viewIn 2011 hebben zowel Joyce van Kasteren als Willeke van der Heijden de Gordon cursus gevolgd....

49
Specifiek beleid KDV zorg ok De Verbinding 1

Transcript of viewIn 2011 hebben zowel Joyce van Kasteren als Willeke van der Heijden de Gordon cursus gevolgd....

Specifiek beleid

KDV zorg ok

De Verbinding

1

InhoudAlgemeen:............................................................................................................................................4pedagogische visie:...............................................................................................................................4Gordonmethode:...................................................................................................................................4Intake....................................................................................................................................................4Risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid....................................................................................5Groepsoverleg:.....................................................................................................................................5Klachten ouders....................................................................................................................................5Pedagogische doelstellingen.................................................................................................................6Emotionele veiligheid: ·.......................................................................................................................6Het contact tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen........................................................6Het contact tussen de pedagogisch medewerkers en de ouders...........................................................7Het contact tussen de pedagogisch medewerkers onderling................................................................7Structuur in de dag en de aangeboden activiteiten...............................................................................7Persoonlijke competentie.....................................................................................................................8Stimuleren en motiveren bij de persoonlijke ontwikkeling..................................................................8Sociale competentie..............................................................................................................................8Stimuleren en motiveren bij de sociale ontwikkeling..........................................................................8Waarden en normen..............................................................................................................................9Overdragen van waarden en normen....................................................................................................9Gezondheid en veiligheid.....................................................................................................................9Gezondheid...........................................................................................................................................9Diversiteit...........................................................................................................................................10Respect voor jezelf, anderen en je omgeving.....................................................................................10VVE beleid.........................................................................................................................................11Bijzonder en toch gewoon..................................................................................................................11Uk en Puk...........................................................................................................................................1110-minutengesprekken.......................................................................................................................11Overgang naar de basisschool............................................................................................................11Beroepskrachten:................................................................................................................................12Dag planning......................................................................................................................................13De ruimte:...........................................................................................................................................16Zindelijkheid......................................................................................................................................17Voedselbereiding:...............................................................................................................................18

2

Overige punten:..................................................................................................................................19Huisregels KDV zorg ok....................................................................................................................20

3

4

Algemeen:KDV Zorg ok grenst aan het prachtige Dommeldal en biedt daardoor rust en ruimte. Er is een veelheid aan recreatieve- en speelmogelijkheden. De Donkerhoeve wordt in de weekenden overwegend gebruikt voor de opvang en begeleiding van kinderen met speciale ondersteuningsvragen. Daarnaast zijn er een kleinschalige kampeermogelijkheden.

KDV Zorg Ok is gevestigd in het gelijknamige gebouw en is toegankelijk via de blauwe deur. Op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag bieden wij opvang aan maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar.

pedagogische visie:

Wij werken op de groep volgens de pedagogische visie van de verbinding. Wij werken ontwikkelingsgericht, deskundig en betrouwbaar.

Ontwikkelingsgericht werken wij door steeds te zoeken naar een balans tussen kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling en ze de rust te geven om deze eigen te kunnen maken. Wij kijken naar alle kinderen individueel, dus naar wat zij nodig hebben op dat moment om hun ontwikkeling te stimuleren. Wij proberen kinderen op een goede manier uit te dagen, zonder ze te overvragen. Ieder kind is uniek, en daar passen wij ons op aan.

Deskundig zijn wij door de opleiding die wij gevolgd hebben. Daarnaast blijven wij ons ontwikkelen in ons vakgebied, dit door bijvoorbeeld het volgen van cursussen.

Betrouwbaarheid laten wij in ons werk zien. Integriteit, respect en een open houding naar zowel ouders en kinderen vinden wij hierbij erg belangrijk. Voor kinderen proberen wij een sfeer te creëren waarbij zij zich vertrouwd en geborgen voelen. Wij streven er naar om samen met de ouders partner te zijn in de opvoeding van hun kind. Dit door goed en open contact te houden met ouders hierover.

Vanuit visie werken wij met verschillende doelstellingen. Deze komen in het volgende hoofdstuk uitgebreid aan bod.

Gordonmethode:

Bij de Verbinding werken wij met de Gordonmethode. Een uitgebreide handleiding van deze methode is te vinden in de GGD-map. Nieuwe leidsters en stagiaires worden hier altijd op gewezen. De belangrijkste punten uit de methode zijn de ik-boodschappen. Wij gebruiken deze dan ook om te communiceren met zowel kinderen, collega's als ouders. Belangrijk hierbij is om mensen met respect te behandelen en in hun waarde te laten. Dit wordt met deze methode gedaan. Specifiek naar de kinderen wil dit zeggen dat wij ze positief benaderen, ik-boodschappen geven en een actieve luisterhouding hebben ten opzichte van de kinderen. In 2011 hebben zowel Joyce van Kasteren als Willeke van der Heijden de Gordon cursus gevolgd.

IntakeDe eerste intake wordt altijd met het managementteam gehouden. Zij heeft een gesprek met de ouders op een van de locaties. Mochten de ouders enthousiast zijn over onze opvang en is er een locatie gekozen dan nemen de ouders contact met de leidsters van de groep op. In dit geval zijn dit

5

Willeke van der Heijden en Joyce van kasteren. Er wordt een afspraak gemaakt met de ouders zodat zij kennis kunnen maken met de leidsters en tevens de groep kunnen zien. Er is bewust voor gekozen om deze ouders overdag te laten komen zodat zij meteen de sfeer op de groep kunnen voelen en kunnen zien hoe de leidsters werken. Op de groep wordt er dan een gesprek gevoerd met de ouders. In dit gesprek komen praktische dingen aan bod, krijgen de ouders de ruimte te zien en is er mogelijkheid tot het stellen van vragen. Aan het einde krijgen zij formulieren mee naar huis. Dit is een formulier met praktische informatie en een invullijst voor belangrijke gegevens. Dit wordt altijd gedaan zodat bij de eerste dag alle gegevens van het kind aanwezig zijn. Mocht het kind al geboren zijn is hij/zij bij dit gesprek ook aanwezig, is dit niet het geval wordt er aan de ouders voorgesteld om als het kind bijna in opvang komt een wenochtend te plannen.

Risico-inventarisatie gezondheid en veiligheidIeder jaar wordt de locatie gecontroleerd op veiligheid en gezondheid. Dit gebeurt aan de hand van een inventarisatie op basis van de wet kinderopvang. De uitkomsten worden besproken met de oudercommissie. De GGD onderzoekt en controleert op verzoek van de gemeente jaarlijks steekproefsgewijs de risico inventarisatie. Een verslag van deze controle is ter inzage aanwezig op de locatie.

Groepsoverleg: Maandelijks is er een groepsoverleg met de directie, in ons geval is dit met Patty van den Biggelaar. In dit overleg zullen de RI en het beleid telkens terugkeren. Iedere keer zal er gekeken worden hoe het er nu voor staat en welke veranderingen er zijn met betrekking tot deze punten. Daarnaast kunnen er in dit gesprek punten besproken worden over algemene zaken die spelen bij directie of pedagogisch medewerksters.

Klachten oudersKlachten worden binnen de Verbinding beschouwd als een gratis advies. Klachten zijn welkom bij de pedagogisch medewerkers en voor zover nodig bij de directie van De Verbinding.

Er is een interne klachtencommissie met van De Verbinding onafhankelijke leden, waar ouders terecht kunnen wanneer een klacht niet tot tevredenheid is opgelost. Daarnaast is de verbinding aangesloten bij de externe klachtencommissie voor de kinderopvang. Alle reglementen zijn opgenomen op de website.

De wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

Wanneer er kinderen zijn met speciale hulpvragen, gaan we samen met ouders in gesprek om de ontwikkeling van het kind te bespreken, dit doen we middels tien minuten gesprekken die we voeren op de groep. We hanteren daarbij de Kijk observatie lijsten. We zien dan heel gericht of kinderen goed mee kunnen in hun ontwikkeling of uitvallen. Tevens hebben we de methode Uk en Puck waar we ook in ons algemeen beleid verder op in gaan. Wanneer kinderen uitvallen is er voor ouders de mogelijkheid om een Orthopedagoge in te schakelen. De kosten van deze orthopedagoge wordt in twee delen gesplitst. De helft voor De Verbinding de andere helft voor de ouders zelf. Daarnaast verwijzen we ouders door naar het consultatie bureau en of anders de huisarts.Daarnaast is onze energie is erop gericht om minder door te verwijzen. Het decentralisatie beleid

6

van de overheid is erop gericht om kinderen te begeleiden in de lokale gemeenschap wanneer dat enigszins kan. De gedachte die daar achter zit is dat nu te lichtvaardig wordt doorverwezen. Wij scholen en begeleiden onze medewerkers om in samenspraak met de basisscholen meer te kunnen beteken en voor kinderen met zorg en begeleidingsvragen. We gaan ook samenwerkingsverbanden aan met lokale professionals om minder te hoeven doorverwijzen.Ons beleid is succesvol . Er wordt steeds minder doorverwezen. Het welzijn van kinderen is beter gediend met het krijgen van kansen en mogelijkheden in hun eigen omgeving, dan met het verwijderd worden uit het eigen netwerk.

De wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

In samenspraak met Edukien hebben we een mooi opleidingsplan samengesteld zodat de kwaliteit van de kinderopvang erg hoog is en blijft. Daarnaast hebben we verschillende medewerksters met een HBO pedagogiek opleiding in dienst die heel goed in staat zijn om kinderen met specifieke hulpvragen en kinderen met problematieken te herkennen en te zien. Daarnaast heeft Patty van den Biggelaar zelf de opleiding SPH gevolgd. Daarnaast is zij werkzaam geweest op een Medisch Kinderdagverblijf gedurende vijf jaar. Wanneer medewerksters aanlopen tegen moeilijk verstaanbaar gedrag of bij ontwikkelingsvragen, vragen ze eerst of Patty op de groep komt kijken. Wanneer zij ook twijfels heeft, wordt er een gesprek met de ouders gepland om te bekijken of ouders dezelfde hulpvraag hebben als het kind. En of ouders tegen dezelfde problematieken aanlopen. De eerste gesprekken doen de PM ers altijd zelf. Deze gesprekken worden geevalueert met Patty van den Biggelaar om een actieplan op te stellen. Wanneer de pedagogische medewerkster het gevoel heeft er niet goed door te komen, wordt er een tweede gesprek gepland met de leidinggevende van de groep. Hierin worden mogelijkheden voor ouders geschetst en wordt de hulpvraag scherp gesteld. Wanneer de hulpvraag scherp is gesteld vragen we aan ouders of ze behoefte hebben aan een MDO. Multi disciplinaire team overleg. Dit overleg wordt ingepland om kinderen warm over te dragen. Daarna komt de Verbinding op afstand.

7

8

Pedagogische doelstellingenIn ons pedagogisch handelen, sluiten wij ons aan bij de vier pedagogische doelen van Marianne Riksen-Walraven (hoogleraar op de leerstoel “theorievorming en empirisch onderzoek op het gebied van de kinderopvang). Hierbij voegen wij nog twee belangrijke doelstellingen toe.

Op onze groep willen wij kinderen het volgende bieden:

Emotionele veiligheid

Stimuleren van persoonlijke competentie

Stimuleren van sociale competentie

Overbrengen van waarden en normen

Gezondheid en veiligheid

Respect voor diversiteit

Emotionele veiligheid: ·Wij vinden het erg belangrijk om kinderen emotionele veiligheid te bieden. Wij bieden de kinderen een sfeer van geborgenheid en een veilige, vertrouwde en stimulerende omgeving. Een onveilig klimaat staat het realiseren van andere pedagogische doelstellingen in de weg. Dit is de reden dat het bieden van emotionele veiligheid als eerste pedagogische doel staat.

Het contact tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderenEen gevoel van veiligheid creëren wij door vaste beroepskrachten op de groep. Zo kennen de kinderen de pedagogisch medewerksters, maar kennen de pedagogisch medewerksters de kinderen ook goed. Een kind weet dan wie ze kunnen vertrouwen en de pedagogische medewerksters kennen het kind goed genoeg om het passend te begeleiden en stimuleren. Op sommige momenten zal er een invalster op de groep aanwezig zijn. Wij stellen deze aan de kinderen voor en geven de kinderen het vertrouwen dat ook de invalster fijn met ze komt spelen en goed voor ze zal zorgen.

Iedere pedagogische medewerkster werkt aan een band met elk kind individueel. Dit doen we door persoonlijk contact met de kinderen. We gaan op ooghoogte zitten, en kijken de kinderen aan als we met ze praten. We nemen de tijd om met kinderen te knuffelen en op schoot te nemen. Wij vinden het ook belangrijk om kinderen positief te benaderen en ze te complimenteren. Als kinderen fijn aan het spelen zijn of iets moois maken zullen wij hen complimenteren en laten merken dat we trots op hen zijn.

Ook bouwen wij een band met de kinderen op door op de hoogte te zijn van hun leefwereld. In het contact met kinderen kunnen wij deze vertrouwde en herkenbare dingen aandragen. Tijdens de overdracht met ouders bespreken wij daarom dingen die er in de leefwereld van het kind spelen.

Verder proberen wij in te spelen op de behoeftes van kinderen. Dit doen wij door te kijken en luisteren naar de kinderen. Zowel naar de verbale- als non-verbale signalen. Wat heeft een kind op dat moment nodig of waarom wil hij iets liever niet doen? Dat zijn vragen die wij ons stellen bij het inspelen op de behoeftes. De volgende stap die wij dan nemen is kijken in hoeverre wij in kunnen spelen op die behoeften. Bijvoorbeeld een kind dat zijn mandarijn niet meer wil eten, terwijl hij normaal altijd goed zijn fruit eet. Samen kijken we dan waarom het kind zijn mandarijn niet opeet.

9

Als er dan uitkomt dat de mandarijn te droog is, bieden wij het kind ander fruit aan. Inspelen op de behoefte van de kinderen wil echter niet zeggen dat we de wensen van kinderen zoals zij die zelf kenbaar maken altijd (direct) inwilligen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich in hun eigen tempo ontwikkelen. Wij kijken naar het kind zelf, waar moeten we het kind in stimuleren of waar is het juist heel goed in. Wij vinden het belangrijk dat een kind kind kan zijn. Wij geven kinderen ruimte voor eigen initiatief. Kinderen mogen vrij spelen en eigen materiaal uitkiezen. Merken wij echter dat kinderen hierin vastlopen, begeleiden wij hen hierin. Tijdens het spel en activiteiten moedigen we kinderen aan en dagen we ze uit tot verdere ontwikkeling. Dit doen wij door te kijken hoe ver een kind is in zijn of haar ontwikkeling en bieden hierbij passend materiaal aan. Merken wij dat kinderen dit materiaal of de activiteit steeds meer onder de knie hebben, zullen we de activiteit uitbreiden of een activiteit daarop volgend in de ontwikkeling aanbieden.

Het contact tussen de pedagogisch medewerkers en de oudersWij vinden het belangrijk om goed contact met de ouders te onderhouden. Wij streven ernaar om de ouders te spreken bij ieder breng- en haalmoment. Tijdens deze momenten bespreken we de gemoedstoestand van de kinderen, wat ze beleeft hebben en bijzonderheden van die dag. Ook word op dit moment de ontwikkeling van de kinderen besproken. Indien wij of de ouders het nodig vinden kan hierover ook een gesprek op een later tijdstip plaatsvinden. Voor ieder kind is er eenmaal per jaar een 10-minutengesprek. Dit gesprek wordt gevoerd aan de hand van de observatielijst die wij jaarlijks invullen. Voor kinderen tot 1 jaar houden wij een overdracht schriftje bij. Hierin staat het ritme van het kindje en bijzonderheden beschreven.

In het contact met ouders vinden wij respect en openheid heel belangrijk. Wij luisteren naar ouders en staan open voor suggesties. Samen met de ouders willen wij graag een lijn trekken in de opvoeding van hun kind. Mocht er iets op de groep voorvallen nemen wij direct contact op met ouders, dit kan bijvoorbeeld bij ziekte of een ongeval zijn. Samen met ouders overleggen wij over het verdere handelen. Uitgangspunt hierbij is dat er niemand het kind beter kent dan de ouders zelf, wij hebben het vertrouwen in de ouders dat zij hierna handelen en kijken naar wat het beste is voor het kind.

Het contact tussen de pedagogisch medewerkers onderlingWij als pedagogisch medewerksters hebben een voorbeeldfunctie voor kinderen. Hier zijn wij ons bewust van. Wij als pedagogisch medewerksters tonen aan de kinderen hoe je op een goede manier met elkaar omgaat. Wij communiceren op een beschaafde manier en laten zien hoe je goed kan samenwerken. Dit laten wij bijvoorbeeld zien door een collega gezondheid te wensen als ze niest of door als je iets vraagt, hier alsjeblieft bij te vermelden.

Structuur in de dag en de aangeboden activiteitenWij creëren een gevoel van veiligheid door de kinderen een vast dagritme aan te bieden. Iedere dag werken wij met hetzelfde dagritme. Dit dagritme staat verderop in dit beleid beschreven. De kinderen kunnen op de groep zien welke activiteiten er zijn gedurende de dag. Dit gebeurd door pictogrammenkaarten van uk en puk, die we duidelijk zichtbaar op de groep hebben hangen.

Wij handelen consequent en voorspelbaar voor de kinderen. Hierdoor weten de kinderen wat ze kunnen verwachten en wat er van hen verwacht wordt. Tijdens het handelen vertellen en leggen we zo veel mogelijk uit over wat er gaat gebeuren. Hierdoor worden situaties voorspelbaar en overzichtelijk voor een kind.

10

Wij werken met thema’s en activiteiten die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. De thema’s zijn van uk en puk of hebben te maken met jaargetijden of feestdagen. Deze worden via een vaste structuur aangeboden waarbij de pop Puk een vaste leidraad is. Puk is een vriendje voor de kinderen, hij is veilig en herkenbaar voor hen. Puk neemt hen mee naar verschillende nieuwe ervaringen. Het vieren van de verjaardagen van zowel kinderen als pedagogisch medewerkers vinden wij belangrijk. Kinderen voelen zich bijzonder als ze jarig zijn. Ieder kind is bijzonder voor ons, dus dat willen hij hen op deze dag ook laten merken. Het kind staat in het middelpunt van het feest, merken wij dat een kind dit niet fijn vind spelen wij hier op in. Ook schenken wij ruim de aandacht aan een kind dat afscheid neemt en kijken we wat voor invloed dit heeft op de kinderen.

Een kindvriendelijke omgeving

Een overzichtelijke, duidelijk ingedeelde ruimte draagt bij aan het gevoel van veiligheid van kinderen. Daarom hebben wij onze ruimte onderverdeeld in verschillende hoeken. Hierbij kun je denken aan een poppenhoek of een bouwhoek. Wij zorgen ervoor dat deze hoeken behouden blijven, zodat ze veilig en vertrouwd zijn. Wel zorgen we voor nieuwe uitdagingen, bijvoorbeeld door materiaal aan te passen of de themahoek in te richten bij het thema waar we mee bezig zijn. Voor baby’s bieden wij deze veiligheid door een eigen plekje te creëren. Dit kan zijn in een hoge box, hier liggen de kinderen veilig maar hebben ze toch overzicht op de groep. We creëren zo’n plekje ook op het plateau, hier kunnen meerdere baby’s samen spelen en ontdekken. De inrichting en het speelmateriaal is afgestemd op de ontwikkelingsfase van de kinderen en biedt geborgenheid. In deze uitdagende ruimte leren kinderen elkaar kennen en raken ze vertrouwd.

Persoonlijke competentieMet persoonlijke competentie bedoelen we: emotionele vrijheid, veerkracht, zelfstandigheid, nieuwsgierigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Deze kenmerken zijn belangrijk en onderling nauw verbonden. Jonge kinderen gaan op zoek naar ervaringen en de grenzen van hun kunnen.

Stimuleren en motiveren bij de persoonlijke ontwikkelingWij stimuleren en motiveren de kinderen bij hun persoonlijke ontwikkeling. Dit doen wij bijvoorbeeld door kinderen zelf te laten ontdekken en zelf te laten ervaren wat ze wel of niet kunnen. Bijvoorbeeld een baby die een verhoging aan het ontdekken is. Wij laten het kind de verhoging ontdekken, maar blijven erbij zodat dit in alle veiligheid kan gebeuren. Wij als pedagogisch medewerkers schatten het kunnen van een kind in en laten hem ontdekken en ervaren tot op zekere hoogte.

We geven kinderen de ruimte om zelf fouten te maken en te ontdekken hoe het misschien anders kan of waarom het fout is. Dit laten we ze ontdekken door ze vragen te stellen zodat ze hier zelf over na gaan denken. Bij de jongeren kinderen doen we dit door het goede voorbeeld te geven.

Wij bieden kinderen ook verschillende materialen aan om hun persoonlijke competentie te vergroten. We dagen het kind uit om nieuwe activiteiten te doen, ze te stimuleren en motiveren tijdens het uitvoeren en ze trots te laten zijn bij het behalen van het einddoel. Dit doen we door met de kinderen bezig te zijn en ze zowel verbaal als non-verbaal te ondersteunen. Hierbij kun je denken aan een aai over het hoofd of een compliment. Hierdoor bouwen de kinderen zelfvertrouwen op.

Ook door de relatie met andere kinderen werkt een kind aan zijn persoonlijke ontwikkeling. Wij leren kinderen om onderdeel van een groep te zijn en de daarvoor belangrijke vaardigheden te ontwikkelen. Hierbij kun je denken aan leren delen, samenspelen, op je beurt wachten etc.

11

Taalontwikkeling is gekoppeld aan de ervaringen en waarnemingen van het kind en hoe wij daar als volwassenen op reageren. Wij stimuleren de kinderen spelenderwijs in hun taalontwikkeling. Dit doen wij door bijvoorbeeld dingen te benoemen waar ze naar wijzen of ze uit te dagen tot spreken. Ook benoemen wij wat we gaan doen en waarom we het gaan doen.

Sociale competentieMet sociale competentie bedoelen we de kennis en vaardigheden op het gebied van samen spelen, andere kinderen helpen, op je beurt wachten, voor jezelf opkomen, om kunnen gaan met conflictsituaties, rekening houden met elkaar etc.

Stimuleren en motiveren bij de sociale ontwikkeling.Deze sociale vaardigheden leren de kinderen in interactie met elkaar maar ook met de pedagogisch medewerker. Ons doel hierbij is om deze interactie tussen kinderen te versterken en verbeteren. Dit doen wij door kinderen zelf contact te laten zoeken met andere kinderen en hen hierbij te stimuleren als ze hierin vastlopen.

Wij stimuleren groepsactiviteiten en moedigen kinderen aan om contact met elkaar te maken en samen wat te ondernemen. Verschillende activiteiten worden zowel in grotere groepen als kleinere groepen gedaan. Hierbij is er aandacht voor het functioneren van het individuele kind in de groep. Hoe gaat het kind om met de groep, waar heeft het kind moeite mee of waar gaat het juist heel goed mee? Dat zijn dingen die wij ons hierbij afvragen en waar we op in spelen. Als wij merken dat een kind nauwelijks contact met andere kinderen zoekt, begeleiden wij dit kind. Wij bieden het kind vaker groepsactiviteiten aan waarbij we ze begeleiden, of zorgen dat het opgenomen wordt in het spel van andere kinderen. Sommige kinderen hebben soms echter behoefte aan individueel spel. Dit laten ze dan vaak in hun gedrag zien. Wij bieden kinderen dan meestal een activiteit aan tafel aan zodat ze even een momentje voor zichzelf hebben.

Wij hebben een verticale groep, dit is bij uitstek de plaats om kinderen elkaar te laten helpen. De grotere kinderen vinden het leuk om de kleine kinderen te helpen als iets niet lukt. Ze vinden het ook leuk om het goede voorbeeld te geven. Dit stimuleren wij dan ook bijvoorbeeld door aan de oudere kinderen te vragen of ze kunnen laten zien hoe iets moet of door het oudere kind het kleinere kind te helpen met een verkleedjurk aandoen.

Tijdens conflicten laten wij kinderen zoveel mogelijk zelf proberen het op te lossen. Kinderen komen vaak direct naar ons toe als een kindje iets afpakt. Wij gaan met het kind naar het andere kind en helpen hem in de communicatie om aan te geven wat hij of zij niet fijn vind en wat hij of zij graag zou willen. Een kind leert hierdoor aan te geven wat hij of zij niet fijn vind, op te komen voor zichzelf en dingen zelf op te lossen. Als er emoties bij betrokken zijn wijze wij de kinderen hier op. Bijvoorbeeld als een kindje huilt, vragen wij of het andere kind ziet wat er is en wat het dan betekend dat het andere kind moet huilen. Op deze manier leren ze zich ook verplaatsen in anderen.

Waarden en normenWij vinden het hebben van waarden en normen en het overdragen hiervan erg belangrijk. Veel van deze waarden en normen hebben te maken met omgaan met elkaar, rekening houden met elkaar, respect hebben voor elkaar, delen met elkaar, op je beurt wachten etc.

Overdragen van waarden en normenEen norm die wij op de groep hanteren is dat we ieder kind als gelijkwaardig en waardevol beschouwen. Dit laten we zien door open te staan voor diversiteit en in te gaan op dingen die voor een kind “anders” kunnen zijn. Wij vinden het ook belangrijk dat kinderen goed omgaan met dieren, natuur en materialen. Dit zijn dingen waar je rustig en met respect mee omgaat. Voor dieren hoor je lief te zijn, blaadjes hoor je

12

niet van de boom af te trekken en materialen dienen gebruikt te worden waar ze voor gemaakt zijn.

Wij hebben verschillende normen en waarden die ook verbonden zijn met onze huisregels. Deze leven wij na en we wijzen de kinderen hierop. Wijzelf zijn bij het overbrengen van normen en waarden van belang. Wij passen onze houding op onze waarden en normen aan, wij geven het goede voorbeeld. Merken wij dat de kinderen de bij ons geldende waarden en normen niet naleven zullen wij met ze in gesprek gaan en ze proberen uit te leggen waarom die bepaalde waarde of norm van belang is. Een voorbeeld hierbij is als kinderen blaadjes van de struiken trekken. Op dat moment gaan wij met de kinderen in gesprek. We vragen wat ze aan het doen zijn en waarom ze dat doen. Nadat we naar hen geluisterd hebben leggen we uit waarom het niet goed is om de blaadjes van de struiken te trekken.

Gezondheid en veiligheidWij vinden gezondheid en veiligheid belangrijke dingen op onze groep. Een gezonde en veilige omgeving zorgt ervoor dat kinderen zich op een goede manier kunnen ontwikkelen.

GezondheidBij gezondheid kun je aan verschillende dingen denken zoals: wassen van de handen, hygiënisch omgaan met materialen, tegengaan van verbranden van de huid, ziekte etc. Jaarlijks voeren wij de risico-inventarisatie gezondheid uit. Hier worden verslagen van gemaakt. Aan de hand van deze verslagen passen wij ons gezondheidsbeleid aan. Dit kan gebeuren door dingen in de groep aan te passen maar ook door onze huisregels aan te scherpen of een nieuw protocol op te nemen. Wij als collega’s wijzen elkaar op deze veranderingen en spreken elkaar aan op het naleven hiervan. Nieuwe pedagogisch medewerkers wijzen wij op de huisregels en de protocollen die er zijn. Pedagogisch medewerkers die de huisregels en protocollen door hebben genomen ondertekenen deze met een handtekening en datum. Op deze manier kunnen we precies zien welke pedagogisch medewerkers op de hoogte zijn gesteld van de veranderingen.

Veiligheid

Bij veiligheid kun je aan verschillende dingen denken zoals: het aanwezig zijn van giftige stoffen, de veiligheid van materiaal, veiligheid bij het slapen etc. Voor de veiligheid voeren wij dezelfde acties uit als bij gezondheid, dit wil zeggen: Jaarlijks voeren wij de risico-inventarisatie veiligheid uit. Hier worden verslagen van gemaakt. Aan de hand van deze verslagen passen wij ons gezondheidsbeleid aan. Dit kan gebeuren door dingen in de groep aan te passen maar ook door onze huisregels aan te scherpen of een nieuw protocol aan te nemen. Wij als collega’s wijzen elkaar op deze veranderingen en spreken elkaar aan op het naleven hiervan. Nieuwe pedagogisch medewerkers wijzen wij op de huisregels en de protocollen die er zijn. Pedagogisch medewerkers die de huisregels en protocollen door hebben genomen ondertekenen deze met een handtekening en datum. Op deze manier kunnen we precies zien welke pedagogisch medewerkers op de hoogte zijn gesteld van de veranderingen.

DiversiteitWij staan open voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond. Wij vinden het belangrijk dat ieder kind zicht thuis voelt bij ons, daar besteden wij dan ook veel aandacht aan. Op deze manier leren wij kinderen respect te hebben voor zichzelf, elkaar en hun omgeving.

Respect voor jezelf, anderen en je omgevingWij leren een kind respect te hebben voor zichzelf. Dit doen we door het kind zijn eigen behoeftes en emoties te laten herkennen en verwoorden, eigen keuzes te maken, zelfvertrouwen te ontwikkelen en voor zichzelf op te leren komen. Dit alles zoals beschreven staat bij de vorige

13

ontwikkelingsdoelen. We leren kinderen respect te hebben voor elkaar en andere mensen in hun omgeving door verschillen te benoemen en te laten zien dat iedereen anders en uniek is, maar daarom net zo leuk en lief. Het is goed dat kinderen zien dat niet alles voor iedereen vanzelfsprekend is of alles net zo makkelijk gaat. Bijvoorbeeld met een kind met een handicap leggen we de kinderen uit wat het kindje wel kan en niet kan, en kijken we samen met de kinderen hoe we elkaar kunnen helpen om toch zoveel mogelijk samen te kunnen doen.

VVE beleidTen einde methodisch te kunnen werken met peuters werkt De Verbinding met de methode Uk en

14

Puk. Op elke VVE locatie ontvangen de pedagogisch medewerksters hiervoor een cursus aangeboden door Giralis. De cursus leidt tot certificering. Mandy van de Heuvel heeft deze cursus in 2014 succesvol afgerond, en Joyce van Kasteren heeft deze cursus in 2015 succesvol afgerond. In november 2015 gaat Willeke deze cursus volgen. Voorafgaand is door de leiding van de Verbinding en de schooldirecties de cursus VVE management gevolgd.Een aantal pedagogisch medewerksters binnen De Verbinding hebben voorafgaand samen met een aantal leerkrachten de basiscursus en verdieping VVE sterk gedaan.

Bijzonder en toch gewoon

Het VVE beleid is in het bijzonder bedoeld voor kinderen waarvan door het consultatiebureau is geconstateerd dat ze te maken hebben met een taalachterstand. Zij krijgen via het VVE programma bijzondere aandacht met het doel de achterstand zoveel als mogelijk in te lopen, zodat ze goed toegerust aan de basisschool kunnen beginnen. De samenwerking die er al is met de basisschool en verder wordt uitgebouwd biedt hen extra kansen. Omdat het VVE beleid integraal is opgenomen in het programma voor de peutergroepen voelen de VVE kinderen zich gewoon onderdeel van de groep en gaat het extra leren grotendeels spelenderwijs.

Uk en Puk

Zoals hierboven beschreven wordt er op de groep met de methode Uk en Puk gewerkt. Volgens een planning wordt deze methode aangeboden in blokken van 6 weken. Vooraf wordt er een planning gemaakt over welke activiteiten wij pet thema met de kinderen gaan doen, en welke ontwikkelingsgebieden hierbij extra aandacht krijgen. De groepsruimte wordt afgestemd en ouders worden hierover ingelicht middels een brief op het mededelingenbord. Gedurende het uitvoeren van de activiteiten worden kinderen geobserveerd en de score geregistreerd. Aan de hand van deze registratie is voor ons te zien hoe ver een kind is in zijn ontwikkeling. We krijgen een overzicht van ontwikkelingsvoorsprong of ontwikkelingsachterstand. Hierdoor kunnen wij een specifiek programma per kind aanbieden.

10-minutengesprekkenTwee maal per jaar zijn er oudergesprekken. In principe komen kinderen een keer per jaar aan de beurt verdeeld over de twee termijnen. Indien nodig zullen ouders twee maal per jaar uitgenodigd worden voor een gesprek. Vooraf aan de 10-minutengesprekken worden de kinderen geobserveerd via de methode KIJK. Daarnaast bekijken wij de registratielijsten van de methode uk en puk. De informatie die verkregen wordt uit deze twee methodes word samengevoegd in een verslag, wat besproken word in dit gesprek. Op deze manier kunnen wij ouders op de hoogte stellen van de ontwikkeling van hun kind. In dit gesprek zal ook aandacht besteedt worden aan het welbevinden van het kind op de groep, en zal er gevraagd worden hoe de ouders de opvang ervaren.

Overgang naar de basisschoolDe Verbinding vindt het erg belangrijk om voor kinderen een goede doorgaande lijn naar de basisschool te vinden. In het kader hiervan observeren de leidsters de kinderen voor hun vierde verjaardag en werken hun bevindingen over het kind uit in een verslag. In dit verslag staat omschreven hoe een kind is, hoe het zich ontwikkeld heeft en waar leerkrachten eventueel rekening mee kunnen houden. Dit verslag wordt met de ouders besproken. Aan hen word gevraagd om dit verslag over te dragen aan de leerkrachten van de basisschool.

15

Beroepskrachten:

Leidsters:

KDV zorg ok heeft, net zoals op de andere locaties van de Verbinding, twee vaste leidsters per dag. Het aantal leidsters dat aanwezig is op de groep per dag is afhankelijk van het leidster/kind-ratio. Op maandag, dinsdag en donderdag werken Joyce van Kasteren en Willeke van der Heijden samen op de groep. Zij hebben allebei de opleiding SPW niveau 3 gevolgd. Op woensdag is Mandy v/d Heuvel aanwezig. Zij heeft de opleiding pedagogiek gevolgd. De leidsters werken volgens de in de organisatie geldende regels en protocollen welke staan opgenomen in de GGD en protocollen map.

Stagiaires:

Veelal zijn er stagiaires op de groep aanwezig. Vaak is dit een stagiaire per dag. Meestal komen deze stagiaire op vaste dagen voor een langere periode. Dit zorgt ervoor dat zij de kinderen leren kennen en deze vertrouwd kunnen worden met hen. Voor de stagiaires gelden dezelfde regels en protocollen als voor de leidsters. Bij het begin van de stage worden stagiaires hierop gewezen. Daarnaast wordt hen gewezen op het VOG en op de GGD map. In de GGD-map staat het BPV-beleid en de informatiemap voor stagiaires. Hier is alle informatie te vinden over de omgang en begeleiding tussen leidsters en stagiaires.

Pauzes:

Zowel leidsters en stagiaires hebben 's middags recht op een uur pauze. Deze pauze kan buiten de groep gehouden worden, dit echter enkel mits het verantwoord is. De pauzes worden altijd gehouden op tijden dat de meeste kinderen aan het slapen zijn, tussen 12.30 en 15.00. Op deze tijden is het toegestaan om af te wijken van het leidster/kind-ratio. Daarnaast worden wanneer er stagiaires aanwezig zijn de pauzes zo ingedeeld dat er te allen tijde 2 personen op de groep aanwezig zijn

Vier ogen beleid:Per 1 juli is het vier ogen principe ingevoerd. Dit houdt in dat er te allen tijde een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. De directie heeft hier samen met de oudercommissie invulling aan gegeven. Veelal staan er 2 beroepskrachten op de groep waardoor er aan dit principe voldaan word. Uitzondering hierbij is tijdens de opening en de sluiting. Van 7.45 tot 08.15 en van 17.45 tot 18.15 is er een beroepskracht aanwezig. Op woensdag werken we samen met een stagiaire, indien nodig word er een extra beroepskracht ingezet. Ook is er veel sociale controle door de medewerkers van zorg Oké wat zich op dezelfde locatie bevind als dagcentrum Donkershoeve.

Achterwacht:KDV zorg ok bevind zich op de locatie van zorg Oké. Wanneer er zich calamiteiten voordoen kunnen de leidsters daar op terugvallen. Daarnaast beschikken alle medewerkers over een BHV certificaat zodat te allen tijde iemand aanwezig is die BHV heeft. Daarnaast kan er altijd iemand binnen 15 minuten aanwezig zijn zodat er voldoende hulp geboden kan worden wanneer er zich dingen voordoen.

16

Dag planninguitleg dagprogramma:

7.45 – 9.00: Kinderen worden door hun ouders gebracht. Er is aandacht voor een goede mondelijke overdracht om op de hoogte te zijn van de gemoedstoestand van het kind. Wanneer de kinderen binnen zijn mogen zij vrij spelen. Hieronder wordt verstaan dat ze zelf mogen kiezen wat ze willen gaan doen. Soms biedt de pm er de kinderen spelmateriaal aan wanneer deze ziet dat het kind zelf moeite heeft met kiezen.

9.00 – 10.00: De kinderen gaan de groep opruimen, de pm stimuleert de kinderen hierbij. Daarna gaan de kinderen hun handen wassen en gaan ze aan tafel. Terwijl de kinderen het liedje “even wachten” zingen word het fruit uitgedeeld. Na het zingen van het liedje “wij eten nu ons fruit” mogen de kinderen hun fruit opeten. Nadat de kinderen klaar zijn met fruit uiteten wordt hen een activiteit aangeboden zoals een puzzel of een boekje.

10.00 – 10.30: Kringmoment. De kinderen gaan in de kring zitten. In de kring krijgen zij een koekje en drinken aan geboden. Er word een boek voorgelezen, liedjes gezongen en een activiteit gedaan. Hierbij zorgen wij dat deze aansluiten bij het thema waar wij op dat moment mee bezig zijn.

10.30 – 11.30: Na de kring is er een vast plasmoment en worden de kinderen die een luier aan hebben verschoond. Indien het weer het toelaat gaan we naar buiten met de kinderen. Alle kinderen die wakker zijn gaan dan mee naar buiten. Intussen worden er binnen activiteiten voorbereid. Hierbij valt te denken aan knutselactiviteiten passend bij het thema of werkjes voor verjaardagen. Na de voorbereidingen

worden de kinderen die een activiteit mogen doen naar binnen geroepen om deze uit te voeren.

11.30 – 12.00 De kinderen gaan naar binnen en wassen hun handen. Hierna nemen zij aan tafel plaats om brood te eten. Een pm zit bij de kinderen aan tafel om het brood te bereiden en de kinderen te ondersteunen. Kinderen kiezen eerst een “gezonde” boterham waarna zij vrije keuze hebben wat zij verder op hun brood willen. De maaltijd word afgesloten met een beker melk.

12.00 – 13.00 De kinderen die gaan slapen worden verzorgd en omgekleed. Ze gaan een voor een rustig naar bed toe. De kinderen die niet slapen mogen vrij spelen op de groep.

13.00 -15:00: De kinderen die wakker zijn mogen vrij spelen terwijl de groep opgeruimd word. Hierna worden de kinderen activiteiten aangeboden. Dit kan wisselend zijn van een spel, een knutselopdracht of werkjes zoals een kralenplankje. Indien het weer het toelaat gaan we even wandelen met de kinderen of mogen ze nog buitenspelen.

15.00 – 15.30: De kinderen die hebben geslapen worden uit bed gehaald en verzorgd. De andere kinderen doen een activiteit met de Pm of mogen vrij spelen.

15.30 – 16.00 : Kringmoment. De kinderen gaan in de kring zitten. In de kring krijgen zij een koekje en drinken aan geboden. Er word een boek voorgelezen, liedjes gezongen en een activiteit gedaan. Hierbij zorgen wij dat deze aansluiten bij het thema waar wij op dat moment mee bezig zijn.

17

16.00 – 17.00: De maaltijd voor de kinderen word voorbereid. We gaan met alle kinderen aan tafel. De kinderen die geen warme maaltijd nuttigen hebben een stuk fruit of een koek bij. Na de maaltijd krijgen de kinderen een activiteit aangeboden. Als iedereen klaar is mogen zij vrij gaan spelen. De kinderen worden ondertussen een voor een verzorgd.

17.00 – 18.15: afsluiting van de dag. Afhankelijk van het weer mogen de kinderen buiten spelen, vrij spelen of word hen een kleine activiteit aangeboden. Ouders komen de kinderen ophalen en krijgen een overdracht van het kind. In de overdracht worden bijzonderheden van de dag besproken of eventuele opvallend heden.

Dit schema is globaal, natuurlijk is het kind afhankelijk. Belangrijk is dat de Pm zo goed mogelijk aansluit op de vraag van het kind.

Overdracht:

Overdracht met ouders vinden wij erg belangrijk. De belangrijkste overdracht is mondeling met de ouders tijdens de haal- en brengmomenten. Op deze momenten worden dagelijkse dingen over de kinderen besproken zoals eten en slapen. Daarnaast worden er op deze momenten ook bijzonderheden uitgewisseld. Voor kinderen tot 1 jaar gebruiken wij een overdracht schriftje. In dit schriftje staat het dagritme van het kind beschreven en worden bijzonderheden over de dag van het kind gemeld. Wij hebben er bewust voor gekozen om dit enkel tot 1 jaar te doen. Dit heeft 2 redenen. Allereerst omdat tot 1 jaar het ritme voor kinderen zo wisselt kan zijn en dat het voor ouders belangrijk is om terug te kunnen kijken wanneer bijvoorbeeld de laatste voeding van het kind was. Daarnaast doen wij een schriftje maar tot 1 jaar omdat wij een mondelinge overdracht verkiezen boven een schriftelijke overdracht. Tenslotte wordt de overdracht van slaaptijden gedaan via het bord wat in de ruimte is te vinden. Op dit bord worden de exacte slaaptijden van de kinderen aangegeven.

Kring:

Op KDV zorg ok doen wij, net als op de andere locaties, twee keer per dag een kring moment. Dit moment heeft een vaste structuur, namelijk: een koekje eten, een boekje lezen, liedjes zingen en een activiteit doen, drinken toveren met de tovenaar en dit opdrinken.

Er zijn verschillende redenen waarom dit kringetje gedaan wordt. Allereerst leren de kinderen veel vaardigheden in de kring. Hierbij valt te denken aan het leren wachten op hun beurt, op een stoel blijven zitten en uitdelen. Daarnaast worden er ook activiteiten gedaan om de verschillende ontwikkelingsgebieden te stimuleren. Zo wordt er een boekje voorgelezen en liedjes gezongen voor de taalontwikkeling. Worden er gezamenlijk dingen gedaan zoals dansen, leren kinderen op hun beurt wachten en te delen om de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren. Worden er activiteiten gedaan met bijvoorbeeld tellen of kleuren om de cognitieve ontwikkeling te stimuleren. Daarnaast worden er ook nog activiteiten gedaan zoals dansen of springen om de motorische ontwikkeling te stimuleren.Door deze dingen te stimuleren zijn wij meteen ook bezig om de kinderen voor te bereiden op de basisschool. Zo wordt er bijvoorbeeld op de basisschool verwacht dat kinderen op hun stoel blijven zitten, dit proberen wij de kinderen hier te leren. Hierbij houden wij natuurlijk rekening met de leeftijd en het ontwikkelingsstadia van het kind zodat het niet over- of ondervraagd wordt.

Vrij spelen:

In de groepsruimte mogen de kinderen vrij spelen. Er zijn open kasten waar zij zelf speelgoed uit 18

mogen pakken. Daarnaast is er speelgoed dat in afgesloten bakken staat of op de slaapkamer. Dit wordt door de leidsters aangeboden aan de kinderen. Het speelgoed is er voor de kinderen om te spelen maar daarnaast heeft het ook een stimulerende functie. Zo hebben wij voor ieder ontwikkelingsgebied speelgoed om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Kinderen worden vrij gelaten in hun spel maar indien de leidster merkt dat een kind dit nodig heeft worden de kinderen hierin begeleid. Hierbij wordt naar ieder kind specifiek gekeken wat de behoefte is en welk speelgoed daarbij past. Voor de veiligheid van de kinderen is het belangrijk dat er op de grond zo min mogelijk speelgoed ligt als dit niet relevant is. De leidsters dragen hiervoor zorg.

Buitenspelen:

Mits het weer het toelaat wordt ernaar gestreefd om de kinderen minstens twee keer per dag buiten te laten spelen. Dit is vaak 's ochtend na het kringetje en 's middags na het kringetje of de warme maaltijd. De kinderen die lopen en schoenen aan hebben mogen mee naar buiten om vrij te spelen. De jongere kinderen gaan ook mee naar buiten maar dan in de kinderwagen. Buiten mogen de kinderen vrij spelen of er worden passende activiteiten aangeboden. Daarnaast gaan we ook regelmatig wandelen met de kinderen. Wij wandelen altijd op het eigen terrein. Stagiaires mogen alleen met de kinderwagen op het terrein wandelen. Leidsters lopen op het terrein ook met kinderen aan de hand. Dit in verband met de vijver die zich op het terrein bevindt, waarbij extra veiligheid geboden is. Als er lopende kinderen mee zijn wandelen wordt de vijver dan ook altijd vermeden.De lopende kinderen hebben te allen tijde een veiligheidshesje aan, zodat zij duidelijk herkenbaar zijn.

Slapen:

Wij hebben een slaapruimte met 8 bedjes. Een van deze bedjes heeft een Aero matras. Bij buikslapers gebruiken wij dit bedje voor extra veiligheid. Daarnaast hebben wij 2 stretchers. Deze worden gebruikte indien er niet voldoende bedjes zijn. In de slaapkamer is veiligheid erg belangrijk. De bedjes dienen te allen tijde goed gesloten te worden, en bij twijfel moet er gecontroleerd worden of de slotjes goed gesloten zijn. De kinderen slapen alleen onder lakens en dekens, nooit onder een dekbed. Dit in verband met het gevaar hiervan voor jonge kinderen.Kinderen die zelf gaan staan, dienen altijd in het onderste bedje gelegd te worden. Op het eerste bedje hangt een lijst met daarop belangrijke regels die gelden in de slaapkamer. Hoeslakens worden dagelijks verschoond, lakens wekelijks en dekens maandelijks. Daarnaast word er dagelijks gelucht in de slaapkamer. We proberen kinderen zoveel mogelijk een eigen bedje te geven, vooral voor baby's vinden wij dit belangrijk.

Thema's:

Wij werken themagericht. Dit wil zeggen dat wij gedurende een aantal weken met hetzelfde onderwerp bezig zijn. Wij kiezen voor thema's die op dat moment actueel zijn met betrekking tot bijvoorbeeld feestdagen of seizoenen. Wij hebben een themahoek op de groep. Op deze manier kunnen de kinderen aan de ouders laten zien met welk thema wij bezig zijn. Voor de kinderen is het ook een punt van herkenning. Zij lopen er vaak naartoe en vertellen bijvoorbeeld wat ze geleerd hebben of kijken naar de dingen die er staan. In de themahoek staat een boekje, de werkjes die de kinderen gemaakt hebben en materialen die betrekking hebben tot het onderwerp. Het thema komt gedurende de gehele dag terug. In het kringetje wordt er door middel van een boekje, gesprekjes en eventueel bijpassende liedjes aandacht aan besteed. Daarnaast worden er verschillende

19

knutselwerkjes omtrent het thema gemaakt. Alle thema's staan uitgewerkt in de thema map. In deze map is per thema te vinden waarom het thema gedaan word en welke ontwikkelingsgebieden ermee gestimuleerd worden. Daarnaast is er te vinden welke liedjes, boekjes en activiteiten er passend bij het thema zijn. De activiteiten worden onderverdeeld in leeftijdscategorieën. Zodat alle kinderen leeftijdsspecifieke activiteiten aangeboden krijgen.

Activiteiten:

Naast het vrij spelen bieden wij de kinderen ook regelmatig activiteiten aan. Het uitgangspunt hierbij is dat de kinderen plezier hebben maar ook zeker dat hun ontwikkeling gestimuleerd wordt. We hebben uitlopende activiteiten van woordspelletjes, denkspelletjes tot kleien, verven en plakken. Bij de activiteiten geldt de regel dat kinderen alleen onder toezicht met kleine voorwerpen mogen spelen. Voor de knutselwerkjes hebben de kinderen een eigen map. In deze map worden de werkjes van de kinderen gedaan maar ook bijvoorbeeld foto's. Als de kinderen naar de basisschool gaan krijgen zij deze map mee als aandenken. Activiteiten worden veelal in de groepsruimte of op het eigen buitenspeelterrein gehouden. Incidenteel worden er activiteiten buiten de groep en het terrein gehouden. Hierbij valt te denken aan de sinterklaasviering of het voorleesontbijt. Hiervan worden te allen tijde ouders op de hoogte gebracht. Indien het nodig is om kinderen te vervoeren treedt het protocol meerijden in de auto in werking, ouders dienen hiervoor toestemming te geven.

20

De ruimte:

groepDit is de ruimte voor de kinderen. Hier mogen zij vrij spelen maar is er ook ruimte voor activiteiten. Voor deze ruimte zijn regels opgesteld voor de veiligheid van de kinderen, deze regels zijn te vinden bij de huisregels in de GGD-map.

keukenDe keuken is een plek voor de leidsters. In principe dienen de kinderen hier niet zelfstandig te komen. In de keuken gelden voor het bereiden van voedsel en voor de hygiëne de regels die gesteld staan in de GGD-map en de protocollenmap. In de keuken is er extra aandacht voor veiligheid. Zo worden bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen hoog opgeborgen en worden er alleen spenen uitgekookt op de achterste pitjes waar de kinderen niet bij kunnen. De waterkoker en het koffiezetapparaat staan altijd achter op de aanrecht. Ook warme dranken dienen achter op de aanrecht gezet te worden, zodat kinderen hier niet bij kunnen. Voor de hygiëne is de prullenbak opgeborgen in een keukenkastje, kinderen kunnen hier zo niet direct bij.

slaapkamerWij hebben een slaapkamer met 8 bedjes. Een van de bedjes heeft een Aero matras. Daarnaast zijn er nog 2 stretchers waar kinderen op slapen indien er niet voldoende bedjes zijn. In de slaapkamer is veiligheid erg belangrijk. De bedjes dienen te allen tijde goed gesloten te worden, en bij twijfel moet er gecontroleerd worden of de slotjes goed gesloten zijn. De kinderen slapen alleen onder lakens en dekens, nooit onder een dekbed. Dit in verband met het gevaar hiervan voor jonge kinderen.Kinderen die zelf gaan staan, dienen altijd in het onderste bedje gelegd te worden. Op het eerste bedje hangt een lijst met daarop belangrijke regels die gelden in de slaapkamer. Hoeslakens worden dagelijks verschoond, lakens wekelijks en dekens maandelijks. Daarnaast word er dagelijks gelucht in de slaapkamer. Kinderen mogen nooit zelfstandig in de slaapkamer komen.

verschoningsruimteIn deze ruimte mogen kinderen alleen komen als ze meegenomen worden door de leidster, ze mogen er dus niet spelen of alleen heen gaan. Tijdens het verschonen op de commode dient te allen tijde contact te zijn met het kind, het mag dus nooit alleen op de commode liggen. Er is een trapje aanwezig in deze ruimte. Deze dient te allen tijde gesloten te zijn en mag enkel open zijn als een leidster erbij is om een kind het trapje op te begeleiden. In de verschoningsruimte gelden de hygiëne regels die gesteld staan in de GGD-map en de protocollenmap.

halIn de hal worden de jassen van de kinderen en de leidsters opgehangen. Daarnaast is er ruimte voor de tassen van de kinderen en de leidsters. Kinderen mogen niet zelfstandig in de hal komen. Daarnaast is in de hal de toegangsdeur van de locatie. Zodra alle kinderen aanwezig zijn wordt deze deur op slot gedaan, zodat kinderen hier niet door naar buiten kunnen. Op de deur zit een draaislot, dit is voor de veiligheid zodat bij calamiteiten te allen tijde de deur snel open kan.

buitenspeelruimte21

Aansluitend aan de groep hebben wij onze eigen buitenspeelruimte. De poort van het buitenspeelterrein is te allen tijde gesloten. Deze is echter niet op slot in verband met de vluchtroute. Voor deze ruimte zijn specifieke regels opgesteld welke terug te vinden zijn in de huisregels in de GGD-map. Daarnaast is er nog een grote buitenruimte van Zorgokee. Deze ruimte gebruikten wij om te wandelen. Wij hoeven hierdoor niet van het terrein af, wat veiliger is voor de kinderen. Stagiaires mogen alleen met de kinderwagen hier wandelen. Leidsters lopen hier ook met kinderen aan de hand. Hierbij geldt maximaal 2 lopende kinderen per leidster. Dit in verband met de vijver die zich op het terrein bevindt, waarbij extra veiligheid geboden is.

Zindelijkheid

Verschonen

wij hebben vaste verschoningsmomenten, namelijk: Na het kringetje Voor het slapen Na het slapen Na de warme maaltijd.

Natuurlijk zullen wij zodra wij merken dat een kind ontlasting in de luier heeft of een volle luier heeft deze direct verschonen. Tijdens het verschonen op de commode dient de leidster ten alle tijd contact te houden met het kind, zodat het nooit alleen op de commode ligt. Tijdens het verschonen letten wij altijd op de hygiëne en werken wij volgens de regels en protocollen die in de GGD-map beschreven staan. Hierbij valt te denken aan het wassen van de handen en het reinigen van het verschoningskussen. In de verschoningsruimte staat een kast met bakjes. Ieder kind dat slaapt of een luier draagt heeft een persoonlijk bakje. Hierin zitten luiers, billendoekjes, pyjama, slaapzak en eventueel een knuffel en/of speen.

Hoe begeleiden wij kinderen in het traject om zindelijk te worden:

Als wij merken dat kinderen hieraan toe zijn of op verzoek van de ouders beginnen wij met zindelijkheidstraining. Dit alles gebeurt te allen tijde in overleg met ouders. Middelen die wij hiervoor gebruikten zijn de vissenkom en boekjes. Wij hebben een boek over zindelijkheid wat regelmatig met het kind gelezen wordt. Op deze manier blijft het kind geïnteresseerd in zindelijkheid en krijgt het enig idee wat het inhoud. De vissenkom is het beloningssysteem dat wij gebruiken. Als een kind op het toilet plast mag het een sticker plakken in de vissenkom. De volgende stappen worden ondernomen in het traject om een kind zindelijk te maken:

Als een kind een droge luier heeft tijdens het verschonen word het kind enthousiast gemaakt om op de wc te zitten. Komt er een plas/poep dan wordt het kind beloont met een sticker.

De volgende stap is om het kind regelmatig op het toilet te zetten om succeservaringen te krijgen. Hierbij is het belangrijk om de kinderen enthousiast te maken en ze te belonen.

Heeft het kind regelmatig succeservaringen dan wordt de luier uitgedaan. Plassen of poepen kinderen dan op het toilet mogen zij weer een sticker plakken. Hierbij wordt gestreefd om

22

kinderen zelf aan te laten geven wanneer ze naar het toilet moeten, maar is het ook nog steeds van belang om als leidster de kinderen regelmatig even op het toilet te laten zitten.

Als het kind gedurende de dag geen luier meer aan heeft en het aantal “ongelukjes” tot een minimum is gereduceerd zijn wij van mening dat een kind zindelijk is. De periode van zindelijk worden wordt dan ook afgesloten door de vissenkom mee naar huis te geven.

Bij alle stappen is het van belang om kinderen 's avonds erbij te betrekken om mededelingen te doen naar ouders. Bijvoorbeeld als ze geplast hebben op het toilet of geen luier aangehad hebben. Op deze manier bouwen zij trots op voor wat ze doen.

Voedselbereiding:

Al het voedsel wordt (voor)bereid in de keuken. Alleen het brood wordt aan de tafel bij de kinderen gesmeerd. Dit is zodat zij zelfstandig kunnen kiezen wat zij op de boterham willen. Zo wordt de broodmaaltijd een sociaal gebeuren waarbij de taalontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen gestimuleerd word. Voor de voedselbereiding gelden de regels die in de protocollenmap beschreven staan.

Eten:

Er zijn 3 eetmomenten per dag. Dit is namelijk het fruit, de broodmaaltijd en de warme maaltijd. Voor het fruit en de warme maaltijd zorgen de ouders zelf. De broodmaaltijd wordt door de Verbinding verzorgd. Bij de warme maaltijd kunnen de ouders ervoor kiezen om de kinderen een warme maaltijd, een stuk fruit of een koek mee te geven. Eten doen wij altijd gezamenlijk aan tafel. Vooraf worden altijd de handen van de kinderen gewassen en indien nodig krijgen zij een slabber. Ook na het eten worden de handen en monden van de kinderen gewassen. Ieder kind heeft gedurende de dag hiervoor zijn eigen washand.Wij streven ernaar om de kinderen zoveel mogelijk te stimuleren om hun fruit/maaltijd op te eten. Hierbij kijken wij echter wel naar het kind. Is het kind misschien niet helemaal fit, vindt het kind wat het te eten krijgt niet lekker of is het kind de leidster aan het uitproberen zijn vragen die wij ons hierbij stellen. Aan tafel gelden enkele regels. Zo dienen de kinderen aan tafel te blijven zitten totdat zij hun fruit/maaltijd op hebben. Als de kinderen klaar zijn mogen ze gaan spelen, maar niet op het plateau. Op deze manier kunnen zij kinderen die nog aan het eten zijn niet afleiden.

23

Overige punten:

Wenprocedure: ··Bij nieuwe aanmeldingen op de groep plannen wij een wenmoment in met de ouders. Voorafgaand aan dit moment is er al een intake geweest waarbij ouders, en in sommige gevallen het kind, al kennis gemaakt heeft met de pedagogisch medewerksters en de groep. Er wordt dan een afspraak gemaakt dat het kind komt wennen. Dit is een ochtend of middag op een dag dat het kind ook in opvang komt. Wij vinden een wenmoment erg belangrijk omdat wij zowel ouder als kind vooraf leren kennen. Onze ervaring is ook dat ouders het prettig vinden om hun kind gedurende een korter moment vast te laten wennen. In samenspraak met ouders wordt en gekeken wat het beste moment is om dit in te plannen. Er wordt de tijd genomen voor de overdracht, waarbij zowel oog is voor het kind als de ouder. Op de groep wordt het kind geïntroduceerd en, indien dit mogelijk is, wordt er een introductiespel gedaan met alle kinderen samen.

Stamgroepen:

Op locatie Donkershoeve verblijven kinderen altijd in dezelfde stamgroepen. Wanneer kinderen naar een andere groep gaan dienen ouders daarvoor een overeenkomst te ondertekenen. Deze overeenkomsten hebben de pedagogisch medewerksters op de groep. Wanneer er gewisseld wordt van groep wordt dit altijd besproken met ouders. Dit kan vooral voorkomen in de vakanties.

Schoonmaken:Wij houden zelf onze groepsruimte bij. Daarnaast wordt op vrijdag en zondag gepoetst door zorgokee. Om overzichtelijk te werk te gaan is er een takenlijst opgesteld. Op deze lijst staan dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse taken. Deze lijst is te vinden in de map onder het kopje

24

takenlijst. Omdat wij met meerdere mensen op de groep staan werkt deze met een afvinksysteem. Op deze manier waken wij ervoor dat alle taken ook daadwerkelijk uitgevoerd worden.

Zieke kinderen:

Bij twijfel of kinderen ziek zijn wordt altijd de temperatuur gecontroleerd. Bij een temperatuur hoger als 38 graden nemen wij altijd contact op met de ouders. Wij informeren hen over de gemoedstoestand van het kind en samen word gekeken naar het volgend handelen. Wij zijn van mening dat ieder kind anders is en dat ouders zelf in staat zijn om in te schatten wat het beste voor hun kind is, daarom is er geen vaste temperatuur dat kinderen per se naar huis moeten. Kinderen mogen blijven indien zij een paracetamol krijgen (om koortsstuipen te voorkomen) en mits zij niet zodanig de aandacht van de leidsters opeisen dat het ten koste gaat van andere kinderen. Bij constateren van verhoging of koorts houden wij kinderen altijd extra in de gaten en bieden wij ze extra drinken aan om hun vocht op peil te houden.

Verjaardagen:Alle verjaardagen van de kinderen worden gevierd. Voor de verjaardag is een vast programma wat te vinden is in de “verjaardag bak”. Dit is een bak waar alle benodigdheden voor een verjaardag zich in bevinden. Er wordt met de ouders een afspraak gemaakt om de verjaardag te vieren. De ouders of opa's en oma's mogen hierbij aanwezig zijn. Hierbij geldt maximaal 3 personen. De ouders komen voor een kind wat 2,3 of 4 wordt om 10.00. Voor een kind wat 1 wordt komen de ouders om half 10. Na de verjaardag gevierd te hebben wordt er nog wat gedronken met de ouders zodat er de mogelijkheid is om met de ouders te spreken. Ook geef je op deze manier de ouders een kijkje hoe een dag eruit ziet, wat zij erg leuk vinden. Voor traktaties geldt dat het mag maar niet hoeft, ouders zijn vrij of ze iets doen en wat ze dan doen. De traktaties worden altijd mee naar huis gegeven zodat ouders zelf kunnen beslissen wat zij met de traktatie doen.

Huisregels KDV zorg ok

Hieronder zijn de regels te vinden die zijn opgesteld om de veiligheid en de gezondheid van zowel kinderen, ouders als de groepsleiding te vergroten. Door aan deze regels te houden zorgen we voor een veilige en hygiënische omgeving.De regels zijn mede aan de hand van de veiligheid en gezondheid risico-inventarisatie opgesteld.

Entree: De tassen en jassen van de kinderen dienen op de daarvoor bestemde plekken gezet te

worden. Dit wil zeggen jassen aan de kapstok en tassen in het tassen vak. Dit geld ook voor de groepsleiding.

Na het ontvangst van de ouders dient de deur op slot gedaan te worden. Deze zal op slot zijn tot het moment dat de eerste ouder zijn/haar kind komt halen.

25

Kinderen mogen niet zonder toezicht van ouder of groepsleidster de deur uit. Kinderwagens worden in de slaapkamer van Zorgokee gezet. Maxi cosi's mogen wel in de

gang blijven staan, mits zij aan de zijkant staan. Op de deuren zitten veiligheidsstrips. Deze dienen regelmatig gecontroleerd te worden.

Indien deze kapot zijn dient er direct actie ondernomen te worden. De groepsleiding parkeert hun auto op de parkeerplaats en hun fiets in het fietsenrek voor de

boerderij. Ouders parkeren hun auto op het parkeerterrein of voor de boerderij. Op en rondom het dagcentrum mag niet gerookt worden, ook niet buiten. Mochten leidsters

sigaretten bij hebben dienen die hoog en veilig opgeborgen te worden. Groepsleiding dient er goed en netjes verzorgd uit te zien. Hieronder wordt verstaan: geen

blote buiken, oorbellen mag wel maar ze mogen niet te lang zijn, geen losse haren als ze langer zijn dan schouderlengte en geen plak-nagels.

Afval op de vloeren dient direct verwijderd te worden. Bij nat weer dient de vloer direct gedroogd te worden nadat de kinderen binnen zijn. Kinderen lopen rustig, dus niet naar binnen rennen. De meubels dienen regelmatig gecontroleerd te worden op splinters. Er mag geen speelgoed meegenomen worden naar de entree.

Groep: Op de groep lopen de kinderen, dus niet rennen. Wanneer er speelgoed op de grond ligt waar niet mee gespeeld word dient dit opgeruimd te

worden. 26

Alle kinderen dienen mee te helpen met het opruimen van de ruimte. Er mag niet geschoven worden met speelgoed of andere zware voorwerpen. Er mag niet met speelgoed gegooid worden. Wij communiceren op een rustige manier met elkaar, dit wil zeggen niet schreeuwen. Het speelgoed is voor iedereen. Dit wil zeggen samen spelen, maar geen speelgoed van

elkaar afpakken. Leidsters controleren te allen tijde of het speelgoed waarmee gespeeld word niet meer heel

is of scherpe randen heeft. Indien dat het geval is dient dit speelgoed direct weggegooid te worden. Kapot speelgoed dient direct weggegooid te worden.

Leidsters dienen te controleren of stiksels van speelgoedbeesten niet loslaten. Meubilair dient regelmatig gecontroleerd te worden op splinters. Indien deze aanwezig zijn

dient actie ondernomen te worden. Er is altijd een beroepskracht op de groep aanwezig om overzicht te houden. Als je op de groep zit, probeer dan altijd met je gezicht naar de groep te zitten. Als er kinderen in de box gelegd worden om te spelen, dienen de slotjes goed gesloten te

worden. Bij twijfel altijd extra controleren of ze juist gesloten zijn. Kinderen in de kinderstoel dienen te allen tijde met alle bandjes vastgemaakt te worden. Activiteiten met kleine onderdelen dienen altijd onder toezicht te worden gedaan. Hierbij

mogen de kleine kinderen niet bij de grote kinderen en hun materiaal kunnen. Het materiaal dient na gebruik meteen opgeborgen te worden in de kasten die niet op de groep staan.

Speelgoed dat echt niet bestemd is voor de kleinere kinderen mag alleen gebruikt worden als zij naar bed zijn.

Kinderen boven de 2,5 jaar mogen niet meer in de box. Speelgoed wat als opstapmogelijkheid kan dienen in de box dient verwijderd te worden.

Speelgoed uit de open kasten mogen kinderen te allen tijde pakken om mee te spelen. Als kinderen met speelgoed uit de bakken willen spelen mogen ze dat eerst vragen.

Kinderen blijven van alle deuren af en openen/sluiten zelf geen deuren.

In de stopcontacten zitten stopcontactbeveiligers. De leiding dient regelmatig te controleren of de stopcontacten hier nog van voorzien zijn.

Op de deuren zitten veiligheidsstrips. Deze dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Indien deze kapot zijn dient er direct actie ondernomen te worden.

Kinderen dienen goed in de kinderstoel gezet te worden en dit dient ten allen tijden gecontroleerd te worden. Goed wil in dit geval zeggen met een been aan weerskanten van de kruisband en de sluiting gesloten. Zorg ervoor dat de kinderstoel ver van een tafel staat zodat kinderen hier niet hun voeten tegen af kunnen zetten.

Kinderen mogen alleen onder begeleiding uit de stoelen klimmen. De beweeglijke kinderen dienen naast de pedagogisch medewerkers geplaatst te worden.

Daarnaast dienen deze kinderen vast te zitten in een hoge stoel. Afval op de vloeren dient direct verwijderd te worden. Bij nat weer dient de vloer direct gedroogd te worden nadat de kinderen binnen zijn.

Op de groep is een aangename temperatuur (20 graden). De temperatuur mag niet lager zijn dan 17 graden.

Als de temperatuur boven de 25 graden oploopt, wordt er volgens een hitteprotocol gewerkt. Ook de ventilator wordt dan aan gezet.

De ventilatieroosters boven 1.80m worden zoveel mogelijk geopend. (Dit geldt ook voor de slaapkamer)

27

Speelgoed:

Speelgoed dat in de mond genomen wordt, wordt dagelijks gereinigd. Speelgoed dat niet in de mond genomen wordt, wordt maandelijks gereinigd. Zichtbaar verontreinigd speelgoed wordt direct schoongemaakt. Speelgoed wordt na vervuiling met bloed, (bloederige) diarree of braaksel gedesinfecteerd. Speelgoed voor binnen en buiten wordt gescheiden gehouden. Speelgoed wordt gescheiden van schadelijke stoffen, zoals schoonmaakmiddelen. Er worden alleen stoffen speelgoed en knuffels aangeschaft die op minimaal 40 graden

gewassen kunnen worden. Wanneer zieke kinderen (met bv een koortslip) met de knuffels voor algemeen gebruik

spelen, worden de knuffels direct extra gewassen. Verkleedkleren worden op 40 graden gewassen met het langste programma. Als zieke kinderen spelen met de verkleedkleren, worden deze extra gewassen.

28

Keuken: Kinderen mogen niet in de keuken komen, enkel in uitzonderingen onder toezicht. Messen mogen nooit vooraan in de la gelegd worden, scharen dienen altijd achter op de

aanrecht te liggen. Kinderen mogen niet in de keukenlades en kasten komen. Waterkoker en koffiezetapparaat dienen ten alle tijden achter op de aanrecht te staan. Dit

geldt ook voor warme dranken. Daarnaast dient de kabel niet te hangen. Deze zitten in een kabelgoot.

Wanneer er thee en koffie gedronken wordt dient met het glas altijd vast te houden. Dus niet op tafel zetten en vervolgens weglopen. Om thee te drinken dienen de leidsters rustig aan tafel te zitten.

Als thee bewaard wordt dient dit in thermoskannen te zijn. Thee mag alleen gedronken worden uit glazen met goede oren.

De leidster mag geen thee drinken als ze een kind op schoot heeft. Wanneer er flessen in de flessenwarmer opgewarmd worden dient deze te allen tijde achter

op het aanrecht te staan. Zodra de fles warm is wordt de flessenwarmer uitgezet. Controleer altijd de temperatuur van de fles alvorens deze aan het kind te geven. Spenen worden wekelijks uitgekookt en gecontroleerd op scheurtjes. Bij constatering van

scheurtjes dienen ze meteen vervangen te worden. Tafelkleden mogen niet gebruikt worden, placemats wel. De vaatwasser dient direct na gebruik gesloten te worden, zodat kinderen niet bij de vaat in

de vaatwasser kunnen. Als er gebruik word gemaakt van het fornuis worden alleen de achterste pitten gebruikt, dus

nooit de voorste waar de kinderen makkelijk bij kunnen. De pannen dienen ook met de stelen naar achteren te wijzen bij gebruik van het fornuis.

De temperatuurlijst dient iedere dag ingevuld te worden. Deze is te vinden in de map onder het kopje temperatuurlijst.

Schoonmaakmiddelen dienen altijd boven in de kast gezet te worden, zodat de kinderen er niet bij kunnen.

De prullenbak staat in een keukenkastje. Kinderen mogen niet in dit kastje komen. De broodmaaltijd wordt aan tafel gesmeerd. Kinderen mogen zelf kiezen wat ze op hun

boterham willen, eerst een boterham hartig en daarna zoet. Bij het smeren van het brood is het belangrijk om op de messen te letten. Moet je even van tafel neem dan de messen mee.

Bij het bereiden van de warme maaltijd controleer goed of de voeding op de juiste temperatuur is.

Voor en na het bereiden van voedsel dienen altijd de handen gewassen te worden. Vers eten dient altijd in de koeling bewaart te worden. Lucifers of aanstekers dienen hoog in de kast bewaard te worden en na gebruik direct

29

opgeborgen te worden.

Drinkbekers en bestek worden na ieder gebruik afgewassen. Kinderen gebruiken tijdens de maaltijd hun eigen servies en bestek. Ieder kind gebruikt tijdens de dag een eigen slabber. Ieder kind gebruikt tijdens de dag een eigen washand. De prullenbak wordt dagelijks geleegd. Afval wordt zowel binnen als buiten opgeborgen in gesloten containers en zakken. De vaatdoek wordt na gebruik met heet stromend water uitgespoeld. Minimaal elk dagdeel en na vuile klusjes etc wordt er een schone vaatdoek gepakt. Minimaal elk dagdeel en bij zichtbare verontreiniging wordt er een schone handdoek

opgehangen.

Verschoningsruimte: Kinderen mogen nooit alleen in de verschoningsruimte komen. Mits kinderen zelfstandig

naar het toilet kunnen. Dit wordt door de kinderen eerst gevraagd aan de groepsleiding, de deur blijft ten alle tijde open.

Wanneer je een kind op de commode laat zorg je dat je vooraf alle benodigdheden klaar hebt staan.

Wanneer kinderen zelf op de commode kunnen klimmen via het trapje, maakt de groepsleiding daar gebruik van. Kinderen moeten daar echter wel in begeleid worden. Laat kinderen nooit alleen op de commode klimmen. Als de kinderen via het trapje naar beneden gaan, laat ze dan op hun billen zitten. Na het gebruik dient het trapje weer ingeklapt te worden en op de beveiliging gezet te worden.

De commode kan in hoogte versteld worden. De hoogte van de commode kan echter pas aan worden gepast als er geen kinderen onder de aankleedtafel zitten.

Als er kinderen op de commode liggen dient er altijd contact te zijn, kinderen mogen nooit alleen op de commode liggen.

Na het verschonen dient de groepsleiding de handen te wassen. Na het toiletgebruik van zowel de kinderen als de groepsleiding dienen de handen gewassen

te worden. Medicijnen dienen buiten bereik van kinderen opgeborgen te zijn. Er mogen geen opstapmogelijkheden zijn in de buurt van kranen waar kinderen niet hoeven

te komen. Open eerst de koude kraan en dan pas de warme kraan. Leer kinderen de betekenis van de

rode en de blauwe kleur op kranen. Als de vloer nat is dient deze direct gedroogd te worden.

30

Spenen worden minimaal wekelijks uitgekookt en in schone bakjes opgeborgen. Er wordt geen speelgoed mee genomen naar het toilet. Minimaal elk dagdeel en bij zichtbare verontreiniging wordt er een schone handdoek

opgehangen.

Zieke kinderen:

Ouders geven voor het verstrekken van medicijnen vooraf schriftelijk toestemming middels een overeenkomst gebruik geneesmiddelen.

Er wordt een hoesje om de koortsthermometer geplaatst om te voorkomen dat deze verontreinigd raakt.

Voor en na ieder gebruik wordt de koortsthermometer met alcohol 70% gedesinfecteerd. Na ieder gebruik wordt de koortsthermometer ook met water en zeep gereinigd.

Slaapkamer:

Kinderen mogen nooit alleen in de slaapkamer komen. Kinderen slapen onder lakens en dekens, nooit onder een dekbed. Kinderen mogen geen spenen aan koorden mee naar bed. Kinderen dienen ten alle tijden in bed te slapen, dus niet in de kinderwagen of de box. Als kinderen wakker zijn, haal ze dan uit bed. Er mag geen speelgoed mee naar bed, alleen eventueel een speen en klein knuffeltje. Controleer de slaapkamervloer regelmatig op speelgoed of andere voorwerpen. Kinderen die kunnen staan in hun bed, slapen ten alle tijden beneden in een bedje. Alle kinderen in de slaapkamer slapen in bed, dus niet op een stretcher. Zorg voor voldoende toezicht door regelmatig in de slaapkamers te gaan kijken. De bedjes dienen altijd goed op slot te gaan, bij twijfel altijd nogmaals controleren. Zorg

ervoor dat er geen beddengoed tussen zit. 31

De slaapkamer dient iedere dag gelucht te worden. Hoeslakens worden dagelijks verschoond, lakens wekelijks en dekens maandelijks. Zichtbaar vuil beddengoed wordt direct verschoond.

Buitenspeelruimte: Er dient ten alle tijdens toezicht gehouden te worden op de kinderen die buitenspelen. De poort dient altijd dicht te zijn. De kinderen mogen de speelplaats niet verlaten. Na iedere keer buiten spelen dient alle speelgoed opgeruimd te worden. Wanneer er veel zand uit de zandbak ligt, zorgt de groepsleiding dat het zand aangeveegd

wordt en weer in de zandbak komt.

Er wordt niet gegeten of gedronken in de zandbak.32

Na het spelen in de zandbak worden de handen gewassen. Zoet eten en drinken wordt buiten beperkt. Bij buiten drinken worden rietjes gebruikt. Plakkerige handen/monden worden direct schoongemaakt. Wanneer er bladeren op de grond liggen dienen deze opgeveegd te worden, dit in verband

met de veiligheid. Kinderen mogen niet op het hek staan of klimmen. Kinderen moeten het zand in de zandbak laten, dit wil ook zeggen niet gooien met zand. Zandbakspeelgoed is voor in de zandbak. Er dienen geen kleine voorwerpen op de speelplaats aanwezig te zijn. De leidsters dienen

hier regelmatig op te controleren en hier indien nodig actie op te ondernemen. Leidsters controleren te allen tijde of het speelgoed waarmee gespeeld word niet meer heel

is of scherpe randen heeft. Indien dat het geval is dient dit speelgoed direct weggegooid te worden.

Wanneer kinderen weer naar binnen gaan worden ze door de groepsleiding goed afgeklopt. De schoenen worden ook schoongemaakt.

Wanneer de zon schijnt dienen de kinderen altijd ingesmeerd te worden. Wanneer het warm weer is en de zon staat op de speelplaats, zorgt de groepsleiding voor

voldoende schaduwplekken met parasols. Bij warm weer is er de mogelijkheid om een opblaaszwembad op te zetten. In dit zwembad

dient een klein laagje water te zitten. Daarnaast dient er te allen tijde toezicht te zijn op de kinderen in het zwembad. De leidster die buiten de kinderen begeleidt is verantwoordelijk voor dit toezicht. Indien zij onverhoopt geen toezicht meer kan houden, dient zij een andere leidster aan te stellen om deze taak over te nemen.

Het opblaaszwembad dient na gebruik leeg gehaald te worden en tussen het hek en de schutting aan de zijkant geplaatst te worden. Dit zorgt ervoor dat kinderen er niet bij kunnen.

Kinderen die nog niet zindelijk zijn, dragen een zwemluier in het opblaaszwembad. Voor gebruik in het opblaaszwembad wordt het juiste speelgoed gekozen. Er wordt niet gegeten of gedronken in het opblaaszwembad. Het water (drinkwaterkwaliteit) wordt dagelijks en bij zichtbare verontreiniging

verschoond. Het opblaaszwembad wordt voor en na gebruik gereinigd en droog opgeborgen. Als er veel speelgoed op de grond ligt waar niet mee gespeeld word, dient de groepsleiding

dit op te ruimen. Meegebrachte fietsen met spaken zijn niet toegestaan op het buitenterrein. Wanneer er kinderen verschillende activiteiten doen bijvoorbeeld voetballen en fietsen

dienen deze activiteiten een eigen gebied te krijgen. Indien niet mogelijk is dienen de activiteiten afgewisseld te worden. Bijvoorbeeld eerst fietsen en dan voetballen.

De speelplaats wordt zeker 2 keer per jaar gecontroleerd op oneffenheden. De leiding kijkt hierbij naar oneffenheden en gladde plekken op de bestrating door bijvoorbeeld losse stenen, boomwortel, kuil, los zand, bladeren of mos. Dit zal de eerste maandag van maart zijn en de eerste maandag van september zijn. De precieze datum wordt genoteerd in de agenda. Daarnaast dient de leiding te allen tijde melding te maken wanneer er hierboven genoemde oneffenheden te zien zijn.

Regels bij wandelen op het buitenterrein: Wij wandelen altijd op het eigen terrein. Stagiaires mogen alleen met de kinderwagen op het terrein wandelen. Leidsters lopen op het terrein ook met kinderen aan de hand. Hierbij geldt maximaal 2

33

lopende kinderen per leidster. Dit in verband met de vijver die zich op het terrein bevindt, waarbij extra veiligheid geboden is. Als er lopende kinderen mee zijn wandelen wordt de vijver dan ook altijd vermeden.

De lopende kinderen hebben te allen tijde een veiligheidshesje aan, zodat zij duidelijk herkenbaar zijn.

Tijdens het wandelen, dienen de leidsters het goede voorbeeld te geven, en kinderen te wijzen op verkeersregels.

34