Web viewIn dit paper ligt de focus op de onderwijsvernieuwing die bij de deeltijdopleidingen...

6

Click here to load reader

Transcript of Web viewIn dit paper ligt de focus op de onderwijsvernieuwing die bij de deeltijdopleidingen...

Page 1: Web viewIn dit paper ligt de focus op de onderwijsvernieuwing die bij de deeltijdopleidingen Welzijn, van Scalda wordt doorgevoerd. ... het werken met 4C/ID

Implementeren van een nieuw curriculum voor Deeltijdopleidingen Welzijn

1. Inleiding:

In dit paper ligt de focus op de onderwijsvernieuwing die bij de deeltijdopleidingen Welzijn, van Scalda wordt doorgevoerd. In het cursusjaar 2012-2013 zijn hiervoor de voorbereidingen getroffen. In cursusjaar 2013-2014 wordt actief gewerkt aan implementatie van het nieuwe curriculum. Deze vernieuwing is meer dan een bijstelling van lessen. Er is gekozen voor een nieuwe onderwijsopzet, met leertaken volgens het 4C/ID-model, gemengde groepen en meer aandacht voor de Body of Knowledge.

De initiatie voor vernieuwing, door Fullan (2007, p. 65-83) geduid als processen en keuzes die leiden tot verandering, kwam vanuit team Deeltijd van College voor Welzijn. Door visie en uitgangspunten te benoemen werd er bewust een richting ingeslagen voor het ontwerpen van een nieuw curriculum. Het team is er actief bij betrokken, als ontwerpers, schrijvers en uitvoerders van onderwijs. Ik ben lid van het ontwikkelteam en procesbewaker van onderwijsontwikkeling.Omdat het totale proces te breed is om op te pakken in dit paper, wil ik de focus leggen op een deel van de vernieuwing: het werken met 4C/ID. Dit model is voor ons nieuw, docenten moeten werken met een andere aanpak en systematiek in onderwijs. Vragen die als uitgangspunt dienen voor dit paper zijn:

Hoe zorgen we dat alle positieve aspecten van 4C/ID benut kunnen worden in onderwijs? Hoe richten we ons onderwijs in met 4C/ID? Hoe dragen we zorg voor voldoende kennis en vaardigheden bij docenten om de didactische

uitgangspunten vorm te geven? Hoe houden we kennis en vaardigheden rond 4C/ID op peil?

Analyse van dit veranderingsproces zal gedaan worden aan de hand van de door Fullan benoemde factoren die implementatie beïnvloeden (Fullan, 2007, p. 84-106).Stakeholders in deze vernieuwing wil ik betrekken door middel van interviews, teamvergadering en lesbezoek. Ook wil ik informatie van coaches benutten waar het de samenwerking met het werkveld betreft.Positieve aspecten, alsmede bevonden knelpunten wil ik samenbrengen in een overzicht wat kan leiden tot gerichte advisering ter verbetering van werken met 4C/ID.

2. Beschrijving van de innovatie:

2.1 Wat vooraf gingBinnen College voor Welzijn van Scalda is in cursusjaar 2012-2013 een start gemaakt voor een herontwerp van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). De aanzet voor het herontwerp is eigenlijk al gegeven bij de fusie tussen ROC Zeeland en ROC Westerschelde. Beide instituten boden de Welzijnsopleidingen in deeltijd aan, met verschillend opgebouwde curricula. Voor het schooljaar 2012-2013 is om pragmatische redenen gekozen om te werken met het curriculum van ROC Zeeland, met de intentie om in de loop van het jaar te bespreken wat het beste is van de twee curricula en deze samen te smeden tot een nieuw opleidingsplan.

Microniveau: Samensmeden van teams en leerlijnenGebleken is dat docenten van beide leslocaties erg verschillende ideeën hadden over het vormgeven van onderwijs. Docenten uit Terneuzen hechten veel belang aan overdracht van kennis en gingen uit van vakgericht en projectgericht onderwijs. Docenten uit Goes hechten veel belang aan de zelfstandigheid van de student, zij werkten met een integrale leerlijn, ondersteunende theorie en training.Samenvoegen van de bestaande curricula levert geen congruente leerlijn op en was daardoor geen goede optie.

Het formuleren van een gezamenlijke visie en benoemen van uitgangspunten voor deeltijdonderwijs gaf aanleiding om te werken aan een nieuw opleidingsconcept. De gezamenlijke overtuiging heeft draagvlak gecreëerd voor de onderwijsveranderingen die in cursusjaar 2013-2014 geïmplementeerd worden.

Mesoniveau: Managementuitdaging

Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Zie eerste algemene opmerking op het feedbackformulier
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Je kunt dit nog meer versterken door te verwijzen naar Fullan blz 37 en verder over shared meaning and beliefs en het belang daarvan.
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Als ik dit stuk lees denk ik: “initiatiefase van Fullan”. Wellicht wil je nog aspecten daarvan explicieter te verwerken in dit deel?
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Spannend…. Twee verschillende culturen bij elkaar brengen is geen sinecure weet ik ondertussen uit ontwerpervaringen.
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Zie publicatie Schulz & Mcquire op mijn blog + in jouw FB formulier. Wellicht wil je dit vanuit theoretisch kader nog wat versterken?
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Ik vind trouwens dat je het proces en de context helder verwoord hebt. Je bent sterk in kort en bondig formuleren en er zit een duidelijke en ook logische structuur in je stuk.
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Doel mooi verwoord!
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Wie zijn dat in deze context? Sluit ook weer aan bij mijn eerste opmerking.
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Mogelijk is mijn vorige vraag beantwoord en is het de implementatiefase. Je zou kunnen overwegen om dit te verplaatsen en boven “Vragen die als uitgangspunt…..” zetten.
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
De eerste opmerking slaat eveneens op dit deel. Wie is de doelgroep van de paper? Wie moet er ‘beter’ van worden met wat jij hier uitzoekt?Op welke fase(s) heeft of hebben jouw vragen betrekking? Is dat de implementatiefase of de institutionalisatiefase?
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Ja, altijd mooi als je in de gelegenheid bent om met de uiteindelijke gebruikers of een deel daarvan te gaan ontwerpen.
Page 2: Web viewIn dit paper ligt de focus op de onderwijsvernieuwing die bij de deeltijdopleidingen Welzijn, van Scalda wordt doorgevoerd. ... het werken met 4C/ID

Naast het samensmeden van twee teams, twee visies en twee leerlijnen zijn er ook andere factoren die de noodzaak tot herontwerp onderstrepen. Vanuit het management van College voor Welzijn zijn de volgende aandachtspunten gegeven voor innovatie van het deeltijdonderwijs (Scalda, 2012):

Werken met kleine aantallen studenten, met verschillende uitstroomrichtingen, leerjaren en niveaus, in één stamgroep.

Invulling geven aan maatwerk en flexibele instroom en zodanig kunnen aansluiten bij de vraag van werkgevers.

Onderwijsmiddelen en leerstrategieën zodanig inzetten dat het leerrendement van de student hoog is.

Deeltijdonderwijs Welzijn duurzaam en betaalbaar maken.

Mesoniveau: Het belang van innovatie voor ScaldaScalda hecht belang aan innovatie binnen onderwijs. De demografische en geografische gegevens van Zeeland spelen een belangrijke rol in de koersbepaling van Scalda. “Er zijn innovatieve oplossingen nodig om er voor te zorgen dat ondanks een teruglopend deelnemersaantal en minder geld, kwalitatief goed onderwijs kan worden geboden. Dat lukt alleen als Scalda een flexibele en innovatieve organisatie is, die kan inspelen op de steeds veranderende maatschappij” (Scalda, 2013).“Innovatie binnen Scalda betekent de implementatie van een betekenisvolle vernieuwing of verbetering met toegevoegde waarde voor de onderwijsorganisatie, die leidt tot borging of verbetering van de onderwijskwaliteit, waarbij het onderwijs bereikbaar en betaalbaar blijft, en de leeropbrengsten van de studenten toenemen of op niveau blijven” (Scalda, 2013).

Macroniveau: Landelijke ontwikkelingenVanuit de overheid wordt er kritisch gekeken naar de kwaliteit van onderwijs. Voor het MBO betekent dit dat de overheid zich actief bemoeit met de inhoud en uitstroomniveau van het onderwijs. Het actieplan ‘Focus op vakmanschap 2011-2015’ (Rijksoverheid, 2011), stuurt aan op hogere kwaliteit in het MBO. Het actieplan heeft ook voor deeltijdopleidingen gevolgen: een hogere urennorm voor de BBL, verkorting van leerwegen, versterking van de loopbaanoriëntatie, centrale examens voor Nederlands en rekenen en professionalisering van docenten.

Vormen van een nieuw curriculum, aansluitend bij visie en uitgangspunten:Allereerst is het goed om kennis te nemen van de algemene visie van Scalda (2012):“We vinden het van belang dat ons onderwijs wordt uitgevoerd met persoonlijke aandacht voor en betrokkenheid bij onze studenten. We oriënteren ons op de economische, demografische en maatschappelijke ontwikkelingen in de regio en we ontwikkelen een toekomstbestendige organisatie met onderwijs van hoge kwaliteit”(Scalda, 2012).

Team Deeltijd heeft een eigen visie op onderwijs geformuleerd, waarbij de algemene visie van Scalda gespecificeerd wordt voor het deeltijdonderwijs van Welzijn: “In het onderwijs van vandaag gaat het om ontwikkelen van competenties, verbinden van kennis en betrokkenheid van de deelnemer. We willen dat de deelnemer zelf sturing geeft aan zijn ontwikkeling, maar ook bereid is om te delen, gericht is op ontmoeting, een ‘mensenmens’ is” (Scalda, 2012).In het verlengde van de visie zijn de in de beleidsnotitie (Scalda, 2012) de volgende uitgangspunten geformuleerd:

1. We willen een gevarieerd, flexibele leerlijn ontwikkelen waarin de beroepscontext centraal staat

2. We willen deelnemers aanzetten tot gebruik van digitale middelen voor communicatie, studie en onderzoek

3. We willen deelnemers uitdagen tot gezamenlijke kennisconstructie, probleemoplossend vermogen en creativiteit

4. We willen dat docenten verbonden blijven met hun vak en de beroepspraktijk, ter ontwikkeling van inhoudelijk expertise, om innovatief en passievol onderwijs te geven

Team deeltijd heeft gekozen om het nieuwe curriculum voor deeltijdopleidingen Welzijn vorm te geven met behulp van het 4C/ID-model van Merriënboer (2005). Het 4C/ID model vind ik goed toepasbaar voor welzijnsopleidingen. De hele taak-benadering biedt zicht op de complexe praktijk die deelnemers kunnen tegenkomen, maar geeft tegelijkertijd mogelijkheden om onderdelen uit die praktijk eruit te lichten en gedetailleerd te benaderen (Janssen-Noordman, A., & Merriënboer, J., 2002). Door de producten die bij het 4C/ID model geleverd moeten worden is er goede sturing mogelijk op de theoretische verdieping, waardoor de Body of Knowledge goed verankerd wordt in het leerplan. Door

Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Ik of neutraal houden?
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Mooi om dat in de visie op te nemen. Ben benieuwd hoe jullie dit borgen? Niet relevant voor deze paper, maar ik zou het leuk vinden als je me er eens over zou vertellen.
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Mooi! Essentiele elementen zitten er in: Relatie met het beroep Uitdagend onderwijs Aansluiting met de 21e eeuw
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Deze zin komt voor mij als lezer uit de lucht vallen.
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Ja, au, au, au!!! Al die bemoeienis… vlak de inspectie niet uit zeg… pfff.
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Doordat jij het op deze manier uitgewerkt hebt is dat deel van Fullan wat over die verschillende partijen gaat toch meer gaan leven voor mij.
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Het wordt mij als lezer niet goed duidelijk waarom dit een management uitdaging is. Als lezer heb ik behoefte aan iets meer toelichting vanuit de managementbril. Als ik het nu lees (misschien te veel met ontwerpers-ogen) denk ik: “Ok, met deze uitgangspunten moet dus in het ontwerp rekening gehouden worden.
Page 3: Web viewIn dit paper ligt de focus op de onderwijsvernieuwing die bij de deeltijdopleidingen Welzijn, van Scalda wordt doorgevoerd. ... het werken met 4C/ID

de toenemende complexiteit en zelfstandigheid geeft het 4C/ID model handvaten voor het ontwikkelen van 21th century skills.

2.1 A Four Component Instructional Design modelJanssen-Noordman en van Merriënboer (2002) duiden het 4C/ID model als “handvat voor het ontwerpen van een leeromgeving die gericht is op stimuleren van complex leren, integreren van leren en werken, bieden van ingebouwde ondersteuning” (Janssen-Noordman & Merriënboer, 2002, p. 14).

Het 4C/ID-model is gebaseerd op cognitief-psychologische ideeën over leren en probleem oplossen. Het is een aanpak om expertise te ontwikkelen en biedt voldoende mogelijkheden om verbeteringen in de onderwijspraktijk door te voeren.In de hele-taak-benadering vormen leertaken de kern. Realistische situaties die ontleend zijn aan de beroepspraktijk. Hierin komen (niet-)routine matige handelingen, motorische en affectieve vaardigheden. De deelnemer start met relatief eenvoudige opdrachten en pakt gaandeweg meer complexe situaties aan (Janssen-Noordman & Merriënboer, 2002, p. 15) .Leertaken kunnen aangeboden worden in de vorm van opdrachten, cases, problemen, taken of projecten. Het gebruik van leertaken past in verschillende onderwijsvormen, zoals projectonderwijs, PGO case-gebaseerd onderwijs etc. De lerende wordt door de leertaken aangezet tot het vormen van betekenisvolle cognitieve schema’s: een werkmodel. Het leerresultaat is het flexibel kunnen toepassen van het werkmodel (Merriënboer, 2005).

De Vier componentenLeertaken: Authentieke leertaken vormen de ruggengraat van het onderwijs. Lerenden werken met concrete situaties, breiden aan de hand van deze situaties de al aanwezige kennis uit met nieuwe theorie en verwerken dit tot cognitieve schema’s. De leertaak is gericht op ‘inductief leren’: construeren van cognitieve schema’s door betekenisvolle abstractie van de concrete ervaringen.De student gaat op zoek naar redeneringen, theorieën, feiten en aanpakken die bij elkaar horen(Janssen-Noordman & Merriënboer, 2002, p. 25-32).Ondersteunende informatie: Dit betreft de kennis waarbij gebouwd wordt aan mentale modellen en cognitieve strategieën. Bestaande kennis wordt gekoppeld aan nieuwe informatie en zo verstevigd de onderliggende kennis waarop het handelen gebaseerd wordt (Janssen-Noordman & Merriënboer, 2002, p. 67-69).‘Just-in-time’ informatie: Informatie die nodig is om de deeltaak goed uit te oefenen. Het is gericht op feiten, regels en concepten die nodig zijn om de taak goed uit te oefenen. Bv informatie over het opstellen van een observatieplan ter ondersteuning van een observatieopdracht (Janssen-Noordman & Merriënboer, 2002, p. 101).Deeltaakoefening: Deeltaakoefening start ook altijd vanuit een betekenisvolle context. Het wordt gebruikt om (deel)vaardigheden te oefenen met als doel het volledige werkmodel te kunnen gaan toepassen. Bv oefenen met gesprekstechnieken en gespreksvormen als onderdeel van communicatietechnieken. Deeltaakoefening wordt alleen gebruikt bij selecteerde aspecten van een complexe vaardigheid (Janssen-Noordman & Merriënboer, 2002, p. 126).

Vormgeven van autonoom leren met 4C/IDEen curriculum gebaseerd op leertaken maakt het mogelijk het onderwijs te flexibiliseren, zo stelt Merriënboer (2005, p. 44). De docent kan goed inspelen op individuele vragen en leerbehoeften, zodat het onderwijs doelmatiger wordt. Flexibilisering kan ook ontstaan door een persoonlijke set van leertaken aan te bieden die aansluit bij de vraag van de student of de werkgever. Het belang van valide en betrouwbare assessments wordt dan wel groter.

Wat kunnen we leren uit andere ervaringen en onderzoeken:Groepsvorming:

Hanneke Krabbe, 23-10-13,
De context van dit stukje ontgaat me even. Wat wil je precies kwijt? Wat is de relatie met het grote geheel?
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Leuke aan 4 CID is dat het werkelijk toepasbaar is voor allerlei uiteenlopende opleidingen van allerlei uiteenlopende niveaus.
Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Handvatten. Dubbele t. één biervat – twee biervaten. Één handvat – twee handvatten. Zo onthou ik het altijd. Ofschoon ik maar matig vind klinken in mijn oren.
Page 4: Web viewIn dit paper ligt de focus op de onderwijsvernieuwing die bij de deeltijdopleidingen Welzijn, van Scalda wordt doorgevoerd. ... het werken met 4C/ID

Hattie (2009, p 91-93) concludeert over groepsvorming dat de verschillen tussen jaargroepen en groepen gemixt in jaar en uitstroom zo minimaal zijn, dat er geen grond is om te argumenteren over positieve of negatieve effecten van gemixte groepsamenstelling.Peertutoring:Volgens Hattie (2009), p. 187-188) heeft peertutoring wel degelijk positief effect op de leerresultaten. Vooral wanneer peertutoring meer studentgecontroleerd is, bijvoorbeeld doordat deze betrokken is bij het stellen van doelen, monitoren van het proces evaluatie en beoordeling, leidt dit tot groter leereffect. Het leereffect doet zich vooral voor bij degenen die tutor zijn, omdat zij de leerstof op een diepgaander niveau moeten begrijpen om te kunnen overdragen aan anderen.

Proces van invoering en implementaie

Huidige fase van implementatie

Bronnen:Fullan, M. (2007). The New Meaning of Educational Change (4e druk). London: Taylor and Francis

Ltd.Hattie, J. (2009). Visible learning. A synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement.

London: Routledge.Janssen-Noordman, A., & Merriënboer, J. van (2002). Innovatief onderwijs ontwerpen. Via leertaken

naar complexe vaardigheden. Groningen: Wolters Noordhoff.Merriënboer, J. van, (2005). Het Ontwerpen van Leertaken binnen de Wetenschappen: ‘Four-

Components Instructional Design’ als Generatief Ontwerpmodel. Utrecht: Open UniversiteitScalda (2012). Missie en Visie. Verkregen op 18-10-2012 van

http://www.scalda.nl/portal/page/portal/web/over_scalda/Algemene%20informatie/Missie%20en%20visie

Scalda (2012). Volwassenen onderwijs Welzijn klaar voor de toekomst. Interne beleidsnotitie. Terneuzen: Team Deeltijd Scalda.

Scalda (2013). Basisdocument voor coaching. Interne notitie. Terneuzen: Team Deeltijd Scalda.Scalda (2013). Project Plus: Het innovatietraject. Intern beleidsdocument. Terneuzen: Scalda.Wit-Louwerse, H. de (2013). Uitdagend ontwerpen voor Deeltijdstudies Welzijn. Terneuzen: Scalda.

Hanneke Krabbe, 23-10-13,
Slecht nieuws voor je… hebben we met zijn allen vorig jaar juist braaf aangeleerd dat het op deze manier moet. Volgens de nieuwe APA bijbel (Zelf leren schrijven) moet het weer ANDERS!!! Zie p. 54. Het is even slikken, maar ik begreep van Jeroen dat DAT de nieuwe standaard is waarop beoordeeld wordt. Geldt voor alle geel gearceerde delen.