Ethiek – ontwikkeling van je morele identiteitWerkblad Boks 7, werkcollege ethiek 4 in week 7

Introductie Dit is het vierde college ethiek. In de start van dit programma kreeg je te horen over het concept normatieve professionalisering. Ethiek is geen vernislaagje op het eigenlijke vak, maar een onderdeel van goed werken. Daarna volgde een werkcollege met een theoretische verdieping in het ethische ABC en drie ethische perspectieven, gevolgd door een werkcollege waarin je nadacht over hoe jij keuzes maakt. In het laatste werkcollege willen we tot een (voorlopige) afronding komen. Hoe maak jij werk van goed werken? Wat kun je concreet doen om beter te worden.

Week Thema Literatuur

6 Ethiek – ontwikkeling van je morele identiteit Studiestof: Ramaker, T. (2009). Vrij om te kiezen. Keuzes maken in een mediacultuur. Zoetermeer: Boekencentrum. Blz. 66-78 (13 pagina’s)

Maak de onderstaande drie opdrachten. Ze zijn bedoeld om je te helpen bij het lezen en verwerken van de literatuur van deze week. Neem het mee naar het college!

1. In de literatuur van deze week komt het beeld van de ijsberg weer langs. In eerdere colleges bespraken we dit model (en dat van Dilts/Bateson) als een hulpmiddel om na te denken over jezelf. Het vooronderstelt dat je als mens mens wilt zijn uit één stuk… is dat echter wel zo nodig? In hoofdstuk 7 van het boek Media en religie wordt gesproken over de fragmentarisering van het leven en geloven als ‘bricolage’ (p. 129)…

a. Herken je die fragmentering in het leven?b. Ervaar je dat als een probleem?c. Wat vind jij van het ideaal van mens-zijn-uit-één-stuk?d. Hoe verhoudt dat zich tot de morele waarde integriteit?e. Welk Bijbelse motief wordt in de literatuur van deze week (hs. 9 Vrij om te kiezen)

genoemd om integer te zijn?f. Wat kun je zelf doen om te ontwikkelen in integriteit?

2. Onze samenleving wordt door het SCP (één van de belangrijkste adviesorganen van de overheid) getypeerd als meerkeuzemaatschappij. Er zijn niet alleen talloze opties, we willen ze ook. Het SCP wijst echter ook op de keerzijde ervan: keuzedwang en keuzestress.

a. Herken je die keuzestress?b. Kijk terug naar afgelopen werkcollege waarin we het hadden over het maken van

keuzes. Welke top drie tips heb je gehoord?c. Vertaal die top 3 naar je studie en beroepsdomein. Met andere woorden: wat kun je

ermee in de beroepspraktijk?d. In hoofdstuk 10 van Vrij om te kiezen schetst Timon een kader voor het nadenken

over je keuzes. Welk? Is dat alleen iets voor christenen, of kun je ook als niet-christen hier wat mee?

3. De deugdethiek begint met het besef dat het niet alleen belangrijk is om te kijken naar wat je (als professional) doet, maar ook naar wie je (als professional) bent.

a. Wie wil jij zijn als professional? Waar wil jij aan herkend worden? Wat is jou kernwaarde?

b. Vorige week las je over het model van de morele competenties van Narvaez. Noem drie dingen die jij concreet kunt doen om jouw kernwaarden steeds meer te belichamen.

c. Zie je een parallel met de tips die je formuleerde in vraag 2? Kun je nog inzichten ontlenen aan het modelletje dat in hoofdstuk 10 van Vrij om te kiezen wordt geschetst?

d. Welke rol kan je je geloof of levensbeschouwing spelen in de ontwikkeling van je morele identiteit?

e. Welke rol kan je je geloof of levensbeschouwing spelen in de ontwikkeling van je professionaliteit?