Vraag 1

Geef eerst aan of de stelling juist of fout is. Motiveer vervolgens uw antwoord in 1 zin.Belgische rijksinwoners worden in Belgi belast op hun wereldwijde inkomen (art. 5 WIB 92). Dit is een afwijking op de door Belgi gesloten verdragen en moet daarom, om te kunnen worden toegepast, uitdrukkelijk in de interne wetgeving worden opgenomen.

Geselecteerd antwoord:

[Geen gegeven]

Juist antwoord:

De stelling is fout. De belasting wordt geregeld in het nationaal recht en eventueel kan men vervolgens met een dubbelbelastingverdrag hierop afwijkingen voorzien.

Feedback voor antwoord:

[Geen gegeven]

Vraag 2

Geef eerst aan of de stelling juist of fout is. Motiveer vervolgens uw antwoord in 1 zin.De NV Schepens heeft een winst gemaakt van 3.000 EUR en beslist daarom een dividend uit te keren. Vermits ook in het verleden winsten werden gemaakt, die in de vennootschap werden gereserveerd, kan in totaal 5.000 EUR aan dividenden worden betaald. Deze 5.000 EUR dividenden worden evenwel eerst mee belast in de vennootschapsbelasting, gelet op art. 185, 1 WIB 92.

Geselecteerd antwoord:

[Geen gegeven]

Juist antwoord:

De stelling is fout. Art. 185, 1 WIB '92 geeft aan dat alle tijdens een jaar behaalde winsten in de vennootschapsbelasting worden belast. De belasting wordt immers berekend op de winst, vooraleer beslist is wat ermee gebeurt. Daarom maken ook uitgekeerde dividenden deel uit van de winst (als de dividenden worden betaald met winst van dat jaar.)

Feedback voor antwoord:

[Geen gegeven]

Vraag 3

De VZW Kadee Dodentocht organiseert jaarlijks de dodentocht van Bornem. Wat in het begin een eerder kleinschalig initiatief was, is ondertussen uitgegroeid tot de grootste Belgische wandelorganisatie van een wandeltocht van 100 km. Aan de afgelopen editie namen meer dan 10.000 deelnemers deel. Dit vraagt dan ook een grote uitgebreide organisatie opgedeeld in diverse deelaspecten, die (uiteraard) niet louter door vrijwilligers kan worden gestuurd.

Geselecteerd antwoord:

[Geen gegeven]

Antwoorden:

Geen van de overige stellingen is correct.

Deze organisatie moet renderen. Dit bewijst de ruime lijst aan liefdadigheidsdoelen die met de opbrengst van de Dodentocht worden gesponsord. Omdat de winst evenwel niet aan de leden van de VZW wordt uitgekeerd, is deze VZW belastbaar in de rechtspersonenbelasting.

De grootte van de organisatie is op zichzelf niet bepalend om te oordelen of deze VZW in de vennootschaps-, dan wel de rechtspersonenbelasting belastbaar is. In hoofdzaak moet gekeken worden naar de aard van de activiteit en of deze al dan niet op commercile wijze wordt georganiseerd.

Gelet op de grootte van deze organisatie is deze VZW belastbaar in de vennootschapsbelasting.

Feedback voor antwoord:

Je antwoord is fout. Een afweging wordt gemaakt tussen de vennootschapsbelasting en de rechtspersonenbelasting. Hiervoor is in de eerste plaats de definitie van art. 2, 5, a) WIB '92 van belang. Een vennootschap "exploiteert een onderneming of houdt zich bezig met verrichtingen van winstgevende aard". De rechtsvorm waaronder men is opgericht, dan wel de grootte is niet relevant. Evenmin speelt het een rol wat gebeurt met de verkregen winsten. Als echter een onderneming zonder winstoogmerk (vb. vrije tijds-vereniging) een papierslag, wafelenbak, ... organiseert, probeert men hiervoor wel winsten te behalen. Dit wordt echter uitgesloten via art. 182 WIB '92.

Vraag 4

Geef eerst aan of de stelling juist of fout is. Motiveer vervolgens uw antwoord in 1 zin.Voorafbetalingen zijn een alternatief voor voorheffingen. Indien een schuldenaar van inkomsten onvoldoende voorheffing inhoudt, kan je dit compenseren door zelf voorafbetalingen te betalen en aldus een belastingverhoging te vermijden.

Geselecteerd antwoord:

[Geen gegeven]

Juist antwoord:

De stelling is fout. Belastingen worden bij wet geregeld en moeten dus ook worden betaald, zoals wettelijk geregeld.

Feedback voor antwoord:

[Geen gegeven]

Vraag 5

Enkele jaren geleden kocht Marc een woning in Belgi om er zich te vestigen met zijn vrouw en twee kinderen. Hij sloot hiervoor een hypothecaire lening af van 20 jaar en ondertekende een hierbij aansluitende schuldsaldoverzekering. Vermits het gezin geen andere onroerende goederen had, genoot Marc een fiscale aftrek van (jaarlijks gendexeerd en heden) EUR. Het lot is hem gunstig gezind en door toeval ontvangt Marc twee jaren later een belangrijke som geld. Hij beslist dit te investeren in de aankoop van een nieuw onroerend goed. Evenwel wil hij een deel via een lening financieren en sluit daarom een bijkomende lening op 10 jaar af.

Geselecteerd antwoord:

[Geen gegeven]

Antwoorden:

Marc behoudt een recht op aftrek voor enige, eigen woning, maar het bedrag waarop hij recht heeft, wordt verlaagd.

Marc mag kiezen welke van beide leningen hij gebruikt voor zijn aftrek enige eigen woning. Je mag dit immers slechts n maal doen en art. 12, 3 WIB 92 voorziet een keuzemogelijkheid om je eigen woning aan te duiden.

Marc verliest het recht op aftrek voor enige, eigen woning. Door een nieuwe woning te kopen is het immers niet meer zijn enige woning.

Marc behoudt zijn oude aftrek, zolang deze lening loopt. Moest de nieuwe lening langer lopen, zou hij eventueel nadien de nieuwe afbetalingen kunnen gebruiken om van zijn totale inkomen af te trekken.

Feedback voor antwoord:

Je antwoord is fout. De aftrek enige eigen woning wordt alleen maar verleend, als men, bij het afsluiten van de lening, geen andere onroerende goederen bezit. (art. 115, 1, 1 WIB '92). Dit is voor de tweede lening niet het geval, zodat deze nooit recht geeft op een aftrek. De aftrek wordt gegeven gedurende de looptijd van de lening, maar de eerste 10 jaren verhoogd. (art. 116 WIB '92). Deze verhoging speelt men echter kwijt als men in een later tijdstip een tweede onroerend goed heeft. (art. 116, lid 4 WIB '92).

Vraag 6

Geef eerst aan of de stelling juist of fout is. Motiveer vervolgens uw antwoord in 1 zin.Bezoldigingen behaald door een werknemer in het buitenland zijn, op grond van de meeste verdragen ter vermijding van dubbele belasting, belastbaar in het land waar de werknemer woont.

Geselecteerd antwoord:

[Geen gegeven]

Juist antwoord:

De stelling is fout. Art. 15 OESO-modelverdrag verwijst naar de staat waar de activiteit wordt uitgeoefend. Als een werknemer dus in het buitenland werkt, wordt in principe deze buitenlandse staat bevoegd om het loon te belasten.

Feedback voor antwoord:

[Geen gegeven]

Vraag 7

Dr. Martens is eigenaar van een grote villa, die hij samen met zijn vrouw en kinderen bewoont. (Verder heeft hij geen onroerende goederen.) In een deel van het huis werd evenwel ook een praktijkruimte ingericht. Dit deel komt overeen met een derde van de totale villa. (Het kadastrale inkomen van de globale villa bedraagt 3.580 EUR, de index voor aj 2012 1,5790)

Geselecteerd antwoord:

[Geen gegeven]

Antwoorden:

De dokter wordt belast op een onroerend inkomen van (3.580 * 1,5790 =) 5652,82 EUR.

De dokter wordt belast op een onroerend inkomen van (3.580 /3 * 1,5790 =) 1884,27 EUR.

Geen van de vorige antwoorden is correct.

De dokter heeft geen afzonderlijk belastbare onroerende inkomsten.

Feedback voor antwoord:

Je antwoord is fout. Het gedeelte van de woning dat wordt gebruikt voor bewoning is vrijgesteld. (art. 12, 3 WIB '92.)Het gedeelte dat beroepsmatig wordt gebruikt, wordt gentegreerd bij de beroepsinkomsten. (Normaal betaal je huur, die je zou kunnen aftrekken van je belastbare inkomsten. Nu heb je geen aftrekbare kosten.)Daarom zijn er geen belastbare onroerende inkomsten.

Vraag 8

Jan is zaakvoerder van de BVBA Weyts & Zonen, een algemeen aannemersbedrijf. Bij een controle door de fiscus is deze gestoten op een zwarte boekhouding en wil de fiscus Jan op deze inkomsten belasten. Vermits ook de sociale inspectie een onderzoek is gestart, werden van de BVBA reeds diverse geldboetes gevorderd, waardoor Jan uiteindelijk geen inkomsten meer overhoudt.

Geselecteerd antwoord:

[Geen gegeven]

Antwoorden:

Jan kan deze belasting betwisten. De geldboeten vormen immers al een sanctie die hij moet betalen voor de verwerving van deze inkomsten. Hij kan daarom niet nogmaals worden belast.

Jan kan het principe van een belasting als dusdanig niet betwisten. Hij mag wel de gemaakte kosten (kosten voor het verwerven van de inkomsten en de betaalde geldboeten) aftrekken om zijn belastbaar inkomen te berekenen. Het fiscaal recht is immers moreel neutraal.

Geen van de overige stellingen is correct.

Jan kan het principe van een belasting betwisten. Het gaat immers om handelingen die buiten het legale economische verkeer plaatsvinden en daarom via het strafrecht moeten worden aangepakt.

Feedback voor antwoord:

Je antwoord is fout. Fiscaal recht is moreel neutraal. Zowel legale, als illegale handelingen worden in de inkomstenbelastingen op een zelfde manier behandeld: inkomsten zijn belastbaar en kosten zijn aftrekbaar. De aftrekbaarheid van kosten wordt echter verder beperkt in art. 53 WIB '92. Zo zijn geldboeten niet aftrekbaar (art. 53, 6 WIB '92.)

Vraag 9

Geef eerst aan of de stelling juist of fout is. Motiveer vervolgens uw antwoord in 1 zin.Bij de verhuur van een bemeubeld appartement moeten de inkomsten fiscaal worden opgesplitst (60/40) als onroerende/roerende inkomsten. Inkomsten uit de verhuur van een onbemeubeld appartement worden steeds belast als onroerende inkomsten.