wereldeconomie aantrekt, de crisis die het intellectuele bindweefsel van de samenleving aantast, en de crisis die de toekomst van de nieuwe generaties blijvend bedreigt. Ik doel hier op de terugval van de boekenverkoop met 20 procent tussen 2008 en 2012, een neergang die in 2013 nog verder versnelt (afgelopen april alleen al was de afname bijna 21 procent ten opzichte van ‘rampjaar’ 2012, en in het gehele tweede kwartaal lag de afzet van boeken 11 procent lager dan een jaar geleden). De daling in de afzet van boeken is dermate structureel dat het Centraal Boekhuis (het distributiebedrijf voor de gehele Nederlandse boekenbranche) in zijn eigen, niet openbare, strategische beleidsvisie uitgaat van een totale krimp van de boekenafzet in Nederland met 50 procent in de komende jaren ten opzichte van het ‘topjaar’ 2008, toen de Nederlandse bevolking 50,6 miljoen boeken aanschafte. De voorziene afname naar 25 miljoen verkochte boeken per jaar, ofwel het niveau van 1988, heeft het Centraal Boekhuis genoopt tot ingrijpende maatregelen. Nu al worden vrachtauto’s van de boekenverdeler voor meer dan een derde gevuld met modeartikelen en medische apparatuur, want van leesvoer alleen kan de schoorsteen

Transcript of iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over....

Page 1: iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over. Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht

In Nederland blijven alleen lege boekenkasten over

Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht vijftig procent. In België, Duitsland en Frankrijk stijgt de verkoop juist. Geen wonder, het Nederlandse onderwijs geeft weinig aandacht aan lezen. De leeserosie bedreigt het intellectuele bindweefsel van de samenleving en de kwaliteit van het openbare leven, betoogt Bastiaan Bommeljé.

Een kwart procent koopkrachtdaling en een begrotingstekort dat 0,2 procent hoger uitvalt, bleken na de Troonrede voldoende voor vijf volwassen heren om onder leiding van een gepensioneerde presentator op de tv een uur lang onverstaanbaar door elkaar te praten.

In hun opwinding hadden deze fractieleiders van de grote politieke partijen geen oog voor de andere crisis die Nederland ver in de Europese achterhoede terugwerpt. Dat is de crisis van de grote cijfers, de crisis die niet voorbijgaat als de wereldeconomie aantrekt, de crisis die het intellectuele bindweefsel van de samenleving aantast, en de crisis die de toekomst van de nieuwe generaties blijvend bedreigt.

Ik doel hier op de terugval van de boekenverkoop met 20 procent tussen 2008 en 2012, een neergang die in 2013 nog verder versnelt (afgelopen april alleen al was de afname bijna 21 procent ten opzichte van ‘rampjaar’ 2012, en in het gehele tweede kwartaal lag de afzet van boeken 11 procent lager dan een jaar geleden).

De daling in de afzet van boeken is dermate structureel dat het Centraal Boekhuis (het distributiebedrijf voor de gehele Nederlandse boekenbranche) in zijn eigen, niet openbare, strategische beleidsvisie uitgaat van een totale krimp van de boekenafzet in Nederland met 50 procent in de komende jaren ten opzichte van het ‘topjaar’ 2008, toen de Nederlandse bevolking 50,6 miljoen boeken aanschafte.

De voorziene afname naar 25 miljoen verkochte boeken per jaar, ofwel het niveau van 1988, heeft het Centraal Boekhuis genoopt tot ingrijpende maatregelen. Nu al worden vrachtauto’s van de boekenverdeler voor meer dan een derde gevuld met modeartikelen en medische apparatuur, want van leesvoer alleen kan de schoorsteen niet meer roken. Tegenwoordig blijkt het vernietigen van boekoverschot bijna even profijtelijk als het distribueren van boeken.

Toegegeven, volgens sommige retailinstanties is de afname van de boekenverkoop sinds 2008 niet 20 procent (dat betreft de via het Centraal Boekhuis uitgeleverde boeken), maar vanuit de winkelkassa bekeken veeleer ‘slechts’ 12 of 16 procent. Zeker is echter dat de vraaguitval enorm groot is, verder toeneemt en structureel lijkt. Voor de samenleving heeft dat ingrijpende gevolgen.

Voor de duidelijkheid zij hier opgemerkt dat de verkoop van e-boeken (digitale teksten dus) geen soelaas biedt. De afzet van e-boeken stijgt wel, maar besloeg in 2012 niet meer dan 2,7 procent van de totale boekenafzet en zal dit jaar uitkomen op zo’n 4 procent bij een afvlakkende groei.

Nee, de terugval in de boekenverkoop komt niet volledig voor rekening van de economische crisis. Zo blijkt de verkoop van boeken in omringende eurolanden zich veel beter te handhaven dan bij ons. In Frankrijk bijvoorbeeld, steeg de boekenverkoop tussen 2003 en 2012 met 6,9 procent en bleef het

Page 2: iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over. Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht

aantal van 2.500 boekwinkels stabiel, terwijl in Duitsland de verkoop in 2012 steeg met 1,8 procent en in België de afzet in de eerste helft van 2013 steeg met 3,1 procent.

De neergang in ons land is kortom een typisch Nederlands verschijnsel. Het land waar meer dan 30 procent een hbo- of universitair diploma heeft, het land waar het parlement unaniem een motie aannam waarin werd besloten dat de natie tot de beste vijf kenniseconomieën van de wereld moest behoren, dat land lijdt aan de meest acute vorm van ontboeking van Europa.

Is er voor het typisch Nederlandse verschijnsel ook een typisch Nederlandse verklaring? Ja, die is er. Al jaren voltrekt de ontlezing in ons land zich veel sneller dan in omringende landen. Het Sociaal Cultureel Planbureau becijferde dat de vrije tijd die Nederlanders boven de 12 jaar besteden aan het lezen van gedrukte media tussen 1975 en 2005 met 44 procent is afgenomen, van 6,1 naar 3,8 uur per week.

Sindsdien is de situatie niet beter geworden. Sinds 2008 besteedt de Nederlandse bevolking nog eens 29 procent minder tijd aan lezen (voor boeken is de afname 20 procent).

Verontrustender nog is de vaststelling dat de aanwas van lezers stagneert: 60-plussers in Nederland lezen bijna zes keer zoveel als jongeren tussen 10 en 19 jaar, die gemiddeld nog maar twaalf minuten per dag lezen. Het leeftijdsverschil is het grootst voor kranten (die worden 18 keer zo weinig gelezen onder 12- tot 19-jarigen als onder ouderen), gevolgd door boeken (drie keer zo weinig) en tijdschriften (twee keer zo weinig). Dit generatieverschil is veel groter dan in de rest van Europa, waar ouderen nog niet eens drie keer meer lezen dan jongeren.

Weinig opbeurend is ook dat, wat betreft leesvaardigheid, Nederlandse basisscholieren al jaren terrein verliezen ten opzichte van leeftijdsgenootjes in andere landen.

Volgens het gezaghebbende internationale onderzoek PIRLS behoort Nederland, samen met onder meer Bulgarije, Roemenië, Litouwen en Marokko, tot de weinige landen waar de leesprestaties sinds 2001 significant zijn verslechterd.

Nederlandse scholieren presteren vooral minder goed op de cognitief complexere taken. Zo behalen ze op het gebied van interpreteren, integreren en evalueren van teksten duidelijk veel lagere scores dan Europese leeftijdgenoten.

Onlangs toonde staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker zich ‘geschokt’ dat van de Nederlandse leerlingen slechts 7 procent het hoogste vaardigheidsniveau bij lezen behaalt, minder dan de helft van de 18 procent leerlingen in Finland en Engeland.

Maar ook volgens de eigen Nederlandse maatstaven is de leesvaardigheid van de Nederlandse jeugd onder de maat. Zo slaagt in groep 8 van de basisschool slechts de helft van de leerlingen voor het onderdeel ‘interpreteren van tekst’, tegen een streefcijfer van 70 à 75 procent.

In groep 4 scoort een derde van alle leerlingen een onvoldoende voor technisch lezen. In groep 5 behaalt slechts 33 procent van de leerlingen de standaard voor het begrijpen van teksten en 60 procent voor het interpreteren, tegen beoogde percentages van 70 à 75 procent.

Niet lang geleden waarschuwde de onderwijsinspectie dat een kwart van de leerlingen de basisschool verlaat met een leesvaardigheidsachterstand van tenminste twee jaar. Deze achterstand wordt tijdens de verder schoolloopbaan nooit meer ingelopen.

Page 3: iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over. Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht

Geen wonder wellicht, want op Nederlandse middelbare scholen blijkt veel minder tijd te worden besteed aan ‘kernvakken’ als taal en rekenen’ dan in andere Europese landen. Nederlandse middelbare scholieren besteden 13,8 uur per week aan deze kernvakken, tegenover een gemiddelde van 17,9 uur per week in omringende landen. Deze achterstand geldt met name voor lezen, schrijven en literatuur, met 4,89 versus 6,28 uur per week.

Dit blijft niet zonder gevolgen. De leesvaardigheid van volwassen Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar is tussen 1994 (International Adult Literacy Survey) en 2008 (Adult Literacy and Life Skills Survey) duidelijk afgenomen.

Opmerkelijk is dat in deze periode van explosieve groei van het hoger onderwijs in Nederland vooral het percentage ‘hooggeletterden’ terugliep, van 15,5 procent naar 11,9 procent van de bevolking. De cijfers wijzen uit dat de verslechterende leesvaardigheid in Nederland het sterkst is bij middelbaar en hoger opgeleiden.

Is dit erg, zult u vragen. Moeten wij nog wel boeken lezen, nu alle informatie onder handbereik is op pc of tablet? Dit lijkt een gerechtvaardigde vraag, en het is daarom prettig dat er een duidelijk antwoord op te geven valt.

Reeds in 2004 bleek uit diverse studies dat ‘ontlezing’ resulteert in de achteruitgang van de algehele schoolprestaties van kinderen. Een vorig jaar in het Tijdschrift voor Communicatiewetenschap gepubliceerd vervolgonderzoek maakte zelfs duidelijk dat het lezen van boeken voor kinderen in het basisonderwijs een rechtstreekse positieve invloed heeft op de scores op alle Cito-onderdelen, en dat dit bij geen enkel ander medium met informatie (zoals tablets of pc’s) het geval is. Sterker nog: uit dit onderzoek bleek het lezen van boeken van een hoog niveau de beste voorspeller voor Cito-scores.

Ook als er werd gecorrigeerd voor factoren als ouderlijk opleidingsniveau en allochtone herkomst, blijft de significante positieve samenhang bestaan. Daarentegen blijken de verbanden tussen de Cito-scores en het gebruik van televisie, internet en games allemaal negatief. Zelfs het lezen van tijdschriften houdt geen significant verband met Cito-scores. Anders gezegd: het lezen van boeken is de enige ‘mediaconsumptie’ die een positieve samenhang vertoont met Cito-scores.

Nu valt te begrijpen waarom de gemiddelde Cito-score in Nederland al jaren daalt. Alleen al tussen 2011 en 2012 nam het aantal basisschoolleerlingen met een score hoger dan 548 op de eindtoets af van 5,4 procent naar 4,9 procent. Nu valt evenzeer te begrijpen waarom in 2012 uit een Gronings onderzoek bleek dat liefst een kwart van de leerlingen met de hoogste Cito-scores er niet in slaagt binnen zes jaar het vwo-diploma te halen. De onderzoekers noemden dat in Europees perspectief zeer uitzonderlijke percentage ‘schrikbarend hoog’.

Bij het lezen van boeken, zo houden de geleerden ons voor, speelt het verschijnsel van reciproke causaliteit. Ook uit de Leidse disseratie To Read or Not To Read uit 2010 van S. Mol bleek deze wederzijdse beïnvloeding van lezen en cognitie: het lezen van boeken leidt simpelweg tot schoolsucces en hogere intelligentie.

Opvallend is dat dit effect van lezen met elk schooljaar sterker wordt. Het lezen van boeken verklaart 12 procent in de woordenschat van peuters en kleuters, 13 procent in de middenbouw van de basisschool, 19 procent in de bovenbouw van de basisschool en de eerste klassen van het voortgezet onderwijs, 30 procent van de hogere klassen van het voortgezet onderwijs en 34 procent van de woordenschat op hbo- en universiteitsniveau.

Page 4: iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over. Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht

Omgekeerd is er ook een overduidelijke relatie tussen de ontlezing van de jeugd in Nederland en de afnemende taalvaardigheid onder studenten. Nog in 2010 werd in Levende Talen Magazine uitvoerig stilgestaan bij het probleem van de lacunes in de beheersing van het Nederlands bij eerstejaarsstudenten. Het bleek dat de huidige generatie ‘ontleesde’ studenten aanzienlijke moeite heeft met basisvaardigheden als spellen, grammatica en helder formuleren.

Veel meer dan vroeger bleken teksten van studenten van de hak op de tak te springen en defectief wat betreft het onderscheiden van hoofdzaken van bijzaken. Daarenboven begrijpen veel ‘ontleesde’ studenten het verschil tussen citeren en parafraseren niet, en blijken zij ondanks hun digitale handigheid onvoldoende in staat de kwaliteit van internetbronnen in te schatten.

Deze problemen op het gebied van schrijfvaardigheid bleken rechtstreeks samen te hangen met problemen op het gebied van leesvaardigheid: een veel grotere groep dan vroeger bleek te struikelen over moeilijke woorden en het begrijpen van argumentatieve verbanden.

Oog in oog met deze nieuwe werkelijkheid hebben de meeste instellingen voor hoger onderwijs inmiddels alle boekententamens afgeschaft, maar zijn ook zo wantrouwend over de schrijfvaardigheid van de studenten dat alle scripties nu gevoed moeten worden door het computersysteem SafeAssign, dat controleert op plagiaat en overschrijven.

Hier houden onkunde en wantrouwen elkaar in een wurgende omstrengeling.

Maar digitaal lezen dan? Is dat niet veel moderner, eigentijdser en handiger dan al dat stoffige papier? Ook naar deze vragen is diepgaande studie gedaan, onder meer door de Amerikaan Ziming Lui (Reading behavior in the digital environment) en de Mexicaanse Elsa Ramirez (The impact of the Internet on the reading practices).

De bevindingen van deze onderzoeken zijn even unaniem als duidelijk. Het lezen van digitale teksten blijkt geheel anders te werken dan het lezen van papier. Digitaal lezen voltrekt zich veel minder ‘lineair’, veel chaotischer, meer gefragmenteerd en minder geconcentreerd. Uiteindelijk gaat digitaal lezen zo’n 30 procent langzamer dan lezen van papier en resulteert het in significant minder opname van informatie en vooral argumentatie.

Hierbij dient te worden aangetekend dat lezen op een e-reader (vooral gedaan door ouderen) het traditionele lezen veel meer benadert dan het lezen van tablet, pc of mobieltje (vooral gedaan door jongeren).

Die laatste vorm van lezen onderscheidt zich sterk negatief wat betreft lineariteit, snelheid, begrip en bovenal het uitlezen van teksten. Het non-lineair lezen (scannen en skimmen) leidt aantoonbaar tot een verbrokkelend begrip. Van alle boeken die op een tablet, pc of mobiel worden ‘gelezen’, blijkt dan ook minder dan 5 procent daadwerkelijk te worden uitgelezen.

Zo wordt het duidelijk dat het lezen van boeken veel meer bijdraagt tot cognitieve ontwikke-ling dan het werken met digitale mediadragers.

Sterker nog: uit een omvangrijke studie in 2011 van Mark Taylor, socioloog aan de Universiteit van Oxford, bleek dat het lezen van boeken de enige buitenschoolse activiteit op tienerleeftijd is die een positief effect heeft op de latere loopbaan, terwijl het gebruik videogames of internet de kans op een universitaire carrière juist aanzienlijk zouden verkleinen.

Page 5: iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over. Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht

Dit strookt met Nederlandse bevindingen dat er een significant positief verband is tussen het gebruik van social media als Facebook en de kans dat een leerling blijft zitten op school.

Dit zijn de feiten, ze zijn helder, ze zijn toetsbaar en ze worden door weinigen betwist, afgezien van de laatste orthodoxe gelovigen in het heil van digitalisering. Nu blijkt het ook evident dat de boekloze Steve Jobs-scholen helemaal niet modern zijn, maar eerder gefundeerd op een soort Amish-achtig messiaans geloof in tablets. In dit licht is het ook te begrijpen hoe diep de misvattingen zijn die ten grondslag liggen aan de nieuwe bibliotheekwet die de ministerraad zojuist heeft aangenomen, en die voorziet in een nationale digitale bibliotheek, nadat de afgelopen jaren vele honderden bibliotheekfilialen met echte boeken werden gesloten (maar die filialen tellen niet mee in de officiële statistieken, zodat de overheid kan volhouden dat ‘het aantal bibliotheken’ ongewijzigd is gebleven).

In dit perspectief valt wellicht ook te aanvaarden waarom in deze krant de afgelopen twee jaar de columnisten onder de 50 jaar (anders dan hun oudere collega’s) vrijwel nooit een boek noemden als inspiratie voor hun entrefilet, en daarentegen wel enige tientallen malen De Wereld Draait Door of Pauw & Witteman.

En waarom deze krant tien jaar geleden nog een rubriek kende voor buitenlandse bladen als Foreign Affairs en Le Point, alsook een rubriek voor literaire tijdschriften, en nu slechts roddelbladen en vrouwenbladen bespreekt. Dat is grappig bedoeld, hoop ik, zoals zo veel in de eigentijdse journalistiek grappig is bedoeld.

In dit perspectief valt in elk geval te begrijpen waarom de verkoop van boeken in Nederland instort, terwijl die in bijvoorbeeld Frankrijk nog steeds licht stijgt.

Franse scholieren hebben te maken met hun baccalauréat, waarvoor ze zo’n 100 tot 150 boeken moeten lezen. In Nederland hebben we vijftig jaar onderwijshervorming achter de rug, zodat boekenlijsten, voor zover die nog bestaan, op menige school mogen worden afgewerkt door het inleveren van videofilmpjes.

Inmiddels is het besef doorgedrongen dat Nederland wat betreft de economische crisis zo ver achterblijft bij de buurlanden omdat wij leefden in de typische Nederlandse illusie van welvaart zonder productie en van consumptie zonder arbeid. Wij hadden immers het beste hypotheek- en het beste pensioensysteem ter wereld. En nu ontwaken wij ruw uit de roes van wat in wezen de grootste speculatieve vastgoedzeepbel uit de recente geschiedenis was.

Evenzo dient het besef door te dringen dat wij wat betreft het kopen van boeken zo ver achterblijven bij de buurlanden omdat wij leefden in de typisch Nederlandse illusie van hoger opgeleid worden zonder moeite, van een kenniseconomie zonder inspanning. Wij vertelden onszelf dat we een belezen land waren. En nu ontwaken wij ruw uit de roes van de grootste intellectuele zeepbel uit de recente geschiedenis.

Wij leven in een land dat steeds voller wordt met communicatiedeskundigen en steeds leger wat betreft bibliotheken, een land dat steeds voller wordt met literaire prijzen en steeds leger wat betreft boekenkopers. Onherroepelijk nadert de dag waarop de student die tijdens college computerspelletjes speelt op zijn tablet, en de verbetermanager die zijn bonus uitrekent op zijn Blackberry, alsook de scholiere die met een koptelefoon op via haar iPhone zichzelf ‘liked’ op haar eigen Facebook-pagina domweg gelukkig zijn in hun boekloze existentie. Die dag zal de nul-dimensionale mens zijn voltooiing hebben gevonden.

Page 6: iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over. Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht

NIET LEZEN, SLECHT REKENENDe voorlopige resultaten van de rekentoets in het voortgezet onderwijs en mbo zijn slecht, maar dat is geen reden de invoering ervan uit te stellen of de inhoud aan te passen. Aldus de staatssecretaris van Onderwijs onlangs in de Tweede Kamer.

Eigenlijk is alleen het bestaan van een dergelijke toets al absurd. Wie het basisonderwijs heeft doorlopen kan behoorlijk rekenen. Toch?

Maar als nu blijkt dat dit niet zo is wordt de schuld gelegd bij de leerlingen. Dat vind ik oneerlijk. Leerlingen hebben niet alleen een leerplicht maar ook een leerrecht. Dat zo’n recht inhoudt dat je de basisvaardigheden hebt geleerd lijkt mij niet meer dan logisch.

Een meerderheid in de Tweede Kamer denkt daar anders over: een rekentoets is nodig. Wel zijn de Kamerleden ontevreden over de vorm van de huidige rekentoets. De leerlingen worden namelijk getest met behulp van het zogenaamde realistische rekenen en dat houdt in dat ze ook goed moeten kunnen lezen. Nu wil ik me niet uitspreken over de ‘talige’ rekentoets die in dit geval gebruikt is maar het lijkt me evident dat van de leerlingen verwacht mag worden dat ze een stukje tekst kunnen lezen. Zo moeilijk is dat toch niet?

Helaas, het is met de leesvaardigheid van Nederlandse leerlingen slecht gesteld. Hierover verscheen onlangs een uitgebreid artikel van Bastiaan Bommeljé in NRC Handelsblad ( 21 september 2013 )   met de titel ‘In Nederland blijven alleen lege boekenkasten over’. Bommeljé verschaft een grote hoeveelheid ‘harde’ gegevens waarvan ik er enkele zal noemen. Bijvoorbeeld: in groep 8 van de basisschool slaagt slechts de helft  van de leerlingen voor het onderdeel ‘interpreteren van tekst’, terwijl het streefcijfer 70 à 75 procent is.  Niet lang geleden waarschuwde de onderwijsinspectie dat een kwart van de leerlingen de basisschool met een leesvaardigheidsachterstand verlaat van tenminste twee jaar. Deze achterstand wordt tijdens de verdere schoolloopbaan nooit meer ingelopen. Bommeljé heeft ook ontdekt dat op Nederlandse middelbare scholen veel minder tijd wordt besteed aan lezen, schrijven en literatuur dan in andere Europese landen. De kern van zijn betoog is dat er in Nederland steeds minder gelezen wordt. De zg. ‘ontlezing’ voltrekt zich in ons land veel sneller dan in omringende landen. In België, Duitsland en Frankrijk stijgt de boekverkoop nog, in Nederland is er een daling met meer dan 20% vanaf 2008. Bommeljé maakt ook aannemelijk dat het lezen van boeken een positief effect heeft op cognitie en schoolsucces. Hij refereert o.a. aan onderzoek waaruit blijkt dat het lezen van boeken voor kinderen in het basisonderwijs een rechtstreekse positieve invloed heeft op alle Cito-onderdelen. Nog een belangrijk punt: het lezen van boeken draagt veel meer bij tot cognitieve ontwikkeling dan het werken met digitale mediadragers ( bv. tablet, pc of mobieltje).

Het artikel van Bommeljé is voor iemand die in het onderwijs werkt of heeft gewerkt geen opwekkende lectuur. Vermoedelijk is er ook weinig op af te dingen want er is tot nu toe geen weerwoord op gekomen van onderwijskundigen of managers. Men leest liever dat de OECD heeft gezegd dat het Nederlandse onderwijs het prima doet.

Bommeljé meent dat wij in Nederland leven met de ‘de typisch Nederlandse illusie van hoger opgeleid worden zonder moeite, van een kenniseconomie zonder inspanning.’ Zo’n uitspraak is een generalisatie maar sluit – jammer genoeg- goed aan bij veel van wat de praktijk laat zien.

En nu maar hopen dat het extra geld dat de regering beschikbaar wil stellen voor het onderwijs ook werkelijk tot verbetering leidt. Wie het gelooft mag het zeggen!

 

J.C. Traas

Page 7: iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over. Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht

In de zomervakantie lezen leerlingen het ene na het andere boek, is mijn ervaring als leraar Nederlands, zonder dat iemand hen daartoe verplicht. Dan hebben ze eindelijk rust: geen toetsen, geen Netflix en geen WiFi. Op mijn school probeer ik leerlingen ook tijdens het schooljaar aan het lezen te krijgen. Hoe? Een verhaal over boekenlijsten, Wolkers en literair badmintonnen.

Hoe een doodgewone school leerlingen aan het lezen krijgt'Ik kan nu wat vragen stellen om te checken of jullie het wel gelezen hebben, maar dat zou gemeen zijn.' Er volgt geen ongemakkelijk gegiechel, want ze hebben het allemaal gelezen.

De leerlingen van De Boekenclub op mijn school zijn in het theater van de stad om met schrijver Bert Wagendorp in gesprek te gaan over zijn boek Ventoux. Drie kwartier hebben ze om hem vragen te stellen. Hoe voelt het om je boek uit handen te moeten geven voor een toneelbewerking? Voelt het overlijden van een personage voor de schrijver ook een beetje als een begrafenis? En wat verdien je daar nu mee, met zo’n boek? Na drie kwartier zitten meerdere leerlingen nog met hun vinger in de lucht. Sommigen hebben hun boek meegenomen voor een handtekening, anderen pakken hun jas alvast voor het volgende programmaonderdeel. De leerlingen gaan naar de pizzeria in het centrum, om daarna terug te keren naar het theater om de toneelvoorstelling die van Ventoux werd gemaakt te zien.

Het is een van de activiteiten die De Boekenclub dit jaar onderneemt. Eerder in het jaar kwam schrijfster Niña Weijers naar school om met leerlingen te praten over haar debuutroman De consequenties, waarmee ze de Anton Wachterprijs won. In maart kregen de leerlingen college van hoogleraar Nederlandse letterkunde Thomas Vaessens over La superba van Ilja Leonard Pfeijffer.

U denkt dat De Boekenclub bestaat uit een select clubje gymnasiasten? Nee. Ruim honderd bovenbouwleerlingen, havo en vwo, meldden zich dit jaar aan. Na schooltijd spreek ik er vier.

'Het is meer voor de gezelligheid dan om het lezen', geeft Qin van der Stadt (4 havo) eerlijk toe. En over Ventoux had ze goede verhalen gehoord, dus dat wilde ze toch al lezen. Dion (4 vwo) en Jet (5 vwo) zijn het met haar eens. Jet: 'Vorig jaar deed ik alleen mee omdat we ook gingen kamperen. Dat was zo leuk dat ik me dit jaar weer heb ingeschreven.' Joep (6 vwo) moest bovendien aan het eind van het jaar een mondeling literatuur houden over zestien boeken die hij de afgelopen drie jaar las, en De Boekenclub was voor hem een goede stok achter de deur om beslagen ten ijs te komen. Ook hij was vorig jaar mee literair kamperen, en dat beviel hem wel.

Het literair kampeerweekend is de activiteit waar het schooljaar voor de leerlingen van De Boekenclub mee afsluit. De leerlingen die aan alle drie de boekenclubs hebben meegedaan, kamperen dan drie dagen met elkaar in de Noord-Hollandse duinen. In die dagen lezen ze verhalen, krijgen ze schrijfles en wordt er, uiteraard, literair gebarbecued en literair gebadmintond.

Het was Jet haar taak om samen met het ei dat Connie Palmen voorstelde een strandwandeling te maken

'Nog altijd als ik Adriaan van Dis op televisie zie, denk ik aan mijn literair verzorgei', vertelt Jet. Vorig jaar kregen alle leerlingen aan het begin van het weekend een rauw ei en een kaartje met een foto van een schrijver en een opdracht erop. Ze moesten hun ei versieren als de schrijver, het drie dagen 'in leven' houden en de opdracht uitvoeren. Het was Jet haar taak om samen met Connie Palmen (pardon: het ei dat Connie Palmen voorstelde) een strandwandeling te maken. En zo geschiedde.

Joep is vooral het gesprek bijgebleven met de jonge schrijvers Hanna Bervoets, Daan Heerma van Voss en Ellen Deckwitz. Hij vindt het interessant om met schrijvers in gesprek te gaan, omdat hij zo zijn eigen interpretatie van een boek of verhaal kan vergelijken met de intentie van de auteur.

Literatuur hoeft niet stoffig te zijn

Page 8: iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over. Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht

De Boekenclub is mijn manier om leerlingen te interesseren voor literatuur. Ik wil hun laten zien dat er buiten het boek een hele wereld is die het lezen van literatuur interessant kan maken. Dat de schrijver een mens van vlees en bloed is die met knikkende knieën de eerste recensies afwacht. Dat hetzelfde verhaal door een schrijver op papier anders verteld wordt dan door een regisseur op het toneel. Dat er een wetenschap is die zich bezighoudt met de analyse van romans. Dat je met vrienden kan praten over boeken en dat je zo je eigen denken kunt scherpen. Bottomline: dat literatuur niet stoffig hoeft te zijn.

Want dat imago heeft de literatuur wel. Schrijvers zijn nog altijd grijze, pijprokende mannen in tweedjasjes en een boek is 'literatuur' wanneer je het niet begrijpt. Als Qin een oom of tante vertelt dat ze bij een boekenclub zit, dan zegt ze daar ook altijd bij: 'Maar het is geen stoffige boekenclub, hoor!'

Hoewel? Geen van de leerlingen moet eraan denken boeken van een e-reader te lezen. Dions moeder wilde vorig jaar zo’n ding kopen voor de vakantie. Dion: 'Toen dacht ik, dat ga ik echt niet doen. Ik wil gewoon een boek in m’n handen.' Qin: 'Ik hou ervan een boek te ruiken, te voelen.' Dion: 'De pagina om te slaan.' Qin: 'En ik vind het ook zo ongelooflijk heerlijk om naar een boekwinkel te gaan en een boek te kopen. Ik laat het ook altijd inpakken als cadeautje.'

Een e-reader 'dat is het gewoon niet', volgens Jet. Ze leest graag, en haar favoriete boeken zijn The Rosie Project (2013) van Graeme Simsion en Vele hemels boven de zevende (2013) van Griet op de Beeck. Jet: 'Het is niet alsof je een nerd bent als je leest, maar het is ook een beetje raar als je in de pauze een boek uit je tas pakt en in een hoekje gaat zitten lezen.' Ze is niet de enige uit haar klas die bij De Boekenclub zit. 'Al mijn vriendinnen zitten erbij. Het is een soort AA-groep.' In aanloop naar zo’n AA-boekenbijeenkomst bespreken ze met elkaar wat ze niet snapten en wat ze ervan vonden. 'Sommige vriendinnen vonden het eerste deel van De consequenties veel beter dan het tweede deel, terwijl ik de laatste honderd bladzijden veel beter vond. Het is leuk om het daarover te hebben.'

Lezen voor de tent

Juist in de zomervakantie lezen leerlingen het ene na het andere boek, zonder dat iemand hen daartoe verplicht

Dat het schooljaar voor de leerlingen van De Boekenclub wordt afgesloten met een literair kampeerweekend, is geen toeval. In de auto op weg naar de Franse camping heeft de familie van Joep een volle tas met boeken mee. Zijn moeder leest veel detectives en als ze er een uit heeft, geeft ze die aan hem.

Juist in de zomervakantie lezen leerlingen het ene na het andere boek, zonder dat iemand hen daartoe verplicht. Dan hebben ze eindelijk rust. Geen toets om te leren voor de volgende dag, geen Netflix ter ontspanning en op de camping is het WiFi-bereik vaak slecht. 'Voor de tent heb je weinig anders te doen', weet Jet uit ervaring.

Dat begrijp ik wel. Hoewel docenten hard hun best doen leerlingen tijdens het schooljaar aan het lezen te krijgen, leent het onderwijs zich slecht voor het lezen van een boek. Altijd is er huiswerk dat voor morgen gemaakt moet worden, altijd is er een toets op komst. Je kunt van leerlingen niet verwachten dat ze in een week een roman uitlezen, want ze hebben vaak nog elf andere vakken. Iedere week twintig bladzijden lezen is ook geen bevredigende oplossing, want zo komt een leerling nooit echt lekker in een boek.

Ook Dion lukt dat tijdens een schoolweek maar moeilijk. Als hij na schooltijd wil ontspannen, spreekt hij liever af met vrienden of kijkt hij een serie. Jet en Qin zijn het met hem eens. Qin: 'Vroeger had je alleen boeken om je mee te vermaken, nu is de verhouding heel anders. Er zijn prikkels bijgekomen.' Joep kan dat beamen. Als hij een boek leest dan zet hij zijn telefoon op stil en legt hij die ver bij zich vandaan. Dat het niet eenvoudig is je op een boek te concentreren terwijl je constant nieuwe appberichten binnenkrijgt, daar zijn de drie het wel over eens. 'Om de twee seconden een berichtje, dat werkt niet', weet Joep.

Page 9: iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over. Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht

Jet ligt dan ook het liefst 'voor dood' op de bank als ze thuiskomt na school. 'Echt' ontspannen noemt ze dat. Erg vindt ze dat overigens niet. Als je leest ter ontspanning, waarom zou dat dan niet op andere manieren mogen?

Oude boeken

Toch lezen de leerlingen niet alleen maar ter vermaak en ontspanning, al is het maar omdat het vwo-curriculum voorschrijft dat leerlingen twaalf boeken lezen, waarvan ten minste drie die voor 1880 geschreven zijn. Op mijn school moeten leerlingen zestien boeken lezen, waarvan twee uit de periode 1875-1914, twee uit het interbellum, vier naoorlogse romans tot 1970 en zes recentere werken.

Die laatste periode zou Jet eenvoudig vol kunnen krijgen met boeken die ze zou willen lezen, maar werken uit die andere perioden zijn niet aan haar besteed. In de les lezen ze nu het imaginaire reisverhaal Reize door het Aapenland, uit 1788, maar veel plezier beleeft ze daar niet aan. Ook Jan Wolkers leest ze liever niet meer. 'Dan krijgen we een lijstje met thema’s die in zijn boeken zitten. De dood bijvoorbeeld, en dat komt dan doordat zijn zus vroeg overleed. Wat moet ik daarmee? Als ik het boek lees, zie ik toch ook wel dat het over de dood gaat?' Ook Joep leest boeken uit eerdere perioden alleen omdat het moet. Het taalgebruik vindt hij te ingewikkeld. Hoewel: 1984 noemt hij als zijn lievelingsboek, want dat Engels is zo mooi.

Ik snap wel dat leerlingen worstelen met historische letterkunde. Het is voor een leerling van 15, 16 jaar niet gemakkelijk om die 'oude boeken' op waarde te schatten. Het taalgebruik is niet alleen ingewikkelder, er is ook kennis van literaire begrippen en (literair-)historische context voor nodig. Die kennis ontbreekt vaak, al is dat leerlingen niet kwalijk te nemen. Het curriculum zit overvol en tijd om op één periode dieper in te gaan, is er vaak niet. Laat staan dat er ruimte is om stil te staan bij de literaire, algemeen-historische en literair-historische context, en dan ook nog het boek te lezen. Een deel van de leerlingen in de hoogste klassen heeft niet eens geschiedenis in zijn vakkenpakket, waarom zou literatuurgeschiedenis voor hen dan wel een verplicht onderdeel moeten zijn?

Liever zouden de leerlingen meer moderne letterkunde lezen, want daar hebben ze geen moeite mee. Jet: 'Hoe meer literatuur ik lees, hoe meer ik het kan waarderen. Ik kan het nu beter aan als er in een boek nauwelijks verhaal zit, al weet ik niet waarom. Waarom vind ik Nijntje niet meer leuk? Het is best leuk getekend.' Ook zouden de leerlingen graag over de landsgrenzen kijken, want dat ze voor Nederlands alleen boeken mogen lezen die oorspronkelijk in het Nederlands geschreven zijn, vinden ze 'complete onzin'. Vroeger was dat misschien belangrijk, denkt Dion, want toen hechtten mensen veel meer waarde aan een sterk nationaal gevoel. 'Nu weten ze niet eens wat er vijftig jaar geleden gebeurd is.'

Jet: 'Is dat niet juist een reden om leerlingen meer Nederlandse literatuur te laten lezen?

Ik ben in dubio. Ik vind dat een leerling, zeker op het vwo, best eens iets van Mulisch, Hermans of Reve mag lezen (Het behouden huis en De donkere kamer van Damokles zitten overigens in het verplichte lesprogramma op mijn school), maar wat vaak wordt vergeten is dat wat voor oudere generaties de belangrijkste moderne letterkunde is geweest, voor leerlingen inmiddels historische letterkunde is. Het naoorlogse sentiment uit De avonden delen ze niet. De viespeukerij van Wolkers is voor hen niet meer choquerend. Over veertig jaar zullen mijn leerlingen op hun beurt ongetwijfeld zeuren dat de jeugd nog nooit een boek van Wieringa of Grunberg heeft gelezen, dan is Özcan Akyol de nieuwe Jan Cremer en Philip Huff de nieuwe Giphart.

Het dunste boek

Uiteindelijk gaat het mij er namelijk om dat leerlingen hun eigen literaire smaak ontwikkelen. Die zoektocht vergelijk ik in mijn klassen wel eens met het ontdekken van een nieuwe band. Veel leerlingen houden van popmuziek, weinig van Hongaarse volksmuziek. Na een paar akkoorden

Page 10: iknoemjebloemen.files.wordpress.com viewIn Nederland blijven alleen lege boekenkasten over. Nederland heeft te maken met een vrije val van de boekenverkoop met binnenkort wellicht

heeft een leerling wel door met wat voor muziek hij te maken heeft, en kan hij het nummer afluisteren of wegklikken. Bovendien doet Spotify hem op basis van muziek die hij leuk vindt suggesties voor nieuwe nummers. Muzieksmaak is zo vrij eenvoudig te ontwikkelen.

De zoektocht naar het juiste boek is ingewikkelder. Een liedje kan je na een paar akkoorden wegklikken, van een boek moet je toch op z’n minst eerst de eerste hoofdstukken lezen – en dan weet je op wat stijlkenmerken na nog steeds weinig. Pak je zomaar een boek uit de kast dan is de kans groot dat het Hongaarse volksmuziek is. Vraag ik leerlingen een boek mee te nemen naar de les, dan zijn er altijd een of twee jongens die Hersenschimmen bij zich hebben. Omdat ze zich interesseren voor de scheidslijn tussen realiteit en werkelijkheid? Nee, het is het dunste werk uit de boekenkast van hun ouders.

Daarom vertel ik leerlingen aan het begin van 4 vwo dat er maar drie schrijvers zijn van wie ik alle boeken lees: Grunberg, Verhulst en Houellebecq. Mijn leesgedrag lijk ik haast per toeval ontwikkeld te hebben. Had mijn moeder me op vakantie in Thailand niet De Da Vinci Code onder de neus geschoven, dan had ik wellicht nooit ervaren hoe je honderden bladzijden achter elkaar door kan lezen. Had ik voor mijn zestiende verjaardag niet De asielzoeker van Grunberg cadeau gekregen – het eerste boek waarvan ik dacht: zo kan het ook – weet ik niet of ik ooit een lezer zou zijn geworden. Had mijn moeder me, toen ik een jaar later liftend door Europa trok, Extreem luid & ongelooflijk dichtbij van Jonathan Safran Foer niet meegegeven, weet ik niet of ik voor de literatuur behouden was gebleven. Ik knijp dan ook tevreden een oogje toe als een leerling met een boek van Murakami aan komt zetten.

Bij De Boekenclub speel ik voor moeder, al zijn mijn kinderen van allerlei pluimage. In de vorm van boeken draai ik popmuziek voor hen. Niet het repetitieve gestamp van Skrillex of het voorspelbare carnavalsrijm van de Snollebollekes, maar de nummers die ook over tien jaar nog in de Top 2000 staan. Ventoux als de luisterliedjes van Jason Mraz, De consequenties als literaire tegenhanger van de hernieuwde Justin Bieber en Ilja Leonard Pfeijffer als Coldplay van de Nederlandse letteren.

Desnoods pizza

Na de voorstelling blijven de meeste leerlingen in het theater hangen voor een drankje. De meningen over de voorstelling zijn sterk verdeeld. Een enkeling is lyrisch over het sobere toneelbeeld en het knappe acteerwerk, anderen vinden het jammer dat er zoveel teksten rechtstreeks uit het boek zijn overgenomen en hebben hun best moeten doen om niet in slaap te sukkelen. Van meerdere leerlingen hoor ik dat ze vooral het gesprek met Bert Wagendorp interessant vonden. Volgende keer zijn ze er allemaal weer bij, dat wel. Want wie het boek niet goed vond, heeft altijd nog kunnen genieten van de toneelvoorstelling, het gesprek met de schrijver of het college van de hoogleraar letterkunde. Of desnoods van de pizza.

Dit essay verscheen eerder in Ons Erfdeel. Vind hier meer informatie over het laatste nummer van Ons Erfdeel.